a · web viewvan compernolle anthony mak 1d 1 i ndivivduele taak opleidingsonderdeel...

21
Van Compernolle Anthony Mak 1D 1 Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1 Werf gelegen in Pittem, Sint-Amandstraat 8 Bouwheer/Architect: Wouter Naert Aannemingsbedrijf: Wamboo 1

Upload: haxuyen

Post on 03-Mar-2018

215 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

Page 1: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Werf gelegen in Pittem, Sint-Amandstraat 8

Bouwheer/Architect: Wouter Naert

Aannemingsbedrijf: Wamboo

1

Page 2: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

1. Bouwknoop I1.1 Afbeelding Bouwknoop

Het gaat om een bouwknoop omdat de vloer ( horizontale) zich verbind met de buitenmuur ( verticaal) De vloer moet tussen de buitenmuur komen om zo stevigheid te brengen.

2

Page 3: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

1.2 Detailtekening

Op de foto zie je dat de vloer rust op het beton, het zelfde beton dat de muur draagt. Om de stevigheid zit de vloer tussen de muur en het beton. Dit is de bouwknoop. Enkel de binnenmuur behoort altijd tot d. Dit doen we om zo verzakkingen te vermijden.

1.3 Isolatie

Bij een knooppunt hebben we een probleem namelijk dat we een thermische onderbreking hebben. Dit proberen we te vermijden door goed te isoleren. We nemen een bouwsteen met gaten, want lucht isoleert. Hoe meer lucht in de stenen hoe meer het geïsoleerd is. Ook laten we een ruimte tussen de bouwsteen en de gevelsteen. Die ruimte vullen we voor een deel op met EPS-Platen, dit word heel vaak gebruikt als Isolatie. Natuurlijk zijn er nog tal van andere mogelijkheden om te Isoleren. Ook blijft er

3

Page 4: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

een lege ruimte naast de isolatie. Om zo nog meer te Isoleren. Het is heel belangrijk dat de Isolatie het knooppunt dicht maakt.

1.4 Wetenschappelijke publicatie1.4.1 Wetenschappelijke bron 1

Bouwknoop buitenmuur – vloer op volle grond

De uiterste grenzen van het BV worden opgetekend. De uiterste grens van de buitenmuur is de gevellijn. De uiterste grens van de vloer op volle grond is de onderzijde van de vloeropbouw.Daarna kunnen de oppervlakten muur en de vloer worden opgemeten.Bij de vloer op volle grond zijn er meerdere samenstellingen mogelijk. Hieronder komen enkele voorbeelden van samenstellingen aan bod, waarbij telkens wordt gesteld wat de ‘onderzijde van de vloeropbouw’ is in dat geval.De Figuur hierboven toont een bouwknoop met een vloeropbouw waarbij de thermische isolatie zich bovenop de betonnen draagvloer bevindt. Bijvoorbeeld : thermische isolatie met ter plaatse gespoten PUR of platen.De dikte van een eventuele werkvloer of andere opvullingslaag die zich onder de vloerplaat bevindt én waarvan de λu-waarde groter is dan 0,4 W/mK (bijvoorbeeld cementgebonden zandaanvulling of losgestorte steenslag) wordt niet in rekening gebracht voor het bepalen van het BV en van de oppervlakte muur.

4

Page 5: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1 Als de λu-waarde van de opvullingslaag onder de vloerplaat kleiner is dan of gelijk is aan 0,4 W/mK (bijvoorbeeld een laag met geëxpandeerde kleikorrels) wordt de dikte van de opvullingslaag wel meegerekend voor het bepalen van het BV en van de oppervlakte muur.De ‘onderzijde van de vloeropbouw’ is hier (met een cementgebonden zandaanvulling) gelijk aan de onderzijde van de betonplaat.

1.4.2 Wetenschappelijke bron 2

Bouwknopen en K-peil De EPB-regelgevingen in de drie Gewesten houden vooralsnog geen rekening met bouwknopen bij de berekening van de transmissieverliezen. Studies toonden aan dat deze knopen nochtans een niet te verwaarlozen invloed uitoefenen op de voornoemde verliezen. Hun relatieve belang neemt bovendien nog toe naarmate het isolatieniveau van het gebouw verbetert. Op initiatief van de drie Gewesten werd er een methode ontwikkeld om rekening te houden met de invloed van bouwknopen in de EPB-regelgevingen. Deze methode wil vooral de nadruk leggen op het goede thermische ontwerp van de bouwdetails en reikt hiervoor onder meer een eenvoudige aanpak aan. Momenteel houden de regelgevingen nog geen verplichting in om bouwknopen in rekening te brengen. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid in de nabije toekomst veranderen. We geven hieronder de hoofdlijnen van de methode weer. De methode is enkel van toepassing op bouwknopen; de onderbrekingen in de isolatielaag die eigen zijn aan de scheidingsconstructie dienen meegerekend te worden bij de bepaling van de warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) van deze constructie.

