de bijdrage van het europees economisch en … · web viewde effecten van sociale investeringen op...

40
NL Europees Economisch en Sociaal Comité RESOLUTIE De bijdrage van het Europees Economisch en Sociaal Comité aan het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2020 en daarna EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 1/4026

Upload: others

Post on 07-Jul-2020

3 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

NL

Europees Economisch en Sociaal Comité

RESOLUTIE

De bijdrage van het Europees Economisch en Sociaal Comité aan het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2020 en daarna

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 1/2626

Page 2: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

1. Inleiding

1.1 In algemene zin zullen vier grote trends de kern moeten vormen van de politieke prioriteiten in de nieuwe mandaatsperiode: digitalisering, klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit, demografie en globalisering. Deze belangrijke trends veranderen de manier waarop wij leven en werken. Ze bieden grote kansen, maar brengen ook nieuwe uitdagingen met zich mee 1. De belangrijkste kwestie is echter de omvang en de snelheid van de veranderingen.

1.2 De EU en haar lidstaten zetten zich sterk in voor de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN en de Overeenkomst van Parijs2 en voor het bevorderen van de uitvoering hiervan op mondiaal niveau door het volledige scala aan externe maatregelen te benutten. Bovendien hebben de EU en twintig lidstaten ter gelegenheid van de CoP24 in december 2018 de Verklaring van Silezië over solidariteit en rechtvaardige overgang3

ondertekend. In deze verklaring benadrukken zij dat het essentieel is om het sociale aspect van de overgang naar een koolstofarme economie in aanmerking te nemen met het oog op de maatschappelijke aanvaarding van de veranderingen die plaatsvinden.

1.3 De eengemaakte markt blijft een van de belangrijkste instrumenten voor de Europese integratie. Een vernieuwing ervan zou Europa ten goede komen omdat die zou leiden tot meer duurzaamheid en samenhang. Zo biedt de digitale eengemaakte markt veel kansen en deze markt moet dan ook verder worden ontwikkeld om het concurrentievermogen van de EU te waarborgen. Dat kan door een gunstig klimaat te scheppen voor nieuwe vormen van ondernemingen die op deze markt ontstaan. Tegelijkertijd moet de EU ervoor zorgen dat deze nieuwe ondernemingsvormen duurzaam zijn, hun activiteiten in Europa opschalen en hier blijven.

1.4 We moeten op alle niveaus gelijktijdig optreden en dynamische maatregelen nemen om dringende economische, sociale en milieu-uitdagingen aan te pakken. Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is van mening dat duurzame ontwikkeling daarom een centrale plaats moet innemen in de toekomst van Europa4 en verzoekt om een overkoepelende EU-strategie voor 2050 voor duurzaamheid bij de uitvoering van de Agenda 2030 van de VN5. Deze paradigmaverschuiving vereist veranderingen op het gebied van a) governance, d.w.z. dat er speciale governancemechanismen nodig zijn om dringende problemen sneller aan te pakken en complexe kwesties op te lossen. De rol van dergelijke mechanismen zou bestaan in het verbinden van de niveaus van de EU en de lidstaten, niet in het vervangen van maatregelen op deze afzonderlijke niveaus; b) het integreren van de SDG’s in de EU-procedures op het gebied van sociaal-economische monitoring en begrotingsbeleid. In dit opzicht zouden er in het

1 Studie van het Europees Parlement over Global Trends to 2035 en verslag van het European Strategy and Policy Analysis System (Espas) Global Trends to 2030: Challenges and Choices for Europe, van 9 april 2019.

2 De duurzameontwikkelingsdoelen wereldwijd ondersteunen: het gezamenlijk syntheseverslag 2019 van de Europese Unie en haar lidstaten van 16 mei 2019.

3 Ministeriële verklaring van Silezië over solidariteit en rechtvaardige overgang, aangenomen tijdens de top van leiders gedurende de 24e Conferentie van de Partijen (CoP) bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), op 3 december 2018 in Katowice, Polen.

4 EESC-advies van 26 september 2019 over de discussienota “Naar een duurzaam Europa in 2030” (nog niet gepubliceerd in het PB).5 EESC-advies van 13 maart 2019 over Luisteren naar de Europese burgers voor een duurzame toekomst (Sibiu en verder) (PB C   228

van 5.7.2019, blz.   37) .

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 2/2626

Page 3: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

Europees Semester nieuwe, verbeterde, meetbare en aanvullende sociale, economische en milieu-indicatoren kunnen worden opgenomen om alle aspecten en beginselen van de Europese pijler van sociale rechten te monitoren en te volgen, evenals de 17 SDG’s.

1.5 Wat de sociale dimensie betreft, kan de EU trots zijn op haar sociale model wanneer dit wordt vergeleken met andere delen van de wereld. De sociale successen en vooruitgang in Europa kunnen echter niet als vanzelfsprekend worden beschouwd. In 2017 bevestigde de EU haar inzet voor de Europese pijler van sociale rechten (EPSR). De uitvoering van de EPSR en de daarbij gevolgde koers zijn van groot belang om te zorgen voor samenhangende en wederzijds versterkende EU- en nationale beleidsvorming teneinde een nieuwe consensus over een duurzame economische en sociale strategie te bereiken, zodat de verbintenis kan worden nagekomen om via evenwichtige economische groei en sociale vooruitgang te streven naar meer welzijn voor de burgers6.

1.6 De EU moet haar beleid en acties ter waarborging van gendergelijkheid en andere vormen van gelijkheid verbeteren en ervoor zorgen dat alle mensen die met meerdere vormen van discriminatie worden geconfronteerd gelijke kansen hebben in de samenleving.

1.7 Met het oog op nieuwe en bestaande sociale, economische en milieuprioriteiten verzoekt het EESC om een ambitieuze en meer doelgerichte EU-begroting waaruit de bereidheid blijkt om de uitdagingen voor de EU aan te pakken en aan te grijpen als kansen en de EU daarmee een nieuw project in handen te geven. Het EESC vraagt derhalve om een geschiktheidscontrole van het meerjarig financieel kader (MFK).

1.8 De structurele en regelmatige betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de civiele dialoog zijn essentieel bij de bevordering van duurzaamheid in alle dimensies — de economische, sociale en milieudimensie — en er moet een duidelijk mandaat worden geboden voor de deelname van het maatschappelijk middenveld aan de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van de strategie. Het EESC is verheugd over de nieuwe impuls voor de Europese democratie, zoals voorgesteld door de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, en is bereid zijn rol ten volle te spelen bij de voorgestelde conferentie over de toekomst van Europa.

1.9 De sociale dialoog moet een centrale rol blijven spelen bij het ontwerpen en uitvoeren van arbeidsmarktbeleid en maatregelen die ondernemingen en werknemers op doeltreffende wijze ondersteunen. Gezien de aanzienlijke uitdagingen die gepaard gaan met een eerlijke overgang op een groene economie en duurzame groei is de betrokkenheid van de sociale partners van groot belang om rekening te houden met relevante informatie en om te zorgen voor overeenstemming over maatregelen. De sociale dialoog en collectieve onderhandelingen zijn een voorwaarde voor eerlijke transities, betere banen en een fatsoenlijk inkomen en voor het bestrijden van sociale dumping.

1.10 Het EESC steunt eerlijke belastingheffing en de bestrijding van fraude, belastingontduiking, witwassen van geld en de financiële praktijken van belastingparadijzen. De EU-instellingen,

6 EESC-advies van 25 januari 2017 over de Europese pijler van sociale rechten (PB C   125 van 21.4.2017, blz.   10 ).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 3/2626

Page 4: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

overheden en het bedrijfsleven moeten zich er gezamenlijk voor inspannen dat er efficiënte mechanismen worden ingevoerd, zoals de twee richtlijnen ter bestrijding van belastingontwijking.

1.11 Het werkprogramma van de Commissie voor 2020 en de voorgestelde prioriteiten en activiteiten zullen derhalve vereisen dat de doelstellingen, standpunten en werkmethoden van de Commissie worden aangepast. Al haar interne en externe beleid moet samenhangend zijn en aansluiten op de SDG’s, zodat terdege rekening wordt gehouden met efficiëntie, subsidiariteit, evenredigheid en duurzaamheid.

1.12 Om concrete voorstellen te doen voor het werkprogramma van de Commissie voor 2020 heeft het EESC rekening gehouden met de politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie 2019-2024, zoals in juli 2019 gepresenteerd door de nieuwe voorzitter van de Commissie7.

1.13 De op 10 september gepresenteerde nieuwe samenstelling van de Commissie weerspiegelt de prioriteiten en ambities die zijn uiteengezet in deze politieke beleidslijnen en is gestructureerd rond de noodzaak om de veranderingen op het gebied van klimaat, technologie en demografie aan te pakken die onze manier van leven en werken veranderen.

2. Onze economische basis ontwikkelen: het Europese model voor de toekomst — bevordering van aanhoudende, inclusieve en duurzame economische ontwikkeling, een vernieuwde eengemaakte markt, volledige en productieve werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor iedereen

2.1 Er is duidelijk behoefte aan een nieuwe Europese economische strategie: een positief verhaal voor de toekomstige ontwikkeling van de Europese economie in de wereld waarmee de EU beter bestand is tegen economische schokken en haar economische model in economisch, sociaal en ecologisch opzicht duurzamer wordt, om op die manier alle Europeanen weer vertrouwen, stabiliteit en gedeelde welvaart te geven. Voortbouwend op de vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt kan deze strategie de basis leggen voor de verdere economische, budgettaire, financiële, sociale en politieke integratie die nodig is om de in artikel 3 VEU geformuleerde doelstellingen van de Europese eengemaakte markt en de economische en monetaire unie te verwezenlijken.

