aaportfolioneleboven.weebly.com€¦ · web viewdit thema bevat 9 lesuren, waarvan deze les het 5e...
TRANSCRIPT
UC Leuven-LimburgLerarenopleiding
Vestiging HeverleeHertogstraat 178, 3001 Heverlee
Tel. +32 16 37 56 00
LESONTWERPALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING
Naam: Nele Boven, Ruy De Backker, Jasper De Valck, Sara Michels
Vakkencombinatie: Aardrijkskunde - Wiskunde
Stagebegeleider DLO: Mevr. H. Verstappen
Academiejaar: 2015-2016
School: Heilig Hartinstituut HeverleeOnderwijsvorm: TSOASORichting: HandelKlas: 317Lokaal: H0.01Aantal leerlingen: 18
Les gegeven door: Nele Boven
Vak: Aardrijkskunde
Onderwerp: Landbouw in Moesson-Azië
Vakmentor: P. Torbeyns
Datum/Data: 19/02/2016
Lesuur/-uren: 7e lesuur
BEGINSITUATIE
Situering in de lessenreeks Deze les valt onder het thema “Verschillen tussen agrarische regio’s”. Dit thema bevat 9 lesuren, waarvan deze les het 5e lesuur is. De topics rond agrarische regio’s zijn: landbouw en voeding, landbouw in Sub-Sahara Afrika, Landbouw in
Moesson-Azië en landbouw in de V.S. De leerlingen hebben al minimum één landbouwsysteem bestudeerd. De leerlingen hebben in de vorige lessen met analyse van kaarten en beelden relaties en oorzaken van
verstoringen in het milieu bestudeerd.Deze les valt onder het thema verschillen tussen agrarische regio’s, dat normaal 9 lesuren bevat en deze les zou normaal het 5de lesuur zijn. De leerlingen hebben in de vorige lessen met analyse van kaarten en beelden relaties en oorzaken van verstoringen in het milieu gevonden.
!! Hoe analyseren we een landbouwsysteem.
Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) Leerlingen aan de hand van concrete voorbeelden de herkomst van voedingsproducten op kaarten aflezen. Leerlingen kunnen door analyse van beelden en kaarten relatie tussen klimaat en vegetatie afleiden. Leerlingen kunnen door analyse van beelden en kaarten de relaties tussen landbouwvormen en fysische
omstandigheden nagaan.Leerlingen kunnen door analyse van beelden en kaarten relatie tussen klimaat en bodem afleiden.Leerlingen kunnen door analyse van beelden en kaarten de relaties tussen plantagelandbouw en fysische omstandigheden nagaanLeerlingen kunnen door analyse van kaarten en beelden en andere informatie oorzaken van verstoringen(?) afleiden.Leerlingen aan de hand van concrete voorbeelden de herkomst van voedingsproducten op kaarten aflezen.
Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit Het onderwerp sluit sterk aan bij de voeding van leerlingen. Leerlingen zijn zich vaak niet bewust van waar het eten op hun bord vandaan komt. Verder is er geen uitgesproken verband met hun leefwereld.
Het gaat over eten dat ze zelf ook wel eens eten dus dit zou hen toch ergens moeten prikkelen om te weten wat er op hun bord komt en hoe en waar dat vandaan komt. Verder is er niet echt een link met de leerlingen hun leven.
Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, …/
DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming)AanschouwelijkheidsprincipeActiviteit principe Herhalingsprincipe
EINDTERMEN & LEERPLANDOELENSituering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)
Uit: D/2010/7841/072 - http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundair-onderwijs/tweede-graad/tso/vakgebonden/aardrijkskunde/eindtermen.htmET3: aan de hand van voorbeelden horizontale en verticale ruimtelijke relaties herkennen.ET4: de eigenheid van regio's beschrijven aan de hand van natuurlijke en menselijke kenmerken.ET6: aan de hand van regionale voorbeelden redenen opnoemen die de lokalisatie, de spreiding en deeventuele wijzigingen verklaren van:- landbouwactiviteiten;- industriële activiteiten;- tertiaire activiteiten.ET12: verbanden leggen tussen levenswijze, cultuur en leefmilieu.