5

Page 6: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

1. BasisoptiesDe methode stelt drie basisopties voorop voor het in rekening brengen van bouwknopen :

optie A : gebruik maken van een gedetailleerde berekening. Bij deze traditionele aanpak brengt men elke bouwknoop afzonderlijk in rekening aan de hand van zijn lengte of aantal knopen en zijn lineaire- of puntwarmtedoorgangscoëfficiënt

optie B : de methode met de 'EPB-aanvaarde knopen'. Bij deze methode wordt het rekenwerk dat gepaard gaat met bouwknopen vereenvoudigd (zonder hun belang teniet te doen) en legt men de nadruk op de optimalisatie ervan. Hiertoe worden alle bouwknopen van het gebouw opgedeeld in twee categorieën : de EPB-aanvaarde knopen (die voldoen aan een aantal eenvoudige regels, zie § 2) en de niet-EPB-aanvaarde knopen. Voor de knopen uit de eerste categorie wordt een kleine forfaitaire toeslag van 3 punten ingerekend op het globale warmte-isolatiepeil van het gebouw (K-peil). Knopen uit de tweede categorie moeten daarentegen afzonderlijk in rekening gebracht worden door middel van de gedetailleerde berekening volgens optie A. Indien een bepaalde knoop performanter is dan de limiet die opgelegd werd voor EPB-aanvaarde knopen, kan deze eveneens in rekening gebracht worden door middel van een gedetailleerde berekening

optie C : deze optie wordt gehanteerd wanneer men geen aandacht wenst te schenken aan de bouwknopen. In dit geval wordt een forfaitaire toeslag van 10 K-punten toegepast.

2. ConformiteitsvoorwaardenEen knoop is EPB-aanvaard (volgens optie B) wanneer hij aan minstens een van de volgende voorwaarden voldoet :

de knoop beantwoordt aan minstens een van de volgende basisregels :

het verzekeren van de continuïteit van de isolatielagen door het respecteren van een minimale contactlengte (zie afbeelding 1) het verzekeren van de continuïteit van de isolatielagen door tussenvoegen van isolerende delen (zie afbeelding 2)

6

Page 7: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1 het respecteren van de minimale lengte van de weg van de minste warmteweerstand (zie afbeelding 3).

de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt van de knoop is kleiner dan de grenswaarde die opgelegd wordt afhankelijk van het knooptype (bv. 0,15 W/mK voor een inspringende hoek en 0,1 W/mK voor verbindingen rond deuren en ramen).

Afb. 1 Minimale contactlengte.

Afb. 2 Tussenvoeging van isolerende delen.

Afb. 3 Principeschema van de weg van de minste warmteweerstand.

De voornoemde methode geeft ten slotte ook (meestal vrij negatieve) waarden bij ontstentenis op voor de lineaire en puntwarmtedoorgangscoëfficiënten. Deze waarden kunnen gebruikt worden in opties A en B. Dit artikel geeft slechts een beknopt overzicht van de methode om bouwknopen in rekening te brengen.

7

Page 8: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

2. Bouwknoop II2.1. Foto bouwknoop

8

Page 9: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Het met rood aangeduide plek is een bouwknoop omdat een horizontale muur door het plafond word beëindigd waardoor een bouwknoop ontstaat. Namelijk een helling.

2.2 DetailtekeningDoor de knoop ontstaat er een kleine vrije ruimte waardoor er lucht door kan. Dit zullen we trachten te dichten zodat er geen lucht door kan.

2.3 Bespreking luchtdichtheid dak

Waarom wil men eigenlijk luchtdicht bouwen? Is het niet beter om een "ademend gebouw" te hebben? Voordat we verder gaan is het misschien goed om met deze vraag te beginnen.

Op de onderstaande tekening zien we in het geel de thermische isolatie. Deze moet ononderbroken aangebracht worden en het volumen

9

Page 10: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1 ingesloten door de isolatie noemt men het beschermd volume. Om een gebouw luchtdicht te maken moet liefst aan de binnenkant van de isolatie laag een ononderbroken luchtdichte laag worden aangebracht.

