bedieningshandleiding hvac drive fc...
TRANSCRIPT
MAKING MODERN LIVING POSSIBLE
Bedieningshandleiding
VLT®® HVAC Drive FC 1021,1-90 kW
www.danfoss.com/drives
Inhoud
1 Inleiding 3
1.1 Doel van de handleiding 3
1.2 Aanvullende hulpmiddelen 3
1.3 Document- en softwareversie 3
1.4 Beoogd gebruik 3
1.5 Blokschema van de frequentieomvormer 4
1.6 Behuizingstypen en nominaal vermogen 4
1.7 Goedkeuringen en certificeringen 4
1.8 Verwijderingsinstructie 4
2 Veiligheid 5
2.1 Veiligheidssymbolen 5
2.2 Gekwalificeerd personeel 5
2.3 Veiligheidsmaatregelen 5
3 Mechanische installatie 7
3.1 Uitpakken 7
3.2 Installatieomgevingen 10
3.3 Montage 10
4 Elektrische installatie 12
4.1 Veiligheidsvoorschriften 12
4.2 EMC-correcte installatie 12
4.3 Aarding 12
4.4 Bedradingsschema 13
4.5 Toegang 15
4.6 Motoraansluiting 15
4.7 Aansluiting netvoeding 17
4.8 Stuurkabels 17
4.8.1 Stuurklemtypen 17
4.8.2 Kabelaansluiting op stuurklemmen 19
4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem 27) 19
4.8.4 Selectie spannings-/stroomingang (schakelaars) 19
4.8.5 Veilige uitschakeling van het koppel (STO) 20
4.8.6 RS-485 seriële communicatie 20
4.9 Installatiechecklist 21
5 Inbedrijfstelling 22
5.1 Veiligheidsvoorschriften 22
5.2 Spanning inschakelen 22
Inhoud VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 1
5.3 Werking lokaal bedieningspaneel 23
5.4 Basisprogrammering 26
5.4.1 Inbedrijfstelling met SmartStart 26
5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu] 26
5.4.3 Setup asynchrone motor 27
5.4.4 Setup permanentmagneetmotor 27
5.4.5 Automatische energieoptimalisatie (AEO) 29
5.4.6 Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) 29
5.5 Draairichting van de motor controleren 29
5.6 Test lokale bediening 30
5.7 Systeem opstarten 30
5.8 Onderhoud 30
6 Voorbeelden toepassingssetup 31
7 Diagnostiek en problemen verhelpen 35
7.1 Statusmeldingen 35
7.2 Waarschuwings- en alarmtypen 37
7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmen 38
7.4 Probleem verhelpen 45
8 Specificaties 48
8.1 Elektrische gegevens 48
8.1.1 Netvoeding 3 x 200-240 V AC 48
8.1.2 Netvoeding 3 x 380-480 V AC 50
8.1.3 Netvoeding 3 x 525-600 V AC 52
8.1.4 Netvoeding 3 x 525-690 V AC 54
8.2 Netvoeding 56
8.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens 56
8.4 Omgevingscondities 57
8.5 Kabelspecificaties 57
8.6 Stuuringang/uitgang en stuurgegevens 57
8.7 Aanhaalmomenten voor aansluitingen 61
8.8 Zekeringspecificaties 61
8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen 68
9 Bijlage 70
9.1 Symbolen en afkortingen 70
9.2 Opbouw parametermenu 70
Trefwoordenregister 75
Inhoud VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
2 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
1 Inleiding
1.1 Doel van de handleiding
Deze bedieningshandleiding bevat informatie over deveilige installatie en inbedrijfstelling van de frequentieom-vormer.
De bedieningshandleiding is bedoeld voor gebruik doorgekwalificeerd personeel.Lees en volg de bedieningshandleiding om de frequentie-omvormer op veilige en professionele wijze te kunnengebruiken. Let vooral ook op de veiligheidsvoorschriften enalgemene waarschuwingen. Bewaar deze bedieningshand-leiding altijd in de buurt van de frequentieomvormer.
1.2 Aanvullende hulpmiddelen
Er zijn andere hulpmiddelen beschikbaar om inzicht tekrijgen in geavanceerde functies van de frequentieom-vormer en de bijbehorende programmering.
• De VLT® Programmeerhandleiding gaat dieper inop het gebruik van parameters en bevat veeltoepassingsvoorbeelden.
• De VLT® Design Guide gaat dieper in op demogelijkheden en functies voor het ontwerpenvan motorregelsystemen.
• Instructies voor gebruik met optioneleapparatuur.
Aanvullende documentatie en handleidingen zijnverkrijgbaar bij Danfoss. Zie www.danfoss.com/Busines-sAreas/DrivesSolutions/Documentations/VLT+Technical+Documentation.htm voor een overzicht.
Openbaarmaking, vermenigvuldiging en verkoop van ditdocument en verspreiding van de inhoud ervan isverboden, tenzij expliciet toegestaan. Overtreders van ditverbod kunnen aansprakelijk worden gesteld voor schade.Alle rechten voorbehouden ten aanzien van octrooien,octrooirechten en gedeponeerde modellen. VLT® is eengedeponeerd handelsmerk.
1.3 Document- en softwareversie
Deze handleiding wordt regelmatig herzien en bijgewerkt.Alle suggesties voor verbetering zijn welkom. Tabel 1.1toont de documentversie en de bijbehorende software-versie.
Versie Opmerkingen Softwareversie
MG11AJxx Vervangt MG11AIxx 3.92
Tabel 1.1 Document- en softwareversie
1.4 Beoogd gebruik
De frequentieomvormer is een elektronische motorregelaardie
• het motortoerental regelt op basis van terugkop-peling van het systeem of externe commando'svan externe regelaars. Een aandrijfsysteembestaat uit de frequentieomvormer, de motor endoor de motor aangedreven apparatuur.
• bewaakt aspecten van de systeem- enmotorstatus.
• kan worden gebruikt om de motor tebeschermen.
Afhankelijk van de configuratie kan de frequentieom-vormer worden gebruikt in zelfstandige toepassingen ofdeel uitmaken van een grotere toepassing of installatie.
De frequentieomvormer is bedoeld voor gebruik inresidentiële, industriële en commerciële omgevingenovereenkomstig lokale wetten en normen. Gebruik defrequentieomvormer niet in toepassingen die niet voldoenaan de aangegeven bedrijfscondities en -omgevingen.
LET OPIn een woonomgeving kan dit product radiostoring
veroorzaken. In dat geval kunnen aanvullende
corrigerende maatregelen noodzakelijk zijn.
Inleiding VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 3
1 1
1.5 Blokschema van defrequentieomvormer
Afbeelding 1.1 toont een blokschema van de internecomponenten van de frequentieomvormer. Zie Tabel 1.2voor de bijbehorende functies.
Afbeelding 1.1 Blokschema frequentieomvormer
Gebied Titel Functies
1 Netvoeding• Driefasenetvoeding naar de
frequentieomvormer
2 Gelijkrichter
• De gelijkrichterbrug zet deinkomende AC-stroom om inDC-stroom als voeding voorde omvormer
3 DC-bus• De DC-tussenkring verwerkt
de DC-stroom
4 DC-reactoren
• Filteren de DC-tussenkring-spanning
• Bieden beveiliging tegennettransiënten
• Beperken de RMS-stroom
• Verhogen de arbeidsfactornaar het voedend net
• Beperken de harmonischenop de AC-ingang
5 Condensatorbatterij
• Slaat de DC-spanning op
• Biedt tijdelijke beschermingbij kortstondige netonder-breking
6 Omvormer
• Zet het DC-signaal om naareen geregelde pulsbreedtege-moduleerde AC-golfvorm vooreen gereguleerd variabeluitgangssignaal naar demotor.
7 Uitgang naar motor
• Gereguleerd driefasiguitgangsvermogen naar demotor
Gebied Titel Functies
8 Stuurcircuits
• Ingangsvermogen, interneprocessen, uitgangssignalenen motorstroom wordenbewaakt voor een efficiëntewerking en regeling.
• De gebruikersinterface enexterne commando's wordenbewaakt en uitgevoerd.
• Biedt mogelijkheden voorstatusuitgang en -regeling.
Tabel 1.2 Legenda bij Afbeelding 1.1
1.6 Behuizingstypen en nominaalvermogen
Zie 8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen voorbehuizingstypen en het nominale vermogen van defrequentieomvormers.
1.7 Goedkeuringen en certificeringen
Tabel 1.3 Goedkeuringen en certificeringen
Er zijn meer goedkeuringen en certificeringen beschikbaar.Neem hiervoor contact op met de lokale Danfoss-partner.De T7 (525-690 V) frequentieomvormers zijn niet gecerti-ficeerd voor UL.
De frequentieomvormer voldoet aan de eisen van UL 508Cten aanzien van het behoud van het thermische geheugen.Zie de sectie Thermische motorbeveiliging in de DesignGuide voor meer informatie.
Zie ADN-conforme installatie in de Design Guide voorconformiteit met het Europees Verdrag inzake het interna-tionale vervoer van gevaarlijke goederen over debinnenwateren (ADN).
1.8 Verwijderingsinstructie
Apparatuur die elektrische componentenbevat, mag niet als huishoudelijk afvalworden afgevoerd.Voer dergelijke apparatuur apart afvolgens de geldende lokale voorschriften.
Tabel 1.4 Verwijderingsinstructie
Inleiding VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
4 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
11
2 Veiligheid
2.1 Veiligheidssymbolen
De volgende symbolen worden gebruikt in dit document.
WAARSCHUWINGGeeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan
leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIGGeeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan
leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden
gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkprak-
tijken.
LET OPGeeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die
kunnen leiden tot schade aan apparatuur of
eigendommen.
2.2 Gekwalificeerd personeel
Een probleemloze en veilige werking van de frequentieom-vormer is enkel mogelijk als de frequentieomvormer opcorrecte en betrouwbare wijze wordt vervoerd,opgeslagen, gebruikt en onderhouden. Deze apparatuurmag uitsluitend worden geïnstalleerd of bediend doorgekwalificeerd personeel.
Gekwalificeerd personeel is gedefinieerd als opgeleidemedewerkers, die bevoegd zijn om apparatuur, systemenen circuits te installeren, in bedrijf te stellen en teonderhouden overeenkomstig relevante wetten envoorschriften. Daarnaast moet het personeel bekend zijnmet de instructies en veiligheidsmaatregelen die in ditdocument staan beschreven.
2.3 Veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWINGHOGE SPANNING!Frequentieomvormers werken met een hoge spanning
wanneer ze zijn aangesloten op de netvoeding. De
installatie, het opstarten en het onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel. Wanneer de installatie, het opstarten en het
onderhoud niet worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWINGONBEDOELDE START!Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op de
netvoeding kan de motor op elk moment starten. De
frequentieomvormer, motor en alle aangedreven
apparatuur moeten bedrijfsklaar zijn. Wanneer de
apparatuur niet bedrijfsklaar is op het moment dat de
frequentieomvormer op de netvoeding wordt
aangesloten, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel
of tot schade aan apparatuur of eigendommen.
WAARSCHUWINGONTLADINGSTIJD!De frequentieomvormer bevat DC-tussenkringconden-
satoren waarop spanning kan blijven staan, zelfs
wanneer de frequentieomvormer niet van spanning
wordt voorzien. Om elektrische gevaren te vermijden,
moet u de netvoeding, permanentmagneetmotoren en
alle externe DC-tussenkringvoedingen – inclusief reserve-
voedingen, UPS-eenheden en DC-
tussenkringaansluitingen naar andere
frequentieomvormers – afschakelen. Wacht tot de
condensatoren volledig zijn ontladen voordat u
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert. De
vereiste wachttijd staat vermeld in Tabel 2.1. Als u de
aangegeven wachttijd na afschakeling niet in acht neemt
voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
uitvoert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Spanning
[V]
Minimale wachttijd [minuten]
4 7 15
200-240 1,1-3,7 kW 5,5-45 kW
380-480 1,1-7,5 kW 11-90 kW
525-600 1,1-7,5 kW 11-90 kW
525-690 1,1-7,5 kW 11-90 kW
Er kunnen hoge spanningen aanwezig zijn, zelfs wanneer allewaarschuwingsleds uit zijn.
Tabel 2.1 Ontladingstijd
WAARSCHUWINGGEVAAR VOOR LEKSTROOM!De lekstromen zijn hoger dan 3,5 mA. Het is de verant-
woordelijkheid van de gebruiker of erkende elektrisch
installateur om te zorgen voor een correcte aarding van
de apparatuur. Een onjuiste aarding van de frequentie-
omvormer kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Veiligheid VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 5
2 2
WAARSCHUWINGGEVAARLIJKE APPARATUUR!Draaiende assen en elektrische apparatuur kunnen
gevaarlijk zijn. Alle elektrische werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale en
lokale elektriciteitsvoorschriften. De installatie, inbedrijf-
stelling en onderhoudswerkzaamheden mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door opgeleid en gekwali-
ficeerd personeel. Het niet opvolgen van de
aanbevelingen kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWINGWINDMILLING!Het onbedoeld draaien van permanentmagneetmotoren
kan leiden tot lichamelijk letsel en schade aan
apparatuur. Zorg dat permanentmagneetmotoren zijn
geblokkeerd om onbedoeld draaien te voorkomen.
VOORZICHTIGPOTENTIEEL GEVAAR BIJ INTERNE STORING!Er bestaat een kans op lichamelijk letsel wanneer de
frequentieomvormer niet goed is afgesloten. Controleer
voordat u de spanning inschakelt of alle veiligheidsaf-
dekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgezet.
Veiligheid VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
6 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
22
3 Mechanische installatie
3.1 Uitpakken
3.1.1 Geleverde items
• Controleer de verpakking en frequentieomvormerop zichtbare schade die is veroorzaakt door eenonjuiste behandeling tijdens het vervoer. Dieneventuele schadeclaims in bij de vervoerder.Bewaar beschadigde onderdelen ter verduide-lijking.
• Controleer of alle items zijn geleverd en of degegevens op het typeplaatje overeenkomen metde orderbevestiging.
130B
D51
1.10
Type 12 / IP55 Tamb.45 C/113 F
VLT
MADE IN DENMARK
R
P/N: 131U3930 S/N: 010102G290
3.0kW(400V) / 4.0HP(460V)
IN: 3x380-480V 50/60Hz 6.5/5.7A
OUT: 3x0-Vin 0-590Hz 7.2/6.3Ao
CAUTION:See manual for special condition/mains fusevoir manual de conditions speclales/fusibles
WARNING:Stored charge, wait 4 min.Charge residuelle, attendez 4 min.
* 1 3 1 U 3 9 3 0 0 1 0 1 0 2 G 2 9 0 *
`
HVAC Drivewww.danfoss.com
T/C: FC-102P3K0T4Z55H1UGCXXXSXXXXAXBXCXXXXDX
Listed 76X1 E134261 Ind. Contr. Eq.
o
`
12
3
4
5
6 7
8
9
10
Afbeelding 3.1 Typeplaatje product (voorbeeld)
1 Typecode
2 Bestelnummer
3 Vermogensklasse
4Ingangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hogespanningen)
5Uitgangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hogespanningen)
6 Type behuizing en IP-klasse
7 Maximale omgevingstemperatuur
8 Certificeringen
9 Ontladingstijd (waarschuwing)
10 Serienummer
Tabel 3.1 Legenda bij Afbeelding 3.1
LET OPVerwijder het typeplaatje niet van de frequen-
tieomvormer (verlies van garantie).
3.1.2 Opslag
Zorg dat aan de eisen voor opslag wordt voldaan. Zie8.4 Omgevingscondities voor meer informatie.
Mechanische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 7
3 3
3.1.3 Productoverzicht
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
1213
14
8
15
16
17
18
130B
B492
.10
Afbeelding 3.2 Opengewerkte tekening behuizingstype A, IP 20
1 Lokaal bedieningspaneel (LCP) 10 Motoruitgangsklemmen 96 (U), 97 (V), 98 (W)
2 RS-485-seriëlebusaansluiting (+68, -69) 11 Relais 2 (01, 02, 03)
3 Analoge I/O-connector 12 Relais 1 (04, 05, 06)
4 LCP-ingangsstekker 13 Klemmen voor rem (-81, +82) en loadsharing (-88, +89)
5 Analoge schakelaars (A53), (A54) 14 Netingangsklemmen 91 (L1), 92 (L2), 93 (L3)
6 Kabelafschermings klem 15 USB-connector
7 Ontkoppelingsplaat 16 Schakelaar afsluiting seriële bus
8 Aardklem (PE) 17 Digitale I/O en 24 V-voeding
9 Aardklem voor afgeschermde kabel en trekontlasting 18 Afdekking
Tabel 3.2 Legenda bij Afbeelding 3.2
Mechanische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
8 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
33
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1617
1819
1415
FAN MOUNTING
QDF-30
DC- DC+
Remove jumper to activate Safe StopMax. 24 Volt !
12 13 18 19 27 29 32 33 20
61 6839 42 50 53 54
0605
0403
0201
130B
B493
.10
Afbeelding 3.3 Opengewerkte tekening behuizingstype B en C, IP 55 en IP 66
1 Lokaal bedieningspaneel (LCP) 11 Relais 2 (04, 05, 06)
2 Afdekking 12 Hijsoog
3 RS-485-seriëlebusaansluiting 13 Bevestigingssleuf
4 Digitale I/O en 24 V-voeding 14 Aardklem (PE)
5 Analoge I/O-connector 15 Kabelafschermings klem
6 Kabelafschermings klem 16 Remklem (-81, +82)
7 USB-connector 17 Loadsharingklem (DC-bus) (-88, +89)
8 Schakelaar afsluiting seriële bus 18 Motoruitgangsklemmen 96 (U), 97 (V), 98 (W)
9 Analoge schakelaars (A53), (A54) 19 Netingangsklemmen 91 (L1), 92 (L2), 93 (L3)
10 Relais 1 (01, 02, 03)
Tabel 3.3 Legenda bij Afbeelding 3.3
Mechanische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 9
3 3
3.2 Installatieomgevingen
LET OPIn omgevingen met in de lucht aanwezige vloeistoffen,
deeltjes of corrosieve gassen moet u ervoor zorgen dat
de IP/Type-klasse overeenkomt met de installatieom-
geving. Als niet wordt voldaan aan de vereisten ten
aanzien van de omgevingscondities, kan dit de
levensduur van de frequentieomvormer bekorten. Zorg
dat wordt voldaan aan de vereisten ten aanzien van
vochtigheid, temperatuur en hoogte.
Trillingen en schokken
De frequentieomvormer voldoet aan de vereisten diegelden wanneer de eenheid aan de wand of op de vloervan een productiehal is gemonteerd of in panelen die metbouten aan de wand of de vloer zijn bevestigd.
Zie 8.4 Omgevingscondities voor uitgebreide specificatiesvoor de omgevingscondities.
3.3 Montage
LET OPEen onjuiste montage kan leiden tot
oververhitting en lagere prestaties.
Koeling
• Zorg voor een vrije ruimte boven en onder deeenheid, zodat de lucht kan circuleren. ZieAfbeelding 3.4 voor de vereisten ten aanzien vande vrije ruimte.
a
a
130B
D52
8.10
Afbeelding 3.4 Vrije ruimte boven en onder voor
luchtkoeling
Behuizing A2-A5 B1-B4 C1, C3 C2, C4
a (mm) 100 200 200 225
Tabel 3.4 Vereisten ten aanzien van de minimale vrije ruimte
voor luchtkoeling
Hijsen
• Om een veilige hijsmethode te bepalen, moet uhet gewicht van de eenheid controleren; zie8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen.
• Verzeker u ervan dat het hijstoestel geschikt isvoor de taak.
• Regel indien nodig een takel, kraan ofvorkheftruck met het juiste vermogen om deeenheid te verplaatsen.
• Maak bij het hijsen gebruik van de hijsogen opde eenheid, indien aanwezig.
Montage
1. Verzeker u ervan dat de installatielocatie hetgewicht van de eenheid kan dragen. De frequen-tieomvormer is geschikt voor zij-aan-zij-installatie.
2. Monteer de eenheid verticaal op een stevige,vlakke ondergrond of op de optioneleachterwand.
3. Maak bij wandmontage gebruik van desleufvormige bevestigingsgaten, indien aanwezig.
Mechanische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
10 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
33
Montage met achterwand en rails
130B
D50
4.10
Afbeelding 3.5 Juiste montage met achterwand
LET OPGebruik van de achterwand is
noodzakelijk bij montage op rails.
Mechanische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 11
3 3
4 Elektrische installatie
4.1 Veiligheidsvoorschriften
Zie 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsvoorschriften.
WAARSCHUWINGGEÏNDUCEERDE SPANNING!Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels van
motoren die bij elkaar zijn geplaatst, kan de conden-
satoren van de apparatuur opladen, ook wanneer de
apparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout).
Wanneer u de motoruitgangskabels niet van elkaar
gescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabels
gebruikt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIGGEVAAR VOOR DC-STROOM!De frequentieomvormers kunnen een gelijkstroom
veroorzaken in de beschermende aardgeleider. Bij
gebruik van een reststroomapparaat of reststroom-
monitor (RCD/RCM) als extra beveiliging mag uitsluitend
een RCD of RCM van het B-type worden gebruikt.
Overstroombeveiliging
• Aanvullende beschermende apparatuur zoalskortsluitbeveiliging of thermische motorbevei-liging tussen de frequentieomvormer en demotor is vereist voor toepassingen met meerderemotoren.
• Ingangszekeringen zijn vereist om te voorzien inkortsluitbeveiliging en overstroombeveiliging. Alsdeze zekeringen niet in de fabriek zijnaangebracht, moeten ze door de installateurworden geplaatst. Zie de maximale zekering-grootte in 8.8 Zekeringspecificaties.
Kabeltype en nominale waarden
• Alle kabels moeten voldoen aan de nationale enlokale voorschriften ten aanzien vandwarsdoorsneden en omgevingstemperatuur.
• Aanbeveling voor voedingskabels: koperdraad datbestand is tegen temperaturen van minimaal75 °C.
Zie 8.1 Elektrische gegevens en 8.5 Kabelspecificaties voor deaanbevolen kabelgroottes en -typen.
4.2 EMC-correcte installatie
Voor een EMC-correcte installatie moet u de instructies in4.3 Aarding, 4.4 Bedradingsschema, 4.6 Motoraansluiting en4.8 Stuurkabels volgen.
4.3 Aarding
WAARSCHUWINGGEVAAR VOOR LEKSTROOM!De lekstromen zijn hoger dan 3,5 mA. Het is de verant-
woordelijkheid van de gebruiker of erkende elektrisch
installateur om te zorgen voor een correcte aarding van
de apparatuur. Een onjuiste aarding van de frequentie-
omvormer kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Voor elektrische veiligheid
• Zorg voor een correcte aarding van de frequen-tieomvormer overeenkomstig de relevantenormen en richtlijnen.
• Gebruik een afzonderlijke aarddraad voor hetingangsvermogen, het motorvermogen en destuurkabels.
• Aard een frequentieomvormer niet aan eenandere zoals in een ringnetwerk.
• Houd de aardverbindingen zo kort mogelijk.
• Gebruik geen pigtails.
• Volg de bedradingsvereisten van de motorfa-brikant op.
• Minimale kabeldoorsnede: 10 mm2 (of 2 nominaleaarddraden die afzonderlijk zijn aangesloten).
Voor een EMC-correcte installatie
• Zorg voor elektrisch contact tussen de kabelaf-scherming en de behuizing van defrequentieomvormer met behulp van metalenkabelwartels of de klemmen die op deapparatuur aanwezig zijn.
• Gebruik sterk gevlochten draad (litzedraad, high-strand wire) om elektrische verstoringen tebeperken.
Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
12 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
44
LET OPPOTENTIAALVEREFFENING!Elektrische storing kan de complete installatie verstoren wanneer de aardpotentiaal van de frequentieomvormer en het
systeem niet overeenkomen. Om elektrische verstoringen te voorkomen, moet u tussen de systeemcomponenten
vereffeningskabels installeren. Aanbevolen kabeldoorsnede: 16 mm2.
4.4 Bedradingsschema
130B
D55
2.11
3-phasepowerinput
DC bus Switch ModePower Supply
Motor
Analog Output
Interface
relay1
relay2
ON=TerminatedOFF=Open
Brakeresistor
91 (L1)92 (L2)93 (L3)
PE
88 (-)89 (+)
50 (+10 V OUT)
53 (A IN)
54 (A IN)
55 (COM A IN)0/4-20 mA
12 (+24 V OUT)
13 (+24 V OUT)
37 (D IN)
18 (D IN)
20 (COM D IN)
10 V DC15 mA 130/200 mA
+ - + -
(U) 96(V) 97(W) 98(PE) 99
(COM A OUT) 39
(A OUT) 42
(P RS-485) 68
(N RS-485) 69
(COM RS-485) 61
0 V
5V
S801
0/4-20 mA
RS-485RS-485
03
+10 V DC0/-10 V DC -
+10 V DC
+10 V DC0/4-20 mA
0/-10 V DC-
240 V AC, 2 A
24 V DC
02
01
05
04
06
24 V (NPN) 0 V (PNP)
0 V (PNP)24 V (NPN)
19 (D IN)
24 V (NPN) 0 V (PNP)27
24 V
0 V
(D IN/OUT)
0 V (PNP)24 V (NPN)
(D IN/OUT)
0 V
24 V29
24 V (NPN) 0 V (PNP)
0 V (PNP)24 V (NPN)
33 (D IN)
32 (D IN)
12
ON
A53
ON2
1A54ON=0/4-20 mAOFF=0/-10 V DC - +10 V DC
95
P 5-00
21 ON
S801
(R+) 82
(R-) 81
: Chassis
: Ground
**
240 V AC, 2 A
400 V AC, 2 A
*
Afbeelding 4.1 Eenvoudig bedradingsschema
A = analoog, D = digitaal*Klem 37 (optioneel) wordt gebruikt voor veilige uitschakeling van het koppel (STO). Installatie-instructies voor de STO-functie vindt u in Bedieningshandleiding Veilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT®-frequentieomvormers.**Sluit de kabelafscherming niet aan.
Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 13
4 4
130B
D52
9.10
1
2
3
4
5
6
78
PE
UVW
9
L1L2L3PE
10
Afbeelding 4.2 EMC-correcte elektrische aansluiting
1 PLC 6 Afgeschermde kabel
2 Frequentieomvormer 7 Motor, 3 fasen en aardverbinding
3 Uitgangsschakelaar 8 Net, 3 fasen en versterkte aardverbinding
4 Aardingsrail (PE) 9 Stuur kabels
5 Kabelisolatie (gestript) 10 Vereffening min. 16 mm2
Tabel 4.1 Legenda bij Afbeelding 4.2
LET OPEMC-STORINGEN!Gebruik afzonderlijke, afgeschermde kabels voor ingangsvermogen, motorkabels en stuurkabels, of plaats de kabels in
3 afzonderlijke metalen kabelgoten. Het niet scheiden van voedings-, motor- en stuurkabels kan leiden tot onbedoeld
gedrag of suboptimale prestaties. Houd een minimale vrije ruimte van 200 mm aan tussen stuurkabels, motorkabels en
netvoedingskabels.
Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
14 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
44
4.5 Toegang
• Verwijder de afdekking met een schroevendraaier(zie Afbeelding 4.3) of door de bevestigings-schroeven los te draaien (zie Afbeelding 4.4).
130B
T248
.10
Afbeelding 4.3 Toegang tot bedrading voor IP 20- en IP 21-
behuizingen
130B
T334
.10
Afbeelding 4.4 Toegang tot bedrading voor IP 55- en IP 66-
behuizingen
Raadpleeg Tabel 4.2 voordat u de afdekkingen vastzet.
Behuizing IP55 IP66
A4/A5 2 2
B1/B2 2,2 2,2
C1/C2 2,2 2,2
Geen schroeven om aan te halen voor A2/A3/B3/B4/C3/C4.
Tabel 4.2 Aanhaalmomenten voor afdekkingen [Nm]
4.6 Motoraansluiting
WAARSCHUWINGGEÏNDUCEERDE SPANNING!Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels van
motoren die bij elkaar zijn geplaatst, kan de conden-
satoren van de apparatuur opladen, ook wanneer de
apparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout).
Wanneer u de motoruitgangskabels niet van elkaar
gescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabels
gebruikt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
• Volg de nationale en lokale voorschriften tenaanzien van kabelgroottes op. Zie 8.1 Elektrischegegevens voor de maximale kabelgroottes.
• Volg de bedradingsvereisten van de motorfa-brikant op.
• Onder aan eenheden van het type IP 21 (NEMA1/12) en hoger zijn uitbreekpoorten of toegangs-panelen aangebracht voor het aansluiten van demotorkabels.
• Sluit geen starter of poolomschakelingsapparaat(voor bijv. Dahlandermotor of sleepringmotor)aan tussen de frequentieomvormer en de motor.
Procedure
1. Verwijder een deel van de buitenste kabelisolatie.
2. Plaats de gestripte draad onder de kabelklem omeen mechanische bevestiging en elektrischcontact tussen de kabelafscherming en aarde teverkrijgen.
3. Sluit de aarddraad aan op de dichtstbijzijndeaardklem overeenkomstig de aardingsinstructiesin 4.3 Aarding; zie Afbeelding 4.5.
4. Sluit de 3-fasige motorkabel aan op klem 96 (U),97 (V) en 98 (W); zie Afbeelding 4.5.
5. Haal de klemmen aan overeenkomstig deinformatie in 8.7 Aanhaalmomenten voor aanslui-tingen.
Elektrische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 15
4 4
130B
D53
1.10
UV
W
9697
98
Afbeelding 4.5 Motoraansluiting
Afbeelding 4.6, Afbeelding 4.7 en Afbeelding 4.8 tonen dekabelaansluitingen voor netvoeding, motor en aardingvoor basisfrequentieomvormers. De werkelijke configuratiehangt af van het type eenheid en de aanwezigheid vanoptionele apparatuur.
130B
D57
7.10
+DC BR- B
MA
IN
S
L1 L2 L391 92 93
RELA
Y 1
R
ELA
Y 2
99 U V W
MOTOR
Afbeelding 4.6 Kabelaansluiting motor, netvoeding en aarde
voor behuizingstype A2 en A3
130B
D51
3.10
UV
W
9697
98
Afbeelding 4.7 Kabelaansluiting motor, netvoeding en aarde
voor behuizingstype A4 en A5
91L1
92L2
93L3
96U
97V
98W
88DC-
89DC+
81R-
8R+
130B
A39
0.11
9995
Afbeelding 4.8 Kabelaansluiting motor, netvoeding en aarde
voor behuizingstype B en C bij gebruik van afgeschermde
kabels
Elektrische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
16 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
44
4.7 Aansluiting netvoeding
• Selecteer de kabelgrootte op basis van deingangsstroom van de frequentieomvormer. Zie8.1 Elektrische gegevens voor de maximalekabelgroottes.
• Volg de nationale en lokale voorschriften tenaanzien van kabelgroottes op.
Procedure
1. Sluit de 3-fasige netvoedingskabels aan op klemL1, L2 en L3 (zie Afbeelding 4.9).
2. Afhankelijk van de configuratie van de apparatuurzal het ingangsvermogen worden aangesloten opde voedingsingangsklemmen of de netschakelaar.
3. Aard de kabel overeenkomstig de aardingsin-structies in 4.3 Aarding.
4. Als de frequentieomvormer wordt gevoed via eengeïsoleerde netbron (IT-net of zwevendedriehoekschakeling) of TT/TN-S met één zijdegeaard (geaarde driehoekschakeling), moet uzorgen dat 14-50 RFI-filter is ingesteld op Uit omschade aan de tussenkring te voorkomen en deaardcapaciteitsstromen te beperken overeen-komstig IEC 61800-3.
L 1 L 2 L 3
91 92 93
130B
T336
.10
Afbeelding 4.9 Netvoeding aansluiten
4.8 Stuurkabels
• Isoleer stuurkabels van hoogvermogencompo-nenten in de frequentieomvormer.
