docentenhandleiding werken aan de wereld niv 4 2014 web viewwat kunnen wij doen om mee te werken aan...

50
‘Werken aan de Wereld’ Docentenhandleiding 2014-2015 Niveau 4

Upload: doanh

Post on 31-Jan-2018

218 views

Category:

Documents


3 download

TRANSCRIPT

Page 1: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

‘Werken aan de Wereld’Docentenhandleiding 2014-2015

Niveau 4

Page 2: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Introductie

In het kader van het project ‘Werken aan de wereld’ is een lessenserie ontwikkeld, gebaseerd op vier lessen en een themadag (zie voor meer info over het project www.werkenaandewereld.nl).Bij het samenstellen van de lessen is uitgegaan van een lesduur van 90 minuten. De opdrachten zijn zodanig samengesteld, dat een keuze gemaakt kan worden.

Waarom Werken aan de wereld?

Leerlingen kijken MTV, luisteren naar internationale muziek, bezoeken diverse vakantielanden, hun leven wordt beïnvloed door internationale ontwikkelingen, ze worden beïnvloed door meningen over buitenlandse ontwikkelingen. Kortom diverse redenen om je als wereldburger te verdiepen in die wereld.

Werken aan de wereld is meer dan weer geld storten op een rekening voor hongerende kinderen, weer machteloos kijken naar oorlogen en slachtoffers daarvan. Het is ook het ontdekken van de kracht van andere landen en ontdekken welke mogelijkheden leerlingen hebben om een bijdrage te leveren.

Lesprogramma:

Les 1. Wereldburgerschap, wat is dat?

Les 2. Millenniumdoelen

Les 3. Microkrediet als vorm van actieve hulp voor iedereen

Les 4. Ontwikkelingssamenwerking ‘Ja’ of ‘Nee’ en verwerken van info door het maken van een eindproduct (eindopdracht)

Themadag 29 mei 2015 (laatste dag van Community week = UNESCO-schooldag):

Ochtend: deelnemen aan programma in Koningszaal met onder andere presentaties van beste eindproducten van elke klas.

Middag: afsluiten communityweek en uitreiking van de prijzen.

Bronnen: de externe materialen en websites waarnaar verwezen wordt, zijn met toestemming van de makers opgenomen.

Deze lessenserie is mede mogelijk gemaakt door SBOS (Ministerie van buitenlandse zaken)

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 1

Page 3: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Les 1 - Wereldburgerschap, wat is dat?

Doelen: Leerlingen kennen het programma ‘Werken aan de wereld’. Leerlingen weten wat wereldburgerschap is en waarom zij wereldburgers zijn.

Opdracht 1: Wereldburgerschap

Geef een omschrijving van wat in jouw ogen ‘wereldburgerschap’ is. Maak een woordspin met begrippen die te maken hebben met wereldburgerschap. Gebruik deze woordspin voor je presentatie. Je mag er ook een foto van maken. Je mag de woordspin ook digitaal maken via www.popplet.com of https://bubbl.us/

Opdracht 2: Wereldburgers

Leerlingen kijken naar filmpje (Wereldburgers - aflevering 1: Handel, duur : 14.48 minuten)

http://gemi.st/10361447

Korte omschrijving van het filmpje: Waar komen de verschillen tussen rijk en arm vandaan? Wat kunnen we daaraan doen? En waar komen eigenlijk al die producten vandaan die we elke dag gebruiken?

We kijken vooral naar Ghana, een land in West-Afrika. Aan het woord Georgina Kwakye. Verder: aandacht voor de herkomst van producten. In de supermarkt komen we producten tegen van over de hele wereld. Maar kunnen we bijvoorbeeld bepaalde producten niet of juist wel kopen om op die manier de millenniumdoelen een beetje dichterbij te halen? Aan het woord hierover Katja Schuurman.

Kijkvragen en antwoorden

a. In Ghana leeft 30% van de inwoners onder de armoedegrens? Wat is de armoedegrens?

Het inkomen dat iemand nodig heeft om te kunnen voorzien in de basisbehoeften (minimale voorwaarden die nodig zijn om menswaardig te kunnen leven: kleding, goed drinkwater, voldoende voedsel, goede huisvesting, goed onderwijs en goede gezondheidszorg.

b. Is er verschil tussen de armoedegrens in Nederland en de armoedegrens in Ghana. Leg uit waarom wel/niet.

Qua definitie niet. Er is wel verschil in welvaartsniveau.

c. Wat vind jij van het feit dat ‘arme landen’ veel importheffingen moeten betalen als zij hun producten leveren aan ‘rijke landen’?

Eigen mening

d. Wat is de reden dat deze landen die importheffing moeten betalen?

Invoerbelasting is een manier om de landbouw, producenten en industrieën van een land te beschermen tegen goedkopere producten vanuit het buitenland. Door verschillen in minimumlonen

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 2

Page 4: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

of grondstofprijzen kunnen bedrijven in sommige landen goedkoper produceren. Deze producten worden tegen lage prijzen geëxporteerd naar Nederland en verkocht. Invoerbelastingen maken buitenlandse product duurder. Zo worden de prijsverschillen kleiner. Bedrijven kunnen zo beter concurreren met goedkope geproduceerde goederen uit het buitenland.

e. In het filmpje worden voorbeelden genoemd van organisaties die zich bezig houden met eerlijke handel of fair trade. Een voorbeeld is de samenwerking tussen Blue Skies en Ahold. Noem twee positieve gevolgen van dit samenwerkingsverband.

1. Betere werkgelegenheid en arbeidsomstandigheden2. Steun aan lokale projecten op het gebied van onderwijs en hygiene (water).

f. Katja Schuurman zegt ‘de macht om de wereld te veranderen ligt niet bij overheden of grote bedrijven, maar die ligt juist bij ons als consument’. Wat bedoelt ze hiermee? Leg dit in eigen woorden uit.

Consument kan door koopgedrag laten merken dat ze liever duurzame producten willen waardoor bedrijven die niet duurzaam zijn hun producten niet meer verkocht krijgen.

g. Ben je het eens met de uitspraak van Katja? Waarom wel/ niet?Eigen mening

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 3

Page 5: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Opdracht 3: Week Wereldkaart

In deze test wordt leerlingen gevraagd welke producten ze graag gebruiken. Ze kunnen uit drie opties kiezen. Na hun keuze wordt een toelichting gegeven over de herkomst van het product.

Na het zien van de aflevering van Wereldburgers ga je via onderstaande link een test doen. Klik op onderstaande link en volg de instructies.

http://www.schooltv.nl/video/wereldburgers-afl1-handel/#q=wereldburgers

Verwerk de informatie die je hebt gekregen in de eindopdracht

Opdracht 4: Rank-a-brand

Rank a Brand is de grootste duurzame merkenvergelijkingssite van Europa. Op deze site vind je een overzicht van belangrijke consumentenmerken en hun score op het gebied van duurzaamheid. Deze website bevat meer dan 800 merken in 6 sectoren, waaronder kleding, elektronica, reizen, telecom en eten&drinken.

Bekijk het volgende filmpje

http://www.youtube.com/watch?v=ql2l71XARLY&feature=player_embedded#

En ga vervolgens naar de website www.rankabrand.nl

a. Rankabrand kent labels toe aan merken. Welke labels zijn dit?

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 4

Page 6: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

b. Waarop zijn deze labels gebaseerd?

Mensenrechten/arbeidsomstandigheden, klimaatverandering en milieu.

c. Vul de merknaam in van een kledingstuk of schoenen die je nu aan hebt. Geef aan welke label het merk krijgt van rank a brand en leg in het kort uit waarom zij dit label hebben gekregen.

