glastuinbouw koerier jun 2011
Post on 28-Mar-2016
225 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Uitgave juni 2011
GLASTUINBOUW KOERIERTweede teelt goed op gang gekomen
Enigszins verscholen tussen het groen
oogst vakantiewerker Joeri Jacobs kom-
kommers bij komkommer- en tomaten-
kwekerij Fresh Vision in America (L.).
Op het bedrijf - dat al vele jaren met
het hoge draadsysteem werkt - is de
tweede teelt goed op gang gekomen.
,,We snijden er alweer een week of vier
van en het gaat prima'', vertelt mede-
eigenaar Pieter van den Homberg.
Fresh Vision is dit seizoen gestart met
wat minder planten dan normaal. In
plaats van 2,75 planten per m2 zijn er
nu ongeveer 1,5 planten per m2 in de
kas uitgezet. Door een week of drie na
het planten een extra scheut aan te
houden, komt het aantal stengels weer
op het gewenste aantal van ongeveer
2,9 stuks per m2 uit. Van den Homberg:
,,Met deze maatregel besparen we flink
op de kosten, terwijl de productie toch
prima op peil blijft.''
'Resistentiemanagement is geen vrijblijvende bezigheid meer'
Gewasbescherming
met minder emissie
De emissie van gewasbeschermingsmid-delen in de drain terugbrengen naar concentraties die lager liggen dan het maximaal toelaatbare risico (MTR), maar dan wél tegen gelijke teeltkosten en met behoud van kwaliteit. Dat is kort samen-gevat het doel van een gezamelijke proef van Bayer CropScience en DLV Plant in de chrysantenteelt.
De proef is in 2009 ingezet als onderdeel
van het project 'Telen met Toekomst'. Toen
het project eind vorig jaar officieel werd
afgesloten, heeft Bayer CropScience beslo-
ten de proef zelfstandig - met ondersteuning
van DLV Plant - voort te zetten. ,,Daardoor
hopen we de komende jaren nog wat meer
inzicht te krijgen in een goede balans
tussen emissiebeperking en een optimale
gewasbescherming'', zo vat technisch advi-
seur Marco van der Lans het doel samen.
'Lysimeters registreren uitspoeling',
lees verder op pagina 5
'Jaarrond toelating Oberon meer dan welkom'
Onlangs heeft Oberon een jaarrond toelating
gekregen. Vooral voor komkommertelers is
dat goed nieuws, vindt Roel Hanssen van
Mertens. ,,We hebben al jaren een tekort aan
spintmiddelen. Dat we Oberon nu ook tussen
1 maart en 1 september mogen gebruiken is
pure winst.''
Meer op pagina 2
,,Dat resistentiemanagement noodzakelijk is om middelen effectief en werkzaam te houden, dat is bij veel tuinders en adviseurs ondertussen wel bekend. Maar om er in de praktijk ook werkelijk naar te handelen, dat blijkt nog wel eens lastig. Resistentiemanagement vergt namelijk een duidelijk bestrijdingsplan waarvan niet zomaar afgeweken mag worden. In de praktijk kan dat lastig zijn, met name bij calamiteiten of onvoorziene omstandigheden. Veel telers grijpen dan naar het bewezen recept; vaak hetzelfde middel. Hoe begrijpelijk deze reactie ook is, het zal anders moeten als we de huidige middelen zo lang mogelijk werkzaam willen houden. De bal ligt dus écht voor een groot deel bij de telers''.
Dit zegt Thomas van Leeuwen, post-doctoraal onderzoeker bij de Universiteit Gent (B.).
De afgelopen jaren heeft hij in opdracht van drie chemiebedrijven - waaronder Bayer
CropScience - onderzoek uitgevoerd naar
resistentieontwikkeling van spint tegen ver-
schillende chemische bestrijdingsmiddelen.
Dit heeft geleid tot een praktisch handvest
met adviezen voor een duurzaam resistentie-
management.
De Universiteit Gent zal bij de meeste
Nederlandse tuinder niet direct een lichtje
doen branden. Hoe is het onderzoek bij
jullie terecht gekomen?
,,De kiem voor het onderzoek is gelegd door
een aantal Belgische en Nederlandse rozen-
telers die merkten dat niet alle middelen
tegen spint even goed werkten. Enkele
fabrikanten - waaronder Bayer CropScience
- hebben dat signaal opgepikt en het als
onderzoeksonderwerp bij ons aangebracht.
Binnen de vakgroep Gewasbescherming
hebben we door de jaren heen veel funda-
mentele kennis opgebouwd rondom resi-
stentie-ontwikkeling bij insecten en mijten.
Het onderzoek sloot daardoor heel mooi
aan bij onze expertise.''
'Doordacht resistentiemanagementplan
meer dan ooit nodig',
lees verder op pagina 3
Chemisch corrigeren: alleen in dienst van de biologie
De aanwezige biologie zoveel mogelijk z'n
werk laten doen en chemische correcties
alleen toepassen als die ten dienste zijn van
de biologie. Dat is in grote lijnen de strategie
van tomatenteeltbedrijf CombiVliet.
Meer op pagina 4
Nieuwe internetapplicatie: Bayer DressCode
Bayer DressCode is een nieuwe tool om telers
te stimuleren om in alle omstandigheden met
de meest geschikte beschermende kleding
te werken. Speciaal hiervoor is een internet-
applicatie ontwikkeld.
Meer op pagina 5
Betere gewasbescherming met slimme watertechniek
Hoe krijg je gewasbeschermingsmiddelen
gelijktijdig bij alle druppelaars waardoor
elke plant dezelfde hoeveelheid middel op
kan nemen? Met deze vraag hebben Bayer
CropScience en Revaho zich het afgelopen jaar
bezig gehouden.
Meer op pagina 6
Phytophthora capcisi in een paprikaproef
Bayer CropScience is onlangs een paprika-
proef gestart waarbij planten zijn besmet
met Phytophthora capcisi. De infectie is goed
aangeslagen en de middelen - AAterra ME,
Previcur Energy en Previcur N - werden dan
ook behoorlijk op de proef gesteld.
Meer op pagina 6
'Deze middelen zouden we meer moeten hebben'
Als het over gewasbeschermingsmiddelen in
de rozenteelt gaat is Henk van Os in De Lier
niet erg optimistisch gestemd. Hij ziet het
pakket alsmaar kleiner worden. En van de
middelen díe overblijven neemt de werking
steeds verder af. Een positieve uitzondering
hierop is Fenomenal.
Meer op pagina 7
Thomas van Leeuwen,
onderzoeker bij de Universiteit Gent
2 Glastuinbouw Koerier
'Jaarrond toelating meer dan welkom'Onlangs heeft het middel Oberon een jaarrond toelating gekregen. Met name voor komkommertelers is dat goed nieuws, zo stelt teeltspecialist Roel Hanssen van Mertens. ,,We hebben al jaren een chronisch tekort aan spintmiddelen. Dat we Oberon nu ook tussen 1 maart en 1 september kunnen gebruiken is een enorme winst voor telers.'' Komkommer- en trostomatenteler René Welles in Grubbenvorst kan dat volmondig beamen: ,,vrijwel alle spintmiddelen kampen met resistenties; met Oberon hebben we weer een écht effectief wapen in handen.''
Het is half mei en razenddruk op het bedrijf van René Welles. Door het aanhoudend warme
en zonnige weer groeien de komkommers meer dan fantastisch. ,,De afgelopen twee maan-
den hebben we ongeveer vijf komkommers per vierkante meter meer geoogst als normaal.
Voor ons bedrijf komt dat neer op zo'n 200.000 komkommers die we extra hebben moeten
snijden'', zo vertelt Welles.
Omdat het snijden behoorlijk veel tijd vraagt, prijst Welles zich gelukkig dat het rondom de
bestrijding van spint nog redelijk rustig is gebleven. ,,Het warme, schrale weer dat we tot nu
toe gehad hebben is ideaal voor spint. Maar tot nu toe heb ik er gelukkig nog maar weinig
last van gehad'', zo klopt de teler af. Hoewel de factor 'een beetje geluk hebben' volgens
hem zeker een rol speelt, durft hij ook wel te stellen dat hij de biologie momenteel redelijk
goed op orde heeft. Als preventieve spintremmer zet hij bij de start van de teelt zakjes met
amblyseius californicus uit. En wanneer de spint later in de teelt wat sterker op komt zetten,
wordt phytoseiulus persimilis ingezet. Ook besteedt het bedrijf behoorlijk veel aandacht aan
het verwijderen van onkruid. ,,Met name bij de kopgevels, waar de zon opkomt, is het vaak
schraal. Daar is dus de meeste kans op spint en zijn we ook het scherpst voor wat betreft
de onkruid- en spintbestrijding.'' Verder probeert Welles - samen met een aantal ervaren
personeelsleden - de overgebleven uren zoveel mogelijk aan het scouten te besteden, ,,al is
het kasoppervlak ondertussen wel zo groot geworden dat het lastig is om helemaal rond te
komen'', zo voegt hij er eerlijkheidshalve aan toe.
'Teelt kan niet zonder chemische correctie'Hoewel spint met meerdere (biologische) wapens te bestrijden is, kan de komkommerteelt
niet zonder chemische correctie, zo stelt Welles. ,,Welke maatregelen je ook neemt; naarmate
het groeiseizoen vordert krijgt spint langzaam maar zeker de overhand. Zéker in een voorjaar
als dit krijgt spint alle ruimte om zich massaal te ontwikkelen. Goede chemische correctiemid-
delen zijn dan absoluut noodzakelijk.''
Volgens teeltspecialist Roel Hanssen van
Mertens is de spoeling van spintmidde-
len momenteel erg dun. Daar komt bij
dat resistentievorming een steeds groter
probleem wordt bij vrijwel alle middelen.
Hanssen: ,,Van alle plagen in glasgroenten
past spint zich veruit het snelste aan de
middelen aan. Hierdoor zijn er bijna geen
middelen meer die honderd procent wer-
ken. Alleen Oberon heeft zijn effectiviteit
nog volledig behouden.'' Volgens Hanssen
moet alles in het werk worden gesteld om
verdere resistentievorming te voorkomen.
Het toverwoord hiervoor is: middelen (in
blokbespuitingen) met elkaar afwisselen.
Het feit dat Oberon nu het hele jaar door
gebruikt mag worden - en bovendien goed
samen gaat met biologische bestrijding van
spint - geeft de komkommerteelt heel veel
extra mogelijkheden om de kas schoon te
houden. ,,Bovendien'', zo stelt Hanssen,
,,is Oberon wat goedkoper in gebruik dan
vergelijkbare alternatieven.''
Ook wittevlieg wordt bestredenVoor Welles geldt als extra pluspunt dat
Oberon naast spint ook wittevlieg bestrijdt.
Dit komt vooral van pas tijdens de over-
gang van de tweede komkommerteelt naar
de herfstteelt van trostomaat. ,,In tomaat
gebruiken we Oberon met name tegen witte-
vlieg. Maar bij de overgang van komkom-
mer naar tomaat, zo rond eind september,
blijft er ook altijd wat spint achter. Met
Oberon pak je die ook meteen mee en hoef
je dus geen aparte bespuiting hiertegen uit
te voren'', zo besluit de teler.
René Welles (links) heeft een glas-
tuinbouwbedrijf in Grubbenvorst (L.).
Onder 4,2 hectare glas teelt hij kom-
kommer (2 teelten) en trostomaat (1
herfstteelt). Roel Hanssen is specialist
komkommer/tomaat bij Mertens.
Vervolg van voorpagina
3 Glastuinbouw Koerier
Oberon: langdurige werking tegen spint en wittevliegDe afgelopen jaren is in een groot aantal gewassen ervaring opgedaan met Oberon®. Vooral de langdurige werking tegen spint en wittevlieg wordt in de praktijk zeer gewaardeerd. Ook de werking tegen de tomatengalmijt wordt in de praktijk als zeer goed ervaren.
Oberon is een middel uit de chemische groep van ketoenolen en heeft een werking op zowel spint als wittevlieg (ook Bemisia tabaci) en een
goede nevenwerking op trips. Oberon wordt vastgelegd in de waslaag van de plant, waarin het zeer traag afbreekt. Door deze eigenschap
heeft het middel een zeer lange nawerking.