2.2 De EU kan uitsluitend worden gebaseerd op een gedegen economische en een krachtige sociale en ecologisch duurzame strategie. Ten aanzien van de milieudimensie moet ervoor worden gezorgd dat de “grenzen van onze planeet” worden geëerbiedigd en dat de natuurlijke hulpbronnen niet uitgeput raken, zodat het duurzame gebruik van deze hulpbronnen op de lange termijn mogelijk blijft en de biodiversiteit op doeltreffende wijze wordt beschermd8. Het bedrijfsleven is een motor achter maatschappelijke en milieuontwikkelingen en duurzaam concurrentievermogen. Europese bedrijven zijn bereid hun rol te spelen en hun

7 “Een Unie die de lat hoger legt: Mijn agenda voor Europa” — Politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie (2019-2024).

8 Besluit nr. 1386/2013/EU van 20 november 2013 inzake een nieuw algemeen milieuactieprogramma voor de Europese Unie voor de periode tot en met 2020 “Goed leven, binnen de grenzen van onze planeet” (PB L   354 van 28.12.2013, blz.   171 ).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 4/2626

Page 5: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

verantwoordelijkheden op zich te nemen, samen met hun werknemers en belanghebbenden. Europa heeft een toekomstgericht bedrijfsklimaat nodig waarvan maatschappelijke en milieuaspecten integrerend deel uitmaken en dat mogelijkheden en ondersteunende voorwaarden schept voor zakendoen, zodat bedrijven op doeltreffende wijze duurzaam kunnen groeien en daarmee welvaart kunnen creëren, die vervolgens kan worden herverdeeld. Dit kan ook de vorm aannemen van meer hoogwaardige banen, betere carrièremogelijkheden en afdwingbare rechten.

2.3 De eengemaakte markt vormt, in al zijn economische, sociale en milieudimensies, de kern van de Europese integratie en levert een grote bijdrage aan de Europese sociale markteconomie. Die eengemaakte markt moet echter volledig worden voltooid, vernieuwd en aangepast om een digitale eengemaakte markt te worden. De nadruk moet daarbij liggen op het scheppen van een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van nieuwe ondernemingsvormen (waaronder nieuwe economische modellen), digitalisering en innovatie alsmede grensoverschrijdende kansen. De werking van de eengemaakte markt moet worden verbeterd en er moet absoluut naar worden toegewerkt dat deze verder wordt geïntegreerd. In dit verband moet de eengemaakte markt in staat zijn om duurzame economische ontwikkeling en innovatie te genereren, investeringen aan te trekken, ondernemers te ondersteunen en het duurzame concurrentievermogen van de bedrijven op geglobaliseerde markten te bevorderen. Het is echter ook belangrijk te erkennen dat de positieve effecten van de eengemaakte markt niet gelijkmatig zijn verdeeld en dat niet alle burgers in staat zijn om van de bijbehorende welvaart te profiteren9.

2.4 Wat de macro-economische vooruitzichten betreft, is de onzekerheid niet verminderd. De verwachte uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie en de spanningen tussen de Verenigde Staten en China dreigen de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid in de nabije toekomst nog steeds negatief te beïnvloeden. Volgens de economische zomerprognose van de Europese Commissie hebben enkele landen, ondanks een laag werkloosheidspercentage ten opzichte van de afgelopen twee decennia, de werkgelegenheidsniveaus van voor de crisis nog niet bereikt. Verwacht wordt dat het bbp in de Europese Unie dit jaar slechts met 1,4 % zal groeien en in de eurozone met 1,2 %10. Het EESC vreest dat de dreigende verslechtering van de economische vooruitzichten voor de eurozone binnen afzienbare tijd wel eens zou kunnen uitmonden in een nieuwe sociaal-economische crisis, met alle enorme aanpassingsproblemen van dien11. Om het risico op een nieuwe recessie te vermijden, is een uitbreidende begrotingsoriëntatie (positieve budgettaire koers) nodig die vergezeld gaat van een monetair beleid met een vergelijkbare benadering. Vooral in de lidstaten die grote overschotten hebben op hun betalingsbalans en een begroting hebben die in evenwicht is of overschotten vertoont, moeten de begrotingsmiddelen aanzienlijk worden verhoogd.

2.5 Aan bbp-groei kan niet worden afgemeten hoe het gesteld is met het welzijn van de meeste burgers, de aantasting van het milieu en de uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Daarom moeten maatregelen voor maatschappelijk welzijn en duurzaamheid worden ontwikkeld met een

9 Zie voetnoot 5.10 Europese Commissie, economische zomerprognose 2019, https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/economic-performance-

and-forecasts/economic-forecasts/summer-2019-economic-forecast-growth-clouded-external-factors_en11 EESC-advies van 24 januari 2019 over de aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid in de

eurozone (PB C   159 van 10.5.2019, blz.   49 ).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 5/2626

Page 6: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

geschiktere reeks indicatoren die de daadwerkelijke mate van de economische gevolgen op de lange termijn weerspiegelt. Wanneer uitsluitend wordt verwezen naar het bbp zal beleid tot stand worden gebracht dat alleen rekening houdt met de economische impact ervan. Het is derhalve noodzakelijk om het referentiekader uit te breiden met maatschappelijke en milieu-indicatoren, teneinde echte duurzame hervormingen te ontwikkelen. Het is essentieel dat deze indicatoren ook verenigbaar zijn met de SDG’s van de VN12.

2.6 Grote sociale ongelijkheden in en tussen de lidstaten en in regio’s en territoriale onevenwichtigheden tussen landelijke en stedelijke gebieden blijven belangrijke punten van zorg. Ook wanneer we kijken naar welvaart zien we duidelijk grote ongelijkheden. In dit verband is het EESC verheugd over het prioritaire onderwerp “een economie van welzijn” van het Finse voorzitterschap van de Raad en stemt het ermee in dat het beperken van ongelijkheden een beleidsprioriteit moet zijn. Het concept van een welzijnseconomie moet ook worden geïntegreerd in toekomstig EU-beleid en verdient een belangrijkere plek in de duurzame en economische besluitvorming.

2.7 De EU heeft te maken met een snel veranderende geopolitieke en economische situatie, toenemende maatschappelijke en sociale polarisatie, een steeds grotere rol van digitalisering en technologie in alle aspecten van het leven, evenals met klimaatverandering en andere uitdagingen op milieugebied. Om deze kwesties aan te pakken is de industriële transformatie van de EU cruciaal, waarbij volledig rekening moet worden gehouden met de wereldwijde SDG’s, die een belangrijk mondiaal kader vormen voor rechtvaardige en duurzame economische ontwikkeling.

2.8 In dit verband moet meer aandacht worden geschonken aan sociale en werkgelegenheidskwesties waar jongeren mee te maken hebben, met name binnen de discussie over de toekomst van werk. Deze kwesties hebben onder meer betrekking op digitalisering, platformwerk, versnippering en flexibilisering van de arbeidsmarkt, en treffen vooral jongeren.

2.9 Demografische veranderingen zullen de diepere oorzaak vormen van de meest voor de hand liggende problemen waarmee onze Unie en haar lidstaten op middellange termijn zullen worden geconfronteerd. Uit demografische ontwikkelingen blijkt dat Europa de integratie van vrouwen, oudere en jongere werknemers, personen met een handicap en migranten op de arbeidsmarkt zal moeten verbeteren. Een dynamischer, efficiënter en doeltreffender arbeidsmarktbeleid is nodig om hun talent, vaardigheden en ondernemerschapspotentieel te kunnen benutten en om te zorgen voor kwalitatief hoogwaardige banen. Hierbij is het zaak dat er gezorgd wordt voor toereikende stelsels voor sociale bescherming en dat werklozen weer snel aan de slag worden geholpen met stabiele arbeidsovereenkomsten en arbeidsvoorwaarden.

2.10 Investeren in mensen en in sociale duurzaamheid kan bijdragen tot het aanpakken van deze gemeenschappelijke uitdagingen. Verbeteringen in arbeidsmarktinstanties (d.w.z. een actief

12 Verslag van de OESO van 1 maart 2019 Going beyond GDP: Measuring What Counts for Economic and Social Performance.EESC-advies van 29 maart 2012 over Het bbp en verder — de rol van maatschappelijke organisaties bij de vaststelling van aanvullende indicatoren (PB C   181 van 21.6.2012, blz.   14 ).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 6/2626

Page 7: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

arbeidsmarktbeleid, een efficiëntere rol voor ODA’s13) zouden in principe moeten resulteren in betere economische en sociale voorwaarden voor meer Europeanen. Om de bovengenoemde uitdagingen aan te pakken, verzoekt het EESC onder meer om doeltreffendere, efficiëntere en duurzamere stelsels voor sociale bescherming. In dit opzicht is een doeltreffender beleidsoptreden van de Europese Unie en haar lidstaten mogelijk.

2.11 Dit optreden kan worden gericht op een belofte om de pijler van sociale rechten uit te voeren. Deze in de interinstitutionele proclamatie uiteengezette belofte is onder meer gebaseerd op de beginselen van duurzame groei en de bevordering van economische en sociale vooruitgang, naast die van samenhang en convergentie, alsmede de diversiteit van nationale stelsels en de belangrijke rol van de sociale partners14.

2.12 De EU moet bovendien een voortrekkersrol vervullen bij de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de VN, waarbij zij in de eerste plaats moet erkennen dat binnenlandse middelen voornamelijk worden gegenereerd door economische groei, die op alle niveaus wordt ondersteund door gunstige omstandigheden, en in de tweede plaats dat particuliere commerciële activiteiten, de ervaring en creativiteit van werknemers, investeringen en innovatie belangrijke drijvende krachten achter ontwikkeling zijn15.

2.13 De sociale dialoog is een onmisbaar instrument gebleken om de beleidsvorming en wetgeving van de EU te verbeteren, om op wetgeving te anticiperen of om hiervoor een alternatief aan te dragen, en om de sociale legitimiteit ervan te versterken. De sociale dialoog kan ook een instrument zijn om de agenda voor duurzame ontwikkeling te implementeren.

