2th h3 antwoorden - geographixs - geographixsde geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th -...

9
www.degeo-online.nl eerste druk De Geo 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3

Upload: others

Post on 28-Mar-2021

27 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

Page 1: 2TH H3 Antwoorden - GeoGraphixs - GeoGraphixsDe Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009 9 a de route via

www.degeo-online.nl eerste druk

De Geo

2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw

Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3

Page 2: 2TH H3 Antwoorden - GeoGraphixs - GeoGraphixsDe Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009 9 a de route via

De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 2 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

Hoofdstuk 3 Europa: van de bergen naar de zee Start 1 a de invloed van de rivieren op het natuurlandschap van Europa b Op een klein oppervlakte zijn grote verschillen in natuurlandschappen. 2 a foto A en foto B b foto A en foto C 3 a § 5 b Het landschap laat inrichtingselementen zien en een rivier. 4 a Antwoord verschilt per leerling. b

c Antwoord verschilt per leerling.

Page 3: 2TH H3 Antwoorden - GeoGraphixs - GeoGraphixsDe Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009 9 a de route via

De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 3 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

§1 De Alpen – het natuurlandschap 1 A Duitsland B Zwitserland C Frankrijk D Oostenrijk E Italië F Slovenië G Hongarije H Slowakije I Tsjechië J Liechtenstein 1 Genève 2 Bern 3 Basel 4 Zürich 5 München 6 Innsbrück 7 Salzburg 8 Wenen 9 Milaan 2 a Veel reliëf betekent veel hoogteverschillen, hooggelegen kan ook vlak zijn. b

3 a botsing van twee platen b 1 Afrikaanse plaat. 2 Euraziatische plaat c plooiingsgebergte d 50 miljoen jaar geleden 4 a aan de sneeuw die er ligt b De rivierdalen zijn sneeuwvrij. 5 a Pangea b 180 miljoen jaar geleden c 135 miljoen jaar geleden d Langzaam: ze doen er miljoenen jaren over om een aantal kilometers op te schuiven. 6 a verwering en erosie b hoog, steile hellingen, spitse toppen en diepe dalen c flauwe hellingen, afgeronde toppen, ondiepe dalen 7 a Verwering is het uiteenvallen van gesteente onder invloed van het weer en plantengroei. b verweringsmateriaal

Page 4: 2TH H3 Antwoorden - GeoGraphixs - GeoGraphixsDe Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009 9 a de route via

De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 4 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

8 a Het water neemt verweringsmateriaal mee. Dit verweringsmateriaal werkt als schuurmiddel en schuurt hard gesteente af.

b Het afschuren en uitschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen ijs,water of wind.

9 a een heel diep dal dat door riviererosie is ontstaan b De uitschuring gebeurt van buitenaf. 10 a De drie gebergten zijn alle drie dunbevolkt. b 1 Nederland 2 Povlakte 3 Benedenrijns Laagland c 1 dunbevolkt 2 dichtbevolkt d <1 inw/km² e laagland f Deze gebieden zijn wel laaggelegen, maar de temperatuur is er zo laag dat er maar weinig mensen

(willen/kunnen) wonen. 11 a De Alpen zijn een hooggebergte goed b 225 miljoen jaar geleden botste de Afrikaanse plaat tegen de Euraziatische plaat. fout c Hooggelegen betekent dat een gebied altijd veel reliëf heeft. fout d Een middelgebergte heeft toppen van meer dan 1500 meter. fout e Een jong gebergte is minder afgesleten dan een oud gebergte. goed f Spleetvorst is een goed voorbeeld van erosie. fout g Verwering is een endogene kracht. fout h Het puin dat bij spleetvorst ontstaat, heet verweringsmateriaal. goed i Verwering is het afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal

geladen water, ijs of wind. fout

j De Eifel is een voorbeeld van een oud gebergte. goed

Page 5: 2TH H3 Antwoorden - GeoGraphixs - GeoGraphixsDe Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009 9 a de route via

De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 5 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

