-.b-0.-8 6 li · eindverplaatsing en eindkracht tegen deafstand igemiddelde verplaatsing en kracht...
TRANSCRIPT
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
vov Y2\)\ -.b -0.-8 6. U li
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Aan
(:) . <)t r&-je-db4-( ~ ~a-..iI; .e: .« . ~L.... ~ J. 'v"e-....uLz..r fv( ~
~~ li'-f
van
A .Pl.--<J s-WDatum
"'-..It-WOnderwerp
q-r~~ ~cJ_,(....,y~
Doorkiesnummer
<01-;- .. '2.SI~3?:'1Bijlage(n)
~
Het bijgaande wordt u toegezonden
o conform afspraak 0 gaarne reactie voor
0 om te behouden
0 gaarne retour voor
0 met dank voor inzage
0 conform verzoek retour
o met verwijzing naar
o met verzoek de behandeling over te nemen
o met verzoek om advies
o met verzoek om commentaar
o te uwer informatie
M. lJ'Y". 0--. .I
J
Postbus 5044, 2600 GA Delft
Van der Burghweg 1
Telefoon (015) 251 8518
Telefax (015) 251 8555
Bereikbaar vanaf NS-station Delft Centrum met buslijn 63 (halte Oudelaan) en buslijn 129 (halte Balth. v.d, Polweg)
----_._- ---.: . v',.... 1\ --7 /".- .! _.",I ,\ '.
\ ..... .-.' ,,- 1 ( : -- . \.~ , ..) )' "r' (_- " .. '. \1.....•....
.. ~
- ..-
.LJ~~~J~!~~~~~~!~~UI')~IIIIIIIIIIIII~I
IFUGRO INGENIEURSBUREAU B.V.
III Rapport
betreffende
IIIIIIIIIII',;.....
TREKPROEVENZEEDIJKEN WALSOORDEN
- Voorjaar 1998 -
Opdrachtnummer: N-0550Opdrachtnummer RWS DWW 1413
"'"r:
I .'. .... _........ :_.-:~.~~~
. . . _ .... --:':-_ ... -
I -------..-.~ --- --.-~-.._. -.. -------- ....-- --- - ----~--'--r __··_· ·~·..__ • .
~I
"/8\ ~ ..._----'.: J ,Wt--..,---------·· ..·'I'- _.------_.-_ .._ ...
--- --_ .._. - ~-_ .. __ ._-- --_.- ..-----------
~.-------~_..._-- -- -- -- --- _-..~-.-_._-.---------~ ---- - _.---
IIrIH~UD
IINLEIDING .
Blz.:
............................................ . 1
1.1 Algemeen.............. . 1
11.2 Opzet van bet rapport 2
2. PROJECTOMSCHRIJVING 3
12.1 Steenzetonderzoek , 3
2.2 Indeling meetlocaties .4
12.3 Uitgevoerde proeven .
3. BESCHRIJVING MEETLOCATIES ..
13.1 Meetlocatie nabij Wilhelmuspolder :..... .. . ....
3 2 Meetlocatie nabij Kruisdorp .13.3 Meetlocatie nabij Kruispolder .
. 6
.......................................................... 7
...... .. .. . 7
.. . 8
......... 8
34 Opmerkingen betreffende de meetlocaties .. 9
I TOELICHTING TREKPROEVEN ·..··· · ··..· ···· 10
4.1 Equipement. 1014.2 Uitvoering trekproeven 11
4.2.1 Codering stenen 11
I 4.2.2 Uitvoering van de proeven : ·..· · · · 11
4.3 Weersomstandigheden 13
I.ONDERZOEKSRESULTATEN 14. 145.1 Algemeen ..I5.2 Verwerking resultaten trekproeven 15
5.2.1 Mate van vastliggen 16
Ir·
5.2.2 Gepresenteerde grafieken ·..················..··..·· ··17
5.3 1nterpretatie en conclusies 21
SAMENVATTING EN CONCLUSIES 25
••••• _._ .• ~ OM ._.... • .o_ ~, ..... _ •• _ ••••••.•••.• _, .•. ~' , •• -", .-._ .......
IIlijlAGEN
ILGEMEEN
I·ocanekaart Walsoorden. ocatiekaart trekproeven
1
2
IEGEVENS PER LOCATIE
I:ocatie I: PIT-polygoon zuilen + granietzuilenAfmetingen PIT-polygoon zuilen .
- Situatiekaart1- Oabouw dijklichaam- ûwarsprofiel
3A383C3D
locatie 11:Hydroblocks- Afmetingen Hydroblocks
1__SituatiekaartOpbouw dijklichaam
.- Dwarsprofiel
Locatie Ill: Stenen op hun kant
4A
484C40
SituatiekaartOpbouw dijklichaam
5A585C
- Dwarsprofiel
IRESULTATEN TREKPROEVEN
IVoorbeeld resultaat trekproef normaal beëindigdVoorbeeld resultaat trekproef voortijdig beëindigdIEindverplaatsing en eindkracht tegen de afstandGemiddelde verplaatsing en kracht per belastingtrapIPercentages opgetreden verplaatsingen en krachten
FOTO'SIPresentatie foto's trekproeven
6
78A tlm 80gA t/m 9C
10A tlm 10C
11.1 tlm 11.4
III
,tIII1. INLEIDING
I Algemeen
·118 maart 1998 ontving Fugro Ingenieursbureau B,V, van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde
l . .' ", .··!1~r'
:1:,';"::""._.- ..__ . " .'_
'fan Rijkswaterstaat te Delft de opdracht voor het uitvoeren van trekproeven op een aantal typen
'bekleding bestaande uit steenzettingen nabij Walsoorden. In dit rapport worden de resultaten
cecresenteero van de meetcampagne verricht op 3 meetlocaties met 4 verschillende typen
Ikleding, De meetcampagne is uitgevoerd in maart/april 1998,
tOPGracht is verstrekt door de Hoofdafdeling Water van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde in
~et kader van steenzetonderzoek dat wordt uitgevoerd onder begeleiding van de projectgroeptW-AS die deel uitmaakt van de Technische .Adviescommissie voor de Waterkeringen.
Voornoemde dienst heeft ook een groot deel van de apparatuur voor het uitvoeren van de
tkProeven ter beschikking gesteld.
Idrie verschillende vakken, variërend in lengte van ca. 160 meter tot ca. 400 meter, zijn
achtereenvolgens trekproeven verricht op PIT-polygoon zuilen, Hydroblocks en vlakke
ttonstenen die op hun kant zijn geplaatst (koud tegen elkaar). Bovendien is aan de onderzijde
van het vak van de PIT-polygoon zuilen nog een aantal trekproeven verricht op opnieuw gezette
lanietzuilen. De drie vakken zijn gesitueerd op de zeedijk aan de Westerschelde ter hoogte van
alsoorden. De dijk isin beheer bij Waterschap Hulster Ambacht.
Ie metingen hebben betrekking op de kiemkracht tussen de stenen van de verschillende typen
lekleding als gevolg van vorm en ligging van de stenen en het wel of niet aanwezig zijn van
wasmateriaal in de spleten tussen de stenen.
liet doel van de trekproeven is het bepalen van de kans op het voorkomen van losse elementen in
lendijkbekledingconstructie. Daarbij worden onder meer de volgende aspecten onderzocht:
het verband tussen de eindresultaten van de trekproeven en de verschillende typen
I dijkbekleding;
I Opdr. Nr : N-0550
Blz.: 1
"'-'-"~." ._._._._ .._,..-_ •.~..,..~..-._ ..-._- _-_.---_.~ ~-'.~- - .-.- -.- ~..
III de verdeling van verplaatsingen en krachten over de verschillende niveaus van de bekleding.
waarop de trekproeven zijn verricht.
I:e resultaten van de trekproeven zijn van belang voor de bepaling van enige specifieke
I'arameters die worden gehanteerd in computermodellen voor steenzettingen. die uit een
_iementenbekleding zijn opgebouwd. Gezien de recente aanlegdatum van de dijkbekledings-
I-onstructies(aangelegd in 1997) bestaat de intentie de meetcampagne in de toekomst te herhalen
let tussenperioden van enkele jaren. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de
Intwikkeling van de kiemkracht in de tijd.
Î.2 Opzet van het rapport
':I hoofdstuk 2 wordt een nadere beschrijving gegeven van het project. waarbij de onderzoeks-
Ipzet in detail wordt behandeld. De meetlocaties worden beschreven in hoofdstuk 3. De uitvoering
van de trekproeven. die in het kader van het onderzoek zijn verricht, wordt toegelicht in hoofdstukI·Hierbij wordt enerzijds aangegeven welke apparatuur is ingezet en anderzijds de wijze waarop
de proeven zijn uitgevoerd. De verwerkte resultaten en een interpretatie van de verschillende
troeven zijn opgenomen in hoofdstuk 5, om op basis daarvan afsluitend een samenvatting op te
stellen en enige conclusies te trekken in hoofdstuk 6.
IIIIIIII,I ... -........ -
Opdr. Nr : N-05508Iz.: 2
IIIz. PROJECTOMSCHRIJVING
Iz.1 Steenzetonderzoek
IDoor de Dienst Weg- en Waterbouwkunde wordt onderzoek ten aanzien van steenzettingen
uitgevoerd. waarbij voor het hanteren van computermodellen voor steenzettingen kennis van
Ispecifieke parameters van de bekleding van belang is.
IDe meest relevante sterkteparameters die in de tijd in kwaliteit kunnen af- dan wel toenemen zijn
-Je steenhoogte. de kiemkracht en de doorlatendheid. Hierbij kunnen de volgende mechanismen
12en rol spelen:
I:I:.1.I:
mechanische invloeden als slijtage door zandtransport ais gevolg van stroming en inwerking
van de getijden:
klimatologische invloeden;
grondmechanische invloeden (zetting van het dijklichaam);
uit / inspoelen van voegmateriaal en inwasmateriaal;
uit / inspoelen van materiaal uit de onderlagen, met name ook ter plaatse van een
overgangsconstructie;
verplaatsing van de teenconstructie;
drukverschillen ten gevolge van golfslag;
een hoog freatisch. vlak in de onderlagen, mogelijk in combinatie met het dichtslibben van de
voegen.
