fases morele ontwikkeling - wordpress.com · de fases volgens kohlberg verder ingaand op piaget...
TRANSCRIPT
Fases morele ontwikkeling
Leonie van Drunen 3VTA
Ontwikkelingspsychologie
1
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 2
Hoofdvraag theoretisch onderzoek:........................................................................................................ 3
Deelvragen theoretisch onderzoek: ........................................................................................................ 3
Hoe uit de morele ontwikkeling zich van baby, peuter, kleuter, kind, tiener tot volwassenen
(fases)? ................................................................................................................................................ 3
Welke factoren beïnvloeden de morele ontwikkeling volgens Kohlberg?.......................................... 6
In welke levensfase is de individu in staat tot moreel antwoorden? Om de afweging tussen goed en
verkeerd te maken voor zichzelf? ..................................................................................................... 10
Praktijkgericht (actief)onderzoek .......................................................................................................... 11
Methodologie .................................................................................................................................... 11
Resultaten actief veldonderzoek enquête ........................................................................................ 14
Nawoord ................................................................................................................................................ 16
Bijlagen .................................................................................................................................................. 17
Complete overzicht-lijst evaluatie veldactief-onderzoek en (anonieme) antwoorden: ................... 17
Bronnen ................................................................................................................................................. 24
2
Inleiding
Er zijn verschillende stadia waarin je als mens opgroeit. Het eindstadium is de volwassenheid. Drie
factoren spelen een rol: De chronologische leeftijd, de biologische leeftijd en de sociale context waarin
een persoon zich op dat moment bevindt (omgeving en levensloop). De chronologische leeftijd is de
kalender die ervanuit gaat dat je volwassen bent, en is een leeftijd waarin men van je verwacht dat je
volwassen bent (Kerpel, 2014). In dit onderzoek wil ik achterhalen hoe de morele ontwikkeling van een individu kan verlopen per
levensfase. En wat er na het gehele ontwikkelingsproces doorlopen te hebben, van een rijp morele
volwassene (volgens de kalender) verwacht wordt.
Tevens begrijp ik nu al beter (tijdens dit herkansingsonderzoek) waarom het eigen kritisch handelen,
visies vormen en onderwerpen bespreken belangrijk is, dit komt ook door de opdracht van de
verbindingskunstenaar tijdens onze beeld-lab uren aan de FHK binnen de ABV – en na het lezen van
het boek ‘Ontwikkeling door onderzoek’. We koppelen het eigen praktijkwerk aan overkoepelende
onderwerpen – de onderwerpen linken aan onderwijstheorie en beeldtradities binnen de kunsten. Ik
heb ook voor andere klasgenoten al verschillende enquêtes in mogen vullen en in dit geval (mijn geval)
is dit effectief inzetbaar/een goede oplossing voor een actief onderzoek, aangezien mijn stage al
voorbij is en ik toch een actief (veld)onderzoek moet doen (als toekomstig docent). Mijn klasgenoten
zijn ook collega’s en samen worden wij opgeleid tot docent beeldende vormgeving. Zie
praktijk(gericht)actief onderzoek in dit verslag!
Ik ben dit onderzoek gestart met een internationale (westerse) vriend; geïnteresseerd in
ontwikkelingspsychologie (hij is leergierig) - het is iemand die heel nieuwsgierig is betreft het morele
onderwerp. We overleggen en bespreken de theorie samen door als ‘’de leken’’ die we zijn. Alles moet
in eigen woorden vanuit het engels worden vertaald. Hierbij ben ik uit gegaan van twee hoofdbronnen
betreft de morele ontwikkeling; de theorieën van Kohlberg en Piaget (Fleming, 2005). Vervolgens
worden mijn vertaalde teksten nogmaals overlegd, besproken, doorgenomen en aangepast bij het
doen van nieuwe bevindingen. Deze herhaling zorgt bij mij ook voor onthouding van de stof en
feedback. Uiteindelijk is dit verslag nog eens door gelezen en gecontroleerd op spelling door een derde
om de kwaliteit van het verslag te verbeteren (Kallenberg, Koster, Onstenk, & Scheepsma, 2007). En
het laatste wat ik mee wil geven is dat het praktische onderzoek de nodige tijd in beslag heeft genomen
(overzichtelijk, logisch en passend), ook ten aanzien van de tijd voor overleg, met als doel: een effectief
(actief)onderzoek -> met waardevolle resultaten.
3
Het praktische deel tijdens het (actieve)onderzoek:
Ik wil graag een peilingsonderzoek (online enquête) startten en mijn studiegenoten hierbij betrekken.
Dit heb ik niet zomaar verzonnen. Zij vormen in het onderzoek de schakel (groep) tot het antwoord op
de vraag: wat wordt er van de rijp morele volwassene (volgens de kalender leeftijd) verwacht betreft
het morele handelen? De antwoorden die mijn studiegenoten geven in de enquête dienen als
bewijslast voor conclusies betreffende het morele onderzoek (zie deelvraag 3: autonome persoonlijke
keuzes). Het is een vorm van ‘waarderend onderzoek’ (volgens het boek ontwikkeling door onderzoek
hoofdstuk 8). Mijn klasgenoten mogen weten dat ik een onderzoek doe voor het vak
ontwikkelingspsychologie; wij helpen elkaar voor resultaten. Samenwerken is een voorwaarde voor
kennisontwikkeling bij leraren onderling, en bovendien waarborgt dit de kwaliteit van onze school; ik
doe niet zomaar een onderzoekje maar deel de kennis met anderen. Mochten ze mijn motivatie voor
de enquête willen weten: het geen waar het onderzoek zich toe dient (de ontwikkeling van het
moreel), dan worden de resultaten achteraf bekend gemaakt. Toch wil ik dit proberen in het midden
te laten (niet benoemen) voor zij deelnemen aan de enquete. Dit is voor een objectievere enquête
deelname; de studenten antwoorden zonder dat zij weten dat hun moraal(geweten) op de proef wordt
gesteld – en zodat hun antwoorden dus niet zijn beïnvloed met het voorgenomen doel. De enquête is
anoniem om verscheidene redenen; het is voor mij niet in het belang te achterhalen hoe deze
ontwikkeling er per klasgenoot voor staat. Ik wil dit ook confidentieel houden. Het is een
wetenschappelijk onderbouwd plan - en ook op die manier onderzocht voor wetenschappelijke
doeleinde (binnen ontwikkelingspsychologie).
Hoofdvraag theoretisch onderzoek:
Wat is morele ontwikkeling?