Situering in het leerplan: Bron: leerplan aardrijkskunde tweede graad TSO en KSO, september 2012, Brussel. D/2012/7841/019VVKSO-Brussel-D/2010/7841/072/september 2010Thema: VERSCHILLEN TUSSEN AGRARISCHE REGIO’S. 4.4.7.1 De kenmerken van een agrarisch landschap met intensieve rijstteelt in Moesson-Azië beschrijven aan de hand van natuurlijke en menselijke kenmerken, via beelden, kaarten en andere informatiebronnen.Didactische wenken: Verticale relaties zijn in dit geval de relaties tussen het uitzicht van het agrarisch landschap en het reliëf, klimaat, vegetatie, bevolkingsdichtheid, welvaart, scholingsgraad… Horizontale relaties zijn bijvoorbeeld de ligging van de akkers ten opzichte van de woonkernen, de ligging van de afzetmarkt tot de velden …
ALGEMEEN LESDOELHet voorkomen van intensieve rijssteeltrijstteelt in Moesson-Azië verklaren adhva.d.h.v. fysische kenmerken van het gebied.
SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)
Landbouw in Moesson-Azië
BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.) HELSEN, B., GOYVAERTS, E., VERSPAGEN, E., Horizon 3. Mechelen, Uitgeverij Platyn, 2015, 128p. NEYT, R., TIBAU, G., VAN BROECK, C., VAN CLEEMPUT, A., VERSTAPPEN, H., Geogenie 3. Antwerpen,
Uitgeverij De Boeck, 2010, 151 p. VEST, B., Praxis Geographie, oktober 2007, p.45-49 http://stevemccurry.com/ http://www.hidrodoe.be/over-water/water-en-milieu/watervoetafdruk
LEERMIDDELEN & MEDIA Verpakkingen van rijstproducten PowerPoint Smartboard Whiteboard + stiften Blinde kaarten van de wereld NaamkaartjesBord en krijt
Lesstructuur:
Foto (heel de wereld) inzoomen op grootste gebied (M.A.) omstandigheden verklaren (klimmatogram, moesson, …) waarom rijst? terugkoppelen naar de wereld
Didactisch lesontwerp
LeerdoelenKRACHTIGE LEEROMGEVING
Lesfasen& timing Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud
Leerlingen kunnen een gegeven plaats opzoeken in hun atlas (M2).ET3ET4ET6
Instapfase8 minuten
Lkr deelt naamkaartjes uit en terwijl de lln deze invullen ook de blinde kaarten van de wereld.
Groepsopdracht:Ik ga jullie zo meteen in groepen verdelen. Daarna geef ik jullie rijstverpakkingen en het is de bedoeling dat jullie gaan uitzoeken vanwaar deze verpakkingen komen. Als jullie dit gevonden hebben kunnen jullie dit op de kaarten aanduiden die ik heb uitgedeeld. Jullie mogen hiervoor je atlas gebruiken. Je krijgt hiervoor ongeveer 2 minuten.
Lkr deelt de klas in 4 groepen. Elke groep krijgt een rijstverpakkingen.. Lkr deelt blinde kaarten van de wereld uit.
Waar denken jullie dat deze rijst geteeld wordt?Kunnen jullie dit aanduiden op een wereldkaart?
Lkr duidt van iedere groep iemand aan om vooraan in de klas hun antwoord aan te duiden op de blinde kaart die op het smartboard geprojecteerd wordt.
Van waar is jullie rijst afkomstig? Kunnen jullie dit aanduiden op de
wereldkaart?
Bij het opnieuw ophalen van de verpakkingen geeft de lkr extra informatie over rijst. Meer dan de helft van alle mensen, vooral in Azië eet dagelijks rijst en vaak zelfs meerdere keren per dag. In veel Aziatische talen is het woord voor rijst dan ook hetzelfde als het woord voor eten. Zoals jullie net op jullie verpakkingen hebben gezien wordt er op veel plaatsen rijst geteeld. Er zijn dan ook meer dan 100 000 verschillende soorten rijst..
NaamkaartjesBlinde kaarten
Verpakkingen van rijst van over de gehele wereld.PPT: inleiding, blinde kaart en kaart met de afkomst van de rijst uit de rijstverpakkingen
De leerlingen kunnen de grootste rijstteelt gebieden situeren op een kaart (C2).ET4ET6ET12
Lkr toont de kaart van rijstteelt in de wereld.
OLG: kaart van rijstteelt in de wereld. Komt dit overeen met wat jullie hadden
aangeduid? Wat zijn de gelijkenissen, wat zijn de verschillen?