Actie leerling

d. Herhaal stap 2 en 3 voor het merk van je telefoon en je favoriete chips of chocolademerk.Actie leerling

e. Vind je het belangrijk dat een merk aandacht besteed aan eerlijke handel en arbeidsomstandigheden?

Eigen mening

f. Ben je bereid meer te betalen als blijkt dat het gaat om eerlijke handel / fair trade?Eigen mening

g. Je weet nu hoe ‘eerlijk’ of ‘oneerlijk’ de producten zijn die draagt/gebruikt en eet. Is dit voor jou een reden om iets te veranderen in jouw aankoop?

Eigen mening

Opdracht: Klasdiscussie Bloed aan je mobieltje?

Bekijk onderstaand filmpje https://www.youtube.com/watch?v=-ABh6lEmQvs en behandel klassikaal de volgende stelling:

Er kleeft bloed aan onze mobieltjes en dat is onze eigen schuld.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 5

Page 7: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Achtergrondinformatie docent:Het gewapende conflict in Oost-Congo wordt grotendeels gefinancierd met de illegale opbrengst van grondstoffen voor mobiele telefoons.

Mobieltjes zijn een verlengstuk van onszelf geworden. Veel mensen krijgen een gevoel van onbehagen als de mobiele telefoon per ongeluk thuis is blijven liggen of kwijt is.

Nu zit er een groot verhaal achter de internationale handel in mobiele telefoons, laptops, iPods, mp3-spelers, spelcomputers, digitale camera’s en meer moderne apparatuur. In die apparaten zitten namelijk metalen met aparte namen als coltan, cassiteriet en wolframiet, maar ook bekendere ertsen als kobalt en goud.

Direct verband

De grondstoffen komen uit verschillende delen van de wereld, maar actiegroepen als bijvoorbeeld het Amerikaanse Enough Project trekken al lange tijd aan de bel over de winning van coltan en andere grondstoffen uit de Democratische Republiek Congo. Het gaat met name om het oosten dat verdeeld is in de provincies Noord- en Zuid-Kivu. Daar bevinden zich veel mijnen met coltan, cassiteriet, wolframiet en goud. Telefoons waar conflictmineralen in zijn verwerkt worden ‘bloedmobieltjes’ genoemd.

De strijdende partijen in Oost-Congo beheren verschillende van deze mijnen. Enough Project uit Washington stelt dat er een direct verband is tussen het aanhoudende geweld in Oost-Congo en de grondstoffenhandel. Zowel het regeringsleger als de verschillende rebellengroepen zouden jaarlijks een slordige 180 miljoen dollar verdienen aan de handel in de grondstoffen die in onze apparatuur zijn verwerkt.

Sommige experts noemen Congo een grote speler op de wereldmarkt van grondstoffen die in elektronica worden gebruikt, anderen beweren dat Brazilië of Australië de grootste leveranciers zijn van coltan.

Belgische bedrijven

In rapporten over foute handel met Congo worden veel Belgische bedrijven, zoals Traxys in Brussel en Trademet, genoemd als grote spelers op de markt van conflictgrondstoffen. Deze bedrijven vormen waarschijnlijk nog maar het topje van de ijsberg.

Grote elektronicaconcerns als Intel, Motorola, HP en Apple hebben inmiddels stappen ondernomen om conflictmineralen te vermijden bij de productie van hun hardware. Bedrijven als Nintendo, HTC, Sharp, Nikon en Canon blijven omstreden mineralen als coltan, tantaliet, tin en wolframiet toepassen. Dat blijkt uit het rapport ‘Taking conflict out of consumer gadgets’ (pdf) van het Enough Project.

Sharp, HTC, Nikon en Canon zijn schoorvoetend begonnen om de rest van de industrie te volgen, maar boeken weinig voortgang. SanDisk, Philips, Sony, Panasonic, RIM en AMD hebben enige verbeteringen laten zien, aldus het Enough Project. IBM, Sony, LG, Samsung, Toshiba en Lenovo hebben wel iets gedaan aan het verantwoord gebruik van grondstoffen, maar boeken op dat gebied nog maar weinig vooruitgang.

Bron: http://www.niburu.eu/het-complot/heeft-u-een-bloedmobieltje.html (van internet gehaald in 2013, nu niet meer bereikbaar.)

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 6

Page 8: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Inmiddels is begin 2014 de Fair Phone op de markt. De FairPhone is de eerste smartphone die is gemaakt door mensen die grotendeels in goede arbeidsomstandigheden werken met materiaal dat zoveel mogelijk niet uit conflictgebied komt. Lees er meer over op www.fairphone.com . De eerste batch is direct al uitverkocht, maar KPN verkoopt ze ook: http://www.kpn.com/prive/mobiel/fairphone.htm

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 7

Page 9: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Les 2 – Millenniumdoelen

Opdracht 1: Wat zijn millenniumdoelen?

Een millenniumdoel is:

Schrijf hieronder bij elk millenniumdoel waar het om gaat.

Informatie bij opdracht 1

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 8

Page 10: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

In 2000 werd de Millenniumverklaring - die de basis vormt voor de millenniumdoelen - unaniem door de VN-lidstaten aangenomen. Aan de totstandkoming van de Millenniumverklaring ging echter in de jaren ’90 een moeizaam proces vooraf van verhitte debatten, waarbij rijke en arme landen, multilaterale organisaties als VN, IMF, Wereldbank en OECD en talloze ngo’s betrokken waren.

Veelal waren dit partijen en coalities met forse tegengestelde belangen. Ondanks al deze tegenstellingen lukte het in 2000 de toenmalige VN-secretaris-generaal Kofi Annan toch om alle partijen op één lijn te krijgen.

In 2011 - met nog maar vier jaar te gaan voor einddoel 2015 – werden de eerste discussies over de toekomst van de millenniumdoelen gevoerd. Deze discussies over wat ook wel de post-2015 agenda wordt genoemd zullen de komende jaren in hevigheid toenemen.

In september 2013 zal op een VN-top duidelijkheid moeten komen wat er met de doelen na 2015 gaat gebeuren. Dat dit geen gemakkelijke opgave zal worden staat nu al vast, gezien de moeizame totstandkoming van de doelen. Veel van de discussies die in de jaren ’90 zijn gevoerd zullen ook weer naar boven komen in de toekomstige debatten over de post-2015 agenda.

Voor een beter begrip van deze discussies is het zinnig wat dieper in te gaan op de ontstaansgeschiedenis van de doelen. Lees verder in 'De totstandkoming van de millenniumdoelen' (pdf)

Bekendheid met de millenniumdoelen

De bekendheid van de Nederlanders met de millenniumdoelen is één van de zaken die ieder jaar wordt gemeten in NCDO's IS-Barometer.

Uit dit opinieonderzoek blijkt dat in mei 2010 bijna de helft (49 procent) van de Nederlanders aangeeft wel eens van de millenniumdoelen gehoord te hebben. Dat is een lichte stijging met 2009, toen lag dat percentage op 47 procent. In 2006 was dat percentage nog beduidend lager, namelijk 26 procent. De bekendheid neemt dus geleidelijk aan toe. Maar een kwart van de Nederlanders kan ook daadwerkelijk één of meerdere doelen correct noemen.

(Bron: IS Barometer 2010)

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 9

Page 11: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Vergelijking met andere landen

De Europese Commissie doet via haar Eurobarometer regelmatig onderzoek naar de mening van Europeanen over tal van onderwerpen. De bekendheid met de millenniumdoelen is daar één van. Uit de Eurobarometer van 2009 blijkt dat de bekendheid van de millenniumdoelen met afstand het grootst is in Nederland (64 procent). De Zweden volgen op gepaste afstand met 45 procent. Het Europees gemiddelde ligt op 24 procent. De millenniumdoelen zijn het minst bekend in Cyprus (11 procent) en Bulgarije (12 procent).

