europa expresse december 2014 (jrg 10, nr 47)
DESCRIPTION
Tips voor succesvolle aanvragen in het Europese subsidieprogramma Erasmus+.TRANSCRIPT
I n f o r m a t I e o v e r e u r o p e s e p r o g r a m m a ’ s v o o r h e t h o g e r o n d e r w I j s j a a r g a n g 1 0 , d e c e m b e r 2 0 1 4
47
in dit nummer:
joint programmes Naar een Europese aanpak voor accreditaties
Knowledge Alliances, selectie 2014
2.350organisaties uit Europa
230gezamenlijke voorstellen
selectie in Brussel
AANDEEL NEDERLANDEUROPA
3voorstellen als projectcoördinator
68partners
Knowledge Alliances9 penvoerders0 partners2
Volgende keer meer succes? Lees de tips op pagina 3.
8international credit mobility Beurzen Erasmus+ nu wereldwijd beschikbaar: een overzicht van fondsen, budgetten en voorwaarden
4&5
3knowledge alliances
Meer kans op selectie met negen tips voor een beter voorstel
2fusie: 1+1=3En: BenWeg-fotowedstrijd
6&7
strategic partnerships Drie succesverhalen uit de eerste lichting
foto
: mai
meu
lem
an
2
fusie ep-nuffic
op de voorpagina:
Het ultieme buitenlandge-voel: wat betekent dat voor jou? Op deze opdracht uit de BenWeg-fotowedstrijd kwamen 185 inzendingen binnen bij de Nuffic. Op veel foto’s zijn bergen (piek-ervaringen!) en vreugde-sprongen te zien. De eerste prijs ging naar Chris Veltman, vierdejaars student technische bedrijfskunde aan De Haagse Hogeschool. Hij studeerde in het afge-lopen semester met een beurs van Erasmus+ aan de Aarhus Maskinmesterskole in Denemarken. In de herfstvakantie maakte hij met twee nieuwe vrienden een vijfdaagse trektocht in Noorwegen. Op het randje van de Preikestolen (letterlijk: ‘de preekstoel’), die 605 meter boven het Lysefjord uitsteekt, poseert zijn Deense studie genoot Claus. Bekijk meer inzen-dingen op de WilWeg-Facebookpagina.
Vanwaar deze fusie?“de wens van het europees platform en de nuffic om te fuseren komt uit onszelf, niet uit brussel. maar brussel is wel héél blij met deze fusie, want het wordt gezien als een eerste stap naar verdere integratie.In nederland bestaat het nationaal agentschap tot nu toe uit een consortium van drie organisaties. het epf voert het programma uit voor primair en voortgezet onderwijs, het cInop voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, en de nuffic voor het hoger onderwijs. die indeling komt voort uit de opzet van Leven Lang Leren, de voorloper van erasmus+. elke sector had zijn eigen programma – comenius, Leonardo, grundtvig en erasmus – en zijn eigen
uitvoerende instantie. met erasmus+ wil de europese commissie juist cross-sectorale samenwerking bevorderen. niet alleen tussen onderwijs, kennisinstituten, over-heden en bedrijfsleven, maar ook tussen de verschillende onderwijs-sectoren. alles met het oog op de employability van de europese beroepsbevolking.”
Wat zijn de voordelen van de fusie?“we werken als consortium al veel samen, we hebben nu bijvoorbeeld één gezamenlijke website voor alle onderwijssectoren. maar nu we als organisaties voor primair en voort-gezet onderwijs enerzijds, en hoger onderwijs anderzijds echt gaan
samenwerken, leren we elkaars achterban beter kennen. het is jammer als er in het hoger onderwijs studenten binnenkomen die helemaal niet zijn voorbereid op internationalisering. het is ook jammer als inspanningen in het lager onderwijs, zoals vroeg vreemdetalen onderwijs, geen vervolg krijgen in het voortgezet of hoger onderwijs. ook daarom is brussel een groot voorstander van samenwerking in de hele onderwijs-sector. dat blijkt dus ook uit de cross-sectorale opzet van het programma erasmus+, denk maar aan de Strategic Partnerships. de adviestrajecten daarvoor hebben we afgelopen jaar al gezamenlijk gedaan en dat houden we zo.
de voorlichting blijven we wel per sector organiseren.“
Wat merkt de beleidsmedewerker in het hoger onderwijs concreet van deze fusie?“als het goed is: niets. alle indivi-duele medewerkers blijven verant-woordelijk voor het werk dat ze nu ook doen. we blijven aanspreekbaar en herkenbaar voor onze eigen achterban en dat geldt ook voor de achterban van het epf. gaandeweg zullen we gezamenlijk beleid ontwikkelen, uiteraard voor zover dat mogelijk is voor een uitvoerende instantie. denk aan thema’s als het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen en het voorkomen van vroegtijdige schooluitval.” CB
Mai Meuleman (links) op de Untersberg bij Salzburg met haar
nieuwe vriendinnen Sharon (midden, uit Nederland) en Lidia
(uit Spanje). Mai studeert met een beurs van Erasmus+ aan de
Fachhochschule Salzburg en was een van de deelnemers aan
de fotowedstrijd.