II
Een aantal van deze mechanismen kan aanleiding geven tot het loskomen of omhoogdrukken van
.elementen uit de bekleding. De overige mechanismen dragen ertoe bij dat elementen uit de
bekleding kunnen verdwijnen of los gaan zitten, waardoor de kans op het loskomen van de stenenIbij hoge golfslag eveneens toeneemt.
III Opdr. Nr : N-0550
Blz.: 3
I •.••••• - ..... _ .• -... ~._.~ •• _. - - •• -'< ••••.• -.,.._.~_ ••.• _ ••• _ ••• _-~ •. _-._ ••• _~--_ .• -,_ •. - .,.-.~ •• __ ._ .... - •. _ .._-_._. __ • __ ._._-._._., ... _"". ----_._---_.-_ ••
I -r:~R,~;'.
I12.2Indeling meetlocaties
l:-iet onderzoek is verricht nabij Walsoorden op Zeeuws Vlaanderen, De onderzoekslocatie is
giobaal weergegeven op bijlage 1, De trekproeven zijn uitgevoerd op 3 verschillende locaties,
Iwaarbij het type dijkbekleding varieerde. Het betreft de volgende bekledingstypen per meetlocatie:
Locatie I Wilhelminuspolder: PIT-polygoon zuilen en granietzuilen: .
ILocatie 11 Kruisdorp: Hydroblocks;
Locatie III Kruispolder: Vlakke betonstenen op hun kant (koud tegen elkaar).In tabel 1 zijn van deze 3 locaties de benodigde specifieke gegevens samengevat. Op bijlage 2 is
Je ligging van de locaties nader aangegeven,
I~abel i Overzicht locaties en raaien
I
Meet Steentype aantal stenen I Lengte vak Beproefd iCode IGetrokken rij Ilocatie in vak I aantal stenen Imeetraa; I(vanaf bovenste I
[rij x kolom] [m] [rij x kolom] I steenrij) !i I PIT-polygoon 70 x 800 ca. 171 4 x 50 A 6,i zuilen B 23Ii C 39I
ii 0 55I
III Granietzuilen in rij 800 ca.190 1 x 30 M 4II
III Hydroblocks 54 x 600 ca. 160 4 x 50 E 5+6
F 17 + 18
I G 29 + 3011 H 41 + 42iII III Betonstenen 51 x 800 ca.400 4 x 50 I 3II! J 15,1
i K 27! L 39
III
III
In principe zijn in alle meetraaien 50 stenen beproefd, 25 met een even en 25 met een onevenInummer. Uitzondering hierop vormt raai M waarin slechts 30 stenen zijn beproefd.
IDe ligging van de raaien op de locaties is nader aangegeven op bijlage 3B, 4B en SA.
II Opdr. Nr : N-0550
Blz.: 4
III Er' worden per meetlocatie 4, of in het geval van meetlocatie l. 5 niveaus onderscheiden die zijn
aangegeven in de tabellen 1 en 2. De nummering van de steenrijen van deze niveaus geschiedtI vanaf de bovenkant van de bekleding.
I De vlakke betonstenen die op hun kant koud tegen elkaar zijn geplaatst, hebben afmetingen van
50 cm bij 50 cm. De dikte van de stenen bedraagt 20 cm en het gewicht ongeveer 115 kg. MetIbetrekking tot de PIT-polygoon zuilen en de Hydrobloeks wordt verwezen naar bijlage 3A en 4A,
waar de vorm en afmetingen zijn aangegeven. Opgemerkt wordt hierbij nog dat de PIT-polygoonI zuilen kleiner en daardoor lichter zjjn dan de Hydroblocks (resp. ca, 30 kg en ca. 44 kg), De
granietzuilen. die eveneens op hunl kant zijn geplaatst op een vlakke bedding, verschillen sterkI van afmeting waardoor er verder niet op in wordt gegaan,
IDe gegevens betreffende de opbouw van de dijklichamen zijn weergegeven op de bijlagen 3C, 4C
en 58 verstrekt door het Projectbureau Zeeweringen. onderdeel van de Directie Zeeland vanIRijkswaterstaat. De dijken zijn in beheer bij het Waterschap Hulster Ambacht.
Tabel 2: Niveaus en globale hoogteligging van de raaien.
I Raaien Dijkbekledings- Globale hoogteliggingtype [ m t.o.v. NAP]
A PIT-polygoon zuilen + 6,168 PIT-polygoon zuilen + 5.41C PIT-polygoon zuilen + 4,66
I 0 PIT-polygoon zuilen + 3,86 .I
! E Hydroblocks + 5,61F Hydroblocks + 4,94G Hydroblocks + 4,18H Hydroblocks + 3,42I Stenen op hun kant + 5,95J Stenen op hun kant + 5,38K Stenen op hun kant + 4,66L Stenen op hun kant + 3,95M _' Granietzuilen + 2,87
IIIIIIIDe hoogteligging van de 'raaien is weergegeven in de dwarsprofielen op de bijlagen 3D, 40 en SC.
I Opdr. Nr : N-0550Blz.: 5
·I~""""H""""__' I!_"&_"~~= -- ~~_'
I -füliRO" ~,,'!:::' !
I12.3 Uitgevoerde proeven
De trekproeven op de zeedijken langs deWesterschelde ter hoogte van Walsoorden zijnIuitgevoerd in maart i april 1998. In tabel 3 is weergegeven op welke data de trekproeven in de
betreffende raaien zijn uitgevoerd.I .In de vakken zijn de trekproeven verricht in 2 series: eerst zijn de 25 even genummerde stenenIgetrokken en daarna de 25 oneven genummerde stenen. Van raai M zijn echter alle 30 even en
oneven genummerde stenen achter elkaar getrokken. De trekproeven in deze laatste raai zijn nietIvolledig uitgevoerd als gevolg van het opkomend getij op de laatste meetdag. Door de
opdrachtgever is in een later stadium besloten de resterende trekproeven uit deze raai niet alsnogIuit te voeren. maar deze uit het onderzoeksprogramma te laten vervallen.
ITabel 3: Overzicht trekproeven in de tijd.il
Datum Even nummersIOneven nummers
II'
il in raai in raaiIII 31-03-1998 K02-04-1998 A
II
06-04-1998 ABC07-04-1998 EFGH08-04-1998 0 ABCo
I 09-04-1998 EFGH15-04-1998 IJK L16-04-1998 M IJK L M
..Op de drie meetlocaties znn de volgende trekproeven uitgevoerd:1- in raai A tlm L, 50 stenen met code AOOtlm L49
- in raai M, 30 stenen met code MOOtlm M29
loe locatie van de te trekken stenen is vooraf met een computerprogramma zodanig random
bepaald, dat er zich tussen twee stenen minimaal 11 en maximaal 19 stenen bevinden die niet
Iwordengetrokken. Gemiddeld gesproken is per zestien stenen één trekproef uitgevoerd. ~an de
hiervoor genoemde methode is in vak" enigszins afgeweken. Aangezien de lengte van dit vak
Ikleiner is dan in de andere vakken, is er voor gekozen de oneven stenen in een rij direct onder de
rij met even stenen te trekken, waarbij per 12 stenen één trekproef is uitgevoerd. De afstand
Itussende stenen is zodanig gekozen dat de onderlinge proeven elkaar zo min mogelijk
beinvloeden waarbij voorts rekening is gehouden met de mogelijkheid om na verloop van enige
IJarenopnieuw trekproeven te verrichten op andere stenen in de betreffende raaien.
. Opdr. NrBlz.:
: N-05506
I • - _.,-_ •• ~ -_ .._- •••••• _._. _ ••_ '_ .• '-_. , ~••~ ._~ - - "'0' .
III 3. BESCHRIJVING MEETLOCATIES
I De indeling van de meetlocaties is verwerkt in de tabellen 1 en 2. De trekproeven hebben
plaatsgevonden in het bovenste deel van de dijkbekleding (met uitzondering van de beproefdeI granietzuilen. die nabij de H.W.-lijn zijn gelegen).
De hoogteligging van de raaien ten opzichte van het getij kan globaal worden afgeleid uit onder-
II
staande getijgegevens, die betrekking hebben op een locatie ter hoogte van Hansweert (aan de
overzijde van de Westerschelde).
H.W. bij springtij
H.W. bij gemiddeld tij
L.W. bij gemiddeld tij
NAP + 2.77 m
NAP + 2.42 m
NAP - 2,06 mII
in het vervolg van dit hoofdstuk zal een globale beschrijving worden gegeven van de opbouw van
de dijkbekledinq, voor een grafische weergave wordt verwezen naar bijlage 3C, 4C en SB.
II
3.1 Meetlocatie nabij Wilhelmuspolder
De opbouw van de dijkbekleding ter plaatse van het onderzochte dijkvak kan globaal als volgt
worden omschreven, gaande in een richting van beneden naar boven ( tabel 4a):
Tabel 4a: Opbouw bekleding locatie I.II
Hoogte in m t.o.v. NAP Omschrijving
+ 1.0 Betonnen opsluitband 1,0 x 0,5 x 0,15/0,10 m
+ 1,0 tot + 3,0 Granietzuilen (op z'n kant) 0,3/0,35 m
op steenslag 0,02/0,04 m, dik 0,1 m
+ 3,0 Betonnen opsluitband 1,0 x 0,5 x 0,15/0,10 m enperkoenpalen lang 1,2 m (4 stlm)
+ 3,0 tot + 6,35 PIT-polygoon zuilen 0,22 x 0,22 x 0,35 m metinwasmateriaal4/32 mm op steenslag 0,02/0,04 m, dik0,1 m en qeotextiel non-woven (type 1)
+ 6,35 Betonnen opsluitband 1,0 x 0,4 x 0,15/0,10 m
+ 6,35 tot + 6,50 Rijbaan breed ca, 3,0 meter bestaande uit asfalt 0,06 m dikop betongranulaat 0-0,04 m, dik 0,25 m
+ 6,50 tot + 6,65 Berm met gras, op klei
IIIIII
De gemiddelde taludhelling van de steenbekleding I bedraagt ca. 1:3,8.
.1...Opdr. Nr : N-0550Blz.: 7
II :. "
. ,",-., .
II De indeling van de meetlocatie is reeds in paragraaf 2.2 besproken. Deze locatie I (raai A-B-C-D
en raai M) is volledig bekleed met PIT-polygoon zuilen en granietzuilen. De steenbekleding is
I aangelegd in 1997.
