hoofdstuk 35 - audesirk

Post on 04-Jul-2015

1.969 Views

Category:

Education

1 Downloads

Preview:

Click to see full reader

DESCRIPTION

Uitscheiding, nieren

TRANSCRIPT

The Urinary System

Hoofdstuk 35

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 1

HOMEOSTASEDeel 1

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 2

Aanpassing vs. regulatie

• Twee evolutionaire opties

– reguleren van het interne milieu• relatief constante intern milieu

– aanpassen aan het externe milieu• intern milieu fluctueert met extern milieu

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010

3

aanpassen

thermoregulatie

reguleren

aanpassen

osmoregulatie

reguleren

Homeostase

• De balans handhaven

– Dierlijk lichaam moet veel systemen reguleren• temperatuur

• bloedsuikerspiegel

• energie productie

• vochtbalans + afgifte van afvalstoffen

• voedingsstoffen

• ionenbalans

• celgroei

– “Steady state”

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 4

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 5

Meercellig organismen

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 6

O2

CHO

CHO

az

az

CH

CO2

NH3az

O2

CH

az

CO2

CO2

CO2

CO2

CO2

CO2 CO2

CO2

CO2

CO2

NH3

NH3 NH3

NH3

NH3

NH3

NH3NH3

O2

az

CH

az

CHO

O2

• Diffusie te langzaam!

• Evolutie systeem voor uitwisseling

• nutrienten verdelen• bloedvatenstelsel

• afval verwijderen• uitscheidingsstelsel

Meercellige organismen

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 7

az

CO2

CO2

CO2

CO2

CO2

CO2 CO2

CO2

CO2

CO2

NH3

NH3 NH3

NH3

NH3

NH3

NH3NH3

O2

az

CH

CHO

O2

Systemen die noodzakelijk zijn om meercellige organismen mogelijk te maken!

Osmoregulatie

• Waterbalans

– zoet water• hypotoon

• water in cellen + verlies zouten

– zout water• hypertoon

• water uit cellen

– land• droog milieu

• water behouden essentieel

• zouten behouden kan essentieel zijn

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 8

hypotoon

hypertoon

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010

Afvalproducten

9

CO2 + H2O

|

| ||H

HN C–OH

O

R

H

–C–NH2 =

ammonia

veel!

weinig!

• Welke producten?

– bouwstenen voedsel• koolhydraten = CHO CO2 + H2O

• vetten = CHO CO2 + H2O

• eiwitten = CHON CO2 + H2O + N

• nucleïnezuren = CHOPN CO2 + H2O + P + N

Stikstofverbindingen verwerken

• Ammonia

– zeer giftig• carcinogeen

– zeer oplosbaar• passeert celmembranen

– verdunnen en afvoeren!

• Methode om van stikstofverbindingen af te komen hangt af van:

– wie je bent (evolutionair)

– waar je leeft

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 10

Stikstofverbindingen verwerken• In water

– waterverlies geen probleem

– ammonia

• meest giftig

• Op land– waterverlies een probleem

– ureum

• minder giftig

• Op land + eieren– waterverlies een probleem

– embryo in ei beschermen

– ureumzuur

• minst giftigSint Oelbertgymnasium - 2009/2010 11

Organismen in zoetwater

• Water en stikstofverbindingen verwijderen

– Water verwijderen• Overmaat water gebruikt om ammonia te verdunnen en uit te

scheiden– sterk verdunde urine

• Ammonia diffundeert ook via kieuwen

– Verlies aan zouten compenseren• terugresorptie in nieren en/of actief transport via kieuwen

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 12

Organismen op land

• Water schaars: lastig om ammonia te verdunnen

– ammonia omzetten• ureum = groter molecuul = minder goed oplosbaar = minder

giftig– 2 NH2 + CO2 = ureum

– geproduceerd in de lever

– nieren• filter opgeloste stoffen

• terugresorptie H2O (+ gewenste opgeloste stoffen)

• afval uitscheiden– urine = ureum, zouten, overmaat suiker en water

– urine is sterk geconcentreerd

– geconcentreerd ammonia zou te giftig zijn

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 13

OC

HNH

HNH

Organismen op land + eieren

• Uitscheiding in ei onmogelijk

– behoefte aan minder giftige stikstofverbinding• urinezuur

– vogels, reptielen, insecten

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 14

Urinezuur

• Groot molecuul

• Slaat neer

– schaadt het embryo in een ei niet

– volwassen vogels maken ook nog gebruik van uitscheiding d.m.v. urinezuur• niet vloeibaar, witte ‘pasta’

• een reden waarom de meeste mannelijke vogels geen penis hebben

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 15

NIEREN – BOUW & WERKINGDeel 2

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 16

Nieren

• Zouten uit bloed filteren + terugresorptie water en gewenste zouten

• Functies

– filtratie• water en opgeloste stoffen

– terugresorptie• selectief water en opgeloste stoffen resorberen

– secretie• actief ongewenste stoffen in urine transporteren

– excretie• geconcentreerde urine uit lichaam verwijderen

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 17

Nieren

nier

urineblaas

urineleider

urinebuis

nierader & nierslagader

nefron

epitheelcellen

bijnieronderste

holle ader

aorta

Nefron

• Niereenheid

– 1 miljoen nefronen per nier

• Functie

– filteren urea en andereopgeloste stoffen (suiker, zouten)

