decreet tijdschrift 01
DESCRIPTION
Decreet tijdschrift 01TRANSCRIPT
Hallo iedereen,
Ben terug van mijn wereldreis! Ben na ruim 2 weken tot grens Luxemburg-Duitsland gekomen en toen raakte ik vorigweekend eerst mijn betaalkaart kwijt (gewoon ingeslikt doordat apparaat) en een dag daarna, vrij onverwacht, stopte mijnVespa ermee (electra kapot). Mijn pasje heb ik die maandagerop uiteindelijk terug weten te krijgen, maar de Vespa kondaar niet gerepareerd.Die wordt deze week met de ANWB (plus bagage) teruggetransporteerd. Afgelopen donderdag met de trein uitLuxemburg teruggereisd.
HerenigingOndanks deze tegenslag een geweldige reis gehad, een unieke ervaring kan ik wel zeggen.De eerste 4 dagen alleen gereisd tot net in Luxemburg) en daarna samen met Fred (hij op de motor).De laatste dagen zonder scooter (en bagage) nog in een caravan op een camping gezeten in Luxemburg.Bijgaand een illustratie van landschap en transport.
Tot vlug,Groeten Henk
decreet
Drang
Hee, stop, luister, hoor mij aan. Luister naar het volgende verhaal.
Nee, klets er nou niet doorheen. Het gaat over de jonge prins,
je weet wel. Zijn vader zag z’n geschrijf niet zitten.
Nee, soldaat moest ie worden. Dát was mannenwerk.
Dat was goed voor zijn volk. Z’n vader dacht niet aan de jonge prins,
maar aan het volk, zijn volk dat ie later moest besturen.
Dat had niets aan een slappe schrijver. Nee, een krachtig staatsman,
was een goed soldaat. Ja, en echt de jonge prins heeft het geprobeerd,
maar hij faalde telkens weer. Telkens weer doopte hij het koninklijk
zwaard in de inkt en niet in het bloed. Hij schreef gedichten.
De gedichten vloeiden uit zijn zwaard. Nee, hij hoefde er geen moeite
voor te doen. Zij kwamen vanzelf, gedreven, vanuit zijn hart.
De koning, hij kon het niet aanzien en gaf het bevel de schrijversarm van
zijn zoon af te hakken. Geen krijgsman, dan ook geen schrijver, zo dacht
de koning. En zo geschiedde het en zo gebeurde het. De schrijversarm
werd afgehouwen. De prins had nu nog maar één arm, zodat hij geen
ridder meer kon worden. Maar hij treurde er niet om, o nee, integendeel.
Want nu het schrijversbloed één weg wist afgesloten, zocht het naar een
andere. En met nog meer drang dan voorheen begon de prins weer te
schrijven, eerst wat moeizaam, maar al gauw vloeiden de woorden weer
als vanouds. En de koning? De koning zag dat hij verloren had en was
gelukkig zo wijs dat hij de andere arm van de prins niet liet afhakken.
Hij had wel door dat dat ook het schrijven niet zou stoppen.
Zo is het gegaan, wis en waarachtig.
De prins bleef schrijven. En de gedichten die hij schreef werden gelezen
door het volk, zijn volk. Het maakte hen gelukkig. Gelukkiger dan ooit,
want de prins schreef met zijn hart en dat was groot.
3
5
7
[ON]
ON
van
Ilse
van
der
Klo
oste
r en
Han
s Bo
mm
eljé
© 2
009
van
Ilse
van
der
Klo
oste
r en
Han
s Bo
mm
eljé
© 2
009
van
Ilse
van
der
Klo
oste
r en
Han
s Bo
mm
eljé
© 2
009
]ON
[Ee
n bi
jdra
ge a
an h
et t
hem
anum
mer
w
ww
.bur
ika-
naai
atel
ier.
com
Een
bijd
rage
aan
het
the
man
umm
er
ww
w.b
urik
a-na
aiat
elie
r.co
m
]
Een
bijd
rage
aan
het
the
man
umm
er
ON[6
Bijschrift: In de vroege jaren van onze verlichting waren er nog dwalende geesten, die het wezen van het zijn nog niet doorgrondden en daarom, vaak op voor hen ludieke, maar in de grond van de zaak wrede, wijze ontkenden dat ons bestaan wordt gedragen door het Licht van Oz (Hij zij geloofd, geprezen en aanbeden). Bijgaand opruiend manuscript is gevonden in een koperen buis ten zuiden van de begraafplaatsen van Ozmond, in een apart graf. Het lijkterop dat degene die dit heeft geschreven al in zijn eigen tijd een buitenstaander was, waar de ware gelovigen niet mee wilden verkeren, zelfs niet na hundood. Uit latere, apocriefe geschriften, blijkt dat het ketterse gedachtegoed van de opsteller van dit manuscript gelukkig geen navolging heeft gekregen. Er zijn wel vaker opwellingen van dwalende geesten geweest, maar zelden zo sterk verwoord, of moet ik zeggen verward, als deze anonieme speculant. Ware hij bekend geweest, dan zouden er standbeelden voor zijn opgericht, waar het volk rottend ooft en eieren tegenaan had gegooid, vanwege de vergaandedwaling. Nu kunnen we dit manuscript echter met een gerust hart beschouwen als niet ter zake doende en afdoen als een zotternij zonder ernstige gevolgenvoor de menselijke verlichting. | Aziz-Oz, 40e hogepriester en zegelbewaarder van de schrijn der gerechtigheid, MMXIIe aberratie, 26e lus.
8
EEN SNEE BROOD MET GESCHIEDENISSnee soldatenbrood in het Zeeuws Museum te Middelburg
(Collectie Zeeuws Genootschap)
Hoe houdbaar is brood? Daar kan vast het nodige over gezegd worden. Niettemin zullen er slechts weinigen vanuit gaan datdie houdbaarheid kan oplopen tot één driekwart eeuw. Het bewijs ligt in het Zeeuws Museum te Middelburg: daar kan je in éénvan de vitrines een snee soldatenbrood zien uit 1831, maar liefst 138 jaar oud dus.
Wat doet die ‘boterham’ daar? Welnu, in 1831 was Nederland in rep en roer. Het zuiden van het in 1815 gestichte Koninkrijkder Nederlanden had zich het jaar tevoren van het noorden afgescheiden. Er was een nieuwe staat gesticht: het KoninkrijkBelgië, met als vorst Leopold I van Saksen-Coburg. Hij was eerder getrouwd geweest met de Engelse kroonprinses CharlotteAugusta, de enige dochter van koning George IV. Zij overleed echter al in 1817, waardoor later niet zij, maar haar nichtje Victoriakoningin zou worden. Oom Leopold zou in 1837 arrangeren dat ook zij met een prins van Saksen-Coburg – de Prince ConsortAlbert – zou trouwen.