Om de hoofdvraag te beantwoorden; wat de morele ontwikkeling precies is, moet ik zien te
achterhalen welke factoren het morele ontwikkelingsproces beïnvloeden. Deze antwoorden vormen
de kern van mijn onderzoek om tot nieuwe inzichten te komen. Een aantal deelvragen helpen mij in
dit onderzoek, om tot die nieuwe inzichten te komen betreft de hoofdvraag. De enquête (het actieve
onderzoek) is een goede toevoeging aan dit verslag, om te kunnen achterhalen wat er verwacht wordt
van een moreel ontwikkeld (volwassen) persoon – ‘’kalenderwijs’’ gezien (wanneer is de persoon
moreel ontwikkeld?) (Kerpel, 2014).
Deelvragen theoretisch onderzoek:
Hoe uit de morele ontwikkeling zich van baby, peuter, kleuter, kind, tiener tot
volwassenen (fases)? Dit is bestudeert door verschillende auteurs; twee van de belangrijkste pioniers in het geval van de
morele ontwikkeling zijn Piaget en Kohlberg. Zij ontwikkelde modellen die de verschillende fases
aantonen. Zij hebben verschillende methodes gebruikt voor hun onderzoek, ook in verhouding tot
elkaar, om de morele modellen te maken. Ik ben uitgegaan in dit verslag, van het model van
Kohlberg. Hij ging verder in op de ontwikkelingstheorie van Piaget (de onderzoeken overlappen
elkaar). Waar Piaget uitgaat van de morele ontwikkeling bij het kind tot 12 jaar, richtte Kohlberg zich
op het gehele morele ontwikkelingsproces van een individu tot hij volwassen is.
4
Piaget’s morele model op basis van het knikkeren (spel spelen). Binnen al zijn onderzoeken
stonden steeds 3 vragen centraal, namelijk (McLeod, 2015):
1. Hoe begrijpen kinderen de regels: waar komen regels vandaan? kunnen regels veranderen?
wie maakt regels?
2. Hoe begrijpen kinderen morele verantwoordelijkheid: wie kun je de schuld geven als er iets
vervelends gebeurd? Is er een verschil tussen per-ongeluk en expres goed of fout
(Kohnstamm, 1993)?
3. Hoe begrijpen kinderen rechtvaardigheid: wanneer wordt je beloond of gestraft en hoe groot
is de beloning of de straf?
Fases die Piaget ontdekte:
• Fase 1 (onder 4 jaar) - Sensomotorische periode (voelen en aanraken) – het kind kan alleen
maar over motorregels praten, en individualistisch praten; dingen goed of verkeerd doen in de
motorische actie (er is nog geen sprake van collectieve regels maar centraal staat de
ontwikkeling van het bewegen met het lichaam / actie) (Greelings-Broos, Gorter-Schuijer,
Holty, Naeff, & Winkels, 2004).
• Fase 2 (4-7 jaar) - egocentrische periode - kinderen begrijpen de regels niet goed, of ze
verzinnen ze zelf als het spel doorgaat. Er is niet echt samenwerking, er is meer sprake van
collectieve monologen (“monoloog,” z.d.).
• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels
worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen (samen of wedstrijdjes).
Het begrip van de regels kan echter van elkaar verschillen, en er is nog steeds een onvermogen
voor wederzijds begrip. (Beide begrijpen de grond en elkaar, maar ze zijn niet genoeg
ontwikkeld om volledig te communiceren, de andere te begrijpen; er is een gebrek aan
empathisch vermogen.
• Fase 4 (vanaf 11 of 12) - echte samenwerking - de kinderen tonen een juridische fascinatie
voor de regels (dat mag wel en dat mag niet = beloning of straf) - "dit heeft tevens betrekking
op fase 4 van het latere onderzoek door Kolhberg". De kinderen zijn (zelf) in staat de regels
door te ontwikkelingen, ze vinden de regels uit en debatteren samen over nieuwe regels, in
afwachting van eventuele onvoorziene gebeurtenissen; er is empathie waardoor zij
democratisch afspraken kunnen maken wat leidt tot maatschappelijk verbeterde regels.
5
Piaget ontdekte dus belangrijke kenmerken in de verschillende fases m.b.t. de moraliteit:
• Kinderen 5 tot 9 jaar, fase 2 betreft de morele heteronomie – ook wel de fase van het moreel realisme
of morele heteronomie genoemd - er is een gebrek aan flexibiliteit en relativiteit bij het vormen van
een oordeel: er is nog geen sprake van morele autonomie ouders, leraren en oudere kinderen bepalen
de regels voor het kind (Cliteur, 2015).
Juist en onjuist is gebaseerd op de
nauwkeurigheid waarin zij de zelf
opgedragen en vooraf ingestelde regels
volgen, ze kunnen de bedoeling of reden
niet afspreken/uitspreken. Het kind zegt
dat het tegen de regels in is; maar het
kind verwijst niet naar het waarom
(redenatie is er nog niet).
Om dit idee te verduidelijken zie je
hiernaast (rechts) een video die dit
principe inzichtelijk maakt.
• Kinderen rond 10 jaar, fase 3 Morele
autonomie - de kinderen begrijpen dat
regels niet noodzakelijkerwijs in steen
worden geschreven, en ze hebben een doel; zij moeten onderling worden goedgekeurd en om de
maximale tevredenheid en het recht te waarborgen maken zij democratisch afspraken. Deze gedachte
kan worden genummerd aan de regels van de samenleving of op kleinere schaal (binnen een kleinere
maatschappij), in de vorm van familierechten.
Moraliteit en geslachten (volgens Piaget)
Op basis van de eerste manier om informatie te verzamelen, bleek dat er geen eerlijk gemiddelde was
in vergelijking, omdat meisjes geen soortgelijk spel speelden als knikkeren, met dergelijke regels.
Waarom? Piaget ging ervanuit dat meisjes minder regelmatig zijn geobsedeerd met regels en de
noodzaak om ze te volgen in hun spellen, meisjes zijn meer ‘’ontspannen’’. Piaget zag deze interesse
binnen de wettigheid als een signaal van verschillen in morele ontwikkeling of zelfs onderontwikkeld.
Het kan over het algemeen gezien worden als wat een mindere mate van morele autonomie is, en een
grotere mate van samenwerking wederkerigheid (Vreugdenhil, z.d.).
"Het is interessant op te merken dat de fases van morele vaardigheden (volgens Piaget) zich
ontwikkelen op hetzelfde moment als de cognitieve vaardigheden. Gebaseerd hierop kunnen we
concluderen dat Piagets morele ontwikkelingstheorie een praktische applicatie is van zijn cognitieve
ontwikkelingstheorie.’’
"Morele ontwikkeling, zoals oorspronkelijk gedefinieerd door Piaget en vervolgens door Kolhberg
herdefinieerd en ondergezocht, is niet alleen een toenemende kennis van culturele waarden. Het
vertegenwoordigt eerder de transformaties (nieuwe meningen / visies) die zich voordoen in de vorm
van een persoon of in een gedachtenstructuur."