• Wanneer de frequentieomvormer op eenthermistor is aangesloten, moet u ervoor zorgendat de stuurkabels van de thermistorafgeschermd en versterkt/dubbel geïsoleerd zijn.Een 24 V DC-voeding wordt aanbevolen.
4.8.1 Stuurklemtypen
Afbeelding 4.10 toont de verwijderbare connectoren van defrequentieomvormer. De functies en standaardinstellingenvan de klemmen worden in het kort besproken inTabel 4.3.
23
4
1
130B
B921
.11
Afbeelding 4.10 Stuurklemposities
12 13 18 19 27 29 32 33 20 37
39 42 50 53 54 5561 68 69
130B
B931
.101
2 3
Afbeelding 4.11 Klemnummers
• Connector 1 biedt vier programmeerbare digitaleingangsklemmen, twee extra digitale klemmendie te programmeren zijn als ingang of alsuitgang, een 24 V DC-voedingsklem en eengemeenschappelijke klem voor optionele, door deklant geleverde 24 V DC-spanning.
• Connector 2 omvat de klemmen (+)68 en (-)69voor een RS-485-aansluiting voor seriëlecommunicatie.
Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 17
4 4
• Connector 3 biedt twee analoge ingangen, éénanaloge uitgang, 10 V DC-voedingsspanning engemeenschappelijke klemmen voor de in- enuitgangen.
• Connector 4 is een USB-poort die kan wordengebruikt voor de MCT 10 setupsoftware.
Beschrijving klemmen
Klem Parameter
Standaard-
instelling Beschrijving
Digitale ingangen/uitgangen
12, 13 - +24 V DC 24 V DC-voedings-spanning Demaximale uitgangs-stroom bedraagt200 mA voor alle 24V-belastingensamen. Tegebruiken voordigitale ingangenen externetransductoren.
18 5-10 [8] Start
Digitale ingangen.
19 5-11 [0] Niet inbedrijf
32 5-14 [0] Niet inbedrijf
33 5-15 [0] Niet inbedrijf
27 5-12 [2] Vrijloopgeïnv.
In te stellen alsdigitale ingang ofuitgang. Destandaardinstellingis Ingang.
29 5-13 [14] Jog
20 - Common voordigitale ingangenen 0 V-potentiaalvoor 24 V-voeding.
37 - Veilige uitscha-keling van hetkoppel (STO)
Veilige ingang(optioneel). Gebruiktvoor veilige uitscha-keling van hetkoppel (STO).
Analoge ingangen/uitgangen
39 -
Common vooranaloge uitgang
42 6-50 Snelheid 0 -HgBegr
Programmeerbareanaloge uitgang.Het analoge signaalis 0-20 mA of 4-20mA bij maximaal
500 Ω.
Beschrijving klemmen
Klem Parameter
Standaard-
instelling Beschrijving
50 - +10 V DC Analoge 10 V DC-voedingsspanning.Een signaal vanmaximaal 15 mAwordt vaak gebruiktvoor een potenti-ometer ofthermistor.
53 6-1 Referentie Analoge ingang. Teselecteren voorspanning of stroom.Schakelaar A53 enA54 wordeningesteld op mA ofV.
54 6-2 Terugkoppeling
55 -
Common vooranaloge ingang
Seriële communicatie
61 -
Geïntegreerd RC-filter voorkabelafscherming.UITSLUITEND voorhet aansluiten vande afscherming ingeval van EMC-problemen.
68 (+) 8-3 RS-485-interface. Eris een stuurkaart-schakelaar aanwezigvoor gebruik alsafsluitweerstand.
69 (-) 8-3
Relais
01, 02, 03 5-40 [0] [0] Alarm Relaisuitgang metomschakelcontactTe gebruiken voorAC- en DC-spanningen resistieve ofinductievebelastingen.
04, 05, 06 5-40 [1] [0] Actief
Tabel 4.3 Beschrijving klemmen
Extra klemmen:
• 2 relaisuitgangen met omschakelcontact. Delocatie van de uitgangen hangt af van deconfiguratie van de frequentieomvormer.
• Klemmen op de ingebouwde optioneleapparatuur. Zie de handleiding die bij de appara-tuuroptie wordt geleverd.
Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
18 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
44
4.8.2 Kabelaansluiting op stuurklemmen
Stuurklemconnectoren kunnen uit de frequentieomvormerworden getrokken. Dit maakt het installeren eenvoudig,zoals te zien is in Afbeelding 4.10.
LET OPHoud stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van
hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.
1. Open het contact door een kleine schroeven-draaier in de sleuf boven het contact te steken ende schroevendraaier iets omhoog te drukken.
130B
D54
6.10
2
1
10 mm
2927 32191813 12
33
Afbeelding 4.12 Stuurkabels aansluiten
2. Steek de gestripte stuurkabel in het contact.
3. Verwijder de schroevendraaier om de stuurkabelvast te zetten in het contact.
4. Controleer of de kabel stevig in het contact isgeklemd. Loszittende stuurkabels kunnenstoringen in de apparatuur of een suboptimalewerking tot gevolg hebben.
Zie 8.5 Kabelspecificaties voor stuurkabelgroottes en6 Voorbeelden toepassingssetup voor typische stuurkabel-aansluitingen.
4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem27)
Er kan een jumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13)en klem 27 om de frequentieomvormer te laten werkenwanneer de standaard fabrieksinstellingen wordengebruikt.
• Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om eenextern vergrendelingssignaal van 24 V DC teontvangen. In veel toepassingen sluit degebruiker een extern vergrendelingsapparaat aanop klem 27.
• Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordtgebruikt, moet u een jumper aansluiten tussenstuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. Ditzorgt voor een intern 24 V-signaal op klem 27.
• Wanneer er geen signaal aanwezig is, zal deeenheid niet werken.
• Wanneer de statusregel onder aan het LCP detekst AUTO EXTERN VRIJLOOP weergeeft,betekent dit dat de eenheid bedrijfsklaar is, maardat er een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.
• Wanneer in de fabriek geïnstalleerde optioneleapparatuur is aangesloten op klem 27 mag udeze aansluiting niet verwijderen.
LET OPDe frequentieomvormer kan niet werken zonder een
signaal op klem 27, tenzij klem 27 opnieuw is
geprogrammeerd.
4.8.4 Selectie spannings-/stroomingang(schakelaars)
De analoge ingangsklemmen 53 en 54 kunnen wordeningesteld als ingangssignalen voor spanning (0-10 V) ofstroom (0/4-20 mA).
Standaard parameterinstellingen:
• Klem 53: snelheidsreferentiesignaal in eenregeling zonder terugkoppeling (zie 16-61 Klem 53schakelinstell.).
• Klem 54: terugkoppelingssignaal in een regelingmet terugkoppeling (zie16-63 Klem 54 schakel-instell.).
Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 19
4 4
LET OPSchakel de voeding naar de frequentieom-
vormer af voordat u een schakelaar omzet.
1. Verwijder het lokale bedieningspaneel (zieAfbeelding 4.13).
2. Verwijder alle optionele apparatuur die deschakelaars afdekt.
3. Stel de schakelaars A53 en A54 in voor hetgewenste signaaltype. U = spanning, I = stroom.
130B
D53
0.10
12
N O
VLT
BUSTER.OFF-ON
A53 A54U- I U- I
Afbeelding 4.13 Positie van de schakelaars voor klem 53 en 54
4.8.5 Veilige uitschakeling van het koppel(STO)
Om de STO-functie te gebruiken is extra bedrading voorde frequentieomvormer vereist; zie BedieningshandleidingVeilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT®-frequentieomvormers voor meer informatie.
4.8.6 RS-485 seriële communicatie
Op een netwerksegment kunnen in totaal 32 busdeel-nemers worden aangesloten als bus of via dropkabelsvanaf een gemeenschappelijke hoofdlijn. De netwerkseg-menten kunnen onderling worden gekoppeld door middelvan lijnversterkers. Elke lijnversterker fungeert als eenbusdeelnemer binnen het segment waarin dezegeïnstalleerd is. Elke busdeelnemer in een bepaald netwerkmoet een uniek nodeadres hebben binnen alle segmenten.
• Sluit de RS-485-kabel voor seriële communicatieaan op klem (+)68 en (-)69.
• Sluit elk segment aan beide uiteinden af metbehulp van de eindschakelaar (aansluitklem aan/uit; zie Afbeelding 4.13) op de frequentieom-vormers, of via een asymmetrischafsluitweerstandsnetwerk.
• Verbind een groot oppervlak van de afschermingmet aarde, bijvoorbeeld door middel van eenkabelklem of een geleidende kabelwartel.
• Maak gebruik van potentiaalvereffeningskabelsom in het gehele netwerk dezelfde aardpotentiaalte handhaven.
• Gebruik binnen het gehele netwerk hetzelfdetype kabel om problemen met verschillendeimpedanties te voorkomen.
Kabel Afgeschermd met gedraaide paren (STP)
Impedantie 120 ΩMax. kabellengte[m]
1200 (inclusief dropkabels)500 station-tot-station
Tabel 4.4 Kabelgegevens
Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
20 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
44
4.9 Installatiechecklist
Voordat u het installeren van de eenheid voltooit, moet u eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven inTabel 4.5. Vink de items af wanneer ze zijn voltooid.
Inspecteren Beschrijving Hulpapparatuur • Kijk of er hulpapparatuur, schakelaars, werkschakelaars of ingangszekeringen/circuitbreakers aanwezig zijn
aan de voedende zijde van de frequentieomvormer of in de uitgang naar de motor. Zorg dat dezegeschikt zijn om bij volle snelheid te worden gebruikt.
• Controleer de functie en installatie van sensoren die worden gebruikt voor terugkoppeling naar defrequentieomvormer.
• Verwijder eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren van de motor(en)
• Pas eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren aan de voedingszijde aan en zorg dat ze wordengedempt.
Bekabeling • Zorg dat de motorkabels en de stuurkabels van elkaar zijn gescheiden of in drie afzonderlijke metalenkabelgoten zijn geplaatst om hoogfrequente ruis tegen te gaan.
Stuurkabels • Controleer op gebroken of beschadigde draden en loszittende aansluitingen.
• Controleer of de stuurkabels zijn gescheiden van voedings- en motorkabels om ruis te voorkomen.
• Controleer de spanningsbron van de signalen, indien nodig.
• Het gebruik van afgeschermde kabels of gedraaide paren wordt aanbevolen. Verzeker u ervan dat deafscherming correct is aangesloten.
Vrije ruimte voorkoeling
• Controleer of de vrije ruimte boven en onder de eenheid voldoende is om te zorgen voor de benodigdeluchtkoeling; zie 3.3 Montage.
Omgevingscondities • Controleer of aan de omgevingscondities wordt voldaan.
Zekeringen encircuitbreakers
• Controleer op het gebruik van de juiste zekeringen en circuitbreakers.
• Controleer of alle zekeringen stevig zijn bevestigd en bedrijfsklaar zijn en of alle circuitbreakers openstaan.
Aarding • Controleer op goede aardverbindingen die stevig vastzitten en vrij van oxidatie zijn.
• Het aarden op een kabelgoot of het monteren van de achterwand op een metalen oppervlak is geengeschikte aarding.
Bekabeling voor in-enuitgangsvermogen
• Controleer op loszittende aansluitingen.
• Controleer of de motor- en netvoedingskabels in aparte kabelgoten zijn geplaatst of afzonderlijk zijnafgeschermd.
Binnenzijde paneel • Controleer of de binnenzijde van de eenheid vrij is van vuil, metaalsplinters, vocht en corrosie.
• Controleer of de eenheid is gemonteerd op een ongelakt metalen oppervlak.
Schakelaars • Verzeker u ervan dat alle schakelaars en werkschakelaars in de juiste stand staan.
Trilling • Controleer of de eenheid stevig is gemonteerd of dat er trillingsdempers zijn gebruikt, indien nodig.
• Controleer op ongebruikelijke trillingsniveaus.
Tabel 4.5 Installatiechecklist
VOORZICHTIGPOTENTIEEL GEVAAR BIJ INTERNE STORING!Er bestaat een kans op lichamelijk letsel wanneer de frequentieomvormer niet goed is afgesloten. Controleer voordat u
de spanning inschakelt of alle veiligheidsafdekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgezet.
Elektrische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 21
4 4
5 Inbedrijfstelling
5.1 Veiligheidsvoorschriften
Zie 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsvoorschriften.
WAARSCHUWINGHOGE SPANNING!Frequentieomvormers werken met een hoge spanning
wanneer ze zijn aangesloten op de netvoeding. De
installatie, het opstarten en het onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel. Wanneer de installatie, het opstarten en het
onderhoud niet worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Voordat u de spanning inschakelt:
1. Sluit de afdekking goed.
2. Controleer of alle kabelwartels stevig zijnvastgezet.
3. Verzeker u ervan dat het ingangsvermogen naarde eenheid is AFGESCHAKELD en vergrendeld.Vertrouw niet op de netschakelaars van defrequentieomvormer voor scheiding van hetingangsvermogen.
4. Verzeker u ervan dat er geen spanning staat opde ingangsklemmen L1 (91), L2 (92) en L3 (93),fase naar fase en fase naar aarde.
5. Verzeker u ervan dat er geen spanning staat opde uitgangsklemmen 96 (U), 97 (V) en 98 (W),fase naar fase en fase naar aarde.
6. Controleer de elektrische geleiding door demotor door de ohmwaarden te meten op U-V(96-97), V-W (97-98) en W-U (98-96).
7. Controleer op een juiste aarding van zowel defrequentieomvormer als de motor.
8. Inspecteer de frequentieomvormer op losseklemaansluitingen.
9. Verzeker u ervan dat de voedingsspanningovereenkomt met de spanning van de frequentie-omvormer en de motor.
5.2 Spanning inschakelen
WAARSCHUWINGONBEDOELDE START!Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op de
netvoeding kan de motor op elk moment starten. De
frequentieomvormer, motor en alle aangedreven
apparatuur moeten bedrijfsklaar zijn. Wanneer de
apparatuur niet bedrijfsklaar is op het moment dat de
frequentieomvormer op de netvoeding wordt
aangesloten, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel
of tot schade aan apparatuur of eigendommen.
1. Verzeker u ervan dat de ingangsspanning isgebalanceerd binnen een marge van 3%. Als ditniet het geval is, moet u de onbalans van deingangsspanning corrigeren voor u verdergaat.Herhaal deze procedure na de spanningscorrectie.
2. Zorg dat de bekabeling van optionele apparatuur,indien aanwezig, geschikt is voor de installatie-toepassing.
3. Zorg dat alle bedieningselementen in de UIT-stand staan. Paneeldeuren moeten zijn geslotenof de afdekking moet zijn gemonteerd.
4. Schakel de spanning naar de eenheid in. Start defrequentieomvormer NOG NIET. Wanneer deeenheid met een netschakelaar is uitgerust, moetu deze in de AAN-stand zetten om de spanningnaar de frequentieomvormer in te schakelen.
LET OPWanneer de statusregel onder aan het LCP de tekst
AUTO EXTERN VRIJLOOP of Alarm 60, Ext. vergrendelingweergeeft, betekent dit dat de eenheid bedrijfsklaar is,
maar dat er een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.
Zie 4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem 27) voor
meer informatie.
Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
22 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
55
5.3 Werking lokaal bedieningspaneel
5.3.1 Lokaal bedieningspaneel
Het lokale bedieningspaneel (LCP) is het gecombineerdedisplay en toetsenbord aan de voorzijde van de eenheid.
Het LCP heeft diverse gebruikersfuncties:
• Starten, stoppen en het regelen van de snelheidtijdens lokale bediening.
• Uitlezen van bedrijfsgegevens, status, waarschu-wingen en aanmaningen tot voorzichtigheid.
• Programmeren van functies van de frequentieom-vormer.
• Voer na een fout een handmatige reset uitwanneer de autoreset niet actief is.
Er is ook een optioneel numeriek LCP (NLCP) leverbaar. HetNLCP werkt op vergelijkbare wijze als het LCP. Zie deProgrammeerhandleiding voor meer informatie over hetgebruik van het NLCP.
LET OPInstalleer MCT 10 setupsoftware voor inbedrijfstelling via
een pc. De software kan worden gedownload op
www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/software-download (basisversie) of worden besteld (geavanceerde
versie, bestelnummer 130B1000)
5.3.2 LCP-lay-out
De functies van het LCP zijn onderverdeeld in vier groepen(zie Afbeelding 5.1).
A. Display
B. Menutoetsen
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)
D. Bedieningstoetsen en resettoets
130B
D51
2.10
Autoon
ResetHandon
Off
StatusQuickMenu
MainMenu
AlarmLog
Back
CancelInfoOK
Status 1(1)
0.00 kW
Off Remote Stop
0.0Hz
On
Alarm
Warn.
A
0.00 A0.0 %
B
C
D
2605 kWh
1
2
3
4
5
6
78
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18 19 20 21
Afbeelding 5.1 Lokaal bedieningspaneel (LCP)
A. Display
Het display wordt geactiveerd wanneer de frequentieom-vormer spanning krijgt van de netvoeding, een DC-aansluitklem of een externe 24 V DC-voeding.
De informatie die op het LCP wordt weergegeven, kanvoor de gebruikerstoepassing worden aangepast. Selecteerde opties via [Quick Menu], Q3-13 Displayinstellingen.
Display Parameternummer Standaardinstelling
1 0-20 Referentie %
2 0-21 Motorstroom
3 0-22 Vermogen [kW]
4 0-23 Frequentie
5 0-24 kWh-teller
Tabel 5.1 Legenda bij Afbeelding 5.1, display
Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 23
5 5
B. Menutoetsen
Menutoetsen dienen om toegang te krijgen tot de parame-tersetup, te schakelen tussen statusuitleesmodi tijdensnormaal bedrijf en om foutloggegevens weer te geven.
Toets Functie
6 Status Geeft bedrijfsgegevens weer.
7 Quick Menu Geeft toegang tot de parameters voor hetprogrammeren van de basisfuncties enbiedt uitgebreide toepassingsinstructies.
8 Main Menu Biedt toegang tot alle programmeerbareparameters.
9 Alarm Log Toont een overzicht van de actievewaarschuwingen, de laatste 10 alarmen ende onderhoudslog.
Tabel 5.2 Legenda bij Afbeelding 5.1, menutoetsen
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)
Navigatietoetsen worden gebruikt voor het programmerenvan functies en het verplaatsen van de displaycursor. Denavigatietoetsen dienen tevens om de snelheid te regelenin de lokale (handmatige) bediening. In deze zonebevinden zich ook 3 statusindicatielampjes voor defrequentieomvormer.
Toets Functie
10 Back Brengt u terug naar de vorige stap of lijst inde menustructuur.
11 Cancel Annuleert uw laatste wijziging of commando,zolang de displaymodus niet is gewijzigd.
12 Info Wanneer u hierop drukt, wordt eenbeschrijving van de geselecteerde functieweergegeven.
13 Navigatie-
toetsen
Gebruik de 4 navigatietoetsen om naarandere opties in het menu te gaan.
14 OK Hiermee kunt u toegang krijgen tot parame-tergroepen of een selectie bevestigen.
Tabel 5.3 Legenda bij Afbeelding 5.1, navigatietoetsen
Indicator Lampje Functie
15 On Groen Het On-lampje gaat brandenwanneer de frequentieomvormerspanning van een netvoeding, DC-aansluitklem of externe 24 V-voeding krijgt.
16 Warn. Geel Wanneer er een waarschuwings-conditie optreedt, gaat het geleWarn.-lampje branden enverschijnt er een tekst op hetdisplay om het probleem aan tegeven.
17 Alarm Rood Wanneer er een foutconditieoptreedt, gaat het rode Alarm-lampje knipperen en verschijnt ereen alarmmelding op het display.
Tabel 5.4 Legenda bij Afbeelding 5.1, indicatielampjes (leds)
D. Bedieningstoetsen en resettoets
De bedieningstoetsen bevinden zich onder aan het LCP.
Toets Functie
18 Hand On Start de frequentieomvormer in de lokalebediening.
• Een extern stopsignaal via eenstuuringang of seriële communicatieonderdrukt de lokale handmodus.
19 Off Stopt de motor maar schakelt de frequentie-omvormer niet af van de voeding.
20 Auto On Zet het systeem in de externebedieningsmodus.
• Reageert op een extern startcommandovia stuurklemmen of seriëlecommunicatie.
21 Reset Hiermee kunt u de frequentieomvormerhandmatig resetten nadat u een fout hebtopgeheven.
Tabel 5.5 Legenda bij Afbeelding 5.1, bedieningstoetsen
en resettoets
LET OPHet contrast van het display kan worden aangepast door
[Status] en de toets [] of [] gelijktijdig in te drukken.
Inbedrijfstelling VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
24 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
55
5.3.3 Parameterinstellingen
Om een toepassing goed te programmeren, moeten ervaak functies worden ingesteld in diverse gerelateerdeparameters. Zie 9.2 Opbouw parametermenu voor meerinformatie over de parameters.
De programmeergegevens worden in de frequentieom-vormer zelf opgeslagen.
• De gegevens kunnen in het LCP-geheugenworden geladen bij wijze van back-up.
• Om gegevens naar een andere frequentieom-vormer over te zetten, sluit u het LCP aan op dieeenheid en download u de opgeslagen instel-lingen.
• Het herstellen van de fabrieksinstellingen heeftgeen gevolgen voor de opgeslagen gegevens inhet LCP-geheugen.
5.3.4 Gegevens uploaden/downloadennaar/van het LCP
1. Druk op [Off] om de motor te stoppen voordat ugegevens uploadt of downloadt.
2. Ga naar [Main Menu], 0-50 LCP kopiëren en drukop [OK].
3. Selecteer Alles naar LCP om gegevens naar hetLCP te uploaden of selecteer Alles vanaf LCP omgegevens vanaf het LCP te downloaden.
4. Druk op [OK]. Een voortgangsbalkje geeft hetverloop van het upload- of downloadproces weer.
5. Druk op [Hand On] of [Auto On] om terug tekeren naar normaal bedrijf.
5.3.5 Parameterinstellingen wijzigen
Wijzigingen weergeven
Via [Quick Menu], Q5 Gemaakte wijz. kunt u alle parameter-instellingen bekijken die afwijken van destandaardinstellingen.
• De lijst toont alleen parameters die afwijken vande huidige, te bewerken setup.
• Parameters die weer op de standaardwaarde zijningesteld, worden niet vermeld.
• De melding 'Leeg' geeft aan dat geen van deparameters is gewijzigd.
Instellingen wijzigen
Parameterinstellingen kunnen worden bekeken engewijzigd via [Quick Menu] of [Main Menu]. [Quick Menu]geeft alleen toegang tot een beperkt aantal parameters.
1. Druk op [Quick Menu] of [Main Menu] op hetLCP.
2. Gebruik [] [] om door de parametergroepen tenavigeren en druk op [OK] om een parame-tergroep te selecteren.
3. Gebruik [] [] om door de parameters tenavigeren en druk op [OK] om een parameter teselecteren.
4. Gebruik [] [] om de waarde van de geselec-teerde parameter te wijzigen.
5. Gebruik [] [] om naar het vorige of volgendecijfer te gaan wanneer u bezig bent om decimaleparameter te wijzigen.
6. Druk op [OK] om de wijziging op te slaan.
7. Druk twee keer op [Back] om naar 'Status' tegaan of druk één keer op [Main Menu] om naar'Main Menu' te gaan.
5.3.6 Standaardinstellingen herstellen
LET OPBij een initialisatie wordt de eenheid teruggezet naar de
fabrieksinstellingen. De opgeslagen instellingen voor
programmering, motorgegevens, lokalisatie en bewaking
zullen verloren gaan. Voorafgaand aan initialisatie kunt u
een back-up creëren door de gegevens te uploaden naar
het LCP.
Het herstellen van de standaard parameterinstellingen vande frequentieomvormer is mogelijk door de frequentieom-vormer te initialiseren. De initialisatie kan via14-22 Bedrijfsmodus (aanbevolen) of handmatig wordenuitgevoerd.
• Bij initialisatie via 14-22 Bedrijfsmodus wordenomvormergegevens zoals bedrijfsuren, instel-lingen voor seriële communicatie, instellingenvoor het persoonlijk menu, foutlog, alarmlog enandere bewakingsfuncties niet gewijzigd.
• Bij een handmatige initialisatie worden allemotor-, programmeer-, lokalisatie- en bewakings-gegevens gewist en worden defabrieksinstellingen hersteld.
Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 25
5 5
Aanbevolen initialisatieprocedure, via
14-22 Bedrijfsmodus
1. Druk twee keer op [Main Menu] om toegang tekrijgen tot de parameters.
2. Ga naar 14-22 Bedrijfsmodus en druk op [OK].
3. Ga naar Initialisatie en druk op [OK].
4. Schakel de spanning naar de eenheid af en wachttot het display uitgaat.
5. Schakel de spanning naar de eenheid in.
Tijdens het opstarten worden de standaard parameterin-stellingen hersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langerduren dan normaal.
6. Alarm 80 wordt weergegeven.
7. Druk op [Reset] om terug te keren naar denormale bedieningsmodus.
Procedure voor handmatige initialisatie
1. Schakel de spanning naar de eenheid af en wachttot het display uitgaat.
2. Houd [Status], [Main Menu] en [OK] gelijktijdigingedrukt terwijl u de spanning naar de eenheidinschakelt (ongeveer 5 s of totdat u eenklikgeluid hoort en de ventilator start).
Tijdens het opstarten worden de fabrieksinstellingenhersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langer duren dannormaal.
Bij een handmatige initialisatie worden de volgendegegevens van de frequentieomvormer niet gereset.
• 15-00 Bedrijfsuren
• 15-03 Inschakelingen
• 15-04 x Overtemp.
• 15-05 x Overspann.
5.4 Basisprogrammering
5.4.1 Inbedrijfstelling met SmartStart
De SmartStart-wizard maakt snelle configuratie vanelementaire motor- en toepassingsparameters mogelijk.
• Bij de eerste inschakeling of na een initialisatievan de frequentieomvormer start SmartStartautomatisch.
• Volg de instructies op het scherm om deinbedrijfstelling van de frequentieomvormer tevoltooien. SmartStart kan altijd opnieuw wordengestart via [Quick Menu], Q4 SmartStart.
• Raadpleeg 5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu] ofde Programmeerhandleiding om de inbedrijf-stelling zonder de SmartStart-wizard uit tevoeren.
LET OPBij de SmartStart-setup hebt u de motorgegevens nodig.
De benodigde gegevens zijn gewoonlijk te vinden op
het motortypeplaatje.
5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu]
De aanbevolen parameterinstellingen zijn bedoeld vooropstart- en controledoeleinden. De toepassingsinstellingenkunnen variëren.
De gegevens moeten worden ingevoerd terwijl despanning is INGESCHAKELD, maar voordat de frequentie-omvormer in bedrijf wordt gesteld.
1. Druk op [Main Menu] op het LCP.
2. Gebruik de navigatietoetsen om naar parame-tergroep 0-** Bediening/display te gaan en drukop [OK].
130B
P066
.10
1107 tpm
0-** Bediening/display
1-** Belasting & motor
2-** Remmen
3-** Ref./Ramp.
3,84 A 1 (1)
Hoofdmenu
Afbeelding 5.2 Main Menu
Inbedrijfstelling VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
26 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
55
3. Gebruik de navigatietoetsen om naar parame-tergroep 0-0* Basisinstellingen te gaan en druk op[OK].
0-**Operation / Display0.0%
0-0* Basic Settings
0-1* Set-up Operations
0-2* LCP Display
0-3* LCP Custom Readout
0.00A 1(1)
130B
P087
.10
Afbeelding 5.3 Bediening/display
4. Gebruik de navigatietoetsen om naar0-03 Regionale instellingen te gaan en druk op[OK].
0-0*Basic Settings0.0%
0-03 Regional Settings
[0] International
0.00A 1(1)
130B
P088
.10
Afbeelding 5.4 Basisinstellingen
5. Gebruik de navigatietoetsen om Internationaal [0]of Noord-Amerika [1] te selecteren en druk op[OK]. (Hierdoor worden de standaardinstellingenvoor een aantal basisparameters gewijzigd.)
6. Druk op [Main Menu] op het LCP.
7. Gebruik de navigatietoetsen om naar 0-01 Taal tegaan.
8. Selecteer de gewenste taal en druk op [OK].
9. Als tussen de stuurklemmen 12 en 27 een jumperaanwezig is, laat u 5-12 Klem 27 digitale ingang opde fabrieksinstelling staan. Als dit niet het gevalis, moet u 5-12 Klem 27 digitale ingang instellenop Niet in bedrijf. Voor frequentieomvormers meteen optionele bypass is geen jumperkabel vereisttussen de stuurklemmen 12 en 27.
10. 3-02 Minimumreferentie
11. 3-03 Max. referentie
12. 3-41 Ramp 1 aanlooptijd
13. 3-42 Ramp 1 uitlooptijd
14. 3-13 Referentieplaats. Gekoppeld Hand/Auto,Lokaal, Extern.
5.4.3 Setup asynchrone motor
Voer de motorgegevens in parameter 1-20 of 1-21 tot 1-25in. Deze informatie is te vinden op het motortypeplaatje.
1. 1-20 Motorverm. [kW] of 1-21 Motorverm. [PK]
2. 1-22 Motorspanning
3. 1-23 Motorfrequentie
4. 1-24 Motorstroom
5. 1-25 Nom. motorsnelheid
5.4.4 Setup permanentmagneetmotor
LET OPGebruik een permanentmagneetmotor (PM-motor) alleen
in combinatie met ventilatoren en pompen.
Stappen voor eerste programmering
1. Activeer het gebruik van een PM-motor door1-10 Motorconstructie in te stellen op PM, niet-uitspr. SPM [1].
2. Stel 0-02 Eenh. motortoerental in op TPM [0].
De motorgegevens programmeren
Nadat u in 1-10 Motorconstructie een PM-motor hebtgeselecteerd, zijn de PM-motorgerelateerde parameters inparametergroep 1-2* Motordata, 1-3* Geav. Motordata en1-4* actief.De benodigde informatie is te vinden op het motortype-plaatje en in het motordatablad.Programmeer de volgende parameters in de aangegevenvolgorde:
1. 1-24 Motorstroom
2. 1-26 Cont. nom. motorkoppel
3. 1-25 Nom. motorsnelheid
4. 1-39 Motorpolen
5. 1-30 Statorweerstand (Rs)Voer de weerstand van de statorwikkeling in voorfase naar common (Rs). Wanneer enkel fase-naar-fasegegevens beschikbaar zijn, moet u de waardedelen door 2 om de waarde voor fase-common(sterpunt) te verkrijgen.De waarde kan ook worden gemeten met behulpvan een ohmmeter; hierbij zal ook rekeningworden gehouden met de weerstand van dekabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voerhet resultaat in.
Inbedrijfstelling VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 27
5 5
6. 1-37 Inductantie d-as (Ld)Voer de directe asinductantie van de PM-motor invoor fase naar common.Wanneer enkel fase-naar-fasegegevensbeschikbaar zijn, moet u de waarde delen door 2om de waarde voor fase-common (sterpunt) teverkrijgen.De waarde kan ook worden gemeten met behulpvan een inductiemeter; hierbij zal ook rekeningworden gehouden met de inductantie van dekabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voerhet resultaat in.
7. 1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPMVoer de tegen-EMK (fase-fase, rms-waarde) in vande PM-motor bij een mechanisch toerental van1000 tpm. Tegen-EMK is de spanning die dooreen PM-motor wordt gegenereerd wanneer ergeen omvormer is aangesloten en de as externwordt gedraaid. De tegen-EMK wordt in specifi-caties meestal vermeld voor de nominalemotorsnelheid of voor een snelheid van 1000tpm, gemeten tussen twee fasen. Als de waardevoor een motorsnelheid van 1000 tpm nietbeschikbaar is, kunt u de juiste waarde als volgtberekenen: Stel, de tegen-EMK is 320 V bij 1800tpm. De waarde bij 1000 tpm kan dan als volgtworden berekend: Tegen-EMK = (spanning/tpm)*1000 = (320/1800)*1000 = 178. Dit is dewaarde die moet worden ingevoerd bij1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM.