Maar goed, zover was het in 1831 nog niet. De Nederlandse Koning Willem I probeerde dat jaar om in een laatste wanhoops-offensief het verloren landsgedeelte terug te winnen. In een militaire operatie die later de geschiedenis zou ingaan als ‘De tien-daagse veltocht’ trok een bont gezelschap van militairen, studentenmilities en vrijwilligers op tegen de vrijgevochten Belgen. Deafloop is bekend. Het was een operatie die tot mislukken was gedoemd. Niettemin was de veldtocht een opsteker voor het‘Vaderlands Gevoel’ van het overgebleven noordelijk gedeelte van het Nederlandse koninkrijk, waaraan vele heldendichten enherdenkingsmedailles werden gewijd. Vermoedelijk was het om deze reden dat in de negentiende eeuw de ‘boterham’ uit deknapzak van één van de Zeeuwse deelnemers aan deze ‘De tiendaagse veltocht’ terecht kwam in de collectie van het ZeeuwsGenootschap, gewikkeld in een kaart van Belgisch Brabant. Daarmee getuigend, niet alleen van een vervlogen � Vaderlandsgevoel’, maar ook van de onvoorstelbare houdbaarheid van het toenmalige soldatenbrood. Wat dit opgespaarde stuk brood echter over de eetbaarheid van dit brood zegt, laat zich alleen maar raden.
9
De presentatieruimteHet was in de tijd van de curator dat Jannes zijn penselen in de verf doopte om ze dan met veel gebaar over het schilders-doek te bewegen.
“Hee, dat kan rustiger, zo wild is zo jaren 80 van de vorigeeeuw. Nee, heus doe rustiger, ik wil me er niet mee bemoeiennatuurlijk”.
Jannes zette zijn penselen in een pot met water en keek watonzeker naar zijn galeriehouder Wim Terloops.“Maar vorige week zei u nog dat..”
“Ja, dat was vorige week, eh, zo snel gaat dat nu, maar je moetvooral goed kijken en luisteren, dan weet je wat de mensenwillen, kijk en dat doe ik dus, volg mijn raad dus op, ik zou er wat meer blauw bij smeren ook, blauw doet het erg goedvandaag, rood ligt er uit, te fel, te agressief, daar worden demensen niet blij van... Blauw past ook vaak veel beter in welkinterieur dan ook...”.
“Maar, daar ben ik helemaal niet mee bezig, het gaat me meerom de diepgang, ik wil me uitdrukken met de verf, innerlijkeroersels, je weet wel, het leven en het lijden, zwart en meedo-genloos, de worsteling met het doek en de verf, de materie...”
“Ach jongen wat een geneuzel, wat bereik je daar nou mee...Nee, je moet goed naar me luisteren en doen wat ik zeg, dan komt ’t allemaal goed. Ik denk er trouwens over jouw werk uit te spelen tegen het werk van Mickey en Andy van Sprokkelhout. Die twee geile broers met hun mesjoggeobjecten. Wedden dat iedereen dan op z’n kop staat? ]Dieingetogen donkere verstilde schilderijen van jou, tegenover]die krankzinnig expressieve uitingen van hen. Is dat geenprachtig statement? Een ontmoeting van uitersten, waartussen het leven zich beweegt... Maar hou op met datwilde gedoe... Ik weet dat je het anders kunt... Anders past hetniet meer in het concept. Luister, doe wat ik je vraag en ikmaak je groot man”.
“Maar dit keer zou ik vrij zijn, mocht ik doen wat ik zelf goedvind, wat mij beweegt, mijn ding...”, Jannes keek radeloosnaar Wim...“De volgende keer man, dan laat ik je vrij, dan mag je je ganggaan, maar nu is het nog niet zover, eerst mijn geniale idee,man, en wat moet je nou zonder mij, de vorige keer stond jeook te shaken als een poedel in de regen en er kwam niets zinvols uit die mond van jou. Nee, luister en doe wat ik zeg,dan wordt ’t great”.
De maanden na dit gesprek worstelde Jannes door met de verf op zijn doeken, steeds meer walgend over wat hij maakte,maar hoe depressiever hij werd en hoe zwartgalliger zijndoeken, des te enthousiaster werd Wim, die zijn idee meer en meer uit de verf zag komen en wist dat hij met de komendetentoonstelling enorm zou scoren. Hij woekerde nog wat met de titel, maar dat was een kwestie van tijd, deadlines stuwden de adrenaline in zijn aderen op en brachten zijn denken op topniveau.
Wim Terloops was eigenlijk een gewone jongen, met een grote handelsgeest, die zijn voormalig bedijf in siliconen tot een beursnotering had gebracht, waarna hij het hadafgestoten en op zoek was gegaan naar een nieuwe uitdaging.Dat werd netwerken, wat hij uiteraard uitstekend deed, zogoed zelfs dat hij er een paar boeken aan waagde om zijnexpertise onder de mensen te brengen. Een intieme relatie met een schilderende vriendin bracht hem uiteindelijk bij de kunst en zo begon hij aan zijn galerie-avontuur. Hij hield er nu eenmaal van niets naar iets te brengen, en was dat nuniet het ultieme kunstgevoel? Eigenlijk was hij in het diepstvan zijn zijn een kunstenaar, maar dan een met gevoel voormarkt en zo zou hij die beeldende broeders wel helpen.
Jannes was er zo een, een gevoelig tiep, briljante schilder enbeeldhouwer, maar ja, op wat hij naar buiten bracht zat niemand te wachten. Daarom wilde Wim hem wel helpen in zijn presentatieruimte. Hij had al een paar tentoonstellin-gen met hem gemaakt en redelijk verkocht. Natuurlijk warendat wel de werken die hij gecoached had, als het de innerlijkeroerselen van Jannes zelf waren geweest, had het nog geen stuiver opgebracht. Wim vond het daarom zeer redelijk een commissie van 60% te rekenen.
Groots en meeslepend moesten de tentoonstellingen zijn, contrastrijk als het leven zelf, daarom stelde hij de werken van Jannes tentoon samen met ander veel uitbundiger werk.
Dat gezeur van Jannes dat hij toch een keer graag zelf zijn tentoonstelling wilde inrichten had hij deze keer gelukkigweer kunnen afwentelen. Dat zou een tentoonstelling moeten worden met miniaturen die Jannes tussendoor fabriceerde, waarin hij helemaal opging en die hem volgens eigen zeggen het meest nabij waren. De idioot, alsof de mensheid geïnteresseerd zou zijn in iets kleins. Nee, als je kunstenaars zelf hun gang liet gaan zou het snel met ze gedaan zijn. Andy en Mickey waren inieder geval gedweeë slaven, die deden wat hij zei en dat leverde hen behoorlijk wat succes op.
Wim zag de tentoonstelling over een maand of twee dan ook
10 11
met een gerust hart tegemoet, ondanks het gesputter vanJannes. O ja, nu alleen die spannende filosofische titel nog, die weliswaar niet de lading zou dekken, maar wel veelmensen zou trekken naar zijn presentatieruimte. ‘Met de benen wijd’ was wat in zijn hoofd naar boven borrelde, terwijl hij dacht aan het laatste beeld dat hij de broertjes had laten maken.