Wat zijn de millenniumdoelen?

Acht internationale afspraken In 2000 hebben regeringsleiders van 189 landen afgesproken om vóór 2015 de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken. Er zijn acht concrete doelstellingen vastgelegd: de millenniumdoelen.

Millenniumdoel 1 - De armoede halveren en minder mensen hongerHet percentage mensen dat in extreme armoede leeft, moet in 2015 ten minste voor de helft zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Extreme armoede betekent dat iemand minder dan $1,25 per dag te besteden heeft. In 1990 leefden 1,8 miljard mensen in extreme armoede, oftewel 41,7 procent van de wereldbevolking.

Millenniumdoel 2 - Alle kinderen naar schoolIn ontwikkelingslanden gaan miljoenen kinderen nog niet naar school. Vaak worden zij thuis gehouden om mee te helpen in het huishouden of om een bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen. In millenniumdoel twee is vastgelegd dat in 2015 alle kinderen in alle landen basisonderwijs moeten volgen.

Millenniumdoel 3 - Mannen en vrouwen gelijkwaardig Het derde millenniumdoel gaat over de rechten van vrouwen. Mannen en vrouwen hebben formeel dezelfde rechten. Dit is vastgelegd in internationale mensenrechtenverdragen. In de praktijk blijkt dit echter niet voldoende om achterstelling van vrouwen tegen te gaan.

Millenniumdoel 4 - Minder kindersterfteHet percentage kinderen jonger dan vijf jaar dat in ontwikkelingslanden overlijdt moet in 2015 met tweederde zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. In dat jaar stierven in de arme landen 13 miljoen kinderen.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 10

Page 12: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Millenniumdoel 5 - Verbeteren van de gezondheid van moedersJaarlijks overlijden meer dan een half miljoen vrouwen aan de gevolgen van hun zwangerschap. In de millenniumdoelen is vastgelegd dat moedersterfte in 2015 met driekwart moet zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Om dit te kunnen realiseren zijn reproductieve en seksuele rechten voor vrouwen essentieel.

Millenniumdoel 6 - Bestrijding van hiv/aids, malaria en andere dodelijke ziektes Sinds begin jaren '90 heeft aids miljoenen slachtoffers gemaakt, vooral in Afrika. Afgesproken is dat in 2015 de verspreiding van hiv/aids tot staan moet zijn gebracht. Ook moet in 2015 iedereen met hiv/aids hiervoor de juiste medicijnen kunnen krijgen.

Millenniumdoel 7 - Meer mensen in een duurzaam leefmilieu Armoedebestrijding gaat hand in hand met milieubescherming. Luchtvervuiling, ontbossing en uitputting van landbouwgrond zijn directe bedreigingen voor de levensomstandigheden en gezondheid van mensen. Een duurzaam milieubeleid is daarom van levensbelang.

Millenniumdoel 8 - Mondiaal samenwerkingsverband voor ontwikkelingHet achtste millenniumdoel gaat over de manier waarop de rijke landen ontwikkelingslanden kunnen helpen met het behalen van de andere millenniumdoelen. Bijvoorbeeld door meer ontwikkelingshulp te geven, schulden te verlichten en door het wegnemen van handelsbarrières. Hierdoor krijgen de arme landen meer mogelijkheden hun producten te exporteren naar de rijke landen.

Opdracht 2: Hoe gaat het met de Millenniumdoelen?

Bedoeling van deze opdracht is om na te gaan hoever we nu zijn, de doelen uit 2000 zouden in 2015 gehaald moeten zijn. Door te kijken op de diverse kaarten wordt dat inzichtelijk gemaakt.

Ga via onderstaande link naar de atlas van de millenniumdoelen:

http://www.ncdo.nl/content/atlas

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 11

Page 13: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Kies drie Millenniumdoelen uit waar je meer over wilt weten.

Millenniumdoel

Land

Millenniumdoel

Land

Millenniumdoel

Land

Opdracht 3: Mensen – Kinderrechten

In deze opdracht leren leerlingen een verband te leggen tussen millenniumdoelen en mensen/kinderrechten. Millenniumdoelen zijn niet iets wat opeens komt opdagen, maar de millenniumverklaring is een direct gevolg van mensenrechten

Zievoor filmpjes over mensenrechten op http://www.mensenrechten.org waar de 30 mensenrechten worden besproken en schendingen van mensenrechten.

Tip: kies een mensenrecht uit, kijk het filmpje en bespreek wat de relatie is met millenniumdoelen

Een heel toegankelijke site over kinderrechten is: http://www.kinderrechten.nl/p/1/779

Je kunt, afhankelijk van het niveau van de klas, de kinderversie of de volwassenenversie kiezen.Tip: kies zelf een aantal Kinderrechten uit om het proces iets te versnellen.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 12

Page 14: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Opdracht 4: Op de volgende site kunnen leerlingen kijken hoe ze zelf bij kunnen dragen aan een eerlijker wereld. Het gaat vooral om acties rond koopgedrag.Kijk op www.een.nl.

Leerlingen kunnen op de diverse links kijken welke soorten acties ze zouden kunnen ondernemen.

Bij de opdracht ‘wat kan ik doen’ gaan leerlingen zoveel mogelijk acties bedenken die ondernomen kunnen worden om tot een eerlijker verdeling en hulp te komen.

Die acties schrijven ze op post-it’s.

Vervolgens gaan ze de acties rangschikken naar: makkelijk uitvoerbaar, wat moeilijker uitvoerbaar en niet uitvoerbaar. het resultaat wordt op een flap-over vel geplakt.

Overigens kan dit ook via bubble.us

Doel van de opdracht is dat leerlingen handelingsperspectieven krijgen en voor zichzelf kunnen bepalen wat ze wel willen of kunnen doen en wat moeilijker te realiseren is

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 13

Page 15: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Les 3 - Microkrediet

In de vorige lessen is aandacht besteed aan armoede. Een vorm van ontwikkelingssamenwerking die de laatste jaren heel effectief is gebleken is het verstrekken van microkredieten.

Microkrediet: zo werkt het

In Habbo heb je credits nodig. In Catan heb je grondstoffen nodig. Toen je vroeger ging knikkeren, had je knikkers nodig. Zonder credits ben je nergens in een game. Zonder geld kun je geen bedrijf opbouwen. Daarom kunnen arme mensen in ontwikkelingslanden een kleine lening krijgen. Met dat geld kunnen ze hun eigen bedrijf beginnen. Als het bedrijf goed loopt, kunnen ze de lening terugbetalen. Een dergelijke kleine lening noem je een microkrediet.

Voor het microkrediet hoeven ze geen onderpand te geven. Een onderpand is iets van waarde dat de bank kan houden als de lener de lening niet terugbetaalt. Toch betalen bijna alle leners hun microkrediet netjes terug. Met hun eigen bedrijf verdienen de meeste mensen genoeg.

Een voorbeeld van microkrediet:

Adiza woont met haar gezin in Ghana. Ze heeft bij een bank een microkrediet gekregen. Met het geld kocht ze een koe. De koe geeft 4 tot 10 liter melk per dag.

Ervan uitgaande dat de koe 730 liter melk per jaar geeft en Adiza 0,25 cent per liter krijgt, hoeveel levert de verkoop van melk Adiza per jaar op?

Voor de koe heeft Adiza een bedrag van €955.50 betaald. Na hoeveel jaar zal Adiza de koe hebben terugverdiend?