Wanneer men het heeft over een ademend gebouw zal er geen luchtdichte schil zijn en zullen er overal spleten en kiertjes in het gebouw zitten. Via deze spleetjes en kiertjes komt er koude lucht binnen en of ontsnapt er warme lucht. Dit zorgt dus voor een energieverlies en op de plaats van de spleetjes en kieren zal de muur ook kouder zijn. Als vochtige lucht uit de badkamer of keuken in aanraking komt met deze koudere plekken kan het vocht neerslaan en kan men vocht problemen krijgen. Hierdoor kunnen er schimmels gevormd worden die niet altijd meteen zichtbaar zijn en zowel schadelijk voor de bewoners als voor het gebouw zijn.

Ademende gebouwen zorgen dus voor een groter energie verlies en zorgen er ook voor dat er gemakkelijker vocht problemen optreden.

Er moet natuurlijk wel verse lucht voorzien worden in het gebouw. Het mooie van een luchtdicht gebouw is nu dat men perfect kan controleren hoeveel lucht er binnen komt en buiten gaat. Zo kan men er voor zorgen dat er steeds voldoende verse lucht wordt aangevoerd en vermijd men dat er teveel opgewarmde lucht naar buiten verloren gaat.

2.4 Wetenschappelijke publicatie

10

Page 11: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1 2.4.1 Wetenschappelijke Bron 1

1. We vertrekken van de ruwbouw. Deze is hier uitgevoerd als het binnenspouwblad van een traditioneel systeem, maar er zijn tal van alternatieven mogelijk. Bovenaan de muur plaatsen we een ringbalk. Op deze ringbalk komt een afschotbalk. 2. Op de afschotbalk komen de spanten van de dakconstructie, 3. Tussen de verschillende spanten worden klossen geplaatst om knik van de balken te voorkomen. 4. Hierboven plaatsen we een sarking dak. Daarbij is het

belangrijk om rekening te houden met de dampopenheid van dit isolatiemateriaal: de ideale opbouw is naar buiten toe meer dampopen dan naar binnen toe, zodat de dakconstructie naar buiten toe kan uitdrogen. De keuze van dit materiaal heeft dus een impact op de keuze van het dampscherm onderaan de dakconstructie. 5. Rondomrond de oversteken wordt een bepanking aangebracht. Deze dient als oppervlak voor de afwerking, en dient ook als basis van de winddichting. Het winddicht afsluiten van de dakbedekking ter hoogte van de dakoversteek is immers zeer belangrijk. Wordt deze niet goed verzorgt, dan riskeer je infiltratie van lucht tussen onderdak en isolatie, welke gepaard gaat met een risico op condensatie. 6. Bovenop de isolatie komt een onderdak, welke de wind- en vochtdichting verzekert. Het onderdak is in de dakopbouw het meest dampopen materiaal. 7. Vervolgens wordt de winddichting verzekert, door de verschillende lagen op elkaar aan te sluiten via speciale kleefstrips. 8. Op de ruwbouwmuur worden de isolatieplaten aangebracht via een kleefmortel, en eventueel extra mechanisch verankerd. Om indringen van vocht te voorkomen en de winddichting te garanderen, wordt tussen de isolatie en de dekbalk een compriband en een kitvoeg geplaatst.

11

Page 12: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

9. Voldoende tijd na de plaatsing van de isolatie wordt de buitengevelbepleistering aangebracht (zie hiervoor de fabricant). Eerst wordt een grond- of wapeningspleister aangebracht, waarna een wapeningsnet wordt aangebracht. Ofwel wordt deze wapening ingebed in deze laag, ofwel wordt de grondpleister in twee lagen aangebracht, waartussen dan de wapening wordt geplaatst. Belangrijk is dat deze