2.14 Tijdens de financiële en economische crises speelde de ECB een stabiliserende rol. Het EESC stelt voor om de rol van de ECB als de kredietverstrekker in laatste instantie te verankeren. We worden echter nog steeds geconfronteerd met zorgwekkende economische ontwikkelingen, zoals een beperkt investeringsniveau ondanks een relatief expansief monetair beleid of het feit dat banken middelen bij de ECB deponeren zelfs wanneer sprake is van een negatieve rente. Omdat we verdere financiële of economische crises nog steeds niet kunnen uitsluiten, moet de nieuwe Commissie maatregelen uitvoeren om de EU-economie minder kwetsbaar voor crises en weerbaarder te maken. Bovendien moet de nieuwe Commissie maatregelen invoeren om de financiële markten te stabiliseren en met name de vraagzijde van de economie te versterken om verdere crises te voorkomen. Een strenge toepassing van de begrotingsregels verzwakt de

13 EESC-advies van 17 juli 2019 over De nieuwe rol van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening in het kader van de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten (nog niet gepubliceerd in het PB).

14 Interinstitutionele proclamatie betreffende de Europese pijler van sociale rechten (PB C   428 van 13.12.2017, blz.   10 ).15 Resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 25 september 2015: Transforming our world: the 2030 agenda for

Sustainable Development.

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 7/2626

Page 8: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

economische ontwikkeling, met name in de huidige ambigue situatie. Het EESC beveelt nogmaals aan de gouden regel uit te voeren16.

Voorstellen:

In de Agenda 2030 van de VN worden 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) geformuleerd; de EU heeft zich ertoe verbonden om die tegen 2030 te verwezenlijken. Het EESC verzoekt om een overkoepelende EU-strategie voor 2050 voor duurzaamheid bij de uitvoering van de Agenda 2030 van de VN die wordt gegarandeerd door een ambitieuze EU-begroting, en is van mening dat de uitvoering van de EPSR hiertoe zal bijdragen17.

− Een nieuwe Europese eengemaakte markt en industriële beleidsstrategie ter ontwikkeling van een duurzame sociale markteconomie moeten ervoor zorgen dat Europa het voortouw neemt op het gebied van technologie, innovatie en duurzaamheid door:

− de eengemaakte markt te vernieuwen, te hervormen en te voltooien via de herziening van belangrijke richtlijnen, teneinde een gunstig klimaat te scheppen voor ondernemingen, waaronder kleine en middelgrote bedrijven en diverse nieuwe soorten ondernemingen (die bijv. zijn gebaseerd op nieuwe economische modellen of de sociale economie), alsmede voor innovatie en de ontwikkeling van vaardigheden. Hierbij hoort ook de herziening van mobiliteitsregelingen en andere grensoverschrijdende mogelijkheden en met name van de eengemaakte markt voor diensten;

− rekening te houden met het steeds grotere belang van de sociale economie voor de bevordering van inclusieve en duurzame economische ontwikkeling, en met de sociale dimensie van de EU. Het EESC beschouwt een gunstig ecosysteem (met gepaste EU-financiering) voor de sociale economie als een belangrijke doelstelling die in het werkprogramma van de Commissie aan bod zou moeten komen18;

− de randvoorwaarden voor een echte digitale transformatie en een digitale eengemaakte markt te scheppen om Europa zijn wereldwijde duurzame concurrentievermogen terug te laten winnen en duurzame groei en banen te creëren, en een Europese visie te formuleren op bijvoorbeeld de ontwikkeling van ethische KI en robotica. Europa heeft een alomvattende transitie nodig om de meest dynamische

16 Zie met name het advies van 24 januari 2019 over de aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid in de eurozone (PB C 159 van 10.5.2019, blz. 49) en de adviezen van 14 februari 2018 over lessen trekken uit het verleden: vermijden van strikte bezuinigingsmaatregelen in de EU (PB C   227 van 28.6.2018, blz.   1 ), van 18 januari 2018 over de aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid in de eurozone (PB C   197 van 8.6.2018, blz.   33 ), van 10 juli 2013 over het Groenboek over langetermijnfinanciering van de Europese economie (PB C   327 van 12.11.2013, blz.   11 ), van 26 maart 2014 over de effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C   226 van 16.7.2014, blz.   21 ), van 14 april 2018 over de financiering van de Europese pijler van sociale rechten (PB C   262 van 25.7.2018, blz.   1 ) en van 20 februari 2019 over de jaarlijkse groeianalyse 2019: voor een sterker Europa bij mondiale onzekerheid (PB C   190 van 5.6.2019, blz.   24 ).

17 Zie voetnoot 5.18 EESC-advies van 17 oktober 2018 over het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) (PB C 62 van 15.2.2019, blz. 165).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 8/2626

Page 9: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

digitale regio ter wereld te worden — gezien de kansen van nieuwe technologieën die de samenleving transformeren, zoals blockchain, en de mondiale aard van de digitale economie en de bedrijfsintegratie in wereldwijde waardeketens19 — zodat het een gunstig klimaat kan creëren voor innovatie, ondernemerschap, het scheppen van hoogwaardige, goedbetaalde, productieve en milieuvriendelijke banen, en een reële economie kan aanzwengelen die iedereen ten goede komt20. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de verwerving van digitale vaardigheden in verband met de verdere ondersteuning van STEM en leerlingstelsels. Onderwijsstelsels moeten indien nodig worden hervormd om te zorgen dat deze onder meer op digitaal gebied geschikt zijn en de investeringen in onderwijsstelsels moeten worden verbeterd21;

− de ondersteuning van de transformatie van de Europese arbeidsmarkt voort te zetten, terwijl tegelijkertijd de goede werking, rechtvaardigheid en veiligheid ervan wordt gewaarborgd22. Het EESC beveelt aan maatregelen te treffen die ervoor zorgen dat alle werknemers in de EU, ook zij die nieuwe vormen van werk verrichten, voor alle werkgerelateerde aspecten komen te vallen onder de beschermende wetgeving inzake gezondheid en veiligheid op het werk23 en kunnen profiteren van de beste technologieën om de gezondheid en veiligheid op het werk te verbeteren en ongevallen te voorkomen, met inachtneming van de mogelijke gevolgen hiervan voor de privacy en het controleren van prestaties24;

− te garanderen dat een recht op een leven lang leren voor iedereen op de EU-agenda staat, met bijzondere aandacht voor de verwerving van digitale vaardigheden. De nationale onderwijs-, opleidings- en leerlingstelsels moeten verder worden ontwikkeld, waarbij de nadruk moet liggen op STEM (wetenschap, technologie, techniek en wiskunde) en duale systemen. Deze zullen leiden tot een betere afstemming op de behoeften van de arbeidsmarkt en zullen mensen in staat stellen vaardigheden te verwerven en zich te laten omscholen en bijscholen om de gevolgen van de digitale revolutie, klimaatverandering en sociale en maatschappelijke demografische ontwikkelingen te verzachten25;

− een samenhangende beleidsmix van macro-economisch, industrieel, sectoraal en arbeidsmarktbeleid voor te stellen om de Europese economie te vergroenen26. Doel hiervan is de werking van de volledige toeleveringsketen te verbeteren en langs die

19 Zie voetnoot 5.20 EESC-advies van 17 oktober 2018 over het Europees Pact voor financiën en klimaat (PB C   62 van 15.2.2019, blz.   8 ).21 Zie voetnoot 5.22 Verslag van de IAO-wereldcommissie over de toekomst van werk, Work for a brighter future, 22 januari 2019. In dit verslag

worden gezondheid en veiligheid opgenomen onder de universele arbeidsgarantie.23 EESC-advies van 25 september 2019 getiteld “Samenvatting van de kosten en baten van investeringen in gezondheid en veiligheid

op het werk” (nog niet gepubliceerd in het PB).24 Employment and social development in Europe 2019 . Driemaandelijkse evaluatie van 26 maart 2019.25 EESC-advies van 25 september 2019 over “De Europese pijler van sociale rechten — evaluatie van de start van de

tenuitvoerlegging en aanbevelingen voor de toekomst” (nog niet gepubliceerd in het PB).26 EESC-advies van 21 september 2017 over de transitie naar een duurzamere Europese toekomst — Een strategie voor 2050 (PB

C   81 van 2.3.2018, blz.   44 ).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 9/2626

Page 10: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

keten fatsoenlijke banen te creëren, waarbij op grote schaal werkgelegenheid wordt geschapen. Hiertoe moet het potentieel voor het creëren en bevorderen van hoogwaardige groene en productieve banen worden benut, door een agenda voor groene en duurzame groei vast te stellen en initiatieven uit te voeren om ondernemingen, en met name kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, in staat te stellen de SDG’s op te nemen in hun bedrijfsstrategie.

− Het Europees Semester, het kader voor economische governance van de EU, heeft enige aandacht voor werkgelegenheid en sociale prestaties, maar weinig oog voor de gevaren van de klimaatverandering en de vorderingen van de EU bij het bereiken van de doelen van Parijs, zoals gerapporteerd in de jaarlijkse groeianalyse 2019. Het EESC pleit derhalve voor een toekomstgerichte EU-strategie voor duurzame ontwikkeling voor 2050, die wordt opgenomen in een duurzameontwikkelingscyclus, op basis van meetbare en aanvullende sociale, economische en milieu-indicatoren en -streefdoelen27, teneinde echte duurzame hervormingen te ontwikkelen.

− Het sociaal scorebord is een nuttig instrument gebleken, maar kan worden verbeterd. De 14 indicatoren van het scorebord en de subindicatoren ervan (35 in totaal) zouden in overleg met de sociale partners en het maatschappelijk middenveld voortdurend tegen het licht moeten worden gehouden om het scorebord aan te passen aan de beleidsdoelstellingen en de veranderende sociaal-economische omstandigheden in Europa.

