crab - geopunt/media/geopunt/voor-experts/...2013/06/18 · decreet 01/07/1987 houdende wijziging...
TRANSCRIPT
CRAB Ontwerpnota adressenbeheer
1
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave ................................................................................................................ 1
2. CRAB - GRAB ..................................................................................................................... 3
2.1 Inleiding ...................................................................................................................... 3
2.2 Doelstelling ................................................................................................................. 3
2.3 Wat is CRAB? .............................................................................................................. 4
2.4 Wat houdt het CRAB decreet in? ........................................................................... 4
2.5 Wat houdt het GRAB in? .......................................................................................... 4
2.6 Primaire kwaliteitscontrole (initiële validatie): ....................................................... 5
2.7 Installatie centraal adrespunt: ................................................................................ 5
2.8 Opstellen richtlijnen: .................................................................................................. 5
2.9 Procesmanagement: ............................................................................................... 5
2.10 Verbeteren van de probleemgevallen: ................................................................ 5
2.11 Witte adressen: .......................................................................................................... 6
2.12 Zwarte adressen: ....................................................................................................... 6
2.13 Grijze adressen: ......................................................................................................... 6
3. PROJECTNOTA ADRESBEHEER ......................................................................................... 7
4. Straatnaamgeving ........................................................................................................... 7
4.1 Regelgeving ............................................................................................................... 7
4.2 Wie is bevoegd?........................................................................................................ 7
4.3 Te volgen procedure bij een nieuwe straat .......................................................... 7
4.4 Procedure bij wijziging die bestaat uit verbeteren taal- en spelfouten ............ 8
4.5 Procedure bij volledige wijziging van bestaande straatnaam. ......................... 8
5. Huisnummering ................................................................................................................. 9
5.1 Inleiding ...................................................................................................................... 9
5.2 Regelgeving ............................................................................................................... 9
5.3 Wijze van nummering ............................................................................................... 9
5.4 Welke gebouwen krijgen een nummer? ............................................................... 9
5.5 Hoe nummeren van gebouwen? ......................................................................... 10
5.6 Hoe nummeren van gebouwen met meerdere woningen? ........................... 10
5.7 Hoe hernummeren van woningen? ..................................................................... 10
5.8 Hoe gaan we om met zorgwoningen? ............................................................... 11
5.9 Controle op onleesbare nummers ....................................................................... 12
5.10 Administratieve ondersteuning herbenoemen straat of hernummering ........ 12
6. Procedures voor toekennen adressen ........................................................................ 13
Proces 1: In- en uitschrijven van een persoon........................................................... 14
1.1.1. Opvragen van informatie aan betrokken persoon ........................................ 14
1.1.2. Controle ................................................................................................................ 15
1.1.3. Overhevelen dossier naar onze gemeente ..................................................... 15
1.1.4. Inbrengen van aangiftegegevens in Rijksregister ........................................... 15
1.1.5. Afdrukken model 2 (externe verhuis) of 2 bis (interne mutatie) .................... 15
1.1.6. Ondertekenen model 2 (of model 2 bis) ......................................................... 15
1.1.7. Overmaken model 2 (of 2 bis) + ontwerp politieverslag aan wijkdienst ..... 15
1.1.8. Controleren reële verblijfplaats ......................................................................... 15
1.1.9. Opmaken van politieverslag ............................................................................. 15
1.1.10. Ontvangen en verwerken politieverslag ...................................................... 15
1.1.11. Afdrukken van modeldocumenten .............................................................. 15
1.1.12. Versturen van documenten ........................................................................... 16
1.1.13. Aanpassen van adresgegevens op de identiteitskaart............................. 16
Proces 2: Behandelen van een verkavelingsaanvraag .......................................... 17
2
Proces 3: Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag .......................... 18
Proces 4: Beheren van straatgegevens ..................................................................... 19
Proces 4a: Benoemen van een openbare weg (plein, brug, tunnel, …) ............ 19
Proces 4b: Herbenoemen van een openbare weg (gedeelte) ........................... 19
Proces 4c: Administratief corrigeren van een straatnaam ....................................... 20
Proces 4d: Historeren (opheffen) van een straatnaam ......................................... 20
Proces 4e: Historeren (opbreken) van een weg ......................................................... 20
Proces 5: Beheren van nummers van een gebouw (terreinobject) ...................... 22
Proces 5a: Toekennen van een nummer aan een gebouw (terreinobject) ...... 22
Proces 5b: Hernummeren van een gebouw (terreinobject) ................................. 22
Proces 5c: Hernummeren van gebouwen (terreinobjecten) van straat(deel) ...... 22
Proces 5d: Historeren van een nummer van gebouw (terreinobject) ................. 23
Proces 6: Behandelen van een milieuaanvraag ...................................................... 24
Proces 7: Behandelen van een aanvraag van een onderneming ....................... 25
Proces 7a: Behandelen van een aanvraag voor ondernemingsnummer .......... 25
Proces 7b: Behandelen van een aanvraag voor vergunning .............................. 25
Proces 7c: Behandelen van aanvraag tot verhuizing van onderneming .............. 26
Proces 7d: Behandelen van aanvraag stopzetting van onderneming ............... 26
Proces 8: Versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten ........................ 27
7. Huishoudelijk reglement huisnummering (ontwerp) .................................................. 28
3
2. CRAB - GRAB
2.1 Inleiding
De hierna volgende nota geeft een overzicht van de organisatorische - en gestruc-
tureerde aanpak voor het introduceren van een Gemeentelijk Referentie Adressen
Bestand (GRAB) binnen de gemeente Zonhoven.
Algemeen kadert het binnen het Centraal Referentie Adressenbestand (CRAB), de
authentieke geografische bron voor adressen in Vlaanderen.
Vanaf juni 2011 is het CRAB-decreet in werking getreden. Elke Vlaamse gemeente
zal dan de rol van initiator toebedeeld krijgen voor het zelfstandig en exclusief behe-
ren van zijn adresgegevens voor haar grondgebied.
2.2 Doelstelling
Het opbouwen van een Gemeentelijk Referentie Adressen Bestand (GRAB) als on-
derdeel van het Centraal Referentie Adressenbestand (CRAB).