Werking tegen spintOberon heeft een uitstekende werking op zowel de eieren als de larven van spint. Eén week na de bespuiting verkleuren de eieren naar
oranjerood en zijn de larven dood. De volwassen vrouwtjes worden niet bestreden. Zij blijven enkele weken in leven maar vertonen minder
activiteit. Zuigschade wordt daardoor sterk beperkt en verspreiding in het gewas vindt niet meer plaats. De eieren die nog wel geproduceerd
worden en er aanvankelijk goed uitzien (blank) komen niet uit en vertonen dezelfde verkleuring als de eieren die aanwezig zijn op het
moment van spuiten.
Advies spintbestrijding• Spuit Oberon twee keer met een interval van 7 tot 10 dagen
• Wissel Oberon af met middelen uit een andere chemische groep
• De werking vindt met name plaats door contactwerking. Voor een goed resultaat is een goede spuittechniek van groot belang
• Geen uitvloeier toevoegen
• Dosering: 0,05% (50 ml/100 l water) Toelating, voorwaarden en veiligheid• Oberon is toegelaten in veel belangrijke glastuinbouwgewassen, zowel grondgebonden als
niet-grondgebonden.
• De toepassing van Oberon blijkt in enkele komkommerrassen voor 1 maart risicovol te zijn.
• Oberon niet toepassen in jonge aanplant of in opkweekfase in verband met eventuele
gewasreactie.
• Oberon wordt, in verband met gewasveiligheid, in bloemisterijgewassen in de periode van 1
maart tot 1 september afgeraden.
• Oberon is gevaarlijk voor bijen. Niet toepassen in gewassen waar honingbijenvolken zijn
geplaatst. Oberon kan een effect hebben op het broed van hommels. Daarom bij inzet
van hommels het middel uitsluitend toepassen als de hommels niet actief zijn en de
hommelkasten gesloten zijn. De kasten pas weer open zetten 2 uur nadat het gewas
volledig is opgedroogd.
• Oberon is veilig voor de meeste biologische bestrijders zoals Encarsia, Eretmocerus, Aphidus,
Macrolophus, Amblyseius en Orius. Oberon heeft wel een effect op Phytoseiulus en Feltiella.
De kracht van Oberon• Uitstekende werking op wittevlieg, spint en tomatengalmijt
• Zeer sterke werking op eieren en larven
• Goede nevenwerking tegen tripslarven
• Veilig voor de meeste nuttige insecten
Werking tegen wittevliegOberon heeft een uitstekende werking tegen zowel kaswittevlieg
(Trialeurodes vaporariorum) als tabakswittevlieg (Bemisia tabaci).
Van beide soorten worden zowel de eieren als de larven bestreden.
De eieren verkleuren gelig, worden iets rimpelig en zakken uitein-
delijk scheef. De eieren komen niet meer uit. De larven verkleuren
- als ze geraakt worden - na enige tijd lichtbruin. Oberon heeft geen
effect op volwassen wittevlieg.
Advies wittevliegbestrijding• Spuit Oberon 2 keer met een interval van 10 dagen
• Wissel Oberon af met middelen uit een andere chemische groep
(o.a. Calypso of Admire)
• Zowel eieren als larven bevinden zich aan de onderkant van het blad.
Voor een effectieve bestrijding is een goede spuittechniek essentieel
• Geen uitvloeier toevoegen
• Dosering: 0,05% (50 ml/100 l water)
spintmijt wittevlieg op tomaat
'Doordacht resistentiemanagementplan meer dan ooit nodig'Thomas van Leeuwen is onderzoeker bij de Universiteit Gent (B.). De afgelopen jaren heeft hij in opdracht van drie chemiebedrijven - waaronder Bayer CropScience - onderzoek uitgevoerd naar resistentieontwikkeling van spint tegen verschillende chemische bestrijdingsmiddelen. Dit heeft geleid tot een praktisch handvest met adviezen voor een duurzaam resistentiemanagement.
Kunt u verklaren waarom juist spint zo'n groot probleem is geworden?,,Voor spint geldt dat vrijwel alle eigenschappen van het beestje elkaar versterken in hun
resistentievorming tegen bestrijdingsmiddelen. Ten eerste heeft spint heel veel verschillende
waardplanten. Vanuit de literatuur zijn er meer dan duizend gewassoorten bekend waarop
spint zich kan vermeerderen. Al deze planten hebben verschillende manieren om spint te
weren of te doden, onder meer door toxische stoffen af te scheiden. De spintmijt heeft
hierdoor een zeer uitgebreid arsenaal aan verdedigingsmechanismen ontwikkeld. Deze
kunnen ze zeer gericht inzetten tegen chemische stoffen. Ten tweede heeft spint een zeer
korte levenscyclus. De ontwikkeling van ei tot adult duurt slechts zeven tot tien dagen. Dat
betekent dat zich per seizoen tot 15 generaties kunnen ontwikkelen. Daar komt bij dat het
wijfje ook nog eens tot 100 eitjes kan leggen. Tot slot is de manier van voortplanten ook
nog eens zeer gunstig voor snelle aanpassingen binnen populaties. Alle mannetjes komen
namelijk voort uit onbevruchte eitjes. Hierdoor dragen ze slechts de helft van het genetische
materiaal (haploïd), waardoor ze levensbepaalde eigenschappen zoals verminderde gevoe-
ligheid voor een product veel sneller binnen een populatie door kunnen geven. Al deze
eigenschappen samen veroorzaken een zeer snelle resistentieopbouw, omdat elke generatie
zich weer zodanig aan kan passen dat het minder gevoelig wordt voor middelen met een
bepaald werkingsmechanisme.''
Kunt u in het kort schetsen hoe het onderzoek is uitgevoerd en wat het heeft opgeleverd?,,Voor het onderzoek hebben we 15 spintpopulaties uit verschillende gebieden in Nederland
aangeleverd gekregen. Deze hebben we met 12 verschillende werkzame stoffen behandeld.
Wat als eerste opviel in de proeven, was dat bijna alle populaties een behoorlijke resistentie
hadden opgebouwd tegen de werkzame stoffen die tien jaar of langer op de markt zijn.
Van twee werkzame stoffen was de werking zelfs ronduit rampzalig. Zelfs bij vijf keer de
aanbevolen dosering was de werking onvoldoende. Het gebruik van deze middelen heeft
feitelijk dus geen enkele zin.
Wat ook opviel in de proef was dat enkele relatief nieuwe middelen ook al zeer matig
scoorden bij een aantal populaties. Waarschijnlijk is dit het gevolg van kruisresistentie. Hier-
bij zijn in de kas weliswaar verschillende middelen gebruikt, maar wel met een min of meer
vergelijkbaar werkingsmechanisme of chemische structuur, waardoor de spintpopulatie zich
snel heeft kunnen aanpassen. Verder zaten er ook twee stammen tussen die ongevoelig
bleken voor vrijwel alle toegepaste middelen.''
Dat twee van de vijftien stammen resistent zijn tegen vrijwel alle middelen; dat is toch behoorlijk zorgelijk...,,Ja, dat is zo. Maar deze resistenties hoeven gelukkig niet blijvend zijn. In de proef hebben we namelijk een aantal stammen doorgekweekt
op bonen, zonder deze te bestrijden. Al na één seizoen bleken de meeste resistenties weer verdwenen.''
Hoe kan dat?,,We vermoeden dat een aantal specifieke resistenties vast liggen op één gen. Als de betreffende stam de resistentie-factor niet meer nodig
heeft, dan steekt hij er ook geen energie meer in en deze vervalt automatisch. Ook zijn er zogenaamde polygene resistenties, waarbij een
combinatie van verschillende eigenschappen resulteert in resistentie tegen een bepaald middel. Als er een tijd lang geen selectiedruk meer
is, dan valt deze combinatie van eigenschappen weer langzaam uit elkaar.''
Wat moeten telers doen om resistentie tegen middelen te voorkomen?,,Er zijn tal van preventieve maatregelen mogelijk zoals de aankoop van schoon uitgangsmateriaal, een goede bedrijfshygiëne, wekelijks
scouten en voor aflevering het gewas schoonspuiten. Over het algemeen zijn deze maatregelen wel bekend; het is vooral een kwestie van
er écht naar handelen. Verder is het noodzakelijk om voor de chemische bestrijding een goede preventieve resistentiestrategie uit te wer-
ken. Om vroegtijdige resistentie te voorkomen moet er zoveel mogelijk in blokken worden gespoten. Dat wil zeggen: één tot drie keer met
hetzelfde middel en daarna weer één tot drie keer met een middel uit een andere resistentiegroep. Het spuitinterval tussen twee blokken
moet daarbij minimaal twee spintgeneraties bedragen. Bij geïntegreerde bestrijding moet erop gelet worden dat de gebruikte middelen zo
compatibel mogelijk zijn met de in de kas gebruikte natuurlijke vijanden.''
Tot slot: blijven we met het huidige middelenpakket het spint de baas? ,,Van de twaalf werkzame stoffen die we bij
onze proeven gebruikt hebben, zijn er zeker
drie genomineerd om te verdwijnen. Daarnaast
zijn er nog eens twee middelen die resistenties
zodanig sterk in de hand werken dat ze eigenlijk
niet meer gebruikt zouden mogen worden. We
houden er dan nog maar zeven over, waarvan
er ook nog eens twee min of meer hetzelfde
werkingsmechanisme hebben en daardoor in
een resistentieplan als eenzelfde middel moe-
ten worden gezien. De spoeling wordt kortom
behoorlijk dun voor wat betreft de middelen.
Het is dus zaak om daar zeer zuinig op te zijn en
ze vooral slim in te zetten, temeer de verwach-
ting is dat de komende jaren geen of vrijwel
geen nieuwe middelen bij zullen komen. Het is
de taak van producenten en de voorlichting om
samen met de telers werk te maken van een
doordacht resistentiemanagementplan. Daarna
ligt de bal voor een groot deel bij de teler zelf;
zij moeten dit plan uiteindelijk zo consequent
mogelijk uitvoeren.''
Thomas van Leeuwen, onderzoeker
bij Universiteit Gent
Spint
Spint op roos
Spint op roos
2 Glastuinbouw Koerier
'Jaarrond toelating meer dan welkom'Onlangs heeft het middel Oberon een jaarrond toelating gekregen. Met name voor komkommertelers is dat goed nieuws, zo stelt teeltspecialist Roel Hanssen van Mertens. ,,We hebben al jaren een chronisch tekort aan spintmiddelen. Dat we Oberon nu ook tussen 1 maart en 1 september kunnen gebruiken is een enorme winst voor telers.'' Komkommer- en trostomatenteler René Welles in Grubbenvorst kan dat volmondig beamen: ,,vrijwel alle spintmiddelen kampen met resistenties; met Oberon hebben we weer een écht effectief wapen in handen.''
Het is half mei en razenddruk op het bedrijf van René Welles. Door het aanhoudend warme
en zonnige weer groeien de komkommers meer dan fantastisch. ,,De afgelopen twee maan-
den hebben we ongeveer vijf komkommers per vierkante meter meer geoogst als normaal.
Voor ons bedrijf komt dat neer op zo'n 200.000 komkommers die we extra hebben moeten
snijden'', zo vertelt Welles.
Omdat het snijden behoorlijk veel tijd vraagt, prijst Welles zich gelukkig dat het rondom de
bestrijding van spint nog redelijk rustig is gebleven. ,,Het warme, schrale weer dat we tot nu
toe gehad hebben is ideaal voor spint. Maar tot nu toe heb ik er gelukkig nog maar weinig
last van gehad'', zo klopt de teler af. Hoewel de factor 'een beetje geluk hebben' volgens
hem zeker een rol speelt, durft hij ook wel te stellen dat hij de biologie momenteel redelijk
goed op orde heeft. Als preventieve spintremmer zet hij bij de start van de teelt zakjes met
amblyseius californicus uit. En wanneer de spint later in de teelt wat sterker op komt zetten,
wordt phytoseiulus persimilis ingezet. Ook besteedt het bedrijf behoorlijk veel aandacht aan
het verwijderen van onkruid. ,,Met name bij de kopgevels, waar de zon opkomt, is het vaak
schraal. Daar is dus de meeste kans op spint en zijn we ook het scherpst voor wat betreft
de onkruid- en spintbestrijding.'' Verder probeert Welles - samen met een aantal ervaren
personeelsleden - de overgebleven uren zoveel mogelijk aan het scouten te besteden, ,,al is
het kasoppervlak ondertussen wel zo groot geworden dat het lastig is om helemaal rond te
komen'', zo voegt hij er eerlijkheidshalve aan toe.