I 3.2 Meetlocatie nabij Kruisdorp
De opbouw van de dijkbekleding ter plaatse van het onderzochte dijkvak kan globaal als volgt
I worden omschreven gaande in een richting van beneden naar boven ( tabeI4b):
ITabel 4b: Opbouw bekleding locatie /I.
IIII
it Hooate in m t.o.v. NAP ! OmschrijvingI - I Betonnen opsluitband 1.0 x 0.5 x 0.15/0,10 mi! + 1.0:1ij + 1.0 tot + 3.0 I Granietzuilen (op z'n kant) 0.3/0.35 mn,I . op steenslag 0.02/0.04 m. dik 0,1 mI!~i + 3.0 Betonnen opsluitband 1.0 x 0.5 x 0.15/0,10 m en Iq
I:1., perkoenpalen lang 1.2 m (4 st/m)Ij,
+ 3.0 tot + 6.35 Hydroblocks 0,27 x 0,25 x 0,35 m met inwasmateriaal 4/32,mm op steenslag 0,02/0,04 m, dik 0,1 m en geotextiel non-woven (type 1)
+ 6,35 Betonnen opsluitband 1,0 x 0,4 x 0,15/0,10 m
+ 6,35 tot + 6,50 Rijbaan breed ca. 3,0 meter bestaande uit asfalt 0,06 m dikop betongranulaat 0-0,04 m, dik 0,25 m
+ 6.50 tot + 6,65 Berm met gras op kleiII De gemiddelde taludhelling van de steenbekleding bedraagt 1:3,7.
II
De indeling van de meetlocatie is reeds in paragraaf 2.2 besproken en betreft locatie 11 (raaien E-
F-G-H). De steenbekleding is aangelegd in het laatste kwartaal van 1997.
3.3 Meetlocatie nabij Kruispolder
II
De opbouw van de dijkbekleding ter plaatse van het onderzochte dijkvak kan globaal als volgt
worden omschreven gaande in een richting van beneden naar boven (zie tabel 4c):
II Opdr. Nr : N-0550
Blz.: 8
I
, ....;.. .....: ...~.~;,fo.,.;i;" f'•. r
~
I GRDrr..:.~·· ."~'~-'" ' ..~
~ .L"'!ffi1'l'·,Jo • ~ -,- .',!. • .r.û"J'lï~."" ~'~'-J
:!::.:~~'3:~~~....':'_'.~
IITabel .fc. Opbouw bekleding locatie Ill.
I
i: Hoogte in m t.O.V. NAP I Omschrijving II
1
q+ 1.2 I Perkoenpalen I
:1
i + 1.2 tot + 3.25 NatuursteenII + 3.25 Betonnen opsluitband 1,0 x 0,5 x 0,15/0,10 m en
Iperkoenpalen lang 1,2 m (4 st/rn)
+ 3,25 tot + 6.0 Vlakke betonstenen op hun kant 0,5 x 0,5 x 0,2 m opsteenslag 4/20 mm. dik 0.1 m op geotextiel non-woven(type 1)
+ 6.0 Opsluitband 1,0 x 0,4 xO.1S/0,10m
! + 6.0 tot + 6.35 PIT-polygoon zuilen 0.22 x 0.22 x 0.35 m metII inwasmateriaal 4/32 mm op steenslag 0.02/0.04 m, dik 0.11:1
m en geotextiel non-woven (type 1) ii
i\+ 6.35 tot + 6.5 I Rijbaan breed ca. 3.0 m bestaande uit asfalt 0.06 m op \
betongranulaat 0-0.04 m. dik 0.25 m I:\ + 6.5 tot + 6.65 I Berm met gras op klei \:1
II
IIIIDe gemiddelde taludhelling van de steenbekleding bedraagt 1 3,7.
De indeling van de meetlocatie is reeds in paragraaf 2.2 besproken en betreft locatie III (raaien 1-
I J-K-L). De steenbekleding is aangelegd in 1997.
II
3.4 Opmerkingen betreffende de meetlocaties
Afhankelijk van het type stenen blijken er grote verschillen te bestaan met betrekking tot de
grootte van de spleten tussen de stenen (zie foto's bijlage 11).
IDe stenen op hun kant liggen koud tegen elkaar zodat de afstand tussen de stenen minimaal is.
Bij de PIT-polygoon zuilen en de Hydroblocks is er ruimte tussen de stenen als gevolg van de
Ivorm van de stenen. Deze ruimte is gedeeltelijk opgevuld met basaltsplit als inwasmateriaal
waarbij opgemerkt dient te worden dat de ruimtes tussen de Hydrobiocks over het algemeen beter
Igevuld zijn met basaltsplit, bovendien sluiten deze stenen beter aan (ze klemmen elkaar beter in).
Tenslotte is het opvallend dat binnen de raaien zelf ook grote verschillen te zien zijn met
betrekking tot de afstand tussen de stenen onderling.
De sortering van het inwas materiaal voor de PIT-polygoonzuilen is in principe dezelfde als die voor
de Hydroblocks, namelijk 4/32 mm.III Opdr. Nr : N-0550
Blz.: 9
·-1
I -r,~~.o.;~ 1";-
. ':t. ,:,.",-
II4. TOELICHTING TREKPROEVEN
~n dit hoofdstuk wordt een beknopte beschrijving gegeven van de wijze waarop de trekproeven zijn
litgevoerd. De trekproeven zijn uitgevoerd met het meetequipement beschikbaar gesteld door de
:-1oofdafdeling Water van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde. In de bijlagen 11.1 tlrn 11.4
INorden de metingen geïllustreerd aan de hand van een aantal foto's.
14.1 Equipement
Het meetequipement bestaat globaal uit:
la) Meetwagen (4 x 4 aangedreven terreinvoertuig):
IDit voertuig is ten behoeve van de metingen onder meer uitgerust met 2 in serie geschakelde
accu's. een acculader en een omvormer (van 24 Volt naar 220 Volt) voor de stroomvoorzieningIvan de meetapparatuur. Ten behoeve van het aansturen van de hydrauliek op de aanhanger voor
de trekproeven en het uitvoeren van de trekproeven, is een en ander aan elektronica vastIingebouwd. Tevens is een permanente "expansion-base" voor een portable computer aanwezig.
Tijdens de metingen wordt een portable computer met scherm en toetsenbord geïnstalleerd.
Ib) Aanhanger voor trekproeven:
IDe aanhanger bevat een elektrisch a~gregaat van 380 Volt, aangedreven door een dieselmotor
die beide gezamenlijk vrij opgehangen zijn in de lengteas van de meetaanhanger. Een acculader
Ien een accu voor het opstarten van de dieselmotor zijn aanwezig.
De meetaanhanger kan worden afgestempeld door middel van een elektrisch aangedreven
Ihydraulisch aggregaat en een viertal stempelcilinders.
IDe trekunit op de meetaanhanger bestaat uit een trekcilinder met een maximale trekkracht van
2000 kgf. Voor het uitvoeren van een trekproef wordt gebruik gemaakt van een trekhaak die wordt
I bevestigd aan een anker dat vooraf in de steen is aangebracht. Via de trekhaak wordt de
trekkracht van de cilinder die zich in de aanhanger bevindt overgebracht. Voor de uitvoering is hetI van groot belang dat detrekproef loodrecht op het talud plaatsvindt Hiertoe is de terkcilinder vrij
opgehangen in een frame waarvan het vlak met behulp van twee verstelbare waterpasjes
I evenwijdig aan het talud wodt gebracht.
Opdr. Nr : N-05508Iz.: 10
I ...... _. •. q' •••••• --~ ._.". --,--_._ •••• ---~.... ••• -" •
IIIBovendien zijn er twee veerbalansen aanwezig die de dwarskracht op de trekcilinder als gevolg
van de scheefstand van de aanhangwagen compenseren. Het meet- en stuurgedeelte bestaat uitIeen kracht- en verplaatsingsopnemer en de nodige elektronica voor het aansturen van het
hydraulisch systeem ten behoeve van de trekcilinder.
14.2 Uitvoering trekproeven
14.2.1 Codering stenen
Zoals reeds in paragraaf 2.3 is vermeld zijn de te beproeven stenen in de raaien random bepaaldImet behulp van een computerprogramma. waardoor de onderlinge afstand van de beproefde
stenen in een serie varieerde van ca. 3.5 meter voor de PIT-polygoon zuilen en Hydroblocks totIca. 8 meter voor de stenen op hun kant. De random afstanden zijn zodanig, dat kan worden
aangenomen dat een trekproef niet beinvloed wordt door die van de naast liggende stenen waarbijIer bovendien voldoende ruimte is om in de toekomst nog meer trekproeven te verrichten. Voor de
Hydroblocks is er bovendien nog voor gekozen de oneven stenen één rij lager te trekken dan de
Ieven stenen zodat deze elkaar ook niet beïnvloeden.
IDe codering van de raaien en stenen is opgebouwd uit een letter voorstellend de raai zoals
aangegeven op de situatietekeningen in de bijlagen 38, 48 en SA en een opvolgend steennummer
Iin de betreffende raai. Voor aanvang van de trekproeven is de codering op de betreffende stenen
aangebracht (zie bijlage 11).
14.2.2Uitvoering van de proeven
INadat de stenen van een raai op de vooraf bepaalde random afstanden zijn uitgezet wordt iedere
steen gefotografeerd. Vervolgens zijn alle stenen voorgeboord, is er een plug ingeslagen en is erItenslotte een trekoog ingedraaid. Met betrekking tot de proef is het van groot belang dat de stenen
diep genoeg worden voorgeboord en de pluggen er voldoende vast worden ingeslagen. Gebeurt
'1 dit niet, dan is de kans dat de plug losschiet groot.
Voor het verrichten van een trekproef wordt de meetwagen met aanhanger boven de steen
Igereden. De aanhanger wordt afgestempeld. Via de trekhaak, wordt de trekkracht, uitgeoefend
door de trekcilinder, overgebracht op de steen. Vanuit de meetwagen wordt via de computer
Iopdracht gegeven om de trekproef te starten, waarna de proef geheel automatisch wordt verricht.
De trekproef duurt in principe 60 seconden en kan worden verdeeld in 2 x 30 seconden:
I Opdr. Nr : N-OSSO8Iz.: 11
'-1' ..", ......
IIIIIIIIIIIIIIIIIIII
GRD':!;: ::~" . ,. t._.,,,. .' .~..
,,;''''I,\'''' '''',1,,\,,",'/"., ':'('
.rvr.