De externe doelstelling is een verbetering van de publieke dienstverlening, een ver-
hoging van de openbare orde en veiligheid, een verbetering van het toezicht en
het gebiedsgericht beleid optimaliseren en dit voor de gemeente Zonhoven maar
ook voor al de externe partners (hogere overheid, provincie, gemeenten, nutsmaat-
schappijen, …).
De interne doelstelling betreft een verhoging van de efficiëntie door een beter be-
heer van de informatie en het vermijden van nutteloze handelingen. Dit impliceert
dat er één centraal adresbestand zal zijn voor alle administratieve omgevingen en
toepassingen (GIS, CIPAL, …).
Extern: grotere effectiviteit.
Hogere kwaliteit van de dienstverlening:
o juiste dienstverlening.
o toegevoegde waarde voor partners (standaardisatie).
o transparanter.
o verbetering van het gebiedsgericht beleid.
o openbare orde en veiligheid.
Intern: grotere efficiëntie.
Kostenbesparend:
o éénmalige inzameling van informatie.
o elektronische uitwisseling van gegevens zonder manuele herinvoer.
o taakverdeling voor validatie en beheer van informatie.
Transparantie:
o door integratie zijn de gegevens voor "iedereen" beschikbaar in een
standaard formaat.
o fraudebestrijding.
Snellere dienstverlening:
4
o vermindering van tijd voor invoer van gegevens.
o rechtstreekse interactie met het Rijksregister en het CRAB.
o onmiddellijke feedback voor de gebruiker.
Ruimtelijke analysemogelijkheden.
Samengevat
De burger en de interne diensten op een geïnformatiseerde en digitale manier van
een Centraal Gemeentelijk Referentie Adressen Bestand (GRAB) voorzien rekening
houdend met de juridische – en technische beperkingen en verankerd in alle nood-
zakelijke administratieve processen en zodoende het gebruik van het CRAB als au-
thentieke geografische gegevensbron stimuleren binnen alle overheden en onder-
nemingen.
2.3 Wat is CRAB?
CRAB staat voor Centraal Referentie Adressen Bestand. Het is een digitaal adressen-
bestand (databank) waarbinnen alle adressen éénduidig vastliggen volgens een
welomschreven standaard met daaraan gekoppeld adresposities (X en Y coördina-
ten in Lambert72/50).
Het is dus een geografisch gegevensbestand dat bovendien fungeert als een uitwis-
selingsstandaard. Het is de authentieke geografische gegevensbron voor adressen
in Vlaanderen.
2.4 Wat houdt het CRAB decreet in?
Vanaf 1 juni 2011 zal het CRAB decreet in werking treden. Het CRAB wordt dan er-
kend als authentieke geografische gegevensbron voor adressen in Vlaanderen.
Hierdoor worden alle Vlaamse overheidsinstellingen vanaf 1 juni verplicht om gebruik
te maken van het CRAB bij de uitvoering van bepaalde taken en eventuele fouten
of onvolledigheden te melden via een centraal meldsysteem aan de gemeenten.
De gemeenten zijn de unieke initiators van de adressen en zullen instaan voor de
opbouw en kwaliteitscontrole van alle adressen op hun grondgebied. De adres-
componenten zijn: straatnaam, huisnummer en subadres.
Uiterlijk tegen 1 juni 2015 moeten de gemeenten klaar zijn met het nakijken (initieel
valideren) van alle adressen op hun grondgebied.
De gemeente stelt een contactpunt aan voor het beheer van hun respectievelijke
CRAB gegevens. Bij een melding (bijvoorbeeld fout adres) geeft dit contactpunt
binnen de 10 dagen antwoord op deze melding, of binnen de 6 maanden indien er
bijkomend onderzoek noodzakelijk is.
2.5 Wat houdt het GRAB in?
GRAB staat voor Gemeentelijk Referentie Adressen Bestand. Dit is een deelverzame-
ling van het CRAB van alle adressen van de gemeente Zonhoven.
Om een tot een goed adresbeheer te komen zullen wij genoodzaakt zijn om een
GRAB op te bouwen.
5
In Zonhoven zal dit gebeuren door via een webservice (WEBGRAB) de adressen van
Zonhoven van de CRAB databank van het AGIV te introduceren binnen alle ge-
meentelijke toepassingen.
Voor het beheer van de adressen maken we gebruik van onze GIS-toepassing (GEO-
IT).
De gemeente zal in ieder geval een eigen centraal Gemeentelijk Referentie Adres-
sen Bestand (GRAB) moeten opbouwen voorzien van alle noodzakelijke procedures
en afspraken om de CRAB databank voor het gedeelte van Zonhoven te voeden en
te onderhouden op een kwaliteitsvolle manier.
2.6 Primaire kwaliteitscontrole (initiële validatie):
Dit kan al op dit moment van start gaan en doet geen afbreuk aan het verder ver-
loop van het project.
Het gaat om een doorgedreven primaire kwaliteitscontrole van de huidige CRAB
databank voor het gedeelte Zonhoven via de LARA applicatie van het AGIV. Hier
zijn geen kosten aan verbonden.
Deze "initiële validatie" geschiedt aan de hand van "bestanden met mogelijke pro-
bleemgevallen" afkomstig van het AGIV.
Na verbetering van al deze fouten kan er best geopteerd worden om het gedeelte
CRAB voor de gemeente Zonhoven af te sluiten voor de aanvoer van derden zoals:
- Rijksregister (elk kwartaal).
- Kadaster (één keer per jaar).
- GRB (één keer per jaar).
- VKBO (in principe elke dag).
2.7 Installatie centraal adrespunt:
Om de volledige implementatie en het toekomstig beheer van het GRAB optimaal
te laten verlopen is het aangewezen dat er één dienst de volledige verantwoorde-
lijkheid draagt rondom alles wat adressen betreft.
Voor Zonhoven is dit best de dienst Ruimtelijke Ordening i.s.m. de werkgroep CRAB.
Alle meldingen, mutaties,… zullen door deze werkgroep CRAB behandeld worden.
2.8 Opstellen richtlijnen:
Het toekennen van straten, huisnummers, subadressen zou best in een richtlijn wor-
den gegoten die politiek verankerd wordt.