Jannes had de laatste weken met grote tegenzin keihard gewerkt aan zijn laatste schilderijen.“Zo verkoopt dat toch niet, ui! Nee, dat heeft niets te makenmet autonomie, slechts met economie, dat is waar het omdraait”, had Wim geroepen en Jannes had daarop de witkwastmaar weer ter hand genomen en een en ander overgeschilderd.Waar Jannes nog het meest tegenopzag was de confrontatievan zijn werk met dat van de Sprokkelhout broertjes. Een rilling ging door zijn lijf en het koude zweet brak hem uit als hij daaraan dacht. Zijn ergste nachtmerries leken bewaarheid te worden. Zijn toch wel tere, zachtmoedigewerken zouden verscheurd worden door dat van die commerciële draken, niets zou overblijven van zijn gedachtengoed en zieleroerselen. Walging bekroop hem toen hij naar zijn producten keek die morgen naar de presentatieruimte van Wim zouden verhuizen. Hij kon ze bijna niet meer verdragen. Met trillendpenseel bracht hij nog een laatste streek aan. Zo moet het danmaar, zuchte hij.
De volgende dag werden de doeken opgehaald en naar de presentatieruimte gebracht waarna Wim met de inrichtingbegon. Jannes mocht zich er niet mee bemoeien en bleef handenwringend en ijsberend achter in zijn nu wat lege atelier. “Hee, nu kun je lekker fröbelen aan die miniaturen van je”,had Wim nog geroepen, “Lekker vrij en autonoom! Over eenpaar dagen zie je het resultaat wel, van de expo bedoel ik”.“Wat heb ik gedaan, wat heb ik gedaan...”, vroeg de getergdeJannes zich af.
De avond voor de opening hield hij het niet meer, en ondanks dat Wim hem die dag nog gerustgesteld had door op te merken dat het allemaal fantastisch ging worden,besloot Jannes naar de presentatieruimte te gaan.
Als een dief in de nacht sloop hij naar de straat waar de presentatieruimte zich bevond. Deze was geheel verduisterdvoor de opening morgen om 11 uur. Wim hield nu eenmaal vanonthullingen en niets daarvan mocht vantevoren uitlekken.
Binnengekomen sloeg de schrik hem om het hart: het resultaatwas nog erger dan hij had gevreesd en de toch immer rustige Jannes verviel in een enorme razernij,waarbij hij niets spaarde.
De politie moest die avond tweemaal uitrukken, eenmaal naar een totaal verwoeste presentatieruimte, waar een geheelverbijsterde curator zich afvroeg hoe deze verwoesting, alsof er een bom was ontploft, in een zo korte tijd plaats had kunnen vinden.
De tweede maal was met de brandweer naar een loods die inlichter laaien stond: het atelier van Jannes. Van de kunstenaarontbrak ieder spoor en dat bleef zo. Ongeveer een maand na het gebeurde ontving Wim eenpakketje met daarin twee miniaturen en een papiertje, zonder aanhef en maar één regel tekst: ‘Presentatieruimtes zijn er voor de kunstenaar en ik vaar wel en ben’.1]
“Kijk niet zo gramstorig, Johan. Elke hond bijt zijn baasje wel eens in de pofbroek. Dat kun je een dergelijk beestje toch niet euvel duiden. Ik begrijpnochtans, beste vent, dat dit gedrag fnuikend kan zijn voor de relatie met het hondje, maar ja, dat werd dan ook behoorlijk balorig van het feit dat jehem constant een trechter rond het kopje bond, en dat enkel en alleen omdat je zijn kwijlen beu was. Kwijlen hoort bij deze hondjes, Johan. Daar is hun lippenwerk op gebouwd, mitsgaders hun speekselaanvoer en telkenmale als het hondje zijn kop schudt, zwiept de kwijl in het rond, ook op zijn eigenkop. Daar gaat zelfs een hond genoeg van krijgen, in dier voege dat hij dan de behoefte ontwikkelt om te bijten, al was het maar in iets en in onderhavig geval was dat jouw pofbroek. Kortom, niet getreurd, beste Johan!”
Gra
msto
rig: bijvoeglijk naamw
oord, voor het eerst genoemd in 1709; kom
t van
gramsturig >
gram (verstoord) en stuurs); het betekent 1)opvliegend, korzelig, boos,
kwaad – je kunt gram
storig worden of iem
and gramstorig m
aken en 2)toornig – je
kunt een gramstorige blik hebben.
Fn
uik
en
: overgan
kelijk werkw
oord
, voor h
et eerst genoem
d in
1401-1
450, 1
)een ein
de m
aken aan
de vrije o
ntp
looiin
g,
(en vervo
lgens o
ok aan
: het b
estaan), van
-, ten o
nder b
rengen
; ieman
ds tro
ts, mach
t fnuiken
.
Eu
ve
l:vo
or h
et e
erst ge
noem
d in
901-1
000, ko
mt u
it het G
otisch
uf (o
nder); h
et b
ete
kent 1
)kw
aal, ziekte
, onge
steld
heid
, gebre
k e
n
2)ge
bre
k o
p ze
delijk
of ge
este
lijk ge
bie
d - h
ij gaat aan d
at euve
l man
k; ie
ts slech
ts of ve
rkeerd
s; ook syn
onie
m vo
or k
waad
).
Pofbroek: broek met lage pijpen
die vanonder in een pof hangen;
(gewestelijk) iemand die altijd op
de pof koopt.
Balo
rig: b
ijvoeglijk
naam
woord
, voor h
et e
erst ge
noem
d in
1477, h
ardhore
nd, d
oof, h
et h
ore
n m
oe, van
Mid
deln
ederlan
ds b
al
(slech
t) en h
ore
n, 1
)(geweste
lijk) ve
rdoofd
door law
aai, 2)ve
rmoeid
en ge
melijk
, door h
et m
oete
n h
ore
n o
f aanhore
n van
iets d
at
onaan
genaam
klin
kt, 3
)nie
t naar raad
wille
n lu
istere
n (w
eersp
annig, re
calcitrant, d
wars, o
nw
illig en 4
)in e
en sle
cht h
um
eur (syn
onie
m
gem
elijk
, ontevre
den).
Onderhavig: bijvoeglijk naam-
woord, voor het eerst genoemd in
1818-1821; komt van het Hoogduits
(die unterhabene Sache), het bete-
kent waarvan op het ogenblik sprake
is, dat men nu behandelt of onder
handen heeft - de onderhavige zaak; in
het onderhavige geval.
Mitsg
ad
ers: vo
egwoord
elijk bijw
oord
, voor h
et eerst genoem
d in
1288; ko
mt van
met en
gader, vergelijk gad
e; het b
etekent also
ok, b
eneven
s.
Noch
tans: vo
egwoordelijk bijw
oord, vo
or het eerst geno
emd in 1275/1276, ko
mt van het M
iddelnederlands nochtan
(nog dan); het betekent evenw
el, toch - m
en heeft er meer dan eens aan herinnerd; het heeft no
chtans niet gebaat.
in dier voege: het betekent
zodanig, aldus
Telk
enm
ale: het betekent 1)bijw
oord van frequentie, telkens, ook telkenmaal
en 2)onderschikkend voegwoord van tijd, telkens als, ook telkenm
aal als.
Z i N G E v i N G
onder
auspiciën
van st. oog 2]
RobGellmanRobMeijer
15
De reden waarom ik hier ben?
Om hier te zijn!
Het leven = prachtig
14
Rob Meijer is singer/songwriter en beeldend kunstenaar | Rob Gellman |
1716
RobVerhageRobMaaskant
Alle ratio is absurde
nonsens en dient
als zodanig serieus
genomen te worden
Het leven is . . .