Motorwerking testen
1. Start de motor bij lage snelheid (100 tot 200tpm). Als de motor niet draait, moet u deinstallatie, algemene programmering en demotorgegevens controleren.
2. Controleer of de startfunctie in 1-70 PM StartMode geschikt is voor de vereisten van detoepassing.
Rotordetectie
Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingenwaarbij de motor start vanuit stilstand, zoals bij pompen oftransportbanden. Bij sommige motoren is een geluidhoorbaar wanneer de meetpuls wordt verzonden. Dit isniet schadelijk voor de motor.
Parkeren
Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingenwaarbij de motor al bij lage snelheid draait, zoals bijwindmilling in ventilatortoepassingen. 2-06 Parking Currenten 2-07 Parking Time kunnen worden gewijzigd. Verhoogde fabrieksinstelling van deze parameters voor toepas-singen met hoge massatraagheid.
Start de motor op nominale snelheid. Controleer de VVC+PM-instellingen als de toepassing niet goed werkt. ZieTabel 5.6 voor aanbevelingen voor diverse toepassingen.
Toepassing Instellingen
Toepassing met lagemassatraagheidILoad/IMotor < 5
1-17 Voltage filter time const. moetworden verhoogd met een factor 5tot 101-14 Damping Gain moet wordengereduceerd1-66 Min. stroom bij lage snelh. moetworden gereduceerd (< 100%)
Toepassing met lagemassatraagheid50>ILoad/IMotor > 5
Handhaaf de berekende waarden
Toepassingen met hogemassatraagheidILoad/IMotor > 50
1-14 Damping Gain, 1-15 Low SpeedFilter Time Const. en 1-16 High SpeedFilter Time Const. moeten wordenverhoogd
Hoge belasting bij lagesnelheid< 30% (nominale snelheid)
1-17 Voltage filter time const. moetworden verhoogd1-66 Min. stroom bij lage snelh. moetworden verhoogd (> 100%gedurende langere tijd kan leidentot oververhitting van de motor)
Tabel 5.6 Aanbevelingen voor diverse toepassingen
Verhoog 1-14 Damping Gain wanneer de motor bij eenbepaalde snelheid gaat oscilleren. Verhoog de waarde inkleine stappen. Een goede waarde voor deze parameterkan 10% of 100% hoger liggen dan de standaardwaarde;dit hangt af van de motor.
Het startkoppel kan worden gewijzigd in 1-66 Min. stroombij lage snelh.. 100% geeft het nominale koppel alsstartkoppel.
Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
28 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
55
5.4.5 Automatische energieoptimalisatie(AEO)
LET OPAEO is niet relevant voor permanentmagneetmotoren.
Automatische energieoptimalisatie (AEO) wordt aanbevolenvoor
• automatische compensatie voor overgedimensio-neerde motoren;
• automatische compensatie bij langzamewijzigingen van de systeembelasting;
• automatische compensatie voor seizoenswijzi-gingen;
• automatische compensatie bij lage motorbelas-tingen;
• een lager energieverbruik;
• minder motorwarmte;
• minder motorgeluid.
Om AEO te activeren, stelt u parameter 1-03 Koppelkarakte-ristiek in op Auto Energie Optim. CT [2] of Auto EnergieOptim. VT [3].
5.4.6 Automatische aanpassingmotorgegevens (AMA)
LET OPAMA is niet relevant voor permanentmagneetmotoren.
Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) is eenprocedure die de compatibiliteit tussen de frequentieom-vormer en de motor optimaliseert.
• De frequentieomvormer stelt een wiskundigmodel van de motor op voor het regelen van deuitgangsstroom van de motor. De procedure testtevens de ingangsfasebalans van het elektrischvermogen. Hierbij worden de motorgegevensvergeleken met de ingevoerde gegevens inparameter 1-20 tot 1-25.
• Tijdens het uitvoeren van de AMA draait demotoras niet en wordt geen schade toegebrachtaan de motor.
• Bij sommige motoren kan geen volledige versievan de test worden uitgevoerd. In dat gevalselecteert u Beperkte AMA insch. [2].
• Wanneer een uitgangsfilter op de motor isaangesloten, selecteert u Beperkte AMA insch.
• Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen enalarmen wanneer er waarschuwingen of alarmenworden gegenereerd.
• Voor het beste resultaat moet de procedureworden uitgevoerd met een koude motor.
Om een AMA uit te voeren
1. Druk op [Main Menu] om toegang te krijgen totde parameters.
2. Ga naar parametergroep 1-** Belasting & motor endruk op [OK].
3. Ga naar parametergroep 1-2* Motordata en drukop [OK].
4. Ga naar 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)en druk op [OK].
5. Selecteer Volledige AMA insch. [1] en druk op [OK].
6. Volg de instructies op het scherm.
7. De test wordt automatisch uitgevoerd en bijvoltooiing wordt een melding gegeven.
5.5 Draairichting van de motor controleren
WAARSCHUWINGMOTOR START!Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verant-
woordelijkheid van de gebruiker om te zorgen voor een
veilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer u
niet controleert of de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden tot
lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.
LET OPRisico op schade aan pompen/compressoren wanneer de
motor in de verkeerde richting draait. Controleer de
draairichting van de motor voordat u de frequentieom-
vormer opstart.
De motor zal kortstondig gaan draaien op 5 Hz of op deminimumfrequentie die is ingesteld in 4-12 Motorsnelh.lage begr. [Hz].
1. Druk op [Main Menu].
2. Ga naar 1-28 Controle draair. motor en druk op[OK].
3. Ga naar Ingesch. [1].
De volgende tekst zal verschijnen: NB! Motor draait mogelijkin verkeerde richting.
4. Druk op [OK].
5. Volg de instructies op het scherm.
Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 29
5 5
LET OPOm de draairichting van de motor te wijzigen, schakelt u
de voeding naar de frequentieomvormer af en wacht u
tot de eenheid is ontladen. Verwissel de aansluiting van
2 van de 3 motorkabels aan de motor- of omvormerzijde
van de aansluiting.
5.6 Test lokale bediening
WAARSCHUWINGMOTOR START!Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verant-
woordelijkheid van de gebruiker om te zorgen voor een
veilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer u
niet controleert of de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden tot
lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.
1. Druk op [Hand On] om de frequentieomvormer tevoorzien van een lokaal startcommando.
2. Laat de frequentieomvormer accelereren door via[] naar de volle snelheid te gaan. Door de cursorlinks van het decimaalteken te plaatsen, kunt uwijzigingen sneller invoeren.
3. Let op eventuele acceleratieproblemen.
4. Druk op [Off]. Let op eventuele deceleratiepro-blemen.
Raadpleeg 7.4 Probleem verhelpen in geval van deceleratie-problemen. Zie 7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmenvoor informatie over het resetten van de frequentieom-vormer na een uitschakeling (trip).
5.7 Systeem opstarten
Voor de procedure in deze sectie is het noodzakelijk datde bekabeling door de gebruiker en de programmeringzijn voltooid. Het wordt aanbevolen om de volgendeprocedure uit te voeren nadat de toepassingssetup isvoltooid.
WAARSCHUWINGMOTOR START!Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verant-
woordelijkheid van de gebruiker om te zorgen voor een
veilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer u
niet controleert of de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden tot
lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.
1. Druk op [Auto On].
2. Schakel een extern startcommando in.
3. Pas de snelheidsreferentie aan voor het volledigesnelheidsbereik.
4. Schakel het externe startcommando uit.
5. Controleer het geluids- en trillingsniveau van demotor om u ervan te verzekeren dat het systeemnaar behoren werkt.
Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmenwanneer er waarschuwingen of alarmen wordengegenereerd.
5.8 Onderhoud
Bij normale bedrijfscondities en belastingprofielen is defrequentieomvormer onderhoudsvrij gedurende zijnvolledige levensduur. Om uitval, gevaar en schade tevoorkomen, moet u de frequentieomvormer regelmatiginspecteren; de frequentie hiervan is afhankelijk van debedrijfscondities. Vervang versleten of beschadigdeonderdelen door originele reserveonderdelen of standaardonderdelen. Ga voor service en ondersteuning naarwww.danfoss.com/contact/sales_and_services/.
VOORZICHTIGEr bestaat een risico op lichamelijk letsel of schade aan
apparatuur. Enkel door Danfoss geautoriseerd personeel
mag reparaties en onderhoudswerkzaamheden
uitvoeren.
Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
30 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
55
6 Voorbeelden toepassingssetup
De voorbeelden in deze sectie zijn bedoeld als een snellereferentie voor veelgebruikte toepassingen.
• De parameterinstellingen zijn gebaseerd op destandaard regionale instelling (geselecteerd in0-03 Regionale instellingen), tenzij andersaangegeven.
• De parameters die betrekking hebben op deklemmen en bijbehorende instellingen wordennaast de tekeningen weergegeven.
• Wanneer schakelinstellingen nodig zijn voor deanaloge klemmen A53 of A54 wordt dit ookaangegeven.
LET OPBij gebruik van de optionele STO-functie kan een
jumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13) en klem
37 om de frequentieomvormer te laten werken wanneer
de standaard fabrieksinstellingen worden gebruikt.
6.1 Toepassingsvoorbeelden
6.1.1 Toerental
Parameters
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
12
13
18
19
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
A53
U - I
-10 - +10V
+
-
130B
B926
.10 Functie instelling
6-10 Klem 53lage spanning 0,07 V*
6-11 Klem 53hoge spanning
10 V*
6-14 Klem 53lage ref./terugkopp.waarde
0 Hz
6-15 Klem 53hoge ref./terugkopp.waarde
50 Hz
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.1 Analoge snelheidsreferentie (spanning)
Parameters
130B
B927
.10
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
12
13
18
19
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
A53
U - I
4 - 20mA
+
-
Functie instelling
6-12 Klem 53lage stroom
4 mA*
6-13 Klem 53hoge stroom
20 mA*
6-14 Klem 53lage ref./terugkopp.waarde
0 Hz
6-15 Klem 53hoge ref./terugkopp.waarde
50 Hz
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.2 Analoge snelheidsreferentie (stroom)
Parameters
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
12
13
18
19
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
A53
U - I
≈ 5kΩ
130B
B683
.10 Functie instelling
6-10 Klem 53lage spanning 0,07 V*
6-11 Klem 53hoge spanning
10 V*
6-14 Klem 53lage ref./terugkopp.waarde
0 Hz
6-15 Klem 53hoge ref./terugkopp.waarde
1500 Hz
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.3 Snelheidsreferentie (via een handmatige
potentiometer)
Voorbeelden toepassingssetu... VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 31
6 6
Parameters
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
12
13
18
19
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
130B
B804
.10 Functie instelling
5-10 Klem 18digitale ingang
[8] Start*
5-12 Klem 27digitale ingang
[19] Ref.vasthouden
5-13 Klem 29digitale ingang
[21] Snelh.omh.
5-14 Klem 32digitale ingang
[22] Snelh.omlaag
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.4 Snelheid omh./omlaag
S t a r t ( 1 8 )
F r e e z e r e f ( 2 7 )
S p e e d u p ( 2 9 )
S p e e d d o w n ( 3 2 )
S p e e d
R e f e r e n c e
130B
B840
.10
Afbeelding 6.1 Snelheid omh./omlaag
6.1.2 Start/Stop
Parameters
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
+10
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
12
13
18
19
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
130B
B802
.10 Functie instelling
5-10 Klem 18digitale ingang
[8] Start*
5-12 Klem 27digitale ingang
[0] Niet inbedrijf
5-19 Klem 37Veilige stop
[1] AlarmVeilige stop
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
Wanneer 5-12 Klem 27 digitaleingang is ingesteld op Niet inbedrijf [0] is geen jumperkabelnaar 27 nodig.D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.5 Start/stopcommando met Veilige Stop-optie
130B
B805
.11
Speed
Start (18)
Afbeelding 6.2 Start/stopcommando met Veilige Stop
Voorbeelden toepassingssetu... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
32 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
66
Parameters
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
12
13
18
19
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
130B
B803
.10 Functie instelling
5-10 Klem 18digitale ingang
[9] Pulsstart
5-12 Klem 27digitale ingang
[6] Stopgeïnverteerd
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
Wanneer 5-12 Klem 27 digitaleingang is ingesteld op Niet inbedrijf [0] is geen jumperkabelnaar 27 nodig.D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.6 Pulsstart/stop
Speed
130B
B806
.10
Latched Start (18)
Stop Inverse (27)
Afbeelding 6.3 Pulsstart/Stop geïnverteerd
Parameters
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
12
13
18
19
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
130B
B934
.10 Functie instelling
5-10 Klem 18digitale ingang
[8] Start
5-11 Klem 19digitale ingang
[10]Omkeren*
5-12 Klem 27digitale ingang
[0] Niet inbedrijf
5-14 Klem 32digitale ingang
[16] Ingest.ref. bit 0
5-15 Klem 33digitale ingang
[17] Ingest.ref. bit 1
3-10 Ingestelde ref. Ingest. ref. 0Ingest. ref. 1Ingest. ref. 2Ingest. ref. 3
25%50%75%100%
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.7 Start/stop met omkeren en 4 vooraf ingestelde
snelheden
6.1.3 Externe reset na alarm
Parameters
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
12
13
18
19
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
130B
B928
.10 Functie instelling
5-11 Klem 19digitale ingang
[1] Reset
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.8 Externe reset na alarm
Voorbeelden toepassingssetu... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 33
6 6
6.1.4 RS-485
Parameters
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
R1R2
12
13
18
19
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
01
02
03
04
05
06
-
616869
RS-485
+
130B
B685
.10 Functie instelling
8-30 Protocol FC*
8-31 Adres 1*
8-32 Baudsnelheid
9600*
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
Selecteer protocol, adres enbaudsnelheid in debovenstaande parameters.D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.9 RS-485-netwerkaansluiting
6.1.5 Motorthermistor
VOORZICHTIGGebruik uitsluitend thermistors die zijn voorzien van
versterkte of dubbele isolatie om te voldoen aan de
PELV-isolatievereisten.
Parameters
130B
B686
.12
VLT
+24 V
+24 V
D IN
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
12
13
18
19
20
27
29
32
33
50
53
54
55
42
39
A53
U - I
D IN 37
Functie instelling
1-90 Therm.motorbeveiliging
[2] Thermis-toruitsch.
1-93 Thermis-torbron
[1] Anal.ingang 53
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
Als enkel een waarschuwingnodig is, moet 1-90 Therm.motorbeveiliging wordeningesteld op Thermistorwaarsch.[1].D IN 37 is optioneel.
Tabel 6.10 Motorthermistor
Voorbeelden toepassingssetu... VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
34 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
66
7 Diagnostiek en problemen verhelpen
Dit hoofdstuk beschrijft de statusmeldingen, waarschu-wingen en alarmen en elementaire foutopsporing.
7.1 Statusmeldingen
Wanneer de frequentieomvormer in de statusmodus staat,worden automatisch statusmeldingen gegenereerd en opde onderste regel van het display weergegeven (zieAfbeelding 7.1).
Status799RPM 7.83A 36.4kW
0.000
53.2%
1(1)
AutoHandOff
RemoteLocal
RampingStopRunningJogging...Stand by
130B
B037
.11
1 2 3
Afbeelding 7.1 Statusdisplay
1 Bedieningsmodus (zie Tabel 7.2)
2 Referentieplaats (zie Tabel 7.3)
3 Bedrijfsstatus (zie Tabel 7.4)
Tabel 7.1 Legenda bij Afbeelding 7.1
Tabel 7.2tot Tabel 7.4 beschrijven de statusmeldingen ophet display.
Off De frequentieomvormer zal niet reageren opstuursignalen totdat [Auto On] of [Hand On]wordt ingedrukt.
Auto On De frequentieomvormer wordt bestuurd viastuurklemmen en/of seriële communicatie.
De frequentieomvormer kan worden bestuurdmet behulp van de navigatietoetsen op hetLCP. De lokale modus kan worden onderdruktvia stopcommando's, resets na een alarm,omkering, DC-rem en andere signalen die opde stuurklemmen worden toegepast.
Tabel 7.2 Bedrijfsmodus
Extern De snelheidsreferentie wordt gegeven viaexterne signalen, seriële communicatie ofinterne digitale referenties.
Lokaal De frequentieomvormer wordt bestuurd via[Hand On] of referentiewaarden vanaf het LCP.
Tabel 7.3 Referentieplaats
AC-rem AC-rem werd geselecteerd in 2-10 Remfunctie.De AC-rem zorgt voor overmagnetisering vande motor om zo een gecontroleerdevertraging te realiseren.
AMA voltooidOK
De automatische aanpassing van de motorge-gevens (AMA) werd met succes voltooid.
AMA gereed AMA is klaar om te starten. Druk op [HandOn] om te starten.
AMA actief Het AMA-proces is bezig.
Remmen De remchopper is actief. Geregenereerdeenergie wordt geabsorbeerd door deremweerstand.
Max. remmen De remchopper is actief. De in 2-12 Begrenzingremvermogen (kW) ingestelde vermogensbe-grenzing voor de remweerstand is bereikt.
Vrijloop • Vrijloop geïnv. werd geselecteerd alsfunctie voor een digitale ingang (parame-tergroep 5-1* Dig. ingangen). Debijbehorende klem is niet aangesloten.
• Vrijloop werd geactiveerd via seriëlecommunicatie.
Stuurw. uitloop Gecontr. uitloop werd geselecteerd in14-10 Netstoring.
• De netspanning is lager dan de ingesteldewaarde die voor een netfout is ingesteld in14-11 Netspanning bij netfout.
• De frequentieomvormer laat de motoruitlopen met behulp van een gecontro-leerde uitloop.
Stroom hoog De uitgangsstroom van de frequentieom-vormer is hoger dan de ingestelde begrenzingin 4-51 Waarschuwing stroom hoog.
Stroom laag De uitgangsstroom van de frequentieom-vormer is lager dan de ingestelde begrenzingin 4-52 Waarschuwing snelheid laag.
DC-houd DC-houd werd geselecteerd in 1-80 Functie bijstop en er is een stopcommando actief. Demotor wordt gehouden door een DC-stroomzoals gedefinieerd in 2-00 DC-houd/voorverw.stroom.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 35
7 7
DC-stop De motor wordt gehouden door een DC-stroom (2-01 DC-remstroom) gedurende eenbepaalde tijd (2-02 DC-remtijd).
• DC-rem werd geactiveerd in 2-03 Inscha-kelsnelh. DC-rem [tpm] en er is eenstopcommando actief.
• DC-rem geïnv. werd geselecteerd als functievoor een digitale ingang (parametergroep5-1* Dig. ingangen). De bijbehorende klemis niet actief.
• De DC-rem werd geactiveerd via seriëlecommunicatie.
Terugk. hoog De som van alle actieve terugkoppelingen ishoger dan de ingestelde terugkoppelingsbe-grenzing in 4-57 Waarsch: terugk. hoog.
Terugkoppelinglaag
De som van alle actieve terugkoppelingen islager dan de ingestelde terugkoppelingsbe-grenzing in 4-56 Waarsch: terugk. laag.
Uitgang vasth. De externe referentie die de huidige snelheidvasthoudt, is actief.
• Uitgang vasth. werd geselecteerd alsfunctie voor een digitale ingang (parame-tergroep 5-1* Dig. ingangen). Debijbehorende klem is actief. Het regelenvan de snelheid is enkel mogelijk via deklemfuncties Snelh. omh. en Snelh. omlaag.
• Aan/uitloop vasthouden werd geactiveerdvia seriële communicatie.
Verzoek Uitgangvasthouden
Er is een commando gegeven om de uitgangvast te houden, maar de motor zal nietstarten voordat er een startvoorwaardesignaalis ontvangen.
Ref. vasthouden Ref. vasthouden werd geselecteerd als functievoor een digitale ingang (parametergroep 5-1*Dig. ingangen). De bijbehorende klem is actief.De frequentieomvormer slaat de actuelereferentie op. Het wijzigen van de referentie isnu uitsluitend mogelijk via de klemfunctiesSnelh. omh. en Snelh. omlaag.
Jog-verzoek Er is een jog-commando gegeven, maar demotor blijft gestopt totdat er via een digitaleingang een startvoorwaardesignaal wordtontvangen.
Jogging De motor loopt zoals is ingesteld in 3-19 Jog-snelh. [TPM].
• Jog werd geselecteerd als functie voor eendigitale ingang (parametergroep 5-1* Dig.ingangen). De bijbehorende klem (bijv.klem 29) is actief.
• De jog-functie werd geactiveerd via seriëlecommunicatie.
• De jog-functie werd geselecteerd als eenreactie voor een bewakingsfunctie (bijv.Geen signaal). De bewakingsfunctie isactief.
Motorcontrole Motorcontrole werd geselecteerd in1-80 Functie bij stop. Er is een stopcommandoactief. Om te controleren of er altijd eenmotor op de frequentieomvormer isaangesloten, wordt de motor voorzien vaneen permanente teststroom.
OVC-besturing Overspanningsreg. werd geactiveerd via2-17 Overspanningsreg., Ingesch. [2]. Deaangesloten motor voorziet de frequentieom-vormer van gegenereerde energie. Deoverspanningsregeling past de V-Hz-verhouding aan om de motor gecontroleerdte laten lopen en om uitschakeling (trip) vande frequentieomvormer te voorkomen.
Verm.deel uit (Geldt enkel voor frequentieomvormers meteen externe 24 V-voeding.)De netvoeding naar de frequentieomvormer isafgeschakeld, maar de stuurkaart wordt noggevoed via de externe 24 V.
Besch.modus Beschermingsmodus is actief. De eenheidheeft een kritieke situatie gedetecteerd(overstroom of overspanning).
• Om een uitschakeling (trip) te voorkomen,is de schakelfrequentie verlaagd naar 4kHz.
• Indien mogelijk zal de beschermingsmodusna circa 10 seconden worden beëindigd.
• De beschermingsmodus kan wordenbeperkt via 14-26 Uitschakelvertraging bijinverterfout.
Qstop De motor decelereert op basis van 3-81 Snellestop ramp-tijd.
• Snelle stop geïnv. werd geselecteerd alsfunctie voor een digitale ingang (parame-tergroep 5-1* Dig. ingangen). Debijbehorende klem is niet actief.
• De snellestopfunctie werd geactiveerd viaseriële communicatie.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
36 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
77
Aan/uitlopen De motor accelereert/decelereert op basis vande actieve aan-/uitloop. De referentie, begren-zingswaarde of stilstand is nog niet bereikt.
Ref. hoog De som van alle actieve referenties is hogerdan de ingestelde referentiebegrenzing in4-55 Waarsch: referentie hoog.
Ref. laag De som van alle actieve referenties is lagerdan de ingestelde referentiebegrenzing in4-54 Waarsch: referentie laag.
Op referentie De frequentieomvormer werkt binnen hetingestelde referentiebereik. De terugkoppe-lingswaarde komt overeen met desetpointwaarde.
Startverzoek Er is een startcommando gegeven, maar demotor blijft gestopt totdat een startvoorwaar-designaal wordt ontvangen via een digitaleingang.
Actief De motor wordt aangedreven door defrequentieomvormer.
Slaapstand De energiebesparingsfunctie is ingeschakeld.Dit betekent dat de motor op dit moment isgestopt, maar dat deze automatisch opnieuwzal opstarten, indien nodig.
Snelheid hoog De motorsnelheid is hoger dan de ingesteldewaarde in 4-53 Waarschuwing snelheid hoog.
Snelheid laag De motorsnelheid is lager dan de ingesteldewaarde in 4-52 Waarschuwing snelheid laag.
Stand-by In de automodus zal de frequentieomvormerde motor starten door middel van eenstartsignaal vanaf een digitale ingang of viaseriële communicatie.
Startvertraging In 1-71 Startvertraging werd een startvertra-gingstijd ingesteld. Er werd eenstartcommando gegeven en de motor zalstarten nadat de startvertragingstijd isverstreken.
Strt vr/acht. Start en Start omgekeerd werden geselecteerdals functies voor twee verschillende digitaleingangen (parametergroep 5-1* Dig. ingangen).De motor zal in voorwaartse of achterwaartserichting starten, afhankelijk van de klem die isgeactiveerd.
Stop De frequentieomvormer heeft eenstopcommando ontvangen vanaf het LCP, eendigitale ingang of via seriële communicatie.
Uitschakeling(trip)
Er is een alarm opgetreden en de motor isgestopt. Zodra de oorzaak van het alarm isweggenomen, kan de frequentieomvormerhandmatig worden gereset via de toets[Reset] of extern worden gereset viastuurklemmen of seriële communicatie.
Uitschakelingmet blokkering
Er is een alarm opgetreden en de motor isgestopt. Zodra de oorzaak van het alarm isweggenomen, moet de spanning naar defrequentieomvormer af- en weer ingeschakeldworden. Hierna kan de frequentieomvormerhandmatig worden gereset via de toets[Reset] of extern worden gereset viastuurklemmen of seriële communicatie.
Tabel 7.4 Bedrijfsstatus
LET OPIn de auto-/externe modus heeft de frequentieomvormer
externe commando's nodig om functies te kunnen
uitvoeren.
7.2 Waarschuwings- en alarmtypen
Waarschuwingen
Een waarschuwing wordt gegenereerd wanneer eenalarmconditie dreigt of wanneer er sprake is vanabnormale bedrijfscondities. De frequentieomvormer zal insommige gevallen een alarm genereren. Een waarschuwingverdwijnt automatisch wanneer de abnormale conditie isopgeheven.
Alarmen
Uitschakeling (trip)
Een alarm wordt gegenereerd wanneer de frequentieom-vormer wordt uitgeschakeld (trip), wat betekent dat defrequentieomvormer de werking opschort om schade aande frequentieomvormer of het systeem te voorkomen. Demotor zal vrijlopen tot stop. De logica van de frequentie-omvormer zal actief blijven en de status van defrequentieomvormer bewaken. Nadat de foutconditie isopgeheven, kan de frequentieomvormer worden gereset.Daarna is de frequentieomvormer weer bedrijfsklaar.
De frequentieomvormer resetten na een uitschakeling
(trip)
Een uitschakeling (trip) kan op 4 manieren worden gereset:
• Door te drukken op [Reset] op het LCP
• Door een resetcommando vanaf een digitaleingang
• Door een resetcommando via seriëlecommunicatie
• Via een automatische reset
Uitschakeling met blokkering
De ingangsspanning wordt af- en weer ingeschakeld. Demotor loopt vrij tot stop. De frequentieomvormer blijft destatus van de frequentieomvormer bewaken. Schakel deingangsspanning naar de frequentieomvormer af, neem deoorzaak van de fout weg, en reset de frequentieomvormer.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 37
7 7
Waarschuwings- en alarmdisplays
• Op het LCP wordt een waarschuwingweergegeven, samen met het waarschuwings-nummer.
• Er knippert een alarm, samen met hetalarmnummer.
130B
P086
.11
Status0.0Hz 0.000kW 0.00A
0.0Hz0
Earth Fault [A14]Auto Remote Trip
1(1)
Afbeelding 7.2 Voorbeeld van alarmdisplay
In aanvulling op de tekst en de alarmcode op het LCP vande frequentieomvormer zijn er drie statuslampjes.
Autoon Reset
Handon Off
Back
Cancel
InfoOKOn
Alarm
Warn.
130B
B467
.10
Afbeelding 7.3 Statusindicatielampjes
Waarschuwingsled Alarmled
Waarschuwing Aan Uit
Alarm Uit Aan (knippert)
Uitsch. metblokkering
Aan Aan (knippert)
Tabel 7.5 Toelichting statusindicatielampjes
7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmen
Onderstaande informatie over waarschuwingen/alarmenbeschrijft de waarschuwings- en alarmcondities, geeft demogelijke oorzaak aan en biedt een oplossing of foutop-sporingsprocedure.
WAARSCHUWING 1, 10 V laag
De spanning van de stuurkaart is lager dan 10 V vanafklem 50.Verminder de belasting van klem 50, want de 10 V-voeding is overbelast. Maximaal 15 mA of minimaal 590 Ω.
Deze conditie kan worden veroorzaakt door eenkortsluiting in een aangesloten potentiometer of eenonjuiste bedrading van de potentiometer.
Probleem verhelpen
Verwijder de bedrading vanaf klem 50. Wanneerde waarschuwing verdwijnt, zit het probleem inde bedrading. Als de waarschuwing nietverdwijnt, moet de stuurkaart worden vervangen.
WAARSCHUWING/ALARM 2, Live-zerofout
Deze waarschuwing of dit alarm verschijnt alleen als dit isingesteld in 6-01 Live zero time-out-functie. Het signaal opeen van de analoge ingangen is minder dan 50% van deminimumwaarde die voor die ingang is geprogrammeerd.Deze conditie kan worden veroorzaakt door draadbreuk ofdoor een signaal van een defect apparaat.
Probleem verhelpen
Controleer de aansluitingen op alle analogeingangsklemmen. De stuurkaartklemmen 53 en54 op signalen, klem 55 gemeenschappelijk. Deklemmen 11 en 12 van MCB 101 op signalen,klem 10 gemeenschappelijk. De klemmen 1, 3, 5van MCB 109 op signalen, klem 2,4, 6 gemeen-schappelijk.
Controleer of de programmering van de frequen-tieomvormer en de schakelinstellingenovereenkomen met het type analoge signaal.
Voer een ingangsklemsignaaltest uit.
WAARSCHUWING/ALARM 4, Faseverlies netvoeding
Aan de voedingszijde ontbreekt een fase of de onbalansvan de netspanning is te hoog. Deze melding verschijntook als er een fout optreedt in de ingangsgelijkrichter opde frequentieomvormer. De opties wordengeprogrammeerd via 14-12 Functie bij onbalans netsp..
Probleem verhelpen
Controleer de voedingsspanning en voedings-stromen naar de frequentieomvormer.
Diagnostiek en problemen ve... VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
38 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
77
WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog
De tussenkringspanning (DC) is hoger dan de waarschu-wingslimiet voor hoge spanning. De limiet hangt af van denominale spanning van de frequentieomvormer. Deeenheid is nog steeds actief.
WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag
De tussenkringspanning (DC) is lager dan de waarschu-wingslimiet voor lage spanning. De limiet hangt af van denominale spanning van de frequentieomvormer. Deeenheid is nog steeds actief.
WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning
Als de tussenkringspanning hoger is dan de overspan-ningsbegrenzing schakelt de frequentieomvormer na eenbepaalde tijd uit.
Probleem verhelpen
Sluit een remweerstand aan.
Verleng de aan/uitlooptijd.
Wijzig het type ramp.
Activeer de functies in 2-10 Remfunctie.
Verhoog 14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout.
Als het alarm/de waarschuwing tijdens eenspanningsdip optreedt, moet u gebruikmaken vankinetische backup (14-10 Netstoring).
WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning
Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de limietvoor lage spanning zal de frequentieomvormer controlerenof de 24 V DC-reservevoeding is aangesloten. Als geen 24V DC-reservevoeding is aangesloten, schakelt de frequen-tieomvormer uit na een vaste tijdsvertraging. Dezetijdsvertraging hangt af van de eenheidgrootte.
Probleem verhelpen
Controleer of de voedingsspanning overeenkomtmet de spanning van de frequentieomvormer.
Voer een ingangsspanningstest uit.
Voer een soft-chargecircuittest uit.
WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelast
De frequentieomvormer staat op het punt van uitscha-keling wegens overbelasting (te hoge stroom gedurendeeen te lange tijd). De teller voor de thermo-elektronischeomvormerbeveiliging genereert een waarschuwing bij 98%en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordtgegenereerd. De frequentieomvormer kan niet wordengereset totdat de teller onder de 90% is gezakt.De fout is dat de frequentieomvormer gedurende een telange tijd voor meer dan 100% werd overbelast.
