Transcript

FT9: SOCIO.MUNDOBelgië, zo klein en toch zo verdeeld!

Zo klein maar toch zo verdeeld

OPDRACHT

Na het lezen van de informatie en het bestuderen van de kaarten, kan je nu in je

werkkatern pagina 8 + 9 invullen.

Ook de taken zijn verdeeld

- In mijn gemeente, provincie, gewest en land bepalen de

inwoners mee wie het voor het zeggen heeft.

Dat noemen we ‘democratie’.

- In België heeft niemand het alleen voor het zeggen.

Wij worden bestuurd door groepen van mensen:

- gemeentebestuur (schepenen en burgemeester),

- provinciebestuur (gedeputeerden en de gouverneur),

- Vlaamse regering (ministers en minister-president),

- federale regering (ministers en eerste minister).

Ook de taken zijn verdeeld

Werkkatern pagina 10 opdracht 3

voorbeeld 1

Provincies bezitten grote domeinen voor natuurbeheer en recreatie.

Die strekken zich vaak uit over meerdere gemeenten.

Het is de taak van de provincie om die goed te beheren.

De provincie is het bestuursniveau dat het moeilijkst te illustreren

is. De provincie is zichtbaar actief op het gebied van toerisme (musea,

fiets- en wandelpaden, reclamecampagnes …).

Wanneer er een grote ramp gebeurt, dan komt de provinciegouverneur

in beeld. Hij coördineert dan de werkzaamheden.

voorbeeld 2Onderwijs is de belangrijkste bevoegdheid van de Vlaamse regering. Daaraan besteedt ze het grootste deel van haar budget.

voorbeeld 3Een van de belangrijke en zichtbare taken van de gemeente is

het uitbouwen en beheren van een culturele en sportieveinfrastructuur. Zij neemt daarin de belangrijke beslissingen.

Die moeten nog worden goedgekeurd op Vlaams niveau, dat ook subsidies geeft.

voorbeeld 4

Het buitenlandse beleid en het defensiebeleid zijn hoofdzakelijk

federale materie. De ministers van Buitenlandse Zaken en van

Defensie vertegenwoordigen ons land op belangrijke bijeenkomsten.

voorbeeld 5

De brandweer is een belangrijke taak van de gemeente.

ACHTERGRONDINFORMATIE

België heeft vier taalgebiedenEen van de fundamentele rechten die in de grondwet van 1831 werd opgenomen, is de vrijheid vantaalgebruik. Concreet betekent dat dat elke burger vrij is te kiezen welke taal hij spreekt en dat de wetgeen verplichting kan opleggen om een bepaalde taal te spreken.Maar de wet kan wel aan overheidsinstellingen en aan de rechtbanken opleggen om een bepaaldetaal te gebruiken. Later is daaraan toegevoegd dat het taalgebruik ook geregeld kan worden voor derelaties tussen werkgevers en werknemers en voor het onderwijs.

In de eerste jaren na de onafhankelijkheid was het Frans de taal van de overheid. alleen de verarmdebevolking sprak Nederlands. Dat leidde tot grote wantoestanden. Zo werden in de tweede helft van denegentiende eeuw Vlamingen veroordeeld door Franssprekende rechters zonder dat ze zelfs maar begrepen waarvan ze werden beschuldigd. Bovendien begrepen de meeste ambtenaren geen Nederlands.

Tijdens de eerste Wereldoorlog kwamen de taalproblemen op een dramatische wijze aan de oppervlakte, toen vele Vlaamse soldaten sneuvelden, omdat ze de Franse bevelen van de officieren niet begrepen. Door al die wantoestanden kwamen de Vlamingen alsmaar meer op voor hunrechten.

Dat leidde in 1963 tot een opdeling van België in vier taalgebieden: het Nederlandse, het Duitse, het Franse en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

De erkenning van die vier taalgebieden is meer dan een loutergeografische opdeling van België. Aan die opdeling wordt namelijk ook het territorialiteitsbeginsel verbonden. Dat betekent dat in de eentalige gebieden de taal van dat gebied(respectievelijk Nederlands, Frans en Duits) voor de overheid debestuurstaal moet zijn. Een gemeentebestuur uit het Nederlandsetaalgebied is verplicht om het Nederlands te gebruiken; een gemeente in het Franse taalgebied moet het Frans gebruiken.

Alleen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad staat het Nederlands opgelijke voet met het Frans.Maar in sommige gemeenten, met zowel Franstalige alsNederlandstalige inwoners, bestaan er beperkingen op dat territorialiteitsbeginsel.

Die gemeenten noemt men faciliteitengemeenten. De bekendste zijn ongetwijfeld Voeren, Komen-Waasten en de zes Brusselserandgemeenten. Daar moeten berichten, mededelingen en formulieren in het Nederlands en in het Frans worden opgesteld. Bovendien zijn faciliteitengemeenten verplicht met de burger te communiceren in de taal die hij of zij kiest

België is een federale staat

Het eerste artikel van de grondwet is nu:

‘België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.’

Dat betekent dat er een federale overheid is en dat daarnaast de gemeenschappen en

de gewesten eigen bevoegdheden hebben.

De federale overheid heeft

beslissingsbevoegdheid over het hele land: de bevoegdheden van

de gemeenschappen en gewesten zijn beperkt tot een deel van het grondgebied of tot

bepaalde instellingen.

De gemeenschappen zijn in hoofdzaak opgericht om de culturele eigenheid van de

Nederlandstalige, de Franstalige en de Duitstalige bevolking in België te beschermen.

De bevoegdheden van de gemeenschappen gingen in het begin dan ook bijna uitsluitend

over cultuur. Later zijn die uitgebreid tot persoonsgebonden aangelegenheden (het

gezondheidsbeleid, het gezinsbeleid, de jeugdbescherming …), het onderwijs en het

taalgebruik.

Er bestaan in België drie gemeenschappen: de Vlaamse Gemeenschap, de Franse

Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap.


Top Related