(Video bron: https://www.youtube.com/watch?v=dGzjEMq7tU8)
6
Welke factoren beïnvloeden de morele ontwikkeling volgens Kohlberg?
‘’Kohlberg verder ingaand op Piagets onderzoek: Kohlberg merkte op in de modellen van Piaget, dat
de fasen niet discreet zijn, maar ze kunnen zich in verschillende scenario's voordoen, en elkaar
overlappen. Hij deed zijn bevindingen in onderzoeken voornamelijk door morele vragen te stellen /
dilemma’s voor te leggen aan kinderen. Om inzichtelijk te maken wat Kohlberg deed zie je onder
bijgevoegd een video:
De fases volgens Kohlberg verder ingaand
op Piaget -> omdat zich verschillende
scenario’s voordoen binnen de fases stelde
Kohlberg een plan op; hij definieerde de (6)
fases (Piaget had er maar 4) en hij ontdekte
dat er verschillende kenmerken zijn binnen
een fase. Er zijn 3 kenmerken. Om die 3
kenmerken te definiëren binnen de fases
schreef hij de onderliggende kenmerken
van de fases op.
(Video bron: Drmpcfl, 2010)
Kenmerk 1: het zijn "gestructureerde grootheden" of georganiseerde gedachtenstelsels. Dit betekent
dat individuen consequent zijn binnen het morele oordeel - er is indirect een patroon te herkennen
bij elke individu in de motivatie en het doel van de besluitvorming.
Kenmerk 2: De volgorde van de morele fases blijft onder alle omstandigheden ondanks een
transformatie ongewijzigd; men gaat van de ene fase naar de volgende. Behalve als er sprake is van
extreem trauma, is er altijd sprake van een beweging voorwaarts. Individuen slaan dus nooit een fase
van de morele ontwikkeling over. Dit geldt in / voor alle culturen.
Kenmerk 3: "hiërarchische integraties" (zie op de
afbeelding links en de volgende pagina voor de
uitgebreide en uitgewerkte gegevens van het model
in het Nederlands): er is een voorkeur of neiging om
te handelen op het hoogste niveau dat beschikbaar is
(van level 1 t/m 5). Er zijn 5 stadia ofwel motieven tot
handelen. Soms reageren individuelen op een
lager moreel level.
Op de volgende pagina heb ik een uitgebreid zelf
ontworpen (en in eigen woorden geplaatst)
model bijgevoegd ter ondersteuning van de
kenmerken of motieven tot morele
besluiten, binnen die 3 stadia/
organisatie/ gedachtestelsels
(Psychology Notes HQ, 2017). Stadia (fases) tot aan de autonome volwassenheid voor het moreel.
(Bron:http://rsd2-alert-durden-connections.weebly.com/moral-development-stages-by-lawrence-kohlberg.html)
7
Fase/stadium Leeftijdscategorie Beschrijving
1. Gehoorzaamheid/straf Baby / peuter Geen verschil tussen het goede doen en het ontwijken van straf (nog geen besef daarin).
2. Eigen belang Voorschools / peuter Interesse verschuift naar de voorkeur in beloningen: liever beloning dan straf – er wordt een poging gedaan tot het eigen profijt.
3. Bevestiging en interpersoonlijk overeenstemming
Kleuter / kind Brave jongen/meisje level: er wordt een poging gedaan voor goedkeuring (de bevestiging naar) – en met de motivatie tot het sluiten van vriendschappen.
4. Autoriteit en sociale rang
Kind Oriëntatie naar bestaande regels. Het doel van moraliteit wordt onderhouden door sociale rangen. Interpersoonlijk gezien bewust zijn en gaat/is actief opzoek naar maatschappelijke overeenstemming.
5. Sociaal contract Tiener / volwassene Wederzijdse belangen, wederkerigheid. Moreel gezien ‘’goed’’ (maatschappelijk gezien) en legaal gezien zijn niet altijd hetzelfde. Het algemeen nut- en zijn regels wordt in acht genomen (“Utilitarisme,” z.d.) dat het leven voor iedereen beter maakt.
6. Universele principes Volwassene Moraliteit is gebaseerd op principes – die het wederzijdse profijt daarbij overtreffen.
De fases of stadiums bestaan per elke 2 fases uit 3 verschillende niveau’s. Die zijn hierboven
aangegeven in verschillende kleuren:
Rood = niveau 1
Oranje = niveau 2
Groen = niveau 3
8
Er zijn 2 kenmerken binnen het Pre-conventionele 1e niveau:
- Meestal is het onderwerp voor een kind zinvol voor externe / culturele invloed, op een
bepaalde manier (goed / fout - juiste / slechte).
- Het wordt gemotiveerd door een positieve of negatieve beloning - of in het meest gunstige
geval in een hedonistische vorm voor hen die de context aangeeft (“Hedonisme,” z.d.).
Stadium of fase 1. Straf- en - gehoorzaamheidsoriëntatie
Fysieke gevolgen als de belangrijkste criteria voor wat goed en fout is. Vermijding van de straf en de
volgorde van een autoriteit (autoriteit wordt gezien als krachtiger of in staat om te straffen).
Stadium of fase 2. De instrumentale relativistische oriëntatie
In deze fase bestaat de juiste actie in die waarin hij / zij zichzelf en soms de anderen bevredigt.
Menselijke relaties worden in een ‘’marktperspectief’’ bekeken; ‘’wat kan ik bij die persoon krijgen?’’
vraagt het kind zich af. Er zijn elementen van fundamentele eerlijkheid, wederkerigheid en het gelijk
verdelen aanwezig binnen de oriëntatie maar altijd op een fysieke en pragmatische manier -> in de
vorm van een handeling / aanraking. Een kind is nog niet toe aan loyaliteit, dankbaarheid of
rechtvaardigheid. Het is meer een kwestie van ‘’handelen en onderhandelen’’.
Er zijn 2 kenmerken binnen het conventionele 2e niveau:
- Het recht of het verkeerde is gedicteerd door het behoud van de verwachtingen, van de
elementen van het sociale web zoals; familie, groepen of naties, ongeacht directe of duidelijke
gevolgen. Naar aanleiding van blindelings toebehorende groepen waarden / verwachtingen |
er zijn geen grenzen tussen de externe en de interne waarden in verband met moraal (de
interne is de externe en andersom).
- Acties zijn in overeenstemming met de samenleving, maar ook die van loyaliteit, en actief
handhaven, rechtvaardigen en identificeren met de betrokken personen of groepen.
Stadium of fase 3. De interpersoonlijke concordantie (brave jongen – braaf meisje oriëntatie)
Goed gedrag wordt bepaald door degene die elementen van de groep behaagt en die door hen wordt
goedgekeurd. Er is overeenstemming met wat wordt gezien als "natuurlijk gedrag" of het
meerderheidsgedrag. Met dit gedrag is het vaak de bedoeling dat "hij / zij kiest voor het goede" – en
dat wordt voor de eerste keer belangrijk! Men verdient goedkeuring door leuk te zijn (je leuk te
gedragen).