Probleem verhelpen
Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op hetLCP met de nominale stroom van de frequentie-omvormer.
Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op hetLCP met de gemeten motorstroom.
Laat de thermische belasting op het LCPweergeven en houd de waarde in de gaten.Wanneer de stroom hoger is dan de nominalecontinustroom van de frequentieomvormer gaatde teller omhoog. Wanneer de stroom lager isdan de nominale continustroom van de frequen-tieomvormer gaat de teller omlaag.
WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-
ETR
De thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat demotor te warm is. In 1-90 Therm. motorbeveiliging kanworden ingesteld of de frequentieomvormer eenwaarschuwing of een alarm moet genereren wanneer deteller 100% bereikt. De fout treedt op wanneer de motorgedurende een te lange tijd voor meer dan 100% wordtoverbelast.
Probleem verhelpen
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer of de ingestelde motorstroom in1-24 Motorstroom correct is.
Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25correct zijn ingesteld.
Controleer bij gebruik van een externe ventilatorof deze ook is geselecteerd in 1-91 Ext. motor-ventilator.
Door het uitvoeren van een AMA via 1-29 Autom.aanpassing motorgeg. (AMA) wordt de frequentie-omvormer nauwkeuriger afgestemd op de motoren wordt de thermische belasting beperkt.
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motort-
hermistor
Controleer of de thermistor is losgekoppeld. In 1-90 Therm.motorbeveiliging kan worden ingesteld of de frequentieom-vormer een waarschuwing of een alarm moet genereren.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 39
7 7
Probleem verhelpen
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer bij gebruik van klem 53 of 54 of dethermistor correct is aangesloten tussen klem 53of 54 (analoge spanningsingang) en klem 50 (+10V-voeding). Controleer ook of de klemschakelaarvoor 53 of 54 is ingesteld voor spanning.Controleer of 1-93 Thermistorbron is ingesteld opklem 53 of 54.
Controleer bij gebruik van digitale ingang 18 of19 of de thermistor correct is aangesloten tussenklem 18 of 19 (digitale ingang, alleen PNP) enklem 50. Controleer of 1-93 Thermistorbron isingesteld op klem 18 of 19.
WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppelbegrenzing
Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde in4-16 Koppelbegrenzing motormodus of 4-17 Koppelbe-grenzing generatormodus. 14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.kan worden gebruikt om voor deze conditie eenwaarschuwing gevolgd door een alarm in te stellen inplaats van enkel een waarschuwing.
Probleem verhelpen
Wanneer de koppelbegrenzing tijdens hetaanlopen wordt overschreden, moet u deaanlooptijd verlengen.
Wanneer de koppelbegrenzing tijdens hetuitlopen wordt overschreden, moet u deuitlooptijd verlengen.
Wanneer de koppelbegrenzing tijdens bedrijfwordt overschreden, kunt u de koppelbegrenzingmogelijk verhogen. Verzeker u ervan dat hetsysteem veilig kan werken bij een hoger koppel.
Controleer de toepassing om te bepalen of demotor overmatig veel stroom trekt.
WAARSCHUWING/ALARM 13, Overstroom
De piekstroombegrenzing van de omvormer (ongeveer200% van de nominale stroom) is overschreden. Dewaarschuwing zal ongeveer 1,5 s aanhouden, waarna defrequentieomvormer uitschakelt en een alarm genereert.Deze fout kan worden veroorzaakt door een schokbe-lasting of een snelle acceleratie bij belastingen met eenhoge massatraagheid. Hij kan ook optreden na eenkinetische backup in geval van een snelle acceleratie bijhet aanlopen. Als uitgebreide mechanische rembesturing isgeselecteerd, kan de uitschakeling (trip) extern wordengereset.
Probleem verhelpen
Schakel de voeding af en controleer of demotoras kan worden gedraaid.
Controleer of het vermogen van de motorovereenkomt met dat van de frequentieom-vormer.
Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25correct zijn ingesteld.
Alarm 14, Aardfout
Er loopt een stroom van de uitgangsfasen naar de aarde,ofwel in de kabel tussen de frequentieomvormer en demotor of in de motor zelf.
Probleem verhelpen
Schakel de frequentieomvormer af en hef deaardfout op.
Controleer op aardfouten in de motor door deweerstand van de motorkabels en de motor naaraarde te meten met behulp van eenisolatiemeter.
Alarm 15, Incompatibele hardware
Een gemonteerde optie kan niet werken met de huidigestuurkaarthardware of -software.
Noteer de waarde van onderstaande parameters en neemcontact op met uw Danfoss-leverancier.
15-40 FC-type
15-41 Vermogensectie
15-42 Spanning
15-43 Softwareversie
15-45 Huidige typecodereeks
15-49 SW-id stuurkaart
15-50 SW-id voedingskaart
15-60 Optie gemonteerd
15-61 SW-versie optie (voor elke optiesleuf)
Alarm 16, Kortsluiting
Er is kortsluiting in de motor of de motorkabels.
Schakel de voeding naar de frequentieomvormer af en hefde kortsluiting op.
WAARSCHUWING/ALARM 17, Stuurwoordtime-out
Er is geen communicatie met de frequentieomvormer.Deze waarschuwing is alleen actief wanneer 8-04 Time-out-functie stuurwoord NIET is ingesteld op Uit [0].Als 8-04 Time-out-functie stuurwoord is ingesteld op Stop enuitsch. [5] zal er een waarschuwing worden gegeven. Defrequentieomvormer stopt na de uitloop, waarna een alarmwordt gegenereerd.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
40 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
77
Probleem verhelpen
Controleer de aansluitingen op de kabel voorseriële communicatie.
Verhoog 8-03 Time-out-tijd stuurwoord.
Controleer de werking van de communicatieappa-ratuur.
Controleer of de installatie is uitgevoerd overeen-komstig de EMC-vereisten.
ALARM 18, Start mislukt
De snelheid heeft de ingestelde waarde in 1-77 Maxstartsnelh compressor [tpm] bij het starten nietoverschreden binnen de voorgeschreven tijd (ingesteld in1-79 Max starttijd compressor tot uitsch). Dit kan zijnveroorzaakt door een geblokkeerde motor.
WAARSCHUWING 23, Fout interne ventilator
De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiligingdie controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. Deventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via14-53 Ventilatorbew. (Uitgesch. [0]).
Voor frequentieomvormers met frame D, E en F wordt degeregelde spanning naar de ventilatoren bewaakt.
Probleem verhelpen
Controleer of de ventilator correct werkt.
Schakel de voeding naar de frequentieomvormeruit en weer in en controleer of de ventilator heeleven actief is tijdens het opstarten.
Controleer de sensoren op het koellichaam en destuurkaart.
WAARSCHUWING 24, Fout externe ventilator
De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiligingdie controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. Deventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via14-53 Ventilatorbew. (Uitgesch. [0]).
Probleem verhelpen
Controleer of de ventilator correct werkt.
Schakel de voeding naar de frequentieomvormeruit en weer in en controleer of de ventilator heeleven actief is tijdens het opstarten.
Controleer de sensoren op het koellichaam en destuurkaart.
WAARSCHUWING 25, Kortsluiting remweerstand
De remweerstand wordt bewaakt tijdens bedrijf. Als erkortsluiting optreedt, wordt de remfunctie uitgeschakelden wordt de waarschuwing gegenereerd. De frequentieom-vormer functioneert nog steeds, maar zonder deremfunctie. Schakel de frequentieomvormer af en vervangde remweerstand (zie 2-15 Remtest).
WAARSCHUWING/ALARM 26, Begrenzing remweerstands-
vermogen
Het vermogen dat naar de remweerstand wordt overge-bracht, wordt berekend als een gemiddelde waarde overde laatste 120 s van de bedrijfstijd. De berekening isgebaseerd op de tussenkringspanning en de ingesteldewaarde van de remweerstand in 2-16 AC-rem max. stroom.De waarschuwing wordt gegenereerd wanneer hetafgegeven remvermogen hoger is dan 90% van hetvermogen van de remweerstand. Als Uitsch. [2] isgeselecteerd in 2-13 Bewaking remvermogen schakelt defrequentieomvormer uit en wordt een alarm gegenereerdwanneer het afgegeven remvermogen 100% bereikt.
WAARSCHUWING/ALARM 27, Remchopperfout
De remtransistor wordt bewaakt tijdens bedrijf; in gevalvan kortsluiting wordt de remfunctie uitgeschakeld enwordt een waarschuwing gegenereerd. De frequentieom-vormer blijft nog wel actief, maar door de kortsluiting vande remtransistor gaat er veel vermogen naar deremweerstand, ook als deze niet actief is.Schakel de frequentieomvormer af en verwijder deremweerstand.
WAARSCHUWING/ALARM 28, Remtest mislukt
De remweerstand is niet aangesloten of werkt niet.Controleer 2-15 Remtest.
Alarm 29, Temp. koellich.
De maximumtemperatuur van het koellichaam isoverschreden. De temperatuurfout kan niet wordengereset totdat de temperatuur van het koellichaam isgezakt tot onder een vooraf ingestelde temperatuur voorhet koellichaam. De punten van uitschakelen (trip) enresetten zijn afhankelijk van het vermogen van de frequen-tieomvormer.
Probleem verhelpen
Controleer op de volgende condities.Te hoge omgevingstemperatuur.
Te lange motorkabel.
Onvoldoende vrije ruimte voor luchtcirculatieboven en onder de frequentieomvormer.
Geblokkeerde luchtstroming rondom de frequen-tieomvormer.
Beschadigde ventilator koellichaam.
Vuil koellichaam.
Alarm 30, Motorfase U ontbreekt
Motorfase U tussen frequentieomvormer en motorontbreekt.
Schakel de frequentieomvormer af en controleermotorfase U.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 41
7 7
Alarm 31, Motorfase V ontbreekt
Motorfase V tussen frequentieomvormer en motorontbreekt.
Schakel de voeding naar de frequentieomvormer af encontroleer motorfase V.
Alarm 32, Motorfase W ontbreekt
Motorfase W tussen frequentieomvormer en motorontbreekt.
Schakel de frequentieomvormer af en controleer motorfaseW.
Alarm 33, Inrush-fout
Er zijn te veel inschakelingen geweest gedurende eenkorte tijd. Laat de eenheid afkoelen tot de bedrijfstempe-ratuur.
WAARSCHUWING/ALARM 34, Communicatiefout veldbus
De veldbus op de communicatieoptiekaart werkt niet.
WAARSCHUWING/ALARM 36, Netstoring
Deze waarschuwing/dit alarm is alleen actief als devoedingsspanning naar de frequentieomvormer ontbreekten 14-10 Netstoring NIET is ingesteld op Geen functie [0].Controleer de zekeringen naar de frequentieomvormer ende netvoeding naar de eenheid.
Alarm 38, Interne fout
Wanneer er een interne fout optreedt, wordt de foutcodeuit Tabel 7.6 weergegeven.
Probleem verhelpen
Schakel de spanning uit en weer in.
Controleer of de optie correct is geïnstalleerd.
Controleer op loszittende of ontbrekende kabels.
Het kan nodig zijn om contact op te nemen met uwDanfoss-leverancier of de serviceafdeling. Noteer defoutcode in verband met verdere aanwijzingen voorfoutopsporing.
Nr. Tekst
0 Seriële poort kan niet worden geïnitialiseerd.Neem contact op met uw Danfoss-leverancier ofde serviceafdeling van Danfoss.
256-258 EEPROM-gegevens van de voedingskaart zijnbeschadigd of te oud Vervang de voedingskaart.
512-519 Interne fout. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de serviceafdeling van Danfoss.
783 Parameterinstelling buiten min/max begrenzingen
1024-1284 Interne fout. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de serviceafdeling van Danfoss.
1299 Optiesoftware in sleuf A is te oud
1300 Optiesoftware in sleuf B is te oud
1315 Optiesoftware in sleuf A wordt niet ondersteund(niet toegestaan)
1316 Optiesoftware in sleuf B wordt niet ondersteund(niet toegestaan)
Nr. Tekst
1379-2819 Interne fout. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de serviceafdeling van Danfoss.
2561 Vervang de stuurkaart.
2820 Stack-overloop LCP
2821 Overloop seriële poort
2822 Overloop USB-poort
3072-5122 Parameterwaarde valt buiten de begrenzingen
5123 Optie in sleuf A: hardware incompatibel metstuurkaarthardware
5124 Optie in sleuf B: hardware incompatibel metstuurkaarthardware
5376-6231 Interne fout. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de serviceafdeling van Danfoss.
Tabel 7.6 Foutcodes interne fouten
Alarm 39, Sensor koellichaam
Geen terugkoppeling van de temperatuursensor van hetkoellichaam.
Het signaal van de thermische sensor van de IGBT is nietbeschikbaar op de voedingskaart. Het probleem kan zichbevinden op de voedingskaart, op de gate-driverkaart ofde lintkabel tussen de voedingskaart en de gate-driverkaart.
WAARSCHUWING 40, Overbelasting digitale uitgang klem
27
Controleer de belasting die is aangesloten op klem 27 ofverwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt.Controleer 5-00 Dig. I/O-modus en 5-01 Klem 27 modus.
WAARSCHUWING 41, Overbelasting digitale uitgang klem
29
Controleer de belasting die is aangesloten op klem 29 ofverwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt.Controleer 5-00 Dig. I/O-modus en 5-02 Klem 29 modus.
WAARSCHUWING 42, Overbelasting digitale uitgang op
X30/6 of X30/7
Controleer voor X30/6 de belasting die is aangesloten opX30/6 of verwijder de aansluiting die kortsluitingveroorzaakt. Controleer 5-32 Klem X30/6 dig. uitgang (MCB101).
Controleer voor X30/7 de belasting die is aangesloten opX30/7 of verwijder de aansluiting die kortsluitingveroorzaakt. Controleer 5-33 Klem X30/7 dig. uitgang (MCB101).
Alarm 45, Aardfout 2
Aardfout bij het opstarten.
Probleem verhelpen
Controleer op een juiste aarding en loszittendeaansluitingen.
Controleer op de juiste kabelgroottes.
Controleer de motorkabels op kortsluiting oflekstromen.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
42 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
77
Alarm 46, Voeding voedingskaart
De voeding van de voedingskaart valt niet binnen hetbereik.
Er zijn drie voedingen die worden gegenereerd door deschakelende voeding (SMPS – switched mode powersupply) op de stuurkaart: 24 V, 5 V, ±18 V. Bij gebruik vaneen 24 V DC-voeding met de MCB 107-optie worden enkelde 24 V- en 5 V-voedingen bewaakt. Bij gebruik van driefa-senetspanning worden alle drie voedingen bewaakt.
Probleem verhelpen
Controleer of de voedingskaart defect is.
Controleer of de stuurkaart defect is.
Controleer of de optiekaart defect is.
Controleer bij gebruik van een 24 V DC-voedingop een juiste voedingsspanning.
WAARSCHUWING 47, 24 V-voeding laag
De 24 V DC wordt gemeten op de stuurkaart. De externe24 V DC-backupvoeding kan overbelast zijn. Neem inandere gevallen contact op met uw Danfoss-leverancier.
WAARSCHUWING 48, 1,8 V-voeding laag
De 1,8 V DC-voeding die op de stuurkaart wordt gebruikt,valt buiten de toegestane begrenzingen. De voeding wordtgemeten op de stuurkaart. Controleer of de stuurkaartdefect is. Controleer op een overspanningsconditiewanneer er een optiekaart aanwezig is.
WAARSCHUWING 49, Snelheidsbegrenzing
Als de snelheid niet binnen het ingestelde bereik in4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] en 4-13 Motorsnelh. hogebegr. [RPM] valt, geeft de frequentieomvormer eenwaarschuwing weer. Als de snelheid lager is dan deingestelde begrenzing in 1-86 Uitsch lg snelh [tpm] (metuitzondering van starten en stoppen) wordt de frequentie-omvormer uitgeschakeld.
ALARM 50, AMA kalibratie mislukt
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of deserviceafdeling van Danfoss.
Alarm 51, AMA controleer Unom en Inom
De instellingen van de motorspanning, de motorstroom enhet motorvermogen zijn verkeerd. Controleer de instel-lingen van parameter 1-20 tot en met 1-25.
ALARM 52, AMA lage Inom
De motorstroom is te laag. Controleer de instellingen.
Alarm 53, AMA motor te groot
De motor is te groot om een AMA te kunnen uitvoeren.
Alarm 54, AMA motor te klein
De motor is te klein om een AMA te kunnen uitvoeren.
Alarm 55, AMA parameter buiten bereik
De parameterinstellingen voor de motor vallen buiten hettoegestane bereik. De AMA kan niet worden uitgevoerd.
Alarm 56, AMA onderbroken door gebruiker
AMA is onderbroken door de gebruiker.
Alarm 57, AMA interne fout
Probeer AMA opnieuw te starten. Bij herhaaldelijkherstarten kan de motor oververhit raken.
Alarm 58, AMA interne fout
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.
WAARSCHUWING 59, Stroomgrens
De stroom is hoger dan de waarde in 4-18 Stroombegr..Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25 correctzijn ingesteld. De stroomgrens kan mogelijk wordenverhoogd. Verzeker u ervan dat het systeem veilig kanwerken bij een hogere limiet.
WAARSCHUWING 60, Ext. vergrendeling
Een digitaal ingangssignaal geeft een foutconditie buitende frequentieomvormer aan. De frequentieomvormer isuitgeschakeld door een externe vergrendeling. Hef deexternefoutconditie op. Om terug te keren naar normaalbedrijf moet 24 V DC worden geschakeld op de klem die isgeprogrammeerd voor Externe vergrendeling. Reset defrequentieomvormer.
WAARSCHUWING 62, Uitgangsfrequentie op max.
begrenzing
De uitgangsfrequentie heeft de ingestelde waarde in4-19 Max. uitgangsfreq. bereikt. Controleer de toepassingom de oorzaak te bepalen. De begrenzing van deuitgangsfrequentie kan mogelijk worden verhoogd.Verzeker u ervan dat het systeem veilig kan werken bij eenhogere uitgangsfrequentie. De waarschuwing zalverdwijnen wanneer de uitgangsfrequentie tot onder demaximale waarde zakt.
WAARSCHUWING/ALARM 65, Overtemperatuur stuurkaart
De uitschakeltemperatuur voor de stuurkaart is 80 °C.
Probleem verhelpen
• Controleer of de omgevingstemperatuur binnende limieten valt.
• Controleer op verstopte filters.
• Controleer de werking van de ventilator.
• Controleer de stuurkaart.
WAARSCHUWING 66, Temperatuur koellichaam laag
De frequentieomvormer is te koud om te werken. Dezewaarschuwing is gebaseerd op de temperatuursensor in deIGBT-module.Verhoog de omgevingstemperatuur van de eenheid. Het isook mogelijk om telkens wanneer de motor wordt gestopteen minieme hoeveelheid stroom op de frequentieom-vormer toe te passen door 2-00 DC-houd/voorverw.stroomin te stellen op 5% en 1-80 Functie bij stop.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 43
7 7
Alarm 67, Configuratie optiemodule is gewijzigd
Een of meer opties zijn toegevoegd of verwijderd sinds delaatste uitschakeling. Controleer of de configuratiewijzigingbewust is aangebracht en reset de eenheid.
Alarm 68, Veilige stop actief
De veilige stop is ingeschakeld. Om terug te keren naarnormaal bedrijf moet 24 V DC op klem 37 wordengeschakeld en moet vervolgens een resetsignaal wordenverstuurd (via bus of digitale I/O, of door op [Reset] tedrukken).
Alarm 69, Temperatuur voedingskaart
De temperatuursensor op de voedingskaart is te warm ofte koud.
Probleem verhelpen
Controleer of de omgevingstemperatuur binnende limieten valt.
Controleer op verstopte filters.
Controleer de werking van de ventilator.
Controleer de voedingskaart.
Alarm 70, Ongeldige FC-configuratie
De stuurkaart en de voedingskaart zijn incompatibel metelkaar. Neem contact op met uw leverancier. Vermeldhierbij de typecode van de eenheid die op het typeplaatjestaat en de onderdeelnummers van de kaarten om decompatibiliteit te controleren.
Alarm 80, Omvormer ingesteld op standaardwaarde
De parameterinstellingen worden ingesteld op destandaardwaarden na een handmatige reset. Reset deeenheid om het alarm op te heffen.
Alarm 92, Geen flow
Er is een situatie zonder flow gedetecteerd in het systeem.22-23 Functie geen flow is ingesteld op alarm. Spoor foutenin het systeem op en reset de frequentieomvormer nadatde fout is opgeheven.
Alarm 93, Droge pomp
Een situatie zonder flow in het systeem, waarbij defrequentieomvormer op hoge snelheid werkt, kan duidenop een droge pomp. 22-26 Drogepompfunctie is ingesteldop alarm. Spoor fouten in het systeem op en reset defrequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.
Alarm 94, Einde curve
De terugkoppeling is lager dan het setpoint. Dit kan wijzenop lekkage in het systeem. 22-50 Einde-curvefunctie isingesteld op alarm. Spoor fouten in het systeem op enreset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.
Alarm 95, Defecte band
Het koppel is lager dan de ingestelde waarde voor hetkoppel bij geen belasting, wat wijst op een defecte band.22-60 Functie Defecte band is ingesteld op alarm. Spoorfouten in het systeem op en reset de frequentieomvormernadat de fout is opgeheven.
Alarm 96, Start vertraagd
Het starten van de motor is vertraagd omdat debeveiliging tegen een korte cyclus actief is. 22-76 Startin-terval is ingeschakeld. Spoor fouten in het systeem op enreset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.
WAARSCHUWING 97, Stop vertraagd
Het stoppen van de motor is vertraagd omdat debeveiliging tegen een korte cyclus actief is. 22-76 Startin-terval is ingeschakeld. Spoor fouten in het systeem op enreset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.
WAARSCHUWING 98, Klokfout
De tijd is niet ingesteld of de realtimeklok werkt niet. Resetde klok via 0-70 Datum en tijd.
WAARSCHUWING 200, Brandmodus
Deze waarschuwing geeft aan dat de frequentieomvormerin de brandmodus werkt. De waarschuwing verdwijntwanneer de brandmodus wordt uitgeschakeld. Zie debrandmodusgegevens in de alarmlog.
WAARSCHUWING 201, Brandmodus was actief
Dit geeft aan dat de frequentieomvormer in debrandmodus staat. Schakel de spanning naar de eenheid afen weer in om de waarschuwing op te heffen. Zie debrandmodusgegevens in de alarmlog.
WAARSCHUWING 202, Limieten brandmodus
overschreden
Tijdens brandmodusbedrijf zijn een of meer alarmconditiesonderdrukt waarbij de eenheid onder normale omstan-digheden zou zijn uitgeschakeld. Wanneer de eenheidonder deze omstandigheden wordt gebruikt, vervalt degarantie. Schakel de spanning naar de eenheid af en weerin om de waarschuwing op te heffen. Zie de brandmodus-gegevens in de alarmlog.
WAARSCHUWING 203, Motor ontbreekt
Er is een onderbelastingsconditie gedetecteerd bij eenfrequentieomvormer die meerdere motoren bestuurt. Ditkan wijzen op een ontbrekende motor. Controleer hetsysteem op een juiste werking.
WAARSCHUWING 204, Rotor geblokk
Er is een overbelastingsconditie gedetecteerd bij eenfrequentieomvormer die meerdere motoren bestuurt. Ditkan wijzen op een geblokkeerde rotor. Controleer demotor op een juiste werking.
WAARSCHUWING 250, Nieuw reserveonderdeel
Er is een onderdeel in de frequentieomvormer vervangen.Reset de frequentieomvormer om terug te keren naarnormaal bedrijf.
WAARSCHUWING 251, Nieuwe typecode
De voedingskaart of andere componenten is/zijnvervangen en de typecode is gewijzigd. Reset de eenheidom de waarschuwing te verwijderen en normaal bedrijf tehervatten.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
44 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
77
7.4 Probleem verhelpen
Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing
Displaydonker/Geen
functie
Geen ingangsvermogenaanwezig
Zie Tabel 4.5 Controleer de bron voor het ingangs-vermogen.
Ontbrekende of openzekeringen of circuitbreakeruitgeschakeld
Zie open zekeringen en uitgeschakeldecircuitbreaker in deze tabel voor mogelijkeoorzaken
Volg de vermelde aanbevelingen op.
Geen spanning naar het LCP Controleer de LCP-kabel op een juisteaansluiting of beschadiging
Vervang het defecte LCP of de defecteaansluitkabel.
Kortsluiting stuurspanning(klem 12 of 50) of opstuurklemmen
Controleer de 24 V-voeding voor destuurspanning naar klem 12/13 tot 20-39 ofde 10 V-voeding voor klem 50 tot 55
Zorg voor een juiste bedrading van deklemmen.
Verkeerd LCP (LCP van VLT®2800 of 5000/6000/8000/FCD ofFCM)
Gebruik uitsluitend LCP 101 (onderdeelnr.130B1124) of LCP 102 (onderdeelnr.130B1107).
Verkeerde contrastinstelling Druk op [Status] + []/[] om het contrast
aan te passen.
Display (LCP) is defect Test met behulp van een ander LCP Vervang het defecte LCP of de defecteaansluitkabel.
Interne voedingsfout of SMPS isdefect
Neem contact op met de leverancier.
Intermitterenddisplay
Overbelaste voeding (SMPS)vanwege verkeerd aangeslotenstuurkabels of een fout in defrequentieomvormer
Om te controleren of het probleem wordtveroorzaakt door de stuurkabels moet udeze allemaal loskoppelen door deklemmenblokken te verwijderen.
Wanneer het display verlicht blijft, ligt hetprobleem bij de stuurkabels. Controleer debekabeling op kortsluiting of onjuisteaansluitingen. Wanneer het display nogsteeds uitschakelt, moet u de procedurevoor 'Display donker' uitvoeren.
Motor looptniet
Serviceschakelaar open ofontbrekende motoraansluiting
Controleer of de motor is aangesloten ende aansluiting niet wordt onderbroken(door een werkschakelaar of anderevoorziening).
Sluit de motor aan en controleer dewerkschakelaar.
Geen netvoeding met 24 V DC-optiekaart
Wanneer het display werkt maar geengegevens toont, moet u controleren of denetvoeding naar de frequentieomvormer isingeschakeld.
Schakel de spanning naar de eenheid inom deze te activeren.
Stop via LCP Controleer of [Off] werd ingedrukt Druk op [Auto On] of [Hand On](afhankelijk van de bedieningsmodus) omde motor te activeren.
Ontbrekend startsignaal (stand-by)
Controleer of 5-10 Klem 18 digitale ingangvoor klem 18 correct is ingesteld (gebruikstandaardinstelling)
Geef een geldig startsignaal om de motorte starten.
Motorvrijloopsignaal actief(motor loopt vrij)
Controleer of 5-12 Klem 27 digitale ingangcorrect is ingesteld op Vrijloop geïnv.(standaardinstelling).
Schakel 24 V op klem 27 of stel de klem inop Niet in bedrijf.
Verkeerde bron voor referentie-signaal
Controleer het referentiesignaal: Lokale,externe of busreferentie? Digitale referentieactief? Klemaansluiting correct? Schalingvan klemmen correct? Referentiesignaalbeschikbaar?
Programmeer de juiste instellingen.Controleer 3-13 Referentieplaats.Programmeer de actieve digitale referentiein parametergroep 3-1* Referenties.Controleer op juiste bedrading. Controleerde schaling van de klemmen. Controleerhet referentiesignaal.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 45
7 7
Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing
Motor draaitin verkeerderichting
Draaibegrenzing motor Controleer of 4-10 Draairichting motorcorrect is geprogrammeerd.
Programmeer de juiste instellingen.
Omkeersignaal actief Controleer of er een omkeercommandovoor de klem is geprogrammeerd viaparametergroep 5-1* Dig. ingangen.
Schakel het omkeersignaal uit.
Aansluiting motorfase verkeerd Zie 5.5 Draairichting van de motorcontroleren.
De motorbereikt demaximalesnelheid niet
Frequentielimieten verkeerdingesteld
Controleer de uitgangslimieten in4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM],4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] en4-19 Max. uitgangsfreq..
Programmeer de juiste limieten.
Referentiesignaal niet correctgeschaald
Controleer de schaling van het referentie-signaal in 6-0* Analoog In/Uit enparametergroep 3-1* Referenties. Controleerde referentielimieten in parametergroep3-0* Ref. begrenz.
Programmeer de juiste instellingen.
Motorsnelheidinstabiel
Parameterinstellingen mogelijkverkeerd
Controleer de instellingen van allemotorparameters, inclusief alle motorcom-pensatie-instellingen. Bij een regeling metterugkoppeling: controleer de PID-instel-lingen.
Controleer de instellingen in parame-tergroep 1-6* Anal. I/O-modus. Bij eenregeling met terugkoppeling: controleer deinstellingen in parametergroep 20-0*Terugkoppeling.
Motor draaitongelijkmatig
Mogelijke overmagnetisering Controleer de motorinstellingen in allemotorparameters
Controleer de motorinstellingen in parame-tergroep 1-2* Motordata, 1-3* Geav.Motordata en 1-5* Bel. onafh. inst.
Motor remtniet
Remparameters mogelijkverkeerd ingesteld. Uitloop-tijden mogelijk te kort.
Controleer de remparameters. Controleer deaan/uitlooptijdinstellingen.
Controleer parametergroep 2-0* DC-rem en3-0* Ref. begrenz.
Openvoedingszeke-ringen ofgeactiveerdecircuitbreaker
Fase naar fase kortgesloten De motor of het paneel heeft een kortge-sloten fase naar fase. Controleer de motoren het paneel op kortsluiting tussen tweefasen.
Hef eventuele kortsluitingen op
Overbelasting motor De motor is overbelast voor de toepassing Voer een opstarttest uit en controleer ofde motorstroom voldoet aan de specifi-caties. Als de motorstroom hoger is dan deaangegeven vollaststroom op het motorty-peplaatje moet de belasting op de motorworden verlaagd. Raadpleeg de specifi-caties voor de toepassing.
Losse aansluitingen Voer een prestartcontrole uit om losseaansluitingen op te sporen
Zet losse aansluitingen vast.
Onbalans vande netstroomgroter dan 3%
Netvoedingsprobleem (ziebeschrijving bij Alarm 4,Faseverlies netvoeding)
Schuif de ingaande voedingskabels naar defrequentieomvormer 1 positie op: A naar B,B naar C, C naar A.
Als de niet-gebalanceerde zijde met dekabel meeschuift, is er sprake van eenvoedingsprobleem. Controleer denetvoeding.
Probleem met de frequentie-omvormer
Schuif de ingaande voedingskabels naar defrequentieomvormer 1 positie op: A naar B,B naar C, C naar A.
Als de niet-gebalanceerde zijde zich nogsteeds op dezelfde ingangsklem bevindt, iser een probleem met de eenheid. Neemcontact op met de leverancier.
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
46 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
77
Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing
Onbalans vandemotorstroomgroter dan 3%
Probleem met de motor of demotorkabels
Schuif de uitgaande motorkabels 1 positieop: U naar V, V naar W, W naar U.
Als de niet-gebalanceerde zijde de kabelvolgt, is er een probleem met de motor ofde motorkabels Controleer de motor en demotorkabels.
Probleem met de frequentie-omvormers
Schuif de uitgaande motorkabels 1 positieop: U naar V, V naar W, W naar U.
Als de niet-gebalanceerde zijde zich nogsteeds op dezelfde uitgangsklem bevindt,is er een probleem met de eenheid. Neemcontact op met de leverancier.
Acceleratie-problemenfrequentieom-vormer
De motorgegevens zijn nietcorrect ingevoerd.
Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen enalarmen wanneer er waarschuwingen ofalarmen worden gegenereerd.Controleer of de motorgegevens correctzijn ingevoerd.
Verhoog de aanlooptijd in 3-41 Ramp 1aanlooptijd. Verhoog de stroomgrens in4-18 Stroombegr.. Verhoog de koppelbe-grenzing in 4-16 Koppelbegrenzingmotormodus.