‘ On top of the world’ wint BenWeg-fotowedstrijd
Eén organisatie voor Erasmus+ van basisschool tot universiteitper 1 januari 2015 gaan het europees platform en de nuffic samen verder als één organisatie voor internationalisering in het primair, voortgezet en hoger onderwijs. ook het nationaal agentschap erasmus+ onderwijs & training voegt deze drie sectoren samen. wat betekent dat? drie vragen aan annemarie de ruiter, hoofd van het agentschap bij ep-nuffic.
foto
: chr
is v
eltm
an
Het ultieme buitenlandgevoel: wat betekent dat voor jou?
de deadline voor het indienen van aanvragen voor Key action 1, Learning mobility of Individuals is op woensdag 4 maart, 12.00 uur cet.
foto
: mai
meu
lem
an
3
knowledge alliances
Negen tips voor een beter resultaat
Wat is EEN KNOWlEdgE alliaNcE?
Bij Knowledge Alliances gaat het om sectoroverschrij-dende, blijvende samenwerking tussen universities enerzijds en businesses anderzijds – dat kunnen bedrijven zijn, maar ook (regionale) overheden, of publieke instellingen zoals een ziekenhuis. Het gaat dus eigenlijk om ‘werkgevers’. Een Knowledge Alliance is grootschalig: minimaal zes organisaties uit ten minste drie programmalanden, waarvan minimaal twee hogeronderwijsinstellingen en twee businesses.Het doel:
nieuw, innovatief en multidisciplinair onderwijs;
ondernemerschap van studenten, docenten én werknemers;
uitwisseling en co-creatie van kennis. Klinkt vaag? De expert: “Er is nog geen duidelijke definitie van wat een Knowledge Alliance is. De EU heeft gezegd: laat duizend bloemen bloeien. En dat is goed, want innovatie ontstaat alleen als je partijen bij elkaar brengt zonder al te veel regels. Tegelijkertijd gaat het wel om projecten van één miljoen euro, dus zijn er ook kaders geschetst.” Die kaders staan in de Erasmus+ Programme Guide 2015.
Innovatie in het hoger onderwijs, dat is het ultieme doel van Knowledge Alliances. In de eerste aanvraagronde vielen projecten van nederlandse coördinatoren nog buiten de boot, maar op 26 februari is er weer een deadline. nieuwe ronde, nieuwe kansen: negen tips voor een beter resultaat.
Knowledge alliances zijn nieuw, en lijken in hun opzet op geen enkel onderdeel uit de voorlo-pers van erasmus+. “wie al gewend was om aanvragen te schrijven, deed dat nu met het Leven Lang Leren-programma in het achter-hoofd”, zegt de expert. “veel penvoerders hadden nog niet duidelijk op het netvlies staan waar het om draait in een Knowledge alliance. Zo had een aantal voorstellen beter ingediend kunnen worden als een Strategic Partnership.”een strategic partnership is een projectmatig samenwerkingsverband. het bedrijfsleven kan erbij betrokken zijn, maar dat hoeft niet. bij een Knowledge alliance gaat het om de oprichting van een structureel partnerschap, waarbij kennisdeling en -overdracht tussen universities en businesses ook na afloop van de subsidie-periode blijft bestaan. de schaal is groter, en het budget is dat ook.
“vaak wordt vanuit bestaande samenwerkings-verbanden geredeneerd”, zegt de expert. “je zou veel meer moeten kijken: waarom doet elke partner mee? als beoordelaar ben ik op zoek naar betrokken partners. die komen niet alleen iets brengen, maar ook iets halen.” maak in de zoektocht eventueel gebruik van de Partner Search Tool op de website van de eacea.