9
Stadium of fase 4. De wet- en orderoriëntatie
Oriëntatie naar autoriteit. Vaste regels en het behoud van de sociale orde. Gedrag en dus
rechtvaardigheid en onrecht bestaat uit het opvolgen van degenen die de eigen sociale orde al voor
zichzelf handhaven (rangorde).
‘’Tot nu toe is de ontwikkeling van moraliteit in deze fasen hetzelfde als de verdeling van het individu.
Wat uitbreidt is het concept dat het individu van zichzelf heeft, hoe hij met de wereld is verbonden en
wat hij nodig heeft om te overleven. In het 1e stadium reageert het individu op een meer instinctieve
manier als een kind. Pijn vermijden, ja zeggen tegen autoriteit (om pijn te vermijden). In het 2e stadium
groeit het externe element. Het meer sociaal bezig zijn. Het kind begrijpt dat hij / zij niet alleen pijn
kan vermijden, maar hij kan meer plezier hebben als hij hetzelfde doet naar anderen toe. In fase 3 de
binnen het 2e stadium is de individuele overleving verbonden met de groep. In fase 3 kan de groep
worden gezien als een restrictiegroep voor het kind, de personen die direct gerelateerd zijn aan het
kind - en met wie hij of zij interactie heeft. Dus zij zijn moraal verbonden aan elkaar met wat hij / zij
moet doen om beter geaccepteerd te worden in de groep (SLO, z.d.). In fase 4 breidt de groep uit; en
wordt gezien als het sociale systeem waarin familieleden zijn opgenomen’’.
Er zijn 2 kenmerken binnen het post conventionele, autonome of principiële 3e niveau:
Op dit niveau is er een duidelijke poging om morele principes en waarden te definiëren die apart gezien
kunnen worden en los van de autoriteit van de groepen of personen die zich aan deze principes houden
- en afgezien van de individuele (of autonome) identificatie binnen deze groepen.
Stadium of fase 5. Het sociaal contract, de juridische oriëntatie
Juiste acties hebben de neiging om gedefinieerd te worden in termen van algemene individuele
rechten en normen die kritisch onderzocht en overeen komen met de hele maatschappij. Er is een
duidelijk bewustzijn van het relativisme van persoonlijke waarden en meningen en een
overeenkomstige nadruk op procedurele regels om overeenstemming te bereiken. Afgezien van wat
het constitutioneel en democratisch overeen komt, het recht heeft betrekking op persoonlijke
"waarden" en "opinie" (autonomie).
Stadium of fase 6. De universele-ethische-principe oriëntatie
Recht wordt bepaald door de beslissing van het geweten in overeenstemming met zelf gekozen
ethische principes die aantrekkelijk zijn voor logische volledigheid, universaliteit en consistentie. Deze
principes zijn abstract en ethisch (de gouden regel, het categorische imperatief) (Valkenberg, 2012).
‘’Er zijn geen in steen geschreven wetten’’. Dit zijn universele principes van rechtvaardigheid en
gelijkheid in mensenrechten en respect voor de waardigheid van mensen als individuele personen.
10
In welke levensfase is de individu in staat tot moreel antwoorden? Om de afweging
tussen goed en verkeerd te maken voor zichzelf?
De begrippen: goed en kwaad liggen bij de autonome persoon, het ethische handelen hangt af van de
autonome persoon en of de persoon autonoom genoeg is (Bart Raymaekers, 2016). De persoon kan
zelf inschatten / bepalen wat goed en verkeerd is voor hem of haar; er is een besef dat er geen
universeel antwoord bestaat en bevindt zich binnen stadium 5 of 6 (zie vorige pagina).
We gaan er nu vanuit, dat volgens Kohlbergs theorie we wel kunnen nagaan binnen welk fase / stadium
de individu een keuze maakt. Dat gebeurd op basis van de motivatie, of het doel van de individu die
een beslissing / keuze maakt op het eigen handelen.
Of er Goed en kwaad is, is een filosofische vraag die ik niet kan stellen, noch beantwoorden. Goed en
kwaad moreel op zichzelf hangen al af van een hoop factoren waaronder bijv. Cultuur (“Goed en
kwaad,” z.d.). Er zijn veel verschillende culturen waarbij het moreel anders ligt, dan die van ons (de
Nederlander). En zelfs als we die van onze bevolking onder de loep nemen; ook dan bestaan we weer
uit kleinere subgroepen zoals families, die van invloed zijn op ons ontwikkelingsproces. Elke persoon
kent daarbij een andere levensloop en zal zijn / haar eigen opvattingen vormen - en op basis daarvan
eigen keuzes (wat hij/zij als de goede of kwade keuze inziet). Men neemt standpunten in en creëert
eigen visies door continu overwegingen te maken – en maakt vergelijkingen op basis van andere visies
om hen heen en beslist dan wat hij / zij zelf goed en kwaad vindt (“Communicatie en cultuurverschillen
1,” z.d.).
De antwoorden waar ik naar opzoek ben hebben te maken met het ontwikkelingsproces van het
moreel en de individu; hoe een individu, uit zichzelf de conclusies trekt over wat hij / zij als goed of
verkeerd ‘inziet’ (in welk patroon denkt hij / zij?) Want de perspectieven of opvattingen van een
individu zijn dus persoonsgebonden (weet ik nu) - en hangen samen met de levensloop en
omgevingsfactoren (cultuur bijv.) van de individu af. In het voorwoord gaf ik aan dat ik het volgende
wilde ik onderzoeken: in welke levensfase zitten mijn studiegenoten? Daar kan ik na de nieuwe
bevindingen over verschillende fases / stadia (motivatie tot keuzes) aan toe voegen/veranderen:
Kunnen we ervanuit gaan dat de studenten onderling in dezelfde fase/stadium zitten (komen ze
allen tot level 5 in een van de antwoorden)? Dat is in principe hetzelfde als: zitten zij allen op de fase
waar zij volgens de kalender horen (level 5)?
Het ‘’hoe’’ (de motivatie tot een keuze van een individu) kan ik dus wel achterhalen doormiddel van
een actief onderzoek: met welk gemiddelde level van 1 t/m 5 beantwoord de individu/student
docent beeldende vormgeving een morele vraag / voorgelegd dilemma? Zitten zij gemiddeld rond
de fase/het stadium dat volgens Kohlbergs beweringen van hun kalenderleeftijd wordt verwacht
(hoofdvraag)? En wat kan ik nog meer terug herleiden uit het onderzoek, behalve de onderliggende
overeenkomsten en verschillen (in levels) van de correspondenten op basis van de motivatie tot een
antwoord? Sociaalmaatschappelijke moralen? Zie het praktijkgerichte onderzoek!