Deceleratie-problemenfrequentieom-vormer
De motorgegevens zijn nietcorrect ingevoerd.
Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen enalarmen wanneer er waarschuwingen ofalarmen worden gegenereerd.Controleer of de motorgegevens correctzijn ingevoerd.
Verhoog de uitlooptijd in 3-42 Ramp 1uitlooptijd. Schakel de overspanningsre-geling in 2-17 Overspanningsreg. in.
Akoestischgeluid oftrillingen (bijv.een ventila-torblad datgeluid maaktof trillingenbij bepaaldefrequenties)
Resonantie, bijv. in het motor-/ventilatorsysteem
Bypass kritische frequenties met behulp vande parameters in parametergroep 4-6*Snelh.-bypass
Controleer of de ruis en/of trillingen zijnverlaagd tot een acceptabel niveau.
Schakel overmodulatie uit in 14-03 Overmo-dulatie
Wijzig schakelpatroon en -frequentie inparametergroep 14-0* Inverterschakeling
Verhoog de resonantiedemping in1-64 Resonantiedemping
Tabel 7.7 Probleem verhelpen
Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 47
7 7
8 Specificaties
8.1 Elektrische gegevens
8.1.1 Netvoeding 3 x 200-240 V AC
Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P3K7
Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 3,7
Typisch asvermogen [pk] bij 208 V 1,5 2,0 2,9 4,0 4,9
IP 20/Chassis6) A2 A2 A2 A3 A3
IP 55/Type 12 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5
IP 66/NEMA 4X A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5
Uitgangsstroom
Continu (3 x 200-240 V) [A] 6,6 7,5 10,6 12,5 16,7
Intermitterend (3 x 200-240 V) [A] 7,3 8,3 11,7 13,8 18,4
Continu kVA (208 V AC) [kVA] 2,38 2,70 3,82 4,50 6,00
Max. ingangsstroom
Continu (3 x 200-240 V) [A] 5,9 6,8 9,5 11,3 15,0
Intermitterend (3 x 200-240 V) [A] 6,5 7,5 10,5 12,4 16,5
Aanvullende specificaties
Geschat vermogensverlies bij nominale max. belasting [W]4) 63 82 116 155 185
IP 20, IP 21 max. kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]
4, 4, 4 (12, 12, 12)(min. 0,2 (24))
IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]
4, 4, 4 (12, 12, 12)
Max. kabeldoorsnede met hoofdschakelaar 6, 4, 4 (10, 12, 12)
Rendement3) 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96
Tabel 8.1 Netvoeding 3 x 200-240 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P3K7
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
48 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
Ty
pe
aa
nd
uid
ing
P5
K5
P7
K5
P1
1K
P1
5K
P1
8K
P2
2K
P3
0K
P3
7K
P4
5K
Typi
sch
asv
erm
ogen
[kW
]5,
57,
511
1518
,522
3037
45
Typi
sch
asv
erm
ogen
[pk]
bij
208
V7,
510
1520
2530
4050
60
IP 2
0/Ch
assi
s7)B3
B3B3
B4B4
C3C3
C4C4
IP 2
1/N
EMA
1B1
B1B1
B2C1
C1C1
C2C2
IP 5
5/Ty
pe 1
2B1
B1B1
B2C1
C1C1
C2C2
IP 6
6/N
EMA
4X
B1B1
B1B2
C1C1
C1C2
C2
Uit
ga
ng
sstr
oo
m
Cont
inu
(3 x
200
-240
V)
[A]
24,2
30,8
46,2
59,4
74,8
88,0
115
143
170
Inte
rmitt
eren
d (3
x 2
00-2
40 V
) [A
]26
,633
,950
,865
,382
,396
,812
715
718
7
Cont
inu
kVA
(208
V A
C) [k
VA]
8,7
11,1
16,6
21,4
26,9
31,7
41,4
51,5
61,2
Ma
x.
ing
an
gss
tro
om
Cont
inu
(3 x
200
-240
V)
[A]
22,0
28,0
42,0
54,0
68,0
80,0
104,
013
0,0
154,
0
Inte
rmitt
eren
d (3
x 2
00-2
40 V
) [A
]24
,230
,846
,259
,474
,888
,011
4,0
143,
016
9,0
Aa
nv
ull
en
de
sp
eci
fica
tie
s
Ges
chat
ver
mog
ensv
erlie
s bi
j nom
inal
e m
ax.
bela
stin
g [W
]4)26
931
044
760
273
784
511
4013
5316
36
IP 2
0 m
ax. k
abel
door
sned
e (n
et, m
otor
, rem
en lo
adsh
arin
g)10
, 10
(8, 8
, -)
35,-,
-(2,-,
-)35
(2)
50 (1
)15
0 (3
00 M
CM)
IP 2
1, IP
55,
IP 6
6 m
ax. k
abel
door
sned
e (n
et,
mot
or)
[mm
2/(A
WG
)]10
, 10
(8, 8
, -)
35, 2
5, 2
5 (2
, 4,
4)50
(1)
150
(300
MCM
)
IP 2
1, IP
55,
IP 6
6 m
ax. k
abel
door
sned
e (r
em,
load
shar
ing)
[mm
2/(A
WG
)]16
, 10,
16
(6, 8
, 6)
35,-,
-(2,-,
-)50
(1)
95 (3
/0)
Rend
emen
t3)0,
960,
960,
960,
960,
960,
970,
970,
970,
97
Ta
be
l 8
.2 N
etv
oe
din
g 3
x 2
00
-24
0 V
AC
– n
orm
ale
ov
erb
ela
stin
g 1
10
% g
ed
ure
nd
e 1
min
uu
t, P
5K
5-P
45
K
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 49
8 8
8.1.2 Netvoeding 3 x 380-480 V AC
Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P4K0 P5K5 P7K5
Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 4,0 5,5 7,5
Typisch asvermogen [pk] bij 460 V 1,5 2,0 2,9 4,0 5,0 7,5 10
IP 20/Chassis6) A2 A2 A2 A2 A2 A3 A3
IP 55/Type 12 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5
IP 66/NEMA 4X A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5
Uitgangsstroom
Continu (3 x 380-440 V) [A] 3 4,1 5,6 7,2 10 13 16
Intermitterend (3 x 380-440 V) [A] 3,3 4,5 6,2 7,9 11 14,3 17,6
Continu (3 x 441-480 V) [A] 2,7 3,4 4,8 6,3 8,2 11 14,5
Intermitterend (3 x 441-480 V) [A] 3,0 3,7 5,3 6,9 9,0 12,1 15,4
Continu kVA (400 V AC) [kVA] 2,1 2,8 3,9 5,0 6,9 9,0 11,0
Continu kVA (460 V AC) [kVA] 2,4 2,7 3,8 5,0 6,5 8,8 11,6
Max. ingangsstroom
Continu (3 x 380-440 V) [A] 2,7 3,7 5,0 6,5 9,0 11,7 14,4
Intermitterend (3 x 380-440 V) [A] 3,0 4,1 5,5 7,2 9,9 12,9 15,8
Continu (3 x 441-480 V) [A] 2,7 3,1 4,3 5,7 7,4 9,9 13,0
Intermitterend (3 x 441-480 V) [A] 3,0 3,4 4,7 6,3 8,1 10,9 14,3
Aanvullende specificaties
Geschat vermogensverlies
bij nominale max. belasting [W]4)58 62 88 116 124 187 255
IP 20, IP 21 max. kabeldoorsnede(net, motor, rem en loadsharing)
[mm2/(AWG)]2)
4, 4, 4 (12, 12, 12)(min. 0,2 (24))
IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede(net, motor, rem en loadsharing)
[mm2/(AWG)]2)
4, 4, 4 (12, 12, 12)
Max. kabeldoorsnede met hoofdscha-kelaar
6, 4, 4 (10, 12, 12)
Rendement3) 0,96 0,97 0,97 0,97 0,97 0,97 0,97
Tabel 8.3 Netvoeding 3 x 380-480 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P7K5
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
50 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
Ty
pe
aa
nd
uid
ing
P1
1K
P1
5K
P1
8K
P2
2K
P3
0K
P3
7K
P4
5K
P5
5K
P7
5K
P9
0K
Typi
sch
asv
erm
ogen
[kW
]11
1518
,522
3037
4555
7590
Typi
sch
asv
erm
ogen
[pk]
bij
460
V15
2025
3040
5060
7510
012
5
IP 2
0/Ch
assi
s7)B3
B3B3
B4B4
B4C3
C3C4
C4
IP 2
1/N
EMA
1B1
B1B1
B2B2
C1C1
C1C2
C2
IP 5
5/Ty
pe 1
2B1
B1B1
B2B2
C1C1
C1C2
C2
IP 6
6/N
EMA
4X
B1B1
B1B2
B2C1
C1C1
C2C2
Uit
ga
ng
sstr
oo
m
Cont
inu
(3 x
380
-439
V)
[A]
2432
37,5
4461
7390
106
147
177
Inte
rmitt
eren
d (3
x 3
80-4
39 V
) [A
]26
,435
,241
,348
,467
,180
,399
117
162
195
Cont
inu
(3 x
440
-480
V)
[A]
2127
3440
5265
8010
513
016
0
Inte
rmitt
eren
d (3
x 4
40-4
80 V
) [A
]23
,129
,737
,444
61,6
71,5
8811
614
317
6
Cont
inu
kVA
(400
V A
C) [k
VA]
16,6
22,2
2630
,542
,350
,662
,473
,410
212
3
Cont
inu
kVA
(460
V A
C) [k
VA]
16,7
21,5
27,1
31,9
41,4
51,8
63,7
83,7
104
128
Ma
x.
ing
an
gss
tro
om
Cont
inu
(3 x
380
-439
V)
[A]
2229
3440
5566
8296
133
161
Inte
rmitt
eren
d (3
x 3
80-4
39 V
) [A
]24
,231
,937
,444
60,5
72,6
90,2
106
146
177
Cont
inu
(3 x
440
-480
V)
[A]
1925
3136
4759
7395
118
145
Inte
rmitt
eren
d (3
x 4
40-4
80 V
) [A
]20
,927
,534
,139
,651
,764
,980
,310
513
016
0
Aa
nv
ull
en
de
sp
eci
fica
tie
s
Ges
chat
ver
mog
ensv
erlie
s
bij n
omin
ale
max
. bel
astin
g [W
]4)27
839
246
552
569
873
984
310
8313
8414
74
IP 2
0 m
ax. k
abel
door
sned
e (n
et, m
otor
,re
m e
n lo
adsh
arin
g)16
, 10,
- (8
, 8, -
)35
, -, -
(2, -
, -)
35 (2
)50
(1)
150
(300
MCM
)
IP 2
1, IP
55,
IP 6
6 m
ax. k
abel
door
sned
e(n
et, m
otor
) [m
m2/
(AW
G)]
10, 1
0, 1
6 (6
, 8, 6
)35
, 25,
25
(2, 4
, 4)
50 (1
)
150
(300
MCM
)
IP 2
1, IP
55,
IP 6
6 m
ax. k
abel
door
sned
e(r
em, l
oads
harin
g) [m
m2/
(AW
G)]
10, 1
0, -
(8, 8
, -)
35, -
, - (2
, -, -
)50
(1)
95
(3/0
)
Incl
usie
f ne
tsch
akel
aar:
16/6
35/2
35/2
70/3
/018
5/kc
mil3
50
Rend
emen
t3)0,
980,
980,
980,
980,
980,
980,
980,
980,
980,
99
Ta
be
l 8
.4 N
etv
oe
din
g 3
x 3
80
-48
0 V
AC
– n
orm
ale
ov
erb
ela
stin
g 1
10
% g
ed
ure
nd
e 1
min
uu
t, P
11
K-P
90
K
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 51
8 8
8.1.3 Netvoeding 3 x 525-600 V AC
Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P3K7 P4K0 P5K5 P7K5
Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 3,7 4,0 5,5 7,5
IP 20/Chassis A3 A3 A3 A3 A2 A3 A3 A3
IP 21/NEMA 1 A3 A3 A3 A3 A2 A3 A3 A3
IP 55/Type 12 A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5
IP 66/NEMA 4X A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5
Uitgangsstroom
Continu (3 x 525-550 V) [A] 2,6 2,9 4,1 5,2 - 6,4 9,5 11,5
Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 2,9 3,2 4,5 5,7 - 7,0 10,5 12,7
Continu (3 x 525-600 V) [A] 2,4 2,7 3,9 4,9 - 6,1 9,0 11,0
Intermitterend (3 x 525-600 V) [A] 2,6 3,0 4,3 5,4 - 6,7 9,9 12,1
Continu kVA (525 V AC) [kVA] 2,5 2,8 3,9 5,0 - 6,1 9,0 11,0
Continu kVA (575 V AC) [kVA] 2,4 2,7 3,9 4,9 - 6,1 9,0 11,0
Max. ingangsstroom
Continu (3 x 525-600 V) [A] 2,4 2,7 4,1 5,2 - 5,8 8,6 10,4
Intermitterend (3 x 525-600 V) [A] 2,7 3,0 4,5 5,7 - 6,4 9,5 11,5
Aanvullende specificaties
Geschat vermogensverlies
bij nominale max. belasting [W]4)50 65 92 122 - 145 195 261
IP 20 max. kabeldoorsnede5) (net,motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]
4, 4, 4 (12, 12, 12)(min. 0,2 (24))
IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede5)
(net, motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]
4, 4, 4 (12, 12, 12)(min. 0,2 (24))
Max. kabeldoorsnede methoofdschakelaar
6, 4, 4 (12, 12, 12)
Inclusief netschakelaar: 4/12
Rendement3) 0,97 0,97 0,97 0,97 - 0,97 0,97 0,97
Tabel 8.5 Netvoeding 3 x 525-600 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P7K5
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
52 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
Ty
pe
aa
nd
uid
ing
P1
1K
1P
15
KP
18
KP
22
KP
30
KP
37
KP
45
KP
55
KP
75
KP
90
K
Typi
sch
asv
erm
ogen
[kW
]11
1518
,522
3037
4555
7590
IP 2
0/Ch
assi
sB3
B3B3
B4B4
B4C3
C3C4
C4
IP 2
1/N
EMA
1B1
B1B1
B2B2
C1C1
C1C2
C2
IP 5
5/Ty
pe 1
2B1
B1B1
B2B2
C1C1
C1C2
C2
IP 6
6/N
EMA
4X
B1B1
B1B2
B2C1
C1C1
C2C2
Uit
ga
ng
sstr
oo
m
Cont
inu
(3 x
525
-550
V)
[A]
1923
2836
4354
6587
105
137
Inte
rmitt
eren
d (3
x 5
25-5
50 V
) [A
]21
2531
4047
5972
9611
615
1
Cont
inu
(3 x
525
-600
V)
[A]
1822
2734
4152
6283
100
131
Inte
rmitt
eren
d (3
x 5
25-6
00 V
) [A
]20
2430
3745
5768
9111
014
4
Cont
inu
kVA
(525
V A
C) [k
VA]
18,1
21,9
26,7
34,3
4151
,461
,982
,910
013
0,5
Cont
inu
kVA
(575
V A
C) [k
VA]
17,9
21,9
26,9
33,9
40,8
51,8
61,7
82,7
99,6
130,
5
Ma
x.
ing
an
gss
tro
om
Cont
inu
(3 x
525
-600
V)
[A]
17,2
20,9
25,4
32,7
3949
5978
,995
,312
4,3
Inte
rmitt
eren
d (3
x 5
25-6
00 V
) [A
]19
2328
3643
5465
8710
513
7
Aa
nv
ull
en
de
sp
eci
fica
tie
s
Ges
chat
ver
mog
ensv
erlie
s
bij n
omin
ale
max
. bel
astin
g [W
]4)30
040
047
552
570
075
085
011
0014
0015
00
IP 2
1, IP
55,
IP 6
6 m
ax.
kabe
ldoo
rsne
de (n
et, r
em e
nlo
adsh
arin
g) [m
m2/
(AW
G)]
16, 1
0, 1
0 (6
, 8, 8
)35
,-,-(2
,-,-)
50,-,
- (1
,-,-)
95 (4
/0)
IP 2
1, IP
55,
IP 6
6 m
ax.
kabe
ldoo
rsne
de (m
otor
) [m
m2/
(AW
G)]
10, 1
0, -
(8, 8
, -)
35, 2
5, 2
5 (2
, 4, 4
)50
,-,-
(1,-,
-)15
0 (3
00 M
CM)
IP 2
0 m
ax. k
abel
door
sned
e (n
et,
mot
or, r
em e
n lo
adsh
arin
g) [m
m2/
(AW
G)]
10, 1
0, -
(8, 8
, -)
35, -
, - (2
, -, -
)50
,-,-
(1,-,
-)15
0 (3
00 M
CM)
Max
. kab
eldo
orsn
ede
met
hoof
dsch
akel
aar
16, 1
0, 1
0 (6
, 8, 8
)50
, 35,
35
(1, 2
, 2)
95, 7
0, 7
0(3
/0, 2
/0, 2
/0)
185,
150
, 120
(350
MCM
, 300
MCM
, 4/0
)
Incl
usie
f ne
tsch
akel
aar:
16/6
35/2
70/3
/018
5/kc
mil3
50
Rend
emen
t3)0,
980,
980,
980,
980,
980,
980,
980,
980,
980,
98
Ta
be
l 8
.6 N
etv
oe
din
g 3
x 5
25
-60
0 V
AC
– n
orm
ale
ov
erb
ela
stin
g 1
10
% g
ed
ure
nd
e 1
min
uu
t, P
11
K-P
90
K
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 53
8 8
8.1.4 Netvoeding 3 x 525-690 V AC
Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P4K0 P5K5 P7K5
Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 4,0 5,5 7,5
Behuizing IP 20 A3 A3 A3 A3 A3 A3 A3
Uitgangsstroom
Continu (3 x 525-550 V) [A] 2,1 2,7 3,9 4,9 6,1 9,0 11
Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 3,4 4,3 6,2 7,8 9,8 14,4 17,6
Continu kVA (3 x 551-690 V) [A] 1,6 2,2 3,2 4,5 5,5 7,5 10
Intermitterend kVA (3 x 551-690 V) [A] 2,6 3,5 5,1 7,2 8,8 12 16
Continu kVA (525 V AC) 1,9 2,5 3,5 4,5 5,5 8,2 10
Continu kVA (690 V AC) 1,9 2,6 3,8 5,4 6,6 9,0 12
Max. ingangsstroom
Continu (3 x 525-550 V) [A] 1,9 2,4 3,5 4,4 5,5 8,0 10
Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 3,0 3,9 5,6 7,1 8,8 13 16
Continu kVA (3 x 551-690 V) [A] 1,4 2,0 2,9 4,0 4,9 6,7 9,0
Intermitterend kVA (3 x 551-690 V) [A] 2,3 3,2 4,6 6,5 7,9 10,8 14,4
Aanvullende specificaties
Geschat vermogensverlies bij nominale max.
belasting [W]4)44 60 88 120 160 220 300
Max. kabeldoorsnede5) (net, motor, rem enloadsharing) [mm2]/(AWG)
6, 4, 4 (10, 12, 12)(min. 0,2 (24))
Max. kabeldoorsnede met hoofdschakelaar 6, 4, 4 (10, 12, 12)
Rendement3) 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96
Tabel 8.7 Netvoeding 3 x 525-690 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P7K5
Typeaanduiding P11K P15K P18K P22K P30K
Hoge/normale belasting NO NO NO NO NO
Typisch asvermogen bij 550 V [kW] 7,5 11 15 18,5 22
Typisch asvermogen bij 690 V [kW] 11 15 18,5 22 30
IP 20/Chassis B4 B4 B4 B4 B4
IP 21/NEMA 1 B2 B2 B2 B2 B2
IP 55/NEMA 12 B2 B2 B2 B2 B2
Uitgangsstroom
Continu (3 x 525-550 V) [A] 14 19 23 28 36
Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 525-550 V) [A] 22,4 20,9 25,3 30,8 39,6
Continu (3 x 551-690 V) [A] 13 18 22 27 34
Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 551-690 V) [A] 20,8 19,8 24,2 29,7 37,4
Continu kVA (550 V AC) [kVA] 13,3 18,1 21,9 26,7 34,3
Continu kVA (690 V AC) [kVA] 15,5 21,5 26,3 32,3 40,6
Max. ingangsstroom
Continu (bij 550 V) [A] 15 19,5 24 29 36
Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] 23,2 21,5 26,4 31,9 39,6
Continu (bij 690 V) [A] 14,5 19,5 24 29 36
Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 690 V) [A] 23,2 21,5 26,4 31,9 39,6
Max. voorzekeringen1) [A] 63 63 63 80 100
Aanvullende specificaties
Geschat vermogensverlies bij nominale max. belasting [W]4) 150 220 300 370 440
Max. kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing)
[mm2]/(AWG)2)35, 25, 25 (2, 4, 4)
Max. kabelgrootte met netschakelaar [mm2]/(AWG)2) 16, 10, 10 (6, 8, 8)
Rendement3) 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98
Tabel 8.8 Netvoeding 3 x 525-690 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P11K-P30K
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
54 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
Typeaanduiding P37K P45K P55K P75K P90K
Hoge/normale belasting NO NO NO NO NO
Typisch asvermogen bij 550 V [kW] 30 37 45 55 75
Typisch asvermogen bij 690 V [kW] 37 45 55 75 90
IP 20/Chassis B4 C3 C3 D3h D3h
IP 21/NEMA 1 C2 C2 C2 C2 C2
IP 55/NEMA 12 C2 C2 C2 C2 C2
Uitgangsstroom
Continu (3 x 525-550 V) [A] 43 54 65 87 105
Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 525-550 V) [A] 47,3 59,4 71,5 95,7 115,5
Continu (3 x 551-690 V) [A] 41 52 62 83 100
Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 551-690 V) [A] 45,1 57,2 68,2 91,3 110
Continu kVA (550 V AC) [kVA] 41 51,4 61,9 82,9 100
Continu kVA (690 V AC) [kVA] 49 62,1 74,1 99,2 119,5
Max. ingangsstroom
Continu (bij 550 V) [A] 49 59 71 87 99
Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] 53,9 64,9 78,1 95,7 108,9
Continu (bij 690 V) [A] 48 58 70 86 94,3
Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 690 V) [A] 52,8 63,8 77 94,6 112,7
Max. voorzekeringen1) [A] 125 160 160 160 -
Aanvullende specificaties
Geschat vermogensverlies bij nominale max. belasting [W]4) 740 900 1100 1500 1800
Max. kabeldoorsnede (net en motor) [mm2]/(AWG)2) 150 (300 MCM)
Max. kabeldoorsnede (loadsharing en rem) [mm2]/(AWG)2) 95 (3/0)
Max. kabelgrootte met netschakelaar [mm2]/(AWG)2) 95, 70, 70(3/0, 2/0, 2/0)
185, 150, 120(350 MCM, 300 MCM, 4/0)
Rendement3) 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98
Tabel 8.9 Netvoeding 3 x 525-690 V – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P37K-P90K
1) Zie 8.8 Zekeringspecificaties voor het type zekering.2) American Wire Gauge.3) Gemeten met afgeschermde motorkabels van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie.4) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale belastingscondities en ligt normaal tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variatie inspanning en kabelcondities).De waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement. Motoren met lager rendement zullen ook bijdragen aan het vermogensverlies in defrequentieomvormer en omgekeerd.Als de schakelfrequentie wordt verhoogd vanaf nominaal kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen.Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Extra opties en klantbelasting kunnen een verderebijdrage van 30 W aan de verliezen leveren. (Typisch geldt echter slechts 4 W extra voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de optiesvoor sleuf A of B).
Hoewel de metingen zijn uitgevoerd met moderne apparatuur moet rekening worden gehouden met enige onnauwkeurigheid in de meting (±5%).5) De drie waarden voor de maximale kabeldoorsnede gelden respectievelijk voor eenaderige kabel, buigzame kabel en buigzame kabel metkabelmof. Motor- en netkabel: 300 MCM/150 mm2.6) A2+A3 kunnen met behulp van een conversieset worden geconverteerd naar IP 21. Zie ook Mechanische installatie en IP 21/Type 1-behuizingsset in de Design Guide.7) B3+B4 en C3+C4 kunnen met behulp van een conversieset worden geconverteerd naar IP 21. Zie ook Mechanische installatie en IP 21/Type 1-behuizingsset in de Design Guide.
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 55
8 8
8.2 Netvoeding
NetvoedingVoedingsklemmen L1, L2, L3Netspanning 200-240 V ± 10%Netspanning 380-480 V/525-600 V ± 10%Netspanning 525-690 V ± 10%
Netspanning laag/netstoring:Bij een lage netspanning of uitval van de netvoeding blijft de frequentieomvormer in bedrijf totdat de tussenkringspanning daalttot onder het minimale stopniveau. Dit ligt gewoonlijk 15% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieom-vormer. Bij een netspanning van meer dan 10% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieomvormer zijninschakeling en een volledig koppel waarschijnlijk niet mogelijk.
Netfrequentie 50/60 Hz ± 5%Max. tijdelijke onbalans tussen netfasen 3,0% van de nominale netspanningWerkelijke arbeidsfactor (λ) ≥ 0,9 nominaal bij nominale belastingVerschuivingsfactor (cos ϕ) dicht bij één (> 0,98)Schakelen aan de netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) ≤ 7,5 kW maximaal 2 keer/minSchakelen aan netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) 11-90 kW maximaal 1 keer/minOmgeving volgens EN 60664-1 overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2
De eenheid is geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100.000 Arms symmetrisch en 240/500/600/690 V kan leveren.
8.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens
Uitgangsvermogen van de motor (U, V, W)Uitgangsspanning 0-100% van de netspanningUitgangsfrequentie (1,1-90 kW) 0-5901) HzSchakelen aan de uitgang OnbeperktAan- en uitlooptijden 1-3600 s
1) Vanaf softwareversie 3.92 is de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer begrensd op 590 Hz. Neem contact op met uwlokale Danfoss-partner voor meer informatie.
KoppelkarakteristiekStartkoppel (constant koppel) maximaal 110% gedurende 60 s1)
Startkoppel maximaal 135% gedurende max. 0,5 s1)
Overbelastingskoppel (constant koppel) maximaal 110% gedurende 60 s1)
Startkoppel (variabel koppel) maximaal 110% gedurende 60 s1)
Overbelastingskoppel (variabel koppel) maximaal 110% gedurende 60 sStijgtijd van het koppel in VVC+ (onafhankelijk van fsw) 10 ms
1) Het percentage heeft betrekking op het nominale koppel.2) De responstijd van het koppel is afhankelijk van de toepassing en de belasting, maar gewoonlijk is de koppelstap van 0 naarde referentiewaarde 4-5 keer de koppelstijgtijd.
Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
56 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
8.4 Omgevingscondities
OmgevingIP-klasse IP 00/Chassis, IP 201)/Chassis, IP 212)/Type 1, IP 54/Type 12, IP 55/Type 12, IP 66/Type 4XTriltest 1,0 gMax. relatieve vochtigheid 5-93% (IEC 721-3-3; klasse 3K3 (niet-condenserend) tijdens bedrijf)Agressieve omgeving (IEC 60068-2-43) H2S-test klasse KdOmgevingstemperatuur3) Max. 50 °C (gemiddelde over 24 uur max. 45 °C)Minimale omgevingstemperatuur bij volledig bedrijf 0 °CMinimale omgevingstemperatuur bij gereduceerd bedrijf - 10 °CTemperatuur tijdens opslag/transport -25 tot +65/70 °CMaximumhoogte boven zeeniveau zonder reductie 1000 m
Reductie wegens grote hoogte; zie Speciale omstandigheden in de Design Guide.
EMC-normen, emissie EN 61800-3, EN 61000-6-3/4, EN 55011
EMC-normen, immuniteitEN 61800-3, EN 61000-6-1/2,
EN 61000-4-2, EN 61000-4-3, EN 61000-4-4, EN 61000-4-5, EN 61000-4-6
Zie Speciale omstandigheden in de Design Guide1) Alleen voor ≤ 3,7 kW (200-240 V), ≤ 7,5 kW (400-480 V)2) Als behuizingsset voor ≤ 3,7 kW (200-240 V), ≤ 7,5 kW (400-480 V)3) Reductie wegens hoge omgevingstemperatuur; zie Speciale omstandigheden in de Design Guide
8.5 Kabelspecificaties
Kabellengte en -dwarsdoorsnede van stuurkabels1)
Max. lengte motorkabel, afgeschermd 150 mMax. lengte motorkabel, niet-afgeschermd 300 mMaximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame/stijve kabel zonder kabelmoffen 1,5 mm2/16 AWGMaximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame kabel met kabelmoffen 1 mm2/18 AWGMaximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame kabel met kabelmoffen en kraag 0,5 mm2/20 AWGMinimale kabeldoorsnede naar stuurklemmen 0,25 mm2/24 AWG
1)Zie de tabellen met elektrische gegevens in 8.1 Elektrische gegevens voor informatie over voedingskabels.
8.6 Stuuringang/uitgang en stuurgegevens
Digitale ingangenProgrammeerbare digitale ingangen 4 (6)1)
Klemnummer 18, 19, 271), 291), 32, 33,Logica PNP of NPNSpanningsniveau 0-24 V DCSpanningsniveau, logische '0' PNP < 5 V DCSpanningsniveau, logische '1' PNP > 10 V DCSpanningsniveau, logische '0' NPN2) >19 V DCSpanningsniveau, logische '1' NPN2) <14 V DCMaximale spanning op ingang 28 V DCPulsfrequentiebereik 0-110 kHzMin. pulsbreedte (werkcyclus) 4,5 msIngangsweerstand, Ri ongeveer 4 kΩ
Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 57
8 8
Veilige uitschakeling van het koppel, klem 373,4) (klem 37 is vaste PNP-logica)Spanningsniveau 0-24 V DCSpanningsniveau, logische '0' PNP < 4 V DCSpanningsniveau, logische '1' PNP > 20 V DCMaximale spanning op ingang 28 V DCTypische ingangsstroom bij 24 V 50 mA rmsTypische ingangsstroom bij 20 V 60 mA rmsIngangscapaciteit 400 nF
Alle digitale ingangen zijn galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.1) Klem 27 en 29 kunnen ook worden geprogrammeerd als uitgang.2) Met uitzondering van ingangsklem 37 voor veilige uitschakeling van het koppel.3) Zie voor meer informatie over klem 37 en veilige uitschakeling van het koppel.4) Wanneer een contactor met daarin een DC-spoel wordt gebruikt in combinatie met veilige uitschakeling van het koppel, is hetbelangrijk om te voorzien in een retourpad voor de stroom vanaf de spoel bij het uitschakelen. Dit kan worden gedaan doorgebruik te maken van een vrijloopdiode (of eventueel een 30 of 50 V MOV voor een snellere responstijd) over de spoel. Er zijncontactors te koop met een dergelijke diode.
Analoge ingangenAantal analoge ingangen 2Klemnummer 53, 54Modi Spanning of stroomModusselectie Schakelaar S201 en schakelaar S202Spanning Schakelaar S201/schakelaar S202 = OFF (U)Spanningsniveau -10 tot +10 V (schaalbaar)Ingangsweerstand, Ri ongeveer 10 kΩMax. spanning ± 20 VStroommodus Schakelaar S201/schakelaar S202 = ON (I)Stroomniveau 0/4-20 mA (schaalbaar)Ingangsweerstand, Ri ongeveer 200 ΩMax. stroom 30 mAResolutie voor analoge ingangen 10 bit (+ teken)Nauwkeurigheid van analoge ingangen Max. fout 0,5% van volledige schaalBandbreedte 20 Hz/100 Hz
De analoge ingangen zijn galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.
