spaansbijmart.files.wordpress.com€¦ · web view¿qué tal? yo estoy muy bien. los otros chicos...
TRANSCRIPT
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
SpaansSemi Gevorderden
Planningwijzer Grammatica
Idioom Mi vida loca
Reader Spaans 2018-2019
Gemaakt door: Mart de Weerd
© 2016 Mart de Weerd pagina 1 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
Inhoudsopgave
I Planningwijzer
II Hst 4
III Hst 5
IV Hst 6
V Hst 7
VI Wat idioom
© 2016 Mart de Weerd pagina 2 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
I PLANNINGSWIJZER: SPAANS RONDOM DE KEUKENTAFEL DEEL 2
Cursus Spaans semiavanzadosVoor Alejandro, Alfonso, Guillermo,Periode 3 oktober t/ m 5 december 2018 10.30-12.00Wat 7 lessen voor gevorderdenMateriaal Aula Joven tekstboek deel 1
Vanaf hst 4Mi vida loca en zelfgemaakte werkopdrachten
Docent(en) Mart de Weerd [email protected] Basiskennis en luister, lees, en gespreksvaardigheden aanleren op
het gebied van Spaanse taal en cultuur. Daarnaast gaat het om het aanleren van schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden
Toetsing en Evaluatie
Kahoot en toetsje op 10 december 2018
Inhoud Hoofdstuk 4-7 Aula Joven 1
Voorlopige Planning:Nr en Datum
TheorielesNadruk op:
Bijzonderheden Mi vida Loca
Intermezzo Los deberes
1.03-10
Hoofdstuk 4Aanwijzend voornaamwoordShoppen en kleding(stukken)
16 Mart:Over Covadonga
2.10-10
Hoofdstuk 4Diftingatie (klinkerwisseling)Tellen
17 AlejandroLa cintura
17-10 HerfstvakantieGeen les
3.24-10
Hoofdstuk 5Meewerkend voorwerp
18 Mart
Revuelto Uiterlijk en karakter
9.00 60 minuten Guillermo R. p12-16Mvl18
4.31-10
Hoofdstuk 5Bezittelijk voornaamwoordfamilierelaties
120 minuten 19
5.07-11
Hoofdstuk 6TijdWederkerende werkwoord
20 Alfonso
6.14-11
Hoofdstuk 6VolgordeFrequentie / diftingatie (vervolg)
21 Alejandro Vigo
7.21-11
Hoofdstuk 7EtenPoner en traer
22 Guillermo
8.28-11
Hoofdstuk 7Vervolg Etenmen
Alfonso
9.05-12
Afmaken MartSinterklaas
10.12-12
Hst 4-7Toetsing en Evaluatie
Afronding
\Afspraken:De programmering is voorlopig. Er kan van worden afgeweken
© 2016 Mart de Weerd pagina 3 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
II Hoofdstuk 4: ¿Cuál prefieres?
Grammatica en oefeningen Hst 4
4.1 In de winkel4.2 Aanwijzend voornaamwoord4.3 Getallen (vervolg)
4.1 In de winkel: Kleuren, kleding en gebruiksvoorwerpen
Kleding Kledingwinkel La tienda de ropaBroek El pantalon, Los pantalonest-shirt La camisetaTrui El jerseyBlouse La camisaSchoenen Los zapatosbikini El biquinirok La faldajasje La chaquetajurk El vestidoSokken los calcetinesMet korte mouw(en) De manga cortaMet lange mouwen De manga largaMaat: klein-middel-groot La talla: pequeño/a-mediano/a-grandeSchoenmaat El número
Kleurenwit Blanco/azwart Negro/aGeel Amarillo/arood Rojo/ablauw Azulgroen Verdeoranje Naranjagrijs grisbruin marrónrose rosadonker Obscuro/alicht Claro/a
© 2016 Mart de Weerd pagina 4 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
Veel gebruikte werkwoorden bij het winkelenkopen meenemen moeten liever willen winkelen kostencomprar llevar tener que (ie) preferir (ie) ir de compras costar (ue)regelmatig regelmatig onregelmatig onregelmatig onregelmatig onregelmatig
Ik Compro Llevo Tengo que Prefiero Voy de c. CuestoJij Compras Llevas Tienes que Prefieres Vas de c. CuestasHij Compra Lleva Tiene que Prefiere Va de c. CuestaWij Compramos Llevamos Tenemos que Preferimos Vamos de c. CostamosJullie Compráis Lleváis Tenéis que Preferís Váis de c Costáiszij compran llevan Tienen que prefieren Van de c. cuestan
Oefeningen 4.1 In de winkel
Ejercicio 1Vertaal naar het NederlandsEl vestido rojo
Los pantalones cortos
Las faldas azules
Una camiseta negra de manga corta
El jersey amarillo
Ejercicio 2Vertaal naar het SpaansDe zwarte schoenen
De roze bloes
Witte sokken
Het groene t-shirt met lange mouwen
de blauwe t-shirts met korte mouwen
De kleine maat
© 2016 Mart de Weerd pagina 5 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
Ejercicio 3Vertaal naar het SpaansIk geef de voorkeur aan deze rok
Jij moet betalen
Zij gaan naar de winkel
Wij moeten naar huis komen
Ik heb liever een broek
Zij moeten studeren
Ik ga winkelen in de kledingwinkel
Jullie willen liever een rode rok?
Ik neem de bruine schoenen mee
De gele t-shirts kosten twintig euros
Wij willen twee broeken kopen
Willen jullie liever de rode bloes?
Ik neem de rode jurk mee
4.2 Aanwijzend voornaamwoord dit/dezeBijvoeglijk gebruik Zelfstandig gebruik
Met verwijzing Zonder verwijzingEste jersey Este
EstoBijv: Qué es esto?
Esta camiseta EstaEstos jerseys EstosEstas sandalias estas
© 2016 Mart de Weerd pagina 6 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
Oefeningen 4.2 Aanwijzend voornaamwoord
Ejercicio 1Vertaal naar het Nederlands¿Qué es esto?¿Este jersey es barato, no? Estas camisetas son más caras
No me gusta esta camiseta
Llevo estos pantalones verdes
¿Cuánto cuestan estos vestidos negros?
Ejercicio 2Vertaal naar het SpaansDeze groene schoenen
Deze witte bloes
Deze blauwe rokken
Dit is hetHoeveel kost dit witte t-shirt
Deze bruine bloes nemen we mee
© 2016 Mart de Weerd pagina 7 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
4.3 Getallen tot100 + Getallen vanaf 100 a. Telwoorden (tot 100)
Weet je het nog? 0 t/m 10 zie TB p.10; 11-15 idem; 16 -20 eerst tien en dan toevoeging aan elkaar, verbonden met ‘i’ bij voorbeeld diecinueve Tot dertig aan elkaar verbonden met ‘i’; Vanaf dertig; niet meer aan elkaar en verbinden met ‘y’; Let op sesenta, setenta en noventa.
cero treinta y uno treintauno once veintiuno treinta y dos cuarentados doce veintidos treinta y tres cincuentatres trece veintitres treinta y cuatro sesentacuatro catorce veinticuatro enz. setentacinco quince veinticinco ochentaseis dieciseis veintiseis noventasiete diecisiete veintisiete cienocho dieciocho veintiochonueve diecinueve veintinuevediez veinte treinta
b. Telwoorden vanaf 100Inleiding
‘Cien’ als er een zelfstandig naamwoord achter kom, maar als er een getal achter komt wordt het ‘ciento’;
Ciento :blijft onveranderd = Enkelvoud/ Mannelijk(dus niet: ’cienta’); Getal daarachter zetten zonder toevoeging (dus geen y erbij); Vanaf tweehonderd (doscientos) wordt het meervoud. Kan ook vrouwelijk worden
(bijv doscientas ciudades); Verder tellend is het wel logisch, maar let op bij quinientos (500), setecientos (700)
en novecientos); Pas op bij ‘mil’ (1000): blijft onveranderd; Achter mil weer gewoon doortellen zonder y; Milion (1.000.000) Meervoud wordt miliones.