2.9 Procesmanagement:
Opstellen van procedures voor het toekennen van een adres.
2.10 Verbeteren van de probleemgevallen:
6
Bekijken hoe we als bestuur gaan omgaan met witte, grijze of zwarte adressen.
De werkgroep CRAB adviseert het college van burgemeester en schepenen hierin.
2.11 Witte adressen:
Deze adressen bestaan officieel in ons bevolkingsregister en er zijn dus officieel men-
sen ingeschreven op deze adressen maar in werkelijkheid wonen ze fysiek op een
andere locatie.
Voorbeelden:
Zwaar hulpbehoevenden (minder validen) die in een instelling of kliniek ver-
blijven en die op dat adres niet ingeschreven mogen staan. Deze personen
krijgen een tijdelijke afwezigheid in hun dossier.
Diplomaten.
Mensen die voor bedrijven in het buitenland werken.
Fraude, bijvoorbeeld inzake fiscaliteit.
2.12 Zwarte adressen:
Deze adressen bestaan niet officieel en er staan dus ook geen mensen ingeschreven
in het bevolkingsregister maar in werkelijkheid wonen er wel degelijk mensen. Dikwijls
hebben zij wel een officieus adres voor een nutmaatschappij (post, gas, water, …).
Voorbeelden:
Illegalen.
Fraude bij uitkeringen.
Ontlopen van schuldeisers.
Overtredingen tegen de wet op de Ruimtelijke ordening.
2.13 Grijze adressen:
Deze adressen bestaan officieel in ons bevolkingsregister en er zijn dus officieel men-
sen ingeschreven op deze adressen, de mensen wonen ook fysiek op dit adres,
maar het adres is in tegenspraak met andere wetgeving.
Voorbeelden:
Het opsplitsen van een ééngezinswoning zonder bouwvergunning.
Inbreuken op de wooncode (bijvoorbeeld onbewoonbaarheid).
Huisjesmelker maken hier dikwijls misbruik van.
7
3. PROJECTNOTA ADRESBEHEER
Deze nota heeft tot doel een leidraad te vormen om te komen tot een goed beleid
rond straatnaamgeving en huisnummering.
Deze nota is een bundeling van de bestaande regelgeving, aangevuld met de er-
varing van de medewerkers binnen de werkgroep CRAB.
Hierdoor zijn we tot een duidelijk en werkbaar instrument gekomen om vooral de
problematiek van de huisnummering te optimaliseren.
4. Straatnaamgeving
4.1 Regelgeving
Decreet 28.01.1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en
pleinen (B.S. 07.04.1977), gewijzigd bij:
Decreet 01/07/1987 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977
tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, B.S.
01/09/1987;
Decreet 04/02/1997 tot wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot be-
scherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, B.S.
25/02/1997;
Decreet 29/11/2002 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977
tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, B.S.
17/12/2002
4.2 Wie is bevoegd?
Het Decreet bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is om de naam van een
openbare weg of plein vast te stellen of te wijzigen.
4.3 Te volgen procedure bij een nieuwe straat
De procedure in stappen in de praktijk:
1. Vaststellen van noodzaak van naam van een straat
2. Overmaken van vraag aan de gemeentelijke cultuurraad. Het is niet verplicht
om voorafgaandelijk advies te vragen aan de cultuurraad, wel gebruikelijk.
Bovendien zal het latere advies dan ook vlotter kunnen worden verleend of
zelfs maar een formaliteit zijn.
3. Formuleren van voorstel door cultuurraad
4. College beslist over voorlopige naam
5. Voorlopige aanvaarding van naam door gemeenteraad
6. Organiseren van openbaar onderzoek (30 dagen) door:
a. aanplakking en
b. adviesvraag aan gemeentelijke cultuurraad en
7. Behandelen van de bezwaren
8. Definitieve beslissing door gemeenteraad
9. Informeren van de bevoegde diensten (bv Post, AAPD, (kadaster), Brand-
weer, Politie, Rijksregister, nutsmaatschappijen
8
Waar moet worden aangeplakt is niet geregeld. Het is logisch dat dit gebeurt op
een aanplakbord aan het gemeentehuis.
Het openbaar onderzoek heeft tot doel mensen kennis te laten nemen van de voor-
gestelde naam en er eventuele opmerkingen over te kunnen maken.
Er is geen formulier over hoe de straatnaam bekend moet worden gemaakt. Ge-
meenten kunnen dit dus naar eigen inzichten regelen. Geef wel aan weer meer in-
formatie of de opmerkingen kunnen worden ingediend.
4.4 Procedure bij wijziging die bestaat uit verbeteren taal- en spelfouten
Er bestaat geen verplichting om een straatnaam aan de nieuwe spelling aan te pas-
sen. Ter zake is er evenwel ook geen verbod. Indien het louter gaat om het aanpas-
sen van de straat aan een nieuwe spelling of om verbetering van taalfouten hoeven
de betrokkenen niet te worden aangeschreven.
Wel vindt nog altijd een adviesvraag plaats aan de gemeentelijke Cultuurraad.
Dit neemt niet weg dat er ook een openbaar onderzoek nodig is (30 dagen). Voor
dit openbaar onderzoek hoeven de betrokkenen niet te worden aangeschreven.
Een aanplakking op de gebruikelijke plaatsen (bv aan het gemeentehuis en onder
de bestaande straatnaamborden) is wel nodig, gelijktijdig met de adviesvraag aan
de Cultuurraad.
4.5 Procedure bij volledige wijziging van bestaande straatnaam.
De procedure in stappen in de praktijk:
1. Vaststellen van noodzaak van naam van een straat
2. Overmaken van vraag aan cultuurraad. Het is niet verplicht om voorafgaan-
delijk advies te vragen aan de cultuurraad, wel gebruikelijk. Bovendien zal het
latere advies dan ook vlotter kunnen worden verleend of zelfs maar een for-
maliteit zijn.