Rob Maaskant is theatermaker met zijn Theater Het Bedrijf vh, waarover meer in het volgende nummer | Rob Verhage is drukker te Middelburg en ‘bezorger’ van dit blad |
19
hans
bo
mm
eljé
(19
57)
“DE SHOWROOM”
“DE SHO)
gouden diger kens expositieruimte Jager-Tolhoek; Vroeger
1957
(m
eljé
“DE SHO
jaren jonge zijn In handjes. gouden beroep van eigenlijk was maar diger particulieren. aan werden verkocht die kens was is, Ceasuur van expositieruimte
groothandel een Jager-Tolhoek; hier vader mijn werkte Vroeger
WR
DRAKENSTEYN kasteel hij heeft jaren man een meubelmaker; beroep
vertegenwoorwas Hij particulieren. de voor ruimte de vroeger was nu Wat bouwmaterialen. in groothandel
�rma de bij gebouw dit in hier
HO OWR
TE me
-vertegenwoor-keude
de nu De �rma
TEYN met
OMOOMWR
MM”
mel
jé
Op niet De zo om speelgoedzaak hij was weest; van gouden
hans
bo
m
vriend goede een van voorspraak Op maar herinneren, precies meer niet
met con�ict het van details De door dat toen gezien,kwaad zo
beginnen. te Goes in zaak eigen een om Jacobsstraat St. de in speelgoedzaak
Gouden ‘de in bedrijfsleider als hij prinses een voor vader mijn dat was en jaar 5 toen ik was zelf weest;
verbouwd. nog Beatrix prinses van jaren jonge zijn In handjes. gouden
vertegenwoordiger hij werd v boos! ‘godverdomme’ hij was w r ik kan eigenaar oe de
doorging. niet oorzaken ze door nooit nog vader mijn eb Ik beginnen.
ambitie de had en gen te Jacobsstraat hobby- een kt Nagel’ Gouden
av dit Na werkte. prinses trots ho goed te al nog weet en zijn 2 omstreeks zal Het verbouwd. T kasteel hij heeft jaren
vriend wat aar toenmalige
dubieuze heb
Vlissingen gewerkt;
avontuur hoe 1962
DRAKENST
vertegenwoordiger boos!
me ik doorging.
nooit ambitie
en hobby- heeft
ik trots -gezijn
T TEYN
Het gedroeg me ook als ‘verkoper’ in de hoop ook iets te verkopen!naar Maar ‘moet ‘DE Op
veel inzet en groot plezier gewerkt.bij Op
gebouw, ne een was Het oe k r
e Nagel G de de naar enkele Een htig het ond hij Maar
de naar ee ch nu je ‘moet er was Thuis S OM ‘DE
maand) de in x ( n Op
r daar eft en Tolhoek Jager De bij v goede een van voorspraak Op
spannend edroeg me ook als ‘verkoper’ i
eens wel Gouden prachtig! vond weer echt je
SHOWROOM’. x (2 zaterdagen
eel inzet en groot plezier geweheeft
v
spullen mooie met ruimtes o gedroeg me ook als ‘verkoper’ in de hoop ook iets te verkopen!
helpen te probeerde Ik ging. mee zoals net mee, ik ging keer enkele
moeder mijn zei showroom’, zaterdagen; die over heibel altijd er
verantwoordelijk hij was maand)
veel inzet en groot plezier gewerkt.met pensioen zijn aan tot daar
vertegenwoordiger hij werd v
overal ,
vriend
spullen gedroeg me ook als ‘verkoper’ in de hoop ook iets te verkopen!
en helpen ik zoals
dan. zaterdagen;
voor
heel met vertegenwoordiger
te waar tafelmodel tafeltje kopen vond en meestal openingszin die
Rotringpennen en potlood met tekenen te instellen. kon graden de je waar tekenhaak echte een met tafelmodel
een in opbergen kon je die tafeltje bouwtekeningen de ook hij maakte kopen
hebben. te buurt de in me om vond me voor klusjes ook verzon en ook t vond maar over meestal
binnenkwamen. en er als openingszin Kan d niet thuis we die
gebouw,
me het
klanten hadden.
p
voor m en nn a dan hij z ng Uren instellen.
een n l tw e met tekenhaak nog, he he Ik ffe een
tekenklein hee een op nin wilden euk e n Als ben
wo het hij at denk Ik me. he te hulpje een o k wel ook het nam vader Mijn me
favoriete mijn Was helpen? u ik Kan spullen
malletjes otringpennen av ’s zat lang
en linialen twee hem heb koffertje.
heel tekeningen keuken een klanten ben.
gewoon dat he om leuk
enkwamen. u
de or avonds
knop zo’n
-tekenwilden
leuk b da het
e spullen
or
ebben dan
oriete
gewoon van midik. onder. j, lettertje hiervoor te inbouwapparatuur.
keuken de hij dat wel ook zijn uit papier stukje een gewoon
bijvoorbeeld of interieur het van iets hij Als tekeningen. van del mid
tekenen. het ook Trouwens ik. en letters voor liefde De onder.
voorzien later werden y en q p, geoefend op echt hij waar lettertje
hij waarlangs liniaal de hiervoor goed zo niet kon hij geven; te ook had Hij inbouwapparatuur.
installeerde, klanten de bij zelf kwam Het voorschijn. te agenda zijn
schetsboekje het kwam tuin de bijvoorbeeld inrichten het over leggen wilde uit iets
altijd communiceerden Wij tekenen. hem,van ik heb typogra�e en
krulletje speciaal een van voorzien er De had. geoefend typisch Een schreef. lettertjes de hij
gebruikte e schrijven hand de uit maten om r speciale een
onderkastletters Een
en manier
dat kwam
of schetsboekje inrichten
door k
na g, f, onderkastletters
s e
an maten
denk naar
pisch ruikte
aan
Met dank aan de showroom:
was extra inkomen! We zijn er groot mee geworden.ook
ik z Met dank aan de showroom: : ik zal een keuken voor je maken Pa!
was extra inkomen! We zijn er groot mee geworden.keuken de hij dat voor wel ook
ik zal een keuken voor je maken Pa!
was extra inkomen! We zijn er groot mee geworden.installeerde, klanten de bij zelf
ik zal een keuken voor je maken Pa!
dat installeerde,
Simon Jan Bommeljé in kasteel DRAKENSTEYN 1962
tentoonstelling in Galerie Caesuur, Lange Noordstraat 46, 4331 CC MIDDELBURG te bezichtigen tot 26 oktober 2009
18
WAARHEEN NU?
De wind drijft de wolken vooruitde tijd verstrijkt met een ijzig geluideen mist trekt over het laagland met slotenje kijkt toe met je ogen gesloten
Wat waait daar door de bomen mn kindhet is de zwarte ruiter die huilt in de windzijn tranen striemen in je gezichtje ogen wijd open nu, je hersens gedicht
De ruiter zwalkt rond als een dolende ridderzo dwalen gedachten en klinkt het gesiddereen slang die zich kronkelt in allerlei bochtentovert in het duister een vloot van gedrochten
Waarheen nu, is er een weg nog naar buiten?valt er te ontkomen aan kwade schavuiten?Het koude zweet, je blik is oneindigzo eindigt jouw leven voortijdig.