Het EESC is van mening dat de onderstaande elementen belangrijk zijn om in een actieprogramma te worden opgenomen te verbetering van de schokbestendigheid28:

− de financiële stabiliteit versterken: de financiële capaciteit van het Europees stabiliteitsmechanisme (ESM) verhogen, een Europees belastingbeleid bevorderen dat fiscale harmonisatie omvat, de fiscale toereikendheid van de lidstaten bevorderen en doeltreffende mechanismen opzetten om belastingfraude te bestrijden;

− de economische en monetaire unie voltooien door de doelstellingen van de ECB uit te breiden, een gemeenschappelijke Europese schatkist op te zetten die beschikt over de capaciteit om obligaties uit te geven, en de governance van de eurozone te verbeteren en te democratiseren;

− de productiviteit van de Europese economieën verhogen door aandacht te geven aan sleutelfactoren zoals investeringen (van overheid en bedrijfsleven), onderzoek, ontwikkeling, onderwijs en beroepsopleiding, verbetering van het bestuur van

27 Zie voetnoot 5.28 EESC-advies van 17 juli 2019 getiteld “Naar een veerkrachtigere en duurzamere Europese economie” (nog niet gepubliceerd in het

PB).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 10/2626

Page 11: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

ondernemingen en de participatie van werknemers;

− arbeidsmarkten en kwaliteit van de werkgelegenheid: collectieve onderhandelingen en de sociale dialoog versterken, ervoor zorgen dat automatische stabilisatoren doeltreffend werken en een Europese werkloosheidsverzekering creëren (als aanvulling op nationale regelingen), en meer en beter actief werkgelegenheidsbeleid ontwerpen, ondersteund door een nieuwe rol voor de ODA’s;

− de sociale samenhang bevorderen door de EPSR te ontwikkelen en toe te passen, met adequate en gerichtere financiering, en door middel van de sociale dialoog;

− een gunstig klimaat helpen bevorderen voor bedrijfsactiviteiten en -investeringen door de financiering van bedrijven te verbeteren en dringend werk te maken van de voltooiing van de kapitaalmarktenunie (KMU) en de bankenunie, met inbegrip van een Europees depositoverzekeringsstelsel (EDIS);

− het bestrijden van langdurige werkloosheid en het herintegreren van gedesillusioneerde personen is ook een belangrijk beleidsgebied waarop dringend gerichte maatregelen nodig zijn. Het EESC steunt minimumvereisten voor werkloosheidsverzekeringen in termen van het netto herplaatsingspercentage, de dekkingsperiode en het niveau van dekking, evenals de opleiding en ondersteuning van mensen die hun baan kwijtraken.

Het is absoluut cruciaal dat het publieke en particuliere investeringstekort wordt weggewerkt, met als doel de investeringsniveaus op de korte termijn van 2007 te bereiken (22,5 % van het bbp in de EU, ten opzichte van de huidige 20,5 %; beide percentages zijn nog steeds aanzienlijk lager dan die van China en de VS). Daarom moeten overheidsinvesteringen en het bevorderen van particuliere investeringen behoren tot de belangrijkste prioriteiten van het begrotingsbeleid, naast een hervormingsproces om het bedrijfsklimaat te verbeteren. Dat proces moet gepaard gaan met hervormingen die de kwaliteit van de werkgelegenheid verbeteren, waarbij de alarmerende niveaus van onzekere werkgelegenheid moeten worden beperkt en een hoog niveau van sociale en arbeidsrechten moet worden gewaarborgd29.

Het EESC vindt dat de Europese Commissie en de lidstaten bij de vaststelling van benchmarks en minimumnormen voor een “triple A” sociaal Europa30 overeenstemming moeten bereiken over een reeks gemeenschappelijke beginselen, definities en methoden voor een in alle lidstaten in te voeren toereikende minimuminkomensregeling. De huidige werkzaamheden met betrekking tot referentiebudgetten31 en het Europees Netwerk voor het minimumloon32 verschaffen de basis voor een akkoord tussen de Commissie en de lidstaten over gemeenschappelijke criteria om te bepalen wat een toereikend minimuminkomen is

29 Zie voetnoot 11.30 EESC-advies van 20 februari 2019 over de Europese kaderrichtlijn inzake een minimuminkomen (PB C   190 van 5.6.2019, blz.   1 ).31 https://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=1092&intPageId=2312&langId=nl32 https://emin-eu.net/what-is-emin/

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 11/2626

Page 12: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

om mensen uit de armoede te halen en een fatsoenlijk, menswaardig leven te laten leiden. Op dit gebied zou in overleg met alle belanghebbenden een EU-wetgevingsinitiatief moeten worden overwogen.

Er zijn verdere overheidsinvesteringen in gezondheid, onderwijs en sociale inclusie en in de vergroening van de economie nodig, met name op lokaal en regionaal niveau. Deze moeten worden vergemakkelijkt via de invoering van de gouden regel die de EESC in enkele van zijn meest recente adviezen heeft aanbevolen en die inhoudt dat investeringsuitgaven, en met name die welke zijn bedoeld om duurzame groei op de lange termijn te bevorderen, niet mogen meetellen voor de tekortdoelstellingen van het stabiliteits- en groeipact. Wanneer dit wordt gecombineerd met een hervormingsproces zal de duurzaamheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn nog steeds worden gewaarborgd33.

Het EESC neemt kennis van de toezegging van de nieuwe voorzitter van de Commissie om met een voorstel te komen voor een wetgevend instrument om ervoor te zorgen dat elke werknemer in onze Unie een eerlijk minimumloon ontvangt. Het is van mening dat het nuttig is benchmarks vast te stellen die kunnen helpen beoordelen in hoeverre lage lonen toereikend zijn om armoede bij loontrekkers te voorkomen. Ook kan het in dit verband zinvol zijn om de analyse en uitwisseling van goede praktijken te bevorderen met behulp van de beschikbare procedures voor wederzijds leren en om gemeenschappelijke normen in te voeren om transparante en voorspelbare minimumlonen vast te stellen, voor zover minimumnormen bestaan en voor zover de sociale partners hiernaar streven34.

Het beperken van de sociale ongelijkheden, het bestrijden van belastingontduiking en het ondersteunen van een eerlijkere verdeling van de belastingdruk moeten politieke prioriteiten worden voor de nieuwe Commissie. Het EESC dringt er dan ook op aan dat de regels voor de bestrijding van hiermee verband houdende misdrijven en wanpraktijken op Europees niveau onverwijld worden toegepast en dat wordt nagegaan of er andere, doeltreffendere maatregelen kunnen worden genomen, waaronder ook instrumenten om een einde te maken aan de illegale activiteiten van belastingparadijzen35.

3. Zorgen voor een groenere, eerlijkere en inclusievere toekomst — dringende maatregelen nemen om de klimaatverandering en de gevolgen hiervan te bestrijden

3.1 Het EESC benadrukt dat milieubescherming een hoge prioriteit voor de EU moet zijn in het licht van de huidige achteruitgang van het milieu, en een plaats moet krijgen in alle beleid en maatregelen van de Unie. De EU moet ervoor zorgen dat een nieuwe industriële beleidsstrategie verenigbaar is met de noodzaak om doeltreffende maatregelen te nemen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, om het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix te verhogen en om energie te besparen, teneinde te waarborgen dat op zijn minst de streefdoelen van de

33 Zie voetnoot 16.34 Zie voetnoot 25.35 Zie voetnoot 11.

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 12/2626

Page 13: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

Overeenkomst van Parijs volledig en onmiddellijk worden uitgevoerd. De EU moet er tegelijkertijd bij andere partijen bij de Overeenkomst van Parijs op aandringen dat zij hun verplichtingen nakomen om te zorgen voor een gelijk speelveld voor Europese ondernemingen. Dit moet ook tot uiting komen in een afstemming van de EU-emissiereductiestreefdoelen voor 2030 en 2050.

3.2 Het sneller veranderende klimaat, de ineenstorting van de biodiversiteit, andere milieurisico’s en het collectief falen om succesvol beleid te voeren, vormen ook een vitale bedreiging voor de Europese bevolking, economie en ecosystemen. Daarom hebben we een krachtige overkoepelende EU-strategie voor duurzame ontwikkeling voor 2050 nodig met het oog op de uitvoering van de VN-Agenda 2030. De EU moet de eerlijke en duurzame overgang versnellen om het hoogst mogelijke aandeel hernieuwbare energie in de energievoorziening tot stand te brengen. De hernieuwbare energievoorziening moet schoon en betaalbaar zijn en eigenaarschap van gemeenschappen en burgers ondersteunen.

3.3 Europa moet een voortrekkersrol vervullen bij de strijd voor het milieu en het aanpakken van klimaatverandering. Het EESC verwelkomt het feit dat het uitbreiden van de klimaatinspanningen een van de EU-prioriteiten is en zal blijven, zoals uiteengezet in de politieke beleidslijnen van de nieuwe Commissievoorzitter Von der Leyen. Milieuduurzaamheid vereist een brede beleidsmix, met inbegrip van het handelsbeleid, en vraagt bovendien om de tijdige uitvoering van maatregelen, op mondiaal, EU-, nationaal en regionaal niveau, voor gebieden zoals energie en vervoer, belastingheffing, onderzoek, industrieel en mededingingsbeleid, en werkgelegenheids- en sociaal beleid.

3.4 Over het algemeen blijkt uit prognoses van de impact van een volledige uitvoering van de Overeenkomst van Parijs dat de overgang naar een klimaatneutrale economie het bbp met nog eens 1,1 % en de werkgelegenheid met 0,5 % kan doen toenemen ten opzichte van een scenario zonder beleid inzake klimaatactie. Dit komt neer op 1,2 miljoen extra banen in de EU tegen 2030, bovenop de reeds verwachte 12 miljoen nieuwe banen36. Om hiervoor te zorgen moet een gelijk speelveld voor de internationale mededinging worden gecreëerd, met name voor Europese hulpbronnen- en energie-intensieve industrieën (REII’s)37.