3. Formuleren van voorstel door cultuurraad
4. College beslist over voorlopige naam
5. Voorlopige aanvaarding van naam door gemeenteraad
6. Organiseren van openbaar onderzoek (30 dagen) door:
a. aanschrijven betrokkenen (aanwonenden 18+ en alle eigenaars
woonachtig in België)
b. aanplakking (bv aan gemeentehuis en onder de bestaande straat-
naamborden)
c. adviesvraag aan gemeentelijke cultuurraad en
7. Behandelen van de bezwaren
8. Definitieve beslissing door gemeenteraad
9. Informeren van de bevoegde diensten (bv Post, AAPD, (kadaster), Brand-
weer, Politie, Rijksregister, nutsmaatschappijen
9
5. Huisnummering
5.1 Inleiding
Het is de bevoegdheid van de gemeente om de huisnummering op het grondge-
bied van de gemeente te regelen. De verplichting van de gemeenten om straat-
naamborden en huisnummers te plaatsen past binnen hun bevoegdheid op grond
van art. 135, par. 2, 2de lid, 1° NGW.
De toekenning van huisnummers is dan ook een autonome bevoegdheid van de
lokale besturen,die niet aan een bijzonder goedkeuringsprocedure onderhevig is.
Een consequente en logische toekenning van de huisnummering kan ertoe bijdra-
gen dat een woning gemakkelijk te vinden is. Dit is niet alleen in het belang van de
bewoner van het pand zelf, maar evengoed voor de politie, brandweer en gezond-
heidsdiensten.
5.2 Regelgeving
- Ministeriële omzendbrief van 7 oktober 1992 betreffende het houden van de
bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, B.S. 15.10.1992; gecoördi-
neerd 01.04.2002
5.3 Wijze van nummering
Iedere woning of gebouw moet zichtbaar een huisnummer ophangen naast de
voordeur. Gebruikelijk is dat een huisnummer aan de rechtse zijde van de belangrijk-
ste voordeur wordt opgehangen.
De gemeente verstrekt het huisnummerplaatje bij de goedkeuring van de steden-
bouwkundige aanvraag.
Bij controle (in het kader van de inschrijving in het bevolkingsregister) door de poli-
tiediensten of deze persoon ook daadwerkelijk daar woont, kan dan worden gecon-
troleerd of het nummerplaatje al dan niet aanwezig is.
Later kan dan de bewoner van de woning er eventueel nog voor kiezen om een
ander nummerplaatje dan het gemeentelijke te hangen. Veel mensen willen een
eigen nummerplaatje aanbrengen. Dit verbieden, laat staan er tegen optreden,
heeft dan ook weinig zin. In een eigen reglement zouden wel minimale bepalingen
over de kwaliteit van zo‟n eigen nummerplaatje kunnen worden opgenomen, zodat
de leesbaarheid op langere termijn is gegarandeerd.
5.4 Welke gebouwen krijgen een nummer?
De wijze van toekenning van een huisnummer is een gemeentelijke bevoegdheid.
Iedere gemeente kan dus de huisnummers toekennen naar eigen goeddunken, op
voorwaarde dat een aantal regels in acht worden genomen:
Elk gebouw dat voor bewoning is bestemd of voor bewoning bestemd kan
worden, krijgt een apart nummer.
Daarnaast krijgt elk gebouw dat voor administratief, commercieel of industri-
eel gebruik bedoeld is een nummer, zelfs al bevatten ze geen woning.
10
Garages, bijgebouwen of andere aanhorigheden krijgen geen nummer.
De huisnummers worden aangebracht op een goed zichtbare plaats naast
de voordeur. Een tweede uitgang wordt niet genummerd. Bij nieuwbouw
worden de huisnummers binnen de maand aangebracht.
Indien een gebouw niet aan de openbare weg grenst, moet er bovendien
een nummer worden aangebracht aan de hoofdingang.
De gemeente wordt wel eens geconfronteerd met de vraag een extra nummer toe
te kennen aan een woning.
We hanteren hier de lijn dat pas een nieuw huisnummer wordt toegekend als er een
stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd en afgeleverd voor het split-
sen van de woning in meerdere woongelegenheden.
5.5 Hoe nummeren van gebouwen?
Per omzendbrief is bepaald dat men voor de nummering van de huizen vertrekt
vanuit het gemeentehuis of vanuit een hoofdweg. De impare nummers worden ge-
woonlijk aan de linkerzijde aangebracht, de even nummers aan de rechterzijde, te
rekenen vanuit het gemeentehuis of hoofdweg.
Een gemeente moet erop letten steeds nummers te voorzien voor eventuele perce-
len die later nog bebouwd zullen gaan worden.
Indien in een later stadium toch blijkt dat er te weinig nummers zijn gereserveerd kan
een herhaald nummer gevolgd door een hoofdletter, een oplossing bieden (bv 13A
voor een nieuwe woning tussen huisnr. 13 en 15).
Wordt door de toevoeging van een dergelijke letter de nummering te chaotisch,
dan dringt een volledige hernummering zich op.
5.6 Hoe nummeren van gebouwen met meerdere woningen?
Het nummer van een appartement wordt slechts vermeld als de toekenning ervan
het gevolg is van eenvormig door de gemeente bepaalde regels (gemeenteveror-
dening).
Met andere woorden, de toekenning van een appartementnummer mag niet af-
hangen van de wil van de eigenaar, de bewoner of de beheerder van het gebouw.
Het appartementsnummer kan overeenstemmen met dat van de postbus, wanneer
het busnummer toegekend wordt door toedoen van de gemeenteoverheid.
Bij de nummering geeft het eerste cijfer de verdieping aan en de volgende cijfers
het appartementsnummer van die verdieping. Op zo‟n manier kan een hulpdienst
relatief gemakkelijk de betrokken woongelegenheid terugvinden.
De nummering van de appartementen gaat best van links naar rechts indien men
voor het gebouw staat.
5.7 Hoe hernummeren van woningen?
De bewoners van de straat die hernummerd wordt, krijgen een brief met de beslis-
sing van het college van burgemeester en schepenen met bijgevoegd het nieuwe
11
huisnummer. Gedurende één jaar mag het oude nummer naast het nieuwe behou-
den worden, mits het oude nummer met een diagonale lijn te doorhalen.