100 Cien101 Ciento uno/a200 Doscientos/as300 Trescientos/as400 Cuatrocientos/as500 Quinientos/as600 Seiscientos/as700 Setecientos/as800 Ochocientos/as900 Novecientos/as1000 Mil2000 Dos mil1.000.000 Milion2.000.000 Dos miliones3.453.276 Tres miliones
© 2016 Mart de Weerd pagina 8 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
Oefeningen 4.3 TellenEjercicio 1: Schrijf voluit op in het Spaans9
14
15
21
35
49
58
87
111
178
238
555
642
890
999
1.023
2.734
15.545
34.877
765.123
3.567.398
12.978.435
56.816.312
© 2016 Mart de Weerd pagina 9 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
© 2016 Mart de Weerd pagina 10 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
Idioom Hst 4Woorden uit Aula Unidad 41) Uit H4: Werkwoorden
-ar -er -IrNemen Tomar moeten Tener que (ie) De voorkeur
geven aanPreferir (ie)
Wensen Desear verkopen Vender Openen AbrirGebruiken Usar beschermen proteger Gaan irBeginnen Empezar (ie) zetten Poner* bedekken cubrirGebeuren, doorbrengen
Pasar leren Aprender richten Dirigir
consulteren Consultar zeggen Decir (i) *Kosten Costar (ue)Dragen/bevatten Llevarlaten Dejarwegen Pesarkopen Comprar
2) Overige woorden uit U4: tekstboeknooit Nunca auto El coche gestreept De rayasaltijd Siempre waardevol Precioso/a Het model El modelobuitenland El extranjero mouw La manga maat La tallaMooi Bonito/a kort Corto/a wekker El
despertadorklein Pequeño/a Lang Largo/a paspoort El pasaportegoedkoop Barato/a iets algo oud viejojong joven duur Caro/a man El hombreDe vrouw La mujer kind Niño/a winkel La tienda
© 2016 Mart de Weerd pagina 11 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
3) Kleding en gebruiksvoorwerpen. Kledingkleding La ropat-shirt La camisetaBroek Las pantalonesschoenen Los zapatosbikini El biquinibh El sujetadorHet slipje Las bragastrui El jerseysandalen Las sandaliasrok La faldablouse La camisa, la blusajurk El vestidomuts El gorroToiletartikelenbadschuim El gel de bañoAspirine La aspirinatandenborstel El cepillo de dientestandpasta Pasta de dientesshampoo Champúhaardroger Secador de peloVakantiespullenboek El librobadhanddoek La toalla de playazonnebril Las gafas de solidentiteitskaart El carné de identidadgeld El dineroCredit card La tarjeta de créditozonnebrandolie Protector solar
4) Kleuren (el color/los colores)wit blanco/azwart negro/aGeel amarillo/arood rojo/ablauw azulgroen verdeoranje naranjagrijs grisbruin marrónrose rosadonker obscuro/alicht claro
© 2016 Mart de Weerd pagina 12 van 80
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
Extra oefeningen Hst 3 en 4
Opgave 1: Ser, estar en hay Spaans - NederlandsGeef de betekenis van de genoemde zinnen of woorden in het Spaans aan in de tweede kolom:A ¿Tenéis cuarenta y siete años?
B Aqui está la playa
C En Holanda hay muchos molinos
D ¿Cómo es el clima en Francia?
E ¿Tienes una casa grande?
Opgave 2: Werkwoorden (5 x 2p): Ser estar en hayGeef de betekenis van de genoemde zinnen of woorden in het Spaans aan in de tweede kolom:A Er zijn veel talen in Europa
B Ramon komt uit Beuningen
C Ik ben hier
D Er is veel koffie in Colombia
E Wie bent U?
Opgave 3: Vervoegen (10 x 1p)Vul de ontbrekend e cellen inInfinitief SER (1p) ESTAR HABERYo Soy Estoy
……Hay……….Tu Eres EstásEl Es EstáNosotros Somos EstamosVosotros Sois EstáisEllos son están
© 2016 Mart de Weerd pagina 13 van 80
Queridos2 abuelos:¿Qué tal estáis? Yo aquí en el campamento estoy muy bien. Hacemos excursiones y practicamos deportes. También me gusta aprender español, pero es difícil. La Coruña es una ciudad muy bonita. Aquí veis la Plaza de María Pita.Besos, Naomi
1
Querida mamá:
Te escribo esta postal desde el campamento. Los otros chicos preparan el pescado (que me gusta mucho, como sabes), pero nosotras hoy no tenemos que ayudar y estamos visitando las casas “Las Galerías” que son tan famosas porque tienen muchas ventanas .
3
Besos Rosa
Hola, chicas: ¿Qué tal? Yo estoy muy bien. Los otros chicos del campamento son muy simpáticos y nos lo pasamos muy bien, pero a veces hay un ruido tremendo y no me gusta nada porque no puedo dormir. Pero me gusta mucho en la ciudad. Hace muco calor aqui . Saludos, Ángela
2
Reader Spaans bij Mart semiavanzados : Hst 4 - 7
Opgave 4: Tres postales desde el campamento Naomi y sus amigas Ángela y Rosa están en un campamento en La Coruña, una ciudad en Galicia. Hoy escriben postales a sus familias y a sus amigos.
© 2016 Mart de Weerd pagina 14 van 80
1 la postal – de ansichtkaart2 querido/-a – beste/ lieve
15
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
1Lee las postales. ¿A qué texto corresponden las fotos? 2
Lees de ansichtkaarten. Bij welke tekst horen de foto’s ?
texto: texto:
2¿A quién(es) escriben las chicas en las frases 1–3? En 4–8 completa las frases.Bepaal bij 1–3 aan wie elk meisje haar ansichtkaart schrijft. Kies bij 4–8 steeds het juiste einde van de zin.1. Naomi escribe a (sus padres. sus amigos,.sus amigas, sus abuelos).2. Ángela escribe a (sus padres. sus amigos,.sus amigas, sus abuelos).3. Rosa escribe a (sus padres. sus amigos,.sus amigas, sus abuelos).
4. A Ángela le gusta dormir mucho. un monitor. La Coruña.
7. Ipe es un amigo de Ángela. una mascota. un monitor.
5. Naomi quiere aprender a
buscar. hacer deporte. jugar al fútbol.
8. Las Galerías son casas con muchas ventanas. las cabañas del campamento. las playas de la Coruña.
6. A Rosa no le gusta ayudar el campamento el pescado
16
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Opgave 5: Spaans - NederlandsGeef de betekenis van de genoemde zinnen of woorden in het Nederlands aan in de tweede kolom:A la playa blanca
B Zapatos verdes
C Un jersey amarillo
D Las faldas naranjas
E Dos camisetas rojas
Opgave 6: InvuloefeningVul in de tweede kolom in (in het Spaans uiteraard)A La idioma (frans)B Las coches (groen)
C La tienda (blauw)
D La camisa (rood)
E Las maletas (zwart)
Opgave 7: Vervoegen (10 x 1p)Vul de ontbrekend e cellen inInfinitief Tener que
(1p)Preferir
Yo Tengo que PrefieroTu Tienes que prefieresEl Tiene que PrefiereNosotros Tenemos que PreferimosVosotros Tenéis que PreferísEllos Tienen que prefieren
Opgave 8: Invuloefening este/esto/estos/estasVul in (este/esto/estos of estas) Zet de vertaling in het Nederlands in de tweede kolomA …esta………….maleta marron
B ¿Qué es …esto………?
C …estos………..zapatos rojos
D ……estos……..coches negros
E …este……… jersey gris
17
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Opgave 9: Getallen vanaf 100 Schrijf op in het Spaans3468941042385216.871
56.712
132.234
2. 563.566
123,456.752
18
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
III Hoofdstuk 51. Zeggen wat je leuk vindt (gustar, encantar, interesar) 2. Uiterlijk en karakter (parecer) 3. Relaties met anderen aangeven (bezittelijke voornaamwoorden )
5.1 Zeggen wat je leuk vindt (gustar, encantar, interesar)
Werkwoorden die je vaak gebruikt in de derde persoonsvorm
Bijv. gustar, parecer, encantar, interesar
Voorbeeld Het interesseert meHet bevalt hemHet verheugt onsHet lijkt me
Me interesale gustanos encantame parece
Meewerkend voorwerp Je kunt er ‘aan’ of ‘voor’ bij denken
het bevalt (aan) mij
Vervoegingen MijJouHem/ haar /uOnsJullieHen / U meervoud
MeTeLeNosOsLes
3e persoon: Enkelvoud of meervoud?
EV: het meisje bevalt meMV: de meisjes bevallen me
me gusta la chica me gustan las chicas
Benadrukken Het verheugt mij Het verheugt jou Het verheugt hem/haar/u Het verheugt onsHet verheugt jullie Het verheugt hen
A mi me encanta A ti te encantaA el/ella/usted le encanta A nosotros nos encantaA vosotros os encanta A ellos/ellas les encanta
Ontkenningen voor het werkwoord
Ik vindt het feest niet leuk (het bevalt me niet)Juan en Ramon interesseren me niet
No me gusta la fiesta
No me interesan Juan y Ramon
19
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
5.2 Uiterlijk en Karakter (+parecer)
Karaktereigenschappen en familierelatiesa. Karaktereigenschappen (KE)Karaktereigenschappen die we vervoegen M/V en EV/MV
Divertido / a (vrolijk)Guapo / a (knap)Atractivo / a Feo / a (lelijk)Aburrido / a (vervelend)Abierto / a (open)Cerrado / a (gesloten)Serio / a (serieus)Simpático / a (sympathiek)Tímido / a (verlegen)Majo / a (leuk)
Karaktereigenschappen die we alleen vervoegen EV/MV
interesante inteligentealegre (vrolijk)agradable (aangenaam)desagradable (onaangenaam)sociable (sociaal)
NB; meestal zet je deze bijvoeglijke naamwoorden achter het zelfstandig naamwoord
Bijv una persona interesante
Het gebruik van: Muy (erg / zeer) Bastante (best / behoorlijk) Un poco (een beetje / weinig )
Una chica muy guapaUna chica bastante guapa Una chica un poco guapa
Werkwoorden die je kunt gebruiken Ser = zijn Es una chica guapa ofParecer = lijkenParece una chica guapa
Gradaties aangeven Muy (erg, zeer)Es una mujer muy inteligentePoco (weinig/niet zo)Es una chica poca tímidaBastante (behoorlijk, redelijk)Es un hombre bastante cerrado
20
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
b familierelatiesDe vader El padre De ouders Los padresDe moeder La madreDe opa / oma El abuelo / la abuelaDe oom / tante El tío/ la tíaDe zoon / dochter El hijo / la hijaDe broer / zus El hermano / la hermanaDe echtgenoot / De echtgenote
El marido / el esposo/ La mujer/ la esposa
De kleinzoon / kleindochter El nieto / la nietaDe zwager / schoonzus El cuñado / la cuñadaDe neef / nicht El primo / la prima
El sobrino / la sobrina De vriend /vriendin El novio / la novia
5.3 Relaties met anderen aangeven (Bezittelijke voornaamwoorden )Bezittelijke voornaamwoordenGeeft aan wie bezitter is.Richt zich naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort Bij voorbeeld:
Mijn boekJouw huisHaar man enz
Mi libroTu casaSu marido
Vormen EnkelvoudMi TuSuNuestro/aVuestro/asu
MeervoudMisTusSusNuestros/asVuestro/assus
Uitkijken bij su / sus Kunnen verwijzen naar:ElEllaUstedustedesEllosellas
Bijv Su libro kan zijn:Haar boek,Zijn boek, hun boekuw boek
Vanwege die onduidelijkheid is het beter om de werken met de + naam
Bijv in plaats van: Su libro.