Lkr overloopt de verschillende plaatsen waar aan rijstteelt gedaan wordt.
Is er iets dat jullie niet hadden verwacht? Waar ligt het grootste gebied waar aan
rijstteelt wordt gedaan? Weten jullie waarom er juist hier veel aan
rijstteelt wordt gedaan?
PROBLEEMSTELLING: Waarom doet men aan intensieve rijstteelt in het Zuid-OostenZuidoosten van Azië?
We gaan dus vandaag zien welke omstandigheden nodig zijn om aan rijstteelt te kunnen doen.
PPT: wereldkaart rijstteeltlt wereld(slide 2)
PPT: probleemstelling
PROBLEEMSTELLING: Waarom doet men aan intensieve rijstteelt in het Zuidoosten van Azië?
Lesfase 1:SitueringReliëf
12 minuten
Lkr schrijft de titel op het bord. Welk gewas zie je op deze foto? Wat is er opvallend aan deze foto? Welk
contrast zie je?Op de wereldkaart hebben we net gezien dat de
PPT: situering-reliëf BORDSCHEMA
Hoofdstuk 3: LANDBOUW IN MOESSON AZIE
- Zuidoost Azië wordt ook Moesson-Azië genoemd.
De lln kunnen Moesson-Azië situeren op een kaart. (C2)
De leerlingen kunnen de belangrijkste reliëfgebieden en rivieren in Moesson-Azië situeren op een kaart (C2).ET3ET4ET12
rijstteelt vooral voorkomt in het Zuidoosten van Azië. We noemen dit gebied ook Moesson-Azië.
Wat denken jullie dat “Moesson” in Moesson-Azië betekend?Wie weet wat het begrip Moesson betekent?
We gaan hier straks verder op ingaan.
We gaan eerst Moesson-Azië een keer situeren op de wereldkaart. BORDSCHEMA
Neem je atlas en werkboek erbij. Doe per 2 één je atlas open op de wereldkaart (pagina 82-83) en neem je werkboek op p45 bij oefening 29.
.
OLG: situering Moesson-Azië Waar is Moesson-Azië gelegen t.o.v. de
Keerkringen en de evenaar? (lln vullen dit in hun Wb in)
Wat kan je hieruit afleiden over het klimaat in Moesson-Azië?
Weet iemand waar de Gangesvlakte ligt? Jullie kunnen dit ook vinden in jullie atlas.
Op deze foto zien jullie de Ganges. Deze rivier wordt in India als een erg belangrijke rivier beschouwd. Oorspronkelijk was het deze rivier die ervoor zorgde dat er veel rijst geteeld kon worden. De Hindoes zien deze rivier dan ook als een heilige rivier en gaan er zich zelfs in wassen. Hierdoor wonen er ondertussen veel Hindoes in de buurt van deze rivier waardoor het gebied nu dichtbevolkt is en er minder aan rijstteelt wordt gedaan. Deze rivier is natuurlijk niet de enige rivier die ervoor gezorgd heeft dat er aan rijstteelt kan worden gedaan. En er zijn nog andere elementen typerend voor het landschap. Zoals bijvoorbeeld de Mount Everest. Naast de vele vlakten vind je er dus ook de hoogste berg ter wereld.We maken nu oefening 29 op p45 in het werkboek.
BORDSCHEMA
Atlas wereldkaart (p. 82-83)
PPT: oefening 29(slide 3)
PPT: oefening 29 met nadien oplossingopl. (sl. 4)
PPT: slide 5
3.1. Situering
3.1. Situering
- Moesson Azië is gelegen tussen de Kreeftskeerkring (Noordelijke KeerKringKeerkring) en de Evenaar.
- Tropische klimaten met veel neerslag in de zomer (Noordelijk Halfrond)
- Tropische klimaten met veel neerslag in de zomer (Noordelijk Halfrond)
Lkr loopt door de klas en biedt hulp waar nodig. Lkr toont de oplossing op de ppt.
Neem nu opnieuw je atlas pagina 83 en vergelijk kaart B en C.
Wat valt je op? Wat betekenen deze kleuren? In welk seizoen past kaart B? In welk seizoen
past kaart C? Zijn er grote temperatuurverschillen tussen
de zomer en de winter? We zien dat er in de zomer een abrupte overgang is tussen de neerslaghoeveelheden. We zien dus een snelle overgang tussen donkerblauw en geel.
