zpn magazine, februari 2012
DESCRIPTION
zpn magazine februari 2012TRANSCRIPT
Hier komt de kopregel
Jaargang1•nummer1•FeBruari2012
ImaGO. Ga voor zorg en welzijn!
“Het gaat altijd om de mens achter de zorg”
Employer branding in zorg en welzijn
Regio: Oost-Groningen als slimme stap!
Hier komt de kopregel
6
15
imago
De verkeerde
vooroordelen van velen,
vormen het ware imago
regiOmarKeTing
Oost-Groningen: de
slimme stap! Werken,
wonen en recreëren
4
10
TerinTrODuCTie
René Spekschate
voorzitter Raad van
Toezicht ZorgpleinNoord
rOnDeTaFeLgeSPreK
We hebben de deuren
opengezet. Er is geen
weg terug!
THEMAnummerIMAGO
Colofon
ZorgpleinNoord Magazine is een
uitgave van ZorgpleinNoord.
ZorgpleinNoord Magazine is digitaal te
lezen op www.zorgpleinnoord.nl
Redactie
Ida Grasdijk en Meta Kampen
Artikelen en interviews
Petra Steenbergen, Edwin van der
Sande en Meta Kampen
Adviezen
Ellen Offers en Lotte Speelman
Fotografie
Antoine van der Maesen,
Art in Nature (artinnature.nl)
Rutger van Hamersvelt,
Koninklijke Van Gorcum
Fenneke Bouwman, ZorgpleinNoord
Cartoon
Eric Snelleman,
Rode Egel Producties (rode-egel.nl)
Vormgeving en drukwerk
Koninklijke Van Gorcum, Assen
(Adres)wijzigingen kunt u doorgeven
via [email protected].
Hier kunt u tevens losse nummers
aanvragen.
Inhoudsopgavenummer 1februari 2012
Column
COLumn
Imago komt te voet en gaat te paardToen ik een aantal jaren geleden
bij ZorgpleinNoord begon,
beschikten wij over een uiterst
succesvolle vacaturesite, en
eerlijk gezegd dat was het ook
wel zo ongeveer.
Maar die vacaturesite was niet niks! De site was erg beeldbepalend
voor ZorgpleinNoord. Een marketeer zal direct beamen dat het hier
om ‘een sterke merknaam’ ging.
De Raad van Toezicht kwam bij mijn aantreden met een duidelijke
opdracht. ZorgpleinNoord moet meer zijn dan een vacaturesite:
luiken open en toon visie.
Er is hard gewerkt bij ZorgpleinNoord, en er staat een team waar ik
oprecht trots op ben.
Wij hebben de afgelopen jaren goed naar u geluisterd en doen
ons best om in te spelen op uw vragen en wensen. We vervullen
een proactieve rol waar het gaat om ontwikkelingen die op het pad
komen van zorg en welzijn. Wat wij willen is het voor u wat lichter
maken, mee te denken en te werken aan een bloeiende sector in
onze regio.
Uit marktonderzoek blijkt dat ZorgpleinNoord inmiddels breder
bekend is. We zijn niet meer ‘alleen’ de vacaturesite voor zorg
en welzijn in Noord-Nederland. Onze aangesloten organisaties
zijn enthousiast over onze ZorgpleinNoordproeverijen, onze
aanpak op het gebied van strategische personeelsplanning en ons
onderzoeksprogramma. Maar een waarschuwend vingertje komt
ook om de hoek: ZorgpleinNoord blijf doen waar je goed in bent
en doe vooral dat waar wij in de regio bij gebaat zijn.
Als nuchtere Noorderlingen zijn wij uiteraard trots op de
resultaten die we de afgelopen jaren hebben bereikt. Maar bij
ZorgpleinNoord realiseren we ons ook dat er kwaliteit moet worden
geleverd. We moeten blijven bewijzen dat we meer zijn dan een
zeer succesvolle vacaturesite.
Net als u gaan wij voor honderd procent kwaliteit. Want één scheve
schaats, en zorgvuldig opgebouwde credits verdampen als sneeuw
voor de zon. Aan u hoef ik niet uit te leggen hoe kwetsbaar onze
sector is als het gaat om negatieve publiciteit.
U werkt aan uw imago, wij aan dat van ons én aan dat van de sector.
Want imago komt te voet en gaat te paard.
Ida Grasdijk, directeur-bestuurder ZorgpleinNoord
NB De vacaturesite is nog steeds hét punt waar vraag en aanbod
elkaar dagelijks vinden. Maar vanaf nu, dankzij de ZorgpleinNoord
App, ook op Ipad of mobiele telefoon.
8
19
emPLOYerBranDing
Aantrekkelijke werkgever
of een werkgever met
aantrekkelijke functies
ZeSVragenaan...
Cees Wierda, directeur
van Bureau Jeugdzorg
Drenthe
4
In dit eerste nummer van het ZorgpleinNoord Magazine maakt u kennis met René Spekschate. Hij is voorzitter van de Raad van Toezicht van ZorgpleinNoord, zit in het Bestuurlijk Kennisnetwerk van ZorgpleinNoord en het bestuur van RegioPlus. René Spekschate heeft een eigen HRM-adviesbureau en is jarenlang HRM-manager bij een grote GGZ-instelling geweest. Zijn grote drijfveer: de mens achter de zorg.
Ter introductie
René Spekschate
“Ik geloof in samen-
werking! Zeker als het
gaat om de bemensing
van zorg en welzijn.
Zorg is mensenwerk en
blijft dat. Ik lever hier
graag een bijdrage aan
door in verschillende
besturen actief te zijn.”
5
Ter introductie: René Spekschate
In dit magazine staat imago van zorg en welzijn
centraal. Hoe verklaar je het dat het zo lastig is
voor organisaties om hier een visie op te hebben?
“Ik zie zorg en welzijn als een merk waarbij een
aantal zaken heel erg belangrijk zijn. De zorg moet
geleverd worden en dat doen je medewerkers; zij
zijn een deel van je positieve imago. Het intermen-
selijk aspect is daarbij van wezenlijk belang. Maar
ook het uiteindelijke resultaat is onderdeel van je
imago. Logisch, maar het wordt complex omdat
je als organisatie moet weten hoe je aan de mens-
kracht komt die je nodig hebt. Daar ontmoeten
werkgevers de arbeidsmarkt, de opleidingen, de
medewerkers van de toekomst. Op dit vlak heb-
ben veel organisaties nog een slag te slaan.”
Kun je als organisatie je imago meten aan de mate
waarin het je lukt goede werknemers te werven?