Zeg je dan: El libro de Manuel.
Je gebruikt soms (om aan te geven van wie het is) ook een aparte groep van bezittelijke voornaamwoorden
De mijne (van mij)De jouwe (van jou)De zijne / de hare (van hem/haar)De onze (van ons)Van jullieVan hun
MíoTuyo/tuyaSuyo SuyaNuestro / aVuestro / aSuyos / as
21
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Je gebruikt deze laatste vorm in drie gevallen
1. Om aan te geven/ of te vragen van wie iets is
2. In combinatie met onbepaald werkwoord
3. In combinatie met bepaald lidwoord
Bijv:Es tuyo este coche? Si, es mío (Is deze auto de jouwe? Ja, het is de mijne)
He visto a un amigo tuyo. (ik heb één van jouw vrienden gezien)
¿Esta es tu maleta? No, la mía es verde (Is deze koffer van jou? No, de mijne is groen)
22
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
IV Grammatica Unidad 6
1. Klinkerwisselingen bij werkwoordsvervoegingen (diftingatie)
2. Voorzetsels van plaats3. Wederkerende werkwoorden4. De tijd/ Volgorde5. También en tampoco
1. Klinkerwisselingen bij werkwoordsvervoegingen (diftingatie)
O - UE E - IE E _ I 1e persoon enkelvoud
poder empezar vestirse hacerIk puedo empiezo me visto hago
Jij puedes empiezas te vistes haces
Hij puede empieza se viste hace
Wij podemos empezamos nos vestimos hacemos
Jullie podéis empezáis os vestís hacéis
Zij pueden empiezan se visten hacen Andere veel voorkomende werkwoordenmet deze vervoeging
dormir preferir pedir poner – pongosoler tener servir tener – tengoacostarse querer salir – salgovolver venir venir - vengo
decir decir - digodespertarse
23
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
2. Voorzetsels van plaats
A Naar(richting , afstand)
Pas op a + el wordt al
Vamos a MadridAvila está a 55 kilómetros de aquiVamos al pueblo
en In/opLigging/vervoermiddel
Vigo está en GaliciaVamos en coche/en avion/ en autobus/ en tren/ en bici (maar: a pie = te voet)
de VanHerkomst Ook: lejos de (ver van)cerca de (dichtbij)delante de (voor)
Venimos de la universidad
Caracas está lejos de Lima
desde Vanaf/ sindsvertrekpunt
Vengo en tren desde el centro
hasta Tot(aankomstpunt()
Podemos ir en metro hasta el centro
por Door/vanwegeBeweging over of door iets
Me gusta pasear por la playa(Ik houd ervan om over/door het strand te wandelen)
El ladrón entra por la ventana(De inbreker komt binnen door het raam)
3. Wederkerende werkwoorden
LLAMARSE(yo) ik me llamo(tu) Jij te llamas(el /ella / usted) hij/zij/u se llama(nosotros / nosotras)
wij nos llamamos
(vosotros / vosotras)
jullie os llamáis
(ellos/ ellas/ ustedes)
zij/u se llaman
24
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Veel voorkomende wederkerende werkwoordenlevantarse Opstaanafeitarse Zich scherenDespertarse (ie) Wakker wordenVestirse (i) Zich aankledenducharse Zich douchenRecordarse (ue) Zich herinnerenmaquillarse Zich opmakenAcostarse (ue) Naar bed gaanPonerse worden
Voorbeelden:Ik douche me me duchoHij scheert zich se afeitaJe maakt je op te maquillasWe worden wakker nos despertamosJullie herinneren je os recordáisWe kleden ons aan nos vestimosIk ga naar bed me acuesto
4 De tijd
4.1. De tijd aangeven Vervoegen met ‘ser’ (‘es’ of ‘son’) Enkelvoud alleen gebruiken bij 1 uur (Es la una) ; daarna vanaf
2 meervoud gebruiken (Son las dos/tres/etc) Minuten na het hele uur aangeven door ‘y’ te gebruiken (t/m het
halve uur) Minuten vóór het hele uur aangeven door ‘menos’’ gebruiken Dagdeel erbij: de la mañana/de la tarde/de la noche Dagdeel los: ‘por’ gebruiken : por la mañana/ por la tarde/por la
noche In Spanje is de dag anders ingedeeld :
‘s morgens = van zonsopgang tot ongeveer 14.00‘s middags = van 14.00 tot zonsondergang‘s nachts = als het donker is (een avond bestaat dus niet in het Spaans)
Het is één uurHet is twee uur.Drie uur preciesVijf over tweeKwart over eenKwart voor drieElf uur ’s nachtsTien over half vier (3.40)
Es la unaSon las dos Las tres en puntoLas dos y cincoLa una y cuartoLas tres menos cuartoLas once de la noche Las cuatro menos veinte
Het is negen uur ’s morgens, Het is drie uur ‘s middags, Het is tien uur ‘s avonds
Son las nueve de la mañanaSon las tres de la tarde Son las diez de la noche
’s Morgens ga ik naar de universiteit Por la mañana voy a la Universidad
25
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
’s Middags werk ik in een bar’s Nachts ga ik naar mijn oudersOm twaalf uur ’s middags kom ik terug naar huis
Por la tarde trabajo en un barPor la noche voy a mis padresAl mediodia vuelvo a casa
Hoe laat komt uw chef terug? ¿A qué hora vuelve su jefe ?Hij komt om tien over half drie ’s middags terug
Vuelve a las tres menos veinte de la tarde
4.2. Volgorde aangevenEerst PrimeroVervolgens Despuésdan Luego
4.3. VerderVandaag Hoy Het uur La horaMorgen MañanaDe week La semanaDe maand El mesHet jaar El añoGisteren Ayereergisteren AnteayerVolgende week La semana siguiente/ proximaVorige week La semana pasadaTwaalf uur ‘s middags El mediodiaDagelijks diario
4.4 Dagen en maandenDagen van de Week (los dias de la semana)
Maanden (los meses del año)
Domingo EneroLunes FebreroMartes Marzo Miércoles Avril Jueves MayoViernes JunioSábado Julio
AgostoSeptiembreOctubreNoviembreDiciembre
4.5 De seizoenen: (las estaciones)El verano zomerEl otoño herfstLa primavera lenteEl invierno winter4.4 Naar tijd vragen:¿Perdon, qué hora es? Pardon, hoe laat is het?¿Cuándo llegas? Wanneer kom je aan?El viernes a la siete de la tarde Vrijdag om zeven uur ’s middagsQue haces los domingos? Wat doe je op zondagen?Normalmente me levanto tarde Normaalgesproken sta ik laat op
26
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Overige grammatica Unidad 6
También en tampoco / Volgorde / Frequentie
También - tampocoOok = tambiénOok niet = tampoco
Yo siempre me acuesta antes de las once
¿Y tú? = En jij? Yo también =ik ookYo no =ik nietYo si =ik wel
Yo nunca me levanto a las siete Yo tampoco =ik ook nietVolgorde
Eerst = PrimeroBij maaltijden gebruik je ‘de primero’ (=als voorgerecht)
Primero voy al mercadoDe primero tomo una ensalada mixta
Después = Daarna Después voy a la panaderíaLuego = Vervolgens Luego voy a cenar con mi amigo
Frequentie aangeven
Nunca NooitCasi nunca Bijna nooitA veces SomsUna vez a la semana Een keer per weekNormalmente NormaalgesprokenMuchas vecesDos veces a la semanaTres veces al mes
VaakTwee keer per weekDrie keer per maand
Todos los diasTodas las tardesTodas las semanasElke vrijdagvrijdags
Elke dagElke middagElke weekTodos los viernesLos viernes
Siempre Altijd
27
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Nog een paar belangrijke, maar lastige werkwoorden
PonerZetten / stellenPonerse = worden
HacerDoen maken
Decir (i)zeggen
Venir (ie)komen
Poder (ue)kunnen
Salirvertrekken
IrGaan
Pongo Hago Digo Vengo Puedo Salgo Voy
Pones Haces Dices Vienes Puedes Sales VasPone Hace Dice Viene Puede Sale VaPonemos Hacemos Decimos Venimos Podemos Salimos VamosPonéis Hacéis Decís Venís Podéis Salís VaísPonen Hacen Dicen Vienen Pueden Salen Van
Idioom Hst 5 en 6Woorden die je moet kennen: Unidad 5a) Uit H5: Werkwoorden
-ar -er -IrInteresar Interesseren Parece
rlijken Elegir Kiezen
Esperar Hopen Nacer Geboren worden
Influir beinvloeden
Quedarse Wachten/afspreken Abrir openenPensar (ie) DenkenJugar (ue) Speleninvitar Uitnodigen Contar (ue) con
Rekenen op
Encantar Heel leuk vindenCerrar (ie) SluitenQuedarse blijvenDestacar Opvallen / er uit stekenDespertarse (ie) Wakker wordenDurar duren