“de impact van de Knowledge alliance zou zich het liefst moeten uitstrekken tot de partners van de partners. dus een partner hoeft zelf niet eens zo spannend te zijn, als hij maar een interessant netwerk heeft.”
voor de beoordeling van één voorstel staat ongeveer 4,5 uur. “er is geen beoordelaar die elke letter van zo’n aanvraag leest. maar als ik een vraag heb, ga ik wel op zoek naar het antwoord. alle informatie moet er dus wel in staan.” dat gezegd zijnde: “als je het beknopt kunt opschrijven, doe dat dan. neem de beoordelaar bij de hand, bied structuur. een leek moet jouw projectaanvraag kunnen begrijpen.”
“soms zag ik een verrassend, veelbelovend samenwerkingsverband strandden in een teleurstellende uitwerking. jammer, want ik ben gebonden aan de beoordelingscriteria.” wie zich verliest in enthousiasme over zijn eigen project en doelstelling, verliest die criteria makkelijk uit het oog. en ook dat is jammer: “een halve punt meer of minder kan doorslag-gevend zijn voor succes.” CB
treed in overleg met de europese commissie! “ga je plan eens bespreken met de deskun-digen. denk niet: die zijn onbereikbaar, altijd druk. Zij zullen nooit met zoveel woorden zeggen of het een kansrijk idee is, maar het is ook in hun belang dat er goede projecten komen bovendrijven.” als je in een vroeg stadium je licht opsteekt, weet je of het de moeite waard is om tijd in de aanvraag te (blijven) steken. “want nadat je je idee en je partners rond hebt, ben je nog minstens drie weken bezig om zo’n aanvraag te schrijven – fulltime.” het e-mailadres: eacea-knowledge-alliances[at]ec.europa.eu.
de subsidie gaat naar de voorstellen met de hoogste scores. de expert adviseert om toch een strategische afweging te maken bij de keuze van de projectcoördinator. “het is ondenkbaar dat er alleen nederlandse of franse projecten gesubsidieerd zouden worden, ook al zouden de beste voorstellen altijd uit nederland of frankrijk komen. tussen nu en 2020 zal er een regionale spreiding plaatsvinden van het subsidiegeld.”
de expert kreeg bijna twintig voorstellen ter beoordeling. hij wijst een meter hoog: “Ik had zo’n stapel documenten op mijn bureau liggen. de summary, een half a4’tje, moet heel strak en uitnodigend zijn. Zie het als een blind date: de eerste indruk is zeer bepalend.”
Zie je kans om de resultaten van andere europese subsidieprogramma’s te vertalen in innovatief onderwijs? dat zou een goed voorstel voor een Knowledge alliance kunnen opleveren. “de europese commissie heeft een aantal financieringsinstrumenten om beleid vorm te geven, zoals horizon 2020 voor onderzoek, en efro en Interreg voor regionale ontwikkeling. als je daar een koppe-ling tussen maakt, heb je de aandacht van de europese commissie te pakken.”
1
3
4 8
9
5
6
7
2
dENK gROOt
ZOEK NiEuWE paRtNERs
OOK gOEd: paRtNERs mEt EEN lEuK NEtWERK
WEEs óóK vOllEdig
EN Blijf Bij dE lEs
mail BRussEl
KiEs jE pENvOERdER stRatEgisch
schRijf EEN gEWEldigE samENvattiNg
dENK NOg iEts gROtER
voor de beoordeling van de 230 aanvragen die binnenkwamen op de call van 2014, werkte de education, audiovisual and culture executive agency (eacea) in brussel samen met ongeveer 25 externe experts. eén van hen geeft negen tips voor de volgende ronde. om belangenverstren-geling te voorkomen, komt hij anoniem aan het woord.
Filipijnen
Oezbekistan
Kazachstan
Kirgizië
Turkmenistan
Tadzjikistan
Azerbeidzjan
Georgië
Armenië
Afghanistan
Pakistan
India
Nepal
Bhutan
Bangladesh
MyanmarMacau
Laos
CambodjaThailand
Vietnam
Hongkong
China
Mongolië
Democratische Volksrepubliek Korea
Republiek Korea
Japan
Taiwan
Sri LankaMaleisië
SingaporeIndonesië
BruneiMaldiven
Australië
Nieuw-Zeeland
Russische Federatie
Belarus
Oekraïne
Moldavië
Servië
Bosnië en Herzegovina
KosovoMontenegro
AlbaniëMarokko
Algerije
Tunesië
Libië
Syrië
Libanon
IsraëlPalestina
Jordanië
Egypte
Zuid-Afrika
Cuba
GuatemalaHonduras
NicaraguaEl Salvador
Costa Rica
Panama
Venezuela
Colombia
PeruBrazilië
Bolivia
Paraguay
Uruguay
Argentinië
Chili
Ecuador
Mexico
VS
Canada
erasmus+ buiten de europese unie
Beurzen Erasmus+ nu wereldwijd beschikbaar
Doelde komende 20 jaar neemt de vraag naar hoger onderwijs naar verwach-ting exponentieel toe, van de huidige 99 miljoen studenten wereldwijd tot 414 miljoen in 2030. de europese commissie wil graag dat europa voor al deze studenten een aantrek-kelijke bestemming blijft en breidt Key Action 1 (Learning Mobility of Individuals) daarom uit met beurzen voor international credit mobility.