“Er is een tijd geweest dat dit vanzelf ging. In mijn
tijd bij de GGZ heb ik bijvoorbeeld nooit hoeven
adverteren voor mensen in opleiding. Maar nu
moet je als werkgever weten hoe je bekend staat
op de arbeidsmarkt. Heb je voldoende te bieden,
staat je organisatie open voor vernieuwing? Wat
vraag je inhoudelijk, maar ook in menselijke zin? Ik
denk dat we toch onvoldoende bezig zijn geweest
met wie we nodig hebben. Op dat punt kan het
imago zeker een oppoetsbeurt gebruiken. Hoe
duidelijker je bent, hoe meer je in staat bent om
goede en voldoende arbeidskrachten te werven
en vast te houden.”
Kun je daar voorbeelden van geven?
“Ik ben altijd jaloers geweest op defensie. Afge-
zien van wat je van defensie vindt, moet je ze na-
geven dat ze weten hoe ze het werk aantrekkelijk
kunnen maken. Ze schetsen het perspectief. Ze
hebben de juiste snaar gevonden om mensen te
interesseren voor dat vakgebied.
Kleine thuiszorgorganisaties lukt het ook om
duidelijk te maken dat ze op een andere manier
werken. Als medewerker ben je er daar niet al-
leen voor ‘de steunkousen’, maar krijg je ruimte
om naar de mens achter de zorgvraag te kijken en
draag je meer verantwoordelijkheid voor de invul-
ling van je werk. Deze organisaties hebben minder
moeite om werknemers te vinden.”
Wat is de oplossing?
“Wij gaan er te vaak vanuit dat mensen wel weten
wat zorg en welzijn te bieden heeft, welke per-
spectieven er zijn. Maar veel mensen kennen de
gezondheidszorg alleen als ‘klant’. Hoe het is om er
te werken is voor velen een raadsel. Ik verbaas me
soms echt over de ideeën die mensen hebben over
het werken in zorg en welzijn. Het is tijd om men-
sen binnen te laten: zet de ramen en deuren open!”
Wat is de rol van RegioPlus en ZorgpleinNoord?
“RegioPlus is een organisatie, een middel, waar-
door de regio’s aan tafel komen bij bijvoorbeeld
het ministerie van VWS. Ik zit in het bestuur van
RegioPlus en in dat van ZorgpleinNoord. Ik vertel
graag over het werken in zorg en welzijn. Ik merk
dat het invloed heeft. Er ligt een nieuw plan, De
weg naar Balans (2012-2015) met daarin een aan-
tal duidelijke thema’s voor de komende jaren. The-
ma’s die van Zuid-Limburg tot Groningen worden
onderschreven. En waar iedere regio zijn eigen
kleur en klank aan kan geven. Dingen waarover we
in debat moeten, zijn bijvoorbeeld het strategisch
arbeidsmarktbeleid, duurzame inzetbaarheid of
@nders werken. Thema’s die allemaal bijdragen
aan het imago. Samen met werkgevers, het on-
derwijs, de overheid en andere partijen moeten
we zorg en welzijn in de etalage zetten. Zorgplein-
Noord is daarbij een belangrijke partner.”
Zie je verschillen tussen de regio’s als het gaat om
imago?
“Jazeker! In het westen zitten werkgevers veel
meer bovenop elkaar. Daar is een andere, ook
acute, arbeidsmarktvraag aan de orde. Er is meer
concurrentie. Hier is dat minder waardoor je meer
samen op kunt trekken.
Het Noorden heeft alles om een aantrekkelijke
regio te zijn. We hebben goede opleidingen, er is
werk, het is een goede woonregio, het leefklimaat
is goed. Ik heb wel eens met een psychiater, die
twijfelde of hij hier wel wilde werken en wonen,
een rondje gereden door de provincie. En wat
denk je?”
Tekst: Meta Kampen
Fotografie: Rutger van Hamersvelt
Meer informatie over De Weg naar Balans (2012-2015), www.zorgpleinnoord.nl, www.regioplus.nl
ImaGO
Ga voor zorg en welzijn
6
ZorgpleinNoord heeft Imago als thema voor het
jaar 2012 gekozen, om hiermee het belang aan
te geven van de impact van het imago op werk-
zoekenden, patiënten, cliënten en andere betrok-
kenen. Het eerste ZPN Magazine is de aftrap voor
het themajaar.
Waarom werken aan Imago?Imago. Beeldvorming. Reputatie. We zijn ons er
steeds meer van bewust dat we hieraan moeten
werken, maar dat we het effect niet altijd in de
hand hebben. Door de toenemende invloed van
sociale media en de snelheid waarmee berichten
wereldkundig worden gemaakt, zijn organisaties
genoopt om hier enerzijds adequaat op te re-
ageren, maar anderzijds het liever nog voor te
zijn. Dus niet alleen de negatieve berichtgeving
pareren, maar sociale media benutten om
doelgroepen op een positieve wijze aan te
spreken. Natuurlijk niet alleen door gebruik te
maken van sociale media, maar met een scala
aan middelen, die, als het goed is, deel uitmaken
van een doelgericht imagobeleid. Makkelijker
gezegd dan gedaan, want de mogelijkheden zijn
eindeloos, en wat is het effect van al die inspan-
ningen en kosten? Dit effect inzichtelijk maken valt
niet mee, daarom variëren de inspanningen van
organisaties van ‘helemaal niets, het maakt toch
niet uit’, tot organisaties die een strak imagobe-
leid hebben.
“De verkeerde vooroordelen van velen, vormen het ware imago.” Aldus Willem Frederik Hermans. Heeft hij het met dit citaat bij het rechte eind en slaat hij hiermee de spijker op zijn kop? En geldt dit ook voor zorg- en welzijnsorganisaties? Zijn het inderdaad verkeerde voor-oordelen over de sector, en strookt dit beeld niet met de werkelijkheid?
7
ImaGO
Toch wordt het werken aan imago ook voor
zorg en welzijn steeds meer van belang en steeds
meer vanzelfsprekend.
Het aanspreken van jongerenHet Ministerie van VWS, RegioPlus (de lande-
lijke koepel voor werkgeversverbanden in zorg
en welzijn) en ZorgpleinNoord hebben het (geza-
menlijk) versterken van het imago hoog in het
vaandel staan en veel activiteiten zijn hier dan
ook op gericht. Zowel landelijk als regionaal.
ZorgpleinNoord ondersteunt en adviseert
aangesloten zorg- en welzijnsorganisaties
op dit terrein.
Bijvoorbeeld door het verzorgen van
gastlessen aan het onderwijs over
werken in deze sector. In 2011 hebben
medewerkers uit zorg en welzijn bijna
80 gastlessen verzorgd op basisscholen en
het VMBO. Leerlingen worden door de verhalen
uit de praktijk enthousiast gemaakt voor
een opleiding in zorg of welzijn.
Daarnaast wordt het beeld dat de
leerlingen hebben van de sector
genuanceerder, door te laten zien
dat zorg en welzijn ook carrière-
kansen biedt in de techniek of ICT,
of door ervaringen uit relatief onbekende
branches te vertellen, zoals de verslavingszorg of
de welzijnssector.