Bekijk het volgende filmpje (tot 2 minuten 40 sec) van Schooltv (Economie voor het vmbo) om een duidelijker beeld te krijgen van wat microkrediet precies inhoudt.

http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1097362

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 14

Page 16: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Opdracht 1: Voor- en nadelen microkrediet

Ga op internet op zoek naar de voor- en nadelen van microkrediet.

Kom met de klas tot een gezamenlijke lijst van voor- en nadelen.

Voordelen Nadelen

Bedenk een eigen Cordeal. Op welke manier willen jullie het geld voor deze leningen bij elkaar krijgen? Het idee moet uitvoerbaar zijn, maar hoeft niet uitgevoerd te worden. Maak een promotiefilm, poster o.i.d. waarin je jullie idee bekendmaken. Presenteer jullie ideeën aan de rest van de klas.

Voor- en nadelen van microkrediet extra info voor docenten

Zie het artikel over vóór- en nadelen van microkrediet http://www.xead.nl/de-voordelen-en-nadelen-van-microkrediet hierna.

De voordelen

Dankzij de kleine ondernemingen kunnen de mensen zelf voorzien in hun eigen onderhoud en in dat van hun familie. Ze zijn daardoor minder afhankelijk van giften.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 15

Page 17: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Hogere inkomens

Microkredietklanten hebben hogere inkomens dan niet-klanten. Zo meldt de Boliviaanse microkredietbank CRECER een inkomensstijging van tweederde van haar klanten, nadat zij deelnamen aan een microfinancieringsprogramma. Bovendien stegen de spaartegoeden van deze klanten met bijna 70 procent. En de grote Indiase microfinancier SHARE rapporteert dat de economische positie van driekwart van haar klanten aanzienlijk verbeterde. In plaats van onregelmatig dagwerk halen zij hun inkomen nu uit verschillende vormen van bedrijvigheid. Daarmee verschaffen zij ook werkgelegenheid aan hun familieleden.

Gezondheidszorg

Niet alleen het inkomen van microkredietklanten verbetert. Uit een studie van ICCO en Cordaid in Kenia, Ethiopië, en de Filippijnen blijkt, dat klanten niet alleen hogere inkomens hebben, maar ook betere toegang krijgen tot gezondheidszorg. Bovendien gaan hun kinderen vaker naar school. Talloze andere studies bevestigen dat beeld. Microkrediet is goed voor de leerprestaties van kinderen en voor de gezondheid van zowel vrouwen als kinderen. Bovendien kunnen ondernemende mannen en vrouwen als landbouwers, ambachtslieden en marktkooplui een bijdrage leveren aan de groei van de plaatselijke economie.

De nadelen

Critici noemen twee belangrijke nadelen van microfinanciering.

Slecht bereik

In de eerste plaats wijzen zij op het feit dat microkrediet slechts de groep mensen bereikt die toch al economisch productief zijn. Microfinanciering is gebaseerd op de gedachte dat armen willen en kunnen ondernemen. Volgens Thomas Dichter, een Amerikaanse antropoloog en ontwikkelingswerker, blijkt een groot deel van de armen geen succesvolle ondernemer te zijn. Klanten die binnen twee jaar stoppen met het afsluiten van leningen, behoren vrijwel altijd tot de allerarmste categorie. Succesvolle klanten, dus klanten die langdurig blijven lenen, zijn vaak beter opgeleid en hebben veel meer ondernemingservaring.

Een recente studie van het Nederlands Platform in Mozambique concludeert bovendien dat microkrediet het veel beter doet in steden dan op het platteland, aangezien in de steden de infrastructuur beter ontwikkeld is en de marktkansen groter zijn.

Oftewel, microkrediet bereikt vooral de 'upper poor' en de urban poor'. Thomas Dicter meent dat deze 'niet zo armen' het ook wel redden zonder microkrediet, namelijk door te lenen bij vrienden en familie (informeel krediet). En de allerarmsten die een microlening nemen, komen volgens hem juist van de regen in de drup, omdat ze het geld voornamelijk gebruiken voor consumptie.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 16

Page 18: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Opdracht 2: Zelf in actie!

Ga naar de site http://www.cordaidmicrokrediet.nl/

Kies in overleg met je groep twee projecten die jullie zouden willen ondersteunen. Geef ook kort aan waarom je juist voor deze projecten hebt gekozen.

Opdracht 3: bedenk zelf een actie voor een microkrediet project

Bedenk een eigen actie. Op welke manier wil je het geld voor deze leningen bij elkaar krijgen? Het idee moet uitvoerbaar zijn, maar hoeft niet uitgevoerd te worden. Presenteer je ideeën aan de rest van de klas. Gebruik de informatie voor de eindopdracht.

Opdracht 4: interview met de ambassadeurs van Werken aan de Wereld

Lees enkele blogs op de sites van de ambassadeurs die dit jaar in Kenia en op de Filipijnen geweest zijn.

Deze blogs zijn terug te vinden op http://www.werkenaandewereld.nl/stages/overzicht/ . Je kunt ook gebruik maken van sites of blogs van andere leerlingen die in het buitenland zijn geweest. Naar aanleiding van die blogs bedenk je een aantal vragen op die je zou willen stellen.

Stel je vragen aan de ambassadeurs via mail of direct en maak van je interview een verslagje voor je krant.

In deze opdracht maken leerlingen gebruik van de ervaringen van leerlingen die naar Kenia en op de Filipijnen zijn geweest. Ook zouden leerlingen interviews korte interviews kunnen houden met mensen op straat/schoolplein.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 17

Page 19: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Les 4 - Ontwikkelingssamenwerking

Om hun gedachten te ondersteunen

HANDEN AF VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING? JA!

ARGUMENTEN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

In 2010 geeft de Nederlandse regering 0,81% van het BNP uit aan ontwikkelingssamenwerking, in 2012 0,70%. Méér mag er niet af volgens de internationale afspraken, die ook Nederland heeft ondertekend.

Ontwikkelingssamenwerking is ingewikkeld en er gaat wel eens wat mis, maar het kent ook vele successen: gezondheidszorg en onderwijs zijn in veel landen sterk verbeterd. Het heeft honger en gevaarlijke ziekten als kinderverlamming helpen terugdringen. En door ontwikkelingssamenwerking is het bestuur in veel landen verbeterd en wordt corruptie bestreden.

MENSENPLICHTEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

In de Universele Verklaring van de Verantwoordelijkheden en van de Plichten van de Mens* staan plichten die te maken hebben met ontwikkelingssamenwerking. Enkele voorbeelden:

Rijke landen moeten armere landen helpen zodat ook daar steeds meer mensen rond kunnen komen van wat ze verdienen.

Landen hebben de verplichting om wetenschappelijke en technische kennis over te dragen aan landen die daarover niet beschikken. Denk aan irrigatietechnieken in de landbouw, aan gezondheidszorg of ict en communicatietechnieken.

Het is de taak van iedereen mensen met een handicap alle hulp te geven die ze door hun beperking nodig hebben. Dat kan een operatie zijn die de handicap (deels) opheft of de verstrekking van hulpmiddelen zoals een looprek of schoenen met steunzolen. Dankzij die hulp kunnen mensen met een handicap even gemakkelijk naar school en even gemakkelijk werk vinden als mensen zonder een handicap.

We moeten ervoor zorgen dat iedereen de basisschool kan doorlopen en een opleiding kan volgen die het beste past bij zijn talenten.

* De tekst van de verklaring, omgezet in eenvoudige taal, vind je op: http://www.cmo.nl/ andernieuws, in de 4e editie: extra info voor leerlingen.