ook uitgaande mobiliteit vanuit de eu naar partnerlanden wil de europese commissie met deze maatregel stimuleren: zo’n uitwisse-ling is namelijk goed voor de employability van eu-burgers in een globale samenleving. de budget-verdeling maakt echter duidelijk dat international credit mobility in de eerste plaats is bedoeld voor inkomende mobiliteit.
Beschikbaar budgethet geld voor deze beurzen komt uit vier eu-fondsen voor extern beleid, waaronder capaciteits-opbouw. voor elk fonds (gericht op een aantal regio’s) geldt een apart budget met eigen voorwaarden; zie de wereldkaart.het totale budget voor de aanvraag-ronde van 2015 is € 121,3 miljoen voor alle programmalanden. neder-land krijgt hiervan 3,2 procent,
oftewel € 3,9 miljoen. naar schatting is dat genoeg voor 628 uitwisse-lingen, omdat de beurzen hoger zijn dan voor uitwisselingen tussen programmalanden onderling. afhankelijk van de kosten voor levensonderhoud in het ontvangende land ligt het bedrag voor inkomende mobiliteit tussen € 750 en € 850 per maand. voor uitgaande mobiliteit is de beurs vastgesteld op € 650 per maand. daarnaast krijgen beide
iNstRumENt/REgiO BudgEt
vOOR Nl iN
2015 (€)
gEschat
aaNtal
BEuRZEN
EuROpEaN NEighBOuRhOOd iNstRumENt (ENi)
Voorwaarde ENI Zuid en Oost: Minimaal 90% van het budget inzetten voor inkomende mobiliteit.
ENI Zuid 856.352 137
ENI Oost 646.819 103
Rusland (ENI & PI) 401.069 64
dEvElOpmENt cO-OpERatiON iNstRumENt (dci)
Voorwaarde DCI: Uitgaande mobiliteit alleen mogelijk voor promovendi en staf.
DCI Latijns-Amerika 181.316 29
DCI Azië 557.546 89
DCI Centraal-Azië 156.838 25
DCI Zuid-Afrika 50.768 8
Voorwaarde Zuid-Afrika: Alleen voor masterstudenten (inkomend) en voor staf (inkomend en uitgaand).
Filipijnen
Oezbekistan
Kazachstan
Kirgizië
Turkmenistan
Tadzjikistan
Azerbeidzjan
Georgië
Armenië
Afghanistan
Pakistan
India
Nepal
Bhutan
Bangladesh
MyanmarMacau
Laos
CambodjaThailand
Vietnam
Hongkong
China
Mongolië
Democratische Volksrepubliek Korea
Republiek Korea
Japan
Taiwan
Sri LankaMaleisië
SingaporeIndonesië
BruneiMaldiven
Australië
Nieuw-Zeeland
Russische Federatie
Belarus
Oekraïne
Moldavië
Servië
Bosnië en Herzegovina
KosovoMontenegro
AlbaniëMarokko
Algerije
Tunesië
Libië
Syrië
Libanon
IsraëlPalestina
Jordanië
Egypte
Zuid-Afrika
Cuba
GuatemalaHonduras
NicaraguaEl Salvador
Costa Rica
Panama
Venezuela
Colombia
PeruBrazilië
Bolivia
Paraguay
Uruguay
Argentinië
Chili
Ecuador
Mexico
VS
Canada
wereldwijd zijn studenten én universiteiten op zoek naar topkwaliteit. de eu wil in deze mondiale context een aantrekkelijke bestemming blijven en maakt daarom de beurzen van erasmus+ wereldwijd beschikbaar. wat zijn de uitgangspunten, voorwaarden en budgetten voor deze international credit mobility? een overzicht.
groepen een tegemoetkoming in de reiskosten. Zie de kaart voor het aantal uitwisselingen dat naar schatting kan plaatsvinden tussen partnerlanden en nederland in 2015. er zijn overigens nog geen beurzen beschikbaar voor stages.