3.5 De overgang naar een circulaire en klimaatneutrale economie zal niet automatisch inclusief zijn, aangezien deze mogelijk aanzienlijke kosten en risico’s met zich meebrengt voor specifieke sectoren. Een rechtvaardige transitie heeft twee belangrijke dimensies: de uitkomst (het nieuwe sociaal-economische en werkgelegenheidslandschap in een koolstofvrije economie) en het proces (hoe we daar komen). De uitkomst moet een gedegen industriële en economische basis zijn, geschraagd door een stimulerend investeringsklimaat en goed werkende arbeids- en onderwijsstelsels die kunnen zorgen voor fatsoenlijk werk voor iedereen in een inclusieve maatschappij waarin armoede is uitgebannen. Het proces, de manier om daar te geraken, zou moeten zijn gebaseerd op een beheerde transitie met betekenisvol economisch beleid en een zinvolle sociale en burgerdialoog op alle niveaus om te garanderen dat de lasten en de voordelen

36 Eurofound (2019), Future of manufacturing — Energy scenario: Employment implications of the Paris Climate Agreement , onderzoeksrapport van Eurofound, februari 2019.

37 EESC-advies van 17 juli 2019 over het “Standpunt van het bedrijfsleven ten aanzien van het verzoenen van klimaat- en energiebeleid” (nog niet gepubliceerd in het PB).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 13/2626

Page 14: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

rechtvaardig worden verdeeld en dat niemand buiten de boot valt. Noodzakelijke maatregelen en hervormingen kunnen een grote impact hebben op mensen en regio’s, waaronder aanzienlijke arbeidsverschuivingen tussen sectoren en beroepen, en grote veranderingen ten aanzien van vaardigheden die in de toekomst nodig zijn. Een duurzame overgang vereist investeringen in doeltreffende en geïntegreerde sociale bescherming. De overgang moet daarnaast gepaard gaan met een grondige en democratische versterking van de economische en monetaire unie, alsook met een solide financiële strategie die kan zorgen voor een toereikende financiering van de duurzame overgang in een ambitieus nieuw meerjarig financieel kader, duurzame en rechtvaardige nationale belastingstelsels en sterke overheidsinvesteringen op nationaal en Europees niveau. In deze context is een geschiktheidscontrole van het meerjarig financieel kader (MFK) nodig.

3.6 EU-instrumenten zoals het Europees Semester, het ESF en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), evenals de Europese sociale dialoog, kunnen bijdragen tot een rechtvaardige overgang door tijdens de overgang ondernemingen, werknemers en gezinnen te ondersteunen die tot nu toe afhankelijk waren van werk in energie-intensieve sectoren, onder meer door middel van herscholing, omscholing, individueel advies bij het zoeken naar werk en een eventueel vervangend inkomen.

3.7 Het EESC is verheugd over de nieuwe richtsnoeren inzake klimaatrapportage door het bedrijfsleven, als onderdeel van het actieplan van de Commissie voor duurzame financiën, evenals over de belangrijke aanbevelingen over de soorten economische activiteiten die een echte bijdrage kunnen leveren aan de beperking van of aanpassing aan de klimaatverandering (taxonomie)38. In dit opzicht is het essentieel om voorspelbaarheid, zekerheid en duidelijkheid te bieden over de vraag welke activiteiten echt ecologisch duurzaam zijn39.

Voorstellen:

Het EESC is er voorstander van dat er in het kader van de sociale dialoog op het gepaste nationale en Europese niveau adequate maatregelen met betrekking tot “rechtvaardige transities” worden uitgewerkt, waarbij maatregelen en acties worden ingevoerd om veranderingen in goede banen te leiden en te zorgen voor minimumbescherming bij reorganisaties of collectief ontslag naar aanleiding van transities die voortvloeien uit ontwikkelingen op het gebied van technologie, demografie, mondialisering, klimaatverandering en circulaire economie, en waarbij ook plaats wordt ingeruimd voor het recht op collectieve onderhandelingen om te anticiperen op veranderingen en om de betrokken werknemers te ondersteunen (evolutie van de richtlijn collectief ontslag)40.

Een rechtvaardige transitie moet integraal deel uitmaken van het beleidskader voor

38 Mededeling van de Commissie van 18 juni 2019 getiteld Richtsnoeren niet-financiële rapportage: aanvulling betreffende klimaatrapportage.

39 EESC-advies van 17 oktober 2018 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een raamwerk om duurzame beleggingen te bevorderen en over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 inzake koolstofarme benchmarks en benchmarks met een positieve koolstofbalans (PB C   62 van 15.2.2019, blz.   103 ).

40 Zie voetnoot 25.

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 14/2626

Page 15: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

duurzame ontwikkeling. Beleid voor een rechtvaardige transitie moet gericht zijn op het corrigeren van negatieve verdelingseffecten van klimaatmaatregelen en op het actieve beheer van arbeidsmarkttransities en moet ook betrekking hebben op kwesties inzake regionale ontwikkeling.

Om de uitdagingen op het gebied van klimaat en milieu aan te pakken, moet de EU een lineaire economie omvormen tot een circulaire, koolstofneutrale economie, die waarborgt dat cycli lang duren en zo efficiënt mogelijk zijn41.

Het EESC is van mening dat het Pact voor financiën en klimaat alle aspecten van een klimaatbeleid moet omvatten: een rechtvaardige transitie (maatregelen om de effecten van veranderingen te verzachten, maar ook om schade en verliezen te compenseren), evenals doeltreffend beleid voor de aanpassing aan de klimaatverandering. Het model van de circulaire economie moet zo veel mogelijk voorrang krijgen en het regelgevingskader ervan moet worden verbeterd. Dit alles zal moeten worden gefinancierd met passende begrotingen door de huidige investeringen te heroriënteren (groene oormerking) en door middel van nieuwe, toegankelijke financieringsbronnen42.

Voor het pact moet een duidelijk en op de lange termijn voorspelbaar Europees beleidskader worden vastgesteld om de planning van de investeringen veilig te stellen. Dit kader moet vergezeld gaan van een actieve reflectie op verschillende beleidsopties, zoals aanpassingsmechanismen aan de grens — bijv. een koolstofbelasting aan de grens — om koolstoflekkage43 te voorkomen voor producten die niet vallen onder dezelfde milieu- en sociale normen44.

Als de duurzaamheidstaxonomie45 eenmaal is goedgekeurd en volledig wordt toegepast, moet er rekening mee worden gehouden dat eventueel aanvullende wetgevingsmaatregelen nodig zijn, mits passend en gebaseerd op een gedegen effectbeoordeling. In dit verband verwijst het EESC naar zijn adviezen over het Europees Pact voor financiën en klimaat46 en het actieplan van de Commissie voor de financiering van duurzame groei47.

De publieke en particuliere investeringen in de koolstofneutrale economie moeten worden verhoogd om de aangepaste emissiereductiestreefcijfers van de EU voor 2030 te behalen en er zal een radicale ommezwaai nodig zijn om te zorgen dat de economie tegen 2050 koolstofneutraal is, in overeenstemming met de streefdoelen van de Overeenkomst van Parijs. De aanhoudend zwakke investeringen in hernieuwbare energie in Europa staan ook in

41 Zie voetnoot 5.42 Zie voetnoot 19.43 Zie voetnoot 7.44 Zie voetnoot 19.45 Zie voetnoot 38.46 Zie voetnoot 19.47 EESC-advies van 17 oktober 2018 over de mededeling van de Commissie getiteld Actieplan: duurzame groei financiere

(PB C   62 van 15.2.2019, blz.   73 ).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 15/2626

Page 16: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

contrast met het hoge niveau van de nog bestaande subsidies voor fossiele brandstoffen en andere subsidies die schadelijk zijn voor het milieu in de lidstaten. Het probleem is niet alleen dat er te weinig wordt geïnvesteerd, maar ook dat de toewijzing van bestaande middelen disfunctioneel is. Er zijn duidelijke beleidsdoelstellingen en een coherenter beleidskader nodig om deze negatieve tendensen om te keren. In elk geval moet het einde van het tijdperk van de fossiele brandstoffen in Europa gepaard gaan met de nodige investeringen die de werknemers beschermen, nieuwe banen scheppen en de lokale ontwikkeling ondersteunen. Transitieprocessen moeten worden onderhandeld met de sociale partners en het maatschappelijk middenveld en worden gekoppeld aan transparantie en een doeltreffend communicatiebeleid.

CO2-emissies moeten in de gehele EU op sociaal rechtvaardige wijze worden belast , waarbij vervuilers betalen en investeringen in betaalbare schone energie worden gestimuleerd. Energiebelasting kan de overgang naar schone energie bevorderen en bijdragen tot een duurzame en sociaal rechtvaardige groei.

Een van de grootste milieugerelateerde gezondheidsrisico’s in de EU is de luchtvervuiling, die rond 400 000 voortijdige sterfgevallen per jaar veroorzaakt. Het aanpakken van luchtvervuiling door middel van klimaatactie vormt een kans om de steun van het publiek en de politiek te vergaren voor beleid inzake klimaatverandering.

De bestrijding van energie- en waterarmoede, het waarborgen van toegankelijke, gezonde en kwalitatief hoogwaardige levensmiddelen en veilige producten, en een einde maken aan de schadelijke blootstelling aan giftige chemicaliën. Een brede beleidsmix, met inbegrip van het EU-landbouwbeleid, moet helpen voldoen aan de nieuwe maatschappelijke behoeften, waaronder duurzame productiemethoden, een betere voeding, minder voedselafval, een beter dierenwelzijn, klimaatbescherming en het behoud van de biodiversiteit.

De EU moet de inspanningen van partnerlanden ondersteunen om subsidies die schadelijk zijn voor het milieu geleidelijk af te bouwen om hen te helpen de Agenda 2030 en de Klimaatovereenkomst van Parijs uit te voeren.