Het gemeentebestuur brengt zelf de nodige openbare/publieke diensten op de
hoogte van de hernummering:
Ministerie van Financiën - Administratie der Directe Belastingen
(personenbelasting en aanvullende belastingen, onroerende voorheffing, ver-
keersbelasting op voertuigen);
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (Vlaamse Milieumaatschappij);
provinciebestuur West-Vlaanderen (algemene provinciebelasting gezinnen);
financiële dienst gemeente Zonhoven (belasting ophaling huisvuil)
politie en brandweer
De Post, Pensioendienst, Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, Inter-
brugse.
Andere diensten en instellingen waarmee de burger een persoonlijke binding heeft,
brengt hij zelf op de hoogte van de adreswijziging (werkgever of R.V.A./V.D.A.B.,
vakbond, sociale verzekeringskas, mutualiteit, verzekeringsmaatschappij, financiële
instelling, kinderbijslagfonds, handelsregister,...).
De bewoners van de hernummerde straat ontvangen van De Post een folder („do
my move‟) die je toelaat gratis 3 maanden lang je briefwisseling door te sturen naar
het nieuwe adres.
In deze folder kunnen leveranciers van elektriciteit, aardgas, water en teledistributie
worden aangeduid die gratis door De Post worden verwittigd. Dit geldt eveneens
voor bankinstellingen, financiële diensten, verzekeringsmaatschappijen, winkelketens
en supermarkten en tal van andere instanties.
5.8 Hoe gaan we om met zorgwoningen?
De Vlaamse Codex RO bepaalt art. 4.1.1 de definitie van zorgwonen:
Zorgwonen is een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende
voorwaarden:
a) in een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd;
b) de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwoon-
eenheid;
c) de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofd-
wooneenheid gedeelde ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvo-
lume van de volledige woning;
d) de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het
huisvesten van:
1) hetzij ten hoogste twee ouderen in de zin van de gecoördineerde decreten
van 18 december 1991 inzake voorzieningen voor ouderen,
2) hetzij ten hoogste twee hulpbehoevende personen, zijnde personen met
een handicap, personen die in aanmerking komen voor een tenlasteneming
door de Vlaamse zorgverzekering, alsmede personen met een nood aan onder-
steuning om zich in het thuismilieu te kunnen handhaven,
e) de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de onderge-
schikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen.
12
Vervolgens is bepaald dat zowel de verwezenlijking als het beëindigen van de zorg-
woning stedenbouwkundig gezien „meldingsplichtig‟ is.
Wat betekent dit nu voor huisnummering?
Aangezien het maken van een zorgwoning die aan de vereisten van de Codex vol-
doet niet wordt beschouwd als het verhogen van het aantal woongelegenheden
kan ook geen bijkomend huisnummer worden toegekend.
5.9 Controle op onleesbare nummers
Regelmatig wordt de klacht geuit dat huisnummers slecht leesbaar zijn of ontbreken.
Een aanwezig, goed zichtbaar en leesbaar huisnummer is belangrijk voor bijvoor-
beeld de veiligheidsdiensten (brandweer, ziekenauto) en posbedeling.
Mogelijke acties die gemeenten hierrond kan nemen:
- Algemene sensibilisering: in het gemeentelijk infoblad of website wijzen op het
belang van een goed leesbaar huisnummer. Leg het accent daarbij op het
belang dat de bewoner zelf heeft bij een goed zichtbaar nummer.
- Gerichte sensibilisering: op wijk of zelfs adresniveau contacteren van bewo-
ners om te wijzen op het belang van een goed leesbaar huisnummer (via al-
gemene brief of gerichte brief bij gebleken ontbreken of leesbaarheid van
het huisnummer).
- Het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie is mogelijkheid
in Zonhoven.
5.10 Administratieve ondersteuning herbenoemen straat of hernummering
De meeste gemeenten geven geen vergoeding omdat zij stellen dat:
- De lokale overheid de plicht heeft om een vlotte verkeersdoorstroming te
voorzien en de veiligheid van haar inwoners te bevorderen. Als de noodzaak
tot naamwijziging of hernummering zich opdringt, is die last niet onevenredig
groot en ook in het belang van de bewoners.
- De wijziging van straat en huisnummers wordt vroeg op voorhand aangekon-
digd, zodat mensen de tijd krijgen zich voor te bereiden en de aanpassingen
geleidelijk door te voeren.
- De administratieve last van een vergoeding weegt niet op tegen de kosten
van een individueel persoon.
Veel gemeenten bieden administratieve ondersteuning. Zij maken een lijst op van
welke bedrijven of instanties moeten worden verwittigd. Deze lijst wordt vervolgens
ter beschikking gesteld van de inwoners.
Sommige gemeenten geven een contactpersoon op die kan helpen bij het doorge-
ven van de administratieve aanpassingen. M.a.w. voor bepaalde doelgroepen die
zelf niet zelfstandig de wijzigingen kunnen doorgeven (bejaarden…) neemt de ge-
meente de administratieve last op zich.
13
6. Procedures voor toekennen adressen
Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de procedures welke gevolgd dienen te
worden bij het toekennen van een adres. De beschrijving van onze procedures vol-
gen de regels zoals ze voorzien werden in de handleiding betreffende het CRAB.
14
Proces 1: In- en uitschrijven van een persoon
Opmerking bij dit proces:
KB 16 juli 1992
Op zich genereert dit proces geen wijziging van adresgegevens. Wel genereert dit
proces een toets naar de kwaliteit van de gebruikte adresgegevens.
1.1.1. Opvragen van informatie aan betrokken persoon
Voert uit: dienst burgerzaken
15
1.1.2. Controle
1.1.2.a. Controle of adres in database voorkomt
Komt adres voor in onze CRAB-databank?
Voert uit: dienst burgerzaken
Indien JA: procedure verder zetten
Indien NEEN: verwittigen dienst ruimte - stedenbouwkundig ambtenaar
1.1.2.b. Controle of pand inschrijfbaar is
Is het pand ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaart?