Vier vragenals hogeronderwijsinstelling mag je per call maar één aanvraag indienen. hierbij moet je per
regio vier vragen beantwoorden. die gaan over:
de relevantie van de uitwisseling voor het internationaliserings-beleid van de deelnemende instellingen.
de samenwerking: hoe zijn de taken verdeeld? hoe is eerdere samenwerking met de betref-fende instelling of het partnerland verlopen?
het plan: hoe gaat (met name) het
partnerland studenten selecteren, welke ondersteuning bieden ze die studenten, is erkenning van hun studiepunten gegarandeerd?
de gewenste impact.
deze vier factoren zijn mede-bepalend voor de selectie van de aanvragen. naar verwachting zal de vraag het aanbod sterk overtreffen. het nationaal agentschap adviseert daarom alleen aanvragen in te
dienen waarin wordt voortgebouwd op bestaande samenwerkings-verbanden.
Aanvraag indienende partner uit het programmaland vraagt via een aanvraagformulier op www.erasmusplus.nl de beurzen aan voor de eigen instelling én voor de partnerinstelling. deadline: woensdag 4 maart 2015, 12.00 uur cet. CB
programmalandenAlle landen die een bijdrage leveren aan Erasmus+. Dit zijn alle 28 lidstaten van de EU plus IJsland, Macedonië, Liechtenstein, Noorwegen en Turkije.
partnerlandenAlle andere landen.
internationaal versus intra-EuropeesMet de international dimension of Erasmus+ worden alle vormen van uitwisseling en samenwerking met partnerlanden bedoeld. Als het juist om de samenwerking tússen programmalanden gaat, gaat het om ‘intra-Europese’ verbanden.
iNstRumENt/REgiO BudgEt
vOOR Nl iN
2015 (€)
gEschat
aaNtal
BEuRZEN
iNstRumENt fOR pRE-accEssiON (ipa)
IPA westerse Balkan 724.057 116
paRtNERship iNstRumENt (pi)
PI Canada en VS 172.251 28
PI Australië, Nieuw-Zeeland, geïndustrialiseerd Azië
182.760 29
tOtaal BudgEt/BEuRZEN Nl 3.929.775 628
6
“ vertalers hebben vaak geen doorsnee loop-baan achter de rug”Naam project: Towards a European Framework of
Reference for the Education and Training of Literary
Translators
Partnerschap: 8 organisaties, 6 landen
Gevraagd budget: € 287.270
Toegekend budget: € 277.482
Score: 87 punten
Gesprek met: Karlijn Waterman, senior projectleider
Taalunie
Karlijn waterman: “Literaire vertalingen zijn belangrijk voor europa, denk maar aan alle boeken in je kast die je anders niet had kunnen lezen. de opleidingsmogelijkheden zijn echter versnipperd en kleinschalig, doordat er zoveel taalcombinaties bestaan, bijvoorbeeld neder-lands-Zweeds, Zweeds-portugees of portugees-hongaars.een literair vertaler moet ontzettend veel kunnen en weten, het is een complex beroep. vertalers hebben vaak geen doorsnee loop-baan achter de rug. een referentiekader voor
literaire vertaalopleidingen kan hen helpen om eerdere leerervaringen, ook niet-formele, toch erkend te krijgen. je kunt het vergelijken met het europees referentiekader voor het kennisniveau van talen.het expertisecentrum Literair vertalen, een van de partners in dit project, heeft al zo’n referentie-kader ontwikkeld voor nederland en vlaanderen. we willen dat nu verder ontwikkelen in europees verband. op dit gebied wordt namelijk nog veel minder internationaal samengewerkt dan je zou verwachten en hopen. met dit project bouwen we voort op de uitkom-sten van een congres in brussel in 2011, het petra-congres over literair vertalen. de organisa-
toren waren op zoek naar mensen die het stokje konden overnemen. sommige partners waren al betrokken in het petra-project en andere kenden we zelf al goed. Ik had nog nooit eerder zo’n aanvraag gedaan, en heb veel tijd gestoken in het lezen van de documentatie en de toelichting. je moet je eigen plannen immers zien vorm te geven binnen de kaders van het programma. Inclusief vergaderen denk ik dat ik er zeker vijftig dagen mee bezig ben geweest, en dat is waarschijnlijk nog laag ingeschat. het lastigste was de nieuw-heid van het programma, waardoor de details niet altijd duidelijk waren. we wisten bijvoorbeeld niet of het budget voor reis- en verblijfskosten ook besteed mocht worden aan reisgeld voor vrijwilligers. Inmiddels weten we dat dat mag. gelukkig maar, want de vertalersassociaties uit ons partnerschap zijn vrijwilligersorganisaties met kleine budgetten. het belangrijkst is dat je je project hoe dan ook zinvol vindt. wij waren er ook in een lager tempo mee doorgegaan als we de subsidie niet gekregen hadden. en nog een tip: maak het niet te ingewikkeld. eerst waren we van plan om ook gezamenlijke cursussen en afstandsleren op touw te gaan zetten, maar die plannen bewaren we voor een vervolgtraject.”