Paul Hoebink, bijzonder hoogleraar ontwikkelingssamenwerking aan de Radboud Universiteit van Nijmegen, zegt er dit over: "Er kan wel gezegd worden dat er bezuinigd moet worden, maar Nederland heeft zich te houden aan de afspraken en verdragen die in het verleden zijn afgesloten. Nederland kan alleen 4 miljard bezuinigen als het besluit om uit de Europese Unie te stappen, de Wereldbank te verlaten en uit alle belangrijke organisaties van de Verenigde Naties te gaan. Pas in 2015 en 2016 loopt een aantal subsidieregelingen af en kan Nederland er voor kiezen om deze niet te verlengen."

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 18

Page 20: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

HANDEN AF VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING? NEE!

ARGUMENTEN TEGEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

In 2010 geeft de Nederlandse regering 0,81% van het BNP uit aan ontwikkelingssamenwerking, in 2012 0,70%. Er kan nog méér af. Nederland moet de inter-nationale afspraken opzeggen. We hebben het geld dat naar ontwikkelingssamenwerking gaat zelf hard nodig om onze eigen economische problemen aan te pakken.

Ontwikkelingssamenwerking mag dan af en toe succes hebben, er gaat ook veel mis. Zo is de armoede, vooral in Afrika, er nauwelijks minder door geworden. Hulp aan landen in het Zuiden maakt die landen afhankelijk van hulpverleners.

De corruptie-index (Transparency International) laat zien dat ontwikkelingslanden oververtegenwoordigd zijn onder de meest corrupte landen. Dat vergroot de kans dat ontwikkelingsgeld in de zakken van corrupte bestuurders verdwijnt.

Dan is er nog de beroemde ‘strijkstok’: veel geld bedoeld voor hulp gaat op aan kosten van hulporganisaties en aan salarissen van hulpverleners en komt niet terecht bij de mensen voor wie het bedoeld is.

Economische ontwikkeling is de beste manier om armoede te bestrijden. Laat de ‘vrije markt’ zijn werk doen en arme landen zijn in staat hun eigen problemen op te lossen. Kijk bv. naar China en India.

Ondoordachte overdracht van technologie verstoort de bestaande cultuur en ontregelt hele samenlevingen.

Als Nederland besluit om minder dan 0,7% van het BNP aan ontwikkelingshulp te besteden, dan hebben de Europese Unie en de Verenigde Naties geen poot om op te staan. De EU en de VN beschikken namelijk niet over sancties. Het zal een moeilijke opgave worden, maar Nederland kan ook proberen om andere landen in de Europese Unie te overtuigen dat ontwikkelingssamenwerking moet worden afgeschaft.

De Nederlands overheid heeft een aantal speerpunten als het om ontwikkelingssamenwerking gaat.

Zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ontwikkelingssamenwerking/aanpak-ontwikkelingssamenwerking

Wij denken dat het goed is dat de actoren in de hulp aan andere landen, groepen en individuen aan de orde komen:

Overheden Bedrijfsleven

Niet gouvernementele organisaties (NGO”s) Vredesmissies

Particuliere acties etc.

Crowdfunding

Religieuze organisaties

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 19

Page 21: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Extra opdracht op je stage

In de afgelopen weken ben je bezig geweest met hoe jouw leven verbonden is met de rest van de wereld. Bijvoorbeeld je mobiele telefoon, je schoenen, waar je shopt, en hoe de leefsituatie van mensen in ontwikkelingslanden eruit ziet.

Het beroep waar je voor studeert, heeft ook raakvlakken met de situatie in de wereld. Denk maar eens aan de materialen die je gebruikt, de koffie/thee die ze er gebruiken, of er groene stroom is, afval hergebruikt wordt, etc. Met deze vragenlijst krijg je een beeld over hoe duurzaam jouw stageplek is. Als je deze invult, krijg je ook advies over je werk/stageplek. De gegevens worden vertrouwelijk behandeld en het advies wordt alleen aan jou verstuurd.

Ga naar http://www.duurzaammbo.nl/index.php/lesmateriaal/duurzaamheid-op-de-stageplek

En vul de vragenlijst online in.

Inhoud online vragenlijst

Hoe duurzaam is jouw werkplek of stageplek ?

Als je de mail verstuurt krijg je antwoord over hoe duurzaam je werkplek is. De gegevens worden vertrouwelijk behandeld.

Duurzame stageplek

Naam bedrijf *

Vestigingsplaats *

Voornaam *

Je Emailadres *

Vragen Score zeer oneens-zeer eens

1. er heerst een een prettige werksfeer

2. er wordt eerlijk uitbetaald

3. er is aandacht voor veiligheid

4. er is aandacht voor mijn gezondheid

5. er is aandacht voor dat we schoon werken

6. er is aandacht voor gezonde (biologische) voeding

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 20

Page 22: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

7. er is aandacht voor arbeidsomstandigheden

8. de werkplek is overzichtelijk

9. er is aandacht voor efficiënt werken

10. er wordt gewerkt met kwalitatief goede apparaten/gereedschappen

11. er wordt gewerkt met kwalitatief goede materialen

12. de activiteiten zijn winstgevend

13. Bij de producten die hier gebruikt/geproduceerd worden, is nagegaan of die niet tot stand zijn gekomen door kinderarbeid of uitbuiting

14. er zijn fair trade producten (b.v. fair trade koffie, thee, suiker)

15. de gelden worden duurzaam belegd en er wordt duurzaam gespaard

16. het bedrijf draagt bij aan goede doelen in Nederland of daarbuiten

17. er wordt gekeken hoe materialen zoveel mogelijk gespaard kunnen worden

18. er wordt zoveel mogelijk energie bespaard (lichten uit, spaarlampen, apparaten niet onnodig aan laten staan, dubbelzijdig printen)

19. er worden zoveel mogelijk materialen /apparaten besteld met milieulabels

20. de materialen zijn zoveel mogelijk milieuvriendelijk

21. er wordt gewerkt met groene stroom

22. er wordt gestreefd naar zo min mogelijk afval

23. afval wordt gescheiden ingezameld (papier, glas, plastic, etc.)

24. er wordt getracht geluidsoverlast zoveel mogelijk te voorkomen

25. er wordt gekeken naar waar materialen vandaan komen, hoe ze worden verwerkt en hoe ze te recyclen zijn

Bedenk drie adviezen voor jouw leerbedrijf hoe er meer duurzaam kan worden gewerkt. Beschrijf deze drie ideeën zo concreet en zo kort mogelijk. Houd er rekening mee dat een verbetering op het gebied van één van de kapitalen, niet ten koste mag gaan van de andere kapitalen.

Geef van de drie adviezen aan op welke plek ze zich bevinden in onderstaand schema. Geef een korte motivatie hierop.

Bespreek de drie adviezen en het schema met je praktijkopleider. Beschrijf kort hoe de praktijkopleider reageert op jouw adviezen.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 21

Page 23: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Eindopdracht bij de lessenserie over wereldburgerschap

Opdracht: maak een eindproduct waarmee je duidelijk maakt wat jullie in de lessen geleerd hebben en wat voor een wereldburger jullie als groep zijn. De vorm van het eindproduct mogen jullie zelf bepalen. Je kunt denken aan:

een krantenpagina; een website;een prezi of powerpoint;een popplet;een korte documentaire;een rap;of een andere vorm die jullie zelf bedenken.

Ook kun je in het eindproduct veel van je creativiteit kwijt. Denk aan het gebruik van cartoons, muziek, tekeningen enzovoorts.

Doel: laten zien wat jullie geleerd hebben in de lessen over dit onderwerp en laten zien wat voor een wereldburger jullie zijn.

Aanpak: tijdens de lessen leer je over verschillende onderwerpen. Al deze onderwerpen moeten een plek krijgen in het eindproduct. Dat zijn dan de volgende onderwerpen:

Les 1: Wat is wereldburgerschap? Waarom zijn er verschillen tussen arm en rijk op de wereld? Welke effect heeft ons consumentengedrag hier op de omstandigheden elders in de wereld?