Voert uit: dienst burgerzaken
Indien JA: procedure verder zetten
Indien NEEN: voorlopige inschrijving + dienst wonen verwittigen
1.1.2.c. Controle of persoon inschrijfbaar is
Voert uit: dienst burgerzaken
1.1.3. Overhevelen dossier naar onze gemeente
Enkel bij externe verhuis (niet binnen eigen gemeente)
Voert uit: dienst burgerzaken
1.1.4. Inbrengen van aangiftegegevens in Rijksregister
Voert uit: dienst burgerzaken
1.1.5. Afdrukken model 2 (externe verhuis) of 2 bis (interne mutatie)
Voert uit: dienst burgerzaken
1.1.6. Ondertekenen model 2 (of model 2 bis)
Voert uit: aanvrager
1.1.7. Overmaken model 2 (of 2 bis) + ontwerp politieverslag aan wijkdienst
Voert uit: dienst burgerzaken
1.1.8. Controleren reële verblijfplaats
Alleen de verblijfplaats. Niet de juistheid van de adresgegevens.
Voert uit: wijkinspecteur
1.1.9. Opmaken van politieverslag
Voert uit: wijkinspecteur
1.1.10. Ontvangen en verwerken politieverslag
Voert uit: dienst burgerzaken
1.1.11. Afdrukken van modeldocumenten
o Positief verslag: model 3 (naar aanvrager)
o Negatief verslag: model 4 (gemeente herkomst) of model 9 (naar aan-
vrager)
Voert uit: dienst burgerzaken
16
1.1.12. Versturen van documenten
o Model 3: naar gemeente herkomst
o Model 4: naar gemeente herkomst
o Model 9: naar aanvrager
Voert uit: dienst burgerzaken
1.1.13. Aanpassen van adresgegevens op de identiteitskaart
Voert uit: dienst burgerzaken
17
Proces 2: Behandelen van een verkavelingsaanvraag
Adresgegevens worden in het CRAB ingegeven in volgende fase:
1. Bij het afleveren van de verkavelingsvergunning.
Adresgegevens krijgen de status “in gebruik”.
18
Proces 3: Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag
Types van vergunningen met invloed op adresgegevens:
o Nieuwbouw (woning, appartement, bedrijfsgebouw)
o Verbouwen van eengezinswoning naar meergezinswoning
o Verbouwen van meergezinswoning naar eengezinswoning
o Bestemmingswijziging (winkel, woning, winkel naar winkel + woning)
o Slopen van gebouwen
Adresgegevens worden in het CRAB ingegeven in twee fasen:
1. Bij het ontvangen en inschrijven van het aanvraagdossier.
Adresgegevens krijgen de status “gereserveerd”.
2. Bij het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning.
Adresgegevens krijgen de status “in gebruik”.
19
Proces 4: Beheren van straatgegevens
Proces 4a: Benoemen van een openbare weg (plein, brug, tunnel, …)
Adresgegevens worden in het CRAB ingegeven in volgende fase:
1. Bij het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg
van de wegenis.
Adresgegevens krijgen de status “in gebruik”.
Proces 4b: Herbenoemen van een openbare weg (gedeelte)
Procesverloop is identiek als voor een nieuwe weg.
De „oude‟ naam wordt bewaard in de historiek.
Adresgegevens worden in het CRAB ingegeven in volgende fase:
1. Na het nemen van de definitieve beslissing door de gemeenteraad.
Adresgegevens krijgen de status “in gebruik”.
20
Proces 4c: Administratief corrigeren van een straatnaam
Adresgegevens worden in het CRAB ingegeven in volgende fase:
1. Na het nemen van de beslissing door het college van burgemeester en
schepenen.
Adresgegevens krijgen de status “in gebruik”.
Proces 4d: Historeren (opheffen) van een straatnaam
De fysische weg blijft bestaan.
Aanleiding:
o Nieuwe naam (herbenoeming)
o Straat is in concessie gegeven en wordt een privéweg
Adresgegevens worden in het CRAB ingegeven in volgende fase:
1. Na het nemen van de definitieve beslissing door de gemeenteraad.
Adresgegevens krijgen de status “buiten gebruik”.
Proces 4e: Historeren (opbreken) van een weg
Aanleiding:
o Bestemmingswijziging
o Ruilverkaveling (met wijzigend stratenpatroon)
o Verkaveling
Als de weg fysisch niet meer bestaat, bestaat de straatnaam ook niet meer.
21
Adresgegevens worden in het CRAB ingegeven in volgende fase:
1. Na het nemen van de beslissing door het college van burgemeester en
schepenen.
Adresgegevens krijgen de status “buiten gebruik”.
22
Proces 5: Beheren van nummers van een gebouw (terreinobject)
Proces 5a: Toekennen van een nummer aan een gebouw (terreinobject)
Diverse aanleidingen:
- Nieuwbouw
- Verbouwing
- Afbraak
Het huisnummer wordt toegekend door de dienst ruimte.
Huisnummer krijgt officieel karakter op moment dat de vergunning wordt afgeleverd.
Bij de aanvraag kan steeds het huisnummer “gereserveerd” worden.
Proces 5b: Hernummeren van een gebouw (terreinobject)
Proces 5c: Hernummeren van gebouwen (terreinobjecten) van straat(deel)
Adresgegevens worden in het CRAB gewijzigd in volgende fase:
1. Na het nemen van de beslissing door het college van burgemeester en
schepenen.
Adresgegevens krijgen de status “in gebruik”.
Informeren van de bevoegde diensten
23
Proces 5d: Historeren van een nummer van gebouw (terreinobject)
Adresgegevens worden in het CRAB ingegeven in volgende fase:
1. Na het nemen van de beslissing door het college van burgemeester en
schepenen.
Adresgegevens krijgen de status “buiten gebruik”.
Diverse aanleidingen:
- Afbraak
- Hernummering (oude nummers historeren)
24
Proces 6: Behandelen van een milieuaanvraag
Toepassingsgebied:
Enkel voor die bedrijven die onderworpen zijn aan Vlarem-wetgeving.
Het betreft een vergunning van een inrichting.
Vergunningen zijn gebonden aan een kadastraal perceel (locatiegebonden).
Er zijn 3 soorten:
Klasse I-inrichting: door provincie goedgekeurd
Klasse II-inrichting: door CBS goedgekeurd
Klasse III-inrichting: via meldingsformulier
25
Proces 7: Behandelen van een aanvraag van een onderneming
Proces 7a: Behandelen van een aanvraag voor ondernemingsnummer
Zowel de aanvraag, het onderzoek als het toekennen van een ondernemingsnum-
mer wordt gedaan bij het ondernemingsloket (federaal).