Afbeelding 8.1 Galvanische scheiding (PELV)
Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
58 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
PulsProgrammeerbare puls 2/1Klemnummer puls 291), 332) / 333)
Max. frequentie op klem 29, 33 110 kHz (push-pull)Max. frequentie op klem 29, 33 5 kHz (open collector)Min. frequentie op klem 29, 33 4 HzSpanningsniveau zie 8.6.1 Digitale ingangenMaximale spanning op ingang 28 V DCIngangsweerstand, Ri ongeveer 4 kΩNauwkeurigheid van pulsingang (0,1-1 kHz) Max. fout: 0,1% van volledige schaalNauwkeurigheid van encoderingang (1-11 kHz) Max. fout: 0,05% van volledige schaal
De puls- en encoderingangen (klem 29, 32, 33) zijn galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen methoge spanning.1) Alleen FC 3022) De pulsingangen zijn 29 en 33
Analoge uitgangAantal programmeerbare analoge uitgangen 1Klemnummer 42Stroombereik bij analoge uitgang 0/4-20 mAMax. belasting GND – analoge uitgang 500 ΩNauwkeurigheid bij analoge uitgang Max. fout: 0,5% van volledige schaalResolutie op analoge uitgang 12 bit
De analoge ingang is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere hoogspanningsklemmen.
Stuurkaart, RS-485 seriële communicatieKlemnummer 68 (P,TX+, RX+), 69 (N,TX-, RX-)Klemnummer 61 Gemeenschappelijk voor klem 68 en 69
Het RS-485 seriële-communicatiecircuit is functioneel gescheiden van andere centrale circuits en galvanisch gescheiden van denetspanning (PELV).
Digitale uitgangProgrammeerbare digitale/pulsuitgangen 2Klemnummer 27, 291)
Spanningsniveau bij digitale/frequentie-uitgang 0-24 VMax. uitgangsstroom (sink of source) 40 mAMax. belasting bij frequentie-uitgang 1 kΩMax. capacitieve belasting bij frequentie-uitgang 10 nFMin. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 0 HzMax. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 32 kHzNauwkeurigheid van frequentie-uitgang Max. fout: 0,1% van volledige schaalResolutie van frequentie-uitgangen 12 bit
1) Klem 27 en 29 kunnen ook worden geprogrammeerd als ingang.
De digitale uitgang is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.
Stuurkaart, 24 V DC-uitgangKlemnummer 12, 13Uitgangsspanning 24 V +1, -3 VMax. belasting 200 mA
De 24 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV), maar heeft dezelfde potentiaal als de analoge endigitale in- en uitgangen.
Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 59
8 8
RelaisuitgangenProgrammeerbare relaisuitgangen 2Relais 01 klemnummer 1-3 (verbreek), 1-2 (maak)Max. klembelasting (AC-1)1) op 1-3 (NC), 1-2 (NO) (resistieve belasting) 240 V AC, 2 AMax. klembelasting (AC-15)1) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 240 V AC, 0,2 AMax. klembelasting (DC-1)1) op 1-2 (NO), 1-3 (NC) (resistieve belasting) 60 V DC, 1 AMax. klembelasting (DC-13)1) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 ARelais 02 (alleen FC 302) Klemnummer 4-6 (verbreek), 4-5 (maak)Max. klembelasting (AC-1)1) op 4-5 (NO) (resistieve belasting)2)3) overspanningscategorie II 400 V AC, 2 AMax. klembelasting (AC-15)1) op 4-5 (NO) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 240 V AC, 0,2 AMax. klembelasting (DC-1)1) op 4-5 (NO) (resistieve belasting) 80 V DC, 2 AMax. klembelasting (DC-13)1) op 4-5 (NO) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 AMax. klembelasting (AC-1)1) op 4-6 (NC) (resistieve belasting) 240 V AC, 2 AMax. klembelasting (AC-15)1) op 4-6 (NC) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 240 V AC, 0,2 AMax. klembelasting (DC-1)1) op 4-6 (NC) (resistieve belasting) 50 V DC, 2 AMax. klembelasting (DC-13)1) op 4-6 (NC) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 AMin. klembelasting op 1-3 (NC), 1-2 (NO), 4-6 (NC), 4-5 (NO) 24 V DC 10 mA, 24 V AC 20 mAOmgeving volgens EN 60664-1 overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2
1) IEC 60947 deel 4 en 5De relaiscontacten zijn galvanisch gescheiden van de rest van het circuit door middel van versterkte isolatie (PELV).2) Overspanningscategorie II3) UL-toepassingen 300 V AC 2 A
Stuurkaart, 10 V DC-uitgangKlemnummer 50Uitgangsspanning 10,5 V ± 0,5 VMax. belasting 15 mA
De 10 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.
StuurkarakteristiekenResolutie van uitgangsfrequentie bij 0-590 Hz ± 0,003 HzHerhalingsnauwkeurigheid van Precisiestart/stop (klem 18, 19) ≤± 0,1 msSysteemresponstijd (klem 18, 19, 27, 29, 32, 33) ≤ 2 msBereik snelheidsregeling (zonder terugkoppeling) 1:100 van synchrone snelheidBereik snelheidsregeling (met terugkoppeling) 1:1000 van synchrone snelheidNauwkeurigheid van snelheid (zonder terugkoppeling) 30-4000 tpm: fout ± 8 tpmSnelheidsnauwkeurigheid (met terugkoppeling), afhankelijk van de resolutie van de terugkop-pelingsbron 0-6000 tpm: fout ± 0,15 tpm
Alle stuurkarakteristieken zijn gebaseerd op een 4-polige asynchrone motor
StuurkaartprestatiesScaninterval 1 ms
Stuurkaart, seriële communicatie via USBUSB-standaard 1.1 (volle snelheid)USB-stekker USB type B 'apparaat'-stekker
Aansluiting op de pc vindt plaats via een standaard USB-host/apparaatkabel.De USB-aansluiting is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.De USB-aardverbinding is niet galvanisch gescheiden van de veiligheidsaarde. Sluit alleen geïsoleerde laptops aan op de USB-connector van de frequentieomvormer.
Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding
60 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
8.7 Aanhaalmomenten voor aansluitingen
Vermogen [kW] Aanhaalmoment [Nm]
Behui-
zing200-240 V 380-480/500 V 525-600 V 525-690 V Net Motor
DC
-aansluitingRem Aarde Relais
A2 1.1-2.2 1.1-4.0 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6
A3 3.0-3.7 5.5-7.5 1.1-7.5 1.1-7.5 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6
A4 1.1-2.2 1.1-4.0 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6
A5 1.1-3.7 1.1-7.5 1.1-7.5 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6
B1 5,5-11 11-18 11-18 1,8 1,8 1,5 1,5 3 0,6
B2 15 22-30 22-30 11-30 4,5 4,5 3,7 3,7 3 0,6
B3 5,5 -11 11-18 11-18 1,8 1,8 1,8 1,8 3 0,6
B4 15-18 22-37 22-37 11-37 4,5 4,5 4,5 4,5 3 0,6
C1 18-30 37-55 37-55 10 10 10 10 3 0,6
C2 37-45 75-90 75-90 37-90 14/241) 14/241) 14 14 3 0,6
C3 22-30 45-55 45-55 45-55 10 10 10 10 3 0,6
C4 37-45 75-90 75-90 14/241) 14/241) 14 14 3 0,6
Tabel 8.10 Aanhalen van klemmen
1) Voor andere kabelmaten x/y, waarbij x ≤ 95 mm2 en y ≥ 95 mm2.
8.8 Zekeringspecificaties
Het gebruik van zekeringen en/of circuitbreakers aan de voedingszijde wordt aanbevolen. Dit biedt bescherming wanneer ereen component in de frequentieomvormer defect raakt (eerste storing).
LET OPDit is verplicht wanneer moet worden voldaan aan IEC 60364 in geval van CE of aan NEC 2009 in geval van UL.
Onderstaande zekeringen zijn geschikt voor gebruik in een circuit dat 100.000 Arms (symmetrisch) kan leveren, afhankelijkvan de nominale spanning van de frequentieomvormer. Met de juiste zekeringen bedraagt de nominale kortsluitstroom(SCCR – Short Circuit Current Rating) van de frequentieomvormer 100.000 Arms.
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 61
8 8
8.8.1 CE-conformiteit
200-240 V
Type
behuizing
Vermogen [kW] Aanbevolen
zekeringgrootte
Aanbevolen
max. zekeringgrootte
Aanbevolen circuit-
breaker (Moeller)
Max. uitschakelniveau
[A]
A2 1.1-2.2 gG-10 (1,1-1,5)gG-16 (2,2)
gG-25 PKZM0-25 25
A3 3.0-3.7 gG-16 (3)gG-20 (3,7)
gG-32 PKZM0-25 25
B3 5,5-11 gG-25 (5,5-7,5)gG-32 (11)
gG-63 PKZM4-50 50
B4 15-18 gG-50 (15)gG-63 (18)
gG-125 NZMB1-A100 100
C3 22-30 gG-80 (22)aR-125 (30)
gG-150 (22)aR-160 (30)
NZMB2-A200 150
C4 37-45 aR-160 (37)aR-200 (45)
aR-200 (37)aR-250 (45)
NZMB2-A250 250
A4 1.1-2.2 gG-10 (1,1-1,5)gG-16 (2,2)
gG-32 PKZM0-25 25
A5 0.25-3.7 gG-10 (0,25-1,5)gG-16 (2,2-3)gG-20 (3,7)
gG-32 PKZM0-25 25
B1 5,5-11 gG-25 (5,5)gG-32 (7,5-11)
gG-80 PKZM4-63 63
B2 15 gG-50 gG-100 NZMB1-A100 100
C1 18-30 gG-63 (18,5)gG-80 (22)
gG-100 (30)
gG-160 (18,5-22)aR-160 (30)
NZMB2-A200 160
C2 37-45 aR-160 (37)aR-200 (45)
aR-200 (37)aR-250 (45)
NZMB2-A250 250
Tabel 8.11 200-240 V, behuizingstype A, B en C
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
62 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
380-480 V
Type
behuizing
Vermogen [kW] Aanbevolen
zekeringgrootte
Aanbevolen
max. zekeringgrootte
Aanbevolen circuit-
breaker (Moeller)
Max. uitschakelniveau
[A]
A2 1.1-4.0 gG-10 (1,1-3)gG-16 (4)
gG-25 PKZM0-25 25
A3 5.5-7.5 gG-16 gG-32 PKZM0-25 25
B3 11-18 gG-40 gG-63 PKZM4-50 50
B4 22-37 gG-50 (22)gG-63 (30)gG-80 (37)
gG-125 NZMB1-A100 100
C3 45-55 gG-100 (45)gG-160 (55)
gG-150 (45)gG-160 (55)
NZMB2-A200 150
C4 75-90 aR-200 (75)aR-250 (90)
aR-250 NZMB2-A250 250
A4 1,1-4 gG-10 (1,1-3)gG-16 (4)
gG-32 PKZM0-25 25
A5 1.1-7.5 gG-10 (1,1-3)gG-16 (4-7,5)
gG-32 PKZM0-25 25
B1 11-18,5 gG-40 gG-80 PKZM4-63 63
B2 22-30 gG-50 (22)gG-63 (30)
gG-100 NZMB1-A100 100
C1 37-55 gG-80 (37)gG-100 (45)gG-160 (55)
gG-160 NZMB2-A200 160
C2 75-90 aR-200 (75)aR-250 (90)
aR-250 NZMB2-A250 250
Tabel 8.12 380-480 V, behuizingstype A, B en C
525-600 V
Type
behuizing
Vermogen [kW] Aanbevolen
zekeringgrootte
Aanbevolen
max. zekeringgrootte
Aanbevolen circuit-
breaker (Moeller)
Max. uitschakelniveau
[A]
A3 5.5-7.5 gG-10 (5,5)gG-16 (7,5)
gG-32 PKZM0-25 25
B3 11-18 gG-25 (11)gG-32 (15-18)
gG-63 PKZM4-50 50
B4 22-37 gG-40 (22)gG-50 (30)gG-63 (37)
gG-125 NZMB1-A100 100
C3 45-55 gG-63 (45)gG-100 (55)
gG-150 NZMB2-A200 150
C4 75-90 aR-160 (75)aR-200 (90)
aR-250 NZMB2-A250 250
A5 1.1-7.5 gG-10 (1,1-5,5)gG-16 (7,5)
gG-32 PKZM0-25 25
B1 11-18 gG-25 (11)gG-32 (15)
gG-40 (18,5)
gG-80 PKZM4-63 63
B2 22-30 gG-50 (22)gG-63 (30)
gG-100 NZMB1-A100 100
C1 37-55 gG-63 (37)gG-100 (45)aR-160 (55)
gG-160 (37-45)aR-250 (55)
NZMB2-A200 160
C2 75-90 aR-200 (75-90) aR-250 NZMB2-A250 250
Tabel 8.13 525-600 V, behuizingstype A, B en C
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 63
8 8
525-690 V
Type
behuizing
Vermogen [kW] Aanbevolen
zekeringgrootte
Aanbevolen
max. zekeringgrootte
Aanbevolen circuit-
breaker (Moeller)
Max. uitschakelniveau
[A]
A3 1,11,52,234
5,57,5
gG-6gG-6gG-6
gG-10gG-10gG-16gG-16
gG-25gG-25gG-25gG-25gG-25gG-25gG-25
- -
B2/B4 11151822
gG-25 (11)gG-32 (15)gG-32 (18)gG-40 (22)
gG-63 - -
B4/C2 30 gG-63 (30) gG-80 (30)
C2/C3 3745
gG-63 (37)gG-80 (45)
gG-100 (37)gG-125 (45)
- -
C2 5575
gG-100 (55)gG-125 (75)
gG-160 (55-75) - -
Tabel 8.14 525-690 V, behuizingstype A, B en C
8.8.2 UL-conformiteit
3 x 200-240 V
Aanbevolen max. zekering
Vermogen
[kW]
Bussmann
Type RK11)
Bussmann
Type J
Bussmann
Type T
Bussmann
Type CC
Bussmann
Type CC
Bussmann
Type CC
1,1 KTN-R-10 JKS-10 JJN-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10
1,5 KTN-R-15 JKS-15 JJN-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15
2,2 KTN-R-20 JKS-20 JJN-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20
3,0 KTN-R-25 JKS-25 JJN-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25
3,7 KTN-R-30 JKS-30 JJN-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-30
5,5 KTN-R-50 KS-50 JJN-50 - - -
7,5 KTN-R-60 JKS-60 JJN-60 - - -
11 KTN-R-80 JKS-80 JJN-80 - - -
15-18,5 KTN-R-125 JKS-125 JJN-125 - - -
22 KTN-R-150 JKS-150 JJN-150 - - -
30 KTN-R-200 JKS-200 JJN-200 - - -
37 KTN-R-250 JKS-250 JJN-250 - - -
Tabel 8.15 3 x 200-240 V, behuizingstype A, B en C
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
64 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
Aanbevolen max. zekering
Vermogen
[kW]
SIBA
Type RK1
Littelfuse
Type RK1
Ferraz
Shawmut
Type CC
Ferraz
Shawmut
Type RK13)
Bussmann
Type JFHR22)
Littelfuse
JFHR2
Ferraz
Shawmut
JFHR24)
Ferraz
Shawmut J
1,1 5017906-010 KLN-R-10 ATM-R-10 A2K-10-R FWX-10 - - HSJ-10
1,5 5017906-016 KLN-R-15 ATM-R-15 A2K-15-R FWX-15 - - HSJ-15
2,2 5017906-020 KLN-R-20 ATM-R-20 A2K-20-R FWX-20 - - HSJ-20
3,0 5017906-025 KLN-R-25 ATM-R-25 A2K-25-R FWX-25 - - HSJ-25
3,7 5012406-032 KLN-R-30 ATM-R-30 A2K-30-R FWX-30 - - HSJ-30
5,5 5014006-050 KLN-R-50 - A2K-50-R FWX-50 - - HSJ-50
7,5 5014006-063 KLN-R-60 - A2K-60-R FWX-60 - - HSJ-60
11 5014006-080 KLN-R-80 - A2K-80-R FWX-80 - - HSJ-80
15-18,5 2028220-125 KLN-R-125 - A2K-125-R FWX-125 - - HSJ-125
22 2028220-150 KLN-R-150 - A2K-150-R FWX-150 L25S-150 A25X-150 HSJ-150
30 2028220-200 KLN-R-200 - A2K-200-R FWX-200 L25S-200 A25X-200 HSJ-200
37 2028220-250 KLN-R-250 - A2K-250-R FWX-250 L25S-250 A25X-250 HSJ-250
Tabel 8.16 3 x 200-240 V, behuizingstype A, B en C
1) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u KTS-zekeringen van Bussmann gebruiken in plaats van KTN.
2) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u FWH-zekeringen van Bussmann gebruiken in plaats van FWX.
3) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u A6KR-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats vanA2KR.
4) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u A50X-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats vanA25X.
3 x 380-480 V
Aanbevolen max. zekering
Vermogen
[kW]
Bussmann
Type RK1
Bussmann
Type J
Bussmann
Type T
Bussmann
Type CC
Bussmann
Type CC
Bussmann
Type CC
1,1 KTS-R-6 JKS-6 JJS-6 FNQ-R-6 KTK-R-6 LP-CC-6
1.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10
3 KTS-R-15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15
4 KTS-R-20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20
5,5 KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25
7,5 KTS-R-30 JKS-30 JJS-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-30
11 KTS-R-40 JKS-40 JJS-40 - - -
15 KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 - - -
18 KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 - - -
22 KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 - - -
30 KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 - - -
37 KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 - - -
45 KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 - - -
55 KTS-R-200 JKS-200 JJS-200 - - -
75-90 KTS-R-250 JKS-250 JJS-250 - - -
Tabel 8.17 3 x 380-480 V, behuizingstype A, B en C
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 65
8 8
Aanbevolen max. zekering
Vermogen
[kW]
SIBA
Type RK1
Littelfuse
Type RK1
Ferraz
Shawmut
Type CC
Ferraz
Shawmut
Type RK1
Bussmann
JFHR2
Ferraz
Shawmut J
Ferraz
Shawmut
JFHR21)
Littelfuse
JFHR2
1,1 5017906-006 KLS-R-6 ATM-R-6 A6K-6-R FWH-6 HSJ-6 - -
1.5-2.2 5017906-010 KLS-R-10 ATM-R-10 A6K-10-R FWH-10 HSJ-10 - -
3 5017906-016 KLS-R-15 ATM-R-15 A6K-15-R FWH-15 HSJ-15 - -
4 5017906-020 KLS-R-20 ATM-R-20 A6K-20-R FWH-20 HSJ-20 - -
5,5 5017906-025 KLS-R-25 ATM-R-25 A6K-25-R FWH-25 HSJ-25 - -
7,5 5012406-032 KLS-R-30 ATM-R-30 A6K-30-R FWH-30 HSJ-30 - -
11 5014006-040 KLS-R-40 - A6K-40-R FWH-40 HSJ-40 - -
15 5014006-050 KLS-R-50 - A6K-50-R FWH-50 HSJ-50 - -
18 5014006-063 KLS-R-60 - A6K-60-R FWH-60 HSJ-60 - -
22 2028220-100 KLS-R-80 - A6K-80-R FWH-80 HSJ-80 - -
30 2028220-125 KLS-R-100 - A6K-100-R FWH-100 HSJ-100 - -
37 2028220-125 KLS-R-125 - A6K-125-R FWH-125 HSJ-125 - -
45 2028220-160 KLS-R-150 - A6K-150-R FWH-150 HSJ-150 - -
55 2028220-200 KLS-R-200 - A6K-200-R FWH-200 HSJ-200 A50-P-225 L50-S-225
75-90 2028220-250 KLS-R-250 - A6K-250-R FWH-250 HSJ-250 A50-P-250 L50-S-250
Tabel 8.18 3 x 380-480 V, behuizingstype A, B en C
1) U kunt A50QS-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats van A50P.
3 x 525-600 V
Aanbevolen max. zekering
Vermo
gen
[kW]
Bussmann
Type RK1
Bussmann
Type J
Bussmann
Type T
Bussmann
Type CC
Bussmann
Type CC
Bussmann
Type CC
SIBA
Type RK1
Littelfuse
Type RK1
Ferraz
Shawmut
Type RK1
Ferraz
Shawmut
J
1,1 KTS-R-5 JKS-5 JJS-6 FNQ-R-5 KTK-R-5 LP-CC-5 5017906-005 KLS-R-005 A6K-5-R HSJ-6
1.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10 5017906-010 KLS-R-010 A6K-10-R HSJ-10
3 KTS-R15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15 5017906-016 KLS-R-015 A6K-15-R HSJ-15
4 KTS-R20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20 5017906-020 KLS-R-020 A6K-20-R HSJ-20
5,5 KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25 5017906-025 KLS-R-025 A6K-25-R HSJ-25
7,5 KTS-R-30 JKS-30 JJS-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-30 5017906-030 KLS-R-030 A6K-30-R HSJ-30
11 KTS-R-35 JKS-35 JJS-35 - - - 5014006-040 KLS-R-035 A6K-35-R HSJ-35
15 KTS-R-45 JKS-45 JJS-45 - - - 5014006-050 KLS-R-045 A6K-45-R HSJ-45
18 KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 - - - 5014006-050 KLS-R-050 A6K-50-R HSJ-50
22 KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 - - - 5014006-063 KLS-R-060 A6K-60-R HSJ-60
30 KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 - - - 5014006-080 KLS-R-075 A6K-80-R HSJ-80
37 KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 - - - 5014006-100 KLS-R-100 A6K-100-R HSJ-100
45 KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 - - - 2028220-125 KLS-R-125 A6K-125-R HSJ-125
55 KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 - - - 2028220-150 KLS-R-150 A6K-150-R HSJ-150
75-90 KTS-R-175 JKS-175 JJS-175 - - - 2028220-200 KLS-R-175 A6K-175-R HSJ-175
Tabel 8.19 3 x 525-600 V, behuizingstype A, B en C
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
66 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
3 x 525-690 V
Aanbevolen max. zekering
Vermogen
[kW]
Bussmann
Type RK1
Bussmann
Type J
Bussmann
Type T
Bussmann
Type CC
Bussmann
Type CC
Bussmann
Type CC
1,1 KTS-R-5 JKS-5 JJS-6 FNQ-R-5 KTK-R-5 LP-CC-5
1.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10
3 KTS-R15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15
4 KTS-R20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20
5,5 KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25
7,5 KTS-R-30 JKS-30 JJS-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-30
11 KTS-R-35 JKS-35 JJS-35 - - -
15 KTS-R-45 JKS-45 JJS-45 - - -
18 KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 - - -
22 KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 - - -
30 KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 - - -
37 KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 - - -
45 KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 - - -
55 KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 - - -
75-90 KTS-R-175 JKS-175 JJS-175 - - -
Tabel 8.20 3 x 525-690 V, behuizingstype A, B en C
Aanbevolen max. zekering
Vermogen
[kW]
Max.
voorze-
kering
Bussmann
E52273
RK1/JDDZ
Bussmann
E4273
J/JDDZ
Bussmann
E4273
T/JDDZ
SIBA
E180276
RK1/JDDZ
Littelfuse
E81895
RK1/JDDZ
Ferraz
Shawmut
E163267/E2137
RK1/JDDZ
Ferraz
Shawmut
E2137
J/HSJ
11 30 A KTS-R-30 JKS-30 JKJS-30 5017906-030 KLS-R-030 A6K-30-R HST-30
15-18,5 45 A KTS-R-45 JKS-45 JJS-45 5014006-050 KLS-R-045 A6K-45-R HST-45
22 60 A KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 5014006-063 KLS-R-060 A6K-60-R HST-60
30 80 A KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 5014006-080 KLS-R-075 A6K-80-R HST-80
37 90 A KTS-R-90 JKS-90 JJS-90 5014006-100 KLS-R-090 A6K-90-R HST-90
45 100 A KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 5014006-100 KLS-R-100 A6K-100-R HST-100
55 125 A KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 2028220-125 KLS-150 A6K-125-R HST-125
75-90 150 A KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 2028220-150 KLS-175 A6K-150-R HST-150
Tabel 8.21 3 x 525-690 V, behuizingstype B en C
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 67
8 8
8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen
Ty
pe
be
hu
izin
gA
2A
3A
4A
5B
1B
2B
3B
4C
1C
2C
3C
4
No
min
aa
l
ve
rmo
ge
n
[kW
]
20
0-2
40
V1
.1-2
.23
.0-3
.71
.1-2
.21
.1-3
.75
,5-1
11
55
,5-1
11
5-1
81
8-3
03
7-4
52
2-3
03
7-4
5
38
0-4
80
/50
0V
1.1
-4.0
5.5
-7.5
1.1
-4.0
1.1
-7.5
11
-18
22
-30
11
-18
22
-37
37
-55
75
-90
45
-55
75
-90
52
5-6
00
V1
.1-7
.51
.1-7
.51
1-1
82
2-3
01
1-1
82
2-3
73
7-5
57
5-9
04
5-5
57
5-9
0
52
5-6
90
V1
.1-7
.51
1-3
03
7-9
04
5-5
5
IP NEM
A20
Chas
sis
21Ty
pe 1
20Ch
assi
s21
Type
155
/66
Type
12
55/6
6Ty
pe 1
221
/55/
66Ty
pe 1
/Ty
pe 1
2
21/5
5/66
Type
1/
Type
12
20Ch
assi
s20
Chas
sis
21/5
5/66
Type
1/
Type
12
21/5
5/66
Type
1/
Type
12
20Ch
assi
s20
Chas
sis
Ho
og
te [
mm
]
Hoo
gte
van
ach
terw
and
A26
837
526
837
539
042
048
065
039
952
068
077
055
066
0
Hoo
gte
met
ont
kopp
e-lin
gspl
aat
voor
veld
busk
abel
sA
374
374
--
--
-42
059
563
080
0
Afs
tand
tus
sen
bev
esti-
ging
sgat
ena
257
350
257
350
401
402
454
624
380
495
648
739
521
631
Bre
ed
te [
mm
]
Bree
dte
van
ach
terw
and
B90
9013
013
020
024
224
224
216
523
030
837
030
837
0
Bree
dte
van
ach
terw
and
met
één
C-o
ptie
B13
013
017
017
024
224
224
220
523
030
837
030
837
0
Bree
dte
van
ach
terw
and
met
tw
ee C
-opt
ies
[mm
]B
150
150
190
190
242
242
242
225
230
308
370
308
370
Afs
tand
tus
sen
bev
esti-
ging
sgat
enb
7070
110
110
171
215
210
210
140
200
272
334
270
330
Die
pte
[m
m]
Die
pte
zond
er o
ptie
A/B
C20
520
720
520
717
520
026
026
024
924
231
033
533
333
3
Met
opt
ie A
/BC
220
222
220
222
175
200
260
260
262
242
310
335
333
333
Sch
roe
fga
ten
[m
m]
c8,
08,
08,
08,
08,
258,
2512
128
12,5
12,5
dø1
1ø1
1ø1
1ø1
1ø1
2ø1
2ø1
9ø1
912
ø19
ø19
eø5
,5ø5
,5ø5
,5ø5
,5ø6
,5ø6
,5ø9
ø96,
88,
5ø9
ø98,
58,
5
f9
96,
56,
56
99
97,
915
9,8
9,8
1717
Ma
xim
um
ge
wic
ht
[kg
]4,
95,
36,
67,
09,
713
.5/1
4.2
2327
1223
,545
6535
50
Aa
nh
aa
lmo
me
nt
fro
ntp
an
ee
l [N
m]
Kuns
tsto
f af
dekk
ing
(lag
eIP
-kla
sse)
Klik
Klik
--
Klik
Klik
Klik
Klik
Klik
Klik
2,0
2,0
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
68 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
88
Ty
pe
be
hu
izin
gA
2A
3A
4A
5B
1B
2B
3B
4C
1C
2C
3C
4
Met
alen
afd
ekki
ng (I
P55
/66)
--
1,5
1,5
2,2
2,2
--
2,2
2,2
2,0
2,0
Ta
be
l 8
.22
Ve
rmo
ge
nsk
lass
e,
ge
wic
ht
en
afm
eti
ng
en
Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 69
8 8
9 Bijlage
9.1 Symbolen en afkortingen
AC Wisselstroom
AEO Automatische energieoptimalisatie
AWG American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat)
AMA Automatische aanpassing motorgegevens
°C Graden Celsius
DC Gelijkstroom
EMC Elektromagnetische compatibiliteit
ETR Elektronisch thermisch relais
FC Frequentieomvormer
LCP Lokaal bedieningspaneel
MCT Motion Control Tool
IP IP-bescherming
IM,N Nominale motorstroom
fM,N Nominale motorfrequentie
PM,N Nominaal motorvermogen
UM,N Nominale motorspanning
PM-motor Permanentmagneetmotor
PELV Protective Extra Low Voltage
PCB Printed Circuit Board – printplaat
ILIM Stroomgrens
IINV Nominale uitgangsstroom van de omvormer
tpm Toeren per minuut
Regen Regeneratieve klemmen
ns Synchroon motortoerental
TLIM Koppelbegrenzing
IVLT,MAX De maximale uitgangsstroom
IVLT,N De nominale uitgangsstroom die door de frequentieomvormer wordt geleverd
Tabel 9.1 Symbolen en afkortingen
9.2 Opbouw parametermenu
Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
70 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
99
0-*
*B
ed
ien
ing
/dis
pla
y
0-0
*B
asi
sin
ste
llin
ge
n
0-01
Taal
0-02
Eenh
. mot
orto
eren
tal
0-03
Regi
onal
e in
stel
linge
n0-
04Be
dien
ings
stat
us b
ij in
sch.
0-05
Eenh
lok
mod
us0
-1*
Se
tup
afh
an
de
lin
g
0-10
Act
ieve
set
up0-
11Se
tup
wijz
igen
0-12
Setu
p g
ekop
peld
aan
0-13
Uitl
ez.:
Gek
opp.
set
ups
0-14
Uitl
ez.:
prog
. set
ups/
kana
al0
-2*
LC
P-d
isp
lay
0-20
Dis
play
rege
l 1.1
kle
in0-
21D
ispl
ayre
gel 1
.2 k
lein
0-22
Dis
play
rege
l 1.3
kle
in0-
23D
ispl
ayre
gel 2
gro
ot0-
24D
ispl
ayre
gel 3
gro
ot0-
25Pe
rsoo
nlijk
men
u0
-3*
Std
uit
lez
ing
LC
P
0-30
Eenh
eid
voo
r ui
tlezi
ng g
ebr.
0-31
Min
. waa
rde
uitle
zing
kla
nt0-
32M
ax. w
aard
e ui
tlezi
ng k
lant
0-37
Dis
play
teks
t 1
0-38
Dis
play
teks
t 2
0-39
Dis
play
teks
t 3
0-4
*L
CP
-to
ets
en
bo
rd
0-40
[Han
d o
n]-t
oets
op
LCP
0-41
[Off]
-toe
ts o
p L
CP0-
42[A
uto
on]
-toe
ts o
p L
CP0-
43[R
eset
]-toe
ts o
p L
CP0-
44[O
ff/Re
set]
-toe
ts L
CP0-
45[D
rive
Bypa
ss]-t
oets
LCP
0-5
*K
op
iëre
n/O
psl
.
0-50
LCP
kop
iëre
n0-
51Ko
pie
setu
p0
-6*
Wa
chtw
.
0-60
Wac
htw
. hoo
fdm
enu
0-61
Toeg
ang
hoo
fdm
enu
zon
der
wac
htw
.0-
65W
acht
w p
erso
onlij
k m
enu
0-66
Toeg
ang
per
s. m
enu
zon
der
wac
htw
.0-
67W
acht
woo
rd b
us0
-7*
Klo
kin
ste
llin
ge
n
0-70
Dat
um e
n t
ijd0-
71D
atum
inde
ling
0-72
Tijd
sind
elin
g0-
74D
ST/z
omer
tijd
0-76
DST
/zom
ertij
d s
tart
0-77
DST
/zom
ertij
d e
inde
0-79
Klok
fout
0-81
Wer
kdag
en0-
82A
nder
e w
erkd
agen
0-83
And
ere
niet
-wer
kdag
en0-
89U
itlez
ing
dat
um e
n t
ijd1
-**
Be
last
ing
& m
oto
r
1-0
*A
lg.
inst
ell
ing
en
1-00
Conf
igur
atie
mod
us1-
03Ko
ppel
kara
kter
istie
k
1-06
Rich
ting
rec
htso
m1
-1*
Mo
tors
ele
ctie
1-10
Mot
orco
nstr
uctie
1-1
*V
VC
+ P
M
1-14
Dam
ping
Gai
n1-
15Lo
w S
peed
Filt
er T
ime
Cons
t.1-
16H
igh
Spe
ed F
ilter
Tim
e Co
nst.
