ab1 bijeenkomst6 2015
TRANSCRIPT
In hoofdstuk 5 behandelen we de theorie van het modulorekenen. Deze theorie is van wezenlijk belang voor de getaltheorie, en komt dan ook in veel toepassingen terug. Bijvoorbeeld in de cryptologie: het versleutelen van berichten om deze te beschermen tegen oneigenlijk gebruik. Berichten worden ver-‐ en ontcijferd met behulp van priemgetallen en modulorekenen. Modulorekenen is een techniek om eigenschappen van getallen te kunnen benoemen.
Om duidelijk te maken wat het idee van modulorekenen is, hanteren we de vergelijking met klokrekenen. Of het nu overdag 3 uur is of 3 uur ‘s nachts, of het nu 9 uur in de ochtend is of 9 uur in de avond, op de klok zijn de verschillen niet te zien. Hoewel getallen een andere betekenis kunnen hebben, maken we geen onderscheid meer als ze een veelvoud van elkaar verschillen. We beschouwen ze als gelijk modulo 12. Je kunt ook zeggen: De getallen vertonen ‘een zelfde gedrag’ 21 uur is gelijk aan 9 uur want 21 en 9 verschillen een 12-‐voud. NotaOe:
21 ≡ 9(mod12)
Wanneer we in de verzameling de bewerking gedeeld door bekijken, onderscheiden we twee situaOes. 1. De deling ‘gaat op’.
We zeggen: de rest = 0 2. Delen met rest.
Als je 60 deelt door 7 dan krijg je rest = 4. Kijk maar: Je had ook kunnen zeggen: Maar dat doen we niet. We bekijken enkel posiOeve resten.
60 = 8 ⋅ 7 + 4
60 = 9 ⋅7 + −3
n |m⇒ m = k ⋅n (k ∈!)
m = k ⋅n + r
Als je 60 deelt door 7 krijg je dus als rest 4. Als je 32 deelt door 7 krijg je ook rest 4. Omdat 60 en 32 dezelfde rest opleveren bij deling door 7, verschillen ze onderling een zevenvoud van elkaar ( ) We zeggen dan dat ze gelijk zijn aan elkaar modulo 7. Dus: Ieder geheel getal m levert bij deling door 7 een rest op die gelijk is aan één van de getallen 0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6. Dat betekent dat ieder geheel getal m op een veelvoud van 7 na gelijk is aan 0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6.
60 ≡ 32(mod7)
60 − 32 = 28 = 4 ⋅7
Getallen die dezelfde rest opleveren bij deling door 7, verschillen onderling een 7-‐voud van elkaar. We noemen dat ook wel dat al die getallen in de zelfde restklasse ziZen. Zo heb je dus de restklasse {… -‐7, 0, 7, 14, 21, …..} In deze restklasse ziZen alle getallen m die bij deling door 7 rest 0 geven: Dus alle getallen m waarvoor geldt: De andere restklassen bij deling door 7 zijn: {… -‐6, 1, 8, 15, 22, ….} {… -‐5, 2, 9, 16, 23, ….}
etc. 60 en 32 ‘ziZen’ in de restklasse waar 4 de vertegenwoordiger van is.
m ≡ 0(mod7)
m ≡ 1(mod7)m ≡ 2(mod7)
DefiniOe van ‘modulo’: • Als k < n: Wanneer je m deelt door n krijg je rest k
• m en k hebben dezelfde rest bij deling door n. Dus m = pn + r en k = qn + r
• m en k ‘ziZen in dezelfde restklasse’
Stelling 1: Als m en k dezelfde rest hebben na deling door n dan geldt Bewijs:
dus Te bewijzen:
m ≡ k(modn)
m :n = q rest rk :n = p rest r
m = qn + rk = pn + r
m ≡ k(modn) → (m − k) = vnm − k = (qn + r) − (pn + r) = qn − pn = (q − p)n = vn
Stelling 2: Als dan geldt m en k hebben dezelfde rest na deling door n Aanpak: Gebruik dat , neem aan dat m bij deling door n
rest r heed en toon aan dat dan ook k bij deling door n rest r heed. Bewijs: m heed bij deling door n rest r, dus
dus
Dus k heed bij deling door n rest r.
m ≡ k(modn)
m = qn + rm ≡ k(modn)
m − k = (qn + r) − k = ank = (qn + r) − an = (q − a)n + r = bn + r
m ≡ k(modn)
m − k = an
5.2.7
a) Een getal is deelbaar door 4 als het getal gevormd door de laatste twee cijfers deelbaar is door 4.
Dus c)
Bewering is juist want bij deling door 2 dezelfde rest (=rest 1) f)
Juist nl. 573 – 12 = 561 = 17-‐voud
12345 ≡ 1(mod4)
12345 ≡ 54321(mod2)
12 ≡ 573(mod17)