Hoe kunnen we dit verklaren? Welke reliëfvorm vinden we terug op de
plaats van de overgang?
BORDSCHEMADuowerk: Reliëf en hydrografieWe maken nu oefening 30 op p45 met behulp van de atlas. Lkr deelt de klas op in 2 groepen (links en rechts). De ene helft situeert de reliëfgebieden, de andere helft situeert de rivieren. De lln krijgen hiervoor ongeveer 2 minuten)Lkr laat de lln één voor één antwoorden (rij overlopen)Lkr toont de verbetering op de ppt.
We hebben nu de rivieren benoemd. We kunnen nu de riviervlaktes en het Chinees laagland aanduiden. Dit zijn de gedeelten die gearceerd zijn op de kaart.
PPT: Ganges en Mount Everest
BORDSCHEMAPPT: oefening 30 met nadien oplossingslide 6 (opl)
3.2. Fysische omstandigheden
Reliëf:- Bergketens en hooglanden (bv Himalaya en Hoogland van Dekan)
Hydrografie:
- Rivieren ( riviervlaktes) (bv Huang He en Ganges)
Dit mag je zelf ook in je werkboek doen.
Synthese:
Lesovergang Wat zie je op deze foto? Hebben deze mensen warme kleren aan? Wat verwacht je dan van het klimaat?
PPT: klimaat
Dit zullen we nu onderzoeken.We hebben daarnet de kaarten in verband met de neerslag in Azië vergeleken. We gaan dit nu nog eens bekijken aan de hand van een klimatogram.
De leerlingen kunnen vragen over een klimatogram oplossen aan de hand van een determineertabel (C2).ET3ET6ET12
Lesfase 2:Klimaat
5 minuten
Duowerk: klimaat We maken de oefening 31 bovenaan p46. Bekijk goed het klimatogram en probeer de eerste 2 vragen al eens te beantwoorden. Voor de tweede vraag kan je de determineertabel gebruiken.Lkr projecteert de determineertabel van de klimaten. Lkr loopt door de klas en helpt indien nodig.
De oefening wordt klassikaal verbeterd. Van welke stad is het klimatogram? Hoe heb je dit gevonden? Wat is het klimaat in Kolkata?Welk klimaat
hebben we in Kolkata/Calcutta? Hoe heb je dit gevonden? (Lkr duidt laat
opnieuw de determineertabel zien en overloopt de stappen die ze moesten nemen.)
Om de volgende twee vragen op te lossen moet je weten wat groeimaanden zijn.
Is er iemand die nog weet wat de kenmerken van groeimaanden zijn?
Wanneer kunnen planten groeien? (Als het vriest? Als het heel droog is?)
Lkr schrijft de eigenschappen van de groeimaanden op het bord.
PPT: slide 7 (determineer-tabel)
PPT: oefening 31 met verbeteringslide 8 (opl)
3.2. Fysische omstandighedenKlimaat Reliëf
KlimaatWarm klimaat met lang nat seizoen groeimaanden van mei t.e.m. oktober
GroeimaandenTm ≥ 10 °CNm ≥ 2 x Tm
Wat zijn hier de groeimaanden? In welke periode kan men aan landbouw
doen?
Lesovergang De vraag is nu WAAROM er zoveel neerslag valt in de periode van mei tot oktober. Dit kunnen we ook zien op deze foto.Hier komen we bij het begrip moesson.
PPT: het moesson-systeem
De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wat een moesson-systeem is (C3).
Lesfase 3:Moesson
16 minuten
Neem eens allemaal je atlas op de kaart van Azië over de hoeveelheid neerslag in de zomer en in de winter (p83 B en C). En vergelijk deze twee kaarten eens.
Wat valt je op? Wat betekenen deze kleuren?
Het grote verschil tussen de hoeveelheden neerslag die er in de zomer en in de winter vallen, is een oorzaak van het moesson-systeem.
OLG: (oef 32) moesson-systeem
We kijken eens naar deze twee klimatogrammen, de ene is van Koksijde en is gemeten op het land en de andere is van Oostende en is gemeten in de zee.
Is er iets dat je hier opvalt? Wat zijn de warmste maanden op het land? Wat zijn de warmste maanden in de zee? Wat warmt het snelste op, water of land?