1-17
Volta
ge fi
lter
time
cons
t.1
-2*
Mo
tord
ata
1-20
Mot
orve
rm. [
kW]
1-21
Mot
orve
rm. [
PK]
1-22
Mot
orsp
anni
ng1-
23M
otor
freq
uent
ie1-
24M
otor
stro
om1-
25N
om. m
otor
snel
heid
1-26
Cont
. nom
. mot
orko
ppel
1-28
Cont
role
dra
air.
mot
or1-
29A
utom
. aan
pass
ing
mot
orge
g. (A
MA
)1
-3*
Ge
av
. M
oto
rda
ta
1-30
Stat
orw
eers
tand
(Rs)
1-31
Roto
rwee
rsta
nd (R
r)1-
35H
oofd
reac
tant
ie (X
h)1-
36Ijz
erve
rlies
wee
rsta
nd (R
fe)
1-37
Indu
ctan
tie d
-as
(Ld)
1-39
Mot
orpo
len
1-40
Tege
n-EM
K b
ij 10
00 T
PM1-
46Po
sitio
n D
etec
tion
Gai
n1
-5*
Be
l. o
na
fh.
inst
.
1-50
Mot
orm
agne
tiser
ing
bij
nuls
nelh
eid
1-51
Min
. sne
lh. n
orm
. mag
netis
erin
g [T
PM]
1-52
Min
. sne
lh. n
orm
. mag
netis
erin
g [H
z]1-
58St
room
tes
tpul
sen
vlie
g.st
art
1-59
Freq
. tes
tpul
sen
vlie
g.st
art
1-6
*B
el.
afh
an
k.
inst
.
1-60
Bela
st. c
omp.
bij
lage
sne
lhei
d1-
61Be
last
ingc
omp.
bij
hoge
sne
lhei
d1-
62Sl
ipco
mpe
nsat
ie1-
63Sl
ipco
mpe
nsat
ie t
ijdco
nsta
nte
1-64
Reso
nant
iede
mpi
ng1-
65Re
sona
ntie
dem
ping
tijd
cons
tant
e1-
66M
in. s
troo
m b
ij la
ge s
nelh
.1
-7*
Sta
rta
an
pa
ssin
ge
n
1-70
PM S
tart
Mod
e1-
71St
artv
ertr
agin
g1-
72St
artf
unct
ie1-
73Vl
ieg.
sta
rt1-
77M
ax s
tart
snel
h c
ompr
esso
r [t
pm]
1-78
Max
sta
rtsn
elh
com
pres
sor
[Hz]
1-79
Max
sta
rttij
d c
ompr
esso
r to
t ui
tsch
1-8
*S
top
aa
np
ass
ing
en
1-80
Func
tie b
ij st
op1-
81M
in. s
nelh
. fun
ctie
bij
stop
[RPM
]1-
82M
in. s
nelh
. voo
r fu
nctie
bij
stop
[Hz]
1-86
Uits
ch lg
sne
lh [t
pm]
1-87
Uits
ch lg
sne
lh [H
z]1
-9*
Mo
tort
em
pe
ratu
ur
1-90
Ther
m. m
otor
beve
iligi
ng1-
91Ex
t. m
otor
-ven
tilat
or1-
93Th
erm
isto
rbro
n
2-*
*R
em
me
n
2-0
*D
C-r
em
2-00
DC-
houd
/voo
rver
w.s
troo
m2-
01D
C-re
mst
room
2-02
DC-
rem
tijd
2-03
Insc
hake
lsne
lh. D
C-re
m [t
pm]
2-04
Insc
hake
lsne
lh. D
C-re
m [H
z]2-
06Pa
rkin
g C
urre
nt2-
07Pa
rkin
g T
ime
2-1
*R
em
en
erg
ie-f
un
ctie
2-10
Rem
func
tie2-
11Re
mw
eers
tand
(ohm
)2-
12Be
gren
zing
rem
verm
ogen
(kW
)2-
13Be
wak
ing
rem
verm
ogen
2-15
Rem
test
2-16
AC-
rem
max
. str
oom
2-17
Ove
rspa
nnin
gsre
g.3
-**
Re
f./R
am
p.
3-0
*R
ef.
be
gre
nz.
3-02
Min
imum
refe
rent
ie3-
03M
ax. r
efer
entie
3-04
Refe
rent
iefu
nctie
3-1
*R
efe
ren
tie
s
3-10
Inge
stel
de r
ef.
3-11
Jog-
snel
h. [H
z]3-
13Re
fere
ntie
plaa
ts3-
14In
gest
elde
rel
atie
ve r
ef.
3-15
Refe
rent
iebr
on 1
3-16
Refe
rent
iebr
on 2
3-17
Refe
rent
iebr
on 3
3-19
Jog-
snel
h. [T
PM]
3-4
*R
am
p 1
3-41
Ram
p 1
aan
loop
tijd
3-42
Ram
p 1
uitl
oopt
ijd3
-5*
Ra
mp
2
3-51
Ram
p 2
aan
loop
tijd
3-52
Ram
p 2
uitl
oopt
ijd3
-8*
An
de
re R
am
ps
3-80
Jog
ram
p-tij
d3-
81Sn
elle
sto
p r
amp-
tijd
3-82
Aan
loop
tijd
bij
star
t3
-9*
Dig
. p
ot.
me
ter
3-90
Stap
groo
tte
3-91
Ram
p-tij
d3-
92Sp
ann.
hers
tel
3-93
Max
. beg
renz
ing
3-94
Min
. beg
renz
ing
3-95
Aan
/uitl
oopv
ertr
.4
-**
Be
gr.
/wa
ars
ch.
4-1
*M
oto
rbe
gr.
4-10
Dra
airic
htin
g m
otor
4-11
Mot
orsn
elh.
lage
beg
r. [R
PM]
4-12
Mot
orsn
elh.
lage
beg
r. [H
z]4-
13M
otor
snel
h. h
oge
begr
. [RP
M]
4-14
Mot
orsn
elh.
hog
e be
gr. [
Hz]
4-16
Kopp
elbe
gren
zing
mot
orm
odus
4-17
Kopp
elbe
gren
zing
gen
erat
orm
odus
4-18
Stro
ombe
gr.
4-19
Max
. uitg
angs
freq
.
4-5
*A
an
p.
wa
ars
ch.
4-50
Waa
rsch
uwin
g s
troo
m la
ag4-
51W
aars
chuw
ing
str
oom
hoo
g4-
52W
aars
chuw
ing
sne
lhei
d la
ag4-
53W
aars
chuw
ing
sne
lhei
d h
oog
4-54
Waa
rsch
: ref
eren
tie la
ag4-
55W
aars
ch: r
efer
entie
hoo
g4-
56W
aars
ch: t
erug
k. la
ag4-
57W
aars
ch: t
erug
k. h
oog
4-58
Mot
orfa
sefu
nctie
ont
bree
kt4
-6*
Sn
elh
.-b
yp
ass
4-60
Bypa
ss-s
nelh
. van
af [R
PM]
4-61
Bypa
ss-s
nelh
. van
af [H
z]4-
62By
pass
-sne
lh. n
aar
[RPM
]4-
63By
pass
-sne
lh. t
ot [H
z]4-
64Se
mi-a
uto
byp
ass
setu
p5
-**
Dig
ita
al
In/U
it
5-0
*D
ig.
I/O
-mo
du
s
5-00
Dig
. I/O
-mod
us5-
01Kl
em 2
7 m
odus
5-02
Klem
29
mod
us5
-1*
Dig
ita
le i
ng
an
ge
n
5-10
Klem
18
digi
tale
inga
ng5-
11Kl
em 1
9 di
gita
le in
gang
5-12
Klem
27
digi
tale
inga
ng5-
13Kl
em 2
9 di
gita
le in
gang
5-14
Klem
32
digi
tale
inga
ng5-
15Kl
em 3
3 di
gita
le in
gang
5-16
Klem
X30
/2 d
igita
le in
gang
5-17
Klem
X30
/3 d
igita
le in
gang
5-18
Klem
X30
/4 d
igita
le in
gang
5-19
Klem
37
Veili
ge s
top
5-3
*D
igit
ale
uit
ga
ng
en
5-30
Klem
27
dig.
uitg
ang
5-31
Klem
29
dig.
uitg
ang
5-32
Klem
X30
/6 d
ig. u
itgan
g (M
CB 1
01)
5-33
Klem
X30
/7 d
ig. u
itgan
g (M
CB 1
01)
5-4
*R
ela
is
5-40
Func
tiere
lais
5-41
Aan
-ver
tr.,
rela
is5-
42U
it-ve
rtr.,
rel
ais
5-5
*P
uls
ing
an
g
5-50
Klem
29
lage
freq
.5-
51Kl
em 2
9 ho
ge fr
eq.
5-52
Klem
29
lage
ref
./ter
ugk.
waa
rde
5-53
Klem
29
hoge
ref
./ter
ugk.
waa
rde
5-54
Puls
filte
r tij
dcon
stan
te n
r. 2
95-
55Kl
em 3
3 la
ge fr
eq.
5-56
Klem
33
hoge
freq
.5-
57Kl
em 3
3 la
ge r
ef./t
erug
k. w
aard
e5-
58Kl
em 3
3 ho
ge r
ef./t
erug
k. w
aard
e5-
59Pu
lsfil
ter
tijdc
onst
ante
nr.
33
5-6
*P
uls
uit
ga
ng
5-60
Klem
27
puls
uitg
angs
varia
bele
5-62
Max
. fre
q. p
ulsu
itgan
g 2
75-
63Kl
em 2
9 pu
lsui
tgan
gsva
riabe
le5-
65M
ax. f
req.
pul
suitg
ang
29
5-66
Klem
X30
/6 p
ulsu
itgan
gsva
riabe
le5-
68M
ax. f
req.
pul
suitg
ang
X30
/6
5-8
*I/
O O
pti
on
s
5-80
AH
F Ca
p R
econ
nect
Del
ay5
-9*
Via
bu
sbe
stu
rin
g
5-90
Dig
itale
& r
elai
sbes
turin
g b
us5-
93Pu
lsui
tgan
g 2
7 bu
sbes
turin
g5-
94Pu
lsui
tgan
g 2
7 tim
e-ou
tinst
ellin
g5-
95Pu
lsui
tgan
g 2
9 bu
sbes
turin
g5-
96Pu
lsui
tgan
g 2
9 tim
e-ou
tinst
ellin
g5-
97Pu
lsui
tgan
g X
30/6
bus
best
.5-
98Pu
lsui
tgan
g X
30/6
tim
e-ou
tinst
.6
-**
An
alo
og
In
/Uit
6-0
*A
na
l. I
/O-m
od
us
6-00
Live
zer
o t
ime-
out-
tijd
6-01
Live
zer
o t
ime-
out-
func
tie6-
02Li
ve z
ero
tim
e-ou
tfun
ctie
bra
ndm
odus
6-1
*A
na
l. i
ng
an
g 5
3
6-10
Klem
53
lage
spa
nnin
g6-
11Kl
em 5
3 ho
ge s
pann
ing
6-12
Klem
53
lage
str
oom
6-13
Klem
53
hoge
str
oom
6-14
Klem
53
lage
ref
./ter
ugko
pp. w
aard
e6-
15Kl
em 5
3 ho
ge r
ef./t
erug
kopp
. waa
rde
6-16
Klem
53
filte
r tij
dcon
stan
te6-
17Kl
em 5
3 liv
e ze
ro6
-2*
An
al.
in
ga
ng
54
6-20
Klem
54
lage
spa
nnin
g6-
21Kl
em 5
4 ho
ge s
pann
ing
6-22
Klem
54
lage
str
oom
6-23
Klem
54
hoge
str
oom
6-24
Klem
53
lage
ref
./ter
ugko
pp. w
aard
e6-
25Kl
em 5
4 ho
ge r
ef./t
erug
kopp
. waa
rde
6-26
Klem
54
filte
r tij
dcon
stan
te6-
27Kl
em 5
4 liv
e ze
ro6
-3*
An
al.
in
ga
ng
X3
0/1
1
6-30
Klem
X30
/11
lage
spa
nnin
g6-
31Kl
em X
30/1
1 ho
ge s
pann
ing
6-34
Klem
X30
/11
lage
ref
./ter
ugk.
waa
rde
6-35
Klem
X30
/11
hoge
ref
./ter
ugk.
waa
rde
6-36
Klem
X30
/11
filte
rtijd
cons
tant
e6-
37Kl
em X
30/1
1 liv
e ze
ro6
-4*
An
al.
in
ga
ng
X3
0/1
2
6-40
Klem
X30
/12
lage
spa
nnin
g6-
41Kl
em X
30/1
2 ho
ge s
pann
ing
6-44
Klem
X30
/12
lage
ref
./ter
ugk.
waa
rde
6-45
Klem
X30
/12
hoge
ref
./ter
ugk.
waa
rde
6-46
Klem
X30
/12
filte
rtijd
cons
tant
e6-
47Kl
em X
30/1
2 liv
e ze
ro6
-5*
An
al.
uit
ga
ng
42
6-50
Klem
42
uitg
ang
6-51
Klem
42
uitg
ang
min
. sch
aal
6-52
Klem
42
uitg
ang
max
. sch
aal
6-53
Klem
42
uitg
ang
bus
best
urin
g6-
54Kl
em 4
2 ui
tgan
g t
ime-
outin
stel
ling
6-55
Ana
l. ui
tgan
gsfil
ter
6-6
*A
na
l. u
itg
an
g X
30
/8
6-60
Klem
X30
/8 u
itgan
g6-
61Kl
em X
30/8
min
. sch
alin
g6-
62Kl
em X
30/8
max
. sch
alin
g6-
63Kl
em X
30/8
uitg
ang
bus
best
urin
g
Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 71
9 9
6-64
Klem
X30
/8 u
itgan
g t
ime-
outin
stel
ling
8-*
*C
om
m.
en
op
tie
s
8-0
*A
lg.
inst
ell
ing
en
8-01
Stuu
rpla
ats
8-02
Stuu
rwoo
rdbr
on8-
03Ti
me-
out-
tijd
stu
urw
oord
8-04
Tim
e-ou
t-fu
nctie
stu
urw
oord
8-05
Eind
e-tim
e-ou
t-fu
nctie
8-06
Stuu
rwoo
rdtim
e-ou
t re
set
8-07
Dia
gnos
e-tr
igge
r8-
08U
itlez
ing
filte
ren
8-09
Com
m. t
eken
set
8-1
*S
tuu
rwo
ord
inst
.
8-10
Stuu
rwoo
rdpr
ofie
l8-
13In
stel
baar
sta
tusw
oord
STW
8-3
*F
C-p
oo
rtin
st.
8-30
Prot
ocol
8-31
Adr
es8-
32Ba
udsn
elhe
id8-
33Pa
r./st
opbi
ts8-
34G
esch
atte
cyc
lust
ijd8-
35M
in. r
espo
nsve
rtr.
8-36
Max
. res
pons
vert
r.8-
37M
ax. t
ss.-t
eken
vert
r.8
-4*
FC
MC
-pro
toco
lin
st.
8-40
Tele
gram
sele
ctie
8-42
PCD
-sch
rijfc
onfig
.8-
43PC
D-le
esco
nfig
.8
-5*
Dig
ita
al/
Bu
s
8-50
Vrijl
oops
elec
tie8-
52D
C-re
mse
lect
ie8-
53St
arts
elec
tie8-
54O
mke
erse
lect
ie8-
55Se
tups
elec
tie8-
56Se
lect
. ing
este
lde
ref.
8-7
*B
AC
ne
t
8-70
BACn
et D
evic
e Vo
orbl
d8-
72M
S/TP
Max
Mas
ters
8-73
MS/
TP M
ax In
fo F
ram
es8-
74"S
tart
up I
am"
8-75
Initi
alis
atie
wac
htw
.8
-8*
FC
-po
ort
dia
gn
ost
iek
8-80
Bus
Beric
hten
telle
r8-
81Bu
s Fo
uten
telle
r8-
82Sl
aveb
eric
hten
ont
v.8-
83Sl
avef
oute
ntel
ler
8-84
Slav
eber
icht
en v
erz.
8-85
Slav
etim
e-ou
tfou
ten
8-89
Dia
gnos
tiekt
ellin
g8
-9*
Bu
s-jo
g
8-90
Snel
heid
bus
-jog
18-
91Sn
elhe
id b
us-jo
g 2
8-94
Bus
Teru
gk. 1
8-95
Bus
Teru
gk. 2
8-96
Bus
Teru
gk. 3
9-*
*P
rofi
bu
s
9-00
Inst
elpu
nt9-
07A
ct. w
aard
e9-
15PC
D-s
chrij
fcon
fig.
9-16
PCD
-lees
conf
ig.
9-18
Nod
e-ad
res
9-22
Tele
gram
keuz
e9-
23Si
gnaa
lpar
amet
ers
9-27
Para
m. w
ijzig
en9-
28Pr
oces
rege
ling
9-44
Telle
r fo
utm
eldi
ngen
9-45
Fout
code
9-47
Fout
num
mer
9-52
Telle
r fo
utsi
tatie
s9-
53Pr
ofib
us w
aars
ch.-w
rd9-
63H
uid.
bau
dsne
lh.
9-64
Toes
telid
entif
icat
ie9-
65Pr
ofie
lnum
mer
9-67
Stuu
rwoo
rd 1
9-68
Stat
usw
oord
19-
71D
ataw
aard
en P
rofib
us o
psla
an9-
72Pr
ofib
usO
mvR
eset
9-75
DO
Iden
tific
atio
n9-
80In
gest
elde
par
. (1)
9-81
Inge
stel
de p
ar. (
2)9-
82In
gest
elde
par
. (3)
9-83
Inge
stel
de p
ar. (
4)9-
84In
gest
elde
par
. (5)
9-90
Gew
ijzig
de p
ar. (
1)9-
91G
ewijz
igde
par
. (2)
9-92
Gew
ijzig
de p
ar. (
3)9-
93G
ewijz
igde
par
. (4)
9-94
Gew
ijzig
de p
ar. (
5)9-
99Pr
ofib
us r
evis
iete
ller
10
-**
CA
N-v
eld
bu
s
10
-0*
Alg
. in
ste
llin
ge
n
10-0
0CA
N-p
roto
col
10-0
1G
esel
. bau
dsne
lh.
10-0
2M
AC
ID10
-05
Uitl
ez. z
end-
fout
ente
ller
10-0
6U
itlez
. ont
vang
st-fo
uten
telle
r10
-07
Uitl
ez. b
us-u
it-te
ller
10
-1*
De
vic
eN
et
10-1
0Pr
oces
data
typ
esel
ectie
10-1
1Pr
oces
data
con
fig. s
chrij
ven
10-1
2Pr
oces
data
con
fig. l
ezen
10-1
3W
aars
chuw
ings
par.
10-1
4N
etre
fere
ntie
10-1
5N
etco
ntro
le1
0-2
*C
OS
-fil
ters
10-2
0CO
S-fil
ter
110
-21
COS-
filte
r 2
10-2
2CO
S-fil
ter
310
-23
COS-
filte
r 4
10
-3*
To
eg
an
g p
ara
me
ters
10-3
0A
rray
-inde
x10
-31
Dat
awaa
rden
ops
l.10
-32
Revi
sie
Dev
iceN
et10
-33
Alti
jd o
psla
an10
-34
Prod
uctc
ode
Dev
iceN
et10
-39
Dev
iceN
et F
par
amet
ers
11
-**
Lo
nW
ork
s
11
-0*
Lo
nW
ork
s I
D
11-0
0N
euro
n ID
11
-1*
LO
N-f
un
ctie
s
11-1
0O
mv.
prof
iel
11-1
5LO
N-w
aars
ch.w
rd11
-17
XIF-
revi
sie
11-1
8Lo
nWor
ks-r
evis
ie1
1-2
*L
ON
pa
r. t
oe
ga
ng
11-2
1D
ataw
aard
en o
psl.
12
-**
Eth
ern
et
12
-0*
IP-i
nst
ell
12-0
0To
ewijz
ing
IP-a
dres
12-0
1IP
-adr
es12
-02
Subn
etm
aske
r12
-03
Std
gat
eway
12-0
4D
HCP
-ser
ver
12-0
5Le
ase
eind
igt
12-0
6N
aam
serv
ers
12-0
7D
omei
nnaa
m12
-08
Hos
tnaa
m12
-09
Fysi
ek a
dres
12
-1*
Eth
ern
etv
erb
ind
ing
spa
r
12-1
0Ve
rb.s
tatu
s12
-11
Verb
.tijd
12-1
2A
uto-
onde
rhan
d.12
-13
Verb
.sne
lh12
-14
Dup
lex-
verb
.1
2-2
*P
roce
sda
ta
12-2
0Co
ntro
leob
ject
12-2
1Pr
oces
data
con
fig. s
chrij
ven
12-2
2Pr
oces
data
con
fig. l
ezen
12-2
7Pr
imar
y M
aste
r12
-28
Dat
awaa
rden
ops
l.12
-29
Alti
jd o
psla
an1
2-3
*E
the
rne
t/IP
12-3
0W
aars
chuw
ings
par.
12-3
1N
etre
fere
ntie
12-3
2N
etco
ntro
le12
-33
CIP-
revi
sie
12-3
4CI
P-pr
oduc
tcod
e12
-35
EDS-
para
met
er12
-37
COS-
blok
k.tim
er12
-38
COS-
filte
r1
2-4
*M
od
bu
s T
CP
12-4
0St
atus
Par
amet
er12
-41
Slav
e M
essa
ge C
ount
12-4
2Sl
ave
Exce
ptio
n M
essa
ge C
ount
12
-8*
An
de
re E
the
rne
tdie
nst
en
12-8
0FT
P-se
rver
12-8
1H
TTP-
serv
er12
-82
SMTP
-ser
vice
12-8
9Tr
ansp
aran
t ka
naal
aans
luitp
unt
12
-9*
Ge
av
Eth
ern
etd
ien
ste
n
12-9
0Ka
beld
iagn
ostie
k12
-91
Aut
o C
ross
Ove
r12
-92
IGM
P-sn
oopi
ng12
-93
Fout
e ka
belle
ngte
12-9
4Br
oadc
asts
torm
beve
iligi
ng12
-95
Broa
dcas
tsto
rmfil
ter
12-9
6Po
rt C
onfig
12-9
8In
terf
acet
elle
rs12
-99
Med
iate
llers
13
-**
Sm
art
Lo
gic
13
-0*
SL
C-i
nst
ell
ing
en
13-0
0SL
- co
ntro
llerm
odus
13-0
1G
ebeu
rt. s
tart
en13
-02
Geb
eurt
. sto
ppen
13-0
3SL
C r
eset
ten
13
-1*
Co
mp
ara
tore
n
13-1
0Co
mpa
rato
r-op
eran
d13
-11
Com
para
tor-
oper
ator
13-1
2Co
mpa
rato
rwaa
rde
13
-2*
Tim
ers
13-2
0Ti
mer
SL-
cont
rolle
r1
3-4
*L
og
. re
ge
ls
13-4
0Lo
gisc
he r
egel
Boo
lean
113
-41
Logi
sche
reg
el o
pera
tor
113
-42
Logi
sche
reg
el B
oole
an 2
13-4
3Lo
gisc
he r
egel
ope
rato
r 2
13-4
4Lo
gisc
he r
egel
Boo
lean
31
3-5
*S
tan
de
n
13-5
1SL
Con
trol
ler
Even
t13
-52
SL-c
ontr
olle
ract
ie1
4-*
*S
pe
cia
le f
un
ctie
s
14
-0*
Inv
ert
ers
cha
ke
lin
g
14-0
0Sc
hake
lpat
roon
14-0
1Sc
hake
lfreq
uent
ie14
-03
Ove
rmod
ulat
ie14
-04
PWM
Ran
dom
14
-1*
Ne
tsp
. A
an
/Uit
14-1
0N
etst
orin
g14
-11
Net
span
ning
bij
netf
out
14-1
2Fu
nctie
bij
onba
lans
net
sp.
14
-2*
Re
setf
un
ctie
s
14-2
0Re
setm
odus
14-2
1Ti
jd t
ot a
utom
. her
star
t14
-22
Bedr
ijfsm
odus
14-2
3In
stel
ling
typ
ecod
e14
-25
Uits
ch.v
ertr
. bij
Kopp
elbe
gr.
14-2
6U
itsch
akel
vert
ragi
ng b
ij in
vert
erfo
ut14
-28
Prod
uctie
-inst
ell.
14-2
9Se
rvic
ecod
e1
4-3
*S
tro
om
be
gr.
re
g.
14-3
0St
room
begr
.reg.
, pro
port
. ver
ster
k.14
-31
Stro
ombe
gr. r
eg.,
inte
grat
ietij
d14
-32
Stro
ombe
gr.re
g., f
ilter
tijd
14
-4*
En
erg
ieo
pti
ma
lis.
14-4
0VT
-niv
eau
14-4
1M
in. m
agne
tiser
ing
AEO
14-4
2M
in. A
EO-fr
eque
ntie
14-4
3Co
sphi
mot
or1
4-5
*O
mg
ev
ing
14-5
0RF
I-filt
er14
-51
DC-
linkc
ompe
nsat
ie14
-52
Vent
ilato
rreg
.14
-53
Vent
ilato
rbew
.14
-55
Uitg
angs
filte
r14
-59
Hui
dig
aan
tal i
nver
ters
14
-6*
Au
tore
du
ctie
14-6
0Fu
nctie
bij
over
tem
pera
tuur
14-6
1Fu
nctie
bij
inve
rter
over
bel.
14-6
2G
eïnv
. red
uctie
stro
om b
ij ov
erbe
l.1
4-9
*F
ou
tin
ste
ll
14-9
0Fo
utni
veau
15
-**
Ge
g.
om
vo
rme
r
15
-0*
Be
dri
jfsg
eg
ev
en
s
15-0
0Be
drijf
sure
n15
-01
Aan
tal d
raai
uren
15-0
2KW
h-te
ller
15-0
3In
scha
kelin
gen
15-0
4x
Ove
rtem
p.15
-05
x O
vers
pann
.15
-06
kWh-
telle
r re
set
15-0
7D
raai
uren
telle
r re
set
15-0
8A
anta
l sta
rts
15
-1*
Inst
ell
ing
en
da
talo
g
15-1
0Lo
gbro
n15
-11
Logi
nter
val
15-1
2Tr
igge
rgeb
eurt
.15
-13
Logm
odus
15-1
4St
eekp
roev
en v
oor
trig
ger
15
-2*
His
t. l
og
15-2
0H
ist.
log:
eve
nt15
-21
His
t. lo
g: w
aard
e15
-22
His
t. lo
g: t
ijd15
-23
His
t. lo
g: d
atum
en
tijd
15
-3*
Ala
rmlo
g
15-3
0A
larm
log:
fout
code
15-3
1A
larm
log:
waa
rde
15-3
2A
larm
log:
tijd
15-3
3A
larm
log:
dat
um &
tijd
15
-4*
ID o
mv
orm
er
15-4
0FC
-typ
e15
-41
Verm
ogen
sect
ie15
-42
Span
ning
15-4
3So
ftw
arev
ersi
e15
-44
Best
elde
Typ
ecod
e15
-45
Hui
dige
typ
ecod
eree
ks15
-46
Best
elnr
. fre
q.-o
mvo
rmer
15-4
7Be
stel
nr. v
oedi
ngsk
aart
15-4
8LC
P ID
-nr.
15-4
9SW
-id s
tuur
kaar
t15
-50
SW-id
voe
ding
skaa
rt15
-51
Serie
nr. f
req.
-om
vorm
er15
-53
Serie
nr. v
oedi
ngsk
aart
15-5
5U
RL le
ver.
15-5
6Le
vera
ncie
r15
-59
CSIV
-bes
tand
15
-6*
Op
tie
-id
en
t.
15-6
0O
ptie
gem
onte
erd
15-6
1SW
-ver
sie
optie
15-6
2Be
stel
num
mer
opt
ie15
-63
Serie
num
mer
opt
ie15
-70
Opt
ie s
lot
A15
-71
SW-v
ersi
e op
tie s
lot
A15
-72
Opt
ie s
lot
B15
-73
SW-v
ersi
e op
tie s
lot
B15
-74
Opt
ie in
sle
uf C
0
Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
72 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
99
15-7
5SW
-ver
sie
optie
sle
uf C
015
-76
Opt
ie in
sle
uf C
115
-77
SW-v
ersi
e op
tie s
leuf
C1
15
-8*
Op
era
tin
g D
ata
II
15-8
0Fa
n R
unni
ng H
ours
15-8
1Pr
eset
Fan
Run
ning
Hou
rs1
5-9
*P
ara
me
teri
nfo
15-9
2In
gest
. par
amet
ers
15-9
3G
ewijz
igde
par
am.
15-9
8ID
om
vorm
er15
-99
Para
met
er m
etad
ata
16
-**
Da
ta-u
itle
zin
ge
n
16
-0*
Alg
. st
atu
s
16-0
0St
uurw
oord
16-0
1Re
fere
ntie
[Een
h.]
16-0
2Re
fere
ntie
%16
-03
Stat
usw
oord
16-0
5Vr
nste
hui
d. w
aard
e [%
]16
-09
Stan
daar
d u
itlez
.1
6-1
*M
oto
rsta
tus
16-1
0Ve
rm. [
kW]
16-1
1Ve
rm. [
pk]
16-1
2M
otor
span
ning
16-1
3Fr
eque
ntie
16-1
4M
otor
stro
om16
-15
Freq
uent
ie [%
]16
-16
Kopp
el [N
m]
16-1
7Sn
elh.
[RPM
]16
-18
Mot
or t
herm
.16
-20
Mot
orho
ek16
-22
Kopp
el [%
]16
-26
Verm
. gef
ilter
d [k
W]
16-2
7Ve
rm. g
efilt
erd
[pk]
16
-3*
Sta
tus
om
vo
rme
r
16-3
0D
C-aa
nslu
itsp.
16-3
2Re
men
ergi
e/s
16-3
3Re
men
ergi
e/2
min
.16
-34
Tem
p. k
oelli
ch.
16-3
5In
vert
er t
herm
.16
-36
Inv.
nom
. str
oom
16-3
7In
v. m
ax. s
troo
m16
-38
SL-c
ontr
olle
rsta
tus
16-3
9Te
mp.
stu
urka
art
16-4
0Lo
gbuf
fer
vol
16-4
1Lo
gbuf
fer
vol
16-4
3St
atus
tijd
geb.
act
ies
16-4
9St
room
fout
bron
16
-5*
Re
f. &
te
rug
k.
16-5
0Ex
tern
e re
fere
ntie
16-5
2Te
rugk
. [Ee
nh]
16-5
3D
igi P
ot r
efer
entie
16-5
4Te
rugk
. 1 [E
enh]
16-5
5Te
rugk
. 2 [E
enh]
16-5
6Te
rugk
. 3 [E
enh]
16-5
8PI
D-u
itgan
g [%
]1
6-6
*In
- &
uit
ga
ng
en
16-6
0D
ig. i
ngan
g16
-61
Klem
53
scha
kelin
stel
l.16
-62
Ana
l. in
gang
53
16-6
3Kl
em 5
4 sc
hake
linst
ell.