b) Overige woorden uit U5: tekstboekduidelijk Claro lelijk Feo waarheid La verdadSnel De prisa leuk Majo onplezierig desagradablegeboorte El
nacimiento‘s avonds Por la
nochelaatste último
omhelzing El abrazo Film La película aantrekkelijk atractivobericht El mensaje serieus Seriopagina La página Gezellig sociablevooral Sobre todo verlegen Tímidoaangenaam Agradable vrijdag El viernestamelijk Bastante Vrije tijd El tiempo
libre
28
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
gesloten Cerrado scholier El alumnovrolijk Alegre zakenman El hombre
de negociosgrappig Divertido De politicus El políticoknap Guapo kwaliteit La cualidad
Het optreden
La actuación
de relatie La relación
Min of meer Más o menos
beroep La ocupación
Opa/oma Abuelo/a ieder cadavrouw La mujer De afspraak La citaNeef/nicht Primo/a De wereld El mundoopen abierto Het net La redsaai aburrido zonder Sin
c) Overige woorden uit U5: werkboeklief Cariñoso rustig tranquilo De kant El ladoaardig Amable bedenken inventar verjaardag El
cumpleañoscreatief creativo Laten zien Mostrar (ue) Kerstmis La NavidadGetrouwd zijn
Estar casado
Te laat demasiado
29
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Woorden uit Aula Unidad 6a) Uit H6: Werkwoorden
-ar -er -Ircuidarse Zich verzorgen ponerse Opdoen/
opzetten enzDormir (ue)
slapen
afeitarse Zich scheren correr rennen pedir(i) Bestellen, verzoeken
maquillarse Zich opmaken Poder (ue) Kunnen, mogen
subir Naar boven gaan
necesitar Nodig hebben Depender de
Afhangen van Servir (i) bedienen
mirarse Zich bekijken Volver (ue) Teruggaan Vestirse (i) Zich aankleden
odiar Haten Hacer Doen, maken Seguir ((i) volgenlavarse Zich wassen Hacer la
camaBed opmaken
levantarse Optillen, opstaan
realizar Tot stand brengen
Acostarse (ue) Naar bed gaanDucharse Zich douchendespertarse Wakker
wordenllegar aankomenacabar stoppenbajar Naar beneden
gaandar gevendesayunar ontbijtenTerminar, ophoudenparar stoppenamar liefhebbenRecordar (ue) Zich
herinnerenentregar overhandigenborrar wissencansarse Moe worden
b) Overige woorden uit U6: tekstboekEl escaparate
Etalage La mayoría de
De meerderheid van
La hormiga De mier
El espejo Spiegel Presumido/a IJdel El peso Het gewichtMenos de Minder dan El resultado Het resultaat Propio/a EigenEl minuto De minuut La abeja De bij Rápido/a snelLa ocasión De
gelegenheidEl animal Het dier El kilo De kilo
La peliquería
Kapper La comunidad
De gemeenschap
El kilómetro De kilometer
Cada día Elke dag diferente Verschillend La tortuga De schildpad
30
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
La vez De keer fuerte Sterk La velocidad De snelheidEl volumen De omvang luego later ‘s ochtends Por la
mañanaEn general In het
algemeenEl horario de trabajo
werktijden El pintor De schilder
Por suerte gelukkig Único/a enige El baño BadkamerLa cama Het bed intelectual entellectueel Sano/a gezondasí zo La cabeza Het hoofd Dentro de (Binnen) indifícil moeilijk mientras terwijl nada nietsSolo/a alleen tanto zoveel La ventana Het raam
+ dagen van de week
c) Overige woorden uit U6: werkboekCariñoso/a Lief Creativo/a Creatief Competitivo/a Competitiefsociable sociaal tranquilo rustig optimista optimistischOrganizado/a
georganiseerd imaginar bedenken La cosa Het ding
nervioso nerveus El bocadillo broodje
d) Uit mi vida loca (episidio 13-15 )Tener hambre Honger hebben El menu del día DagmenuComer fuera Uit eten El primer plato VoorgerechtLa verdura Groente El segundo plato HoofdgerechtEl pescado Vis El postre ToetjeLa carne Vlees No queda bacalao Er is geen
kabeljauw meerUna mesa Een tafel El jamon HamVegetariano Vegetarisch La ensalada mixta Gemengde saladePedir Bestellen El carne VleesUna botella Een fles Al fondo Aan het eindLa salud Gezondheid La suerte GelukEl arroz Rijst Mala suerte OngelukEl flán pudding La tarjeta de crédito Creditkaart
31
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Extra oefeningen Hst 5 en 6
OEFENINGEN Hst 5:
5.1 Zeggen wat je leuk vindt (gustar, encantar, interesar)
Opgave 1: Spaans – Nederlands
Vertaal naar het Nederlands
Me gusta mucho el español
A el no le gusta el cine
¿Os gustan las peliculas de acción?
¿Qué tipo de música le gusta más?
Me encanta mucho hablar con tu familia
No nos interesa el jazz
¿Os interesa mucho el futból?
A ellas no les encanta bailar
Opgave 2: Nederlands - Spaans Vertaal naar het Spaans
Ik vind dansen leuk
Merche verheugt zich erop om naar de bioscoop te gaan
Ik ben niet geïnteresseerd in deze huizen
Flamenco bevalt me helemaal niet
Jullie verheugen je behoorlijk voor Spaans
Welke sport vind je het leukst?
Vind je jazz leuk?
32
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
5.3 Uiterlijk en Karakter (+ parecer)
Opgave 5.1: Spaans – Nederlands
Vertaal naar het Nederlands
Me parece una chica muy simpática
Su hermana es una persona poca inteligente
Felipe es un hombre muy sociable
¿Cómo te parece mi abuelo? ¿Es muy guapo , no?
No me gusta nada.
Opgave 5.2Vertaal naar het Spaans
Het lijkt me best een intelligent meisje
Pablo en Isabel zijn erg gesloten
Pedro lijkt me een beetje vervelend
Maar Juan is behoorlijk sociaal
Dit meisje is erg open
33
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
5.3. Karaktereigenschappen en familierelaties
Opgave 5.31. Geef het tegenovergestelde aan
Bij voorbeeld Casar del Rio es un pueblo grande. No, es pequeño.
1. Es un pueblo grande.No es un pueblo grande, es .......
2. Es un pueblo feo.
No es feo , es ..................................
3. Las casas son blancas.
No son blancas , son ..................................
4. Marisa trabaja poco...............................................................................
5. El autobus está vacio...............................................................................
6. El asiento está ocupado...............................................................................
7. Hay muchos jóvenes en el pueblo
..............................................................................
34
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Opgave 5.4: Bezittelijke voornaamwoordenVertaal naar het Spaans
Mijn broers
Jouw moeder
Zijn vader
Hun moeder
Jouw ouders
Opgave 5.5
FamilierelatiesAna en Maria zijn zussen. Hun moeder is Carmen. Zij is getrouwd met Oscar. Oscar heeft een broer, die Ruben heet. De vader van Ruben is Pablo, die getrouwd is met Maria. Ruben heeft twee kinderen Oliva en Esther
a. Ana es la …………........ de Mariab. La …………. .......de Ana y Maria es Carmenc. El ……………........ de Oscar es Rubend. La ………………........ de Oscar es Carmene. Carmen y Oscar tienen dos ……………….......f. El …………….. .........de Ana y Maria es Ruben
Opgave 5.6De zus van Enrique is Ana
Murcia is de oma van Carlos
Gracia is de tante van Juan
De ouders van Ruben zijn niet thuis
De grootouders van Isidro wonen in ValladolidPaco en Lucia zijn de kinderen van ImeldaDe ex-vrouw van Isabel heet Alberto
De vriendin van Javier is nu in Spanje
35
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
IV UNIDAD 6Grammatica Unidad 61. Klinkerwisselingen bij werkwoordsvervoegingen
(diftingatie)2. Voorzetsels van plaats3. Wederkerende werkwoorden4. De tijd/ Volgorde5. También en tampoco / zeggen hoe vaak je iets doet
1. Klinkerwisselingen bij werkwoordsvervoegingen (diftingatie)
Opgave 6.1Oefeningen regelmatige werkwoordenIk werk hier
Jij verdient veel
Zij wint nooit
¿U dineert vaak in een restaurant?