Het EU-handelsbeleid moet in overeenstemming zijn met de Agenda 2030 en de Overeenkomst van Parijs. Bestaande bepalingen met betrekking tot overeenkomsten over hoofdstukken inzake handel en duurzame ontwikkeling moeten doeltreffend worden gehandhaafd.

4. Burgers en vrijheden beschermen — vrede, rechtvaardigheid en sterke instellingen

4.1 De EU zorgt binnen en buiten Europa voor vrede, stabiliteit en welvaart, ondanks de vele interne en externe uitdagingen waarvoor we ons gesteld zien. De EU zet zich vastberaden in voor haar democratische beginselen, de rechtsstaat en de grondrechten. Deze geven richting aan ons beleid en bevorderen een saamhorigheidsgevoel, voortbouwend op onze gedeelde cultuur. De democratie moet in Europa worden geëerbiedigd en buiten Europa worden bevorderd.

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 16/2626

Page 17: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

Maatschappelijke betrokkenheid, publieke verantwoording en rechtvaardigere, transparantere en inclusievere besluitvormingsprocessen moeten op alle niveaus worden versterkt.

4.2 De EU heeft open en bruisende gemeenschappen nodig, waarin individuen gelijke rechten hebben en kunnen leven zonder te worden gediscrimineerd, met volledige eerbiediging van hun privacy en veiligheid. Culturele diversiteit is een verrijking voor Europa en zijn burgers. Diversiteit maakt deel uit van de identiteit en kracht van Europa.

4.3 Europa wordt geconfronteerd met grote uitdagingen die moeten worden aangepakt en besproken vanuit een Europees en niet uitsluitend nationaal perspectief, door volledig uitvoering te geven aan de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van het VEU. De Europese democratie moet daarom de transnationale dimensie van haar doelstellingen en uitdagingen versterken, terwijl zij een Europees burgerschap bevordert dat is gebaseerd op gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie, met meer Europees institutioneel onderwijs en een op overleg gebaseerd, participatiever maatschappelijk kader, evenals een sterkere Europese focus.

4.4 Demografische ontwikkelingen tonen aan dat Europa migranten en hun talent, vaardigheden en ondernemerspotentieel nodig heeft. Het discours en het beleid inzake migratie moeten dringend worden aangepast op basis van een nauwere samenwerking met derde landen, om een rationeel debat op basis van feiten te garanderen. Vluchtelingen en migranten moeten niet worden gezien als een bedreiging, maar als een kans voor het economische en sociale model van Europa. Hiervoor hebben we een alomvattende aanpak en strategie nodig voor migratie, waaronder legale migratie.

Voorstellen:

De EU heeft een alomvattend en afdwingbaar mechanisme nodig voor de regelmatige monitoring van de staat van de democratie en rechtsstaat in alle lidstaten.

Vrije en onafhankelijke media en het maatschappelijk middenveld moeten worden ondersteund en in staat worden gesteld hun rol in de democratie te spelen.

Consumentenbeleid sluit nauw aan op de belangen van de burgers en kan daarom het draagvlak voor de Europese integratie beïnvloeden. Het EESC roept de Commissie op om de handhaving en naleving van consumentenrechten te garanderen in het Refit-proces, de digitale wereld en als het gaat over de veiligheid van producten en diensten. De Commissie moet de maatregelen ter bestrijding van energiearmoede en consumptiearmoede aanscherpen en de toegang tot voedsel en diensten voor alle Europeanen verbeteren. Ze moet zich ook inzetten voor het recht van consumenten op informatie, opleiding en participatie en hun recht om zich te organiseren ter behartiging van hun belangen als voor hen relevante regels worden opgesteld.

De Commissie moet de herziening afronden van de voornaamste wetgevende en niet-wetgevende instrumenten van het Europees consumentenbeleid als transversaal en horizontaal burgerschapsbeleid en een nieuw actieplan presenteren voor de bescherming en verdediging

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 17/2626

Page 18: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

van de consument voor de komende tien jaar.

Bovendien dringt het EESC erop aan dat het concept van universele toegang tot diensten van algemeen belang wordt verduidelijkt en dat er wetgevingsmaatregelen worden ingevoerd die de lidstaten verplichten toegangsindicatoren vast te stellen, aangezien de toegang tot deze diensten cruciaal is voor de sociale rechtvaardigheid en is gebaseerd op het beginsel van gelijke behandeling van gebruikers, dat iedere vorm van discriminatie of uitsluiting verbiedt48.

De Commissie moet een Europese agenda voor de bestrijding van discriminatie op de in artikel 19 van het Verdrag van Lissabon gedefinieerde gronden presenteren, concrete maatregelen treffen om de richtlijn betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling weer te bespreken en te herzien, en de omstandigheden van kinderen, vrouwen, personen met een handicap en ouderen in kwetsbare situaties, alsook nieuwe vormen van kwetsbaarheid, aanpakken. Het EESC beveelt de Commissie aan in een vroeg stadium van haar mandaat dringend maatregelen te nemen ten aanzien van deze kwesties.

De Commissie moet specifieke initiatieven nemen op basis van de aanbevelingen van het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap en die aanbevelingen doorvoeren in haar externe beleid en programma’s, waaronder de invoering van een EU-gehandicaptenkaart die in alle lidstaten wordt erkend. In 2020 moet de EU haar voorstel inzake de Europese agenda voor de rechten van personen met een handicap 2020-2030 presenteren en zij moet 2023 uitroepen tot Europees jaar van de rechten van personen met een handicap.

Ook moedigt het EESC de Commissie aan om in onderwijsinstellingen op alle niveaus activiteiten te ondersteunen die studenten helpen om een onderscheid te maken tussen nepnieuws en op wetenschap gebaseerde feiten.

De EU moet haar beleid en maatregelen om te zorgen voor gendergelijkheid verbeteren, door een transformatieve en meetbare agenda voor gendergelijkheid uit te voeren, als onderdeel van een geïntegreerde en ambitieuze EU-vijfjarenstrategie voor gendergelijkheid. Deze strategie moet het uitbannen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen omvatten, niet slechts via een specifiek instrument ter vergroting van de transparantie in het bedrijfsleven over loonbeleid en bedrijfsstrategieën voor het aanpakken van de genderloonkloof, maar ook door alle gebieden aan te pakken die zijn gedefinieerd in het actieplan voor de bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Daarnaast moet de EU waarborgen dat alle personen die te maken hebben met meervoudige discriminatie gelijke kansen hebben in de samenleving.

Het EESC onderstreept dat vluchtelingen en asielzoekers dringend moeten worden geholpen en in de samenleving moeten worden geïntegreerd. Het verzoekt de Commissie onverwijld een efficiënte hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel in te leiden en door te voeren, waarbij de mensenrechten worden geëerbiedigd, en te zorgen voor de instelling van een echt gemeenschappelijk stelsel voor alle lidstaten. Tevens beveelt het aan meer werk te maken van de hervestiging van en humanitaire visa voor vluchtelingen, teneinde aan reële behoeften te beantwoorden. Het verzoekt de Commissie de inspanningen op te voeren om de

48 EESC-advies van 19 juni 2019 getiteld “Betere tenuitvoerlegging van de sociale pijler, bevordering van essentiële diensten” (nog niet gepubliceerd in het PB).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 18/2626

Page 19: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

uitvoering van de overeenkomst inzake de verdeling van vluchtelingen over de lidstaten te monitoren en te vergemakkelijken.

Bovendien verzoekt het om de eerbiediging van de mensenrechten en het internationaal recht bij de herziening van partnerschapsovereenkomsten met derde landen van doorreis en herkomst van migranten, en om de ontwikkeling van financieringsinstrumenten om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

Samenwerking met partnerlanden is van essentieel belang bij het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie, het helpen van vluchtelingen, het omgaan met gemengde migratiestromen, het aanpakken van mensensmokkel en het uitvoeren van afspraken inzake terugkeer en overname. Om mensen in hun thuisland doeltreffende hulp te bieden moeten humanitaire, ontwikkelings- en politieke instrumenten op elkaar worden afgestemd.

De EU moet beleid en maatregelen vaststellen die een veilige, ordelijke en reguliere migratie bevorderen en tevens de integratie en sociale samenhang versterken. De EU moet de status van “door milieufactoren verdreven ontheemden” regelen en nauwer samenwerken met de IAO wat betreft arbeidsmigratie en integratieprogramma’s.49

Het EESC is voorstander van veilige, legale routes voor vluchtelingen wanneer zij naar de EU komen. Een gecoördineerde aanpak door alle lidstaten en Europese en nationale belanghebbenden, gebaseerd op gedeelde verantwoordelijkheid, eerlijke toewijzing, convergentie en eerbiediging van de grondrechten, is nodig om meer opties voor gezinshereniging, herplaatsing en hervestiging te bieden.

5. De belangen en waarden van Europa in de wereld bevorderen — de wijze van uitvoering verbeteren en het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling nieuw leven inblazen

5.1 In een steeds meer verscheurde en multipolaire wereld moet de EU haar positie versterken om haar welvaart, veiligheid en waarden te waarborgen. Zoals in de algemene strategie van juni 2016 is benadrukt, moet Europa een vooraanstaande rol in de wereld spelen door middel van consistente en krachtige steun voor een op regels gebaseerde wereldorde met multilateralisme als basisbeginsel en met de VN als kern. De EU moet een vorm van mondiale governance bevorderen waarvan de kernwaarden bestaan uit een sociale markteconomie, mensenrechten, de rechtsstaat, duurzame ontwikkeling, multilateralisme en de eerbiediging van het internationaal humanitair recht.

5.2 De EU moet ook prioriteit geven aan de ontwikkeling van sterke betrekkingen met naaste buren, op basis van een duidelijk evenwicht tussen rechten en plichten. Er zou kunnen worden verwezen naar het nabuurschaps- en ontwikkelingsbeleid van de EU als een van haar prioriteiten en naar de EU als grootste donor ter wereld. Het maatschappelijk middenveld moet een rol spelen bij de monitoring van dit beleid.