'Teelt kan niet zonder chemische correctie'Hoewel spint met meerdere (biologische) wapens te bestrijden is, kan de komkommerteelt
niet zonder chemische correctie, zo stelt Welles. ,,Welke maatregelen je ook neemt; naarmate
het groeiseizoen vordert krijgt spint langzaam maar zeker de overhand. Zéker in een voorjaar
als dit krijgt spint alle ruimte om zich massaal te ontwikkelen. Goede chemische correctiemid-
delen zijn dan absoluut noodzakelijk.''
Volgens teeltspecialist Roel Hanssen van
Mertens is de spoeling van spintmidde-
len momenteel erg dun. Daar komt bij
dat resistentievorming een steeds groter
probleem wordt bij vrijwel alle middelen.
Hanssen: ,,Van alle plagen in glasgroenten
past spint zich veruit het snelste aan de
middelen aan. Hierdoor zijn er bijna geen
middelen meer die honderd procent wer-
ken. Alleen Oberon heeft zijn effectiviteit
nog volledig behouden.'' Volgens Hanssen
moet alles in het werk worden gesteld om
verdere resistentievorming te voorkomen.
Het toverwoord hiervoor is: middelen (in
blokbespuitingen) met elkaar afwisselen.
Het feit dat Oberon nu het hele jaar door
gebruikt mag worden - en bovendien goed
samen gaat met biologische bestrijding van
spint - geeft de komkommerteelt heel veel
extra mogelijkheden om de kas schoon te
houden. ,,Bovendien'', zo stelt Hanssen,
,,is Oberon wat goedkoper in gebruik dan
vergelijkbare alternatieven.''
Ook wittevlieg wordt bestredenVoor Welles geldt als extra pluspunt dat
Oberon naast spint ook wittevlieg bestrijdt.
Dit komt vooral van pas tijdens de over-
gang van de tweede komkommerteelt naar
de herfstteelt van trostomaat. ,,In tomaat
gebruiken we Oberon met name tegen witte-
vlieg. Maar bij de overgang van komkom-
mer naar tomaat, zo rond eind september,
blijft er ook altijd wat spint achter. Met
Oberon pak je die ook meteen mee en hoef
je dus geen aparte bespuiting hiertegen uit
te voren'', zo besluit de teler.
René Welles (links) heeft een glas-
tuinbouwbedrijf in Grubbenvorst (L.).
Onder 4,2 hectare glas teelt hij kom-
kommer (2 teelten) en trostomaat (1
herfstteelt). Roel Hanssen is specialist
komkommer/tomaat bij Mertens.
Vervolg van voorpagina
3 Glastuinbouw Koerier
Oberon: langdurige werking tegen spint en wittevliegDe afgelopen jaren is in een groot aantal gewassen ervaring opgedaan met Oberon®. Vooral de langdurige werking tegen spint en wittevlieg wordt in de praktijk zeer gewaardeerd. Ook de werking tegen de tomatengalmijt wordt in de praktijk als zeer goed ervaren.
Oberon is een middel uit de chemische groep van ketoenolen en heeft een werking op zowel spint als wittevlieg (ook Bemisia tabaci) en een
goede nevenwerking op trips. Oberon wordt vastgelegd in de waslaag van de plant, waarin het zeer traag afbreekt. Door deze eigenschap
heeft het middel een zeer lange nawerking.
Werking tegen spintOberon heeft een uitstekende werking op zowel de eieren als de larven van spint. Eén week na de bespuiting verkleuren de eieren naar
oranjerood en zijn de larven dood. De volwassen vrouwtjes worden niet bestreden. Zij blijven enkele weken in leven maar vertonen minder
activiteit. Zuigschade wordt daardoor sterk beperkt en verspreiding in het gewas vindt niet meer plaats. De eieren die nog wel geproduceerd
worden en er aanvankelijk goed uitzien (blank) komen niet uit en vertonen dezelfde verkleuring als de eieren die aanwezig zijn op het
moment van spuiten.
Advies spintbestrijding• Spuit Oberon twee keer met een interval van 7 tot 10 dagen
• Wissel Oberon af met middelen uit een andere chemische groep
• De werking vindt met name plaats door contactwerking. Voor een goed resultaat is een goede spuittechniek van groot belang
• Geen uitvloeier toevoegen
• Dosering: 0,05% (50 ml/100 l water) Toelating, voorwaarden en veiligheid• Oberon is toegelaten in veel belangrijke glastuinbouwgewassen, zowel grondgebonden als
niet-grondgebonden.
• De toepassing van Oberon blijkt in enkele komkommerrassen voor 1 maart risicovol te zijn.
• Oberon niet toepassen in jonge aanplant of in opkweekfase in verband met eventuele
gewasreactie.
• Oberon wordt, in verband met gewasveiligheid, in bloemisterijgewassen in de periode van 1
maart tot 1 september afgeraden.
• Oberon is gevaarlijk voor bijen. Niet toepassen in gewassen waar honingbijenvolken zijn
geplaatst. Oberon kan een effect hebben op het broed van hommels. Daarom bij inzet
van hommels het middel uitsluitend toepassen als de hommels niet actief zijn en de
hommelkasten gesloten zijn. De kasten pas weer open zetten 2 uur nadat het gewas
volledig is opgedroogd.
• Oberon is veilig voor de meeste biologische bestrijders zoals Encarsia, Eretmocerus, Aphidus,
Macrolophus, Amblyseius en Orius. Oberon heeft wel een effect op Phytoseiulus en Feltiella.
De kracht van Oberon• Uitstekende werking op wittevlieg, spint en tomatengalmijt
• Zeer sterke werking op eieren en larven
• Goede nevenwerking tegen tripslarven
• Veilig voor de meeste nuttige insecten
Werking tegen wittevliegOberon heeft een uitstekende werking tegen zowel kaswittevlieg
(Trialeurodes vaporariorum) als tabakswittevlieg (Bemisia tabaci).
Van beide soorten worden zowel de eieren als de larven bestreden.
De eieren verkleuren gelig, worden iets rimpelig en zakken uitein-
delijk scheef. De eieren komen niet meer uit. De larven verkleuren
- als ze geraakt worden - na enige tijd lichtbruin. Oberon heeft geen
effect op volwassen wittevlieg.
Advies wittevliegbestrijding• Spuit Oberon 2 keer met een interval van 10 dagen
• Wissel Oberon af met middelen uit een andere chemische groep
(o.a. Calypso of Admire)
• Zowel eieren als larven bevinden zich aan de onderkant van het blad.
Voor een effectieve bestrijding is een goede spuittechniek essentieel
• Geen uitvloeier toevoegen
• Dosering: 0,05% (50 ml/100 l water)
spintmijt wittevlieg op tomaat
'Doordacht resistentiemanagementplan meer dan ooit nodig'Thomas van Leeuwen is onderzoeker bij de Universiteit Gent (B.). De afgelopen jaren heeft hij in opdracht van drie chemiebedrijven - waaronder Bayer CropScience - onderzoek uitgevoerd naar resistentieontwikkeling van spint tegen verschillende chemische bestrijdingsmiddelen. Dit heeft geleid tot een praktisch handvest met adviezen voor een duurzaam resistentiemanagement.
Kunt u verklaren waarom juist spint zo'n groot probleem is geworden?,,Voor spint geldt dat vrijwel alle eigenschappen van het beestje elkaar versterken in hun
resistentievorming tegen bestrijdingsmiddelen. Ten eerste heeft spint heel veel verschillende
waardplanten. Vanuit de literatuur zijn er meer dan duizend gewassoorten bekend waarop
spint zich kan vermeerderen. Al deze planten hebben verschillende manieren om spint te
weren of te doden, onder meer door toxische stoffen af te scheiden. De spintmijt heeft
hierdoor een zeer uitgebreid arsenaal aan verdedigingsmechanismen ontwikkeld. Deze
kunnen ze zeer gericht inzetten tegen chemische stoffen. Ten tweede heeft spint een zeer
korte levenscyclus. De ontwikkeling van ei tot adult duurt slechts zeven tot tien dagen. Dat
betekent dat zich per seizoen tot 15 generaties kunnen ontwikkelen. Daar komt bij dat het
wijfje ook nog eens tot 100 eitjes kan leggen. Tot slot is de manier van voortplanten ook
nog eens zeer gunstig voor snelle aanpassingen binnen populaties. Alle mannetjes komen
namelijk voort uit onbevruchte eitjes. Hierdoor dragen ze slechts de helft van het genetische
materiaal (haploïd), waardoor ze levensbepaalde eigenschappen zoals verminderde gevoe-
ligheid voor een product veel sneller binnen een populatie door kunnen geven. Al deze
eigenschappen samen veroorzaken een zeer snelle resistentieopbouw, omdat elke generatie
zich weer zodanig aan kan passen dat het minder gevoelig wordt voor middelen met een
bepaald werkingsmechanisme.''
Kunt u in het kort schetsen hoe het onderzoek is uitgevoerd en wat het heeft opgeleverd?,,Voor het onderzoek hebben we 15 spintpopulaties uit verschillende gebieden in Nederland
aangeleverd gekregen. Deze hebben we met 12 verschillende werkzame stoffen behandeld.
Wat als eerste opviel in de proeven, was dat bijna alle populaties een behoorlijke resistentie
hadden opgebouwd tegen de werkzame stoffen die tien jaar of langer op de markt zijn.
Van twee werkzame stoffen was de werking zelfs ronduit rampzalig. Zelfs bij vijf keer de
aanbevolen dosering was de werking onvoldoende. Het gebruik van deze middelen heeft
feitelijk dus geen enkele zin.
Wat ook opviel in de proef was dat enkele relatief nieuwe middelen ook al zeer matig
scoorden bij een aantal populaties. Waarschijnlijk is dit het gevolg van kruisresistentie. Hier-
bij zijn in de kas weliswaar verschillende middelen gebruikt, maar wel met een min of meer
vergelijkbaar werkingsmechanisme of chemische structuur, waardoor de spintpopulatie zich
snel heeft kunnen aanpassen. Verder zaten er ook twee stammen tussen die ongevoelig
bleken voor vrijwel alle toegepaste middelen.''
Dat twee van de vijftien stammen resistent zijn tegen vrijwel alle middelen; dat is toch behoorlijk zorgelijk...,,Ja, dat is zo. Maar deze resistenties hoeven gelukkig niet blijvend zijn. In de proef hebben we namelijk een aantal stammen doorgekweekt
op bonen, zonder deze te bestrijden. Al na één seizoen bleken de meeste resistenties weer verdwenen.''
Hoe kan dat?,,We vermoeden dat een aantal specifieke resistenties vast liggen op één gen. Als de betreffende stam de resistentie-factor niet meer nodig
heeft, dan steekt hij er ook geen energie meer in en deze vervalt automatisch. Ook zijn er zogenaamde polygene resistenties, waarbij een
combinatie van verschillende eigenschappen resulteert in resistentie tegen een bepaald middel. Als er een tijd lang geen selectiedruk meer
is, dan valt deze combinatie van eigenschappen weer langzaam uit elkaar.''
Wat moeten telers doen om resistentie tegen middelen te voorkomen?,,Er zijn tal van preventieve maatregelen mogelijk zoals de aankoop van schoon uitgangsmateriaal, een goede bedrijfshygiëne, wekelijks
scouten en voor aflevering het gewas schoonspuiten. Over het algemeen zijn deze maatregelen wel bekend; het is vooral een kwestie van
er écht naar handelen. Verder is het noodzakelijk om voor de chemische bestrijding een goede preventieve resistentiestrategie uit te wer-
ken. Om vroegtijdige resistentie te voorkomen moet er zoveel mogelijk in blokken worden gespoten. Dat wil zeggen: één tot drie keer met
hetzelfde middel en daarna weer één tot drie keer met een middel uit een andere resistentiegroep. Het spuitinterval tussen twee blokken
moet daarbij minimaal twee spintgeneraties bedragen. Bij geïntegreerde bestrijding moet erop gelet worden dat de gebruikte middelen zo
compatibel mogelijk zijn met de in de kas gebruikte natuurlijke vijanden.''