Wij vertrekken morgen naar Sevilla
Jullie zingen heel mooi
Zij zoeken een hotel in Granada
Wij nemen de trein naar Salamanca
Ramon reist soms naar Valladolid
Pedro en Ramon komen binnen
Jij ruilt geld in Frankrijk
Wij wonen in een huis vlakbij het centrum
36
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Opgave 6.2Vertaal naar het NederlandsEmpiezo a las tres
Digo que es verdad
¿Puedes tomar el cafe?
¿Qué dices?
Hago mesas
¿Cuándo vienes?
Vengo a las ocho
Tengo que salir
¿Tiene la cuenta?
Pienso que voy a España
En el fin de semana duermo a las nueve de la mañana
¿Prefieres la camiseta azul?
Opgave 6.3Oefeningen diftingerende werkwoordenjij moetJij wiltZij kanU hebtWij bedienenJullie mogenZij keren terugWij beginnenRamon moetIk doeJij komtIk zeg
37
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
2. Voorzetsels van plaatsOpgave 6.4Vertaal naar het NederlandsEsta tarde voy a Amsterdam
Wijchen está a 10 kilómetros de aquí
Vamos al mercadoGent está en Belgica
¿Váis en avion?
No, vamos en trenVengo de la universidad
Nimega no está lejos de Arnhem
Desde la estación de autobuses voy a pié Puedo ir en bici hasta el centroMe gusta pasear por la playa
Entra por la puerta
Opgave 6.5Vertaal naar het SpaansIk kom deze nachtVanaf het plein is het dichtbij de kerk
Ik ga met het vliegtuigWijchen ligt in NederlandIk kan met de bus komenIk vind het leuk door de markt te wandelenHet is dichtbij mijn huis. Ik ga met de fietsKunnen we met de auto komen tot het centrum?Ik kijk niet door het raam Arnhem ligt op 20 kilometer van Nijmegen
38
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
3. Wederkerende werkwoordenOpgave 6.6Oefeningen wederkerende werkwoordenWij worden wakkerHilde maakt zich opRené scheert zichWij staan opIk poets mijn tandenRamon doucht zichJullie kleden je aanStephany wordt verlegen (ponerse)
Oefeningen met diftingatie (klinkerwisselingenIk word wakker (despertarse (ie)Hij moet naar huis gaan (tener que) (ie)Jij bestelt een biertje (pedir) (i)Ramon heeft een huisJulia denkt aan haar vriend (pensar a) (ie)Tinus vindt een vriendin (encontrar) (ue)
Jullie willen een huis? (querer) (ie)Ik begin (empezar (ie)Jij vertelt me (contar (ue)Ik geef de voorkeur aan (preferir) (ie)
4. De tijd/ VolgordeOpgave 6.7 Vertaal naar het SpaansMorgen kom ik Mañana vengo Vandaag ben ik hier Hoy estoy aquíDinsdag ga ik El martes voyDonderdag kom ik terug El jueves vuelvoIn januari begint het En enero empieza’s morgens sta ik op Por la mañana me levanto’s avonds ga ik naar bed Por la noche me acuestoIn september komen we aan En septiembre llegamosIn november gaan we terug En noviembre volvemosIn maart is het koud En marzo hace frio
39
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Opgave 6.8 Welke tijd is dit (en español)?
Opgave 6.10Vertaal naar het SpaansHet is 8 uur ’s morgens
Het is 5 uur ’s middags
Het is 16.30
Het is 7 uur precies
Het is 9.15
Het is 12.45
Het is 9.25
Het is 11.50 ’s avonds
Het is 6.38
Het is 9.35 ’s morgens
40
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
5. También en tampoco Opgave 6.12Vertaal naar het NederlandsNunca voy a los viernes
A veces voy a Nimega por las tardes
Muchas veces vengo en Wijchen
Una vez al año pide un vino blanco
Puedo venir todas las semanas
Opgave 6.13Vertaal naar het Spaans
Wij worden wakker
Hilde maakt zich op
René scheert zich
Wij staan op
Ik poets mijn tanden
41
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Opgave 6.14Vertaal in Goed Spaans
Soms doe ik vreemde dingen (cosas raras)Elke middag komt mijn zus
Eerst sta ik op, dan poets ik mijn tanden en daarna ga ik naar school (el colegio)
Ik kan niet komen. Jij ook niet?
Vier keer per jaar ga ik naar mijn ouders Ik kom. Jij ook?
Bijna nooit ga ik om half twaalf ’s avonds naar bed
Ik zeg vaak dat ik me aankleed
Begin jij ‘s morgen met je werk?
42
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Extra opdrachten Opgave 1Bekijk de foto’s en bekijk de bijbehorende teksten bij het tekstboek p70-71. Geef aan of de stellingen waar of niet waar zijn
Waar(verdad)
Niet waar(falso)
1 A Sergio le gusta mucho los viernes porque puede salir con sus amigos
2 Por la tarde Elena siempre va a pasear con su gato3 Blanca juega al fútbol con sus amigas los domingos por
la tarde4 El jueves por la noche Lidia toca la guitarra sola5 Manu está en su barco en el fin de semana
Opgave 2Maak nu de opgave uit het werkboek p52 nr 1 en 2
Opgave 3 MafildaBekijk de foto’s en bekijk de bijbehorende teksten bij het tekstboek p70-71. Geef aan of de stellingen waar of niet waar zijn
Wie1 Hij of zij is nogal lomp2 Hij of zij is intelligent en erg nieuwsgierig3 Hij of zij is nogal verlegen4 Hij of zij maakt nooit zijn/haar huiswerk5 Hij of zij wil later trouwen met een rijk persoon
43
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
V Grammatica Unidad 7; ¡A Comer!
7.1 Informatie over eten (soorten voedsel, bereidingswijze, werkwoorden e.d.)
7.2 Restaurants en cafés7.3 Men
7.1 Informatie over eten (soorten voedsel, bereidingswijzen e.d.)
7.1.1 Soorten voedselGroente La verdura tomates, cebollas etcVleeswaren La carne chorizo, pollo etcVis- en zeegerechten El pescado y los
mariscosatun, merluza anchoa etc
Fruit Las frutas manzana, naranja melon, etc
Drank Las bebidas agua, zumos, vino cerveza enz
44
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7.1.2 Bereidingswijzen en indeling gerechtengefrituurd Frito/a/os/as Fritargestoofd Guisado/a/os/as Guisargekookt Cocido/a/os/as Cocinargebakken Asado/a/os/as Asarrauw Crudo/a/os/asuit de oven Al hornogestoomd Al vaporgegrild A la plancha7.1.2 Indeling gerechten – dagmenu (menu del día)voorgerecht El primer plato De primero (= als
voorgerecht..)hoofdgerecht El segundo plato De segundo (= als
hoofdgerecht.. )toetje El postre De postre (= als
toetje.. )
7.1.3 Werkwoorden die met eten te maken hebben Ponerneerzetten neerleggenbrengen
TraerBrengenMeenemen
LlevarDragenBevatten/inhouden
Desearwensen
Costar (ue)Kosten
Ik pongo traigo llevo deseo cuesto
jij pones traes llevas deseas cuestas
hij pone trae lleva desea cuesta
Wij ponemos traemos llevamos deseamos costamos
Jullie ponéis traéis lleváis deseáis costáis
zij ponen traen llevan desean cuestan
Verder :Comer (eten), cenar (dineren), desayunar (ontbijten), almorzar (ue) (lunchen), beber (drinken), pedir (i) (bestellen, verzoeken)
45
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7.1 Opgaven Informatie over eten (soorten voedsel, bereidingswijzen e.d.)
Opgave 1Vul de ontbrekende hokjes in
Ponerneerzetten neerleggenbrengen
TraerBrengenMeenemen
Llevar…………….…………….
Pedir (i)…………….…………….
Costar (ue)Kosten
Ik traigo llevo pido Cuesto
jij Pones pides
hij Pide
Wij Pedimos
Jullie pedís
zij piden
Opgave 2Vertaal naar het Nederlands¿La cebolla es carne, verdura o pescado?
No me gusta mucho mi ensalada mixta
¿Qué lleva la sopa?
La sopa lleva cebolla, tomates y carne
No tenemos patatas fritas
Pero tenemos pollo al horno
Deseo un bocadillo de jamón por favor¿Y para beber?
46
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Opgave 3Vertaal naar het Spaans
Hallo, wat wenst u?
Een broodje kaas a.u.b.
Wat wilt u drinken?
Voor mij een biertjeWat is er als toetje?