SOMBER
Het leven is somber, de kleuren zijn omberhet is het seizoen van bladeren die vallen
Het leven is zuchten, in loodgrijze luchtenmet loeiende koeien gestapeld in stallen
De neerslag geselt de bladeren en jaagt ze in t rondtodat ze massaal versterven op de grond
Een dans makaber van vreemdsoortige vormendwarrelen, scharrelen geen waarden geen normen
Tot humus, een laag van bitter en bruin gestorvenwaaronder micellium met boleten naar boven hapt
Zo bruin het leven waar rotting zijn rechten gaptwat eens zo heel mooi was, is nu zwaar bedorven
Maar daar in die zompige aardteringzooimaakt een klein knopje het leven weer mooi
20 21
IK WORSTEL MET DE TIJD
Ik worstel met de tijdDat de tijd zou worstelen met mij is onzinDe tijd heeft geen besef
Eigenlijk worstel ik ook niet met de tijdIk worstel met mezelfen geef de tijd de schuld
Die gaat veel te snelMaar de tijd gaat nietDe tijd is een constante,of beter, die ís
Of ík ben is nog maar de vraagMaar die ga ik niet beantwoordenOh nee, ik ben niet gek!
ALS ALLE VRIENDEN ZIJN GESTORVEN
als alle vrienden zijn gestorvenen de tijd verdwijntachter gindse duinenzoek mij dan aan de kust
daar breng ik wat ik heb verworvendaar offer ik, terwijl Hades seintmijn slecht onderhouden tuinenen mijn nooit gevonden rust
DE ADEM DIE IK UITBLAAS
De adem die ik uitblaaszuig ik huiverend weer inDe tranen die ik laatdrink ik op; het heeft misschien geen zin,maar alles wat een einde lijktwordt zo een nieuw beginEn dan lijkt het, althans even,of ik van de tijd een stuk herwin
GOLF
zilt, uit zee, vermengd met zand en windik ruik de golvende schoppende schuimkoppen ploegenhet zand zwoegtde wind waaitdraait vanuit de zee
blazend, razend als tierende hazendeinen golven dreigend weg
bij het voelen van het zandstort de golf schuimbekkend neerkapotgeslagenzijn smoel geschamptaan de pokken van de palenlangzaam verdamptdoor de golfbrekers’ kracht
Als ik ‘s avonds slapen galeg mijn hoofd te rustenstaan bezoekers aan mijn bedvoor de kamers van mijn geestKloppen aan bij mijn gedachtengaan niet weg wat is geweest
Vraag ik toekomst hier te blijvenrust met mij de plannen uitPlannen die we samen ooit bedachtenschreven aan de muren van gedachten
Vraag beleefd verleden te vertrekkenje hoeft niet meer te wachtengoede reis en vaarwel terugOm zo toekomst kamer leegVolledig ruimte in te trekken
MADONNA - XVII [VOOR IN DE RECHTBANK]
De dwaze moeder van Golgothaheeft nog jarenlang gedemonstreerdtegen het onrecht haar zoon aangedaan.
Ze ging er voor op reis,maar de rechter sprak streng en voornaam,dat, gelet op termijn en bewijs- en na te zijn gecontroleerd - ,na tweeduizend jaarde zaak zou worden geseponeerd.
Robbert Jan Swiers Annemarie Pouwer Ramon de Nennie [uit MAM, 14 zangen bij een overlijden] |
Robbert Jan Swiers, beeld Ramon de Nennie [uit: catalogus 1/1 zomeratelier 2006, ontbrekend beeldonlangs gefotografeerd]
22 23
Machteld van der Wijst | voorpublicatie aantekeningen aangaande existentiële twijfel in tijden van chaos en wanhoop
mijn dromen die komen in de nachtze zijn vreemd en vervuld van schuld
[in de morgen van 6 juni 2008]
24 25
je hoeft me nooit meer te komen halen, mama
[20 mei dinsdagavond tegen achten]
26
met voorbereid zijn bedoelen ze niet doodgaan ondertussen
[1 juli 2008 | 70 dagen later]
29
Milles FeuillesO f t e w e l : E e n i n w i j d i n g e n u i t w e i d i n g
Door: Sturm
& Drang
Abraham Archibald de Smetmaker had een permanent zuinigmondje en was om en nabij de zestig jaar oud, toen hij zichrealiseerde dat alles eindig was. Hij woonde in een achenebbisjmonumentaal pandje aan een van de vele, slordig neergewor-pen zijstraatjes van een majestueus plein met hoog oprijzendeplatanen en pittoreske gevels uit vervlogen tijden.
Hij had er altijd aardigheid in gevonden om de samenleving tepenetreren met zijn zure tegendenken. Hij stond zich voor opzijn hoge begaafdheid en bezag anderen als niveaulozen meteen beperkt brein, die zich moeizaam voortsleepten in ditondermaanse en amechtig hijgend hun armetierige levenstrachtten te vullen met materiële zaken die van nul en generleiwaarde voor hem waren.Met zijn kleine, priemende zwijnenoogjes kon hij zijn mede-mens meedogenloos aanstaren terwijl hij ze met briljante vol-zinnen laag voor laag afpelde tot op de botte kern van hunminvermogende geest, zodat ze als slappe aftreksels van volu-mineuze lijven - zie ook het slappe lichaam van Michelangeloin een hoekje van zijn majestueuze en onovertroffen plafond-schildering in de Sixtijnse kapel te Rome - roemloos naar hetplaveisel zweefden. Met onverholen plezier kon hij terug-denken aan die triomfen van zijn superieure brein.
Echter, er was telkens een lichte verstoring in zijn verder vol-strekt uitgebalanceerde leven, die hem hinderde als een vliegdie zichzelf had ingesloten tussen de twee ruiten van een dub-belglas venster. Het bzzt-bzzt geluid ergerde hem tot in zijnteennagels en kon hem tot grote hoogten van ongekende driftbrengen. Dit nu gebeurde dan ook steeds vaker als hij op eenminder gelukkige omstandigheid in zijn aardse bestaan werdgewezen: het telkenmale en van een structureel karakter ontbreken van voldoende pecunia om in zijn levensonderhoudte voorzien. Vandaar dat hij, op een niet nader te noemen tijdstip, in zijn altijd malende brein tot het besluit kwam omop minder voor de hand liggende en wellicht niet geheel volgens de eigentijdse wetten van een verder door hem niet als competente en dus volstrekt overbodig bestempelde samen-leving een voorwerp van enige solide waarde aan te schaffen,dat na verkoop hem een lump sum zou opleveren die hem de
rest van zijn leven zou kunnen laten voorzien in de door hembegeerde en benodigde levensbehoeften. En, zo voegde hijzichzelf daaraan toe, dat was niet eens zo veel…Met minachting voor de nauwelijks aanwezige suppoosten vanhet naburige museum, liep hij zo op een dag - die verder nietmet name zal worden genoemd, vanwege de geringe impor-tantie die eraan wordt gehecht - door de diverse zalen vol metwaardevolle objecten, haalde met een eenvoudige handelingeen schilderij van hoge waarde van de muur, stak die onderzijn jas, die hij niet bij de garderobe had achtergelaten,ondanks de vriendelijk bedoelde woorden van een daar aanwe-zig persoon, die hij met grote stelligheid van zich af liet glijdenals een ratelslang zijn te krap zittende vel, en liep met opgehe-ven hoofd en zonder zich iets aan te trekken van de beleefdeafscheidswensen van het aanwezige baliepersoneel het panduit.Eenmaal thuisgekomen plaatste hij het schilderij tegen eenwand, schoof een stoel dichterbij en bekeek het geheel met eenkennersoog van jarenlang opgeslagen wetenschap die hem instaat stelde om de waarde te kunnen bepalen. Nadat hij opgoed beargumenteerbare wijze tot een logische deductie was gekomen van de prijsbepaling, leunde hij met een naar tevredenheid neigende attitude naar achteren en nam ditgevoel enige tijd tot zich als een aan opium verslaafde Chinesestoker uit vervlogen tijden die in Rotterdamse kits zacht aande pijp reutelend exotische gedachten aan zijn benevelde gees-tesoog voorbij liet zweven. Dit gevoel van exquise extase liethij huiverend voorbijgaan om zich terug te plaatsen in derauwe realiteit van alledag.