‘ImaGO. Ga voor zorg en welzijn’Ook de Open Dag van Zorg en Welzijn heeft dit
jaar als thema ImaGO. Ga voor Zorg en Welzijn.
Op zaterdag 17 maart organiseert Zorgplein-
Noord weer de Open Dag. Naast de gebruikelij-
ke beurzen in Groningen en Assen komt er dit jaar
ook een beurs in Emmen, in de Grote Kerk. De
belangstelling van organisaties om deel te nemen
is groot en de Grote Kerk in Emmen is bijna
te klein, omdat zeker 18 organisaties
zich willen presenteren! Hieruit blijkt;
hoe dichter bij, hoe beter. Deze orga-
nisaties stonden voorheen veelal niet
in Groningen of Assen, maar nu zij de kans krijgen
zich in Emmen, dichtbij hun doelgroep, te laten
zien, benutten zij graag deze mogelijkheid.
Met de Open Dag van Zorg en Welzijn, de gastles-
sen op de scholen, maar ook met het eind 2010
opgerichte PR-netwerk, draagt ZorgpleinNoord
haar steentje bij aan het promoten van de sector.
Voor het PR-netwerk organiseert ZorgpleinNoord
themabijeenkomsten, om Communicatie- en PR
adviseurs van aangesloten zorg- en welzijnsorgani-
saties te ondersteunen in hun communicatiebeleid
en de uitvoering daarvan.
‘Hoe komt ik in de krant?’, de website, sociale
media en internal branding zijn thema’s die al op
de agenda hebben gestaan. En dit voorjaar wordt
een leergang ‘Sociale media’ aangeboden, met
als doel het efficiënt en doelgroepgericht benut-
ten van de mogelijkheden die de nieuwe media
bieden.
ImaGO; hoe gaan we verder?Er is al veel onderzoek gedaan naar werkbeleving
en imago en er zijn door brancheverenigingen uit
zorg en welzijn al meerdere (landelijke) imagocam-
pagnes opgezet, die beogen de beeldvorming van
de sector te verbeteren. ZorgpleinNoord richt zich
op organisaties in onze regio, met alle kenmerken
en verschillen. In het kader leest u welke activi-
teiten wij u dit jaar bieden, naast uiteraard onze
andere diensten, waarmee wij het imago van de
sector en de instroom en behoud van zorgperso-
neel willen bevorderen.
Tekst: Petra Steenbergen
Cartoon Eric Snelleman
activiteitenimago2012
• ‘VanidentiteitnaarImago’,bijeenkomstPRnetwerk,
dinsdag 6 maart
• OpendagvanZorgenWelzijn,zaterdag17maart
• OnderzoekIntelligenceGroup‘Zorgenwelzijnals
werkgever’, online op www.zorgpleinnoord.nl
• Leergangsocialmedia,voorjaar2012
• ConferentieArbeidsmarktcommunicatie,najaar2012
Bent u een aantrekkelijke werkgever?
Employer branding in zorg en welzijn
De zorg- en welzijnssector staat voor enorme uitdagingen. De vraag naar zorg neemt toe en de begrotingen van zorg- en welzijnsorganisa-ties staan onder druk. De toekomstige arbeidsmarkt staat in het teken van toenemende schaarste. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor uw organisatie? Is er inzicht in schaarste per functie? Naast goede ar-beidsmarktcommunicatie is het belangrijk om als werkgever te werken aan wervingskracht en te bouwen aan een sterk werkgeversmerk.
8
Wervingskracht met visieBinnen zorg en welzijn zijn me-
dewerkers de bepalende factor
als het gaat om de kwaliteit,
de kosten en opbrengsten van
zorg. Om grip te hebben op de
continuïteit en kwaliteit van de
zorgverlening is een strategische
rol voor HR noodzakelijk. Inzicht
hebben in de huidige kwaliteit
en kwantiteit van de bezetting.
Weten welke behoefte er over
drie jaar is. Dit leidt tot het
inzicht dat de wervingskracht
vergroot moet worden.
Wanneer we spreken van de
wervingskracht van de werk-
gever, spreken we al snel over
employer branding: een structu-
rele aanpak van de personeels-
werving. De vraag die hierbij
centraal staat: wilt u een aan-
trekkelijke werkgever of werkge-
ver met aantrekkelijke functies
zijn? Met andere woorden welk
imago verkiest u.
Waarom zou u aan uw imago en
daarmee aan uw wervingskracht
willen werken? Wanneer een
organisatie structureel bezig is
met arbeidsmarktcommunicatie,
dan is dat veelal om de wer-
vingskosten te beheersen en te
verlagen. De belangrijkste reden
van een structurele aanpak van
arbeidsmarktcommunicatie is
echter steeds vaker de waarbor-
ging van de continuïteit van een
gezonde organisatie. Alleen als
kritische functies tijdig, met vol-
doende capaciteit en kwaliteit
zijn vervuld, kunnen bedrijfs-
doelstellingen behaald worden.
Dat vraagt van arbeidsmarkt-
communicatie om een visie, een
plan en een vooruitziende blik.
Een goed en helder werkgever-
simago helpt hier bij.
Arbeidsmarkt zorg en welzijn anno 2012De zorg- en welzijnssector heeft
zoals gezegd te maken met
factoren als forse kostenbespa-
ringen, toenemende zorgvraag,
toenemende concurrentie en
verkleining van de ‘visvijver’
van potentiële kandidaten. Dit
speelt naast de ontgroening en
verhoogde uitstroom door ver-
grijzing. Allemaal factoren die
een strategische aanpak meer
dan rechtvaardigen. Een aanpak
die vraagt om inzicht in huidige
en te verwachten wervings-
vraagstukken, waardoor veel
gerichter gewerkt kan worden
aan de positie en uitstraling als
werkgever: het imago.
De zorgarbeidsmarkt anno
2012: facts and figures
In Nederland werken 690.9361
mensen in de gezondheidszorg.
Een derde van hen is 50-plus-
ser. Hiermee kent de gezond-
heidszorg een bovengemiddeld
vergrijsd personeelsbestand ten
opzichte van de Nederlandse
Beroepsbevolking, waar een
kwart 50 jaar of ouder is. De
arbeidsmarktactiviteit is met
9%, mensen die actief op zoek
zijn naar (ander) werk, laag. 43
Procent is niet op zoek, maar
houdt de arbeidsmarkt in de
gaten. Het grootste aandeel,
48%, zoekt momenteel niet naar
ander werk.