• Gedurende de eerste 30 seconden wordt de trekkracht opgebouwd van ca. 50 kgf tot ca. 900
kgf. Er wordt gestreefd naar een lineair oplopende trekkracht: afwijkingen. bijvoorbeeld als
gevolg van geringe verplaatsingen van de steen. worden zo goed mogelijk gecorrigeerd door
het besturingssysteem.
• Gedurende de periode tussen 30 en 60 seconden wordt de kracht constant op ca. 900 kgf
gehouden.
De computer legt de gewenste trekkracht aan het systeem op, waarbij de geleverde kracht en de
opgetreden verplaatsing 9 keer per seconde worden vastgelegd. De resultaten worden
gepresenteerd op een grafiek die op het beeldscherm in de meetwagen verschijnt.
In de grafiek is tevens het verloop zichtbaar van de werkelijke verplaatsing (bepaald aan de hand
van een nulmeting). alsmede de gewenste trekkracht en de daadwerkelijk door het systeem
geleverde kracht. De trekproef kan op twee wijzen automatisch worden beëindigd:
• Gedurende de volle 60 seconden van de proef blijft de verplaatsing beneden de 25 mm en
doorstaat de steen de trekkracht van ca. 900 kgf. De maximale verplaatsing wordt hierbij
vastgelegd. Een voorbeeld van een dergelijke "normaal beëindigde proef' is weergegeven op
bijlage 6.
• Indien de optredende reële verplaatsing groter wordt dan 25 mm wordt de trekproef
automatisch voortijdig beëindigd teneinde beschadiging van de steenzetting te voorkomen. De
kracht waarbij de verplaatsing van 25 mm wordt overschreden wordt hierbij vastgelegd. Een
voorbeeld van een dergelijke "voortijdig beëindigde proef' is weergegeven op bijlage 7.
Zowel voor het begin als na de beëindiging van de proef bestaat de mogelijkheid om opmerkingen
in de computer in te voeren, waarna eventueel de proef op het beeldscherm kan worden herhaald.
De resultaten worden zowel vastgelegd op de harde schijf van de computer als op een diskette.
Indien de proef niet betrouwbaar is of niet is gelukt, kan de proef worden herhaald.
Gedurende de metingen vraagt het computerprogramma ieder uur om algemene gegevens met
betrekking tot onder meer:
- de weersgesteldheid (luchttemperatuur, wind en mate van bewolking).
- de temperatuur in de voegen tussen de stenen.
Opdr. Nr : N-05508Iz.: 12
III 4.3 Weersomstandigheden
De algemene weersomstandigheden en de variaties in temperatuur zoals deze zijn bepaald tijdens
I de uitvoering van de trekproeven zijn weergegeven in tabel 5. De vermelde omstandigheden
hebben betrekking op een bepaald tijdstip op de dag, over het algemeen betreft dit een tijdstip
I rond 12.30 uur.
I Tabel5: Weersomstandigheden tijdens uitvoering trekproeven.
I11
Datum Weers-I
Windrichting Windsnelheid Raai /I Temperatuurgesteldheid (in graden even of oneven
I Celsius) I : stenen
I131 maart 1998 licht bewolkt I 13.8 i zuid tot
Izwak tot matig
IK I
I I II
il I!
zuidwest even'I
Ii I
II
p 2 april 1998 zwaar i 9,8 west
Izwak tot matig A
1
il I
!I bewolkt I I I evenI1 6 april 1998 I 11.5
Izuid tot zwak tot matig ABC i
zwaar I
iI ibewolkt I zuidwest even
7 april 1998 bewolkt en 8,9 zuid tot zwak tot matig E F G H
regen zuidwest even
8 april 1998 zwaar 12,4 west tot zwak tot matig D even
bewolkt noordwest ABCDoneven
9 april 1998 zwaar 11,5 oost tot zwak tot matig EFGH
bewolkt noordoost oneven
15 april 1998 zwaar 5,1 oost tot zwak tot matig IJK L
bewolkt zuidoost even
16 april 1998 bewolking 9,4 west tot matig IJK L oneven
met zon zuidwest MOO Um 29
I
IIIIIIII-I·-1...
-I Opdr. Nr : N-055081z.: 13--I··
tIIIIIIIIIIIIIIII-II-I...
-I
5.0NDERZOEKSRESULTATEN
5.1 Algemeen
De resultaten van de trekproeven worden vastgelegd op zowel de harde schijf van de portable
computer als op diskette; per diskette wordt een dagproduktie vastgelegd. De verwerking van de
gegevens vindt plaats met behulp van door de opdrachtgever verstrekte programmatuur. waarmee
de resultaten van de bestanden kunnen worden verwerkt, gerubriceerd en weggeschreven naar
zogenaamde verzamelbestanden. die aldus een overzicht geven van de diverse meetresultaten.
Met behulp van deze programmatuur worden de volgende verzamelgegevens en resultaten
verkregen:
Resultaten trekproeven per steen.
Van de trekproeven zijn de grafieken geprint, die de relatie tussen de kracht en de verplaatsing in
de tijd weergeven, zoals deze tijdens de uitvoering van de meting op het beeldscherm verschijnen
(zie bijlage 6 en 7).
De resultaten van de trekproeven per steen met eventuele opmerkingen vermeld tijdens de
uitvoering worden voorts weergegeven in een overzicht. Per raai wordt in dit overzicht van elke
steen onder meer de afstand in de raai vanaf het nulpunt, de opgetreden trekkracht (in stappen
van 150 kgf) en de daarbij gemeten verplaatsing vermeld.
Resultaten per raai:
De resultaten per raai aangaande het aantal beproefde stenen, het aantal losgekomen stenen bij
oplopende belasting, alsmede het aantal vastliggende stenen dat binnen een bepaald
verplaatsingsinterval is gebleven, worden in een overzicht vermeld.
Algemene gegevens:
In een overzicht worden alle ingevoerde gegevens betreffende de weersgesteldheid, alsmede de
temperatuur gemeten tussen de voegen van de stenen en de codering van de op dat moment
getrokken steen in chronologische volgorde gepresenteerd.
Opdr. Nr : N-0550Blz.: 14
••.••. _ ••.• ~~- ••• '".,- < ~, -.;._ •••• '~ .•••• -' •• -. ~ ••••• _ _._._- •• - '_- •• __ • -_ •• _--.-_ .• _-_ , _.~ •• _ •. _._,- •
II,
IIIIIIII-II-I-III-I-I~I,-I
Voor de uiteindelijke verwerking van de gegevens is gebruik gemaakt van een personal computer
en een spreadsheet-programma. waarin de resultaten per raai zijn verwerkt. Daarbij zijn diverse
relaties uitgewerkt, waarvan de resultaten grafisch zijn gereproduceerd.
5.2 Verwerkinq resultaten trekproeven
Bij de beoordeling van de meetresultaten zijn de onbetrouwbare proeven buiten .beschouwing
gelaten. Dit betreft slechts 3 trekproeven van het totaal aantal van 630 proeven.
Bij een relatief groot aantal stenen is een proef herhaald. vooral vanwege het lostrekken van de
plug uit de steen. Het meest representatieve resultaat van de trekproef is in dat geval in de
beoordeling meegenomen.
Tabe! 6a geeft per raai de uitval aan trekproeven en het aantal "losgekomen" stenen. Tevens is
aangegeven bij welke minimale kracht de stenen in de betreffende raai loskwamen.
Naar aanleiding van de resultaten van de trekproeven zijn de volgende bijzonderheden
geconstateerd waarna besloten is de proeven niet mee te nemen in de beoordeling:
• steen AOa : Defect trekapparaat; proef is niet opnieuw gedaan.
• steen A 10 : Defect trekapparaat; steen is volledig uit het talud getrokken.
• steen G37 : Boorgat te groot; proef is niet uitgevoerd.
Opdr. Nr : N-0550Blz.: 15
I~-----------------·~-~-~=-=--~~~~~~-~'~-_·III
5.2.1 Mate van vastliggen
In tabel 6a wordt een overzicht gegeven van het aantal stenen dat per raai is beproefd en hetI aantal stenen dat is meegenomen bij de verwerking van de resultaten. Tevens IS in deze tabel
opgenomen:
II
• het aantal en percentage "losgekomen" stenen in de raai en
• de minimum trekkracht die in de raai is opgetreden.
In tabel 6b is het percentage "losgekomen" stenen per raai per locatie weergegeven.
I Tabel 6a: Uitval trekproeven, aantal 'losgekomen r stenen en minimaal opgetreden trekkracht.
I
if Raai I Aantal I
Aantal
IAantal ! Aantal' I .% I 'Min, II
i Iq I I I.j I stenen
Ion betro.uwbare betrouwbare ! "'osse!' stenen "losse" trekkrachtI
I. j
beproefd
I! . stenen [kgfl.··.· .....d I proeven" proeven . ' . ..
I1I
i I i 0,.301 f(s1?' .totaal.11
1 I I I [sT .:;. .' :.'" .....• ' /.'• 1 I .' ! '..J'
I IA 50 2 48 45 0 45 94 180B I 50 0 50 I 48 1 49 98 I 275C 50 0 50 50 0 50 100 1570 50 0 50 44 0 44 88 93E 50 0 50 35 1 36 72 379F 50 0 50 22 0 22 44 480G 50 1 49 15 1 16 65 373H 50 0 50 19 1 20 40 280I 50 0 50 50 0 50 100 157j 50 0 50 48 0 48 96 127K 50 0 50 50 0 50 100 143L 50 0 50 50 0 50 100 165M 30 0 30 3 3 6 20 533
totaal 630 3 627 479 7 486 77,5 93
IIIIII
I Tabel 6b: Percentage "losgekomen" stenen per raai per locatie.
II
II
raai". .....': % losse: :I(:}~~l !;,.' ~:lp~~~·::iJ.·.·:··raai ~k;îbäsä'11 '(~~;t;:)'•.> .•~s.·.•~t'eidn••·.~e:~n••.•.:.·...•...·.:.'.:...!.•..••..•.steneri::····I,)··, .•, ..••.•.•.,.••:..•.•. ·stenen···· •..........•.\:.;. \:_~teriên•.". . :.•...•
A 94 E 72 100 M 20B 98 F 44 j 96C 100 G 65 K 1000 88 H 40 L 100
Opdr.Nr :N-0550Blz.: 16
.•- -_.~._- • '.•, * •'-_' •. p- •. _.'_" "_ -_._-I
IIIIII,II'IIII,II'1II1'1-I,_,..,
1_.