Proces 7b: Behandelen van een aanvraag voor vergunning
Voorbeelden van mogelijke vergunningen:
Sociaal-economische vergunning.
Vergunning tot het verstrekken en schenken van gegiste en/of sterke dranken.
Vergunning voor de exploitatie van een taxi-dienst.
Vergunning voor de exploitatie van een verhuurdienst met chauffeur.
Stedelijke uitbatingsvergunning (vb. nachtwinkels)
Zowel de aanvraag als de behandeling gebeurt door de lokale dienst economie.
De controle van de adresgegevens gebeurt op basis van VKBO en CRAB.
26
Bij afwijkingen van adresgegevens tussen aanvraag en database dient de aanvra-
ger deze recht te zetten.
Proces 7c: Behandelen van aanvraag tot verhuizing van onderneming
De aanvrager meldt dit aan de lokale dienst economie.
Lokale dienst economie controleert de verhuis en deelt de beslissing van het CBS
mee.
Proces 7d: Behandelen van aanvraag stopzetting van onderneming
Zowel de aanvraag, het onderzoek als het stopzetten van een onderneming wordt
gedaan bij het ondernemingsloket (federaal).
27
Proces 8: Versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten
Proces volledig gedaan door dienst financiën.
Mogelijke outputs van dienst financiën in relatie tot adressen:
Aangifteformulieren en aanslagbiljetten
Retributies (vb. blauwe zone)
Gemeentelijke Administratieve Sanctie (GAS)
8.1. Detecteren van voorwerp van belastingen
8.2. Detecteren van belastingsplichtige:
Gebeurt via diverse kanalen:
o Vaststelling ter plaatse (ambtenaar, wijkagent)
o Consulteren diverse databanken:
Rijksregister: adres natuurlijke persoon
AAPD (kadaster): eigenaar perceel, perceelnummer
VKBO: ondernemingsnummer, adres maatschappelijke zetel
CRAB
Afgeleverde vergunningen
Briefwisseling
8.3. Versturen van aangifteformulier
8.4. Ontvangen ingevuld aangifteformulier
8.5. Versturen aanslagbiljet
8.6. Innen van belastingen
28
7. Huishoudelijk reglement huisnummering (ontwerp)
Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en identiteits-
kaarten, die de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de
natuurlijke personen, inzonderheid artikel 2 over de vermelding van informatiegege-
vens, onder meer de lokalisatie van de personen, wijzigt, en zijn latere wijzigingen;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die
opgenomen wordt in het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister, inzonder-
heid op artikel 1.4 van dit besluit betreffende de verblijfsgegevens, en zijn latere wij-
zigingen;
Gelet op de algemene onderrichtingen van de Minister van Binnenlandse zaken van
8 oktober 1992 betreffende het houden van het bevolkingsregister en het vreemde-
lingenregister, inzonderheid punt 17c in verband met de bevoegdheid van de ge-
meenten tot het instellen van eenvormige regels voor het vermelden van apparte-
mentennummers in de registers tot het toekennen van overeenkomstige brievenbus-
nummers (BS 15 oktober 1992, gecoördineerd door Ministeriële Omzendbrief van 1
april 2002), en zijn latere wijzigingen;
Overwegende dat de gemeenteraad aan het College van Burgemeester en Sche-
penen de bevoegdheid geeft om woningen en gebouwen op een consequente
manier te nummeren;
Overwegende dat het om veiligheidsredenen wenselijk is dat de bewoners, de
huurders evenals de eigenaars en de door hen aangeduide beheerder (syndicus),
onmiddellijk bereikt kunnen worden in noodgevallen;
Overwegende dat het voor een goede coördinatie tussen enerzijds de verschillende
gemeentelijke diensten onderling en anderzijds tussen de gemeentelijke diensten, de
andere openbare diensten en de veiligheidsdiensten onontbeerlijk is dat eenzelfde
woongelegenheid of handelsruimte in alle registers en bestanden door middel van
één en hetzelfde nummer geïdentificeerd wordt;
Overwegende dat het bij geautomatiseerde adressering door overheidsdiensten,
gebruikmakend van het bevolkings- of rijksregister, noodzakelijk is dat het door de
gemeente geregistreerde nummer overeenkomt met het brievenbusnummer van de
geadresseerde;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Besluit
Artikel 1
Huizen, woongelegenheden, gebouwen en onbebouwde percelen die van een
nummer moeten worden voorzien:
1.1. Ieder huis, al dan niet bewoond, geheel of gedeeltelijk afgebroken, in opbouw of in
heropbouw, krijgt een afzonderlijk nummer.
Dit nummer dient aangebracht naast elke deur of andere ingang aan de openbare
weg, die toegang verleent tot hetzelfde huis, tenzij het om een tweede ingang gaat,
en de eerste reeds is genummerd. Gebouwen voor administratief, commercieel en
29
industrieel gebruik moeten ook voorzien worden van een nummer zelfs indien ze geen
woongelegenheid bevatten.
1.2. Appartementen en studio‟s die deel uitmaken van een appartementencomplex krij-
gen per ingang een nummer. Elk appartement of studio krijgt een subnummer (bus)
die het appartementnummer aanduidt.
Het nummer dient zichtbaar te worden aangebracht aan de hoofdingang, aan de
openbare weg gelegen. Binnen het gebouw moet op elke toegangsdeur tot een
woongelegenheid, kantoor of winkel de subnummer duidelijk worden aangebracht.
Wanneer er meerdere appartementen op één verdieping gelegen zijn, worden ze
genummerd naar de voorgevel toekijkend, van links naar rechts, en vervolgens, die
welke niet op de voorgevel uitgeven, in tegenwijzerzin. De gevel waar de ingang zich
bevindt, geldt als voorgevel.
Wat de interne nummering binnenin het gebouw betreft, op of naast de particuliere
toegangsdeur van ieder appartement, dient het initiatief tot het aanbrengen van het
toegekend nummer genomen te worden door de eigenaar of huurder, na overleg
met de ambtenaar belast met de nummering van de gebouwen. Het contact met
de ambtenaar is noodzakelijk om een doeltreffende nummering van de hoofdingang
te verzekeren.