9
Employer branding in zorg en welzijn
De daadwerkelijke beweging
op de arbeidsmarkt is niet
groot: 77% heeft de afgelopen
12 maanden geen andere baan
gevonden. 14 Procent echter
wel, wat neerkomt op 96.731
personen. Daartegenover staan
96.5372 online vacatures, wat
(vooralsnog) een mooie aan-
sluiting tussen het beschikbare
aanbod en de vraag naar arbeid
indiceert. Ervan uitgaande dat
alle vacatures zichtbaar zijn. Het
vertrouwen in de arbeidsmarkt is
groot: slechts 7% verwacht bin-
nen een jaar de huidige baan te
verliezen; 80% denkt dat dit niet
zal gebeuren.
De situatie voor de provincie
Groningen is iets anders. De ver-
grijzing is met 34% vijftigplus-
sers, groter dan landelijk gezien.
Meer mensen, 13%, zijn actief
op zoek naar werk. Daar staat
tegenover dat ruim de helft,
53%, momenteel niet op zoek is
naar ander werk. Een derde zit
hier tussenin, door aan te geven
de arbeidsmarkt in de gaten te
houden.
Employer branding en het imago van de werkgeverWat betekent dit voor uw kan-
sen op de arbeidsmarkt? Het
aanbod verkleint en er is weinig
mobiliteit. Als u een vacature
heeft, zal deze in het oog moe-
ten springen. U zult zich ook
moeten richten op de groep die
zich oriënteert of nog niet op
zoek is. Naast de arbeidscom-
municatie die u inzet, wordt het
steeds belangrijker dat uw doel-
groep een voorkeur voor u als
werkgever heeft.
1 Bron: Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek, Intelligence Group2 Bron: Jobfeed3 Bron: Het nieuwe Employer Brand Onderzoek
■ Ik ben actief op zoek naar een
(nieuwe) baan
■ Ik ben niet echt op zoek naar een
(nieuwe) baan
■ Ik ben helemaal niet op zoek
naar een (nieuwe) baan
Arbeidsmarktactiviteit in de provincie
Groningen (Bron: Arbeidsmarkt
GedragsOnderzoek)
13%
34%53%
Hier komt employer branding
om de hoek kijken. Employer
branding is het bewust omgaan
met het werkgeversmerk. Het
als werkgever verkrijgen en
behouden van een authentieke
en onderscheidende voorkeurs-
positie in de mindset van (po-
tentiële) medewerkers en hun
beïnvloeders. Met als doel het
aantrekken en behouden van de
juiste medewerkers. Binnen zorg
en welzijn wordt in toenemende
mate gewerkt aan employer
branding, zowel in- als extern.
Straal uit wat werken bij uw
organisatie inhoudt, maak elk
contactmoment een beleving
die indruk maakt, als patiënt,
bezoeker, leverancier en/of (po-
tentiële) medewerker. Uw werk-
geversmerk is altijd aanwezig!
Maar het bewust beïnvloeden is
wat anders.
Recent onderzoek3 toont aan dat
binnen de employer branding
vanuit organisatie een verschui-
ving is opgetreden. Voorheen
werd de focus op lange termijn
resultaten gelegd. Nu zien we
dat er in deze ‘nieuwe’ aanpak
een kortere focus is. Voorbeel-
den hiervan zijn het interne
werven en ‘de medewerker werft
medewerker’ acties. Het be-
wustzijn dat elk contactmoment,
zowel direct als indirect, bij-
draagt aan uw imago en aan de
mogelijkheid om te werven, blijft
onverminderd van belang.
Conclusie: authentiek én onderscheidend Om de uitdagingen in zorg en
welzijn het hoofd te bieden is
het imago van de organisatie
van belang. Voor de arbeids-
marktcommunicatie en daar-
mee voor de wervingskracht.
Om zo een actieve bijdrage te
kunnen leveren aan de arbeids-
marktvraagstukken waar de
organisatie mee te maken krijgt.
Uw werkgeversimago is altijd
aanwezig, de vraag is hoe u dit
inzet om de wervingskracht te
vergroten. U kunt zo vacatures
sneller en goedkoper invullen
en, nog belangrijker, de conti-
nuïteit en het voortbestaan van
uw organisatie waarborgen.
Kortom, zorg dat u een aantrek-
kelijke werkgever bent!
Tekst: Edwin van der Sande,
Senior Adviseur Arbeidsmarkt
Intelligence Group
10
Rondetafelgesprek over imago zorg en welzijnin het Noorden
Het ‘dubbele’ imago“Het is allereerst belangrijk om onderscheid te
maken tussen de verschillende ‘imago’s’. Je hebt
de sector, de instelling, maar ook het imago bij
je werknemers en werkzoekenden. Er zitten een
hoop negatieve berichten in de dagelijkse knipsel-
krant. Maar uit ons patiënt-tevredenheidsonder-
zoek blijkt dat we geen negatief imago hebben.
Het is dubbel en daar moet je mee dealen”, aldus
Boudewijn Ponsioen.
Astrid-Odile de Visser vindt dat je als het om ima-
go gaat moet uitgaan van je eigen kracht. “Als de
relatie tussen de verzorgende en de cliënt goed
is, scoor je goed. Ook al bestaan er negatieve
beelden over de zorg. Als het mensen zelf betreft,
blijkt dat ze wel tevreden zijn.”
Hoe denken zorg- en welzijnsorganisaties over imago? Van de eigen organisatie, van de sector en ook van de regio. Wat zijn de ervaringen? Hoe wordt omgegaan met negatieve berichtgeving? Hoe wordt het ima-go ingezet in het licht van de arbeidsmarkt? Petra Steenbergen, hoofd marketing en communicatie bij ZorgpleinNoord, in gesprek met Inter-zorg Noord-Nederland en het Wilhelmina Ziekenhuis Assen.
Deelnemers aan het rondetafelgesprek (vlnr.): Eveline Bakker, hoofd PO&O Wilhelmina Ziekenhuis
Assen | Boudewijn Ponsioen, bestuurder Wilhelmina Ziekenhuis Assen | Astrid-Odile de Visser, bestuurder
Interzorg Noord-Nederland | Hans Punte, manager stafbureau Interzorg Noord-Nederland | Petra
Steenbergen, ZorgpleinNoord
11
Imago van zorg en welzijn
Eveline Bakker erkent dit, maar vindt dat je moet
blijven streven om positief in het nieuws te komen.
“Het beeld in de media is snel eenzijdig.”
Sociale media: reageren op negatieve beeldvormingUit het gesprek blijkt al snel dat de sociale media
een goed en onontkoombaar middel zijn om te
werken aan een meer positief en genuanceerd
beeld van de sector. Zowel twitter, hyves als you-
tube worden ingezet. Deze media heb je in eigen
hand, de reguliere media zijn veel minder gemak-
kelijk te interesseren voor positief nieuws.
De Visser: “De sociale media bieden ruimte om ons
positief te profileren.”
Ponsioen: “We hebben geleerd om snel te hande-
len. Toen er MRSA werd geconstateerd, moesten
we dat direct melden. Zoiets is op facebook te vin-
den voor je het weet. Je wordt gewoonweg ver-
plicht om snel en transparant te reageren.”