5.2.2 Gepresenteerde grafieken
Voorafgaande aan een nadere bespreking van de typen bijlagen wordt opgemerkt. dat waar
sprake is van gemiddelde verplaatsingen of gemiddelde krachten deze zijn verkregen door de
resultaten van alle betrokken trekproeven te middelen.
Betreft het hierbij de gemiddelde verplaatsing, dan wordt voor die stenen die een eindverplaatsing
te zien hebben gegeven van meer dan 25 mm als resultaat voor deze trekproef 25 mm genomen
(bij deze stenen is de trekproef voortijdig beëindigd. deze stenen worden dan ook beschouwd als
los)
Betreft dit anderzijds de gemiddelde kracht. dan wordt voor die stenen die een eindkracht te zien .
nebben gegeven van meer dan 900 kgf als resultaat voor die trekproef 900 kgf genomen (bij deze
stenen is de trekproef vOlledig uitgevoerd. deze stenen werden dan ook beschouwd als "vast").
Bovendien is er tijdens de metingen ook een aantal keren een kleine negatieve verplaatsing
geconstateerd als gevolg van geringe onnauwkeurigheden in het meetsysteem. Voor de
verwerking van de gegevens zijn deze negatieve waarden gelijkgesteld aan nul.
Van alle raaien zijn van de meetresultaten de volgende grafieken gepresenteerd:
• Verplaatsing en kracht tegen de afstand;
• Gemiddeldeyerplaatsing en kracht per belastingtrap;
• Percentages opgetreden krachten en verplaatsingen.
In deze grafieken worden de resultaten van PIT-polygoon zuilen, Hydroblocks en stenen op hun
kant apart in een figuur weergegeven. Voor granietzuilen geldt, met betrekking tot de laatste twee
grafieken dat de resultaten worden meegenomen bij de raaien A-B-C-D. Bij het eerste type grafiek
worden de resultaten voor raai M in een aparte figuur gezet. Voorbeelden van de 3 typen
grafieken zijn op de volgende bladzijden gepresenteerd.
r'Opdr. Nr : N-0550Blz.: 17
IIIIIII'II --
::l
'"I c::',,,":
'-C.l>--I w
-I
I,JII1
1~IJriek 1. Verpiaatsing en kracht teçen de afstand
:0 'I ~o
I
i 5
10
600
w800
'1 1~OO
1400
1600
1800
2000-'::o ~----------------------------------------------------~
In de bijlagen 8A tJm 80 wordt een lijndiagram gepresenteerd, waarbij het eindresultaat van alle te
beschouwen trekproeven voor de vier nader aangegeven raaien wordt weergegeven. Op de
horizontale as wordt de afstand in m vanuit het nulpunt van de raai weergegeven. Op de linker
verticale as wordt de eindverplaatsing in mm gepresenteerd voor die trekproeven die een
eindverplaatsing van 25 mm of minder te zien geven. Indien bij een trekproef sprake is van een
eindverplaatsing groter dan 25 mm, wordt voor die trekproef aan de bovenzijde van de dikke lijn in
de figuur de eindkracht gepresenteerd, waarbij deze verplaatsing is opgetreden. De kracht wordt
in kgf afgelezen op de rechter verticale as. Opgemerkt wordt nog dat de onder elkaar gelegen
raaien in dit type grafiek naast elkaar zijn geplaatst.
o RAAI A RAAIS RAAIC RAAID;:: ,._
o,._-oo
Afstand (mI
Opdr. Nr : N-0550Blz.: 18
IIIIIIIIII·1I·1·1II-I-I~'I-I
-r-GRID,'" '.t- j
"_',.:,., . ~.
Grafiek 2: Gemiddelde verplaatsing en kracht per belasting.
soo
,0 sec
7CO
-:? "~
-<
:~() ~,
aRAAtr!9RAAI E
llRAAIG~RAAIH
300
100
o300kg 600kg 900kg ~ Eindkr. Eindkr. Eindkr. EincSkr.
E F G H
In de bijlagen 9A t/m ge wordt een staafdiagram gepresenteerd, waarbij voor een bepaalde raai
de gemiddelde verplaatsing en de gemiddelde kracht is weergegeven. Op de horizontale as zijn
de belastingen van 300, 600 en 900 kgf, alsmede de gemiddelde eindverplaatsing en de
gemiddelde eindkracht uitgezet. Op de linker verticale as wordt de verplaatsing in mm gepresen- -
teerd, op de rechter verticale as de kracht in kgf. In het staafdiagram zijn per belastingtrap de
staven voor de 4 raaien uitgezet. Voor alle duidelijkheid wordt hierbij nog opgemerkt. dat voor de
eerste vier belastingtrappen (300, 600 en 900 kgf, alsmede eindverplaatsing) de gemiddeld
bereikte verplaatsing wordt weergegeven en voor de laatste belastingtrap (eindkracht) de
gemiddeld bereikte kracht.
Opdr. Nr : N-0550Blz.: 19
'r~- ' ,",1$tf~H~i:t:t1&;~ii~~t~i6W~(~;~1~;£~~~~::~'._:)?:.2!~··;.'.~:'.:,~.;':_~.,, ,
I'II
IIIII·1'1'·1-I·1·1I··1I
Grafiek 3. Percentage opgetreden krachten en veroiaatsingen.
::.l
::.l
~.:l : 0:::lc::s
'\" .....
I \ \ \.
\ '..\\ \.
.. i. +\'" _L,-, "" \ ," \ ,- - . \"........ _\ \- ..- . \' \-,,··t--- -\ i
-x - \ ... \._ ...1 _ ". \. .
..._.~_.t
o ooCl)
oo<"'I
ooN
.., '..,- <tiN
Eindverplaatsing [mm)
ooCl)
oo-
-+-RAAI E
_RAAIF
--,r-:vv:.1 G
"-~-' .' ,. "
In de bijlagen 10A t/m 10C wordt een lijngrafiek gepresenteerd. waarbij het aantal stenen als
percentage van het totale aantal stenen is weergegeven waarvoor geldt dat een bepaalde ver-
plaatsing wordt overschreden of een bepaalde kracht wordt onderschreden. Op de horizontale as
zijn de verplaatsingen van 0 tot 25 mm (met een stapgrootte van 2.5 mm) alsook de opgetreden
krachten van 0 tot 900 kgf (met een stapgrootte van 50 kgf) uitgezet Op de verticale as wordt het
aantal stenen als percentage van het totale aantal stenen in de betreffende raaien logaritmisch
weergegeven.
oo....ooIQ
ooon
oo....Eindkracht [kgf)
Opdr. Nr : N-055081z..: 20
It~,
Iw'
IIJ
II..
~
I...II:-1..
-I'. .
'1·,I·
1-1-I·~
".~I
5.3 Interpretatie en conclusies
-Jcemeen
Jo ar de leesbaarheid van het rapport is ervoor gekozen cm de resultaten van de metmqen niet
alle In tabe!len te verwerken. maar in de grafieken zoals deze m de diverse bijlagen zijn
aangegeven. De interpretatie van de resultaten geschiedt derhalve aan de hand van deze
grafieken. en aan de hand van de resultaten zoals die in de tabellen zijn weergegeven.
leder dijkbekledingstype wordt per grafiek apart besproken. waarna aan het eind van het
hoofdstuk een vergelijking wordt gemaakt.
~eSUl[a[e!7 Individuele trekproeven
'Jan :::8 ::30 proeven zijn siechts 3 ais onbetrouwbaar" aan te duiden als çevolç van de oorzaken
zoals aan net eind van caraçraaf ó 2 genoemd. indien een proef is overgedaan. is de mees,
'~8schlkte meting. alsnog in de resultaten meepenomen.
van Iedere trekproef zijn de resultaten van de meting grafisch gepresenteerd op A4-formaat.
Omdat het zeer onpraktisch is om alle individuele meetresultaten te presenteren zijn in dit rapport
slechts twee voorbeelden opgenomen, namelijk in bijlage 6 van een normaal beëindigde en in
bijlage 7 van een voortijdig beëindigde trekproef. De individuele meetresultaten per proef zijn de
basis voor de grafieken uit de bijlagen 8 Urn 10.
In het begin van de trekproef kan soms een kleine negatieve verplaatsing worden waargenomen
van de steen, hetgeen wordt veroorzaakt door het zich in evenwicht stellen van het treksysteem in
combinatie met geringe onnauwkeurigheden van het meetsysteem. Gewoonlijk wordt deze waarde
direct weer positief. Voor de verwerking van de gegevens is bij een negatieve verplaatsing deze
handmatig ingevoerd als een verplaatsing van 0 mm.
Uit de meetresultaten blijkt dat van het aantal betrouwbare proeven, 637 stuks, 486 proeven
voortijdig beëindigd zijn. Dit komt neer op een percentage van 77,5 % "losse" stenen. Indien een
proef voortijdig beëindigd is, blijkt dat 98,6 % van de proeven in de eerste 30 seconden wordt
beëindigd. 1,4 % van de proeven overschrijdt de toegestane hoogte van 25 mm in het traject
waarbij de trekkracht constant op 900 kgf wordt gehouden Verder is duidelijk te zien dat de
dijkbekledingstypen in hun uitkomsten grote verschillen laten zien. Hier zal verder op in worden
gegaan in het volgende gedeelte van dit hoofdstuk.
Opdr. Nr : N-0550Blz.: 21
·r·::~:~·:;;;J':';·~;::::d~{~,g;;;;.~.'Ó.,~.,,,...,.: , .
IIIIIIII
=:;;c:vemiaatsing en einCkracnt regen de afsranc
• ;::IT -cclygûon zuuen fraai ,'::'.-6-C-0\
IIIIIIII-I-Ii-i
~t3mlcJCeide resuitaren tresereeven ,eer raai
.Jpgemerkt dient te worden Gat oe 3 typen grafieken ,G enneree GC dezelfde gegevens gebaseerd
zun Daar leder type grafiek een beoaald aspect benacrukt wordt in het vervolg van deze
paragraaf toch ieder type afzonderlijk behandeld waarna uiteindeiijk voor de 3 typen gezamenlijk
een eindconclusie wordt geformuleerd.