Een lichte schok achter zijn sternum bracht het besef tot hemdat hij een cruciaal onderdeel in zijn verder perfecte plan niethad voorzien. Uiteraard hinderde hem dat, vanwege het ongebroken geloof in zijn eigen geestelijke vermogens, maarhij moest zichzelf toch toegeven dat hij de gevolgen van zijnhandelingen niet geheel tot op het eindpunt had beredeneerd.Aan wie moest hij tenslotte dit schilderij verkopen? De wereldvan de kunstheling was hem volstrekt vreemd. Paniek wasnooit aan hem besteed, maar deze kwestie vroeg toch wel omeen dringende oplossing. [wordt vervolgd]
30 1| Giel Louws - 2| Michiel Paalvast - 3| Giel Louws
1 2
3
LEGE HANDEN
Op mijn zesde verjaardag werd ik naar de staart van de karavaan gebracht. Ik kwam daar onder de hoede van een man die belast was met het opbreken van het kamp en het uitwissen van de sporen. Het was een stiekeme oude baas. Aan de vooravond van vertrek zette hij gecompliceerde speurtochten uit voor alle leden van de stam, zodat hij zich ongestoord door het kamp kon bewegen. Ik leerde het vak door me onzichtbaar te maken en hem op zijn wonderlijke tochten te volgen. In eerste instantie leek hij altijd alleen wat rond te lopen, hier en daar iets aan te raken en de binnen- en buitenkant van een tent te inspecteren. Soms zat hij minutenlang op zijn hurken naar een stapel potten en pannen te kijken, dan raapte hij plotseling wat op en begon aan een trefzekere dans door het kamp. Hier plaatste hij iets in het ene, daar gleed iets in het andere. Hij trok wat lijnen los en met een zucht ontspanden de tenten zich. Aan het eind van de dag was alles in minuscule bundels op de lastdieren gebonden. Na verloop van tijd kreeg hij waardering voor mijn zwijgzame gezelschap en begon hij me te onderwijzen. Hij leerde me de techniek van het wandelen in de dingen. Adem in, zei hij, en bekijk zelfs de kleinste dingen als plekken. Concentreer je, verklein je geest tot hun formaat en wandel tussen hun vormen, dan vind je altijd ruimte om nog iets op te bergen. Adem uit en zie dat het hele kamp een ding is; bindt het op een lastdier. Zes jaar lang ben ik met hem opgetrokken, toen verdween hij en was het mijn beurt. Al snel bleek ik talent te hebben. Het lukte me om de spullen in steeds kleinere bundels te verpakken, waardoor we lichter en dus sneller konden reizen. Ik bestudeerde de wijze waarop de mensen met hun spullen omgingen. Toen ik het pad van alle dingen door ons kamp kon voorspellen, begon ik al met inpakken voor we vertrokken. Ik nestelde me in de kop van de karavaan. Daar verfijnde ik de techniek van het wandelen door me steeds kleiner te maken. Ik verdwaalde tussen de bin-nen- en de buitenkanten van de dingen tot ik me zo klein kon maken dat ik zag dat ze eigenlijk geen randen hebben. De harde buitenkanten bleken poreus en begaanbaar. Ik bewoog me door het gewoel van de materie en de ruimte vergrootte zich. Niet langer verborg ik iets onder de dunne rand van een kom of in de opening tussen het oor en de pot; ik schoof de dingen in elkaar, borg het hele kamp op in de punt van een naald. We hielden lastdieren over die we verkochten. De mensen begonnen te klagen dat we verdwenen. Het opruimen en inpakken had zo’n snelheid aangenomen dat ik een leegte om hen heen had geschapen. De spullen waar ze zich gewoonlijk mee omringden, waar ze zich aan vastklampten en een identiteit aan ontleenden, leken in die versnelde cyclus en in elkaar op te lossen. We hadden de essentie bereikt; altijd in beweging, zonder begin en eind en zonder sporen na te laten. Ik werd verbannen naar de staart. De mensen begonnen zelf hun spullen weer in te pakken en de karavaan groeide. Gelaten liet ik me steeds verder afzakken. Nu reis ik alleen in de sporen van mijn stam. In de verte kan ik ze horen en ik luister naar hun verhalen. De bijzonderheden verwaaien, maar wat me bereikt dikt zich in tot een pit in mijn gedachten.
32 33
34 35
36
© ‘MARILYN WITH OPEN EYES’ is een kopie van de bewerkte kopie van een afdruk van een foto
van een deel van het werk MARILYN DIPTYCH (1962) van Andy Warhol.
U kunt in het bezit komen van de originele kopie door deze afbeelding te kopiëren,
te bewerken en te zenden aan: KOPIE - 7082 _ NL 4330 GD
Na ontvangst wordt een genummerd en gesigneerd exemplaar toegezonden.
Uw bijdrage zal tentoongesteld worden in wALLofsmALLart, een expositieruimte in KIPVIS, Vlissingen. 37
KO PIE
Ongevraagd adv esHet grootste deel van de Nederlandse bevolking lijkt deze dagenzelf het penseel, beitel of pen ter hand hebben genomen. Er gaatgeen weekend voorbij of er is een kunstroute in een of andere wijkof dorp, of er openent een expositie in een huiskamer of galerie.Er is geen enkele drempel meer om de benodigde cursussen tevolgen, of materialen aan te schaffen. Het meest gehoordegesprek op een opening van welke expositie dan ook is: ik maakzelf ook…Zelfs de deskundig geachte overheden hebben zich op de amateur gestort, de amateur-beoefenaar moet gesteund worden.Subsidieconstructies worden bedacht om de ambitieuze amateur-verenigingen te ondersteunen. Niemand lijkt zich af te vragenwaarom.
Laat me in deze kwestie enige ongevraagde adviezen geven:1| Laten we amateurkunst alsjeblieft geen kunst noemen. Kunst moet avontuurlijk, verrijkend, troostend en doorleefd zijn.Grote kunst gaat over ALLES, en slechts een enkele kunstenaarlukt het, na veel en hard werken, om af en toe deze top te bereiken. Dus ik stel voor om het KNUST te noemen.