wapening enerzijds niet te diep wordt geplaatst, maar anderzijds wel volledig moet zijn ingebed. Naast de voorschriften van de fabrikant dient in elk geval rekening te worden gehouden met de voorschriften voor buitengevelisolatiesystemen, beschreven in de TV209 'Buitenbepleisteringe', WTCB 1998, alsook in het BUtgb-infoblad 'Buitengevelisolatiesystemen met pleisterafwerking: plaatsingstechniek en uitvoeringsdetails', 2003/2.10. De volledige buitenafwerking en de dakbedekking wordt volgens de regels van de kunst uitgevoerd. 11. Aan de binnenzijde wordt het dak verder opgevuld met isolatie. Als de isolatie wordt ingeblazen, wordt eerst de damprem aangebracht, anders wordt eerst de isolatie geplaatst, waarna de damprem volgt. 12. In het dakvlak wordt de luchtdichtheid verzorgt door de damprem, de muren worden luchtdicht door de binnenbepleistering aan te brengen. Tussen beide vlakken wordt de luchtdichte aansluiting verzekerd door het plaatsen van speciale luchtdichtingsstrips met een geïntegreerd wapeningsnet. Enerzijds wordt deze op het dampscherm gekleefd, anderzijds wordt deze ingepleisterd. Als laatste stap worden de muren worden zorgvuldig bepleisterd, tegen het plafond komt een afwerking in plaatmateriaal.

2.4.2 Wetenschappelijke Bron 2

12

Page 13: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Luchtdichtheid van hellende daken : de details maken het verschil

De luchtdichte uitvoering van hellende daken is bijzonder belangrijk, vermits deze laatste door hun positie aan de bovenzijde van het gebouw uiterst gevoelig zijn voor vochtproblemen (bv. door de exfiltratie van lucht vanuit de binnenruimten) (zie Infofiche 12). De ontwerper en de aannemer moeten dus, in samenspraak met de andere betrokken bouwpartners, de nodige maatregelen treffen om een aanvaardbaar niveau van luchtdichtheid te bereiken. Hiertoe dienen ze niet alleen te zorgen voor een goed ontwerp en een zorgvuldige uitvoering, maar tevens de nodige aandacht te besteden aan de aansluitingsdetails.Het belang van een goed ontwerp

Afb. 1 Voorbeeld van een onvoldoende luchtdichte dakconstructie in een rijwoning als gevolg van een onzorgvuldige uitvoering.Het luchtscherm in hellende daken is meestal opgebouwd uit een specifiek hiervoor bestemd product (gewoonlijk een membraan of een folie), dat doorgaans ook de rol van dampscherm vervult. In het merendeel van de gevallen wordt het dan ook langs de onderzijde (d.i. de warme zijde) van de isolatielaag aangebracht. De loutere plaatsing van een luchtscherm (zoals voorgesteld in afbeelding 1) is evenwel niet voldoende. Ook de verschillende aansluitingsdetails moeten luchtdicht afgewerkt worden en dit, zowel bij nieuwbouw

13

Page 14: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1 als bij renovatie.

Het gaat hierbij voornamelijk om :

de aansluiting van het dakvlak op de omliggende bouwcomponenten (gevels, andere dakvlakken, het platte dak, de vloer, …)

de onderbreking of doorboring van het luchtscherm door de timmerwerkelementen (gordingen, spanten, nokbalken, muurplaten, …)

de doorboring van het dakvlak door ventilatiebuizen, schoorstenen, leidingen, …

de randen van de dakvlakvensters

de randen van de zolderluiken (indien het luchtscherm zich ter hoogte van de zoldervloer bevindt).

In de WTCB-Dossiers 2005/4.10 en 2007/3.9 wordt voor een aantal van deze aansluitingsdetails uiteengezet hoe de luchtdichtheid gerealiseerd kan worden. Voor het luchtdicht maken van de doorboringen van het dakvlak verwijzen we naar het artikel 'De doorboringen van het luchtscherm beheersen'. GevelaansluitingHet aantal en de complexiteit van de aansluitingsdetails zouden tot een minimum beperkt moeten worden. Dit kan gebeuren door een geschikte keuze van het daktimmerwerk (gordingen- of sporenspantendak) enerzijds en door de plaatsingswijze van het luchtscherm van het dakvlak hierop af te stemmen anderzijds, rekening houdend met de positie van het luchtscherm in de aanpalende muren (zie afbeeldingen 2 en 3). Dit impliceert dat de luchtdichtheid reeds vanaf de ontwerpfase en de stabiliteitsstudie in aanmerking genomen dient te worden.

14

Page 15: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Afb. 2 en 3 Mogelijke posities van het luchtscherm in het dakvlak en de muur.

In deze context willen we erop wijzen dat een isolatie volgens het sarkingprocedé toelaat om een ononderbroken luchtdichte laag te realiseren over het volledige dakvlak. Ook in dit geval zal het echter noodzakelijk zijn om oplossingen uit te werken voor de randaansluitingen. Luchtdicht bouwen start met andere woorden met een goed ontwerp, dat de aannemer in staat stelt om de aansluitingsdetails op een pragmatische en efficiënte manier uit te voeren.