11
Praktijkgericht (actief)onderzoek Link enquête: https://nl.surveymonkey.com/r/BDBRN62
Methodologie Voor het maken van dit praktijkgerichte onderzoek heb ik naast de onderzoeken van Piaget en
Kohlberg een onderzoeksmethode gebruikt, die na gaat in welk stadium een individu zich bevindt
betreft de morele ontwikkeling – zoals onderbouwd in het theoretische gedeelte van dit
onderzoeksverslag. Deze onderzoeksmethode en het model heb ik overgenomen vanuit een bestaand
onderzoek - en vertaald vanuit het Engels in (correct) Nederlands (Kiser, Morrison, & Craven, 2009).
Vragenlijst veldonderzoek:
Vraag 1. Een student krijgt toegang tot de academische resultaten van andere studenten. Moet hij / zij doorgaan
met het bekijken van de cijfers tot het probleem is opgelost, zelfs als hij / zij de informatie niet met iemand deelt?
Vraag 1. Aangepast op verzoek (De vijfde deelnemer gaf aan dat de vraag niet duidelijk geformuleerd was, ik
heb het daarom als volgt aangepast): Een student krijgt (perongeluk) toegang tot de academische resultaten
van alle andere studenten. Dit is vanwege een fout in het systeem. Moet hij / zij doorgaan met het bekijken van
de cijfers, of wachten tot de fout is opgelost voor hij / zij verder kijkt? Zelfs als hij / zij de informatie niet met
iemand deelt?
Vraag 2. Een student ontdekt dat de school zijn / haar account verkeerd heeft gecrediteerd voor een volledig
semester van de collegegeld. Moet hij / zij iemand informeren?
Vraag 3. Een student doet onderzoek naar computervirussen en ontwikkelt per ongeluk een ongevaarlijk virus dat alleen het woord "Hallo!" voor 20 seconden weergeeft bij het inloggen van je account op het computerscherm. Zal hij / zij (de student) het virus verspreiden om verder te gaan met zijn onderzoek? Vraag 4. Moet een student zijn / haar school gebruikersnaam en wachtwoord delen met een vriend, zodat hij / zij die kan gebruiken voor de online bibliotheek van de school? Vraag 5. Als college student kreeg de student software geladen op zijn / haar laptop die alleen voor onderwijsdoeleinden was aangewezen, en hij / zij werd geïnstrueerd om de software te verwijderen nadat hij / zij afgestudeerd was. Moet hij / zij na de afstuderen de software blijven gebruiken? Vraag 6. Moet een student doen alsof hij / zij een kankerpatiënt is in een online chatruimte om informatie te verzamelen voor de vakken binnen het beeld-lab (voor school)?
12
De vragen beantwoord de correspondent (zoals aangegeven wordt voordat de enquête kan worden
afgenomen) op de volgende manier:
De vragenlijst is anoniem; er zijn 6 vragen waar ik graag een antwoord op zou willen. Je beantwoord de vragen
met een simpele ''ja'' of ''nee'' omdat... Het zou fijn zijn als je ook echt beargumenteerd waarom wel of niet (ja
of nee met motivatie). Want alleen dan is je antwoord zinvol voor mijn onderzoekje; het onderzoekje duurt zo'n
10 minuten (maar je mag er zolang over denken/doen als je wilt graag zelfs!)
Heel veel plezier, bedankt voor je deelname (toppertje) en wees niet bang om eerlijk te zijn; dat is namelijk super
zinvol voor het onderzoek en ik weet niet wie jij bent (dat is niet nodig)!
‘’Print-screens’’ van mijn veldwerving en de oproep(en) voor het invullen van de online enquête. Onderzochte
groep: studenten in de richting van docent beeldende vormgeving aan de FHK-ABV.
13
->
14
Resultaten actief veldonderzoek enquête
15
Er waren in totaal 16 correspondenten (zie vorige pagina) die deelnamen aan het onderzoek. Niet elke vraag
is beantwoord. En ik kan niet zien van wie welk antwoord is; maar ik kan wel zien op welk tijdstip het antwoord
is gegeven waardoor ik kan aannemen welke antwoorden bij elkaar horen. Ik kan dus uitgaan van 14 complete
deelnames want er zijn 2 incomplete deelnames. Daarom wil ik deze evalutatie uitvoeren op basis van elke
individuele vraag met het antwoord en verbinden aan een fase; elk antwoord heeft een fase; gebaseerd op
het argument binnen het gegeven antwoord van de correspondent.
Beoordelingsmodel Fases voor het bepalen van een niveau binnen de morele gesteldheid van een individu; onderstaande resultaatmodel wordt naast de antwoorden van de correspondenten gelegd, aan de hand van de volgende (door Kohlberg) vastgestelde zes fases:
Antwoord binnen fase 1 gecategoriseerd: Gehoorzaam om straf te voorkomen. Zinnen die overeen komen met: ‘’Omdat dat terug kan komen om je te achtervolgen’’ of ‘’daar zijn serieuze consequenties aan verbonden’’. Antwoord binnen fase 2 gecategoriseerd: Uit eigen belang. Zinnen die overeen komen met: ‘’We zouden niet meer moeten betalen dan nodig’’ of ‘’school is duur’’ Antwoord binnen fase 3 gecategoriseerd: Wil gezien worden als een ‘’goed’’ persoon. Zinnen die overeen komen met: ‘’Het is het juiste om te doen’’ of ‘’dat is hun verantwoordelijkheid’’ Antwoord binnen fase 4 gecategoriseerd: Respect voor autoriteit; en – een ander zijn welzijn. Zinnen die overeen komen met: ‘’Dat zou diefstal zijn’’ of ‘’dat is schending van privacy’’ Antwoord binnen fase 5 gecategoriseerd: Iets doen of niet doen simpelweg omdat het wel of niet gezien wordt als moreel sociaal en maatschappelijk gezien ‘’goed’’ of ‘’verkeerd’’. Zinnen die overeen komen met: ‘’Iemand zou anderen geen kwaad moeten doen uit naam van het onderzoek’’ of ‘’iedereen heeft het recht op hun eigen persoonlijke informatie’’ Antwoord binnen fase 6 gecategoriseerd: ‘’geen oordelen; universele wereld zonder oordelen nodig te hebben’’. Dit is moeilijk na te gaan / beoordelen. Ik moest zelf proberen objectief vanuit level 6 te denken, maar het is moeilijk om niet beïnvloed te zijn door sociale en maatschappelijke moralen en op die manier te beoordelen of mensen überhaupt binnen een level 5 vallen!