Op basis van de grafieken uit de verschillende bijlagen 8 t/rn 10 kunnen per type grafiek de
volgende conclusies met betrekking tot de verschillende dijkbekledingstypen worden getrokken:
:;-, net 31gemeen kan geze,;;d worden Gat de rssunaten srerx variëren. Bovendien zijn OIJer het
.':'.15 Jan raai ? naar D wordt gegaan is eraigemeen de eindkrachten in reeere raai relatief !ie:,...,
een lichte afname van he! kleine aantal vaste stenen. Jitzondering hierop vormt raai D (onderin
het talud) dat meer vaste stenen kent.
• Granietzuilen (raai M):
De resultaten van deze raai laten zien dat er een relatief.groot aantal vaste stenen aanwezig is.
De eindkrachten van de losse zuilen zijn groot.
• Hydroblocks (raai E-F-G-H):
De resultaten van deze raaien laten zeer sterk variërende resultaten zien. Het grote aantal stenen
dat vast blijft zitten betekent dat er sprake is van een over het algemeen grote kiemkracht. Als er
van raai E naar raai H wordt gegaan. kan vastgesteld worden dat er in het algemeen een afname
van de eindverplaatsing en een toename van het aantal vaste stenen is .
• Stenen op hun kant (raai I-J-K-L):
Afgezien van twee vaste stenen in raai J komen alle stenen in dit vak los. De eindkrachten zijn per
raai vrij constant en ook erg klein. Als er van boven naar beneden wordt gegaan. is er alleen in
raai L (onderin het talud) een geringe toename van de eindkrachten te constateren.
Gemiddelde verplaatsing en kracht per belastingtrap
• PIT-polygoon zuilen (raai A-B-C-O):
De gemiddelde verplaatsing neemt het sterkst toe tussen 300 kgf en 600 kgf. Bovendien is de
gemiddelde eindverplaatsing reeds bij 600 kgf nagenoeg bereikt. Deze laatste gemiddelde
Opdr. Nr : N-0550Blz.: 22
•• _ ••UU~~~' __ ., •• ".,,~, _ •••,_ ••••• ". .•__ ••••••••. ....
II~IIIIIIIIIIIIII-II-I-I
.~!Ildvef'plaatslilg ligt tegen de 25 mm zcoat ;)esle!d kan worden dat bijna alle stenen loskomen bij
;00 kgf Opvailena IS dat de emcverpiaatsmq 'jan (le bovenste raai naar de onderste raai tot raai C
.ceneernt waarna deze In raai 0 over net 3igemeen afneemt. Dit hangt samen met de gemiddelde
eindkracht. die in raai C het laagst IS.
• Granietzuilen (raai M):
Oe gemiddelde verplaatsing neemt tijáens net opbouwen van de trekkracht ongeveer recht
evenredig toe. Omdat nagenoeg alle stenen vast biijven zitten. blijft de gemiddelde
eindverplaatsing ver onder de 25 mm. Hierdoor ligt de waarde van de gemiddelde eindkracht
tegen de 900 kgf.
• Hydroblocks (raai E-F-G-H)
:e cernieeelee verclaatsinç neemt over :iet algemeen het sterkst toe tussen 600 kgf en 900 kgf.
/ercer blijkt dat de gemiddelde verolaats.r.ç van raai E naar raai H sterk afneemt. De gemiddelde
e.ndkracnt laat van raai E (bovenste raai) naar raai H (oncerste raai) een kleine toename zien.
• Stenen op hun kant (raai i-JoK-U.
Oe gemiddelde verplaatsing is tot 300 kgf. afgezien van raai L. nagenoeg de helft van de
gemiddelde eindverplaatsing. Tot 600 kgf neemt de gemiddelde verplaatsing nog sterk toe, waarbij
de gemiddelde eindverplaatsing reeds wordt benaderd. De gemiddelde eindverplaatsing ligt voor
alle raaien nabij 25 mm. De gemiddelde eindkracht per raai laat naar de onderste raai toe een
lichte stijging zien.
Percentages opgetreden krachten en verplaatsingen
• PIT-polygoon zuilen (raai A-B-C-D):
Het percentage stenen dat een verplaatsing groter dan 25 mm heeft ondergaan is hoog. Dit
betekent een groot aantal losse stenen. Verder is te zien dat de eïndkrachtenlijn de grootste
richtingscoëfficiënt heeft bij een kleine kracht, wat wil zeggen dat de meeste stenen een kleine
eindkracht hebben. Zeer opvallend is dat de raaien C en 0 meer kleinere eindkrachten te zien
geven dan de raaien A en B (onderin het talud liggen de zuilen blijkbaar losser).
• Granietzuilen (raai M):
Het percentage stenen dat een verplaatsing groter dan 25 mm heeft ondergaan is laag, Dit
betekent een groot aantal vaste stenen. Verder is te zien dat de eïndkrachtenlijn de grootste
richtingscoëfficiënt heeft bij een grote kracht, wat wil zeggen dat de meeste stenen een grote
eindkracht hebben.
Opdr. Nr : N-0550Blz.: 23
IIIIIIIIIIIII-IIII~
~
.-1]
, Hvorcolocks (raai E-F-G-Hl.
-te: percentage stenen dat een verplaatsing groter Jan :::5mm heeft ondergaan IS reaelijk laag. Oit
:)erekem een kiem aantal losse stenen. Verder :5 :2 ::en dat de einakrachtenlijn de grootste
ncntmçscoètficient heeft biJ een grote Kracht. wat wli :eggen dat de meeste stenen een grote
eindkracht hebben. Oe kleinere eindkrachten komen ourdetiik meer voor in raai E (bovenin het
talud). doch de kleinste eind krachten komen voor in de raaien G en H (onderin het talud).
• Stenen op hun kant (raai I-J-K-L):
Het percentage stenen dat een verplaatsing groter dan 25 mm heeft ondergaan is zeer hoog. Dit
betekent een groot aantal losse stenen. Verder iS te zien dat de eindkrachtenlijn de grootste
r.cnunçscoéfficiént heeft bij een Kleine Kracht. wat 'Nli :eggen dat de meeste stenen een kleine
___ .. . .. .... . . . I . d .L.:e graTIeKen met elKaar 'ierge!I]Kena. «an net \jc:gence geconc uceer woraen:
In vergelijking met de PIT-polygoon zuilen en de stenen op hun kant. leveren de Hydroblocks
betere resultaten op. Dit is te concluderen uit het feit dat de Hydroblocks gemiddeld een geringere
verplaatsing ondergaan, een grotere gemiddelde eindkracht hebben en het aantal losse stenen
veel kleiner is. Een mogelijke oorzaak hiervoor is dat de spleten tussen de Hydroblocks beter
gevuld zijn met basaltsplit.
Opvallend is verder het grote aantal stenen dat los komt bij de PIT-polygoon zuilen en de stenen
op hun kant en de relatief kleine kracht waarbij dit plaatsvindt. Dit wordt mogelijk veroorzaakt
doordat de betreffende constructies minder dan één jaar oud zijn.
Voor de Hydroblocks en de stenen op hun kant kan verder gesteld worden dat van boven naar
beneden in het vak de klemkrachten in het algemeen toenemen. Opmerkelijk is dat dit duidelijk
niet het geval is bij de PIT-polygoon zuilen.
Oe granietzuilen blijken goede resultaten te boeken. Een mogelijke oorzaak is dat de zuilen op een
hoogte liggen waar veelvuldig materiaal (zand/slib) door golfwerking wordt afgezet. Hierdoor
worden de ruimtes tussen de stenen goed opgevuld, waardoor de kiemkracht toeneemt.
Als bijzonderheid kan nog worden opgemerkt dat tiîdens de uitvoering van de trekproeven
boogvorming (het gelijktijdig omhoog komen van meerdere stenen gedurende een trekproef)
tijdens deze meetcampagne nauwelijks is opgetreden. Als bij een trekproef de steen loskomt, dan
IS dat nagenoeg steeds rechtstandig geschied.
Opdr. Nr : N-0550Blz.: 24
IIIIIII1I,I·li."J
Il,..11
i.J
I·]j
IJ1·-
~IJIJ11
J'
-1-1
6. SAMENVATTING EN CONCLUSIES
00 18 maart 1998 ontving Fugro IngenleursiJureau b.v. van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde
van Rijkswaterstaat te Delft. de oporacnt voer he: uitvoeren van trekproeven aan een aantal typen
steenzettingen op zeedijken langs de Westerscheide nabij Waisoorden. alsmede voor het
interpreteren en rapporteren van de hierbij verkregen resultaten.
Het doe! van de trekproeven is het beoalen van de kans op het voorkomen van losse elementen Ir
-=e:" :aiudbesehermingsconstruc:ie. De resuttaten van de trekoroe'jen zijn van beiang voor de
seealing van enig~ specifieke parameters cie werden gehanteerd in computermode!len 'Joor
Steenzettincen die Uit een e!emente:ce:kiecinc ziin oocebouwc'-.J - .J , ....
Ei] de metingen uit deze rapportage is het onderzoek toegespitst naar de effecten van klem\uac';
ten op verschillende dijkbekledingstypen. Het betreft steenzettingen bestaande uit PIT-polygoon
zuilen, Hydroblocks, stenen op hun kant (koud tegen elkaar) en opnieuw gezette granietzullen.
Aan de hand van de resultaten van het onderzoek worden de volgende conclusies getrokken:
• Het uitvoeren van de trekproeven is goed verlopen: van de 630 proeven zijn van slechts 3
proeven de resultaten niet meegenomen. Relatief veel proeven zijn echter herhaald wegens het
losschieten van de plug. In dit geval is dan het beste resultaat meegenomen in de verdere
verwerking. Voor latere proeven op deze wijze, wordt geadviseerd meer aandacht te besteden ;,;;,
het voorboren van de gaten in de stenen en vooral ook aan het vervolgens vastslaan van de
pluggen in de gaten.
• In vergelijking met de PIT-polygoon zuilen en de stenen op hun kant, leveren de Hydroblocks
betere resultaten op. Dit is te concluderen uit vanwege het feit dat de Hydroblocks gemiddeld Ef:;'
geringere verplaatsing ondergaan, een grotere gemiddelde eind kracht hebben en het aantal 10::;:',h
stenen veel kleiner is. Een mogelijke oorzaak hiervoor is dat de spleten tussen de Hydroblocks
beter opgevuld zijn met basaltsplit.
Opdr. Nr : N-05f/.Blz.: 25
rîI::i)li15~~À'-~:i:1Eit;.'.1:1::·;.~;t~~lm::'lVK~)~"(,'~.~~..'