49 Zie voetnoot 5.

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 19/2626

Page 20: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

5.3 De EU moet de vaart van het uitbreidingsproces in stand houden en de toetredingsonderhandelingen en -programma’s voor de landen van de Westelijke Balkan voortzetten.

5.4 Het handelsbeleid van de EU is een sleutelfactor die van toepassing is op de EU als geheel en die alle lidstaten verenigt. Het handelsbeleid heeft de EU geholpen haar welvaart te vergroten door commerciële uitwisselingen met een breed scala aan partners. Tegelijkertijd belichaamt en bevordert de EU, door middel van handel, de waarden van sociale inclusie en milieubescherming die essentieel zijn voor het vormgeven van duurzame globalisering — met andere woorden, een vorm van globalisering die niet alleen grote bedrijven en investeerders ten goede komt, maar ook gewone mensen, werknemers, landbouwers, consumenten, personen die ambachten of vrije beroepen uitoefenen en kleine, middelgrote en met name micro-ondernemingen. Handel is ook een belangrijk instrument ter ondersteuning van het EU-beleid voor ontwikkelingslanden doordat met handel wordt bijgedragen aan de verschuiving van ontwikkeling naar partnerschap, met name in Afrika.

5.5 Europa heeft een eerlijk en modern fiscaal beleid nodig, dat past bij de uitdagingen van de digitale economie en zorgt voor een gelijk speelveld voor internetreuzen, online-verkoopplatforms en lokale bedrijven. Om belastingontduiking, -fraude en -ontwijking aan te pakken is een sterkere samenwerking op internationaal niveau en tussen de nationale belastingdiensten nodig.

Voorstellen:

Het EESC pleit met name voor een ambitieuze agenda voor het handelsbeleid op alle drie de niveaus, d.w.z. unilateraal, bilateraal en multilateraal — een beleid dat groei en hoogwaardige banen in de EU tot stand brengt en tegelijkertijd een op regels gebaseerd handelsbeleid op mondiaal niveau bevordert.

De EU moet, samen met het Europees maatschappelijk middenveld, waaronder ondernemingen, ook de volledige eerbiediging van de mensenrechten actief bevorderen wanneer zij onderhandelt over handelsovereenkomsten. Bovendien moeten de IAO-verdragen worden nageleefd. Deze overeenkomsten moeten worden onderworpen aan democratisch toezicht met de nodige participatie van het maatschappelijk middenveld, en er moet worden gewerkt aan een stappenplan met harde afspraken voor als IAO-verdragen niet naar behoren zijn geratificeerd of uitgevoerd50.

De EU moet ook een solide verbintenis in verband met de Overeenkomst van Parijs en het Verdrag inzake biologische diversiteit in elke handelsovereenkomst opnemen, teneinde in die overeenkomsten te zorgen voor echte sociale en consumentenbescherming en milieubepalingen (dit zou betrekking hebben op alle potentiële handelspartners van Europa, aangezien 195 van de 197 leden van de Verenigde Naties voornoemd verdrag hebben

50 EESC-advies van 14 februari 2018 over hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling in vrijhandelsovereenkomsten van de EU (PB C   227 van 28.6.2018, blz.   27 ).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 20/2626

Page 21: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

ondertekend). Koolstofbeprijzing op mondiaal niveau is ook een mogelijkheid die verder kan worden onderzocht, met name voor de Europese hulpbronnen- en energie-intensieve industrieën51, en moet, indien goed ontworpen in overeenstemming met de EU- en WTO-regels, actief worden bevorderd52. Een koolstofbelasting aan de grens zou ook kunnen bijdragen tot het behalen van de desbetreffende doelstelling.

Het EESC verzoekt de Commissie haar dialoog met het maatschappelijk middenveld te intensiveren om na te gaan hoe in huidige en toekomstige handelsovereenkomsten de werking van de handels- en duurzaamheidshoofdstukken (TSD) verder kan worden ontwikkeld. Het dringt er bij de Commissie op aan ambitieuzer te zijn, met name om de afdwingbaarheid van de toezeggingen in de TSD-hoofdstukken doeltreffend aan te scherpen53. De EU moet ook de meeste strenge bepalingen inzake mensenrechten, consumentenbescherming en werknemersrechten opnemen in alle toekomstige handelsovereenkomsten. Bovendien moeten de IAO-verdragen worden nageleefd. Deze overeenkomsten moeten worden onderworpen aan democratisch toezicht met de nodige participatie van het maatschappelijk middenveld.

Het EESC steunt eerlijke belastingheffing en de bestrijding van fraude, belastingontduiking, witwassen van geld en de financiële praktijken van belastingparadijzen. Een gemeenschappelijk doel van de EU-instellingen, overheden en het bedrijfsleven moet zijn om daartoe samen te werken om efficiënte mechanismen in te voeren, zoals de twee richtlijnen ter bestrijding van belastingontwijking.

De EU moet samenwerken met andere economische regio's om corruptie en belastingontduiking overal ter wereld doeltreffend te bestrijden en ervoor te zorgen dat de internationale regels inzake vennootschapsbelasting helder, transparant, objectief en voorspelbaar zijn.

Dankzij nieuwe bedrijfsmodellen die gebruikmaken van internetplatforms en andere digitale hulpmiddelen, is de fysieke aanwezigheid in een land voor ondernemingen minder relevant geworden. Naar oordeel van het EESC is het erg belangrijk dat er nieuwe beginselen worden ontwikkeld voor het toerekenen van bedrijfswinsten aan een EU-land en het belasten van deze winsten. Dit dient te gebeuren in dialoog met de handelspartners en door actief deel te nemen aan de lopende discussies op OESO/G20-niveau betreffende een wereldwijd akkoord over de digitale economie, om escalatie van handels- en belastingspanningen tussen grote economische spelers in de wereld te voorkomen54.

51 EESC-advies van 17 juli 2019 over “Het standpunt van het bedrijfsleven ten aanzien van het verzoenen van klimaat- en energiebeleid” (nog niet gepubliceerd in het PB).

52 Zie voetnoot 19.53 EESC-advies van 14 februari 2018 over hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling in vrijhandelsovereenkomsten van de

EU (PB C   227 van 28. 6.2018, blz. 27 )54 EESC-advies van 12 juli 2018 over belastingheffing over de winsten van multinationals in de digitale economie (PB C   367 van

10.10.2018, blz.   73 ).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 21/2626

Page 22: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

6. Prioriteiten verwezenlijken door middel van sterke governance en een sterkere EU-begroting

6.1 Veranderende economieën en arbeidsmarkten, het veranderende klimaat en de veranderende geopolitieke situatie hebben al invloed op de inrichting van onze Unie en zullen voor onze toekomst zeer bepalend zijn. De EU heeft een nieuwe governanceaanpak nodig en eventueel nieuwe regels en instrumenten voor het vaststellen en uitvoeren van beleid. Duurzame ontwikkeling vergt een alomvattende sectoroverschrijdende governanceaanpak om ervoor te zorgen dat economische, sociale en milieuvraagstukken tezamen in aanmerking worden genomen.

6.2 Het EESC benadrukt dat de EU de nieuwe uitdagingen het hoofd moet bieden door middel van een sterke politieke inzet, een sterkere en betere beleidsintegratie, waarbij mensenrechten, fundamentele vrijheden en democratische beginselen volledig in acht worden genomen en worden bevorderd, en door middel van onderlinge samenwerking.

6.3 Het EESC benadrukt dat de financiële en economische crisis heeft geleid tot onevenwichtigheden tussen de belangrijkste instellingen van de Unie. Dit vereist nieuwe vormen van governance en beheer op EU-niveau. De rol van het Europees Parlement moet worden versterkt om meer democratische verantwoording te bevorderen.

6.4 De uitvoering van de EPSR en de SDG’s vereist een gedegen begrotingsbasis , een gunstig bedrijfsklimaat en publieke en particuliere investeringen. Tijdens de onderhandelingen over het volgende meerjarig financieel kader (MFK) moet worden ingezet op voldoende financiële middelen voor het werkgelegenheids-, sociaal en milieubeleid en productieve investeringen.

6.5 Een eerste stap om de klimaatdimensie van het volgende MFK te versterken zou erin bestaan het streefdoel voor klimaatintegratie voor het gehele MFK te verhogen naar 40 %, zoals gewenst door het EESC. Dit zou inhouden dat alle sectorale klimaatstreefdoelen dienovereenkomstig moeten worden aangepast en dat deze wettelijk bindend worden gemaakt. De Commissie en het Europees Parlement moeten ook samenwerken om ervoor te zorgen dat de groene opzet van het nieuwe GLB, dat wil zeggen de conditionaliteit en de milieuregelingen, in ecologisch opzicht op efficiënte wijze vorm krijgt, teneinde de EU-steun voor projecten die schadelijk zijn voor het klimaat geleidelijk af te bouwen en mechanismen voor klimaattracering te verbeteren. Bovendien moeten veel middelen worden vrijgemaakt om personen en gebieden te ondersteunen die het zwaarst worden getroffen door de energietransitie, via het creëren van nieuwe instrumenten of het hervormen van bestaande.

6.6 Unanimiteit, die volgens de Verdragen voor bepaalde fundamentele kwesties vereist is, vormt op belangrijke momenten en bij belangrijke beslissingen een bijna onoverkomelijke hindernis, en het EESC pleit daarom voor de toepassing van het beginsel van besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid (BGM) in de Raad en (bij wetgeving) voor het gebruik van de gewone wetgevingsprocedure op alle terreinen waar dit mogelijk is. Het EESC herinnert eraan dat dit op grond van de huidige Verdragen kan worden bereikt door gebruik te maken van de

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 22/2626

Page 23: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

verschillende “overbruggingsclausules” of, in het geval van nauwere samenwerking, door gebruik te maken van artikel 333 VWEU55.