16
Resultaten na evaluatie met behulp van het bovenstaande model en de exacte getallen:
BLAUW: HOOGSTE FASESCORE BINNEN EEN GESTELDE VRAAG
ORANJE: LAAGSTE FASESCORE BINNEN EEN GESTELDE VRAAG
fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 fase 5 Ongeldig antwoord/
geen antwoord
vraag 1 0,0% 16,7% 8,3% 16,7% 58,3% 2|2
vraag 2 23,0% 7,7% 38,5% 15,4% 15,4% 2|1
vraag 3 7,2% 42,9% 0,0% 14,2% 35,7% 2|0
vraag 4 7,7% 7,7% 7,7% 15,4 61,5% 2|1
vraag 5 0,0% 53,3% 26,7% 6,7% 13,3% 1|0
vraag 6 0,0% 33,3% 8,3% 0,0% 58,4% 3|1
Heeft iedereen fase 5 een keer behaald in de test? Het antwoord is: ja. Op een van de zes
vragen heeft iedere correspondent minimaal één keer vanuit fase 5 geantwoord. Volgens
hun kalenderleeftijd (en volgens Kohlbergs theorie) zijn de studenten beeldende
vormgeving aan de ABV ‘’moreel-volwassen’’ (zie ook de bijlagen voor specificaties).
Bij het evalueren van de antwoordresultaten (het categoriseren tot een fase) kwam ik erachter dat het moeilijk
was een antwoord ‘’objectief’’ onder te verdelen binnen een fase aan de hand van het ontworpen
beoordelingsmodel (op de vorige pagina). Ik heb nog overlegd met iemand anders en het was moeilijk om tot
een gezamenlijke overeenstemming te komen. Sommige antwoorden waren onduidelijk beargumenteerd…
(ongeldig) Ik wist niet precies wat de motivatie was voor de ja of nee. ‘’Is dit geschreven uit angst voor straf,
uit eigen belang, uit het belang voor meer mensen en het handhaven van regels of die van iedereen
(maatschappelijk en sociaal gezien)?’’ Vroeg ik mij bij elk antwoord steeds af. En dan moest ik nog een keuze
maken tussen fases 1 en 2, 3 en 4 of 5 en 6.
Het was moeilijk om de antwoorden te interpreteren volgens de categorieën (het boven getoonde model aan
te houden). Het is dus beter als dit onderzoek één op één mondeling wordt uitgevoerd, voor meer accurate
(universele) resultaten. Dan zou je door kunnen vragen naar de reden tot handelen zoals ik al zei; vanuit eigen
belang, uit belang voor de regels of voor iedereen - maar wel op zo’n manier doorvragen dat je het antwoord
niet beïnvloed. De resultaten zijn niet altijd universeel kan ik uit dit onderzoek concluderen na beraad betreft
de resultaten van het morele onderzoek.
Nawoord Er is een geen ‘’goed’’ of ‘’verkeerd’’; je kunt misschien moreel gezien (sociaal en maatschappelijk geaccepteerd)
betere of slechtere keuzes maken. Maar uiteindelijk bepaal je dat dus zelf als volwassene en autonome persoon.
Iedereen die volgens de kalender volwassen is, zou dus in staat moeten zijn om met een fase 5 (het hoogste
niveau waar hij over beschikt) moreel te kunnen handelen. Het blijft de vraag wat de persoon zelf beslist; handelt
hij / zij alleen omdat die persoon bang is gestraft te worden, vanuit het eigen belang, voor de belangen van een
ander en om als ‘’goed’’ over te komen of omdat het maatschappelijk en/of sociaal geaccepteerd is in de
omgeving waarin hij / zij zich bevindt?
Het is erg moeilijk het moreel te beoordelen op universele waarheden; iedereen is anders zou je kunnen stellen
aan de hand van het onderzoek. Het maakt ook niet uit of je vanuit een fase 5 handelt of lager, bij het moreel
handelen. Want er bestaat alleen een sociaal maatschappelijk moreel, op basis van: waar jij jezelf als individu
bevindt, je kunt keuzes maken die sociaal gezien worden geaccepteerd of niet, en natuurlijk de ‘’legale’’ weg of
de ‘’illegale’’; is jou keuze gebaseerd op de universele regels en wetten van het land of niet?
‘’het moraal van het verhaal naar mijn aanleiding van dit onderzoek; iedereen is anders’
17
Bijlagen
Complete overzicht-lijst evaluatie veldactief-onderzoek en (anonieme) antwoorden: Een student krijgt (perongeluk) toegang tot de academische resultaten van alle andere studenten. Dit is
vanwege een fout in het systeem. Moet hij / zij doorgaan met het bekijken van de cijfers, of wachten tot de
fout is opgelost voor hij / zij verder kijkt? Zelfs als hij / zij de informatie niet met iemand deelt?
Wat moet je met andermans resultaten. Volgens mij wordt je daar niets wijzer van. Wel nieuwsgieriger!!! 15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven
Waarom zou het erg zijn om cijfers te zien. Ik zou er niet echt interesse in hebben maar zie geen probleem 15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven
Natuurlijk MOET dat niet, het mag niet eens... 15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Dat is persoonlijke informatie waar de student in kwestie niets aan heeft. 15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven
Dat is privé, gaat iemand alleen aan als het verteld word door de persoon in kwestie. 15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Handig,moeten ze de zaak maar goed beveiligen. 15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven
Ik zie niet in wat precies het probleem is, maar als er iets met urgentie op te lossen is, ben ik van mening dat het mogelijk moet zijn. 14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven
Het niet aan jou is om dat te bekijken, als iemand zijn eigen punten met jou wil delen dan doet ie dat wel 14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven
Nee cijfers zijn prive, ik vind niet dat je die zonder toestemming mag bekijken ongeacht wat je er mee doet 14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven
Resultaten zijn privé als je graag de resultaten wil weten van iemand anders moet je het zelf vragen. Btw leo, deze vraag is een beetje onduidelijk, wat bedoel je bijvoorbeeld met probleem is opgelost??? moest 4x lezen want snapte eerst het fucking probleem niet :P want de desbetreffende persoon krijgt 'toegang'dus ging er eerst vanuit dat het mocht. 14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven
Dat is privacy schending. Hoewel ik niet kan belovendat ik ermee stop omdat de nieuwsgierigheid het misschien wint. 14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven
Welk probleem ik snap je vraag niet. 14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven
Werk is werk. En je kan ook gewoon je bek houden over de inhoud 14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven
Ik wil alleen mijn cijfer weten, ik ga gewoon door en negeer de andere cijfers en ik deel de informatie uiteraard niet. 14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven
Resultaten vraag 1: Fase I - 0 Fase II - 2 Fase III - 1 Fase IV - 2 Fase V - 7 Fase VI - 2 Totaal – 14 antwoorden Geen antwoord – 2
18
Gewoon afwachten tot zij iets ondernemen en dan alsnog betalen 15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven
Het fijn is dat het gelijk is opgelost. Hoe dan ook het is altijd beter het goede bedrag te betalen 15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven
Als er iets niet goed is gegaan en je komt erachter moet je dat zeggen. 15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Altijd voor de zekerheid doen denk ik 15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven
Want dat heeft de student niet zelf verdiend. Toch zou ik het niet doen hoewel ik dat verkeerd vind omdat het geld meer betekent voor een klein persoon dan een groot instituut. De universiteit zal het niet voelen. 15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Eerlijkheid duurt t langst,eenmaal 1 keer n fout dan kan deze zich blijven herhalen of het nu ten voordele van de student is of niet 15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven
Als je er niet achter aan gaat, kom de student wellicht zelf in de problemen. Ik denk dat niemand daar iets aan gaat doen, dan de student zelf. Dus zeker weten iets aan doen want anders zit je dadelijk met gebakken peren. Al zijn gebakken peren misschien wel lekker, maar niet als ze aangebrand zijn zeg maar. 14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven
Lijkt me wel verstandig. Anders zou je er later problemen mee kunnen krijgen. 14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven
Gewoon eerlijk erover zijn 14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven
Iedereen moet gewoon even veel betalen als in de regels staat 14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven
Als het niet wordt opgelost moet je het natuurlijk vertellen, waarbij je jou slb'er informeert. Als je het tegen andere leerlingen zegt ligt het eraan of je school in een kwaad daglicht zet of niet. Als je dat namelijk doet moet je het NIET doen. (Je bent zelf ook wel dom als het niet eerder ziet.) 14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven
Omdat het toch recht getrokken moet worden. 14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven
Biet meer dan logisch als er risico is op geldproblemen? 14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven
Je uni en de duo 14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven
Ik vindt het wel zo netjes om dit even te laten weten en anders heeft dit misschien later consequenties en moet ik het alsnog betalen. 14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven
Resultaten vraag 2: Fase I - 1 Fase II - 6 Fase III - 0 Fase IV - 2 Fase V - 5 Fase VI - 2 Totaal – 16 antwoorden
19
Het in kader van zijn/haar onderzoek heel nuttig is natuurlijk. Wel is het raadzaam het eerst te overleggen eventueel zodat hij/zij begeleiding heeft bij het verdere onderzoek en de effecten van dit 'virus' 15-6-2017 9:23 Antwoorden van respondenten weergeven
Ik denk dat dit zelfs een deel van het onderzoek zou kunnen worden 15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven
Het super irritant is en je toch een goed product wil maken en ontvangen 15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven
Ervan uitgaande dat dit maar 1 keer gebeurt. Het is niet netjes misschien maar het is ook niet heel erg. door verder onderzoek kun je het virus wellicht weer uitschakelen 15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Mits het geen kwaad kan voor andere studenten, hij of zij weet hoe het virus weer verwijderd moet worden, en het lijkt me ook handig als iemand van school op de hoogte is. 15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven
Buiten de eerste schrik word niemand geschaad, terwijl de kennis die mogelijk uit het onderzoek word gehaald belangrijk is. 15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Schept te veel verwarring. Wat nu onschuldig is kan hoop ellende veroorzaken buiten de controle van de student. 15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven
Zoals je al beschrijft is het ongevaarlijk. Maar in welk opzicht is het ongevaarlijk? Ongevaarlijk voor de computer (waar ik vanuit ga) of ongevaarlijk voor de persoon. Stel je voor dat de persoon hartritmestoornissen heeft en zich kapot schrikt van 'HALLO' op het scherm. Heb je opeens een student met een hartaanval op je geweten. Maar ja, het risico dat dat gebeurt is natuurlijk heel erg klein. Dus als je bedoelt dat het ongevaarlijk is voor de computer en het is voor een onderzoek/experiment. Dan zou ik het wel doen. 14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven
Ik ben benieuwd wat de reacties zijn van de school en wat ze er aan gaan/kunnen doen. 14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven
Waarvoor is dit nodig? Een beter onderzoek. Onnodig om iemand anders hiermee op te zadelen 14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven
Ik snap deze niet zo goed.. 14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven
Ja het zou wel kunnen om te onderzoeken hoe de medestudenten te zien reageren. Over het algemeen is er genoeg informatie beschikbaar over computer virussen dus zal ik het niet doen. 14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven
Alleen wanneer hij het aangeeft of een mail daarna stuurt dat het niet schadelijk was. 14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven
Virus is gewoon kut 14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven
Waarom niet, het is onderzoek toch 14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven
Dat is storend voor de mensen als zij haast hebben op de computer, misschien is er een oplossing om alsnog onderzoek te doen zonder een storend virus in te zetten. 14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven
20
Resultaten vraag 3: Level I - 3 Level II - 1 Level III - 5 Level IV - 2 Level V – 2 Ongeldig - 2 Totaal – 15 antwoorden Geen antwoord – 1
21
Lijkt mij geen enkel probleem. 15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven
Dan kan je problemen krijgen stuk verlies schade. Zoiezo kunnen ze diegene daar niet en de foto op het pasje klopt dan niet. Naast dat het niet netjes is. 15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven
Het is altijd onverstandig om inloggegevens te delen 15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Niet als deze vriend niet op dezelfde school zit. Je hebt alleen toegang omdat je schoolgeld betaald dus ik denk dat het delen van het account niet mag. 15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven
School lijd niet, er word niks gestolen, kennis word alleen eerlijker verdeeld. 15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Als het een vriend is die volledig te vertrouwen is. Het is niet politiek correct maar vriendschap is ook wat waard en nood breekt wet. 15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven
Moeten? Moeten? Ik vind wel dat je, je inlog gegevens kan verstrekken om een vriend/in te helpen, als die informatie nodig heeft die hij/zij anders niet kan vinden. Ik zie niet in waarom daar moeilijk over gedaan word. 14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven
Waarom niet. Zolang er niks mee wordt gedaan en alleen voor het juiste doeleinde word gebruikt is het goed. 14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven
Persoonsgebonden, ook aan houden dan 14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven
Maar wel alleen als hij die vriend volledig vertrouwd 14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven
Ligt er alleen aan hoe goed je die persoon kent. Ik kan zelf wel een aantal mensen mijn wachtwoord etc. toevertrouwen. 14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven
Is eigen keuze 14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven
Maar eigenlijk zou zoiets gewoon openlijk toegankelijk moeten zijn 14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven
Zou ik niet doe. Ik vertrouw niemand. Je hebt mate en matenaiers 14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven
Dat brengt teveel problemen met zich mee; het heeft consequenties als de vriend misbruik van het account maakt 14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven
Resultaten vraag 4: Level I- 1 Level II- 1 Level III-1 Level IV-2 Level V- 8 Ongeldig -2 Totaal – 15 antwoorden
22
Ik heb wat moeite met het woord 'moet' in deze vraag. Dat is natuurlijk aan de student zelf te bepalen. Het is echter wellicht niet raadzaam. 15-6-2017 9:23 Antwoorden van respondenten weergeven
Dit kunnen ze niet verwachten en is niet controleerbaar. Risico aan hun zijde 15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven
Het moet niet maar ik snap wel dat je dat doet. 15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven
Moet zeker niet, mag ook niet maar ik kan me wel voorstellen dat hij / zij dat doet 15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Als de software na de studie nog nodig is moet het opnieuw worden aangeschaft. 15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven
Dit maakt niet uit. 15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Als zij er iets aan heeft. Student moet wel verstandig omgaan met programmas. Niet politiek correct maar gewoon realistisch 15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven
Tenzij je een contract hebt ondertekend dat je na je studie de software niet meer gebruikt. Zo niet, dan moest de docent het benoemen, omdat het niet de normaalste zaak van de wereld is dat de software wordt gebruikt. Net zoals delen van boeken kopiëren niet mag, maar wel gedaan wordt. 14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven
Gewoon van gebruik van blijven maken ze weten het toch niet. 14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven
Via werk software opeisen ?? 14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven
Dat is niet regel 14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven
Het was voor tijdens de studie. Vaak is er wel een regeling waarbij je een jaar langer deze software mag gebruiken. Verder zou je het zelf moeten gaan kopen of via iemand ander het regelen. 14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven
Gewoon doen zou ik zeggen. 14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven
Betaald is betaald 14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven
Ligt aan de software, als je er geen reet aan hebt dam kunt je het verwijderen. Maar als het dure en handig software voor je is dan zeg ik. Wat niet weet wat niet deert. 14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven
Als niemand er last van heeft en ik er zelf baadt bij heb, durf ik best een gokje 14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven
Resultaten vraag 5: Level I - 0 Level II - 8 Level III - 4 Level IV - 1 Level V - 2 Ongeldig - 1 Totaal -16 antwoorden
23
Maar lijkt me geen prettig gevoel naar anderen. Mijn geweten zou enorm spelen. 15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven
Je kan toch ook via de patieten info innen. 15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven
Nee, dit moet niet, van wie zou dat moeten? Naar mijn mening is het ook onethisch 15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Er zijn ook andere manieren om aan informatie te komen, zonder te liegen. 15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven
Op internet kan je er zowiezo niet automatisch vanuit gaan dat iedereen de waarheid spreekt, plus je bent anoniem. 15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven
Voor mij zijn kankerpatienten de laatste mensen die je voor de gek moet houden. Vraag op een normale manier wat je nodig hebt. Dit gaat over mijn hrenzen heen,met kanker spot je niet of dat gebruik je niet! 15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven
Alles voor de kunsten! Sky is the limit, dus als het bruikbaar materiaal oplevert moet je het altijd doen. Al gaat het ver en ga je over je grenzen. Niemand zal ooit iets bereiken door in z'n/haar comfortzone te blijven. Tuurlijk zijn er wel mensen die geluk hebben, maar ga er maar vanuit dat je zelf je geluk moet creëeren. 14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven
Alles voor de kunst(en). 14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven
Gewoon vertellen dat je met onderzoek bezig bent voor school, vaak helpen ze je dan ook 14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven
Whuut nee waarom zou je dat doen? 14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven
Jaa natuurlijk! Hiermee kan je informatie krijgen die je anders nooit zal krijgen. Leo, echt waar de eerste twee vragen moet je echt even kijken naar je formulering, ze zijn namelijk nog al vaag. 14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven
Beetje overdreven om zo ver te gaan... 14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven
. 14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven
Je mag niet liegen. Das zielig. Je kan ook zeggen dat je onderzoek doet 14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven
Nee ik denk dat je dit niet zou moeten doen vanwege het verdriet dat je anderen ermee doet. 14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven
Resultaten vraag 6: Level 1- 0 Level 2- 4 Level 3- 1 Level 4- 0 Level 5- 7 Ongeldig - 3 Totaal – 15 antwoorden
24
Bronnen
Bart Raymaekers. (2016). ETHIEK DE BASIS. LannooCampus.
Cliteur, P. (2015). Morele heteronomie.
Communicatie en cultuurverschillen 1. (n.d.). Retrieved from http://www.profi-
leren.nl/files/llb_dc19_communicatie_cultuur.pdf
Drmpcfl. (2010). MoralDevelopment.mov. Retrieved from
https://www.youtube.com/watch?v=riugWInqiaE
Fleming, J. S. (2005). Piaget, Kohlberg, Gilligan, and Others on Moral Development. Psychological
Perspectives on Human Development, 7, 1–25.
Goed en kwaad. (z.d.). Retrieved from https://nl.wikipedia.org/wiki/Goed_en_kwaad
Greelings-Broos, C. S., Gorter-Schuijer, H., Holty, L., Naeff, M., & Winkels, D. (2004).
Ontwikkelingslijnen: Sensomotorische ontwikkeling (SLO).
Hedonisme. (z.d.). Retrieved from https://nl.wikipedia.org/wiki/Hedonisme
Kallenberg, T., Koster, B., Onstenk, J., & Scheepsma, W. (2007). Ontwikkeling door onderzoek: Een
handreiking voor leraren (ThiemeMeul).
Kerpel, A. (2014). Ontwikkelingspsychologie. Retrieved from http://wij-
leren.nl/ontwikkelingspsychologie-1.php
Kiser, A. I. T., Morrison, E. E., & Craven, A. (2009). The application of Kohlberg’s moral development
model to college students’ technology ethics decisions. Journal of College Teaching and
Learning, 6(5), 89–96.
Kohnstamm, R. (1993). Kleine ontwikkelingspsychologie I: het jonge kind, 1–376.
McLeod, S. (2015). Piaget’s Theory of Moral Development. Retrieved from
https://www.simplypsychology.org/piaget-moral.html
monoloog. (z.d.). Retrieved from https://nl.wikipedia.org/wiki/Monoloog
Psychology Notes HQ. (2017). Jean Piaget and The Stages of Cognitive Development. Retrieved from
https://www.psychologynoteshq.com/
SLO. (z.d.). Leren functioneren in sociale situaties. Retrieved from
http://www.slo.nl/speciaal/vso/kerndoelenvso/lgo-doelen/functioneren/
Utilitarisme. (z.d.). Retrieved from https://nl.wikipedia.org/wiki/Utilitarisme
Valkenberg, S. (2012). Categorische imperatief. Retrieved from
https://www.filosofie.nl/nl/artikel/29219/categorische-imperatief.html
Vreugdenhil, K. (z.d.). Het brein van meisjes en jongens. Retrieved from http://www.breinbewust-
onderwijs.nl/files/File/Het brein van meisjes en jongens.pdf