We hebben ijs en yoghurt
Ik geef de voorkeur aan ijs
Ik breng het meteen, meneer
47
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7.2 Restaurants en cafés Maaltijden van de dagOntbijt El desayuno desayunarLunch El almuerzo almorzarTussendoortje La merienda merendarDiner La cena cenarVragen wat de klant wilWat wilt u? ¿Qué desea(n)? Of: qué quiere(n)Wat breng ik u? ¿Qué le/les pongo? Of gebruik traerIets om te drinken? ¿Algo para beber? Of: te eten = para comerEen toetje? (¿Alguna cosa) de
postre?Klant roept, vraagt, bestelt, betaaltHallo, ober! Oiga, camarero por favor Oye (informeel)Als voorgerecht willen we soep
De primero queremos sopa
Om te drinken een rode wijn
Para beber un vino tinto
Wat staat er op het menu ¿Qué hay en el menú? Of: Tiene(n) Pardon, brengt u mij nog wat water?
Perdone, ¿me pone otro agua?
Of: me trae
Nog wat brood, graag! Otro pan por favor
48
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Opgaven 7.2 Restaurants en cafés
Opgave 1Vertaal naar het Nederlands
Siempre desayunamos en casa
Almuerzo a las dos de la tarde
¿Qué les pongo de cena?
Quiero sopa de cebolla por favor
¿(Alguna cosa) de postre?
De segundo quiero una ensalada mixta
¿Qué hay en el menú?
¿Perdone, me pone otro vino tinto por favor?
Opgave 2Vertaal naar het Nederlands
Wat wenst u te drinken mevrouw?
Brengt u mij een glas bier?
Wilt u de kip van de gril?
Wat kost een fles rode wijn?
Hebt u een toetje?
Ik wil de rekening a.u.b.
Het kost €45
49
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7.3 Men Je vervoegt het met het woord ‘se’ En gebruikt daarbij de 3e persoon enkelvoud
VoorbeeldenEn mi casa se cena a las nueve
In mijn huis dineert men om negen uur
En España se come mucho carne
In Spanje eet men veel vlees
7.3 MenOpgave 1Vertaal naar het Nederlands
En Holanda se cena a las seis de la tardeEn España se come mucho pescadoSe dice que es muy caro en este restaurante No se puede decir
En Argentina se come mucha carneSe bebe mucho café en Holanda
50
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Opgave 2 Vertaal naar het Spaans
Men verkoopt huizen
Hier werkt men tot 8 uur
Men spreekt hier Nederlands
Vandaag vertrekt men naar BarcelonaMen koopt veel auto’s in 2018Men stuurt een brief
Opgave 3Vertaal naar het Spaans
Men wil verkopen
Men zegt dat het waar is
Men drinkt hier veel bier
Men vertrekt om negen uur
Men verkoopt hier veel schoenenMen koopt niet veel
Men bezoekt musea
Men reist veel in Duitsland
51
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Groeidocument Idioom Klas 1 Periode 1 Unidad 1-4
Bij een taal leren hoort ook woordjes leren. Zorg dat je per week in ieder geval onderstaande woordjes kent. Per week komt er weer een lijstje bij, zodat je je uiteindelijk prima kunt uitdrukken We beginnen met herhaling van de woordjes uit Hst 1-2. Daarna volgen de woordjes uit hst 3-4
Week 1, Unidad 1WO 1 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP1WO1 Ser / Tener1
(zijn) (hebben)Poder kunnenEscribir schrijvenHacer doen/makenDecir zeggen
Hola, por favorhallo, aubSi, noJa, neeGraciasbedanktBienvenidowelkomMe llamo, Mi nombre esIk heet, mijn naam isholandes(a)Nederlander/ Nederlands(e)español(a)Spanjaard / Spaans(e)la callede straatla palabrahet woordentrakom binnen
Persoonlijke voornaamwoorden:Yo ikTújijEl / ella/ ustedHij / zij / UNosotros / nosotraswijVosotros/ vosotrasjullieEllos / ellas / Ustedes zij
1 Tener que = moeten bijv tengo que trabajar betekent: ik moet werken
52
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 2, Unidad 1
WO 2 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP1WO2 Hablar
pratenEmpezar beginnenMirar , VerKijken, zienLlamar (noemen/ bellen)2
Trabajarwerken
La nacionalidadDe nationaliteitEl profesorDe leraarLa enfermeraDe verpleegsterEl paísHet landLa edadDe leeftijdLa ciudadDe stadLa cosaHet dingEncantado/ aaangenaam¿Qué tal?Hoe gaat het?Hasta luegoTot straks
Tot 10 tellenCeroUnoDos TresCuatroCincoSeisSieteOchonuevediez
2 Llamarse = heten
53
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 3, Unidad 1WO 3 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP1WO3 Escuchar
luisterenLeerlezenTenerhebbenCantarzingenJugar (ue)spelen
El nombre, el apellidoDe voornaam, achternaamLa escuela (of el colegio)De schoolEl correo electrónicoDe e-mailEl número de teléfonoHet telefoonnummerEl periodistaDe journalistEl deportistaDe sporteraleman(a)Duitser, Duits(e)frances(a)Fransman, Francaise, Frans
Spellen letters (deletrear)Zie tekstboek P. 17
54
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 4, Unidad 1
WO4 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP1WO4 Cocinar
kokenVerzienBailardansenViajarreizenGustarbevallen
La tardeDe middagEl cocheDe autoLa cervezaHet bierMucho/aveelMuy bienErg goedPeromaarel solde zonbelgaBelg, Belgische, BelgischestadounidenseUit Verenigde StatenEl taxistaDe taxichauffeur
Vervoegingen ser en tenerSER TENERSoy Tengo
Eres Tienes
Es Tiene
Somos Tenemos
Sois Tenéis
son tienen
55
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 5, Unidad 2
WO5 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP1WO5 Tomar
nemenTrabajarwerkenPensardenkenQuererwillenAprenderleren
El deporteDe sportEl arteDe kunstLa músicaDe muziekLa vidaHet levenEl cineDe bioscoopLa comidaHet etenEl puebloHet dorp, het volkLa nocheDe nachtLa biciDe fiets
Van 11 tot 20 tellenOnceDoceTreceCatorceQuinceDieciseisDiecisieteDieciochoDiecinueveVeinte
56
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 6, Unidad 2
WO6 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP1WO6 Ir
gaanSalirVertrekken, uitgaanDormirslapenChatear, charlarChatten/ kletsenVivirWonen, leven
El novio (la novia)Verloofde, vriendje/vrindinnetjeLa idioma (la lengua)De taalLa películaDe filmLa cocinaDe keukenLa montañaDe bergLa historiaHet verhaal, de geschiedenisEl vinoDe wijnEl platoHet gerechtEl museoHet museumLa guitarraDe gitaar
Vervoegingen regelmatige werkwoorden: Stam +O O O
As Es Es
A E E
Amos Emos Imos
Ais Éis Ís
an en en
57
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 7, Unidad 2
WO7 5 Werkwoorden 10 andere woorden
Overige
P1WO7 BuscarzoekenComprender (entender)Begrijpen, verstaanEstudiarstuderenPasarPasseren, gebeuren, voorbij gaanConocer(leren) kennen
Por quéwaaromPorqueomdatParaOm, voorPorVanwege, doorUn pocoEen beetjeBastanteVoldoende best, voldoendeMalslechtRegularmatigValeokéA, enNaar, in/op
Vervoegingen 3 onregelmatige werkwoordenquerer poder ir
Quiero Puedo Voy
Quieres Puedes Vas
Quiere Puede Va
Queremos Podemos Vamos
Queréis Podéis Váis
quieren pueden Van
58
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 8, Unidad 2
WO8 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP1WO8 Visitar
bezoekenDescubrirontdekkenPracticarIn praktijk brengenSignificarbetekenenUsar (utilizar)gebruiken
El amigoDe vriendLa fiestaHet feestUna sopaDe soepLa genteDe mensenPor ejemploBij voorbeeldCómohoeLa unidadDe eenheid, het hoofdstukImportantebelangrijkla direcciónhet adresLa aficiónDe hobby
Meewerkend voorwerpBijv me gusta leerMeTeLeNosOsles
Einde idioom periode 1
59
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Periode 2 Vervolg Groeidocument Week 1, Unidad 3 TB P33-37 +WB P24-25WO 2.1 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP2WO1 Zijn / Hay
(zijn) (er is/ zijn)Creer Geloven, denkenPasear wandelencontar (ue)vertellenganarwinnen, verdienen