16-6
4A
nal.
inga
ng 5
416
-65
Ana
l. ui
tgan
g 4
2 [m
A]
16-6
6D
ig. u
itgan
g [b
in]
16-6
7Pu
lsin
gang
#29
[Hz]
16-6
8Pu
lsin
gang
#33
[Hz]
16-6
9Pu
lsui
tg. n
r. 2
7 [H
z]16
-70
Puls
uitg
. nr.
29
[Hz]
16-7
1Re
lais
uitg
ang
[bin
]16
-72
Telle
r A
16-7
3Te
ller
B16
-75
Ana
l. in
gang
X30
/11
16-7
6A
nal.
inga
ng X
30/1
216
-77
Ana
l. ui
tgan
g X
30/8
[mA
]1
6-8
*V
eld
bu
s &
FC
-po
ort
16-8
0Ve
ldbu
s CT
W 1
16-8
2Ve
ldbu
s RE
F 1
16-8
4Co
mm
. opt
ie S
TW16
-85
FC-p
oort
CTW
116
-86
FC-p
oort
REF
11
6-9
*D
iag
no
se-u
itle
z.
16-9
0A
larm
woo
rd16
-91
Ala
rmw
oord
216
-92
Waa
rsch
.-wrd
16-9
3W
aars
ch.w
oord
216
-94
Uitg
ebr.
sta
tusw
.16
-95
Uitg
ebr.
sta
tusw
. 216
-96
Ond
erho
udsw
oord
18
-**
Info
& u
itle
z.
18
-0*
On
de
rho
ud
slo
g
18-0
0O
nder
houd
slog
: ite
m18
-01
Ond
erho
udsl
og: a
ctie
18-0
2O
nder
houd
slog
: tijd
18-0
3O
nder
houd
slog
: dat
um e
n t
ijd1
8-1
*B
ran
dm
od
usl
og
18-1
0Br
andm
odus
log:
eve
nt18
-11
Bran
dmod
uslo
g: t
ijd18
-12
Bran
dmod
uslo
g: d
atum
en
tijd
18
-3*
In-
& u
itg
an
ge
n
18-3
0A
nal.
inga
ng X
42/1
18-3
1A
nal.
inga
ng X
42/3
18-3
2A
nal.
inga
ng X
42/5
18-3
3A
nal.
Uit
X42
/7 [V
]18
-34
Ana
l. U
it X
42/9
[V]
18-3
5A
nal.
Uit
X42
/11
[V]
18-3
6A
nal.
inga
ng X
48/2
[mA
]18
-37
Tem
p. in
g. X
48/4
18-3
8Te
mp.
ing.
X48
/718
-39
Tem
p. in
g. X
48/1
01
8-5
*R
ef.
& t
eru
gk
.
18-5
0U
itlez
ing
sen
sorle
ss [e
enh]
20
-**
Om
vo
rme
r m
et
teru
gk
op
pe
lin
g
20
-0*
Te
rug
ko
pp
eli
ng
20-0
0Br
on t
erug
k. 1
20-0
1Co
nver
sie
teru
gk. 1
20-0
2Ee
nh. b
ron
ter
ugk.
120
-03
Bron
ter
ugk.
220
-04
Conv
ersi
e te
rugk
. 220
-05
Eenh
. bro
n t
erug
k. 2
20-0
6Br
on t
erug
k. 3
20-0
7Co
nver
sie
teru
gk. 3
20-0
8Ee
nh. b
ron
ter
ugk.
320
-12
Refe
rent
ie/t
erug
k.ee
nhei
d20
-13
Min
imum
refe
rent
ie/t
erug
k.20
-14
Max
. ref
eren
tie/t
erug
k.2
0-2
*T
eru
gk
/se
tpo
int
20-2
0Te
rugk
opp.
func
tie20
-21
Setp
oint
120
-22
Setp
oint
220
-23
Setp
oint
32
0-3
*T
eru
gk
. g
ea
v.
con
v.
20-3
0Ko
elm
ediu
m20
-31
Klan
tspe
c. k
oelm
ediu
m A
120
-32
Klan
tspe
c. k
oelm
ediu
m A
220
-33
Klan
tspe
c. k
oelm
ediu
m A
320
-34
Opp
. lei
d. 1
[m2]
20-3
5O
pp. l
eid.
1 [i
n2]
20-3
6O
pp. l
eid.
2 [m
2]20
-37
Opp
. lei
d. 2
[in2
]20
-38
Dic
hth.
fact
or lu
cht
[%]
20
-6*
Se
nso
rvri
j
20-6
0Ee
nh. s
enso
rless
20-6
9Se
nsor
less
info
rmat
ie2
0-7
*P
ID a
uto
tun
ing
20-7
0Ty
pe m
et t
erug
k.20
-71
PID
-pre
stat
ies
20-7
2PI
D u
itgan
gsw
ijz.
20-7
3M
in. t
erug
k.ni
veau
20-7
4M
ax. t
erug
k.ni
veau
20-7
9PI
D a
utot
unin
g2
0-8
*P
ID-b
asi
sin
ste
ll.
20-8
1PI
D n
orm
aal/i
nv r
egel
ing
20-8
2PI
D s
tart
snel
heid
[tpm
]20
-83
PID
sta
rtsn
elhe
id [H
z]20
-84
Band
bree
dte
op r
efer
entie
20
-9*
PID
-re
ge
laa
r
20-9
1PI
D-in
tegr
atie
begr
enzi
ng20
-93
PID
pro
p. v
erst
erki
ng20
-94
PID
inte
grat
ietij
d20
-95
PID
diff
eren
tiatie
tijd
20-9
6PI
D d
iff. v
erst
.lim
iet
21
-**
Uit
ge
br.
me
t te
rug
k.
21
-0*
Uit
ge
br
CL
au
totu
nin
g
21-0
0Ty
pe m
et t
erug
k.21
-01
PID
-pre
stat
ies
21-0
2PI
D u
itgan
gsw
ijz.
21-0
3M
in. t
erug
k.ni
veau
21-0
4M
ax. t
erug
k.ni
veau
21-0
9PI
D a
utot
unin
g2
1-1
*U
itg
eb
r. C
L 1
re
f/tk
21-1
0U
itgeb
r re
f/te
rugk
.een
h 1
21-1
1U
itgeb
r m
in.re
fere
ntie
121
-12
Uitg
ebr
max
.refe
rent
ie 1
21-1
3U
itgeb
r re
fere
ntie
bron
121
-14
Uitg
ebr
teru
gk.b
ron
121
-15
Uitg
ebr
inst
elpt
121
-17
Uitg
ebr
ref
1 [E
enh]
21-1
8U
itgeb
r te
rugk
. 1 [E
enh]
21-1
9U
itgeb
r ve
rm 1
[%]
21
-2*
Uit
ge
br.
CL
1 P
ID
21-2
0U
itgeb
r no
rmaa
l/om
gekr
d 1
21-2
1U
itgeb
r pr
op. v
erst
121
-22
Uitg
ebr
inte
gr.ti
jd 1
21-2
3U
itgeb
r di
ff.tij
d 1
21-2
4U
itgeb
r di
f. ve
rst.l
imie
t 1
21
-3*
Uit
ge
br.
CL
2 r
ef/
tk
21-3
0U
itgeb
r re
f/te
rugk
.een
h 2
21-3
1U
itgeb
r m
in.re
fere
ntie
221
-32
Uitg
ebr
max
.refe
rent
ie 2
21-3
3U
itgeb
r re
fere
ntie
bron
221
-34
Uitg
ebr
teru
gk.b
ron
221
-35
Uitg
ebr
inst
elpt
221
-37
Uitg
ebr
ref
2 [E
enh]
21-3
8U
itgeb
r te
rugk
. 2 [E
enh]
21-3
9U
itgeb
r ve
rm 2
[%]
21
-4*
Uit
ge
br.
CL
2 P
ID
21-4
0U
itgeb
r no
rmaa
l/om
gekr
d 2
21-4
1U
itgeb
r pr
op. v
erst
221
-42
Uitg
ebr
inte
gr.ti
jd 2
21-4
3U
itgeb
r di
ff.tij
d 2
21-4
4U
itgeb
r di
f. ve
rst.l
imie
t 2
21
-5*
Uit
ge
br.
CL
3 r
ef/
tk
21-5
0U
itgeb
r re
f/te
rugk
.een
h 3
21-5
1U
itgeb
r m
in.re
fere
ntie
321
-52
Uitg
ebr
max
.refe
rent
ie 3
21-5
3U
itgeb
r re
fere
ntie
bron
321
-54
Uitg
ebr
teru
gk.b
ron
321
-55
Uitg
ebr
inst
elpt
321
-57
Uitg
ebr
ref
3 [E
enh]
21-5
8U
itgeb
r te
rugk
. 3 [E
enh]
21-5
9U
itgeb
r ve
rm 3
[%]
21
-6*
Uit
ge
br.
CL
3 P
ID
21-6
0U
itgeb
r no
rmaa
l/om
gekr
d 3
21-6
1U
itgeb
r pr
op. v
erst
321
-62
Uitg
ebr
inte
gr.ti
jd 3
21-6
3U
itgeb
r di
ff.tij
d 3
21-6
4U
itgeb
r di
f. ve
rst.l
imie
t 3
22
-**
To
ep
. fu
nct
ies
22
-0*
Div
ers
en
22-0
0Ex
t. v
ergr
ende
l.ver
tr.
22-0
1Ve
rm.fi
ltert
ijd2
2-2
*D
ete
ctie
ge
en
flo
w
22-2
0La
ag v
erm
. aut
oset
up22
-21
Det
ectie
laag
ver
m.
22-2
2D
etec
tie la
ge s
nelh
.22
-23
Func
tie g
een
flow
22-2
4Ve
rtr.
gee
n fl
ow22
-26
Dro
gepo
mpf
unct
ie22
-27
Dro
gepo
mpv
ertr
.2
2-3
*V
erm
.aa
np
. g
ee
n f
low
22-3
0Ve
rm. g
een
flow
22-3
1Ve
rm.c
orre
ctie
fact
or22
-32
Lage
sne
lh. [
tpm
]22
-33
Lage
sne
lh. [
Hz]
22-3
4Ve
rm. l
age
snel
h. [k
W]
22-3
5Ve
rm. l
age
snel
h. [p
k]22
-36
Hog
e sn
elh.
[tpm
]
22-3
7H
oge
snel
h. [H
z]22
-38
Verm
. hog
e sn
elh.
[kW
]22
-39
Verm
. hog
e sn
elh.
[pk]
22
-4*
Sla
ap
sta
nd
22-4
0M
in. d
raai
tijd
22-4
1M
in. s
laap
tijd
22-4
2Re
activ
.sne
lh [t
pm]
22-4
3Re
activ
.sne
lh [H
z]22
-44
Reac
tiv.re
f/te
rugk
. ver
schi
l22
-45
Boos
t in
stel
pt22
-46
Max
. boo
sttij
d2
2-5
*E
ind
e c
urv
e
22-5
0Ei
nde-
curv
efun
ctie
22-5
1Ei
nde-
curv
ever
tr.
22
-6*
De
tect
ie b
an
d d
efe
ct
22-6
0Fu
nctie
Def
ecte
ban
d22
-61
Kopp
el D
efec
te b
and
22-6
2Ve
rtr.
Def
ecte
ban
d2
2-7
*B
ev
eil
ig.
ko
rte
cy
clu
s
22-7
5Be
veili
g. k
orte
cyc
lus
22-7
6St
artin
terv
al22
-77
Min
. dra
aitij
d22
-78
Min
. dra
aitij
dond
erdr
.22
-79
Waa
rde
min
. dra
aitij
dond
erdr
.2
2-8
*F
low
Co
mp
en
sati
on
22-8
0Fl
owco
mpe
nsat
ie22
-81
Kwad
r-lin
eaire
cur
vebe
nade
ring
22-8
2W
erkp
untb
erek
enin
g22
-83
Snel
h. b
ij gn
flow
[tpm
]22
-84
Snel
h. b
ij gn
flow
[Hz]
22-8
5Sn
elh.
bij
ontw
erpp
unt
[tpm
]22
-86
Snel
h. b
ij on
twer
ppun
t [H
z]22
-87
Dru
k bi
j gee
n-flo
wsn
elhe
id22
-88
Dru
k bi
j nom
. sne
lhei
d22
-89
Flow
bij
ontw
erpp
unt
22-9
0Fl
ow b
ij no
m s
nelh
.2
3-*
*T
ijd
ge
bo
nd
en
fu
nct
ies
23
-0*
Tij
dg
eb
. a
ctie
s
23-0
0A
AN
-tijd
23-0
1A
AN
-act
ie23
-02
UIT
-tijd
23-0
3U
IT-a
ctie
23-0
4U
itvoe
ring
23
-0*
Inst
. ti
jdg
eb
. a
ctie
s
23-0
8M
odus
tijd
geb.
act
ies
23-0
9Re
activ
erin
g t
ijdge
b. a
ctie
s2
3-1
*O
nd
erh
ou
d
23-1
0O
nder
houd
spun
t23
-11
Ond
erho
udsa
ctie
23-1
2O
nder
houd
tijd
sbas
is23
-13
Ond
erho
ud t
ijdsi
nter
val
23-1
4O
nder
houd
sdat
um e
n t
ijd2
3-1
*O
nd
erh
ou
dsr
ese
t
23-1
5Re
set
onde
rhou
dsw
oord
23-1
6O
nder
houd
stek
st2
3-5
*E
ne
rgie
log
23-5
0En
ergi
elog
reso
lutie
23-5
1St
art
perio
de23
-53
Ener
giel
og
Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 73
9 9
23-5
4Re
set
ener
giel
og2
3-6
*T
ren
din
g
23-6
0Tr
endv
aria
bele
23-6
1Co
ntin
ue b
in d
ata
23-6
2Ti
jdge
b. b
in d
ata
23-6
3Ti
jdge
b. p
erio
dest
art
23-6
4Ti
jdge
b. p
erio
dest
op23
-65
Min
. bin
waa
rde
23-6
6Re
set
cont
inue
bin
dat
a23
-67
Rese
t tij
dgeb
. bin
dat
a2
3-8
*T
eru
gb
et.
tell
er
23-8
0Ve
rm.re
fere
ntie
fact
or23
-81
Ener
giek
oste
n23
-82
Inve
ster
ing
23-8
3En
ergi
ebes
parin
g23
-84
Kost
enbe
spar
ing
24
-**
To
ep
. fu
nct
ies
2
24
-0*
Bra
nd
mo
du
s
24-0
0Br
andm
odus
func
tie24
-01
Bran
dmod
usco
nfig
urat
ie24
-02
Eenh
. bra
ndm
odus
24-0
3Fi
re M
ode
Min
Ref
eren
ce24
-04
Fire
Mod
e M
ax R
efer
ence
24-0
5D
igita
le r
ef. b
rand
mod
us24
-06
Refe
rent
iebr
on b
rand
mod
us24
-07
Bron
ter
ugk.
bra
ndm
odus
24-0
9A
larm
afh.
bra
ndm
odus
24
-1*
Om
v.b
yp
ass
24-1
0O
mv.
bypa
ssfu
nctie
24-1
1By
pass
vert
r.tijd
24
-9*
Mu
ltim
oto
rfu
nct
ie
24-9
0M
otor
func
tie o
ntbr
eekt
24-9
1O
ntbr
. mot
orco
ëffic
iënt
124
-92
Ont
br. m
otor
coëf
ficië
nt 2
24-9
3O
ntbr
. mot
orco
ëffic
iënt
324
-94
Ont
br. m
otor
coëf
ficië
nt 4
24-9
5Fu
nctie
Rot
or g
eblo
kk24
-96
Blok
k. r
otor
coëf
ficië
nt 1
24-9
7Bl
okk.
rot
orco
ëffic
iënt
224
-98
Blok
k. r
otor
coëf
ficië
nt 3
24-9
9Bl
okk.
rot
orco
ëffic
iënt
42
5-*
*C
asc
ad
ere
ge
laa
r
25
-0*
Sy
ste
em
inst
.
25-0
0Ca
scad
ereg
elaa
r25
-02
Mot
orst
art
25-0
4Po
mpw
isse
ling
25-0
5Va
ste
hoof
dpom
p25
-06
Aan
tal p
ompe
n2
5-2
*B
an
db
ree
dte
-in
st.
25-2
0St
agin
g-ba
ndbr
eedt
e25
-21
Ond
erdr
. ban
dbr.
25-2
2Ba
ndbr
eedt
e va
ste
snel
h.25
-23
SBW
sta
ging
-ver
tr.
25-2
4SB
W d
esta
ging
-ver
tr.
25-2
5O
BW-t
ijd25
-26
Des
tagi
ng b
ij ge
en fl
ow25
-27
Stag
ing-
func
tie25
-28
Stag
ing-
func
tietij
d25
-29
Des
tagi
ng-fu
nctie
25-3
0D
esta
ging
-func
tietij
d2
5-4
*S
tag
ing
-in
st.
25-4
0U
itloo
pver
tr.
25-4
1A
anlo
opve
rtr.
25-4
2St
agin
g-dr
empe
l25
-43
Des
tagi
ng-d
rem
pel
25-4
4St
agin
g-sn
elh.
[tpm
]25
-45
Stag
ing-
snel
h. [H
z]25
-46
Des
tagi
ng-s
nelh
. [tp
m]
25-4
7D
esta
ging
-sne
lh. [
Hz]
25
-5*
Wis
seli
nst
ell
ing
en
25-5
0W
isse
ling
hoo
fdpo
mp
25-5
1W
isse
lgeb
eurt
.25
-52
Tijd
sint
erva
l wis
selin
g25
-53
Tim
erw
aard
e w
isse
ling
25-5
4Vo
orge
pr. w
isse
lings
tijd
25-5
5W
isse
l als
bel
. < 5
0%25
-56
Stag
ing-
mod
us b
ij w
isse
l25
-58
Dra
ai v
olg.
pom
pver
tr.
25-5
9D
raai
op
net
vert
r.2
5-8
*S
tatu
s
25-8
0Ca
scad
esta
tus
25-8
1Po
mps
tatu
s25
-82
Hoo
fdpo
mp
25-8
3Re
lais
stat
us25
-84
Pom
p A
AN
-tijd
25-8
5Re
lais
AA
N-t
ijd25
-86
Rese
t re
lais
telle
rs2
5-9
*S
erv
ice
25-9
0Po
mpv
ergr
end.
25-9
1H
andm
. wis
sele
n2
6-*
*A
na
l. I
/O-o
pti
e
26
-0*
An
al.
I/O
-mo
du
s
26-0
0M
odus
kle
m X
42/1
26-0
1M
odus
kle
m X
42/3
26-0
2M
odus
kle
m X
42/5
26
-1*
An
al.
in
ga
ng
X4
2/1
26-1
0Kl
em X
42/1
lage
spa
nnin
g26
-11
Klem
X42
/1 h
oge
span
ning
26-1
4Kl
em X
42/1
lage
ref
./ter
ugk.
waa
rde
26-1
5Kl
em X
42/1
hog
e re
f./te
rugk
. waa
rde
26-1
6Kl
em X
42/1
filte
rtijd
cons
tant
e26
-17
Klem
X42
/1 li
ve z
ero
26
-2*
An
al.
in
ga
ng
X4
2/3
26-2
0Kl
em X
42/3
lage
spa
nnin
g26
-21
Klem
X42
/3 h
oge
span
ning
26-2
4Kl
em X
42/3
lage
ref
./ter
ugk.
waa
rde
26-2
5Kl
em X
42/3
hog
e re
f./te
rugk
. waa
rde
26-2
6Kl
em X
42/3
filte
rtijd
cons
tant
e26
-27
Klem
X42
/3 li
ve z
ero
26
-3*
An
al.
in
ga
ng
X4
2/5
26-3
0Kl
em X
42/5
lage
spa
nnin
g26
-31
Klem
X42
/5 h
oge
span
ning
26-3
4Kl
em X
42/5
lage
ref
./ter
ugk.
waa
rde
26-3
5Kl
em X
42/5
hog
e re
f./te
rugk
. waa
rde
26-3
6Kl
em X
42/5
filte
rtijd
cons
tant
e26
-37
Klem
X42
/5 li
ve z
ero
26
-4*
An
al.
uit
ga
ng
X4
2/7
26-4
0Kl
em X
42/7
uitg
ang
26-4
1Kl
em X
42/7
min
. sch
aal
26-4
2Kl
em X
42/7
max
. sch
aal
26-4
3Kl
em X
42/7
bus
best
urin
g26
-44
Klem
X42
/7 t
ime-
outin
stel
ling
26
-5*
An
al.
uit
ga
ng
X4
2/9
26-5
0Kl
em X
42/9
uitg
ang
26-5
1Kl
em X
42/9
min
. sch
aal
26-5
2Kl
em X
42/9
max
. sch
aal
26-5
3Kl
em X
42/9
bus
best
urin
g26
-54
Klem
X42
/9 t
ime-
outin
stel
ling
26
-6*
An
al
uit
ga
ng
X4
2/1
1
26-6
0Kl
em X
42/1
1 ui
tgan
g26
-61
Klem
X42
/11
min
. sch
aal
26-6
2Kl
em X
42/1
1 m
ax. s
chaa
l26
-63
Klem
X42
/11
busb
estu
ring
26-6
4Kl
em X
42/1
1 tim
e-ou
tinst
ellin
g3
0-*
*S
pe
cia
le f
un
ctie
s
30
-2*
Ad
v.
Sta
rt A
dju
st
30-2
2Lo
cked
Rot
or D
etec
tion
30-2
3Lo
cked
Rot
or D
etec
tion
Tim
e [s
]3
1-*
*B
yp
ass
-op
tie
31-0
0By
pass
mod
us31
-01
Bypa
ss-s
tart
tijdv
ertr
.31
-02
Bypa
ss-u
itsch
ak.v
ertr
.31
-03
Insc
hak.
tes
tmod
us31
-10
Bypa
ss s
tatu
swoo
rd31
-11
Bypa
ss d
raai
uren
31-1
9Re
mot
e By
pass
Act
ivat
ion
35
-**
Se
nso
rin
ga
ng
op
tie
35
-0*
Te
mp
. in
g.m
od
us
35-0
0Kl
em X
48/4
tem
p. e
enh.
35-0
1Kl
em X
48/4
ing.
type
35-0
2Kl
em X
48/7
tem
p. e
enh.
35-0
3Kl
em X
48/7
ing.
type
35-0
4Kl
em X
48/1
0 te
mp.
een
h.35
-05
Klem
X48
/10
ing.
type
35-0
6A
larm
func
tie t
empe
ratu
urse
nsor
35
-1*
Te
mp
. in
ga
ng
X4
8/4
35-1
4Kl
em X
48/4
filte
rtijd
cons
tant
e35
-15
Klem
X48
/4 t
emp.
bew
.35
-16
Klem
X48
/4 la
ge t
emp.
beg
r.35
-17
Klem
X48
/4 h
oge
tem
p. b
egr.
35
-2*
Te
mp
. in
ga
ng
X4
8/7
35-2
4Kl
em X
48/7
filte
rtijd
cons
tant
e35
-25
Klem
X48
/7 t
emp.
bew
.35
-26
Klem
X48
/7 la
ge t
emp.
beg
r.35
-27
Klem
X48
/7 h
oge
tem
p. b
egr.
35
-3*
Te
mp
. in
ga
ng
X4
8/1
0
35-3
4Kl
em X
48/1
0 fil
tert
ijdco
nsta
nte
35-3
5Kl
em X
48/1
0 te
mp.
bew
.35
-36
Klem
X48
/10
lage
tem
p. b
egr.
35-3
7Kl
em X
48/1
0 ho
ge t
emp.
beg
r.3
5-4
*A
na
l. i
ng
an
g X
48
/2
35-4
2Kl
em X
48/2
lage
str
oom
35-4
3Kl
em X
48/2
hog
e st
room
35-4
4Kl
em X
48/2
lage
ref
./ter
ugk.
waa
rde
35-4
5Kl
em X
48/2
hog
e re
f./te
rugk
. waa
rde
35-4
6Kl
em X
48/2
filte
rtijd
cons
tant
e35
-47
Klem
X48
/2 li
ve z
ero
Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
74 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
99
Trefwoordenregister
AAanhaalmoment frontpaneel........................................................ 68
Aanhalen van klemmen................................................................... 61
Aanlooptijd............................................................................................ 47
Aansluiting voedingskabels........................................................... 12
Aanvullende hulpmiddelen.............................................................. 3
Aarddraad.............................................................................................. 12
Aarding............................................................................... 15, 17, 22, 21
Aardverbindingen.............................................................................. 21
AC-golfvorm............................................................................................. 4
Achterwand........................................................................................... 10
AC-ingang.......................................................................................... 4, 17
AEO............................................................................................................ 29
Afgeschermd met gedraaide paren (STP)................................ 20
Afgeschermde kabel................................................................... 14, 21
Afkortingen............................................................................................ 70
Afmetingen............................................................................................ 68
Alarm Log............................................................................................... 24
Alarmen................................................................................................... 37
AMA...................................................................................... 29, 35, 39, 43
Analoge
ingang........................................................................................... 18, 38ingangen............................................................................................. 18snelheidsreferentie.......................................................................... 31uitgang................................................................................................ 18
Analoog signaal................................................................................... 38
Arbeidsfactor.................................................................................... 4, 21
Auto On..................................................................................... 24, 30, 35
Automodus............................................................................................ 37
Autoreset................................................................................................ 23
BBedieningstoetsen.............................................................................. 23
Bedradingsschema............................................................................. 13
Beoogd gebruik...................................................................................... 3
Bescherming tegen verstoringen................................................ 21
Beveiliging tegen transiënten......................................................... 4
CCertificeringen........................................................................................ 4
Circuitbreakers..................................................................................... 21
Communicatieoptie........................................................................... 42
DDC-koppeling........................................................................................ 39
DC-stroom.......................................................................................... 4, 35
Digitale ingang................................................................ 18, 37, 40, 19
Draairichting van de motor............................................................ 29
EElektrische verstoringen.................................................................. 12
EMC........................................................................................................... 12
EMC-storingen...................................................................................... 14
Externe
commando's............................................................................. 3, 4, 37referentie............................................................................................. 36regelaars................................................................................................ 3reset na alarm.................................................................................... 33vergrendeling.................................................................................... 19
FFaseverlies.............................................................................................. 38
Foutlog.................................................................................................... 24
GGeaarde driehoekschakeling......................................................... 17
Geïsoleerde netbron.......................................................................... 17
Gekwalificeerd personeel.................................................................. 5
Geleverde items..................................................................................... 7
Gewicht.................................................................................................... 68
Goedkeuringen....................................................................................... 4
HHand On........................................................................................... 24, 30
Handmatige initialisatie................................................................... 26
Harmonischen......................................................................................... 4
Hijsen........................................................................................................ 10
Hoge spanning....................................................................................... 5
IIEC 61800-3............................................................................................ 17
Ingangsklem............................................................................ 17, 19, 38
Ingangsklemmen................................................................................ 22
Ingangssignaal..................................................................................... 19
Ingangsspanning................................................................................ 22
Ingangsstroom..................................................................................... 17
Ingangsvermogen................................ 4, 12, 14, 17, 21, 22, 37, 45
Initialisatie.............................................................................................. 26
Installatie......................................................................................... 19, 21
Installatieomgevingen...................................................................... 10
JJumper..................................................................................................... 19
Trefwoordenregister VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 75
KKabelgoot............................................................................................... 21
Kabelgroottes................................................................................ 12, 15
Klem
53........................................................................................................... 1954........................................................................................................... 19
Koeling..................................................................................................... 10
Koppelbegrenzing.............................................................................. 47
Kortsluiting............................................................................................ 40
LLekstroom................................................................................................. 5
Lokaal bedieningspaneel................................................................ 23
Lokale
bediening.............................................................................. 23, 35, 24start....................................................................................................... 30
MMain Menu............................................................................................. 24
Meerdere frequentieomvormers........................................... 12, 15
Menustructuur...................................................................................... 24
Menutoetsen.................................................................................. 23, 24
Met terugkoppeling........................................................................... 19
Montage........................................................................................... 10, 21
Motorbeveiliging................................................................................... 3
Motordata.............................................................................................. 29
Motorgegevens............................................................... 27, 39, 47, 43
Motorkabels..................................................................... 12, 14, 15, 21
Motorsnelheden.................................................................................. 26
Motorstatus.............................................................................................. 3
Motorstroom...................................................................... 4, 29, 43, 23
Motorthermistor.................................................................................. 34
Motorvermogen............................................................. 12, 43, 23, 56
NNavigatietoetsen............................................................ 26, 35, 23, 24
Netschakelaar................................................................................ 17, 22
Netspanning............................................................................ 22, 23, 35
Netvoeding........................................................................................ 4, 17
Nominale stroom................................................................................. 39
OOmgevingscondities.......................................................................... 57
Onbalans van de spanning............................................................. 38
Onbedoelde start................................................................................... 5
Onderhoud............................................................................................. 30
Ontladingstijd......................................................................................... 5
Opbouw hoofdmenu......................................................................... 71
Opengewerkte tekening.................................................................... 8
Opslag......................................................................................................... 7
Opstarten................................................................................................ 26
Optionele apparatuur................................................................ 19, 22
Overspanning................................................................................ 47, 36
Overstroombeveiliging.................................................................... 12
PPELV.......................................................................................................... 34
Potentiaalvereffening....................................................................... 13
Programmeren......................................................... 19, 23, 25, 38, 24
Pulsstart/stop........................................................................................ 33
QQuick Menu............................................................................................ 24
RReferentie................................................................... 31, 35, 36, 37, 23
Relais......................................................................................................... 18
Remmen........................................................................................... 41, 35
Reset............................................................... 23, 37, 39, 44, 23, 24, 26
RFI-filter................................................................................................... 17
RMS-stroom............................................................................................. 4
RS-485...................................................................................................... 20
RS-485-netwerkaansluiting............................................................ 34
SSchakelfrequentie............................................................................... 36
Schokken................................................................................................ 10
Seriële communicatie..................................... 17, 18, 24, 35, 36, 37
Setpoint................................................................................................... 37
Setup.................................................................................................. 30, 24
Slaapstand.............................................................................................. 37
Snelheidsreferentie....................................................... 19, 30, 31, 35
Snelmenu................................................................................................ 23
Spanningsniveau................................................................................. 57
Standaardinstellingen...................................................................... 25
Start/stopcommando........................................................................ 32
Startcommando................................................................................... 30
Startvoorwaarde.................................................................................. 36
Statusmodus......................................................................................... 35
Stroomgrens.......................................................................................... 47
Stuurkaart............................................................................................... 38
Stuurkaart, seriële communicatie via USB............................... 60
Trefwoordenregister VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
76 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
Stuurkabels
Stuurkabels.................................................................... 12, 14, 19, 21thermistor........................................................................................... 17
Stuurklemmen................................................................. 27, 35, 37, 24
Stuursignaal.......................................................................................... 35
Symbolen................................................................................................ 70
TTerugkoppeling
Terugkoppeling.................................................... 19, 21, 42, 36, 44van het systeem.................................................................................. 3
Thermische beveiliging...................................................................... 4
Thermistor....................................................................................... 17, 34
Trillingen................................................................................................. 10
Typeplaatje............................................................................................... 7
UUitgangsklem........................................................................................ 22
Uitgangsstroom............................................................................ 35, 39
Uitlooptijd.............................................................................................. 47
Uitschakeling
(trip)...................................................................................................... 37met blokkering.................................................................................. 37
VVeilige uitschakeling van het koppel......................................... 20
Vereisten vrije ruimte........................................................................ 10
Vermogensklasse................................................................................ 68
Verwijderingsinstructie...................................................................... 4
Voedingsspanning................................................................ 17, 18, 42
Vrije ruimte voor koeling................................................................. 21
VVC+......................................................................................................... 28
WWaarschuwingen................................................................................. 37
Windmilling.............................................................................................. 6
ZZekeringen........................................................................ 12, 21, 42, 45
Zonder terugkoppeling.................................................................... 19
Zwevende driehoekschakeling..................................................... 17
Trefwoordenregister VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 77