Tot slot: blijven we met het huidige middelenpakket het spint de baas? ,,Van de twaalf werkzame stoffen die we bij
onze proeven gebruikt hebben, zijn er zeker
drie genomineerd om te verdwijnen. Daarnaast
zijn er nog eens twee middelen die resistenties
zodanig sterk in de hand werken dat ze eigenlijk
niet meer gebruikt zouden mogen worden. We
houden er dan nog maar zeven over, waarvan
er ook nog eens twee min of meer hetzelfde
werkingsmechanisme hebben en daardoor in
een resistentieplan als eenzelfde middel moe-
ten worden gezien. De spoeling wordt kortom
behoorlijk dun voor wat betreft de middelen.
Het is dus zaak om daar zeer zuinig op te zijn en
ze vooral slim in te zetten, temeer de verwach-
ting is dat de komende jaren geen of vrijwel
geen nieuwe middelen bij zullen komen. Het is
de taak van producenten en de voorlichting om
samen met de telers werk te maken van een
doordacht resistentiemanagementplan. Daarna
ligt de bal voor een groot deel bij de teler zelf;
zij moeten dit plan uiteindelijk zo consequent
mogelijk uitvoeren.''
Thomas van Leeuwen, onderzoeker
bij Universiteit Gent
Spint
Spint op roos
Spint op roos
4 Glastuinbouw Koerier 5 Glastuinbouw Koerier
De emissieproef van Bayer CropScience en DLV Plant wordt uitgevoerd bij chrysantenkwekerij
Van Tuyl (Darolin) in Brakel. Op dit bedrijf zijn in 2009 twee lysimeters geplaats. Een lysimeter
is een instrument om de uitspoeling (emissie) te kunnen meten. Het bestaat hoofdzakelijk
uit een grote, in de grond gegraven opvangbak waarin drainwater wordt opgevangen en
doorgemeten.
In de eerste twee proefjaren (2009 en 2010) zijn vooral de concentraties van middelen in het
drainwater gemeten. Op basis van deze meetgegevens is gekeken welke middelen eventueel
vervangen zouden kunnen worden voor minder milieubelastende middelen. ,,Dat bleek een
behoorlijk lastige opgave. Voor veel middelen zijn namelijk geen vergelijkbare alternatieven
voorhanden'', zo blikt Van der Lans terug.
Bayer CropScience richt zich in het vervolgonderzoek vooral op de middelen AATerra ME,
Rizolex, Admire en Mesurol. Van alle vier middelen is bekend dat ze regelmatig in het opper-
vlaktewater worden aangetroffen, maar tegelijktijd ook redelijk onmisbaar zijn voor veel
kasteelten, waaronder chrysanten. ,,We proberen deze de middelen daarom zo in te zetten
dat ze met een minimale emissie toch maximaal blijven werken.''
AAterra ME en Rizolex later aan gietbeurt meegevenBij de bodemtoepassingen is de focus gericht op AAterra ME en Rizolex. In de praktijk wor-
den beide middelen in 4 van 5 vijf teeltrondes toegepast. Alleen na de (jaarlijkse) stoombeurt
worden ze soms achterwege gelaten. Het (vaker) achterwege laten van deze middelen is
volgens DLV-adviseur René Corsten op dit moment geen reeële optie. ,,Daarmee verhoog
je het risico op bodemschimmels enorm. Geen enkele teler zal dat risico willen nemen'', zo
stelt hij. Om de emissie van beide middelen terug te brengen (en daardoor de middelen ook
voor de toekomst te behouden) worden dit seizoen tests uitgevoerd met het later meegeven
aan de gietbeurt. Voor AATerra ME betekent dit: eerst 6 tot 8 liter schoon water geven, pas
daarna 2 tot 4 liter water met AATerra ME toevoegen en tenslotte naspoelen met 1 à 2 liter
schoon water. ,,Met deze werkwijze blijft het middel grotendeels in de bovenste tien centi-
meter van de grond steken. Dit beperkt niet alleen de uitspoeling, maar zorgt ook voor een
maximale effectiviteit van het middel'', zo vat Van der Lans het achterliggende idee samen.
Volgens hem zijn de eerste resultaten van de proef al zeer bemoedigend. ,,We komen voor
beide middelen nu al ruim onder de MTR-norm voor oppervlaktewater uit. Hopelijk kunnen
we met een slimmere inzet van beide middelen nog betere resultaten boeken.''
Vervolg van voorpagina
Marcel Beekenkamp (links) en Ronald
Krikke (midden) zijn beide bioloog
bij tomatenteeltbedrijf CombiVliet.
Samen hebben ze vijf verschillende
locaties in het Westland onder hun
hoede (totaal ca. 27 hectare). Edwin
Datthijn (rechts) is specialist tuin-
bouw bij Van Iperen B.V. in Westmaas.
Lysimeters registreren uitspoelingFame® is een middel ter bestrijding van schadelijke rupsen van diverse motten en vlinders (Lepidoptera). Fame werkt zeer snel en langdurig en is volledig veilig voor nuttige insecten en mijten.
Fame bevat de werkzame stof flubendiamide. Deze stof zorgt bij rupsen voor een verstoorde
spierfunctie, waardoor de vraat zeer snel stopt. Nog een kenmerk van flubendiamide is dat
het een zeer goede duurwerking heeft.
Toelating & toepassingFame is toegelaten in de bedekte niet-grondgebonden teelt van:
• tomaat, paprika en Spaanse peper
• bloembol- en bloemknolgewassen
• bloemisterijgewassen
• boomkwekerijgewassen
• vaste planten
Fame kan ingezet worden zodra de eerste rupsen worden waargenomen. Via direct contact
of vraat komen de rupsen in aanraking met het product. Hierdoor stopt de vraat snel. Fame
bestrijdt een breed spectrum van rupsen, zoals Turkse mot, Gamma uiltje, Floridamot,
Groentenuil en kooluil. Daarnaast wordt ook de tomatenmineermot (Tuta absoluta) zeer
effectief bestreden.
Dosering & resistentiemanagementZodra een aantasting wordt waargenomen: twee bespuitingen uitvoeren met een interval van
7 dagen. Dosering: 0,025% (25 gram per 100 liter).
Om resistentieopbouw te voorkomen moet Fame worden toegepast als blokbespuiting. Na twee
bespuiting met Fame (met 7 dagen interval) moeten er tenminste twee (blok)behandelingen
met middelen uit een andere chemische groep worden toegepast (b.v. Runner of XenTari).
Fame: maakt korte metten met elke rups
Schade door Turkse mot
Rups op gerbera
Veiligheid & gewasverdraagzaamheidFame is volledig veilig voor de belangrijkste biologische bestrijders en voor hommels. Fame is ook uitgebreid getest op gewasveiligheid,
zowel in de sierteelt als in de bedekte groenteteelt. In geen van de geteste gewassen is er gewasschade vastgesteld als gevolg van
toepassing van Fame
De kracht van Fame• Nieuw werkingsmechanisme
• Effectief tegen een breed spectrum van rupsen
• Snelle aanvangswerking, stopt vraatschade snel
• Zeer goede duurwerking
• Volledig veilig voor nuttige insecten, mijten en hommels
• Werkt ook tegen tomatenmineermot (Tuta absoluta)Chemisch corrigeren: alleen in dienst van de biologieDe aanwezige biologie zoveel mogelijk z'n werk laten doen en chemische correcties alleen toepassen als die ten dienste zijn van de biologie. Dat is in grote lijnen de strategie van tomatenteeltbedrijf CombiVliet. Marcel Beekenkamp en Ronald Krikke, biologen op de Westlandse locaties van het bedrijf, lichten hun werkwijze toe.
Bij de onbelichte teelt hanteert het bedrijf sinds vijf jaar een systeem waarbij er na een lichte
ontsmetting met chloor weer nieuwe planten worden gepoot. ,,Groot voordeel hiervan is dat
de aanwezige biologie - met name Macrolophus - overeind blijft en de opkomende rupsen
meteen aan kan pakken'', zo vertelt Ronald Krikke. Hier tegenover staat echter het risico
dat de plaagdruk al bij de start een keer flink uit de hand kan lopen. ,,De afgelopen vijf
seizoenen hebben we echter prima gedraaid met deze manier van werken. Voorlopig houden
we er dus gewoon aan vast.''
Belangrijk bij dit systeem zijn de weken rondom de jaarwisseling. De rupsen komen dan
langzaam maar zeker opzetten en de aanwezige biologie moet dan weer actief worden.
,,Dit jaar hebben we bij de start relatief veel rupsen gesignaleerd. Een deel daarvan is waar-
schijnlijk uit levende poppen onder het plastic vandaan gekomen; iets dat met dit systeem
niet helemaal te voorkomen is. Maar met intensief scouten en een corrigerende bespuiting
hebben we de zaak echter redelijk goed onder controle kunnen houden'', zo blikt Marcel
Beekenkamp terug.
Dit seizoen voor 't eerst FameAls corrigerende bespuiting werd tot nu toe vrijwel standaard het middel Runner ingezet.
,,Daarmee hebben we vele jaren prima resultaten geboekt'', zo stelt Marcel. Dit seizoen is er
voor het eerst ook met het middel Fame gewerkt, onder meer om problemen met resistentie-
vorming te voorkomen. Volgens Edwin Datthijn van middelenleverancier Van Iperen is Fame
een uitstekende vervanger van Runner omdat het alle stadia van de rups - van nét uit het ei
tot nét geen pop - zeer krachtig aanpakt. Hierdoor stopt de vraat aanmerkelijk sneller dan bij
andere middelen. Ook Ronald Krikke heeft al gemerkt dat Fame een behoorlijke krachtpatser
is. ,,We waren gewend dat we na een bespuiting altijd wel wat dode rupsen terug konden
vinden in het gewas. Maar na een bespuiting met Fame liggen vrijwel alle rupsen op de
grond. Dat zegt wel iets over de kracht van het middel.''
Nieuw teeltplan voor belichte teelt Voor de belichte teelt van pruimtomaten op de locatie in Maasdijk wordt - in tegenstelling
tot de onbelichte teelt - wél elk jaar weer schoon begonnen. ,,De biologie moet hier dus
helemaal opnieuw op gang komen en dat ook nog eens min of meer tegen de natuur in.
Tel daarbij op dat we met Savanta niet het gemakkelijkst teelbare ras hebben én dat we
als bedrijf ook nog eens streven naar een maximale productie, dan weet je dat dit niet de
meest gemakkelijke locatie is'', zo geeft Ronald Krikke de uitdaging weer. Om de biologie
zo snel mogelijk op de rit te krijgen wordt alles in het werk gesteld om het de Macro's zo
goed mogelijk naar de zin te maken. Voor dit seizoen heeft Ronald Krikke een teeltplan
ontworpen waarbij om de tien paden een voerpad wordt aangelegd met - waar nodig
- vanglinten ter ondersteuning. Daarbij wordt de Macrolophus wekelijks gevoerd met
Efestia. Omdat er op deze locatie niet met Encarsia wordt gewerkt, wordt er bij de start
van de teelt twee keer met Oberon gespoten. Dit heeft een brede werking tegen spint en
tomatengalmijt. In een aantal tralies hebben is om de vijf paden een proef gedaan met
voeren. ,,Daar hebben we een nog beter resultaat neergelegd met een minimum aan
chemie'', zo besluit Krikke.
Bayer DressCode is een nieuwe tool om telers te stimuleren om in alle omstandigheden met de meest
geschikte beschermende kleding te werken. Speciaal hiervoor is een internetapplicatie ontwikkeld waarmee voor
alle relevante Bayer CropScience producten snel zichtbaar kan worden gemaakt welke beschermende kleding
gebruikt zou moeten worden, zowel bij het klaarmaken van de spuitoplossing, het spuiten zelf als bij het reinigen
van de apparatuur.
U krijgt gedetailleerde, praktijkgerichte aanbevelingen conform de wettelijke bepalingen.
Bayer DressCode: maatwerk voor persoonlijke bescherming
BayYou Services
Maak gebruik van Bayer DressCode voor een persoonlijk beschermingsadvies-op-maat.
De adviezen kunnen worden opgeslagen als pdf-files, uitgeprint en/of doorgetuurd per e-mail. Ook andere zaken
zoals trefwoorden en veelgestelde vragen kunnen in het hoofdmenu van deze applicatie worden geraadpleegd.