– bloedplasma in nefron gefilterd• hoge druk

– selectieve terugresorptie van water engewenste opgeloste stoffen• grotere controle en flexibiliteit

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 19

Nefron

• Interactie tussen uitscheidingsstelsel en bloedvatenstelsel

• Bloedvatenstelsel

– Glomerulus = ‘bal’ vancapillairen

• Uitscheidingsstelsel

– nefron• kapsel van Bowman

• lis van Henle

• verzamelbuisje

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 20

Begin nierkanaaltje

Eindenierkanaaltje

Glomerulus

VerzamelbuisjeLis van Henle

Aminozuren

Glucose

H2O

H2O

H2O

H2O

H2O

H2O

Na+ Cl-

Mg++ Ca++

Kapsel van Bowman

Na+ Cl-

Nefron - filtratie

• In de glomerulus

– Gefilterd:• water

• glucose

• zouten/ionen

• ureum

– Niet gefilterd• cellen

• eiwitten

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 21

Hoge bloeddruk in nieren: filtert water en opgeloste stoffen uit het bloedvat

GROOT probleem wanneer je van nature een hoge bloeddruk hebt: beschadiging nieren

Nefron - terugresorptie

• Begin nierkanaaltje (proximale tubulus)

– terugresorptie in bloed• NaCl

– actief transport Na+

– CL- volgt middels diffusie

• H2O

• glucose

• HCO3-

– bicarbonaat

– buffer voor pH bloed

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 22

Nefron - terugresorptie

• Lis van Henle (‘Loop of Henle’)

– afdalend deel• hoge permeabiliteit voor H2O

– veel aquaporines

• lage permeabiliteit voor zout– weinig Na+ / Cl- kanalen

– geresorbeerd• H2O

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 23

Nefron - terugresorptie

• Lis van Henle (‘Loop of Henle’)

– stijgend deel• lage permeabiliteit voor H2O

• Cl- pomp

• Na+ volgt middels diffusie– andere membraaneiwitten

– geresorbeerd• zouten

– houdt osmotische waardeop peil

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 24

Nefron - terugresorptie

• Einde nierkanaaltje (distale tubulus)

– geresorbeerd• zouten

• H2O

• HCO3-

– bicarbonaat

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 25

Nefron – terugresorptie & excretie

• Verzamelbuisje

– terugresorptie• H2O

– excretie• geconcentreerde urine

naar blaas

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 26

Nefron – osmotische waarde

• Hoe vindt terugresorptie plaats?

– sterke osmotische controleom de energetische kostenvan excretie te beheersen

– Waar mogelijk gebruik makenvan diffusie i.p.v. actief transport

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 27

Samenvatting

• Niet gefilterd

– cellen

– eiwitten

• Terugresorptie d.m.v. actief transport

– Na+, Cl-, aminozuren, glucose

• Terugresorptie d.m.v. diffusie

– Na+, Cl-, H2O

• Excretie

– ureum, overschot opgeloste stoffen (glucose, zouten), gifstoffen, drugs

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 28

NIEREN - HOMEOSTASEDeel 3

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 29

Negatieve feedback

30

sensorhoog

laag

hormoon / zenuwsignaal

verlaging factor(richting setpoint)

hormoonklier / zenuwstelsel

verhoging factor(richting setpoint)

hormoonklier / zenuwstelsel

sensor

specifieke lichamelijke factor

hormoon / zenuwsignaal

Handhaven lichaamstemperatuur

31

sensorhoog

laag

zenuwsignaal

zweten/ verwijdenbloedvaten huid

hersenen

rillen/ vernauwenbloedvaten huis

hersenen

sensor

lichaamstemperatuur

zenuwsignaal

Osmotische waarde bloed

32

sensorhoog

ADH

toename terugabsorptiewater / toename dorst

hypofyse

ADH=Anti-Diuretisch Hormoon

sensor

osmotische waarde bloed

Osmotische waarde bloed

• Hoge osmotische waarde bloed

– teveel opgeloste stoffen in het bloed• dehydratatie, dieet met hoge zoutconcentratie, etc

– dorst = meer drinken

– afgifte ADH vanuit de hypofyse• Anti-Diuretisch Hormoon

– Verhoogt de permeabiliteit van het verzamelbuisjeen terugabsorptie van water in nieren• verhoging terugresorptie water in bloed

• verminderen van urineproductie

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 33

H2O

H2O

H2O

Osmotische waarde bloed

34

sensor

laag

verhogingterugresoptie

water en zouten in nier

sensor

osmotische waarde bloed

angiotensine

nefron

JGA

renine

bijnier

aldosteron

JGA=JuxtaGlomerularApparatus

Osmotische waarde bloed

• Lage osmotische waarde bloed

– JGA geeft renine af in de nier

– renine zet angiotensinogen om in angiotensine

– angiotensine zorgt ervoor dat arteriolen samentrekken• toename bloeddruk

– angiotensine zorgt voor een afgifte van aldosteronedoor de bijnier

– toename terugresorptie water en NaCl in de nier• meer water en zouten in het bloed

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 35

Osmotische waarde bloed

36

sensor

laag

verhogingterugresoptie

water en zouten in nier

sensor

osmotische waarde bloed

angiotensine

renine

aldosteron

ADH

toename terugabsorptiewater / toename dorst

hypofyse

hoog

Einde

Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 37

top related