La ciudadDe stadImportanteBelangrijkTípico/atypischLa capitalHoofdstadEl productoHet productLa poblaciónDe bevolkingEl platoHet gerechtEl lugarDe plaats, plekLa bebidaDe drankCadaIeder(e), elk(e)
Vragende voornaamwoorden:quéwatcuál (es)welke, watcómohoecuánto/a/os/ashoeveelcuándowanneerdónde waarporquéwaaromquien(es)wie
60
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Periode 2 Week 2, Unidad 3 P38-39: WB p26-27: Het weerWO 2.2 5 Werkwoorden 10 andere
woordenOverige
P2WO2 Hace calor/fríoHet is warm.koudHace viento/ solHet waait, het is zonnigEstá nubladoHet is bewolktNevar (ie)sneeuwenlloverregenen
FríoKoudTemplado GematigdCalientewarmteSeco/aDroogHúmedoVochtig, natEl nubeDe wolkBonitoMooiEl tiempoHet weer; de tijdEl climaHet klimaatLa temperaturaDe temperatuur
Gesprekje voeren over het weer
61
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 3, Unidad 3 TB p40-41: GeografieWO 2.3 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP2WO3 Nacer
Geboren wordenPensar (ie)DenkenBeberdrinkenescucharluisterencambiarruilen, veranderen
La capitalHoofdstadLa poblaciónDe bevolkingEl paísHet landLa montañaDe bergLa selvaHet oerwoudEl desiertoDe woestijnEl lugarDe plaats, plekConocido/aBekendEl lagoHet meer
Aardrijkskundige begrippen
62
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 4, Unidad 3 P42-45WO 2.4 5 Werkwoorden 10 andere woorden OverigeP2WO4 Saber
WetenComerEtenInteresarinteresserenPresentarseZich presenterenMostrar (ue)Laten zien, tonen
El osoDe beerLa verdadDe waarheidVerdaderoWaarFalsofoutEl petroleoDe aardolieFamoso/aBeroemdAhoranu
CongruentieBij voorbeeld
El país turistico Una playa bonita Los paises bajos La selva típica
63
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Periode 2 Week 5, Unidad 4 TB P46-48 WB P32-33WO 2.5 5 Werkwoorden 10 andere
woordenOverige
P2WO5 Preferir (ie)De voorkeur geven aan, liever willenComprarKopenLlevarMeenemen, dragenTener (ie) que , deberMoetenCostar (ue)kosten
La tiendaDe winkel, de tentLa ropaDe kledingEl libroHet boekEl cocheDe autoLos zapatosDe schoenenNuncaNooitLa tallaDe maatDe manga corta/ largaMet korte / lange mouwenEl regaloHet geschenkLa lecheDe melk
Kleuren en kledingstukken(zie reader)
64
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 6, Unidad 4 P49-51WO 2.6 5 Werkwoorden 10 andere
woordenOverige
P2WO6 ElegirKiezenVenderVerkopenPagarBetalenSalir*VertrekkenCenardineren
La toallaDe handdoekLas gafasDe brilUn cepilloBorstelLa pasta de dientesDe tandpastaLa gel de bañoBadgelEl carné de identidadID-kaartEl dineroHet geldLa semanaDe weekGrandegrootPequeño/aklein
Aanwijzend voornaamwoordEstoEsteEstaEstosEstas
65
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 7, Unidad 4 TB P52-53 WB P36-37WO 2.7 5 Werkwoorden 10 andere
woordenOverige
P2WO7 DesearWensenDecir (i)ZeggenUsarGebruikenLlegarAankomen
El hombreDe manLa mujerDe vrouwEl empleadoDe werknemerEl autobúsDe busEl bolígrafoDe penEl colórDe kleurEl gatoDe katCaro/aduurBarato/aGoedkoopLa maletaDe koffer
Telwoorden
66
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Week 8, Unidad 6 TB P54-57 WB38-41WO 2.8 5 Werkwoorden 10 andere
woordenOverige
P2WO8 TomarnemenPesarwegenDejarlatenPonerNeerzetten, neerleggenIr de comprasBoodschappen doen
El compañro de claseDe klasgenootLa prenda de ropaHet kledingstukEl vendedorDe verkoperCadaElk, iederLa modaDe modeEl éxitoHet succesEl secretoHet geheimEl precioDe prijsEl viajeDe reisLa bolsa, el bolsoDe tas
Diftingatie E wordt IE O (of U) wordt
UE E wordt I
67
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Weekopdrachten mi vida loca episodio dieciseis: La habitación
Deel 1 IdiomaVertaal in goed Nederlands
La habitación subiendoLa planta baja El tallerEl ascensor El cementoUna reserva El barrioTercera planta El caballoCierre la puerta El burro
Deel 2: Preguntas: Kruis het goede antwoord aan
1. Je komt aan opa. Mallorcab. la palmac. Gran canariad. Tenereife
2 Je bent op weg naar de hoofdstad a. Gran Canaria ciudadb. Badajozc. Campo de riosecod. Las Palmas
3. Wie pikt je op bij je hotel?a. Raulb. Jorgec. Estherd. Pablo
4 Je reserveert in het hotel voor hoeveel nachten?:a. 4b. 3c. 1d. 2
5 Wat is je kamernummer?a. 356b. 320c. 322d. 228
6 Het gaat om een verblijf:a. zonder ontbijtb. met ontbijtc. halfpensiond. all inclusive
68
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7 Je kamer heeft:a. uitzicht op de zeeb. een gedeeld toiletc. een videorecorderd. een vaatwasser
8 Met Raul ga je naar :a. la playa de Canterab. la plaza realc. la avenida centrald. la calle mayor
9. Raul heeft een :a. rode pet opb. gele kanariec. groene autod. blauwe fiets
10. Merche verheugt zich op:a. de paardenrennenb. een bezoek aan het Miró-museumc. een autorit door Gran Canariad. een reis op een ezel
11. Wat is je kamernummer?a. 356b. 320c. 322d. 209
12 De vrienden van Merche die je dan ontmoet hetena. Ane en Ciliab. Marcos en Minervac. Maria en Josed. Jorge en Pilar
Deel 3: Gramatica: vragende voornaamwoordenVertaal naar het Spaans
Mijn autoJouw achternaamUw paardOns pleinJullie wijk
69
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Weekopdrachten mi vida loca episodio diecisiete: La ropa
Deel 1 IdiomaVertaal in goed Nederlands
El desayuno Los zapatosLa lavandería Estoy mirandoLa cuenta El probadorPantalones cortos naranjaUn bañador La tallaUna toalla de playa La guagua
Deel 2: Preguntas: Kruis het goede antwoord aan
1. Tijdens het ontbijt met Merchea. spreekt Merche met je over Raulb. drink je melk en theec. Knoeit Merche koffie over je broekd. geeft ze aan dat ze slecht heeft geslapen
2 Merche geeft aan dat a. ze vandaag naar de hoofdstad gaatb. ze erg moe is c. ze blij is dat het zo’n mooi weer isd. ze de kosten van de wasserij voor haar rekening zal nemen
3. Merche heeft?a. Een belangrijke afspraak in het zuiden van het eilandb. geen zin om de bus te nemenc. de mogelijkheid om een auto te hurend. kans om de loterij te winnen
4 Wat stelt Merche voor dat je gaat doen deze dag?a. Een dagje shoppen in de hoofdstad en dan later met Raul naar het zuidenb. Een dagje shoppen in de hoofdstad en dan later met Jorge naar het noorden c. zonnebaden in Maspalomasd. Met de fiets het eiland verkennen
5 In de kledingwinkel aangekomen krijg je de keuze tussen drie soorten t-shirts in de kleuren?a. groen, zwart en roseb. blauw, geel en roodc. blauw, groen en roodd. rood, groen en oranje
6 Het T-shirt kost:a. €10b. €15c. €20d. €25
70
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7 Je ontmoet Raul:a. op een plein in de hoofdstadb. op de strandboulevardc. in het winkelcentrumd. bij het busstation
8 Met Raul ga je naar je bestemming per bus omdat :a. de auto bij de garage isb. dit het goedkoopte vervoermiddel isc. de bushalte niet ver weg isd. je maar één keer hoeft over te stappen
9. De busreis gaat naar :a. Las Palmasb. Gyonc. Maspalomasd. Mogan
10. De te overbruggen afstand bedraagt ongeveer:a. 60 kilometerb. 70 kilometerc. 80 kilometerd. 100 kilometer
11. Merche is op je eindbestemming omdat?a. ze houdt van zonnebadenb. ze er een huis wil kopenc. haar moeder wil verhuizen naar Gran Canariad. dit een interessante plek is in verband met haar onderzoek
Deel 3: Gramática: vragende voornaamwoordenVertaal naar het Spaans (poder)
Kun je helpenIk kan nietKunt u hier tekenen?We kunnen naar het Zuiden gaanJullie kunnen de lift nemen
71
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Weekopdrachten mi vida loca episodio dieciocho: ¿Quien conduce?