Punte: “Wij merken dat ook. Iemand doet verslag
van zijn dag en schrijft over een bezoekje aan een
van onze huizen. Het is goed om dat soort berich-
ten te volgen en daar indien nodig op te reageren.”
De Visser: “Met sociale media kun je wél zelf bepa-
len wat je communiceert. Je bent niet afhankelijk
van de regionale krant. Daarnaast is het heel prak-
tisch. Het mooie is dat we nu heel snel vrijwilligers
aan onze cliënten kunnen koppelen.”
Ponsioen: “Het WZA doet daarnaast actief mee aan
de site Zorgkaart.nl. Wij hebben in het ziekenhuis
kaartjes liggen waarop we patiënten vragen hun
ervaringen over onze specialisten op deze site te
zetten. Gemiddeld genomen is dat positief.”
Imago en concurrentie De Visser: “Dat lijkt nieuw, maar vroeger wist je
ook welke huisarts goed was. Het wordt nu steeds
meer een keuze van de patiënt. Voor de oude-
renzorg is deze situatie misschien wel lastiger. Wij
hebben onze concurrentie dichter in de buurt.
Er is meer keus. Hoe je je concurrentie te snel af
bent? Dat is eenvoudig. Je staat sterk als je daad-
werkelijk biedt wat je belooft en als je doet wat je
predikt.”
Ponsioen: “Ook voor het WZA is het geen auto-
matisme dat mensen uit ons verzorgingsgebied bij
óns komen. Voor acute zorg gaan mensen natuur-
lijk naar het dichtstbijzijnde adres, maar voor een
knieoperatie kun je heel goed een andere keuze
maken. Wij zijn daarbij ook afhankelijk van de huis-
artsen en de zorgverzekeraars.”
Bakker: “Daar staat tegenover dat we specialis-
men hebben die het heel goed doen. Bijvoorbeeld
voor de slaapkliniek komen mensen uit heel Ne-
derland naar Assen.”
Hoe dichterbij, hoe beter het imagoPunte: “Bij het concurrentie- en imagovraagstuk is
het goed om te beseffen dat de ervaringen van
cliënten het allerbelangrijkst zijn. De goede relatie
met de verzorgende of de specialist: dáár gaat het
om.
Actiz heeft onderzoek gedaan naar de verschil-
lende aspecten van het imago van de zorg. Het
onderzoek wijst uit dat de ouderenzorg, de ver-
pleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg een ne-
gatief imago hebben. Het onderzoek is gedaan bij
30- tot 65-jarigen. Zij hebben meer afstand tot de
zorg. De negatieve beeldvorming heeft onder an-
dere te maken met de soberheid in de zorg. Terwijl
de relaties met de verzorgenden, verplegenden en
behandelaars als positief worden beoordeeld. Het
verschil in waardering hangt direct samen met of
“ Als de relatie tussen de
verzorgende en de cliënt
goed is, scoor je goed.”
12
Imago van zorg en welzijn
je in de zorg hebt gewerkt en of je er veel mee te
maken hebt. Hoe dichterbij, hoe hoger de waarde-
ring. Voor mij is het duidelijk: je moet mensen be-
trekken bij wat je doet. Vroeger waren de verzor-
gingshuizen erg gesloten. Nu is het allemaal veel
opener. In de hal vind je vaak al een restaurant, een
kapper of zelfs een huisarts voor de wijk. Dit soort
veranderingen gaan de beeldvorming beïnvloeden.
We hebben de deuren open gezet. Er is geen weg
terug. Er is meer reuring voor de bewoners. De da-
gen bieden ook eens een verrassing, er valt weer
iets te beleven. We moeten de soberheid compen-
seren door betrokkenheid van meer mensen uit de
gehele maatschappij.”
Imago kwestie van ‘internal branding’?Bakker: “Je moet daarnaast constant laten zien
dat je het goed doet, dat je er zin in hebt. Het is
eigenlijk in eerste instantie meer internal branding.
In het WZA leggen we het accent op het zittend
personeel. Zo zijn we bezig met het project mens-
gerichte zorg waarbij we ons willen onderscheiden
door te versterken waar we goed in zijn. Dat heb-
ben we onder andere vertaald in vijf kernwaarden,
die we op allerlei manieren in het ziekenhuis
uitdragen. Een forse cultuuromslag is dan niet
nodig. We benadrukken dat we korte lijnen heb-
ben, vriendelijk zijn en een ‘doe maar gewoon’-
mentaliteit hebben. Langzaam sijpelt het de hele
organisatie door.”
De Visser: “Bij Interzorg werken we met een mooi
concept: De Werkvloer Centraal, het programma
van Anne-Mei The waarin de medewerkers op de
werkvloer steevast in het middelpunt staan.”
Ponsioen: “Bij het WZA hebben we ook naar be-
staande concepten gekeken, maar we wilden geen
systeem van buitenaf. Wat complex is in het zie-
kenhuis is de duale organisatie: de stafleden en de
werkvloer. De werkvloer staat bij ons ook centraal,
maar of een chirurg het goed doet is lastiger te
beoordelen. Medisch specialismen zijn onze core
business.”
‘Ranking’ van invloed op imago? Uit onderzoek van Actiz, maar ook uit het beleid
van de organisaties blijkt dat de relatie met de pa-
tiënt of cliënt belangrijk is en dat de interne cultuur
daarbij een grote rol speelt. Hoe draag je dat als
organisatie en als sector uit? Er is een tendens in de
media om de zorg af te rekenen in lijstjes: het AD-
lijstje, de Dr. Yep, de lijstjes van zorgverzekeraars,
de sterftecijferlijstjes, de site zorgkaart.nl etc.
De Visser: “Ik denk wel dat lijstjes een rol spelen.
Door de informatie van de zorgverzekeraars en
bladen als Dr. Yep kunnen patiënten en cliënten
op een positieve manier een keuze maken. Goede
externe communicatie wordt steeds belangrijker,
ook als het om het imago gaat.”
Ponsioen: “Dat betwijfel ik. Volgens mij is de impact
vooral intern. Het AD is een Rotterdamse krant.
Niemand kent Dr. Yep. Het sterftecijferverhaal in
het Dagblad van het Noorden is één dag in het
nieuws. De consument zoekt zijn weg, maar of het
nu de lijstjes zijn die daar een grote rol in spelen?”
De Visser: “Ik vind het wel tekenend. Misschien is
het een voorbode voor wat komen gaat. Cliënten
van nu vinden de dingen nog prima, maar zouden
wij deze verzorging ook nog goed genoeg vin-
den?”
Reputatiemanagement versus imagoPunte: “Er is verschil tussen reputatiemanagement
en het imago van de sector. Reputatiemanage-
ment, waar wij het vooral over hebben, is nog
“ Je wordt gewoonweg
verplicht om snel en
transparant te reageren.”