Hoofddoel is dat de nummering binnenin het complex, aan de particuliere ingangs-
deur van ieder appartement en op de brievenbussen, gebeurt volgens de goedge-
keurde nummering door het gemeentebestuur. Dergelijke werkwijze moet toelaten de
inschrijving van de gezinnen in de bevolkingsregisters , vreemdelingen- en wachtregis-
ter te koppelen aan de ligging van het appartement binnen het complex.
1.3. Huizen met gelegenheidsappartementen (kamers):
Tot deze categorie behoren gebouwen, die oorspronkelijk dergelijke bestemming niet
hadden en waarin zonder verbouwingswerken, woongelegenheden worden ver-
huurd die slechts over één gemeenschappelijk toilet, brievenbus en bel beschikken.
Dit soort van gebouwen kan geenszins gerangschikt worden onder de categorie der
eigenlijke appartementsgebouwen. Zij krijgen 1 nummer aan de ingangsdeur aan de
openbare weg zoals een eengezinswoning.
1.4. Aan de woningen, onbewoonbaar verklaard bij besluit van de Burgemeester, met
hoofdingang aan de openbare weg, wordt eveneens een nummer toegekend. Het is
raadzaam te onderzoeken wat de toekomstplannen zijn van het pand bij de eige-
naar. Eventueel zal een nummering voorbehouden worden volgens een te schatten
logische verhouding (6,5 à 7m gevelbreedte).
1.5. Onbebouwde percelen:
Daar waar zich tussen bestaande gebouwen onbebouwde percelen grond bevin-
den, worden met oog op de toekomst, nummers voorbehouden voor de eventueel
op te richten woonhuizen en gebouwen volgens een logische schatting (6,5 à 7m ge-
velbreedte).
1.6. Administratiegebouwen, handels- of nijverheidskantoren:
Deze gebouwen worden genummerd als eengezinswoningen of appartementen
naargelang de aard van het pand waar ze zijn gelegen.
De huurders en gebruikers, en bij ontstentenis hiervan, de eigenaars, van huizen en
gebouwen ongeacht hun aard of functie, zijn gehouden deze huizen en gebouwen
te nummeren.
Artikel 2
30
Bijgebouwen zoals loodsen, schuren, stallen, werkplaatsen e.a., aanpalend aan de
openbare weg, die in het algemeen als bijhorigheden beschouwd worden, worden
niet genummerd.
Wel worden nummers voorbehouden voor eventueel op te richten woonhuizen en
gebouwen volgens een logische schatting (6,5 à 7m gevelbreedte).
Artikel 3
Praktische uitvoering van de nummering:
3.1. Met de nummering wordt aangevangen aan het straatuiteinde waar de huidige
nummering begint, met de rug naar het gemeentehuis.
Er wordt in chronologische volgorde verder genummerd met het oog op verdere uit-
breiding.
3.2. In de straten met een dubbele huizenrij worden aan de rechterkant de even num-
mers, en aan de linkerkant de oneven nummers toegekend.
3.3. Woningen waarvan de gevellijn zich op tamelijk grote afstand van de openbare weg
bevindt, worden genummerd aan de hoofdingang van het domein waartoe ze be-
horen (vb. villa of woning met grote tuin).
3.4. Een gebouw of woongelegenheid gelegen in meer dan één straat wordt genum-
merd in de straat waar de hoofdingang zich bevindt.
3.5. Alleenstaande of verspreide gebouwen worden, wat de nummering betreft, ge-
voegd bij de gebouwen van de straat waar de toegangsweg gelegen is, zij krijgen
ongeacht hun onderlinge afstand een regelmatige opeenvolging van nummers.
3.6. Het door het gemeentebestuur toegekend nummer moet worden aangebracht op
de naar de openbare weg gerichte gevel, op een minimumhoogte van 2 m boven
de rijweg, en op een zodanige manier dat zij vanaf de openbare weg goed zicht-
baar en leesbaar zijn. Zij moeten minstens 4 cm hoog zijn.
Voor appartementsgebouwen moet het bijkomende (bus-)nummer ten minste 2 cm
hoog zijn.
3.7. Op plaatsen waar de gevel van woning of gebouw niet aan de openbare weg
paalt, verdient het aanbeveling het toegekende nummer op de postbus te herhalen.
3.8. De huurder of de eigenaar dient zelf te zorgen voor het aanbrengen van het huis-
nummer. Zij zijn verplicht de nummering in stand te houden, de zichtbaarheid en de
leesbaarheid te vrijwaren
3.9. In gebouwen waar meerdere woningen (bv. appartementen, studio‟s of verhuurde
kamers) of andere afzonderlijke beschikbare ruimten voorhanden zijn, moeten de
huurders en gebruikers, en bij ontstentenis hiervan, de eigenaars, ervoor instaan dat
binnen het gebouw aan de toegang van elke afzonderlijke woning of ruimte de huis-
nummers en/of busnummers worden aangebracht.
Artikel 4
Met de naburige gemeenten moet tot een akkoord gekomen worden om de een-
heid van het systeem van nummeren te waarborgen, wanneer het gaat om grens-
straten of straten die op het grondgebied van meer dan één gemeente liggen.
Artikel 5
Behoudens wanneer bijzondere wetten en besluiten in een afzonderlijke regeling
hebben voorzien, zijn de eigenaars, huurders en gebruikers van de langs de openba-
re weg gelegen gebouwen, krachtens onderhavige bepaling, verplicht door een
openbaar bestuur of door de met een openbare dienst belaste personen, voorwer-
pen, signalisatie, installaties of leidingen van algemeen nut op de gevels van die
gebouwen te laten aanbrengen en het onderhoud, de herstelling of de vervanging
eraan toe te laten, dit na contact met de betrokkenen die om deze gedoogzaam-
heid worden verzocht.
31
Artikel 6
Voor zover wetten, besluiten en verordeningen geen zwaardere straffen voorzien
worden overtredingen op de bepalingen van deze politieverordening bestraft met
een Gemeentelijke Administratieve Sanctie, zoals voorzien in de Codex Politieveror-
deningen dd. 12/03/2012.