Les 2: Wat is de relatie tussen mensen- en kinderrechten en de millenniumdoelen? Wat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de millenniumdoelen?

Les 3: Jullie idee over microkrediet en jullie eigen Cordeal. Wat zijn jullie te weten gekomen van de stagiaires en stagiairs (de ambassadeurs van Werken aan de Wereld van dit jaar).

Eventueel het resultaat van de stageopdrachten

Les 4: Ontwikkelingssamenwerking: Wat zijn argumenten voor en wat zijn argumenten tegen ontwikkelingssamenwerking? (PMI)

Tijd: inleveren bij docent uiterlijk 8 mei 2013. Klas heeft beste product gekozen op 17 mei. Verkiezing beste eindproduct op 24 mei 2013. Er is een prijs voor het meest creatieve eindproduct en voor het eindproduct met de beste inhoud.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 22

Page 24: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Criteria: Waar moet het eindproduct aan voldoen om in aanmerking te komen voor een van de prijzen?

De prijs voor creativiteit wint de groep met de meeste originele vorm en mooiste uitvoering.

De prijs voor inhoud wint de groep met de meeste diepgang in het behandelen van de vier onderwerpen.

Dit evaluatieformulier kan gebruikt worden bij het aftekenen van het onderdeel “Werken aan de Wereld”.

Naast deze meting zal ook in het kader van het project met VSO een tweede meting uitgevoerd worden om na te gaan of er gedrags/mentaliteitsverandering heft plaatsgevonden.

Beoordeling: zie beoordelingsformulieren

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 23

Page 25: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

EVALUATIEFORMULIER

Ten slotte graag nog jouw mening over de lessen ‘Werken aan de Wereld’

Dit vond ik leuk aan de lessen over wereldburgerschap:

Dit vond ik minder leuk aan de lessen over wereldburgerschap:

Vind je jezelf een wereldburger? Beargumenteer je antwoord aan de hand van de informatie die je hebt gekregen uit de lessen.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 24

Page 26: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Theoretisch kader

Inleiding: Wat is armoede

Armoede is honger. Armoede is geen onderdak hebben. Armoede is ziek zijn en niet naar een dokter kunnen. Niet naar school kunnen en niet kunnen lezen. Geen werk hebben, bang zijn voor de toekomst, niet denken aan morgen. Armoede is een kind verliezen aan ziekte die door vies water wordt veroorzaakt. Armoede is machteloosheid, niemand die voor je opkomt, gebrek aan vrijheid. (www.povertynet.org)

Een methode om armoede te meten is te kijken naar wat mensen verdienen en wat ze besteden (inkomen en consumptie). Kun je van je inkomen kopen wat nodig is? Elk land heeft wel een ‘bestaansminimum’. Dat is wat iedereen nodig heeft om aan de basisbehoeften te voldoen. Dat minimum wordt ook wel de armoedegrens genoemd. Die is niet overal hetzelfde. In Nederland ligt de armoedegrens vijf procent onder het niveau van een bijstandsuitkering. Het is genoeg om te wonen en eten, maar het is geen weelderig bestaan. Met hetzelfde bedrag zou je bv in Oeganda tot de rijken behoren.

De absolute armoedegrens is een afgesproken bedrag: 1 dollar of 1 euro per dag. Dat noemen we leven in extreme armoede.

Hoe meet je armoede?

Er zijn verschillende manieren om armoede te meten:

De absolute armoedegrensHet BNP (Bruto Nationaal Product)De scheve inkomensverdelingDe mate waarin mensen hun geld moeten uitgeven aan basisbehoeftenDe HDI (Human Development Index)

1. De absolute armoedegrens

Of je wel of niet een normaal leven zonder honger kunt leiden, dáár trekt men de grens tussen arm en niet arm. Het woordenboek zegt het ook zo: "de armoedegrens is het minimale bedrag dat iemand als inkomen moet hebben om normaal te kunnen leven". Om de zaken in de wereld toch met elkaar te kunnen vergelijken heeft men ook een absoluut minimumbedrag afgesproken dat iemand

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 25

Page 27: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

moet verdienen om niet als arm te worden beschouwd. Die grens ligt op 1 dollar per dag, ongeveer evenveel als 1 euro. Deze grens van 1 dollar of 1 euro noemen we de absolute armoedegrens.Hoe laag het prijspeil (=de samenhang tussen je inkomen én de hoogte van de prijzen in het land waar je woont) in een land ook is, nergens ter wereld kun je van minder dan 1 dollar of 1 euro per dag normaal rondkomen. Tussen de 1 op de 4 en 1 op de 5 mensen in de wereld leeft in absolute armoede. Zij leiden honger en moeten vaak een maaltijd overslaan.

2. Het BNP (Bruto Nationaal Product)

De armoede is de afgelopen vijftig jaar wereldwijd teruggelopen. In 1949 leed 49% van de bevolking in ontwikkelingslanden aan ondervoeding. Nu is dat nog maar 18%. In 1961 kregen mensen in arme landen gemiddeld 1932 calorieën binnen. Daar kun je net van in leven blijven. Nu is dat opgelopen tot 2650 calorieën. Maar hoe sterk de welvaart ook is gestegen, de wereldbevolking steeg nog harder. In veel landen (met name in Afrika) is de afgelopen vijf jaar het aantal armen dan ook weer gestegen, zo is te lezen in een rapport van de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties.

De Wereldbank omschrijft armoede als honger, als gebrek aan onderdak, ziek zijn en niet naar een dokter kunnen, niet naar school kunnen en niet kunnen lezen en schrijven, geen baan hebben.

Als je geen brood kunt kopen, lijd je honger. Als je geen huis kunt betalen, moet je op straat slapen. Als je geen medicijnen kunt betalen, word je niet beter. Als je geen schoolgeld kunt betalen, kunnen je kinderen niet naar school. Als je geen baan hebt, verdien je geen geld om iets te kunnen kopen.

Al de dingen hierboven hebben met geld, met inkomen te maken. We hebben hierboven al gezegd dat de welvaart op de wereld de afgelopen vijftig jaar is toegenomen. Dat kunnen we meten door naar het BNP (Bruto Nationaal Product) van landen te kijken.

Stel je verdient 1500 euro per maand. Je buurman verdient 2000 euro per maand. Jullie gemiddelde inkomen per maand is dan 1500 + 2000 : 2 = 1750 euro. Op dezelfde manier is het BNP de optelsom van alle inkomens in een land gedeeld door alle inwoners. De afgelopen 50 jaar is het BNP, het gemiddelde inkomen gegroeid: de welvaart is toegenomen, zeggen we dan.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 26

Page 28: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Omstreeks 1800 hadden de westerse landen en de ontwikkelingslanden ongeveer evenveel inkomen. Nu 200 jaar later, hebben de westerse landen 13 maal meer inkomen dan de ontwikkelingslanden. De verschillen worden alleen maar groter, zoals de grafiek hieronder laat zien.

(de precieze cijfers zijn niet zo belangrijk, de lijnen laten duidelijk zien dat het BNP in het westen sterk stijgt, terwijl het BNP in de ontwikkelingslanden maar heel langzaam stijgt)

3. De scheve inkomensverdeling

De welvaart in de wereld (BNP per hoofd) is toegenomen. Tegelijkertijd is ook het aantal armen gegroeid. Rara, hoe kan dat?Het antwoord daarop ligt in de inkomensverdeling. Niet iedereen in een land verdient evenveel. Er zijn mensen die veel geld verdienen (bijvoorbeeld een chirurg, piloot of minister); er zijn ook mensen die minder verdienen (bijvoorbeeld een caissière, schoonmaker of thuishulp). Als iedereen precies evenveel verdient, dan zeggen we dat de inkomensverdeling eerlijk is (dat komt in de praktijk echter niet voor). Als er veel mensen zijn die flink minder of juist flink meer verdienen dan het gemiddelde BNP per

hoofd van de bevolking, dan spreken we over een scheve inkomensverdeling.