2| Voordat u de kunstenaarsmaterialenwinkel binnenstapt, of u zich voor die cursus inschrijft, ga eens kunst kijken. Word lid van de bibliotheek, ga de galeries af, en de musea. Als u dan nog steeds denkt kunst te moeten maken, schaft u zich dan die verf aan.
3 | Er is meer behoefte aan kunstkenners, liefhebbers en verzamelaars dan aan makers. Vergist u zich niet in het belang, en de creativiteit van het kunst bestuderen en kopen.
4 | Ondersteun of bezoek geen amateurkunst.
5 | Praat eens met een echte kunstenaar, ze zijn zo leuk.
6 | Heeft u dan nog veel vrije tijd over, dan zijn er nog zeer veel leuke hobbies om uit te oefenen. Denk eens aan het folkloristische punniken, met de befaamde punnik-paddestoel.Of het mandenvlechten, wat pespectief biedt als de koningin uw woonplaats wenst te bezoeken. Veel leuke activiteiten zijn met uitsterven bedreigd, en wachten op u om gered te worden.
Hiervoor alvast hartelijk dank
Giel
Amateurkunst
6
38 39
subjects is a meeting point of graphic work and electronicsounds. The electronic music enlarges the space where figures are floating from theceiling. The drawings are a partition and the material is the instrument.
Annabel Garriga is graduated in grafic/video arts at the Hogeschool vanUtrecht under the degree of graphics. She uses mainly monotype, photopolymerand etching techniques. She is awarded the third place of the graphic art prize fromthe Netherlands Alliance Art Collection 2007. She also received recognition as partof the 2007 young talent award from several art organisations.
Edouard van de Velde is an autodidact electronic musician, influenced by JohnCage, David Tutor and Scanner, only to name a few. So far he has been working on electronic poems based on texts from Samuel Beckett or of his own.
41
Walcherse wandeling I - van Vlissingen naar Vrouwenpolder
De nacht wijkt = Hoge, dwarsgetuigde schepen zoeken de lijzijde van het eiland -
Vlissingen in zicht = Rammekens ronden –
Reizente voet
dan voetstaps, de Welzinghe op – Lemmer over – Arnemonding in, naar de Dam =
Of beter: van Welzinghe het Nieuwe Havenkanaal door =
over de noord door het woeste Gat - Veere voorbij
en op het ritme van paarden naar de kades van Middelburg =
Ai, Veere sloopt een bolwerk en verlegt het kanaal =
‘De Reede van Middelburg’ –
die de geluiden van de VOC onderscheidt in het geheugen van de wind =
www.walchersewandelingen.nl
Ze varen door, de schepen voor Middelburg =
Of nee:
De Reede van Middelburg is voor de voetganger
42 43
Up’s down, down’s up
the city in the wings of a bird
the stones of time are falling up
and just think this is weird
giovanni’sgedachten
DVD:SUBJECTS [9:48]
Edouard van de Velde - soundscape | Annabel Garriga - beeld
Some call it magic | Swiers & De Nennie [3:19]
Robbert Jan Swiers - muziek | Ramon de Nennie - beeldFeaturing Aagje Feldbrugge | Robbert Jan Swiers
Lost in riddles | Swiers & De Nennie [2:56]
Robbert Jan Swiers - muziek | Ramon de Nennie - beeldFeaturing Sam Berhitu | Machteld Ducrot | Robbert Jan Swiers
Tower of Babylon | Swiers & De Nennie [4:23]
Robbert Jan Swiers - muziek | Ramon de Nennie - beeldFeaturing Sam Berhitu | Henk van Boeijen | Machteld Ducrot Jan Engelvaart | Bert Hoogerheijde | Robbert Jan Swiers
Waar de neurozen woek’ren [3:50]
Rob Meijer - muziek, beeld, zang & gitaarRamon de Nennie - montage
Danse macabre in Kapel Hoogelande [7:50]
Lucy de Graaf - beeldenRobbert Jan Swiers - muziekRamon de Nennie - camera + montage
Bonus tracks
Hans Bommeljé - beelden
44 45
Stil
Soms kijk ik diep in je ogen
en zie ik een zee van verdriet
over het leven en hoe alles uiteindelijk
zo treurig verloopt.
En dan zou ik willen zeggen dat er ook hoop is,
maar die is er niet.
Dus zwijg ik maar en raak je heel
stil ergens aan.
Credits & Noten
omslag + schutbladen | decreet
p3. drang | Ramon de Nennie [uit: bij koninklijk decreet, eigen uitgave,Middelburg 1996, gebonden, oplage 25]
p4. ATFAM (1) All The Food around Me. More than one billion people are undernourished worldwide (FAO) | Hein Verwer
p5. ON | Ram-on de Nennie
p6/7. ON | Ilse van der Klooster, Hans Bommeljé
p8. ON | Robbert Jan Swiers
p9. Anonymus
p10/11. De presentatieruimte | ..nn..1] Natuurlijk heeft Wim, commercieel als altijd, de afgebeelde miniaturen voor een mooibedrag weten te slijten aan een buitenlands zakenman, als de laatste nog overgeblevensublieme werken van Jannes Vermeer.
p12. 2] De Stichting tot Instandhouding en Verspreiding van Onterecht in Onbruik Geraakte Woorden (OOG) | Jan J.B. Kuipers en Robbert Jan Swiers
OOG is opgericht vanuit de sterke drang om onterecht in onbruik geraakte woorden terugte brengen in het levend taalgebruik. Het is zeker niet de bedoeling om hiermee een tegen-wicht te geven aan de ongebreidelde groei van nieuwe woorden, al dan niet ontleend aanhet Engels of een combinatie van straattaal die is samengesteld uit de talen van de sederteen jaar of veertig in Nederland woonachtige anderstaligen. Ook in de straattaal zitten pareltjes van taalvondsten en taal moet vooral levend blijven en zich ontwikkelen; overigens valt dat sowieso niet tegen te houden, leert de geschiedenis ons. Nee, het gaatdeze stichting enkel en alleen om het bewaren en uitdragen van steeds minder in het taal-gebruik voorkomende woorden, die toch een eigen kracht en dynamiek hebben (gehad),die ook in ons hedendaags taalgebruik nog een rol kunnen spelen. Woorden die in proza,poëzie en fictie nog steeds tot de verbeelding kunnen spreken en sferen oproepen die metde steeds kleiner wordende taalschat – de woordenkennis van Nederlanders neemt in raptempo af – moeilijk zijn te vangen of beschrijven.Welnu, hoe brengt onze stichting de woorden in kaart? Wij luisteren naar wat om ons heenwordt gezegd, wij lezen boeken uit vervlogen tijden en herinneren ons woorden uit onzejeugd en die van onze ouders en díe schrijven wij op. Daarnaast geven wij een uitleg metetymologie en een korte sfeerimpressie om het woord zijn plaats te geven in een context.Vervolgens is een tekst opgenomen waarin tien woorden (het aantal per artikel) wordtgebruikt op een, naar ons inziens, aansprekende manier. Overigens staan alle door onsgebruikte woorden nog steeds in het Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal.
p13. Marieke Mol
p14-17. Robben | Ramon de Nennie
p18/19. De showroom | Hans Bommeljé [september / oktober 2009 in presentatie ruimte CAESUUR]
p20/21. zie aldaar
p22-27. Machteld van der Wijst
p28/29. Sturm & Drang, beeld Ramon de Nennie
p30/31. zie aldaar
p32/33. Mark van der Graaff
p34/35. Lucy de Graaf, schilderingen in Kapel Hoogelande, zie ook de dvd
p36. Ko de Jonge
p37. Giel
p38/39. Annabel Garriga, Edouard van de Velde [in presentatie ruimte CAESUUR, april - juni 2009]
p40/41. Aagje Feldbrugge
p42. Ben Vranken
p43. boven Wouter Swiers, onder Daan de Nooijer
p44. Gio van der Wijst, ‘Giovanni’s gedachten’, Middelburg 2008
p46. zie aldaar | decreet
keerzijde | Henk van Boeijen
‘decreet, gewoon een tijdschrift’ is een uitgave van decreet,
ISSN 1878-982X | © Middelburg, september 2009
Redactie en vormgeving: Machteld van der Wijst, Hans Bommeljé,
Ramon de Nennie, Robbert Jan Swiers.