(Als je in de zomer naar zee gaat en de zon schijnt fel en het is warm, wat is dan het warmste, het land of de zee?)
Wat koelt het snelste af, water of land?(Als je in de herfst naar zee gaat is de watertemperatuur vaak hoger dan de temperatuur op het land)
PPT: kaart B en C uit atlas
PPT: zee temperatuur in Oostende en land temperatuur in Koksijde
BORDSCHEMAPPT: slide 9
3.2. Fysische omstandigheden
Moesson
Dat wil zeggen dat in de zomer het land warme lucht afgeeft en in de winter de zee warme lucht afgeeft. Je kan dit ook zien aan deze grafiek over de temperatuur van de zee in Oostende. De warmste maanden zijn hier in augustus en september, terwijl september op het land niet meer zo’n warme maand is.
BORD AANVULLEN
Wat is het zwaarste, koude of warme lucht? (denk aan een luchtballon)
BORD AANVULLEN
Bij een hoge temperatuur stijgt de lucht, dus er zijn dan nog maar weinig luchtdeeltjes aan de grond. Er zijn dan weinig luchtdeeltjes die druk op ons uitoefenen. We noemen dit lage luchtdruk.Er is dan een lage luchtdruk. Bij een lage temperatuur daalt de lucht, dus er zijn veel luchtdeeltjes aan de grond. Er kunnen dan ook veel luchtdeeltjes druk op ons uitoefenen. We noemen dit hoge luchtdruk.
Waar is er hier dus hoge en lage luchtdruk? Hoe gaat de lucht zich verplaatsen?deeltjes
hoog in de lucht zich verplaatsen? (Waar zaten nu weer de meeste luchtdeeltjes? Wat zou het meest logische zijn, dat de grote groep luchtdeeltjes zich verplaatst naar de kleine groep, of andersom?)
BORD AANVULLEN
Hoe waait de wind nu aan de grond? Van een hoog naar laag drukgebied of van
een laag naar hoog drukgebied? Wat zou het meest logische zijn? (Denk aan
wat we net gezegd hebben.)
BORD AANVULLEN
Boven de zee hangen nu koude, vochtige luchtdeeltjes. Deze luchtdeeltjes verplaatsen door de wind naar een gebied waar het warm is. Deze
Land warmt …
Moesson-systeem
Leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wat stijgingsregens zijn (C3).ET3ET4ET6ET12
vochtige deeltjes gaan condenseren, dus het gaat regenen boven het land.
BORD AANVULLEN
Is het in de winter ook kouder boven de zee dan boven het land?
We zien dat dit systeem dus in de winter omgekeerd zal zijn. De winden die ervoor zorgen dat het hier in de zomer veel regent en het hier in de winter erg droog is, noemen we de moessons.
Maak nu samen oefening 32.Lkr overloopt klassikaal de oefening. De lkr duidt om de beurt een leerling aan om zijn antwoord te geven.De eerste oefening bovenaan pagina 47 wordt klassikaal gemaakt.
Is de temperatuur op het land hier warm of koud?
Zitten we dan in de zomer- of de wintersituatie?
Waar gaat dan het lage drukgebied liggen? En het hoge?
In welke richting gaat de wind waaien?
Probeer nu zelf eens de andere situatie te maken. De oefening wordt klassikaal verbeterd. De lkr duidt om de beurt een leerling aan die het antwoord geeft.
Als we nu terug naar onze kaart kijken i.v.m. de neerslag in juli.
Is er dan nog iets dat jullie opvalt? Is er een geleidelijke overgang van blauw
naar geel? Wat is er gelegen op de plaats van de plotse
overgang?
Bij een gebergte moet de lucht gaan stijgen. Hoe hoger deze lucht stijgt, hoe harder deze gaat afkoelen. (Denk maar aan waar er meestal sneeuw ligt op een berg.) Hierdoor gaat het water in de wolken condenseren, waardoor het gaat regenen. Dit noemen we stijgingsregens. De regen die in het Himalaya gebergte vallen loopt naar beneden.