strategic partnerships de eerste lichting:
drie succesverhalenCall 2014, Strategic Partnerships. sector hoger onderwijs: 49 aanvragen, 44 ontvankelijk, 29 scoren voldoende. het budget gaat naar de beste voor-stellen. In 2014 is er genoeg voor de eerste 7 projecten. wat verklaart het succes van deze partnerschappen? een terugblik door 3 aanvragers van het eerste uur.
“ forensisch onderwijs naar een hoger plan tillen”Naam project: European Forensic Educational Network
Partnerschap: 6 organisaties, 4 landen
Gevraagd budget: € 425.908
Toegekend budget: € 329.501
Score: 84 punten
Gesprek met: Jetta Wille, intern subsidieadviseur Avans
Hogeschool
jetta wille: “cybercrime, terrorisme, mensen-handel, drugshandel: criminaliteit stopt niet bij de landsgrenzen. voor de bestrijding ervan is een pan-europese aanpak nodig. de eu zet daarom sterk in op de ontwikkeling van een european forensic science area, waarin forensische methoden overal gelijk zijn. maar in het onderwijs krijgen studenten nog de nationale, vaak sterk verschillende forensische methoden aangeleerd. het doel van ons strategisch partnerschap is om dat te veranderen. we willen het forensisch onderwijs in europa op elkaar afgestemd krijgen en naar een hoger plan tillen. uiteindelijk moet dat tot een volledig, vierjarig studieprogramma leiden, waarbij het studiemateriaal beschikbaar wordt gemaakt in een interactieve database. maar
we beginnen nu eerst met een internationale onderwijsmodule over ‘good practices’. we hadden al een informeel netwerk van bijna twintig partners, voortgekomen uit plannen voor het Leven Lang Leren-programma. daarvoor is vanuit dit netwerk nooit een aanvraag ingediend, maar nu erasmus+ kwam, wilden we er echt mee aan de slag. eerst hebben we ons afgevraagd wie de kernpartners zijn. daarbij hebben we bewust gezocht naar een combinatie van onderwijs-instellingen en private ondernemingen, in ons geval forensische laboratoria. gaandeweg het project willen we er steeds meer partners uit dat grotere netwerk bij betrekken.hoewel we dit zelf een relevant en fantastisch onderwerp vonden, heeft het er toch om gehangen of we de aanvraag zouden doorzetten. dat heeft met de systematiek achter de projectfinanciering te maken. voor zo’n groot, driejarig project is die afwijkend van wat we gewend zijn. er wordt namelijk met vaste budgetten gewerkt, bijvoorbeeld een bedrag van € 18.000 voor project-management. dat is niet kosten-dekkend, want als penvoerder moet je er toch voor drie jaar een project-manager opzetten. je moet het dus zien als stimuleringsgeld, niet als een kostendekkende inkomstenbron.
we hebben uiteindelijk doorgezet omdat we dit project hoe dan ook wilden uitvoeren. met als gevolg dat we tegen de klippen op hebben moeten werken om het voorstel op tijd de deur uit te krijgen, want het was inmiddels eind maart. mijn belangrijkste advies is dat je echt een Europees probleem gaat tackelen. waar ga je met jouw partnerschap iets aan doen? dat moet heel duidelijk zijn. Zorg dat je een kerngroep hebt, en besteed tijd aan de planning en coördinatie, zodat iedere partner de aanvraag door de eigen besluit-vormingsprocessen heen kan loodsen. alleen dan heb je de mandate letters op tijd binnen.”