Draag naast geschikte, ook kwalitatief goede en schone beschermingsmiddelen alvorens u met uw werkzaam-
heden begint. Daarnaast vindt u daar ook nadere details en goede raadgeving over als u op het blokje “details”
van het beschermingsmiddel klikt.
Op deze manier beschermt u zich optimaal bij het gebruik van onze producten.
U vindt de Bayer DressCode via www.bayerdresscode.nl.
U verdient dezelfde bescherming als uw gewas!
maar
bént u wel evengoed beschermd als uw gewas?
Op deze manier beschermt u zich optimaal bij het gebruik van onze producten.
Meld u aan en ontvang
een paar gratis
spuithandschoenen
Een ander onderdeel van de proef is om
de watergift in porties op te delen. Dus: in
plaats van één keer 20 liter (in de zomer)
naar twee keer 10 liter met een tussenpose
van enkele uren. Het middel krijgt daardoor
meer kans zich aan de bodem te hechten.
De eerste resultaten hiervan verwacht Van
der Lans pas eind 2011.
Admire en Mesurol: alleen late toepassingVoor de middelen Admire en Mesurol wordt
onderzocht welke mogelijkheden er zijn om
ze zoveel mogelijk op het einde van de teelt
toe te passen. Hierdoor komen de middelen
veel meer op een dicht gewas terecht en
is de uitspoeling daardoor minder groot.
Dit jaar is het plan om - in combinatie met
geïntegreerde teelt - niet meer bij de start
(week 1), maar alleen nog op het eind van
de teelt (week 8) met Admire en Mesurol
te werken. Volgens Van der Lans is het
terugbrengen van het Admire- en Mesurol-
gebruik noodzakelijk om de middelen ook
op de langere termijn in de benen te hou-
den. ,,Het oppervlaktewater móet schoner; daar mogen wij onze ogen gewoon niet voor
sluiten. We proberen daarom vroegtijdig werkbare strategieën aan te dragen voor de teler.''
Zowel van der Lans als Corsten verwachten dat de effecten van de spuit- en gietproeven
de komende jaren steeds duidelijker zullen worden. ,,De invloeden van voorgaande jaren
en eventuele jaareffecten zullen we steeds beter uit kunnen filteren. De strategieën
worden daardoor betrouwbaarder en dus ook steeds bruikbaarder voor de praktijk'',
zo besluit Corsten.
René Corsten (rechts) is adviseur
Chrysant bij DLV Plant. Marco van
der Lans is technisch adviseur glas-
tuinbouw en vollegrondsgroenten bij
Bayer CropScience.
4 Glastuinbouw Koerier 5 Glastuinbouw Koerier
De emissieproef van Bayer CropScience en DLV Plant wordt uitgevoerd bij chrysantenkwekerij
Van Tuyl (Darolin) in Brakel. Op dit bedrijf zijn in 2009 twee lysimeters geplaats. Een lysimeter
is een instrument om de uitspoeling (emissie) te kunnen meten. Het bestaat hoofdzakelijk
uit een grote, in de grond gegraven opvangbak waarin drainwater wordt opgevangen en
doorgemeten.
In de eerste twee proefjaren (2009 en 2010) zijn vooral de concentraties van middelen in het
drainwater gemeten. Op basis van deze meetgegevens is gekeken welke middelen eventueel
vervangen zouden kunnen worden voor minder milieubelastende middelen. ,,Dat bleek een
behoorlijk lastige opgave. Voor veel middelen zijn namelijk geen vergelijkbare alternatieven
voorhanden'', zo blikt Van der Lans terug.
Bayer CropScience richt zich in het vervolgonderzoek vooral op de middelen AATerra ME,
Rizolex, Admire en Mesurol. Van alle vier middelen is bekend dat ze regelmatig in het opper-
vlaktewater worden aangetroffen, maar tegelijktijd ook redelijk onmisbaar zijn voor veel
kasteelten, waaronder chrysanten. ,,We proberen deze de middelen daarom zo in te zetten
dat ze met een minimale emissie toch maximaal blijven werken.''
AAterra ME en Rizolex later aan gietbeurt meegevenBij de bodemtoepassingen is de focus gericht op AAterra ME en Rizolex. In de praktijk wor-
den beide middelen in 4 van 5 vijf teeltrondes toegepast. Alleen na de (jaarlijkse) stoombeurt
worden ze soms achterwege gelaten. Het (vaker) achterwege laten van deze middelen is
volgens DLV-adviseur René Corsten op dit moment geen reeële optie. ,,Daarmee verhoog
je het risico op bodemschimmels enorm. Geen enkele teler zal dat risico willen nemen'', zo
stelt hij. Om de emissie van beide middelen terug te brengen (en daardoor de middelen ook
voor de toekomst te behouden) worden dit seizoen tests uitgevoerd met het later meegeven
aan de gietbeurt. Voor AATerra ME betekent dit: eerst 6 tot 8 liter schoon water geven, pas
daarna 2 tot 4 liter water met AATerra ME toevoegen en tenslotte naspoelen met 1 à 2 liter
schoon water. ,,Met deze werkwijze blijft het middel grotendeels in de bovenste tien centi-
meter van de grond steken. Dit beperkt niet alleen de uitspoeling, maar zorgt ook voor een
maximale effectiviteit van het middel'', zo vat Van der Lans het achterliggende idee samen.
Volgens hem zijn de eerste resultaten van de proef al zeer bemoedigend. ,,We komen voor
beide middelen nu al ruim onder de MTR-norm voor oppervlaktewater uit. Hopelijk kunnen
we met een slimmere inzet van beide middelen nog betere resultaten boeken.''
Vervolg van voorpagina
Marcel Beekenkamp (links) en Ronald
Krikke (midden) zijn beide bioloog
bij tomatenteeltbedrijf CombiVliet.
Samen hebben ze vijf verschillende
locaties in het Westland onder hun
hoede (totaal ca. 27 hectare). Edwin
Datthijn (rechts) is specialist tuin-
bouw bij Van Iperen B.V. in Westmaas.
Lysimeters registreren uitspoelingFame® is een middel ter bestrijding van schadelijke rupsen van diverse motten en vlinders (Lepidoptera). Fame werkt zeer snel en langdurig en is volledig veilig voor nuttige insecten en mijten.
Fame bevat de werkzame stof flubendiamide. Deze stof zorgt bij rupsen voor een verstoorde
spierfunctie, waardoor de vraat zeer snel stopt. Nog een kenmerk van flubendiamide is dat
het een zeer goede duurwerking heeft.
Toelating & toepassingFame is toegelaten in de bedekte niet-grondgebonden teelt van:
• tomaat, paprika en Spaanse peper
• bloembol- en bloemknolgewassen
• bloemisterijgewassen
• boomkwekerijgewassen
• vaste planten
Fame kan ingezet worden zodra de eerste rupsen worden waargenomen. Via direct contact
of vraat komen de rupsen in aanraking met het product. Hierdoor stopt de vraat snel. Fame
bestrijdt een breed spectrum van rupsen, zoals Turkse mot, Gamma uiltje, Floridamot,
Groentenuil en kooluil. Daarnaast wordt ook de tomatenmineermot (Tuta absoluta) zeer
effectief bestreden.
Dosering & resistentiemanagementZodra een aantasting wordt waargenomen: twee bespuitingen uitvoeren met een interval van
7 dagen. Dosering: 0,025% (25 gram per 100 liter).
Om resistentieopbouw te voorkomen moet Fame worden toegepast als blokbespuiting. Na twee
bespuiting met Fame (met 7 dagen interval) moeten er tenminste twee (blok)behandelingen
met middelen uit een andere chemische groep worden toegepast (b.v. Runner of XenTari).
Fame: maakt korte metten met elke rups
Schade door Turkse mot
Rups op gerbera
Veiligheid & gewasverdraagzaamheidFame is volledig veilig voor de belangrijkste biologische bestrijders en voor hommels. Fame is ook uitgebreid getest op gewasveiligheid,
zowel in de sierteelt als in de bedekte groenteteelt. In geen van de geteste gewassen is er gewasschade vastgesteld als gevolg van
toepassing van Fame
De kracht van Fame• Nieuw werkingsmechanisme
• Effectief tegen een breed spectrum van rupsen
• Snelle aanvangswerking, stopt vraatschade snel
• Zeer goede duurwerking
• Volledig veilig voor nuttige insecten, mijten en hommels
• Werkt ook tegen tomatenmineermot (Tuta absoluta)Chemisch corrigeren: alleen in dienst van de biologieDe aanwezige biologie zoveel mogelijk z'n werk laten doen en chemische correcties alleen toepassen als die ten dienste zijn van de biologie. Dat is in grote lijnen de strategie van tomatenteeltbedrijf CombiVliet. Marcel Beekenkamp en Ronald Krikke, biologen op de Westlandse locaties van het bedrijf, lichten hun werkwijze toe.
Bij de onbelichte teelt hanteert het bedrijf sinds vijf jaar een systeem waarbij er na een lichte
ontsmetting met chloor weer nieuwe planten worden gepoot. ,,Groot voordeel hiervan is dat
de aanwezige biologie - met name Macrolophus - overeind blijft en de opkomende rupsen
meteen aan kan pakken'', zo vertelt Ronald Krikke. Hier tegenover staat echter het risico
dat de plaagdruk al bij de start een keer flink uit de hand kan lopen. ,,De afgelopen vijf
seizoenen hebben we echter prima gedraaid met deze manier van werken. Voorlopig houden
we er dus gewoon aan vast.''
Belangrijk bij dit systeem zijn de weken rondom de jaarwisseling. De rupsen komen dan
langzaam maar zeker opzetten en de aanwezige biologie moet dan weer actief worden.
,,Dit jaar hebben we bij de start relatief veel rupsen gesignaleerd. Een deel daarvan is waar-
schijnlijk uit levende poppen onder het plastic vandaan gekomen; iets dat met dit systeem
niet helemaal te voorkomen is. Maar met intensief scouten en een corrigerende bespuiting
hebben we de zaak echter redelijk goed onder controle kunnen houden'', zo blikt Marcel
Beekenkamp terug.
Dit seizoen voor 't eerst FameAls corrigerende bespuiting werd tot nu toe vrijwel standaard het middel Runner ingezet.
,,Daarmee hebben we vele jaren prima resultaten geboekt'', zo stelt Marcel. Dit seizoen is er
voor het eerst ook met het middel Fame gewerkt, onder meer om problemen met resistentie-
vorming te voorkomen. Volgens Edwin Datthijn van middelenleverancier Van Iperen is Fame
een uitstekende vervanger van Runner omdat het alle stadia van de rups - van nét uit het ei
tot nét geen pop - zeer krachtig aanpakt. Hierdoor stopt de vraat aanmerkelijk sneller dan bij
andere middelen. Ook Ronald Krikke heeft al gemerkt dat Fame een behoorlijke krachtpatser
is. ,,We waren gewend dat we na een bespuiting altijd wel wat dode rupsen terug konden
vinden in het gewas. Maar na een bespuiting met Fame liggen vrijwel alle rupsen op de
grond. Dat zegt wel iets over de kracht van het middel.''
Nieuw teeltplan voor belichte teelt Voor de belichte teelt van pruimtomaten op de locatie in Maasdijk wordt - in tegenstelling
tot de onbelichte teelt - wél elk jaar weer schoon begonnen. ,,De biologie moet hier dus
helemaal opnieuw op gang komen en dat ook nog eens min of meer tegen de natuur in.
Tel daarbij op dat we met Savanta niet het gemakkelijkst teelbare ras hebben én dat we
als bedrijf ook nog eens streven naar een maximale productie, dan weet je dat dit niet de
meest gemakkelijke locatie is'', zo geeft Ronald Krikke de uitdaging weer. Om de biologie
zo snel mogelijk op de rit te krijgen wordt alles in het werk gesteld om het de Macro's zo
goed mogelijk naar de zin te maken. Voor dit seizoen heeft Ronald Krikke een teeltplan
ontworpen waarbij om de tien paden een voerpad wordt aangelegd met - waar nodig
- vanglinten ter ondersteuning. Daarbij wordt de Macrolophus wekelijks gevoerd met
Efestia. Omdat er op deze locatie niet met Encarsia wordt gewerkt, wordt er bij de start
van de teelt twee keer met Oberon gespoten. Dit heeft een brede werking tegen spint en
tomatengalmijt. In een aantal tralies hebben is om de vijf paden een proef gedaan met
voeren. ,,Daar hebben we een nog beter resultaat neergelegd met een minimum aan
chemie'', zo besluit Krikke.