PPT: oefening 32
PPT: kaart C en stijgingsregens
PPT: sl 10 (opl)
PPT: slide 11
- Zomermoesson:Het land warmt ’s zomers sneller op dan de zee. De warme luchtdeeltjes op het land zullen stijgen en er ontstaat een lagedrukgebied. Op zee gebeurt het omgekeerde, daar blijven de koude luchtdeeltjes dicht bij het zeeoppervlak en er ontstaat dus een hogedrukgebied.Hoog in de lucht gaan de luchtdeeltjes van het land richting de zee. Aan de oppervlakte resulteert dit in een warme, vochtige moessonwind die aanlandig is.
( wintermoesson = omgekeerde)
Hierdoor is er veel water aan de voet van het Himalaya gebergte.
De lkr duidt 1 leerling aan om de oefening halverwege p47 voor te lezen en een antwoord te geven. (Waar ligt er sneeuw op een berg? En waar is het dus kouder?)
Stijgingsregens
Leerlingen kunnen de fysische omstandigheden bij rijstteelt benoemen (C2).ET6ET12
Lesfase 4:Synthese reliëf en klimaat
1 minuten
We overlopen nog eens de fysische omstandigheden waaronder je aan rijstteelt kan doen.Lkr duidt een leerling aan om de synthese te overlopen.
Leerlingen kunnen de teeltvoorwaarden van rijst opsommen (C2).
Lesfase 5:Teeltvoorwaarden
7 minuten
Als je kijkt naar deze foto, wat zie je dan? Is dit van nature zo, of is dit door de mens
gedaan? Waarom zouden ze dit doen?
Maak nu de oefening op p48. Lkr duidt om de beurt een leerling aan om het antwoord te geven.
(Er is duidelijk veel water nodig om rijst te telen. Er is namelijk 3 000 liter water nodig om 1kg rijst te produceren. Dit klinkt misschien veel maar voor 1kg rundsvlees is 16 000 liter water nodig.)
Lkr overloopt per kaart wat de teeltvoorwaarden zijn.
Wat kan je in heuvelachtige gebieden doen om toch vlaktes te creëren?
Lkr toont enkele foto’s.
PPT: teelt-voorwaarden (terrassen en irrigatiekanaal)PPT: slide 12
3.3. Traditionele irrigatielandbouw: de rijstteeltTeeltvoorwaarden
- Klimaat:- Temperatuur: minimaal 2 maanden met een temperatuur van meer dan 20°C- Neerslag: minimaal 1000 mm neerslag per jaar, liefst in enkele maanden tijd
- Bodem: niet of weinig water doorlatend (klei of een mengsel van klei met leem)
- Reliëf: vlak reliëf: rivier- en kustvlaktes of lage plateau’s op hellingen = terrassen riviervlaktes zijn uitermate geschikt omdat ze een vlakke bodem hebben die bestaat uit klei als gevolg van de slibafzetting bij
Welke ingreep zie je in het landschap?Dit noemen we terrassen.
Wat kan je doen om een grotere vlakte te voorzien van voldoende water?
Lkr toont enkele foto’s. Wat zie je op deze foto’s?
Dit is ook wat je kan invullen bij oefening 34.Lkr toont de oplossing op de ppt.
Vaak zal er aan rijstteelt gedaan worden in een riviervlakte want deze zijn uitermate geschikt voor rijstteelt omdat ze een vlakke bodem hebben die bestaat uit klei als gevolg van de slibafzetting bij talloze overstromingen. Dit noemen we alluviale vlaktes.
PPT: oefening 34 PPT: slide 13
talloze overstromingen = alluviale vlaktes
Lesfase 6:De wereld
1 minuut
We zagen aan het begin van de les dat er niet alleen in Moesson-Azië aan rijstteelt wordt gedaan. Lkr verwijst hierbij opnieuw naar de kaart van rijstteelt in de wereld. Op andere plaatsen kan dus ook aan rijstteelt gedaan worden zolang de teeltvoorwaarden voldaan zijn. Het moet er dus voldoende warm zijn, er moet genoeg watertoevoer zijn, je moet er een kleibodem hebben en het moet er vlak zijn.
PPT: rijstteelt in Italië (irrigatiekanaal)
Opmerkingen i.v.m. bijlagen: Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek. Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit). Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.
BORDSCHEMA
Linkerzijbordmoesson- systeem
Rechterzijbord
Landbouw in Moesson-Azië
1. Situering
2. Fysische omstandigheden
Reliëf hydrografie klimaat (moesson,stijgingsregen)
3. Teeltvoorwaarden