13
Imago van zorg en welzijn
best te sturen. Maar het imago van de sector is
veel stroperiger. Daar heb je mijns inziens minder
vat op. Het imago hangt heel sterk af van wie je
het vraagt. Zo zal een werknemer of werkzoe-
kende het vooral hebben over het imago van
de zorg als werkgever. Wat mij opvalt, is dat in
deze economisch mindere tijden de zorg zich niet
onderscheidt als een veilige haven. We hebben
plek voor werknemers, maar maken dat niet goed
duidelijk. Het zou goed zijn als we als sector kijken
welke aspecten van imago voor ons van belang
zijn. Hoe kunnen we toekomstige werknemers
interesseren voor de zorg? Wat zijn de ontwikke-
lingen in de kop van Drenthe? Waar ontstaan de
tekorten? Aan welke imago-onderdelen kunnen
we samen werken?”
Bakker: “In het licht van de arbeidsmarkt is het
interessant om een regionaal imago-onderzoek uit
te voeren. Ziekenhuizen zoeken ook elkaar op. Zo
is twee jaar geleden een landelijke imagocampag-
ne uitgevoerd door de brancheorganisatie NVZ.
Die campagne leverde overigens niet op wat wij
ervan verwachtten. Een regionale aanpak begin-
nend met een onderzoek lijkt me beter.”
Werken aan arbeidsmarkt én imago? Uit de cijfers blijkt dat er in de toekomst tekorten
ontstaan. Voor sommige functies zijn nu al tekor-
ten. Denk aan verpleeghuisartsen en OK-verpleeg-
kundigen. Hans Punte bracht het imago van de
zorg als een goede en aantrekkelijke werkgever
al ter sprake. Het imago van de sector of zelfs het
imago van de regio kunnen hier een rol bij spelen.
Welke oplossingen worden nu door het WZA en
Interzorg Noord-Nederland gezocht?
Bakker: “Het is inderdaad de vraag of we mensen
op termijn ook kunnen vasthouden voor deze re-
gio. Tot nu toe lukt het ons nog goed om mensen
te vinden, maar voor sommige specialistiche func-
ties wordt het zeker lastig.”
De Visser: “Terwijl de markt, de zorgvraag, groeit
en er uitstroom is van de babyboomers.”
Ponsioen: “Daar komt nog eens bij dat de groei
van de zorgvraag veel sterker is dan de zieken-
huizen mogen accorderen. Nu lukt het ons om
“ We moeten de soberheid
compenseren door
betrokkenheid van meer
mensen uit de gehele
maatschappij.”
“ Je moet mensen
betrekken
bij wat je doet”
14
Imago van zorg en welzijn
dat succesvol aan te pakken, maar we zijn in het
verleden te lui geweest. Het was makkelijker om
werknemers bij de buren weg te kopen. We moe-
ten zelf opleiden! Daar zijn we mee begonnen en
dat is een goede aanpak.”
Bakker: “Je ziet wel dat het probleem dan ver-
schuift naar andere functies. Daarom doen we aan
strategische personeelsplanning. Dan heb je een
goed beeld van waar je in de toekomst tekorten
kunt verwachten. Ook door externe ontwikkelin-
gen kan het nodig zijn meer of ander personeel in
te zetten.”
Ponsioen: “Nu heb je de ontwikkelingen rond ver-
loskunde. Als we inderdaad een-op-een moeten
gaan werken, hebben we heel snel extra gespecia-
liseerde verpleegkundigen nodig.”
De Visser: “Bij Interzorg hebben we altijd specia-
listen ouderengeneeskunde nodig. Het is een klein
wereldje, het praat zich rond dat we iemand zoe-
ken. Zo lukt het net.”
Punte: “Het is belangrijk dat we ons realiseren dat
we op de goede plek in de regio zitten. We heb-
ben een universiteit en opleidingen in de buurt.
De arbeidsmarkt is hier beter dan in Emmen of in
Oost-Groningen. Ik denk dat wij hier een verte-
kend en te rooskleurig beeld van de arbeidsmarkt
hebben.”
Samenvatting Imago van zorg en welzijn is een breed en com-
plex thema waar veel over gezegd kan worden.
Opvallend is dat uit onderzoek blijkt dat mensen
die direct en veel met zorg in aanraking komen
een positiever beeld hebben dan de mensen die
meer afstand hebben.
De insteek van zowel het WZA als Interzorg
Noord-Nederland is dat de nadruk ligt op de in-
terne waarden, de cultuur van de organisatie en
dat die uitgedragen en versterkt moet worden.
Daarnaast wordt stevig ingezet op ‘reputatiema-
nagement’. Het bijhouden van de berichtgeving
in de media, het actief inzetten van sociale media,
het organiseren van bijeenkomsten en bijvoor-
beeld het schrijven van een publiekspagina in de
plaatselijke of regionale krant.
Het samen actief werken aan het imago van de
sector blijkt lastig. Grote tijdrovende en geldver-
slindende campagnes leveren niet altijd op wat er
van verwacht wordt. Wel vinden de partijen het
noodzakelijk om in het licht van de aankomende
tekorten op de arbeidsmarkt meer en meer te
werken aan het imago van een goede en aantrek-
kelijke werkgever.
Gespreksleider: Petra Steenbergen
Tekst: Meta Kampen
Fotografie: Fenneke Bouwman
“ Het is inderdaad de vraag
of we mensen op termijn
ook kunnen vasthouden
voor deze regio”
In dit artikel wordt verwezen naar de achtergrondrapportage:
Transitie naar toekomstbestendige zorg
Inzichten uit de Benchmark in de Zorg 2010 laten het
fundament onder de transitie zien (ActiZ, 2010)
15
Werken, wonen, recreëren
Oost-Groningen: de slimme stap!
Hebt u ze al gezien, de levensgrote, gele National Geographic vensters? In nauwe samenwerking met Het Groninger Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zijn ze geplaatst op twaalf eigenzinnige en mooie plekken in Oost-Groningen, onder het motto ‘Oost-Groningen omlijst’.
Oost-Groningen: de slimme stap!
16
U vindt ze onder meer bij het Klooster Ter Apel,
het huisje op de dijk in Nieuwe Statenzijl en de
Zeven Bruggetjes in de buurt van Wildervank. Of
misschien zijn de advertenties in het tijdschrift
National Geographic u opgevallen. Er zijn zelfs
korte filmpjes gemaakt voor National Geographic
Channel (zie uitzendschema).