Bayer DressCode is een nieuwe tool om telers te stimuleren om in alle omstandigheden met de meest
geschikte beschermende kleding te werken. Speciaal hiervoor is een internetapplicatie ontwikkeld waarmee voor
alle relevante Bayer CropScience producten snel zichtbaar kan worden gemaakt welke beschermende kleding
gebruikt zou moeten worden, zowel bij het klaarmaken van de spuitoplossing, het spuiten zelf als bij het reinigen
van de apparatuur.
U krijgt gedetailleerde, praktijkgerichte aanbevelingen conform de wettelijke bepalingen.
Bayer DressCode: maatwerk voor persoonlijke bescherming
BayYou Services
Maak gebruik van Bayer DressCode voor een persoonlijk beschermingsadvies-op-maat.
De adviezen kunnen worden opgeslagen als pdf-files, uitgeprint en/of doorgetuurd per e-mail. Ook andere zaken
zoals trefwoorden en veelgestelde vragen kunnen in het hoofdmenu van deze applicatie worden geraadpleegd.
Draag naast geschikte, ook kwalitatief goede en schone beschermingsmiddelen alvorens u met uw werkzaam-
heden begint. Daarnaast vindt u daar ook nadere details en goede raadgeving over als u op het blokje “details”
van het beschermingsmiddel klikt.
Op deze manier beschermt u zich optimaal bij het gebruik van onze producten.
U vindt de Bayer DressCode via www.bayerdresscode.nl.
U verdient dezelfde bescherming als uw gewas!
maar
bént u wel evengoed beschermd als uw gewas?
Op deze manier beschermt u zich optimaal bij het gebruik van onze producten.
Meld u aan en ontvang
een paar gratis
spuithandschoenen
Een ander onderdeel van de proef is om
de watergift in porties op te delen. Dus: in
plaats van één keer 20 liter (in de zomer)
naar twee keer 10 liter met een tussenpose
van enkele uren. Het middel krijgt daardoor
meer kans zich aan de bodem te hechten.
De eerste resultaten hiervan verwacht Van
der Lans pas eind 2011.
Admire en Mesurol: alleen late toepassingVoor de middelen Admire en Mesurol wordt
onderzocht welke mogelijkheden er zijn om
ze zoveel mogelijk op het einde van de teelt
toe te passen. Hierdoor komen de middelen
veel meer op een dicht gewas terecht en
is de uitspoeling daardoor minder groot.
Dit jaar is het plan om - in combinatie met
geïntegreerde teelt - niet meer bij de start
(week 1), maar alleen nog op het eind van
de teelt (week 8) met Admire en Mesurol
te werken. Volgens Van der Lans is het
terugbrengen van het Admire- en Mesurol-
gebruik noodzakelijk om de middelen ook
op de langere termijn in de benen te hou-
den. ,,Het oppervlaktewater móet schoner; daar mogen wij onze ogen gewoon niet voor
sluiten. We proberen daarom vroegtijdig werkbare strategieën aan te dragen voor de teler.''
Zowel van der Lans als Corsten verwachten dat de effecten van de spuit- en gietproeven
de komende jaren steeds duidelijker zullen worden. ,,De invloeden van voorgaande jaren
en eventuele jaareffecten zullen we steeds beter uit kunnen filteren. De strategieën
worden daardoor betrouwbaarder en dus ook steeds bruikbaarder voor de praktijk'',
zo besluit Corsten.
René Corsten (rechts) is adviseur
Chrysant bij DLV Plant. Marco van
der Lans is technisch adviseur glas-
tuinbouw en vollegrondsgroenten bij
Bayer CropScience.
6 Glastuinbouw Koerier 7 Glastuinbouw Koerier
Previcur® Energy is een nieuw wapen in de strijd tegen Pythium en Phytophthora. De combinatie van twee actieve stoffen met twee geheel verschillende werkingsmechanismen zorgen voor een dubbel effectieve en trefzekere werking.
Previcur Energy is een systemisch werkend fungicide en bevat de werkzame stoffen propamocarb en fosetyl. Beide stoffen hebben een spe-
cifieke werking tegen schimmels uit de groep van de Oömyceten. Hiertoe behoren onder andere Pythium en Phytopththora. Deze schimmels
kunnen ernstige wortelrot en voetaantasting veroorzaken in onder andere tomaat, paprika en komkommer.
GroeistimulansVan zowel propamocarb als fosetyl is bekend dat ze een positieve invloed hebben op de ontwikkeling van de plant. Previcur Energy brengt de
eigenschappen van beide actieve stoffen samen, waardoor het middel een duidelijke groeistimulans teweeg brengt in het gewas. In diverse
proeven is deze positieve invloed duidelijk waargenomen.
Toepassing & doseringPrevicur Energy moet worden toegepast via meedruppelen. Een behandeling kan het beste worden uitgevoerd bij het uitplanten of bij een
beginnende aantasting. De beste resultaten met het middel worden verkregen als in vruchtgroenten gekozen wordt voor een jaarrondschema
met AAterra ME.
Previcur Energy: trefzeker en dubbel effectief
Dosering in komkommer, courgette en patisson: 1 tot 3 l/ha (behandeling evt. herhalen)
Dosering in aubergine, tomaat en paprika: 3 l/ha ((behandeling evt. herhalen)
De kracht van Previcur Energy• Zeer goede werking op Pythium en Phytophthora
• Dubbel effectieve werking door twee werkzame stoffen
• Curatief en preventief werkend
• Positief gewaseffect en groeistimulans
• Goede gewasveiligheid
• Ingebouwd resistentiemanagementPhytophthora capcisi in een paprikaproef
In maart 2011 is er door Bayer CropScience
een paprikaproef gestart bij de Demokwekerij
in Honselersdijk. Hierbij zijn de planten
besmet met Phytophthora capcisi. Eén veldje
is niet besmet om te zien hoe het gewas
groeit zonder besmetting. Ook er is een veld
besmet zonder hierop middelen toe te pas-
sen, om te zien hoe sterk de Phytophthora-
aantasting is in het gewas.
De middelen die in de proef hebben gelegen
zijn AAterra ME (400 ml/ha), Previcur Energy
(3 lt/ha) en Previcur N (2 lt/ha). Na de
toegediende infectie zijn er 3 toepassingen
geweest met 14 dagen interval.
De Phytophthora-infectie was erg goed aan-
geslagen in de proef en de middelen werden
dan ook behoorlijk op de proef gesteld.
In de grafiek staan de resultaten van de
verschillende toepassingen vermeld.
Een paar punten die duidelijk in deze proef naar voren zijn gekomen: • Tijdig starten voorkomt een hoop ellende.
• Previcur Energy heeft duidelijk de beste bescherming tegen Phytophthora
(zowel aanvangs- als ook duurwerking).
• Previcur N is zowel preventief als curatief minder sterk.
• AAterra ME is curatief goed maar mist de duurwerking.
Advies preventief: Starten met AAterra ME 0,4 lt/ha en twee weken later Previcur Energy 3 lt/ha.
Dit blok om de vier weken herhalen. (Zie onderstaand schema)
oppottenzaai bloei vruchtzetting -------------------------------------- oogst ---------------------------------------------
(Nov/dec ) (Febr /Mrt )
14 dagen
(Mei)
blok om de4 weken herhalen
Preventief schema Tomaat & Paprika
Advies curatief:Starten met AAterra 0,4 lt/ha en wekelijks afwisselen met Previcur Energy 3 lt/ha.
Beoordeling Phytophthora Capsici8 april 2011 - aantal planten dood, besmet en gezond
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
onbehandeldgeinfecteerd
AAterra MEAAterra ME Previcur N Previcur Energy
Proc
entu
ele
verd
elin
g aa
ntal
beo
orde
elde
pla
nten
Dood
Besmet
Gezond
Beoordeling Phytophthora capcisi8 april 2011 - aantal planten dood, besmet en gezond
Gerard van Lier is product specialist
bij Revaho B.V. in Maasdijk
Betere gewasbescherming met slimme watertechniekHoe krijg je gewasbeschermingsmiddelen die via watergeefsystemen worden toege-diend gelijktijdig bij alle druppelaars waardoor elke plant dezelfde hoeveelheid middel op kan nemen? Met deze vraag hebben Bayer CropScience en technisch toeleveran-cier van irrigatiesystemen Revaho zich het afgelopen jaar bezig gehouden. Product specialist Gerard van Lier van Revaho licht het probleem én de oplossing toe.
,,Veel kwekers hebben maar een beperkte kennis van hun watergeefsysteem. Bij noodzakelijke
aanpassingen of bij calamiteiten vertrouwen ze op de kennis van de installateur, maar die weet
vaak ook niet alles. Dat is jammer, want met wat meer aandacht voor deze materie valt er toch
behoorlijk wat te winnen'', zo stelt Van Lier. Dit is onder meer het geval bij het toedienen van
gewasbeschermingsmiddelen via watergeefsystemen. ,,Dat kan op veel bedrijven veel slimmer
en efficiënter'', zo is zijn overtuiging.
Om dit duidelijk te maken geeft hij een voorbeeld: ,,Stel, de afstand vanaf het pad tot de laatste
druppelaar is 125 meter. Uit metingen is gebleken dat het dan ongeveer 30 minuten duurt
voordat het meegegeven middel uit de laatste druppelaar komt. Bij een gemiddelde druppeltijd
van drie à vier minuten betekent dit dat de helft tot driekwart van alle planten het middel niet of
nauwelijks krijgt. Bij volgende druppelbeurten 'schuift' het middel weliswaar steeds meer door
naar de achterste druppelaars, maar de effectiviteit van het middel neemt in die periode vaak
ook gestaag af. Dit blijkt ook uit diverse bladmetingen die Bayer CropScience gedaan heeft: de
verschillen in middelenconcentraties tussen de planten voor en achter in de kas zijn behoorlijk
groot.Van een effectieve toepassing kan dus absoluut geen sprake zijn.''
Gericht water met middel doorspoelenDe oplossing voor dit probleem ligt volgens Van Lier in een gerichte manier van doorspoelen.
Om dit systeem toe te kunnen passen zijn er wel druppelaars met een hogere openingsdruk
(1 bar i.p.v. 0,5 bar) nodig. ,,Maar vrijwel alle moderne kassen beschikken daar intussen wel
over'', zo weet de productspecialist.
De crux is nu om het watergeefsysteem zolang door te spoelen totdat het in water opgeloste
middel net voor de laatste druppelaar is aangekomen. Pas dan kan het systeem op druk wor-
den gezet en water met middel worden toegediend. Om te testen hoelang het duurt voordat
het middel bij de laatste druppelaar aankomt, kan een proefoplossing met roodijzer (chelaat)
worden gebruikt. ,,Het enige wat je daarna moet doen is deze tijd goed opschrijven en ook
écht hanteren'', zo benadrukt Van Lier. Belangrijk bij het doorspoelen is dat de (piek)druk niet
boven de 0,8 bar uitkomt. Gaat deze er overheen, dan is de kans aanwezig dat de voorste
druppelaars al tijdens het doorspoelen open gaan, waardoor het middel voortijdig verdwijnt.
Bovendien gaan de druppelaars pas weer onder de 0,2 bar dicht, waardoor er meteen ook
heel veel middel in de voorste rijen van de kas verdwijnt. ,,Met een frequentieregelaar zijn deze
drukpieken over het algemeen goed te voorkomen, maar dan moeten ze wel goed ingeregeld
Fenomenal heeft zich de afgelopen jaren bewezen als een zeer sterk middel tegen Pythium en Phytophthora. Het bestrijdt beide schimmels zeer effectief en zorgt ervoor dat de planten zich weer kunnen herstellen.
Twee werkzame stoffenFenomenal bestaat uit de actieve stoffen Fenomen en Fosethyl-aluminium. Beide hebben een
geheel verschillend werkingsmechanisme. Fenomen grijpt in op verschillende stadia van de
levenscyclus van Phytophthora en Pythium. Het verstoort de energieproductie in de schimmel
en beperkt de sporulatie van eventueel aanwezige infecties. Fosethyl-aluminium helpt de
vorming van natuurlijke afweerstoffen (fyto-alexines) in de plant op gang.