§2 De Alpen: toerisme en verkeer 1 a de eerste sector (landbouw) b de derde sector (diensten) 2 a de alpenweiden beneden de boomgrens b de alpenweiden boven de boomgrens c de naaldbomengordel d Rondom de boerderij staan allemaal naaldbomen. De weilanden zijn ontstaan doordat de mens de

bomen heeft gekapt. 3 Ja; er is een hoogseizoen, er zijn veel verblijfsaccommodaties en veel vakanties worden door

reisbureaus geregeld. 4 a in ieder geval ergens boven de boomgrens b Je ziet geen bomen. c 1 Het is er ontzettend druk en er zijn veel verblijfsaccommodaties. 5 a

b 1 februari 2 januari 3 maart 4 december c 1 augustus 2 juli 3 september 4 juni d winter

Page 6: 2TH H3 Antwoorden - GeoGraphixs - GeoGraphixsDe Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009 9 a de route via

De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 6 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

6 a 21 miljoen b De meeste toeristen blijven langere tijd en overnachten dus meerdere keren. c

d

7 a te voet en met pakpaarden b met de trein via tunnels 8 a Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk b vrachtauto en trein c Via Zwitserland gaat het meeste vervoer per trein. d Antwoord verschilt per leerling e Antwoord verschilt per leerling

Page 7: 2TH H3 Antwoorden - GeoGraphixs - GeoGraphixsDe Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009 9 a de route via

De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

9 a de route via de Brennerpas b Van Noord-Europa naar Zuid-Europa gaan meer goederen. c 41,7 miljoen ton d over de weg. e Die wordt minder druk. 10 a Fiss ligt in het midden. b Duitsland c ca. 10% d >500 e >500% f Het goede antwoord: In de binnencirkel staat het toerisme van het jaar 1970. Dat zijn de felle

kleuren. g

11 A – VIII B – VI C – IV D – X E – III F – VII G – I H – II I – V J – IX

Page 8: 2TH H3 Antwoorden - GeoGraphixs - GeoGraphixsDe Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009 9 a de route via

De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 8 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

§3 Rivieren van ijs 1 a 1 Oslo 2 Bergen 3 Trondheim b Noordelijke IJszee D Skagerak A Atlantische Oceaan C Sognefjord B c Jostedalsbre 2 a korrelsneeuw b Er zit veel zand en puin in het ijs. c morenen d steile wanden en een vlakke bodem: U-vormig dus 3 In het firnbekken hoopt zich firn op. Dit wordt samengeperst tot ijs. Een ijstong glijdt over de rand van

het het firnbekken naar beneden. Beneden is het warmer: het smeltwater van de gletsjer verdwijnt door spleten in het ijs en stroomt onder de ijstong verder. Hier vormt zich de gletsjertunnel. Aan het eind van de ijstong komt het smeltwater door de gletsjerpoort naar buiten: het begin van een rivier.

4 a Antwoord verschilt per leerling. b Antwoord verschilt per leerling. 5 a 1 firnbekken 2 ijstong b 40 à 50 meter per jaar 6 a Figuur 4.17 b Zwitserland c Alpen d een zijdal van een U-dal dat wat minder diep is uitgeschuurd dan het U-dal e 1 eindmorenen 2 stuwwallen 3 U-dalen 7 a 1 zwaartekracht 2 ijs 3 water 4 wind b ijs c De wind vervoert vooral droog zand. In Noorwegen is het veel te nat. 8 a Een fjord is een U-dal dat volgelopen is met zeewater toen na de ijstijd de zeespiegel steeg. b De dalbodem ligt heel diep. 9 a gletsjerpoort b ijstong 10 a in de voorlaatste ijstijd b 200.000 jaar geleden c alleen de noordelijke helft d poolwoestijn e Veel water lag in de vorm van het ijs op het land: de zeespiegel was toen veel lager.

Page 9: 2TH H3 Antwoorden - GeoGraphixs - GeoGraphixsDe Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009 9 a de route via

De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 9 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

11 a

b firnbekken