Deel 1 IdiomaVertaal in goed Nederlands
El faro
Deel 2: Preguntas: Kruis het goede antwoord aan
1. Merche zou op jullie wachten a. op de strandboulevardb. in een caféc. Bij de vuurtorend. bij het Plaza mayor
2 Raul belt haar op, en ze vraagt je te gaan naar:a. het busstationb. het Plaza mayorc. het strandd. het golfterrein
3. Bovendien vraagt Merche aan Raul om:a. Een auto te hurenb. om de bus te nemen naar Playa del Inglesc. een fiets te hurend. te wandelen naar het strand
4 Onderweg naar je bestemming ?a. Ziet Raul de achtervolger van Mercheb. eten jullie een ijsje c. lunch je in een restaurantd. koop je een krant
5 Je huurt een auto voor?a. 4 dagenb. 3 dagenc. 2 dagen d. 1 dag
6 Volgens Raul hoeven we ons niet druk te maken want de achtervolger van Merche bevindt zich :
a. een restaurantb. in een supermarktc. in een kledingwinkeld. in het benzinestation
72
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7 Jij rijdt. Bij de eerste rotonde:a. draai je terugb. ga je naar linksc. ga je rechtdoord. ga je naar rechts
8 Jullie vinden Merche terug. Ze :a. is aan het bellenb. drinkt een kopje koffie in een caféc. is in de supermarktd. leest een krant
9. Plotseling :a. valt Merche op de grondb. Stopt er een busc. Stopt een auto en Merche wordt ontvoerdd. spreekt een taxichauffeur je aan
Deel 3: Gramática: vragende voornaamwoordenVertaal naar het Spaans (poder)
Sla af naar linksSla af naar rechtGa rechtdoor?Keer om
73
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Weekopdrachten mi vida loca episodio diecinueve: la inmobilaria
Deel 1 IdiomaVertaal in goed Nederlands
El piso El aire acondicionadoLa nevera La piscinaEl horno El mandoLa lavavajillas La terrazaEl salon El jardínEl aseo El dormitorio
Deel 2: Preguntas: Kruis het goede antwoord aan
1. Je gaat naar de makelaar oma. naar meerdere huizen te kijkenb. naar de prijs te vragen van het appartementc. het huis te bezichtigend. te vragen om een taxatie
2 Op hoeveel afstand bevindt zich het appartement van het makelaarskantoor?a. twee kilometerb. een kilometerc. 200 meterd. 50 meter
3. Terwijl jij met de makelaar het huis aan het bekijken benta. Breekt Raul in bij de burenb. is Merche op weg naar de supermarkt c. huurt Raul een autod. komt Jorge naar het eiland
4 Hoeveel kost het appartement ?a. € 396b. € 296 c. €312d. €366
5 De prijs is inclusief?a. exclusief belasting en servicekostenb. exclusief belasting maar inclusief servicekosten 3 c. inclusiefbelasting maar exclusief servicekosten d. inclusief belasting en servicekosten
6 De makelaar vraagt daarna :a. of je de prijs redelijk vindtb. of het appartement je bevaltc. of je nog meer appartementen wil bekijkend. of je nog bedenktijd nodig hebt
74
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7 Vervolgens geeft ze je :a. een kaartje met de adresgegevens e.d. van het makelaarskantoorb. een overzicht van alle appartementen op Gran Canariac. het makelaarsrapportd. een financieel overzicht met alle kosten betreffende het appartement
8 Ondertussen zoekt Raul naar:a. Mercheb. Jorgec. de makelaard. Victor
9. Raul draagt :a. sandalen en een rode truib. een gestreept overhemd met lange mouwenc. Een spijkerbroek en een zwart t-shirtd. een blauw jasje
Deel 3: Gramática: vragende voornaamwoordenVertaal naar het Spaans (poder)
Ik wil deze flat zienDit is het huisIs er een zwembad?Wat denk je van het appartement?Hoeveel kost het?
75
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Weekopdrachten mi vida loca episodio veinte: me siento mal
Deel 1 IdiomaVertaal in goed Nederlands
Me siento mal El hospitalEl médico El dolorEl estómago La tosLa farmacia Un adultoEl vómito Un niñoLas tiritas
Deel 2: Preguntas: Kruis het goede antwoord aan
1. Raul vindt in het appartement een a. fototoestelb. mobiele telefoonc. kaart van Gran Canariad. autosleutel
2 Hij weet dat hij moet gaan zoeken ?a. bij het golfterreinb. in Playa Inglésc. bij het Plaza Mayord. in de Barranco Tirajana
3. Raul parkeert de autoa. naast een andere zwarte autob. langs het kanaal c. tegenover het postkantoord. op een betaald parkeerterrein
4 Je hoort de ontvoerder van Merche zeggen?a. of ze een biertje wilb. of ze verkouden isc. dat ze het niet moet wagen om te ontsnappend. dat ze haar gaan vermoorden
5 Dan komt Raul in actie. Hija. slaat de ontvoerder knock outb. bedreigt de ontvoerder met een pistool c. fotografeert de ontvoerder en chanteert hem daarmee d. bevrijdt Merche
6 Merche:a. loopt te ijsberen in haar celb. zit vastgebonden op een stoelc. slaat haar ontvoerderd. zoekt haar mobiel
76
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7 Op de terugweg naar het hotel :a. krijgt Merche last van haar maag b. botsen ze tegen een lantaarnpaalc. gaan ze langs een supermarktd. kopen ze een nieuwe mobiele telefoon
8 Raul stopt de auto en Merche:a. moet overgevenb. stapt uitc. rent naar een kruidenierswinkeld. checkt haar mail
9. Wat haal jee bij de apotheek?:a. paracetamol b. paracetamol en pleistersc. iets tegen het overgeven en pleistersd. pleisters en een hoestdrank
10. De hoestdrank die Merche moet innemen moet ze nemen:a. elk uurb. om de acht urenc. eenmaal in de vier uurd. een keer per dag
De medicijnen kosten bij elkaara. € 2,15b. nietsc. € 9,45d. € 4,30
Deel 3: Gramática: vragende voornaamwoordenVertaal naar het Spaans (poder)
Ik voel me erg slechtMijn maag doet pijnHebt u iets voor de maagpijn?Elke vier urenBevalt u het huis
77
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Weekopdrachten mi vida loca episodio veintiuno: en la costa
Deel 1 IdiomaVertaal in goed Nederlands
El tiempo Un arco irisHace viento La reserva naturalHace calor Un aveEstá nublado Un patoEstá lloviendo El lagarto¿Qué opinas? El desarrollo
Deel 2: Preguntas: Kruis het goede antwoord aan
1. Raul en Merche gaan per auto op reis naar a. Moganb. Las Palmasc. Maspalomasd. Iguain
2 Onderweg zien ze een a. golfterreinb. groot vrachtschip in de vertec. watervald. regenboog
3. Hoe zijn de weersvoorspellingen voor deze daga. in het noorden is het bewolkt maar in het zuiden is het zonnigb. op het hele eiland is het zonnigc. op het hele eiland is het regenachtigd. harde wind en behoorlijk koud
4 Ze ontmoeten Miguel Angel . Hij is:a. directeur van een natuurreservaat bij Maspalomasb. directeur van een natuurreservaat in Cuencac. vertegenwoordiger van een persagentschapd. medewerker van een regionale krant
5 Op een gegeven moment zien zea. een haasb. een vos c. een Canarische kikkerd. een bijzondere hagedis
6 Hoeveel bezoekers komen er per dag gemiddeld naar het reservaat? a. 10.000b. 20.000c. 1.000d. 2.000
78
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7 De ontvoerder van Merche is een :a. medewerker van een corrupte bouwondernemerb. Maffialidc. verkoper van goudd. handelaar in mobiele telefoons
8 Tenslotte maakt Raul een foto van:a. een cementfabriekb. een groot hotelc. een kruidenierswinkeld. Merchel
Deel 3: Gramática: vragen met voltooid deelwoordVertaal naar het Nederlands
¿Ha estado aquí antes?¿Han tenido un buen día?¿Cómo has dormido?¿Has visto distintos partes de España?¿Has hecho muchas fotos¿Ha sido importante?
79
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
Weekopdrachten mi vida loca episodio veintidos: La vuelta a casa
Deel 1 IdiomaVertaal in goed Nederlands
El paraiso Paradijs La víctima Slachtofferconvertir Omzetten El acceso toegangEl método Methode Las acusasiones beschuldigingenLos pagos betalingen La violencia geweldLa ameneza bedreiging El documento documentEl investigador onderzoeker El resultado Resultaat
Deel 2: Preguntas: Kruis het goede antwoord aan
1. Merche is klaar met haara. fotoshootb. verblijf in Gran Canariac. artikeld. boek
2 8a. 10b. 11c. 13d. 15
3. Hoe heeft de biljonair die volgens Merche achter de bouwfraude zita. Rodriguezb. Zapatero c. Delgadod. Suarez
4 Merche isa. erg tevreden met het resultaatb. ontevreden met haar artikelc. blij dat ze niet naar Engeland gaatd. bang dat ze zal worden ontslagen
5 Merche geeft aan data. ze zo snel mogelijk terug zal keren naar Madridb. ze verliefd is geworden op Raulc. haar ontvoerders zijn opgepakt d. ze genomineerd is voor een prijs vanwege haar artikel
6 Merche noemt namen van mensen in haar nabijheid die ze niet helemaal vertrouwt. Wie zit daar niet bij?
a. Jorgeb. de broer van Estherc. Esther zelfd. Raul
80
1 oktober 2018 [Spaans bij mart avanzados najaar 2018]
7 Merche geeft aan dat het ook kan zijn dat ze :a. paranoide isb. te ongeduldig isc. haar moeder mistd. er genoeg van heeft om met het artikel bezig te zijn
Deel 3: Final testMaak nu de vragen door te klikken op het woordenboek
Einde reader Avanzados