Voorstellen:

Het belang van samenwerking op interinstitutioneel niveau moet worden bevorderd, met inachtneming van de in de Verdragen verankerde prerogatieven van elke instelling. Voor deze samenwerking is met het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 voorzien in een nieuw kader. Het EESC is van mening dat het hierbij moet worden betrokken, teneinde rekening te kunnen houden met de standpunten van alle relevante belanghebbenden en uiteindelijk om de participatie van burgers bij de werkzaamheden van de EU te vergemakkelijken.

Ook het gebruik van de instrumenten voor betere regelgeving van de Europese Commissie kan bijdragen tot verdere integratie van duurzame ontwikkeling in het Europese beleid. Alle effectbeoordelingen van de Commissie moeten de ecologische, klimatologische, sociale en economische gevolgen evalueren, zodat duurzaamheid naar behoren in aanmerking wordt genomen. Ook in ex-postbeoordelingen moeten die drie dimensies krachtig worden geïntegreerd. Raadpleging van de sociale partners is ook vereist, conform de bepalingen van het Verdrag inzake de specifieke raadpleging van personeel en management over wetgeving inzake sociale vraagstukken (artikel 154, lid 2); raadpleging van het EESC, het Europees Comité van de Regio’s en nationale parlementen vormt een ander onderdeel van het instrumentarium voor betere regelgeving, waarmee kan worden voldaan aan de vereiste van inclusiviteit die centraal staat in de Agenda 203056.

Het EESC is er sterk van overtuigd dat het voorgestelde meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027 niet is afgestemd op het aanpakken van de nieuwe uitdagingen die zijn vastgesteld in de strategische agenda van de Europese Raad voor de periode 2019-2024 en de politieke beleidslijnen van de volgende Europese Commissie voor 2019-2024. Het EESC stelt voor dat meer middelen worden vrijgemaakt voor i) de uitvoering door de lidstaten van de Europese pijler van sociale rechten om in de context van duurzame economische ontwikkeling het creëren van hoogwaardige banen te stimuleren, ii) de uitvoering van de VN-Agenda 2030, en iii) de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs ter bevordering van een rechtvaardige transitie naar groene en digitale samenlevingen.

De ontvangst van EU-middelen door de lidstaten moet afhankelijk worden gesteld van de eerbiediging van het beginsel van de rechtsstaat, een fundamentele pijler van de waarden van de Unie overeenkomstig artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Het EESC is bovendien van oordeel dat deze conditionaliteit kan worden uitgebreid naar de andere in de EU-Verdragen opgenomen rechtsstatelijke beginselen57.

55 EESC-advies van 17 september 2015 over verbetering van het Verdrag van Lissabon. (PB C   13 van 15.1.2016, blz.   183 ).56 Zie voetnoot 5. 57 EESC-advies van 19 september 2018 over het meerjarig financieel kader voor de jaren   2021-2027 (PB C   440 van 6.12.2018,

blz.   106 ).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 23/2626

Page 24: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

De te steunen projecten, die in overeenstemming zullen zijn met de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de VN en die grote investeringen in innovatie en O&O vergen, moeten worden uitgevoerd met behulp van een instrument waarmee de verschillende financieringsbronnen zichtbaar kunnen worden gemaakt (waaronder het toekomstige MFK), en moeten op verschillende acties berusten58, namelijk:

− de financiering herbestemmen ten bate van duurzame investeringen via een "groene earmarking" en in dit kader leningen met een "groen label" van de Europese Investeringsbank (EIB) bevorderen;

− de kwantitatieve versoepeling van de Europese Centrale Bank (ECB) als financieringsbron gebruiken;

− het aandeel van het Europees Fonds voor strategische investeringen dat is bestemd voor de strijd tegen de klimaatverandering optrekken tot 40 %;

− een ambitieniveau tonen dat beantwoordt aan de omvang van de uitdagingen in verband met de bestrijding van de klimaatverandering: gemiddeld 40 % van de totale begrotingsmiddelen van de EU (MFK 2021-2027) moet aan de desbetreffende doelstelling worden toegewezen;

− het aandeel van het Cohesiefonds optrekken tot boven de huidige 20 %;

− 3 % van de pensioen- en verzekeringsfondsen vrijmaken;

− ondernemingen, en met name kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, ondersteunen bij hun investeringen in O&O, waarbij een bedrag van maximaal 100 miljard EUR voor dit doel wordt bestemd;

− de verbintenissen inzake financiële bijstand aan de zuidelijke landen die deelnemen aan de strijd tegen de klimaatverandering naleven59.

7. Het EESC leidt en vergemakkelijkt de participatie van het maatschappelijk middenveld in EU-aangelegenheden — waarbij het meer zeggenschap geeft aan maatschappelijke organisaties en hen erbij betrekt en raadpleegt

7.1 De bevordering van duurzaamheid in alle dimensies — de economische, sociale en milieudimensie — vereist aanzienlijke inspanningen en het engagement van alle betrokkenen. Om de transitie eerlijk en doeltreffend te laten verlopen, dient een sleutelrol te zijn weggelegd voor een open democratisch debat dat wordt geschraagd door structurele betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld. Belangrijke kwesties als wat “de uitkomst” moet zijn, hoe die te realiseren en hoe kan worden gegarandeerd dat de lasten en de voordelen rechtvaardig worden

58 Zie voetnoot 19.59 Zie voetnoot 19.

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 24/2626

Page 25: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

verdeeld en dat niemand buiten de boot valt, moeten op een open en transparante manier worden besproken.

7.2 Het EESC benadrukt dat maatschappelijke organisaties een essentiële rol moeten spelen bij de formulering, uitvoering en monitoring van beleid in alle stadia en op alle niveaus, ook het lokale niveau. Dit vereist een cultuuromslag en de erkenning van de waarde van het maatschappelijk middenveld op nationaal en EU-niveau. Die is al verankerd in artikel 11 VEU, op grond waarvan de EU-instellingen een horizontale en verticale civiele dialoog moeten bevorderen en faciliteren en brede raadplegingen moeten organiseren, en waarin de uitgangspunten voor het Europees burgerinitiatief zijn vastgelegd. Deze complementaire processen doen geen afbreuk aan de raadpleging van het EESC en de sociale dialoog.

7.3 Het maatschappelijk middenveld is in staat om echt zeer verschillende en soms uiteenlopende belangen te verwoorden en besluitvormers daar bewust van te maken. Het EESC vormt daar zelf een heel goed voorbeeld van en het is vastbesloten zijn rol te blijven vervullen: het faciliteren van dialoog en het bouwen van bruggen binnen het maatschappelijk middenveld en naar de andere Europese instellingen.

Voorstellen:

Aangezien het EESC de instelling voor het maatschappelijk middenveld op EU-niveau is, moet zijn rol bij het sturen en faciliteren van de participatie en raadpleging van het maatschappelijk middenveld in EU-aangelegenheden aanzienlijk worden versterkt en goed worden benut. Het moet dan ook actief worden betrokken bij de voorbereiding en organisatie van de conferentie over de toekomst van Europa, die in 2020 van start zou moeten gaan en door Ursula von der Leyen in haar agenda voor Europa is aangekondigd.

Het EESC volgt de gestructureerde dialogen en adviesfora (bijv. het Circular Economy Stakeholder Platform en het Europees Migratieforum) op de voet en is hierbij actief betrokken. Bij deze dialogen en fora worden organisaties uit het maatschappelijk middenveld en andere spelers van EU-instellingen en lidstaten samengebracht en betrokken. Bij de oprichting van platforms als het Refit-platform moet de Commissie overwegen om daarin ook plaats in te ruimen voor het EESC, overeenkomstig het mandaat dat het op grond van de Verdragen heeft, en er daarbij voor zorgen dat de vertegenwoordiging van het EESC een afspiegeling vormt van zijn indeling in drie groepen.

Het EESC benadrukt dat de maatschappelijke organisaties op EU-niveau geen structurele rol spelen bij het toezicht op de tenuitvoerlegging van het cohesiebeleid. Het raadt de Commissie derhalve ten zeerste aan een Europees cohesieforum van maatschappelijke organisaties60 op te richten met deelname van organisaties van werkgevers en werknemers en andere relevante maatschappelijke organisaties.

60 EESC-advies van 17 oktober 2018 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds (PB C 62 van 15.2.2019, blz. 90).

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 25/2626

Page 26: De bijdrage van het Europees Economisch en … · Web viewde effecten van sociale investeringen op de werkgelegenheid en de overheidsbegrotingen (PB C 226 van 16.7.2014, blz. 21),

Als de Commissie internetportalen opzet om standpunten van het publiek te verzamelen, zoals van organisaties en individuen, zou zij een onderscheid moeten maken tussen bijdragen van organisaties uit het maatschappelijke middenveld en individuele burgers. Daartoe zou zij samen met het EESC de belanghebbenden in kaart moeten brengen om representatieve en geografisch evenwichtige doelgroepen te definiëren, op basis van het transparantieregister. Bovendien moet de Commissie ervoor zorgen dat de antwoorden een kwantitatief en kwalitatief gewicht hebben, en zich permanent inspannen om deze raadplegingen te verbeteren wat betreft transparantie, toegankelijkheid, feedback en verantwoording ten aanzien van de deelnemers.

Om een en ander strategischer te benaderen en er een meer gestructureerde institutionele en representatieve grondslag aan te geven, zou de Commissie nauw met het EESC moeten samenwerken en er goed aan doen het te vragen een verkennend advies op te stellen over de manier waarop de civiele dialoog doeltreffend en op permanente basis kan worden georganiseerd, als opmaat naar een specifieke Commissiemededeling ter zake.

De doeltreffendheid van het Europees burgerinitiatief moet worden verbeterd en in dit verband moeten nieuwe werkwijzen worden verkend, zoals het gebruik van digitale instrumenten, om te zorgen voor een grotere betrokkenheid van met name jongeren en personen uit kwetsbare groepen.

_____________

EESC-2019-03432-00-00-RES-TRA (NL) 26/2626