Deze positieve campagne biedt tegenwicht aan de
negatieve beelden die we kennen uit de media. In
eerste instantie lijkt de campagne zich te richten
op toerisme, recreatie. Met Rob Heilijgers, verant-
woordelijk voor het aan de regiomarketing gekop-
pelde Regioloket Oost-Groningen en ondernemer
in deze regio, ga ik in gesprek over de effecten
van een dergelijke campagne, op recreëren, wo-
nen en vooral werken. Want om een gebied echt
aantrekkelijk te maken is een gezonde arbeids-
markt van wezenlijk belang. Op zondagmiddag
door het ‘venster’ kijken is fijn, maar hoe zet je de
slimme (vervolg)stap?
Regiomarketing Oost-GroningenDe samenwerkingscampagne met National Geo-
graphic is een initiatief van LEADER Oost-Gronin-
gen en sluit aan op de regiomarketingcampagne
voor Oost-Groningen. Deze mediacampagne,
gestart in 2010, omvat maandelijkse paginagrote
advertenties in publieksbladen als Seasons en
Noorderland met als motto ‘Wonen, werken en
recreëren in Oost-Groningen: de slimme stap!’
Herkenbare advertenties in de lijn van ‘Er gaat
niets boven Groningen’. Op 22 juni 2011 ging
daarnaast de samenwerkingscampagne met Nati-
onal Geographic van start. Alle activiteiten worden
ondersteund door de site kansinoostgroningen.nl.
“De site was aanvankelijk een portal, maar hij
krijgt steeds meer body. Hij bevat informatie over
alle projecten in de regio, over wonen en werken,
en voor toeristen.” Naast de site werd een regio-
loket ingericht, dat zich bezighoudt met het ver-
zamelen van input voor de campagnes vanuit de
regio en geïnteresseerden gericht kan informeren
of verwijzen rond de thema’s wonen, werken en
recreëren.
“We hebben er in de campagnes bewust voor
gekozen om Oost-Groningen te benoemen, juist
omdat de term ‘oost’ zo gekoppeld wordt aan een
negatief beeld. We hadden ook kunnen kiezen
voor iets als ‘Groningen grensgebied’, maar het is
de vraag of je het beeld van de regio dan op de
juiste manier verandert.
Oost-Groningen: de slimme stap!
17
De advertenties zijn gericht op hoger opgeleiden.
Met ‘de slimme stap’ maken we duidelijk dat het
de moeite waard is om naar Oost-Groningen te
gaan. Dat je iets aparts doet, zonder te hoeven
inleveren op kwaliteit en luxe. Je bent een beetje
aan het pionieren.”
Werkt het? Hoe?De grote vraag bij regiomarketing is of het werkt
en vooral hoe het werkt. Als ik de spotjes op te-
levisie zie van de provincies Limburg en Drenthe,
snap ik wat ze beogen. Maar wat leveren ze op,
behalve extra toeristen?
Trots
“Vaak wordt er gedacht dat je in de eerste plaats
mensen uit andere gebieden wilt aanspreken,
maar de samenwerking met en de input vanuit de
regio zelf vind ik ook heel belangrijk. We werken
nauw samen met de gemeenten, met natuurbe-
houd, met ondernemers, noem maar op. Ik wil
partijen bij elkaar brengen en zo gezamenlijk het
gebied positiever en sterker op de kaart zetten,
zodat de bewoners zelf trots worden en de jeugd
niet meer per se naar Frankrijk wil in de zomer,
maar het ook prima vindt om in Midwolda te
blijven en samen met vrienden naar het Oldambt-
meer te gaan. Dat zijn kleine, maar belangrijke
signalen.”
LeaDerOost-groningen
Organisatie die zich bezighoudt met Europese,
provinciale en gemeentelijke subsidies voor
verbetering van de leefbaarheid en versterking van
de plattelandseconomie.
SamenwerkendepartijenOost-groningen
Regiomarketing Oost-Groningen is ontstaan uit de
samenwerking tussen de zeven Oost-Groninger
gemeenten en de provincie Groningen. Zij voeren
campagne onder de titel: ‘Wonen, werken en
recreëren in Oost-Groningen: de slimme stap!’
Samenwerkingscampagnemetnational
geographic
Bovengenoemde partijen en National Geographic
zijn o.a. verantwoordelijk voor ‘Oost-Groningen
omlijst’. Dit project wordt gesteund door Gasunie,
Rabobank Zuid- en Oost-Groningen, Het Groninger
Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Europees Landbouwfonds voorPlattelandsontwikkeling:
Europa investeert in zijn plattelandOOST-GRONINGEN
18
Oost-Groningen: de slimme stap!
Meer dan toerisme
“Natuurlijk moet uit de campagnes blijken hoe
aantrekkelijk deze regio is voor mensen die hier
nog niet wonen. Dat doen we door de kansen te
tonen: op een mooie, aparte vakantie (nog niet
iedereen is hier geweest), op werk (er is werkge-
legenheid) en om te wonen (ondernemers kunnen
zich hier onder gunstige omstandigheden vesti-
gen). Als je al deze kansen samenbrengt, treedt er
synergie op en wordt het een sterke boodschap.
Met de National Geographic campagne steken
we vooral in op toerisme, omdat je mensen sneller
overhaalt een paar dagen naar Oost-Groningen
te gaan. Dit kan een eerste stap zijn. Op de re-
giomarketingsite kansinoostgroningen.nl staan
verhalen van mensen uit het westen die zich reali-
seerden dat ze hier tegen een zeer gunstige prijs
een prachtig pand konden kopen en hun droom
om een eigen bedrijf te starten konden waarma-
ken. En toerisme is goed voor veel ondernemers
in de regio.”
Cijfers
“Het is moeilijk om met cijfers aan te tonen dat
regiomarketing werkt. Ik houd de statistieken van
de website goed bij en zie dat die steeds meer
bezocht wordt. Door mensen uit de rest van Ne-
derland en ook door mensen uit het gebied. Ook
worden er veel regiomarketingbrochures aange-
vraagd via de site, vaak door mensen die overwe-
gen om zich hier te vestigen.”
Tot slot: de effecten op werkgelegenheid (in zorg en welzijn)Uit onderzoek blijkt dat nog steeds veel jongeren
na hun opleiding (in de stad) wegtrekken uit regio’s
als Oost-Groningen. Het is nu al moeilijk om be-
paalde functies ingevuld te krijgen. Femke Nijdam
beschrijft dat in haar onderzoek Zorgen voor mor-
gen (ZorgpleinNoord, 2010). Bij dergelijke arbeids-
marktvraagstukken blijkt het imago van de regio
steeds terug te komen: het loopt als een rode
draad door de gesprekken. Wellicht kunnen wij als
zorgsector te leren van dergelijke campagnes en
aansluiten bij het positieve beeld dat ze uitdragen.