Nok- en gordingaansluiting

15

Page 16: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Afb. 4 Voorbeeld van een nokaansluiting.Hierna beschouwen we de situatie waarbij de isolatie aangebracht wordt tot tegen de nokbalk (zoals gebruikelijk bij een gordingendak en voorgesteld in afbeelding 4). Het luchtscherm moet in dit geval continu doorlopen over dit aansluitingsdetail. Het volstaat met andere woorden niet om het luchtscherm vast te nieten op de nokbalk : ook de naden tussen de folie en het hout moeten afgekleefd worden. Gelet op het feit dat deze plaats moeilijk bereikbaar is (vooral bij steile hellingen), zal dit in de praktijk niet altijd eenvoudig te realiseren zijn. Hierdoor is het mogelijk dat de kleefband die de luchtdichte verbinding moet waarborgen, onvoldoende aangedrukt kan worden en na verloop van tijd loskomt.

Het is bijgevolg pragmatischer om een wachtfolie te plaatsen tussen de nokbalk en de kepers en deze achteraf aan te sluiten op het luchtscherm van het dakvlak (zie afbeelding 4). Dit principe kan zowel bij nok- als bij gordingbalken toegepast worden. Men dient er echter wel op toe te zien dat de gebruikte wachtfolie breed genoeg is om de correcte aansluiting ervan op het luchtscherm van het dakvlak toe te laten. In deze context kan het eveneens nuttig zijn om zijn toevlucht te nemen tot een transparante wachtfolie. Zodoende zullen de eventueel op het timmerwerk aangebrachte merktekens immers zichtbaar blijven. Verder is het belangrijk om voldoende rekening te houden met de compatibiliteit tussen de verschillende toegepaste materialen.

16

Page 17: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Afb. 5 Leidingspouw in een hellend dak. Het bevestigingssysteem moet zodanig ontworpen worden dat het luchtscherm – zelfs indien het beweegt onder invloed van de wind – niet doorboord wordt.

Aansluiting binnenmuur-dakvlakGelet op het feit dat er luchtstromingen kunnen optreden in de holle ruimten van een houtskeletbouwwand of doorheen het poreuze en op zich niet-luchtdichte metselwerk van een gemetselde muur, kan het enerzijds raadzaam zijn om de binnenmuren door de timmerman te laten voorzien van een wachtfolie, of anderzijds om de binnenmuren – indien het niet-dragende wanden betreft – pas uit te voeren na het aanbrengen van een luchtscherm over het volledige dakvlak (zie afbeeldingen 6 en 7). Dit principe geldt zowel voor skeletbouw- als massiefbouwwanden.

17

Page 18: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Fig. 6 Raccord entre une cloison et une faîtière. La continuité de la barrière d'étanchéité à l'air est assurée par une membrane d'attente. Fig. 7 Raccord entre un mur intérieur et un

versant. La continuité de la barrière d'étanchéité à l'air est assurée par une membrane d'attente.

Ter plaatse van de aansluiting van het luchtscherm van het dakvlak op het luchtscherm van de aanpalende bouwcomponenten (bv. de muren), is het aangeraden om een plooi te voorzien, teneinde de eventuele differentiële bewegingen van de structuur toe te laten, zonder de kleefverbindingen aan de omtrek los te trekken (zie afbeelding 3).

3.0 Bronnen3.1 Bronnen Knooppunt 1( wetenschappelijke bron 1, geraadpleegd op 19/11/2015) http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/epb/doc/berekeningbvopp.pdf

18

Page 19: a  · Web viewVan Compernolle Anthony Mak 1D 1 I ndivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1

Van Compernolle Anthony

Mak 1D1

Indivivduele taak opleidingsonderdeel Constructies 1 (wetenschappelijke bron 2, geraadpleegd op 19/11/2015) http://www.bouw-energie.be/download/bouwknopen/bouwknopen10.php

(wetenschappelijke bron 3, geraadpleegd op 20/11/2015) http://www.bouw-energie.be/download/varia/TW_2008-14_MB.06.pdf

(wetenschappelijke bron 4, geraadpleegd op 20/11/2015) http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=publications&sub=bbri-contact&pag=Contact33&art=508

4.0 uitvoerplannen van de werf

19