foto
: an
p/a
ge
foto
: Kay
mic
hiel
s
7
“ dansers opleiden voor werk buiten het podium”Naam project: Inclusive Dance and Movement practice,
the transferable skills of the dance artist
Partnerschap: 6 organisaties, 3 landen
Gevraagd budget: € 410.795
Toegekend budget: € 378.995
Score: 83 punten
Gesprek met: Herma Tuunter, sectorleider Dans,
Fontys Hogescholen
herma tuunter: “om onze studenten op de goede plek te krijgen, moeten ze verder denken dan nederland. die boodschap, ‘je wordt opge-leid voor een internationaal werkveld’, is voor een 17-jarige soms best moeilijk te doorgronden. Ze willen dat podium op en schitteren. dat is natuurlijk prachtig, maar de realiteit is weerbar-stiger. een danser leeft vaak uit zijn koffer, van project tot project. wij willen ze vanaf het eerste moment bijbrengen dat ze het woord ‘podium’ breed moeten opvatten. want er zijn veel meer plaatsen waar je kunt dansen en waar je je kwaliteiten als danser kunt inzetten.In dit project gaan we drie onderwijsmodules ontwikkelen over dans in de context van gezond-heidszorg, de publieke ruimte en hrm. dat doen we door drie Intensive study programmes te organiseren rond die thema’s. delen daarvan worden later als open online course aangeboden.
dat laatste sloeg erg aan in de beoordeling van ons project, omdat het zo innovatief is voor de danssector. Ik was op dat idee gekomen door een algemene voorlichtingsbijeenkomst over open online-onderwijs en mooc’s. het leek me erg logisch om dit type onderwijs in te zetten voor internationale samenwerking, maar ik kan je zeggen dat er een paar wenk-brauwen omhoog schoten toen ik het bij ons op school ging bespreken. dans en iets op een scherm – we moeten toch die studio in? we zijn toch geen theoretische opleiding? veel beren op de weg, dus. maar het mooie is, dat het denken over open online-onderwijs hierdoor in een stroomversnelling terechtgekomen is. Ik weet niet wat eruit komt, maar we gaan nu wel op weg. dat geeft ook focus binnen zo’n grote hogeschool: hé, dat is interessant wat er binnen dans gebeurt. dat is misschien niet allemaal even expliciet meetbaar, maar geeft volgens mij wel de meerwaarde van zo’n strategisch partnerschap aan. we hadden helemaal niet op selectie gerekend. we hadden overwogen om het pas bij de volgende deadline in te dienen, omdat we dachten dat het voorstel nog niet goed genoeg was, en omdat we er dan meer partners in hadden kunnen betrekken. maar vanuit onze organisatie kreeg ik het advies om ervoor te gaan. onder het motto: als je de subsidie nu niet krijgt, krijg je in elk geval feedback voor de volgende aanvraag.erasmusgeld is durfgeld. het is geld waar je onderwerpen die je belangrijk vindt, groter mee kunt maken.” CB
Erasmusgeld is durfgeld. Het is geld waar je onder-werpen die je belangrijk vindt, groter mee kunt maken.
de deadline voor de aanvraagronde van 2015 is vervroegd van 30 april naar 31 maart 2015.
Tweedejaars studenten van
Fontys Dance Academy op
stadsguerrilla in het
centrum van Tilburg. foto
: am
at b
ols
ius
8
voorstel aangenomen door bologna follow-up group
Naar een Europese accreditatie van joint programmesnationale wetgeving met soms heel specifieke regels voor de accreditatie van opleidingen staat de bloei van joint programmes in de weg. een single accreditation-procedure kan dat verhelpen. hierbij geldt de accreditatie door het ene land automatisch ook voor het andere. een concreet voorstel hiervoor staat op de agenda van de ehea-ministers top in jerevan.
In europa bieden universiteiten en hogescholen zo’n vierduizend joint programmes aan: gezamen-lijke studieprogramma’s van twee of meer instel-lingen uit twee of meer landen uit de european higher education area (ehea). wat de onderwijs-ministers uit de ehea betreft mogen dat er nog veel meer worden. want als universiteiten hun krachten bundelen, krijgen studenten de kans om excellent en ‘echt europees’ onderwijs te volgen. de politiek moedigt joint programmes dus aan, zo bleek ook weer uit het boekarest-communiqué van 2012.
probleem is echter dat de instellingen die een joint programme aanbieden, een aparte accreditatie-procedure moeten doorlopen in alle landen waar opleidingsaccreditatie verplicht is. dat is niet alleen omslachtig, maar ook onwenselijk, want het zicht op het unieke ‘joint’ karakter van het programma gaat daarbij verloren.bovendien hanteren landen vaak heel specifieke regels voor accreditatie, bijvoorbeeld over studie-punten. de eisen van het ene land kunnen daarbij tegenstrijdig zijn met die van het andere land. Zo moet een masterscriptie in duitsland een omvang hebben tussen 15 en 30 ects, terwijl dat in portugal ‘ten minste 35 procent’ van het totaal aantal ects in een curriculum moet zijn. bij een curriculum van 120 ects schiet je daarbij over de maximale 30 punten uit duitsland heen.door al die nationale regels valt het in de praktijk ook niet mee om een student die een joint programme heeft gevolgd van een joint degree te voorzien: een diploma dat gezamenlijk wordt afgegeven door de instellingen waaraan de student zijn joint programme heeft gevolgd.