Advies bedekte teelt van chrysantOm chrysanten een goede groeistart te geven, moet de behandeling met Fenomenal direct
na het planten via aangieten worden gestart. Pas het middel toe op vochtige grond. Regen
direct na de behandeling na, zodat op het blad achtergebleven product wordt afgeregend
en het middel in de wortelzone kan doordringen.
Dosering: 1 x 3 gram Fenomenal per m2 of 3 x 1 gram Fenomenal per m2
(met een interval van 7 dagen)
Advies bedekte teelt van snijbloemen op kunstmatig substraatStart preventief met Fenomenal druppelen bij moeilijke groeiomstandigheden of hoge
plantbelasting. Voorbeelden hiervan zijn een hoge bloemproductie, het inbuigen van takken
en warme of koude perioden. Onder moeilijke groeiomstandigheden vindt afsterving plaats,
waardoor Pythium kan toeslaan. Door regelmatig drainwater te bemonsteren op schimmels
kan vroegtijdig Phytophthora worden ontdekt.
Fenomenal moet toegepast worden op een normaal vochtig substraat. Voer kort na toepas-
sing geen intensieve druppelbeurten uit, zodat het middel goed opgenomen kan worden.
Dosering: 3 kg Fenomenal per ha (indien nodig de behandeling na twee weken herhalen)
Advies potplantenGebruik Fenomenal preventief bij het stekken, verspenen en oppotten. Pas het middel toe op
vochtige potgrond. Beregen direct na de behandeling, zodat op het gewas achtergebleven
product wordt afgeregend en het middel in de wortelzone kan doordringen.
Dosering: 100 ml van een oplossing van 0,15% per liter potinhoud
(150 gram middel per 100 liter water)
Oppermachtig tegen Pythium en Phytophthora
De kracht van Fenomenal• Sterke combinatie van werkzame stoffen (Fenomen en Fosethyl-aluminium)
• Zeer goede werking tegen Pythium en Phytophthora
• Toepasbaar in een groot aantal sierteeltgewassen
• Versterkt de weerstand van de plant
• Ingebouwd resistentiemanagement
'Van dit soort middelen zouden we er veel meer moeten hebben'Als het over gewasbeschermingsmiddelen in de rozenteelt gaat is kweker Henk van Os in De Lier niet erg optimistisch gestemd. Hij ziet het beschikbare middelenpakket alsmaar kleiner worden. En van de middelen díe nog wél over-blijven neemt de werking steeds verder af. Een positieve uitzondering hierop is schimmelbestrijder Fenomenal: 'Dat werkt altijd goed en heeft gelukkig geen last van resistentievorming'
,,In mijn ogen komen we als rozenkwekers steeds meer in een neerwaartse spiraal terecht.
We probéren wel biologischer te werken, maar daarmee krijgen we de plaagdruk gewoon-
weg niet altijd onder controle. Zo af en toe moeten we een stevige tik uit kunnen delen.
En daarvoor hebben we krachtige correctiemiddelen nodig en die zijn er vrijwel niet. Neem
trips; op papier hebben we daar nog wel een aantal middelen tegen, maar in de praktijk
werken ze eigenlijk allemaal onvoldoende. Allemaal hebben ze in meer of mindere mate last
van resistentievorming.''
Rozenkweker Henk van Os legt in een har-
tekreet de problemen van de rozenteelt nog
maar eens duidelijk op tafel. Hij zou graag
zien dat er nieuwe, krachtige middelen voor
de rozenteelt beschikbaar zouden komen.
,,Alleen op die manier kunnen we meer
gebruik van biologie maken. Nu werken
de zwakkere chemische middelen - die
we helaas niet kunnen missen - dit proces
alleen maar tegen.''
Fenomenal: positieve uitzonderingHoewel Van Os zich duidelijk zorgen maakt
over effectiviteit van middelen, zijn er ook
positieve uitzonderingen. Eén daarvan is
Fenomenal. ,,De afgelopen jaren heeft dit
middel een steeds vastere plaats ingenomen
op ons bedrijf. We passen het preventief toe
om de wortels gezond te houden en tegen
Phythophthora en Pythium te beschermen'',
zo vertelt hij. Vooral in periodes met een
zware plantbelasting houdt het middel de
wortels vitaal en in balans. Bovendien merkt
Van Os dat het de nieuwe uitloop een krach-
tige 'boost' geeft. ,,In het verleden hebben
we het middel wel eens achterwege gelaten.
Maar dan merk je toch dat de uitloop even
wat minder is.''
Volgens Aline Struijk van Benfried heeft
Fenomenal vrijwel geruisloos de plek inge-
nomen van 'voorganger' Aliette. In de prak-
tijk merkt zij dat Fenomenal nét even beter
werkt tegen Phytophthora. ,,We hoeven
het middel daarom nauwelijks te advi-
seren; telers zien zelf wel dat het uit-
stekend werkt.'' Een belangrijke plus van
Fenomenal vindt zij dat de werking op twee
verschillende werkzame stoffen (Fenomen
en Fosethyl-aluminium,red) is gebaseerd.
Daardoor is het middel nauwelijks gevoelig
voor resistentievorming.
Henk van Os schuift Fenomenal tenslotte
graag nog even naar voren als 'lichtend
voorbeeld' voor fabrikanten: ,Kijk, van dit
soort middelen zouden we er nou graag nog
wat meer willen hebben.''
Henk van Os (rechts) heeft samen met zijn broer Jan een rozenkwekerij (Os Roses) in
De Lier. Aline Struijk is gewasbeschermingsadviseur bij Benfried.
Rozenkweker Henk van Os over Fenomenal
Bij een aantasting door Phytophthora
verwelken de planten en wordt de
plantvoet aangetast
zijn'', zo stelt Van Lier. ,,Het is daarom ver-
standig om bij een test ook de installateur te
betrekken. Hij kan de eventueel noodzakelijk
technische aanpassingen doen.''
6 Glastuinbouw Koerier 7 Glastuinbouw Koerier
Previcur® Energy is een nieuw wapen in de strijd tegen Pythium en Phytophthora. De combinatie van twee actieve stoffen met twee geheel verschillende werkingsmechanismen zorgen voor een dubbel effectieve en trefzekere werking.
Previcur Energy is een systemisch werkend fungicide en bevat de werkzame stoffen propamocarb en fosetyl. Beide stoffen hebben een spe-
cifieke werking tegen schimmels uit de groep van de Oömyceten. Hiertoe behoren onder andere Pythium en Phytopththora. Deze schimmels
kunnen ernstige wortelrot en voetaantasting veroorzaken in onder andere tomaat, paprika en komkommer.
GroeistimulansVan zowel propamocarb als fosetyl is bekend dat ze een positieve invloed hebben op de ontwikkeling van de plant. Previcur Energy brengt de
eigenschappen van beide actieve stoffen samen, waardoor het middel een duidelijke groeistimulans teweeg brengt in het gewas. In diverse
proeven is deze positieve invloed duidelijk waargenomen.
Toepassing & doseringPrevicur Energy moet worden toegepast via meedruppelen. Een behandeling kan het beste worden uitgevoerd bij het uitplanten of bij een
beginnende aantasting. De beste resultaten met het middel worden verkregen als in vruchtgroenten gekozen wordt voor een jaarrondschema
met AAterra ME.
Previcur Energy: trefzeker en dubbel effectief
Dosering in komkommer, courgette en patisson: 1 tot 3 l/ha (behandeling evt. herhalen)
Dosering in aubergine, tomaat en paprika: 3 l/ha ((behandeling evt. herhalen)
De kracht van Previcur Energy• Zeer goede werking op Pythium en Phytophthora
• Dubbel effectieve werking door twee werkzame stoffen
• Curatief en preventief werkend
• Positief gewaseffect en groeistimulans
• Goede gewasveiligheid
• Ingebouwd resistentiemanagementPhytophthora capcisi in een paprikaproef
In maart 2011 is er door Bayer CropScience
een paprikaproef gestart bij de Demokwekerij
in Honselersdijk. Hierbij zijn de planten
besmet met Phytophthora capcisi. Eén veldje
is niet besmet om te zien hoe het gewas
groeit zonder besmetting. Ook er is een veld
besmet zonder hierop middelen toe te pas-
sen, om te zien hoe sterk de Phytophthora-
aantasting is in het gewas.
De middelen die in de proef hebben gelegen
zijn AAterra ME (400 ml/ha), Previcur Energy
(3 lt/ha) en Previcur N (2 lt/ha). Na de
toegediende infectie zijn er 3 toepassingen
geweest met 14 dagen interval.
De Phytophthora-infectie was erg goed aan-
geslagen in de proef en de middelen werden
dan ook behoorlijk op de proef gesteld.
In de grafiek staan de resultaten van de
verschillende toepassingen vermeld.
Een paar punten die duidelijk in deze proef naar voren zijn gekomen: • Tijdig starten voorkomt een hoop ellende.
• Previcur Energy heeft duidelijk de beste bescherming tegen Phytophthora
(zowel aanvangs- als ook duurwerking).
• Previcur N is zowel preventief als curatief minder sterk.
• AAterra ME is curatief goed maar mist de duurwerking.
Advies preventief: Starten met AAterra ME 0,4 lt/ha en twee weken later Previcur Energy 3 lt/ha.
Dit blok om de vier weken herhalen. (Zie onderstaand schema)
oppottenzaai bloei vruchtzetting -------------------------------------- oogst ---------------------------------------------
(Nov/dec ) (Febr /Mrt )
14 dagen
(Mei)
blok om de4 weken herhalen
Preventief schema Tomaat & Paprika
Advies curatief:Starten met AAterra 0,4 lt/ha en wekelijks afwisselen met Previcur Energy 3 lt/ha.
Beoordeling Phytophthora Capsici8 april 2011 - aantal planten dood, besmet en gezond
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
onbehandeldgeinfecteerd
AAterra MEAAterra ME Previcur N Previcur Energy
Proc
entu
ele
verd
elin
g aa
ntal
beo
orde
elde
pla
nten
Dood
Besmet
Gezond
Beoordeling Phytophthora capcisi8 april 2011 - aantal planten dood, besmet en gezond
Gerard van Lier is product specialist
bij Revaho B.V. in Maasdijk
Betere gewasbescherming met slimme watertechniekHoe krijg je gewasbeschermingsmiddelen die via watergeefsystemen worden toege-diend gelijktijdig bij alle druppelaars waardoor elke plant dezelfde hoeveelheid middel op kan nemen? Met deze vraag hebben Bayer CropScience en technisch toeleveran-cier van irrigatiesystemen Revaho zich het afgelopen jaar bezig gehouden. Product specialist Gerard van Lier van Revaho licht het probleem én de oplossing toe.
,,Veel kwekers hebben maar een beperkte kennis van hun watergeefsysteem. Bij noodzakelijke
aanpassingen of bij calamiteiten vertrouwen ze op de kennis van de installateur, maar die weet
vaak ook niet alles. Dat is jammer, want met wat meer aandacht voor deze materie valt er toch
behoorlijk wat te winnen'', zo stelt Van Lier. Dit is onder meer het geval bij het toedienen van
gewasbeschermingsmiddelen via watergeefsystemen. ,,Dat kan op veel bedrijven veel slimmer
en efficiënter'', zo is zijn overtuiging.
Om dit duidelijk te maken geeft hij een voorbeeld: ,,Stel, de afstand vanaf het pad tot de laatste
druppelaar is 125 meter. Uit metingen is gebleken dat het dan ongeveer 30 minuten duurt
voordat het meegegeven middel uit de laatste druppelaar komt. Bij een gemiddelde druppeltijd
van drie à vier minuten betekent dit dat de helft tot driekwart van alle planten het middel niet of
nauwelijks krijgt. Bij volgende druppelbeurten 'schuift' het middel weliswaar steeds meer door
naar de achterste druppelaars, maar de effectiviteit van het middel neemt in die periode vaak
ook gestaag af. Dit blijkt ook uit diverse bladmetingen die Bayer CropScience gedaan heeft: de
verschillen in middelenconcentraties tussen de planten voor en achter in de kas zijn behoorlijk
groot.Van een effectieve toepassing kan dus absoluut geen sprake zijn.''
Gericht water met middel doorspoelenDe oplossing voor dit probleem ligt volgens Van Lier in een gerichte manier van doorspoelen.
Om dit systeem toe te kunnen passen zijn er wel druppelaars met een hogere openingsdruk
(1 bar i.p.v. 0,5 bar) nodig. ,,Maar vrijwel alle moderne kassen beschikken daar intussen wel
over'', zo weet de productspecialist.