Druk: drukkerij Verhage & Zn., Middelburg
Oplage: 1.000
Niets uit dit tijdschrift mag zomaar worden overgenomen, in
welke vorm dan ook zonder de nadrukkelijke toestemming van
de uitgever of rechthebbende, behalve wanneer u daar in het
tijdschrift nadrukkelijk voor wordt uitgenodigd.
Het bestellen van nummers kunt u proberen via [email protected].
Abonnementen zijn niet mogelijk; u dient zelf het verschijnen van
een volgend nummer in de gaten te houden via aankondigingen of
door regelmatig op de website te kijken.
‘decreet, gewoon een tijdschrift’ verschijnt in januari 2010.
De redactie acht zich nergens aansprakelijk voor; zie ook de bijsluiter.
presentatieruimte
CAESUUR
Cultureel suplement NRC, vrijdag 31 juli 2009 46 47
VerantwoordingHet is de laatste twintig jaar duidelijk
geworden dat het oude idee van een
avant-garde in Amerika niet aansluit bij
de culturele werkelijkheid. De mythe
van de vernieuwer die strijdt tegen een
vastgeroest establishment, is dood.
Nieuwe kunst is al sinds mensenheuge-
nis onze officiële cultuur. Amerika is ver-
slaafd aan vooruitgang en houdt even
onbevooroordeeld van het nieuwe als
van het oude. Vandaar dat de idee van
een avant-garde hier alleen als fictie kan
overleven, ondersteund door devote
verhalen over cultureel martelaarschap:
de context van die verhalen bewoog
zich in de jaren tachtig en negentig van
stijl naar gender en ras, maar de plot
blijft hetzelfde.
Vandaag de dag is de term ‘avant-garde’
een on-woord. In plaats daarvan
hebben de handelaren, curatoren en de
mensen die die afgrijselijke markt-
festivals organiseren als Art Basel Miami
het over ‘cutting edge’, wat nog steeds
de warm-positivistische indruk vestigt
van gloeiendheet nieuw spul dat door
lauw oud spul heen snijdt, voort-
smedend, iets scheppend.
Maar dit model is afgedankt en kan niet
meer tot leven worden gewekt. Het
idee van de therapeutische geestkracht
door kunst raakte in verval toen de
kunstwereld kunstindustrie werd, toen
duizenden speculanten de markt opgin-
gen en de junkbondmentaliteit door-
drong in de contemporaine kunst. Hoe
meer de kunstwereld zich vulde met
hypocriet volk dat anders misschien
moerasland in Florida zou hebben
verkocht, des te verhevener werd de
taal. Iedere kunstboef werd bedreven in
het citeren van Baudrillard. In de jaren
tachtig expandeerde de populatie van
de kunstwereld enorm, dankzij over-
productie van afgestudeerden aan
kunstacademies en de plotselinge ver-
lokkingen van de markt. Het draagvlak
van verzamelaars was lang niet breed
genoeg voor deze superstructuur,
vooral niet omdat het onduidelijk was
waar haar voortbrengselen voor
gebruikt zouden kunnen worden.
[Robert Hughes, ‘Een verdediging van wat
onschatbaar is’, in: Nexus, nr.51, Uitgeverij
Nexus 2009, p. 18-19]
Jan Hoet in de catalogus van
Documenta IX:
“Voor mij is er altijd maar één
uitgangspunt geweest, en dat is kunst,
kunstenaars en hun werk: dingen
gemaakt vanuit innerlijke noodzaak, die
voor zichzelf een plaats zochten en ook
vonden”.
[uit: Museumtijdschrift, nr. 5 juli-augustus
2009]
In een werkelijk kunstzinnig beeld is
altijd een organisch verband aanwezig
tussen idee en vorm. Vorm zonder idee
en idee zonder vorm vernietigen het
beeld, en het beeld houdt op kunst te
zijn.
[uit: Andrei Tarkovski, ‘De verzegelde tijd,
Beschouwingen over de filmkunst’, Groningen:
Historische Uitgeverij, 2007 p. 26]
3.10.
“Je n’ai pas eu d’idée, je n’ai pensé qu’à
une image”.
“Ik heb geen idee gehad, ik dacht alleen
maar aan een beeld”.
[Magritte, ‘De Citaten’, samengesteld in
opdracht van het muséemagrittemuseum,
Brussel 2009]
(Mijn vader zei altijd: ‘Als je je wijsheden
steelt uit één boek, word je ver-
oordeeld als plagiaatpleger, als literaire
dief. Maar als je steelt uit tien boeken,
noemen ze je een geleerde, en als je uit
dertig of veertig boeken steelt, ben je
een vooraanstaand geleerde’)
[uit: Amos Oz, een verhaal van liefde en
duisternis]
De weg die de moderne kunst echter is
ingeslagen, is een doodlopende weg. Ze
heeft het zoeken naar de zin van het
leven afgezworen en hiervoor louter
zelfbevestiging in de plaats gesteld. De
zogenaamde creativiteit lijkt veranderd
in een zonderlinge bezigheid van exen-
trieke individuen die de autonome
waarde van het persoonlijke handelen
enkel als manifestatie van devrije wil
bevestigd willen zien. In het schepping-
sproces wordt de individualiteit even-
wel niet bevestigd, maar in dienst
gesteld van een algemeen en hoger
idee. De kunstenaar is een dienaar die
zijn talenten, hem als door een wonder
geschonken, tracht te verwezenlijken.
Doch de moderne mens brengt liever
geen offers, hoewel de individualiteit
alleen door opoffering bevestigd kan
worden. Dat is de mens van lieverlede
vergeten en hierdoor heeft hij het
gevoel verloren voor zijn bestemming.
[uit: Andrei Tarkovski, ‘De verzegelde tijd,
Beschouwingen over de filmkunst’, Groningen:
Historische Uitgeverij, 2007 p. 37]
3.5.
“Il n’y a pas de choix: pas d’art sans la
vie”.
“Er valt niet te kiezen: zonder leven is er
geen kunst”.
[Magritte, ‘De Citaten’, samengesteld in
opdracht van het muséemagrittemuseum,
Brussel 2009]
“Een tijdschrift kan slechts vooruit gelezen worden en
achteruit verklaard” [Vrij naar Søren Kierkegaard]