Oplossingde oplossing ligt in een single accreditation- procedure, op basis van ehea-instrumenten die al volop in gebruik zijn: de european standards and guidelines (esg), de Qualifications framework (Qf-ehea) en het european credit transfer and accumulation system (ects). de instellingen die
samen een joint programme aanbieden, kiezen één accreditatieorgaan dat geregistreerd staat in de european Quality assurance register for higher education (eQar). dit accreditatieorgaan hanteert dan het overeengekomen europese beoordelings-kader voor de accreditatie van joint programmes. het accreditatiepanel bezoekt één locatie en schrijft één rapport. de conclusie wordt auto-matisch overgenomen door de accreditatieorganen uit de andere landen.
deze aanpak komt voort uit het eerdere joQar-project (joint programmes: Quality assurance and recognition of degrees awarded), waarbij in negen ehea-landen grondig in kaart werd gebracht hoe accreditaties van joint programmes verlopen en wat hierbij de grootste obstakels zijn. het project werd afgesloten met een duidelijke aanbeveling: nationale voorwaarden zijn een crime voor joint programmes. daar moet je dus vanaf.
Jerevanhet voorstel ‘european approach for Quality assurance of joint programmes’, dat is opgesteld door een expertgroep en aangenomen door de bologna follow-up group, wordt tijdens de volgende ehea-top ter goedkeuring voorgelegd aan de onderwijsministers. de top vindt plaats op 14 en 15 mei 2015 in jerevan (armenië). CB
Vragen aan de redactie kunt u sturen naar:
europaexpresse[at]nuffic.nl
Europa Expresse is een publicatie van de
nuffic.
deze publicatie werd gefinancierd met de
steun van de europese commissie. de
verantwoordelijkheid voor deze publicatie
ligt uitsluitend bij de nuffic; de commissie
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
het gebruik van de informatie die erin is
vervat.
hoofdredactie en tekst
Cathalijne Boland
eindredactie
Marijn Willemse
vormgeving
Sabrina Luthjens BNO (makingwaves.nl)
drukwerkcoördinatie
Elma Leidekker
druk
Drukkerij Verloop, Alblasserdam
redactieraad
Nationaal Agentschap Erasmus+
Onderwijs & Training
redactieadres
Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag
T 070 426 0261, F 070 426 0259,
E europaexpresse[at]nuffic.nl
hoewel de informatie in deze uitgave met
de grootste zorg is samengesteld, kan de
nuffic niet instaan voor het feit dat de
gegevens juist en/of volledig zijn.
de informatie kan tussentijds gewijzigd zijn
of aangepast. de nuffic aanvaardt ter zake
geen aansprakelijkheid. u wordt daarom
geadviseerd om in voorkomende gevallen de
juistheid van de informatie zelf te verifiëren.
het auteursrecht op deze uitgave berust bij
de stichting nuffic, den haag. niets uit
deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand of openbaar gemaakt,
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de nuffic.
gratis abonnement
voor medewerkers
ho-instellingen:
www.nuffic.nl/europaexpresse
agenda & info
alle informatie over erasmus+ (voorlichtingssessies, deadlines, programmagids) vindt u op de vernieuwde website www.erasmusplus.nl
Europese Commissie
W http://ec.europa.eu/programmes/
erasmus-plus
https://www.facebook.com/
euerasmusplusprogramme
[at]erasmusplus
Nationaal Agentschap Erasmus+
W www.erasmusplus.nl
https://www.facebook.com/
erasmusplusnL
[at]erasmusplusnL
ERasmus muNdus jOiNt mastER dEgREEs
Voorstellen voor Erasmus Mundus Joint Master Degrees kunnen ingediend worden bij de EACEA in Brussel tot 4 maart 2015, 12.00 uur CET. Inspiratie nodig? De NVAO heeft een checklist opgesteld op basis van good practices, te downloaden op http://ecahe.eu.