De crux is nu om het watergeefsysteem zolang door te spoelen totdat het in water opgeloste
middel net voor de laatste druppelaar is aangekomen. Pas dan kan het systeem op druk wor-
den gezet en water met middel worden toegediend. Om te testen hoelang het duurt voordat
het middel bij de laatste druppelaar aankomt, kan een proefoplossing met roodijzer (chelaat)
worden gebruikt. ,,Het enige wat je daarna moet doen is deze tijd goed opschrijven en ook
écht hanteren'', zo benadrukt Van Lier. Belangrijk bij het doorspoelen is dat de (piek)druk niet
boven de 0,8 bar uitkomt. Gaat deze er overheen, dan is de kans aanwezig dat de voorste
druppelaars al tijdens het doorspoelen open gaan, waardoor het middel voortijdig verdwijnt.
Bovendien gaan de druppelaars pas weer onder de 0,2 bar dicht, waardoor er meteen ook
heel veel middel in de voorste rijen van de kas verdwijnt. ,,Met een frequentieregelaar zijn deze
drukpieken over het algemeen goed te voorkomen, maar dan moeten ze wel goed ingeregeld
Fenomenal heeft zich de afgelopen jaren bewezen als een zeer sterk middel tegen Pythium en Phytophthora. Het bestrijdt beide schimmels zeer effectief en zorgt ervoor dat de planten zich weer kunnen herstellen.
Twee werkzame stoffenFenomenal bestaat uit de actieve stoffen Fenomen en Fosethyl-aluminium. Beide hebben een
geheel verschillend werkingsmechanisme. Fenomen grijpt in op verschillende stadia van de
levenscyclus van Phytophthora en Pythium. Het verstoort de energieproductie in de schimmel
en beperkt de sporulatie van eventueel aanwezige infecties. Fosethyl-aluminium helpt de
vorming van natuurlijke afweerstoffen (fyto-alexines) in de plant op gang.
Advies bedekte teelt van chrysantOm chrysanten een goede groeistart te geven, moet de behandeling met Fenomenal direct
na het planten via aangieten worden gestart. Pas het middel toe op vochtige grond. Regen
direct na de behandeling na, zodat op het blad achtergebleven product wordt afgeregend
en het middel in de wortelzone kan doordringen.
Dosering: 1 x 3 gram Fenomenal per m2 of 3 x 1 gram Fenomenal per m2
(met een interval van 7 dagen)
Advies bedekte teelt van snijbloemen op kunstmatig substraatStart preventief met Fenomenal druppelen bij moeilijke groeiomstandigheden of hoge
plantbelasting. Voorbeelden hiervan zijn een hoge bloemproductie, het inbuigen van takken
en warme of koude perioden. Onder moeilijke groeiomstandigheden vindt afsterving plaats,
waardoor Pythium kan toeslaan. Door regelmatig drainwater te bemonsteren op schimmels
kan vroegtijdig Phytophthora worden ontdekt.
Fenomenal moet toegepast worden op een normaal vochtig substraat. Voer kort na toepas-
sing geen intensieve druppelbeurten uit, zodat het middel goed opgenomen kan worden.
Dosering: 3 kg Fenomenal per ha (indien nodig de behandeling na twee weken herhalen)
Advies potplantenGebruik Fenomenal preventief bij het stekken, verspenen en oppotten. Pas het middel toe op
vochtige potgrond. Beregen direct na de behandeling, zodat op het gewas achtergebleven
product wordt afgeregend en het middel in de wortelzone kan doordringen.
Dosering: 100 ml van een oplossing van 0,15% per liter potinhoud
(150 gram middel per 100 liter water)
Oppermachtig tegen Pythium en Phytophthora
De kracht van Fenomenal• Sterke combinatie van werkzame stoffen (Fenomen en Fosethyl-aluminium)
• Zeer goede werking tegen Pythium en Phytophthora
• Toepasbaar in een groot aantal sierteeltgewassen
• Versterkt de weerstand van de plant
• Ingebouwd resistentiemanagement
'Van dit soort middelen zouden we er veel meer moeten hebben'Als het over gewasbeschermingsmiddelen in de rozenteelt gaat is kweker Henk van Os in De Lier niet erg optimistisch gestemd. Hij ziet het beschikbare middelenpakket alsmaar kleiner worden. En van de middelen díe nog wél over-blijven neemt de werking steeds verder af. Een positieve uitzondering hierop is schimmelbestrijder Fenomenal: 'Dat werkt altijd goed en heeft gelukkig geen last van resistentievorming'
,,In mijn ogen komen we als rozenkwekers steeds meer in een neerwaartse spiraal terecht.
We probéren wel biologischer te werken, maar daarmee krijgen we de plaagdruk gewoon-
weg niet altijd onder controle. Zo af en toe moeten we een stevige tik uit kunnen delen.
En daarvoor hebben we krachtige correctiemiddelen nodig en die zijn er vrijwel niet. Neem
trips; op papier hebben we daar nog wel een aantal middelen tegen, maar in de praktijk
werken ze eigenlijk allemaal onvoldoende. Allemaal hebben ze in meer of mindere mate last
van resistentievorming.''
Rozenkweker Henk van Os legt in een har-
tekreet de problemen van de rozenteelt nog
maar eens duidelijk op tafel. Hij zou graag
zien dat er nieuwe, krachtige middelen voor
de rozenteelt beschikbaar zouden komen.
,,Alleen op die manier kunnen we meer
gebruik van biologie maken. Nu werken
de zwakkere chemische middelen - die
we helaas niet kunnen missen - dit proces
alleen maar tegen.''
Fenomenal: positieve uitzonderingHoewel Van Os zich duidelijk zorgen maakt
over effectiviteit van middelen, zijn er ook
positieve uitzonderingen. Eén daarvan is
Fenomenal. ,,De afgelopen jaren heeft dit
middel een steeds vastere plaats ingenomen
op ons bedrijf. We passen het preventief toe
om de wortels gezond te houden en tegen
Phythophthora en Pythium te beschermen'',
zo vertelt hij. Vooral in periodes met een
zware plantbelasting houdt het middel de
wortels vitaal en in balans. Bovendien merkt
Van Os dat het de nieuwe uitloop een krach-
tige 'boost' geeft. ,,In het verleden hebben
we het middel wel eens achterwege gelaten.
Maar dan merk je toch dat de uitloop even
wat minder is.''
Volgens Aline Struijk van Benfried heeft
Fenomenal vrijwel geruisloos de plek inge-
nomen van 'voorganger' Aliette. In de prak-
tijk merkt zij dat Fenomenal nét even beter
werkt tegen Phytophthora. ,,We hoeven
het middel daarom nauwelijks te advi-
seren; telers zien zelf wel dat het uit-
stekend werkt.'' Een belangrijke plus van
Fenomenal vindt zij dat de werking op twee
verschillende werkzame stoffen (Fenomen
en Fosethyl-aluminium,red) is gebaseerd.
Daardoor is het middel nauwelijks gevoelig
voor resistentievorming.
Henk van Os schuift Fenomenal tenslotte
graag nog even naar voren als 'lichtend
voorbeeld' voor fabrikanten: ,Kijk, van dit
soort middelen zouden we er nou graag nog
wat meer willen hebben.''
Henk van Os (rechts) heeft samen met zijn broer Jan een rozenkwekerij (Os Roses) in
De Lier. Aline Struijk is gewasbeschermingsadviseur bij Benfried.
Rozenkweker Henk van Os over Fenomenal
Bij een aantasting door Phytophthora
verwelken de planten en wordt de
plantvoet aangetast
zijn'', zo stelt Van Lier. ,,Het is daarom ver-
standig om bij een test ook de installateur te
betrekken. Hij kan de eventueel noodzakelijk
technische aanpassingen doen.''
8 Glastuinbouw Koerier
Stuur de ingevulde bon uit deze krant in een ongefrankeerde envelop naar:
Bayer CropScience B.V. T.a.v. Jessica Biermann Antwoordnummer 55074 3640 WB Mijdrecht
BON
,,Tegen spint zijn er bijna geen middelen meer die honderd procent werken. Alleen Oberon heeft zijn effectiviteit nog volledig behouden.''
René Welles, komkommer- en tomatenteler in Grubbenvorst en Roel Hanssen, specialist komkommer/tomaat bij Mertens.
,,Veel kwekers hebben maar een beperkte kennis van hun watergeefsysteem. Dat is jammer, want met wat meer aandacht voor deze materie valt er toch behoorlijk wat te winnen.''
Gerard van Lier, product specialist bij Revaho in Maasdijk.
,,In het verleden hebben we Fenomenal wel eens achterwege gelaten. Maar dan merk je toch dat de uitloop weer even wat minder is.''
Henk van Os, rozenkweker in De Lier en Aline Struijk, gewasbeschermingsadviseur bij Benfried.
,,Het oppervlaktewater móet schoner; daar mogen wij onze ogen niet voor sluiten. We proberen daarom werkbare strategieën aan te dragen voor de teler.''
René Corsten, adviseur Chrysant bij DLV Plant en Marco van der Lans, technisch adviseur bij Bayer CropScience.
COLOFONConcept en realisatie:● Bayer CropScience B.V.● Reed Business B.V.Vormgeving en opmaak:● Claudia RoordaFotografie:● Bayer CropScience B.V.Drukwerk:● Productiemannen B.V.
Dit is een uitgave van:Bayer CropScience B.V.Energieweg 1P.O. Box 231NL-3640 AE Mijdrecht
Onze gebruiksadviezen, zowel mondeling als schriftelijk verstrekt, berusten op uitge-breide proefnemingen. Wij adviseren naar beste weten volgens kennis van zaken van dit ogenblik, echter zonder daarvoor aansprakelijkheid op ons te nemen, omdat opslag/bewaring en toe-passing zich aan onze controle onttrek-ken. Beschrijvingen van een product, resp. gegevens over de eigenschappen daarvan betekenen niet, dat verantwoordelijkheid wordt gedragen bij eventuele schade. Lees voor gebruik altijd eerst het etiket.
Puzzel mee en win een logeer- en dinerbon voor twee!Er even lekker tussenuit met z'n tweeën, lijkt u dat wel wat? Los dan de onderstaande woordzoeker op. Uit de inzendingen worden drie prijswinnaars getrokken. Zij krijgen elk een luxe logeer- en dinerbon voor twee personen!
De woorden hieronder zitten horizontaal, verticaal en diagonaal in alle richtingen in de puzzel verstopt. Zoek ze op en streep ze af. De overgebleven letters vormen achter elkaar gelezen de oplossing.
Naam:
Adres:
Postcode: Plaats:
Teelt + bedrijfsgrootte:
De oplossing van de woordzoeker is:
Actievoorwaarden
Deze prijsvraag loopt van 10 juni t/m 15 juli 2011. Uit de goede inzendingen worden drie winnaars getrokken. De prijswinnaars krijgen tussen 15 en 31 juli bericht. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.
BLAD
CHRYSANT
FAME
FOSETYL
GERBERA
GEWAS
INSECTEN
KAS
KOMKOMMER
LUIZEN
MIJT
PAPRIKA
POOTGOED
PROPAMOCARB
RESISTENTIE
ROEST
ROOS
RUPSEN
SCHIMMELS
SEIZOEN
SPINT
TEELT
TOMAAT
TRIPS
P C H R Y S A N T R I P S RE F V I C L Y T E S O F G UB R A C O M A P O R P E R NE L N M E R G Y E O W T S EE G A N E E N M O A G L P TP P T D E Y M T S E E U I CT A A H I O G U R M M I N EE P A N K O Z B M P H Z T SY R M M E T E I T L E E T NO I O D K R H P E H T N IJ IH K T O A C R U P S E N M OR A R E S I S T E N T I E A
© www.puzzelpro.nl
P C H R Y S A N T R I P S RE F V I C L Y T E S O F G UB R A C O M A P O R P E R NE L N M E R G Y E O W T S EE G A N E E N M O A G L P TP P T D E Y M T S E E U I CT A A H I O G U R M M I N EE P A N K O Z B M P H Z T SY R M M E T E I T L E E T NO I O D K R H P E H T N IJ IH K T O A C R U P S E N M OR A R E S I S T E N T I E A
© www.puzzelpro.nl
top related