".,,;
I~:
..J
1-1-
-
• Oe P!T-pcivgoon zuilen en ce stenen 2: nun «ant laten een relatief zeer kleine waarde van de
.::::nckracnt :!2n (gemiddeld resp. C3. :CO '\ç;f '2:': -:3. 350 kgfl. Bovendien is het percentage losse
stenen biJ beide nagenoeg 100%. Oe mcqeiijke ocrzaak hiervoor is wellicht dat de stenen minder
can één Jaar in de dijkconstructie zijn opgenomen
• Als bij de Hydroblocks en de stenen oe hun kant naar het aantal vaste stenen 'en de kiemkracht
gekeken wordt. nemen deze beide in het algemeen van boven naar onder toe. Voor de PIT-
polygoon zuilen is dit duidelijk niet het çeval. de stenen in de raaien C en 0 (onderin het talud)
çeven juist kleinere eindkrachten te zien dan in de raaien ,A_ en B (bovenin het talud) .
• Doordat de beproefde diikbeklecinçsr/pen minder can een Jaar ge!edenin de dijkconstruc:ies zun
opgenomen zuilen de resuttarenweiuc'.t niet genee! iepresentatief zijn voor de langere termijn.
Geadviseerc wordt dan ook ce verseruilende :ypen dijkbekleding de komende jaren opnieuw te
beproeven Er wordt dan gedacht aan een oolaoende herhalingstermijn van de trekproeven van
eens in de 2 tot 5 Jaar
Opdr. Nr : N-0550Blz.: 26
11111111IJIIIIIIIIIIIIII
,"
.. 3 ....
z';ld-ae'/e-'3,~11•.•••.•••t..... t~ .
Pia ten van Ossemsse
i ....,
Valkenisse
E Rs E s c.___"17
~~_.('
T
.lQCVERDRONKEN
VAN
SAEFTINGE
LAND
, __...;.',IJlt .....
r: ; .' :.r"v,,'''': "Oude OoM
.~~:.K.,,..t'IW'Ol.c:~: \
:"~Rooen"'-'"_ ,;\'\
n.~\\
Emm;ldorll
j'_'
'-OCATIEKAART WALSOORDEN
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDENOpdr.:Bijl. :
N-05501
IJ11..11
.J
IJI]11
ooi
11J
11j
I]I]I]I]I]IJI,-
c -r
.:: . ,i <.: .: ~.:.; v, !. • "l",' .' ,.. ,',
.;,,::,
r '
ILocatie I-~
s.; Cl .: • 1_' :~ 1.,
, ,
Ol
Locatie I PIT -polygoonzuilen en granietblokkenLocatie II HydroblocksLocatie III Blokken op hun kant
LOC A TIEKAART TREKPROEVEN
NATUURMETINGEN WALSOORDENOpdr.: N0550Bijl.: 2
rrjY,'"''''"'.''' ", .;::".;
,
I~tIIIIII
j-,I-i_,-J--J
i iA._ .,
I :::Ji
"i
(5""" 0c ((J
û) '"01 ,~
'- 0o 1'1
:?I ~~.! ~,."! <,-, ~
; >1 II
I 1, I
r ! ~I-------- ~ ~
1 1
III,
C"',:O +~ ~ - ---- ----- -----
II
uo 43216
AANZICHT BOVENVLAK
_-('I
AFMETINGEN PIT·POLYGOON ZUILEN
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDENOpdr. Nr : N-0550Blz.: 3A
1 : 20
..:,..':. ..... ,,,,: .•• ~ . t'
, '
N.A.~.
RAUW·DIJKLICHAAM LOCATIE PIT~POLYGOONZUILEN EN
. NIETZUILEN
T~URMETINGEN WALSOORDEN
• .. I • J
Opdr.: N0550Bijl.: se
11;ft _iDLIDlaI.t...·IIII,ID1I1
r~I~U
-I'~'I··.
F. _
_I
tiClCl
PIT-POL YGOONZUILEN
~
GRANIETZUILEN
~ RAAIt.!
~
HOOQte t.e,v. NAP
t.o.v. nulpunt
ID
'"IIDoIo,..,
"Ö
"C::JJ:
,;.a.o
.'
LOCATIE I: PIT-POL YGOONZUILEN EN GRANIETZUILEN
Schaal ca. 1 : 100
Opdr. :Bijl. :
N-05503D .
."r~~"-'---~-'····-'··~'''·.,,_.....~
IIII,,,I_j
DP 22':;
;
!ii
1
-l
D,CO_J_J.-oCl::
---CLlilCl::<{3:o
RAAI 8
RAAI C
RAAI 0
KRUIN DIJK
GRAS
GRAS
ASrAlT
PIT-pal YGOON2:...'-.::~j. (70 RIJEi\
----+-- __~:"77"_;_;_--~------;'-"'J.c::.JO~-- OPSLUITB.A.(\:RAAI M
GRANIETZUllE!\
eioo
:<DoI
'"N
RAAI A = 6e RIJ STENENRAAI B = 23e RIJ STENENRAAI C = 3ge RIJ STENENRAAI 0 = 55e RIJ STENENRAAI M = 4e RIJ GRANIETZUILENlENGTE RAAI A t/m 0 ca. 171 m.lENGTE RAAI M ca. 190 m.
NULPUNT LIGT IN RAAITER PLAATSE VAN OP =~;_
ij
"
N.B. Maten gemeten langs ne: 'clud
SITUA TIEKAART lOCATIE I: PIT-pal YGOONZUllEN EN GRANIETZUllEN
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDENOpdr. :Bijl.
1-'J55CJE
~~:"""":""".CL ... ,
I]~
I..j
I,j~
~
~
I_J
~
~
~
~
~
~
~
I,r',ó",,c
-J
/ ~( .~=~G;
",' ,=;~. '\;-~;- -' .....~,.J--,!- - - - ---
// '
'-_u/
/II: /
-! - - -- - --; .~.-_-
0-:'")::;:\-: .:_ ....
-'
-_ -CL . .J
Bovenaanzicht
~ 150
r-I
aiai"'"I-""""'_I
~Ir') I-........._'ol0,r') :-........._.ailiJ INI-""""'_i
8:Ni-........._,Cl1.[, 1
-occr')<,Cr')r')<,occ,N;<, i0' :,..,N<,Ccc<,or')
- IL__~~---~"----~~ ~ __L_~
,.,,,
Zijaanzicht
250
Maten zoals in de tekeningzijn aangegeven, zijn dewerkende maten van het blok
De bovenzijde van het blokis i.v.m. de tapsheid enkelemm kleiner
Hoogte Gewicht [kaj[·MMJ Iblok IM 2150 19 300200 25 400250 31 500300 38 600350 44 700400 50 800
AFMETINGEN HYDROBLOCKS
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDENOpdr.: N-0550Bijl..: 4A
~
IJ
I.J? 2:9
KRUIN DIJK
Ij
~
~
~
I·_i
GRAS
~I
GRAS
ASFALT
~ --------------------------~-----.~ =(AAI - 0.00 ~~,~<::
HYDRC8LOCKS(5<1.RIJEN)
I_l~
~
~
~
IJIJIJ1I1I11'IJ
,~P.,AI G
RAAI H
GRANIETZUILEN
--------1r-----__;_-------------....!.I.::::.3._!!-IO+---OPSLUI TBAND
18,10
VOORLAND
óo
<.:l
:XIenenI
<0oI
'"N
RAAI E == Se/6e RIJ STENENRAAI F = 17e/18e RIJ STENENRAAI G = 2ge/30e RIJ STENENRAAI H = 41e/42e RIJ STENENLENGTE RAAI E t/m H ca. 160 m.
NULPUNT LIGT IN RAAITER PLAATSE VAN DP 224
0.0..o
N.B. Maten gemeten langs het talud
Tekening niet op schaal
SITUATIEKAART LOCATIE 11: HYOROBLOCKS
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDENOp dr. :Bijl.
N-05504B
"r-·-···--+--·J\
.---\
N.A.P.
j
3.00m
.' • I
Rij in
Opdr.: N0550Bijl.: 4C
•
;'''""'', -.Ó: "
ó"Cl
<XlOlIIDoIo,.,"Ö."
.;,Cl.o
NAP
I~LOCKS
GRANIETZUILEN
~
NAP
H_to lOo'. NAP ....lilo
_._._._._._._._.Afatand t.o.v. nulpunt
... .... i ~ N... 0 ..,ca .. .,; ....... od on .,;
8 iö .. ..,g .. ..... .. .... ....ei ei ..; ,..:
DWARSPROFIEL LOCATIE 11: HYOROBLOCKS
. Schaal ca. 1.: 100
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDENOpdr. :Bijl.' . :
N-05504D
IrIIIIIIIIIIIIIIIIII
DP 20.3101i/,j
KRUIN DIJK
GRAS
GRAS
ASFALT
..oo«---"--'-----~-~-----=--::..::;.::.::...-=._.--o___ ~ ;.._ ---'.~A_'A_'I....:.; . _
J1~-c3:,~
PiT-POL YGooNZUIl£N
i
RAAI l 't
12.50
NA
2QOO
ST2.1.00
..._ V
,~AAI K 8l0KKEN OP HUN KANT
OPSLUITBAND
TUURSTEEN
ORTSTEEN
OORLAND
CDOlOl
rcoo1
"'N
RAAI I = 3e RIJ BLOKKENRAAI J = 15e RIJ BLOKKENRAAI K = 27e RIJ BLOKKENRAAI L = 3ge RIJ BLOKKENLENGTE RAAI I t/m L cc. 400 m.
NULPUNT UGT IN RAAITER PLAATSE VAN DP 205
N.B. Maten gemeten langs het talud
Tekenina niet op schaal
SITUATIEKAART LOCATIE Ill: BLOKKEN OP HUN KANT
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDENOpdr. :Bijl.
N-OSSOSA
"1.A
ti.;11
.IJIJ, ,IJIJIJIJIJIJIJIJRijII~Ij
,likhQQgte
. ~+3.40/ +3.25
• I
. OPBOUW DIJKLICHAAM LOCATIE BLOKKEN OP HUN KANT
NATUURMETINGEN WALSOORDENOpdr.: N0550Bijl.: 5B
II ~,.J
... "
=JIIIIIII
:J:J~JJ!
=1
~
]I]
IIIIIIIIIII
û..(!)