We kunnen dat toelichten aan de hand van de inkomensverdeling in Nederland en Brazilië.We verdelen de bevolking in 5 groepen van ieder 20%, op grond van hun inkomens.

Groep 1 is de armste groep, groep 2 de op één na armste groep, groep 3 zit in het midden (niet echt arm en niet echt rijk), groep 4 is de op één na rijkste groep en groep 5 is de bovenlaag, de rijkste groep.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 27

Page 29: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Nederland Brazilië

1 7% 2,5%

2 13% 5,5%

3 18% 11%

4 24% 18,5%

5 38% 62,

In Nederland zijn de verschillen niet zo groot: de onderste 20% (de 'armen') verdient 7% van het BNP. De bovenste 20% (de 'rijken') verdient 38% van het BNP. De 'rijken' verdienen ongeveer 5,5 keer zoveel als de 'armen'.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 28

Page 30: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

In Brazilië is dat heel anders: daar verdient de onderste 20% (de 'armen') 2,5% van het BNP.De bovenste 20% (de 'rijken') verdient 62,5% van het BNP. De 'rijken' verdienen 25 keer zoveel als de 'armen'.Het BNP in Brazilië is toegenomen, maar de scheve inkomensverdeling is alleen maar gegroeid. Dat wil zeggen dat de de bovenste 20% (de 'rijken') veel meer zijn gaan verdienen, terwijl de 'armen' hun inkomsten veel minder zagen stijgen.

Ook dat kunnen we het beste toelichten met een voorbeeld.

Stel het is 1990. Je bent arm en je moet rondkomen van 1.000 euro per jaar. Je buurman verdient 10.000 euro per jaar. Jullie gemiddelde inkomen (BNP) is 5.500 euro per jaar (1.000 + 10.000 : 2 = 5.500).In 2000 is jouw inkomen gestegen tot 1.100 euro per jaar. Het inkomen van je buurman is gestegen tot 25.000 euro per jaar. Jullie gemiddelde inkomen (BNP) is gestegen tot 13.050 euro (1.100 + 25.000 = 26.100 : 2 = 13.050). De welvaart is toegenomen met meer dan 100% (van 5.500 naar 13.500), maar jij als arme profiteert daar veel minder van dan je rijke buurman, of met andere woorden: de scheve inkomensverdeling is in die tien jaar alleen maar gegroeid.

Als de kosten van levensmiddelen, huur e.d. meer zijn gestegen dan je inkomen, dan ben je, ondanks de groei van het BNP, alleen maar armer geworden...

4. De mate waarin mensen hun geld moeten uitgeven aan basisbehoeften

Een andere manier om naar armoede en rijkdom te kijken is door aan te geven hoeveel procent van hun inkomen mensen aan eten en andere basisbehoeften (dat wat nodig is om te kunnen overleven) moeten besteden.

In India bijvoorbeeld wordt meer dan de helft van het budget aan eten uitgegeven. Aan alle basisbehoeften samen (voedsel, schoon water, onderdak, hygiëne, gezondheidszorg en onderwijs) zelfs meer dan 80 %. In Nederland is dit 56 %. Veel Indiërs hebben een budget dat lager is dan het gemiddelde BNP per hoofd van de bevolking. Vaak geven ze hun hele budget uit aan basisbehoeften of is het budget niet toereikend (en lijden ze honger).Stel je eens voor wat je allemaal achterwege moet laten als 80 % van het Nederlandse gezinsbudget aan basisbehoeften uitgegeven zou moeten worden? Internetten, een mobiele telefoon, nieuwe computerspelletjes an zelfs nieuwe kleren kun je dan wel vergeten.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 29

Page 31: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

5. De HDI (Human Development Index)

De meest gebruikte methode om armoede te meten is het BNP, maar dat zegt niets over het aantal armen in een land. De afdeling van de Verenigde Naties die zich met armoede bezighoudt (UNDP) heeft daarom een eigen meetlat ontworpen, de Human Development Index.

Voor elk land worden drie dingen gemeten: Hoeveel verdienen de inwoners gemiddeld? Hoe oud worden de mensen gemiddeld? Hoeveel mensen hebben op school leren lezen en schrijven?

Deze gegevens worden met een wiskundige formule opgesteld. De UNDP stelt vervolgens een ranglijst op van landen ‘waar het leven goed is’ (aan de top van de lijst) of juist ‘waar het leven slecht is’ (onderaan de HDI lijst). Dat leidt soms tot verrassende verschillen met het BNP.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 30

Page 32: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

De 10 hoogstgenoteerde landen De tien laagstgeplaatste landen

Van de twintig landen die het slechtst uit het rapport kwamen liggen er 19 in Afrika. De HDI toont onderaan grote overeenkomsten met de lijst van minst ontwikkelde landen. De tien landen onder aan de lijst van de UNDP waren:

1. Mozambique

2. Burundi

3. Ethiopië

4. Centraal-Afrikaanse Republiek

5. Guinee-Bissau

6. Tsjaad

7. Mali

8. Burkina Faso

9. Niger

10. Sierra Leon

Oorzaken van armoede

Gevolgen van het kolonialisme

Columbus had in 1492 enkele duidelijke redenen waarom hij de oceaan overstak en naar het gebied voer dat we nu Amerika noemen: "Ik ga om God en de koning te dienen, licht te brengen aan hen die in duisternis leven en voorts om rijk te worden, zoals iedereen dat graag wil."

Na hem kwamen er vele duizenden westerlingen die er op uit waren om voor zichzelf en voor hun land veel rijkdom te vergaren. Het ene na het andere land in Afrika, Azië en Latijns-Amerika werd een kolonie van Engeland, Frankrijk, Portugal, Spanje, Italië en andere westerse landen. Ook Nederland had zijn koloniën: Nederlands-Indië (nu: Indonesië), Suriname (sinds 1975 onafhankelijk) en de Nederlandse Antillen.

De moederlanden gebruikten hun koloniën vooral om er goedkoop grondstoffen vandaan te halen. De producten die van de grondstoffen gemaakt werden, werden weer verkocht aan de koloniën. Van ruwe katoen (grondstof), bijvoorbeeld uit Mali, werden lappen stof en kleding (eindproducten) gemaakt die weer aan de Malinezen verkocht werden. De prijzen die de Malinezen kregen voor de ruwe katoen waren laag, de prijzen die ze moesten betalen voor de lappen stof en kleding waren hoog.

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 31

Page 33: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Van de handel werden de koloniën kortom niet rijker. De kolonisten gebruikten de koloniën alleen om er zelf geld mee te verdienen. Ze waren niet geïnteresseerd in de ontwikkeling van de koloniën zelf. De winsten gingen allemaal naar het moederland.

Bijna alle derdewereldlanden zijn vroeger een kolonie van westers land geweest. Alleen Ethiopië is nooit een kolonie van een ander land geweest.

De laatste 50 jaar zijn bijna alle koloniën zelfstandig geworden, maar nog elke dag hebben ze last van het koloniale verleden. In Afrika bijvoorbeeld zijn er grenzen tussen landen met een liniaal getrokken. Kijk maar eens naar de kaarsrechte grens tussen Mali en Mauritanië hieronder. Er werd geen rekening gehouden met bestaande grenzen die gevormd werden door rivieren, bergen en ... volken.