Rob Heilijgers: “Kansen op onze site zijn over het
algemeen genomen kansen. Nu is de tijd gekomen
meer aandacht te besteden aan de kansen die er
liggen en die we nog niet benutten.” Samen op-
trekken als het gaat om arbeidsmarktcommunicatie
kan een van die nog niet benutte kansen zijn.
www.kansinoostgroningen.nl
Zorgen voor morgen, Hoe voorkomen we een
tekort aan hoger opgeleid personeel
in de zorg in Noordoost-Groningen?,
Femke Nijdam, ZorgpleinNoord 2011
Tekst: Meta Kampen
Fotografie: Antoine van der Maesen ©
(anrtinature.nl)
uitzendschemanationalgeographicChannel:
20 februari 20.10 21 februari 20.30 22 februari 20.47
23 februari 21.10 24 februari 21.48 25 februari 22.08
27 februari 22.37 28 februari 23.12 29 februari 23.28
acties2012
- Oktober: landelijke fotowedstrijd National
Geographic Magazine met categorie Oost-
Groningen
- Zomer 2012: filmpjeswedstrijd voor de jeugd. In
samenwerking met National Geographic Junior
en de basisscholen in Groningen.
- Medio 2012: redactioneel artikel over Oost-
Groningen in National Geographic Magazine
“ Eigenzinnig: dat is
de volksaard van de
Oost-Groninger. Een
eigenzinnigheid die je
terugvindt in het Oost-
Groninger landschap…”
(uit de advertentie in National Geographic Magazine)
19
Cees Wierda (59) is sinds zes jaar directeur van Bureau Jeugdzorg Drenthe. Hij is ooit begonnen in het reclamevak en was actief in het so-ciaal cultureel werk in Rotterdam. Na een langere tijd te hebben rond-gereisd en gewerkt in Afrika, ging hij in 1980 aan het werk in de jeugd-hulpverlening in Drenthe.
“In het begin wilde ik wel gil-
lend weg uit het Noorden. Het
was hier zo stil, maar ik ben ge-
bleven. Ik ben begonnen in de
uitvoering. In Drenthe hadden
we veel voorzieningen, bijvoor-
beeld schoolinternaten, voor
het hele land. In die tijd werden
kinderen nog veel buiten het
gezin opgevangen. Dit waren
overigens wel de nadagen van
dit beleid. We zijn toen in Dren-
the begonnen met het ontwik-
kelen van ‘hulp aan huis’.
Jeugdzorg is altijd onderhevig
geweest aan veel en snelle
veranderingen. Het is eigenlijk
een permanente bouwput. Toch
zijn we er voortdurend in ge-
slaagd te vernieuwen. Nu staan
we voor de volgende stap: de
jeugdzorg gaat van de provin-
cie naar de gemeente. Op zich
kan dit een goede stap zijn.
De jeugdzorg is mijn inziens in
Nederland inhoudelijk op hoog
niveau, maar als je naar bijvoor-
beeld Engeland of Finland kijkt
dan zie je wel dat het stelsel hier
toch ingewikkeld is.”
Zes vragen aan...
Cees Wierda
20
Zes vragen aan Cees Wierda
Lieke Ruijgers stelde u de volgende vraag: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het beroep dat ouders en kinderen doen op Bureau Jeugdzorg afneemt? “Ik zie het als een piramide: nu
besteden we een groot deel van
het beschikbare budget aan een
klein ‘topje’ . Hierin zitten de
kinderen en gezinnen met zeer
ernstige problemen. Daaronder
zit een bredere laag met minder
problemen. Gezinnen die af en
toe hulp nodig hebben en zich
vaak wel redden. En dan heb je
natuurlijk de laag waar niets aan
de hand is.
Ik zou liever investeren in de ge-
hele piramide. We moeten veel
eerder de ouders en het onder-
wijs ondersteunen. Hier moet je
politieke lef voor hebben én een
lange adem, maar uiteindelijk
leidt het er toe dat het topje
met de ernstige probleemgeval-
len kleiner wordt. Je ziet dat er
steeds meer aandacht is voor
opvoedprogramma’s of e-coa-
ching via internet. Dat sterkt mij
in het idee dat er op alle niveaus
van de piramide behoefte is aan
informatie, aan ondersteuning.
We kunnen het advies veel dich-
terbij de ouders brengen. Want
hoe slecht het soms ook gaat, ik
geloof dat iedere ouder graag
de beste ouder wil zijn voor zijn
kinderen.”
Wat drijft u in uw loopbaan?“Kinderen hebben gewoon
recht op een veilige kansrijke
opvoeding. En daarbij is het zo
dat als je de kansen vandaag
laat liggen, je de rekening later
krijgt. Het is echt de moeite
waard om in kinderen en hun
omgeving te investeren.”
Welke ontwikkelingen in de zorg spreken u aan? “Ik vind het eerder investeren in
de ondersteuning en zorg rond
het kind positief. Het huidige
‘recht op zorg’ wordt ‘recht op
ondersteuning van de gemeen-
telijke overheid’. De eigen kracht
van mensen staat daarbij cen-
traal.
De huidige ontwikkelingen bie-
den zoals gezegd kansen, maar
versnippering dreigt nu de regie
bij verschillende gemeenten
ligt. Ik ben voorstander van
samenwerken en afstemmen
op grotere schaal. Een tweede
zorg is dat we te optimistisch
zijn en dat we op korte termijn
resultaat willen zien van de ver-
anderde werkwijze. Dergelijke
veranderingen hebben minstens
een jaar of acht nodig.”
Wat is de meerwaarde van samenwerking in de zorg? “De problematiek van kinderen
is niet op te delen. Binnen de
jeugdzorg zijn we genoodzaakt
om samen te werken. Belangrijk
is dat we tot een samenhangen-
de aanpak komen. Het is goed
om te vermijden dat kinderen
met heel veel verschillende
hulpverleners te maken krijgen.
Aan de andere kant vind ik de
uitspraak ‘één kind, één plan’
retoriek. Dat is gezien de soms
ingewikkelde problematiek ge-
woonweg onmogelijk. En in mijn
ogen is de keten van de jeugd-
zorg vaak zelf multi-problema-
tisch, niet het gezin.”
In dit magazine staat imago van zorg en welzijn centraal. Wat doet Bureau Jeugdzorg Drenthe aan imago? “Niets in de zin van glossy recla-
me, dat kan ook averechts wer-
ken! We doen gewoon ons werk
en proberen dat heel erg goed
te doen. Het werk is wel inge-
wikkeld en ligt vaak erg gevoe-
lig. Dus ja, we maken fouten. En
daarbij kijken 16 miljoen burgers
mee. Dat is niet anders.”
Wie is de volgende keer aan de beurt om de vragen te beantwoorden? Welke vraag wilt u hem stellen? John Vaneman, directeur-
bestuurder van MEE Drenthe.
Welke kansen biedt de stelsel-
wijziging voor de ondersteuning
die MEE geeft aan mensen met
een beperking?
Tekst: Meta Kampen
Fotografie Rutger van Hamersvelt
Vervolg: Zes vragen aan Cees Wierda