Natuursteen~
If)...oD
CDmI
CDoIo,.,-n"'0
.;.o,o
..... ",
DWARSPROFIEL LOCATIE ",: BLOKKEN OP HUN KANT< "'.:NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDEN~<, --- -",!!.j; . --
Schaal ca, 1 : 100
h~.Qo-~ 5 G
Opdr. : N._---,O.._..5,_,:5~0c__ _
-..--..._..- :,._---------=--~_.-:-~---~:
. ------------~.-~---~-~~-----\____.,;;;;;::=-;;::._------================---~-_j---Î
r..,,
----
EE
S:_, ; ,
.-.: Hi':::2 <,
:/ '"\
\. - _'
Metlng normaal beelndlgdHoogte verplaatsIngsopnemerVerplaatsing element steenzettingiersen l ~ r.USSê'1 ~ie~k,2eht en druk
1525 OWW/AKTT '0i iJ, l.
VOORBEELD RESULTAAT TREKPROEF NORMAAL BEËINDIGD
NATUURMETINGEN WALSOORDENOpdr.: N-0550Bijl.: 6
,,.,J:,J,,JJJJJJJ1...1-IiliJ1I
. ,r.'." •..- - - -_._.---" ,--- -- ._. --- -_.._. - - . -- _---_.- _.._"
--_.-._~--------_.._-----_. __ ._. -.-------_._-.-
, .
If A.,,,EE
c:::-'L
~ 1 /
~ I'-- ' ,.~ ! /!_c 'V I~ H: ,'-- ; (
""'" NiOL! ~ ~ ~ ~ ~ ~Oo 30 óOTi la .r s ----) METING VOORTIJDIG BEEINDIGDIf Netto trekkracht en gpwenste druk Hoogte verplaatsingsopnemerK-J VerschIl tussen trekkracht en druk H-N Verplaatsing element steenzetting
DWW/AKOAlUM 980408 TIJD 1306VOORBEELD RESULTAAT TREKPROEF VOORTIJDIG BEËINDIGD
Opdr.: N-0550NATUURMETINGEN WALSOORDEN Bijl.: 7
.,. ,;c.,',~,.'''WÄ~ ~..
~,",,J,-I.J
JJJJJjjj,j}I~£I.
50I
.1,5 II
'I :~r.
llV\-'...1
il!''I,I~~
i!I30 I
iI
25 to-
20
15
10
5
0a
.!!!raraa.....<lJ>"0,..W
Eindverplaatsing en eindkracht tegen de afstandRAAI A-B-C-D
0
II 200!
, I, I -i :::l
1'::00 .:.:.....
ura"-
600 ~
LU
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000-r-.-RAAI A RAAICRAAIB RAAIO-r-a
r-
a
Afstand [m]
EINDVERPLAATSING EN EINDKRACHT TEGEN DE AFSTAND PIT-BLOKKENOpdr.: N-0550
NATUURMETINGEN WALSOORDEN bijl.: 8A
Eindverplaatsing en eindkracht tegen de afstandRAAI E-F-G-H
30
,I
,
\I
~~\. ,,
I i~ ,\ i
1\: i ~
! ,.
I \' I I
~~ II i I
}~I 11; i1 "
i ;
~1
~I
1
\, _.
~
25
200')c:IJ)-~~Co...Q.)
>-0eUJ
15
10
5
o RAAIG gRAAI H23
o RAAI E o,:!)
oRAAIF o
<0
o
Afstand [ml
EINDVERPLAATSING EN EINDKRACHT TEGEN DE AFSTAND HYDROBLOCKSOpdr.: N-0550
NATUURMETINGEN WALSOORDEN Bijl.: 8B
0
2DO='Cl
.100 .:.::...........u~...3CO .::.::'-'
UJ
300
1000
1200
1400
1600
1800
2000o<0
I~?{··.. .~:~~,"~-: .... :'. ;"'~. !~.. "
'i
I•~
I
-III
IIIIIII'III'1..,,I..In _.,
.1
Eindverplaatsing en eindkracht tegen de afstandRAAI I-J-K-L
25 t----------+~-------------_t 1000
Olc::
20 .
IJ)--nl.!!!c.....<ll>"Cc::UJ
15 .
10 ..
5
1200
1400
1600
1800
2000o RAAIJ
o~------------------------------------------oo~(5
RAAIK oo.".
RAAI t oo"T
(3
oRAAl Lo~(3
Afstand [mI
EINDVERPLAATSING EN EINDKRACHT TEGEN DE AFSTAND BLOKKEN OPZIJN KANT Opdr.: N-0550NATUURMETINGEN WALSOORDEN bijl.: SC
Eindverplaatsing en eindkracht tegen de afstandRAAIM
5
IJ
IiI -,--, •. "..J\.JI -I ~i -~.I .:::::L .::.00\ -I ui .~
I...
L 6iJO .:::::"0cUJ
800
1000
1200
1400
V 1600
1800
2000
:0 ,-----------------------------------------------------,
25 ~+H--~---------------------------------------------+
'e:.
.....u
35
30
20 .
10
o L- ~ ~
o oIJ)
RAAIM
Afstand [m]
EINDVERPLAA TSING EN EINDKRACHT TEGEN DE AFSTAND GRANIETZUILENOpdr.: N-0550Bijl.: 80NATUURMETINGEN WALSOORDEN
IIII.1III.11111111111~I
II:
!i
20 I
·~oo
0;:0
ace
':CO- -'"
w.0."
'"-... ~'.J.~ :J>
~:i
Q :g~E10 400 Cll
CJ oo
300 ,
5
o300 kg 600 kg 900 kg Eindverpl. Eindkr.
AEindkr.
M·
E:lRAAIA',.-
SRAAI B
E3RAAI Clil RAAI 0 ' :ElIRAAIM ,.•.. ~.;-:
200
100
oEindkr.,
BEindkr.
CEindkr.
o
GEM. VERPLAATSING EN KRACHT PER BELASTINGTRAP RAAIEN A-B-C-D-MOpdr.: N-0550
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDEN su. gA
I~
Ij
I,II,.~
I-
I .0
~ -~
~
;.
-, -:::J(::J
,11• .1
11J
11ef
11J
·1'"J.]1J.l:1
- - ij ~---------:-------------------~I ;000!
I iI I socI I
201--- - ·800
iOO
.= I
. - ,1 600i i 0:.i ~i
';,;i I ;::, I ~I
i.II500· '::;
2
t~: .::
;0400 '"(::J
5
300
-~---t· 200
. 100
o '-- __ --L 0300 kg 600 kg 900 kg Eindverpl. Eindkr. Eindkr. Eindkr. Eindkr.
E F G H
--_._ ----_" .IJRAAI E \....•'r..
I3RAAI F" I:·","r"
~RAAI Glil RAAI H
r I I .....
I'" .. ,
GEM. VERPLAATSING EN KRACHT PER BELASTINGTRAP RAAIEN E-F-G-HOpdr.: N-0550
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDEN Bijl ..: 9B
I,,'.II:;
t•• 1.
-!.lil1;!,-f
If}-,.
It~-,'-.t
If--=-
r.
Ir -->
~. 2, .::~.
I[ 0o4
11r,:,;I~!
It. "
'-:'-~~,~
il.)OO
000
.. ,.' -- _.- -_ . 300
ïOO
~---- ._-------'--' --- --- _--
sec 0
OJ:::::.:!!.;
400 ëio10
300
5
100
300 kg 600 kg 900 kg Eindverpl. Eindkr.I
Eindkr.J
Eindkr.K
Eindkr.L
o
BRAAI J
a RAAI KllJRAAI L
GEM. VERPLAATSING EN KRACHT PER BELASTINGTRAP RAAIEN I-J-K-LOpdr.: N-0550
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDEN Bijl..: ge
IIIII iDa
II '"....
I\\\\~ )( ,.. ;i:
::2 \
I\\\
'"'\
~ \Q-IJlI QJ l O
Clcu.-:::::Q)u
I....Q)
c..
IIII
\\x ~\ \\ 1\ \\ i\ '\ \..,.
o IJ')
N
oo-Eindverplaatsing [mm]
IIIII
oo0'>
oo<0
oor-;
oo<0
ooU')
oo<t
oo,., ooN
-+-RAA.IA
~?AAi3
~RAA1C
Eindkracht [kgf]
PERCENTAGE OPGETREDEN VERPLAATSINGEN EN KRACHTEN A-B-C-D-MOpdr.: N-0550
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDEN Bijl..: 10A
IIIIIIIIIIIIIIIII
\\\•\\~
\
'\<:J
<l.l-(/)<l.l 10ül~-C<l.lo,_Q)
a.
oo""
oo("")
ooN
oo
_'_'R.AAi F
----A- R,D,_,Ä.IG
~RAAI!-i
ooOl
ooCXl
ooe-,
oo<0
ooU"l
Eindverplaatsing [mm] Eindkracht [kgf]
I PERCENTAGE OPGETREDEN VERPLAATSINGEN EN KRACHTEN E-F-G-HOpdr.: N-0550I NATUURMETINGEN ZEEDIJKENWALSOORDEN Bijl..: 10B
I
IIII1100 t'**::J::::#::I~t=ISI=~~~~---:
IIII~
~'J)I~10
Cal1£IIIIIII
o U"JN
ooO'l
oocooo,._
oo<0
oo<l)
oo... oo..., ooN
oo
Eindverplaatsing [mm} Eindkracht [kgf]
-+-RAAII
_"_RAAI j
~R,AA!':<
~RAAIL
PERCENTAGE OPGETREDEN VERPLAATSINGEN EN KRACHTEN I-J-K-LOpdr.: N-0550
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDEN Bijl..: 10C
II
': ....
...,I.,. .......... .;__ , _,!'L,.-j__ ."".1M,,",_' '. ...
IIIIIIIIIIIIIIIIIIII
~1i.::;('::I
'~:'-./ U"'- -,,_
Trekproef op locatie PIT-blokken.;:,..:::,..~.. '. ...... '
.;. -:-:
eeldsteen (A03) op locatie PIT-blokken
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDEN
Opdr.: N-0550Bij\..: 11.1
FOTO'S
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
I,
Voorbeeldsteen (G21) op locatie Hydroblocks
FOTO'S
NATUURMETINGEN ZEEDIJKEN WALSOORDEN
Opdr.: N-0550Bijl..: 11.2
':,,'1'~ .
I.1II,IIIII
'IIIII
:,<'1
IIII{I