De grenzen werden soms dwars door het woongebied van een volk getrokken. Families woonden soms ineens aan twee kanten van de grens. Andere volken -die van oudsher elkaars vijanden waren- woonden ineens samen in één land. In een land als Kenia wonen tientallen verschillende volken (vroeger zouden we zeggen: stammen) met allemaal hun eigen taal en hun eigen gewoontes die soms niet goed met elkaar konden opschieten (vergelijk dat maar eens met de onenigheid tussen Vlamingen en Walen in België). In het verleden heeft dat tot geldverslindende oorlogen geleid (en geld dat je uitgeeft aan wapens kun je niet uitgeven aan onderwijs of het scheppen van banen).

In Latijns-Amerika hebben de kolonisten het grootgrondbezit ingevoerd. Op latifundia, enorme boederijen, werkten duizenden landloze boeren voor een grootgrondbezitter. Toen de landen in Latijns-Amerika onafhankelijk werden, bleef het grootgrondbezit bestaan. Miljoenen boeren hebben nog steeds geen of slechts een klein lapje grond en zijn veroordeeld tot armoede.

Technologische achterstand

Tussen het moederland en de kolonie was er vroeger vaak een taakverdeling. De kolonie moest aan het moederland grond- en delfstoffen leveren. Het moederland zou wel voor de industrieproducten zorgen. Vaak was er zelfs een verbod om in de koloniën industrie te ontwikkelen. Toen de koloniën onafhankelijk werden, was er dus nauwelijks industrie. De meeste rijke landen hadden al een omvangrijke industrie. Het is dus erg moeilijk om met de sterke industrie van de rijke landen te concurreren. Toen de koloniën onafhankelijk werden, troffen ze vaak een bijna lege staatskas aan. En zonder geld is het moeilijk om industrie op te bouwen. Daar kwam nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag opgeleid waren, terwijl je voor het opbouwen van industrieën geschoolde mensen nodig hebt.

Veel derdewereldlanden hebben geen geld voor onderzoek naar technologische vernieuwingen. Bijna alle technologische vernieuwingen komen uit het rijke westen en zijn beschermd door octrooien. De technologische achterstand van arme landen wordt daardoor alleen maar groter. In de millenniumdoelstellingen is wel afgesproken dat de rijke landen hun kennis van nieuwe technologieën overdragen, maar hoeveel hiervan terecht komt?

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 32

Page 34: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Handelsbarrières

Als ontwikkelingslanden wel een eigen industrie hebben opgebouwd, dan zijn ze er nog niet. Ze kunnen hun producten vaak niet kwijt aan de rijke landen, omdat die tegen lagere kosten hun producten zelf maken. Of omdat de rijkere landen handelsbarrières oproepen; dat wil zeggen dat de rijke landen op de producten uit de arme landen hoge importheffingen leggen zodat die producten (te) duur worden.

Als jij kunt kiezen voor een mp3-speler uit Europa die € 50,- kost of een even goede uit de Filippijnen die €; 65,- kost (eigenlijk € 40,- +€ 25,- importheffing) kies je toch ook voor die van € 50,-?

De Filippijnen moet in dat geval haar mp3-spelers nog goedkoper produceren en dat kan alleen als ze de arbeiders nog minder betalen. En zo moeten de arbeiders in de Filippijnen werken voor een hongerloontje omdat wij in het westen door importheffingen hun producten zo duur maken.

Natuurlijke omstandigheden

Tot nu toe hebben we het hoofdzakelijk over externe oorzaken gehad. Maar er zijn natuurlijk ook oorzaken die te maken hebben met interne zaken, met zaken in de ontwikkelingslanden zelf. Allereerst willen we iets noemen waar veel arme landen weinig aan kunnen doen: de natuurlijke omstandigheden in een land. Heel veel grond bijvoorbeeld is ongeschikt voor de landbouw. Omdat de bodem onvruchtbaar is of omdat er in het gebied weinig regen valt en de aarde door de verzengende hitte verschroeit. Je zet ook geen fabriek neer in een gebied dat regelmatig overstroomt (zoals in het grootste deel van Bangladesh).

En vaak is het gewoon pech, als je al je bezittingen verliest door een natuurramp (droogte, overstroming, vulkaanuitbarsting, aardbeving) en zo tot armoede wordt gedreven.

Menselijk handelen kan slechte natuurlijke omstandigheden nog eens verergeren. Als mensen roofbouw op de grond plegen (bijvoorbeeld door bomen te kappen die de grond vasthouden), kan de vruchtbare bovenlaag door erosie wegspoelen en dan wil er niets meer groeien.

Hoge bevolkingsgroei

Vroeger hielden sterfte- en geboortecijfer elkaar in evenwicht. Er gingen ongeveer evenveel mensen dood als er geboren werden. Sterfte- en geboortecijfer lagen allebei hoog. Door de verbetering van de gezondheidstoestand de afgelopen tweehonderd jaar daalde het sterftecijfer. Het geboortecijfer daalde in het westen echter ook door het beschikbaar komen van voorbehoedsmiddelen als het condoom en de pil. In veel arme landen daalde wel het sterftecijfer, maar niet het geboortecijfer, om verschillende redenen. Veel mensen gaan niet naar school, kunnen niet lezen en schrijven, en leren niet hoe ze voorbehoedsmiddelen moeten gebruiken. Of de voorbehoedsmiddelen zijn er wel, maar mensen gebruiken ze niet omdat ze te duur zijn of omdat ze dat van hun godsdienst niet mogen.

Doordat het sterftecijfer wel daalt en het geboortecijfer niet of veel minder, hebben veel landen te maken met een hoge bevolkingsgroei. In een land als India bijvoorbeeld wonen meer dan 1 miljard mensen en er komen elk jaar tien miljoen mensen bij. Zelfs als de regering erin slaagt om nieuwe banen te scheppen, blijft de armoede bestaan omdat er meer mensen bijkomen dan banen.

Slecht bestuur

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 33

Page 35: Docentenhandleiding Werken aan de Wereld niv 4 2014 Web viewWat kunnen wij doen om mee te werken aan het bereiken van de ... nog bij dat veel mensen in de nieuwe staten laag ... 2014-2015

Veel landen hebben te lijden onder slechte of corrupte bestuurders. Sommigen zijn aan de macht gekomen door een staatsgreep, anderen zijn via verkiezingen aan de macht gekomen, maar blijken eenmaal aan de macht er vooral op uit te zijn om hun eigen bankrekeningen te spekken. Natuurlijk zijn er ook goede bestuurders in ontwikkelingslanden, maar helaas komt corruptie nog te vaak voor. Te veel geld verdwijnt op geheime bankrekeningen dat dan niet besteed kan worden aan de bouw van scholen, wegen en fabrieken.

Onvoldoende investeringen in onderwijs, werk enz.

Armoede blijft ook in stand door ... armoede. Als je geen geld hebt, kun je te weinig voedsel kopen, waardoor je gezondheid slecht wordt, waardoor je minder productief bent, waardoor je weer weinig geld hebt enz. enz. Zoiets noemen we een vicieuze cirkel die moeilijk te doorbreken is.

Hetzelfde geldt voor een heel land. Als er geen geld is om te investeren in onderwijs of werk, dan blijven mensen aangewezen op ongeschoold en slecht betaald werk en krijgt een land via de belastingen ook niet veel geld terug. Het kenmerk van zo'n vicieuze cirkel is dat het moeilijk is om daaruit te breken.

Bron: www.cmo.nl

Docentenhandleiding bij Lessenserie Werken aan de Wereld 2014-2015 (niveau 4) 34