voorwoord - universiteit utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/draaiboek-tutoraat...dit...

36
Voorwoord De tutor is het eerste aanspreekpunt voor eerstejaarsstudenten TCS. Als tutor heb je een coachende taak: je spreekt de student aan op zijn studievoortgang en studiehouding, inventariseert waar knelpunten liggen, begeleidt bij het kiezen van vakken en de oriëntatie binnen de studie. Omdat het Bindend Studie Advies (BSA) van kracht is, is het van belang voor de student om voldoende voortgang te boeken en de juiste keuzes te maken in deze eerste fase van de universitaire studie. De tutor draagt eraan bij dat deze processen aan beide kanten, dus zowel vanuit de student als vanuit de instelling, zorgvuldig verlopen. Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische, instructieve informatie is in het draaiboek gebundeld. Wij staan open voor suggesties of verbeteringen. Daarvoor kan contact worden opgenomen met de Tutorcoördinator, Sigrid Botzen (tevens studieadviseur TCS). Juli 2012

Upload: others

Post on 01-Aug-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

 Voorwoord  De tutor is het eerste aanspreekpunt voor eerstejaarsstudenten TCS. Als tutor heb je een coachende taak: je spreekt de student aan op zijn studievoortgang en studiehouding, inventariseert waar knelpunten liggen, begeleidt bij het kiezen van vakken en de oriëntatie binnen de studie. Omdat het Bindend Studie Advies (BSA) van kracht is, is het van belang voor de student om voldoende voortgang te boeken en de juiste keuzes te maken in deze eerste fase van de universitaire studie. De tutor draagt eraan bij dat deze processen aan beide kanten, dus zowel vanuit de student als vanuit de instelling, zorgvuldig verlopen.  Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische, instructieve informatie is in het draaiboek gebundeld.  Wij staan open voor suggesties of verbeteringen. Daarvoor kan contact worden opgenomen met de Tutorcoördinator, Sigrid Botzen (tevens studieadviseur TCS).  Juli 2012    

Page 2: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

4

Inhoudsopgave  

1 Het tutorprogramma TCS 2012‐2013........................................................................... 6 

1.1 Jaarprogramma ................................................................................................... 6 

1.2 Inschrijfdata studiejaar 2012‐2013 ....................................................................... 7 

1.3 Het bindend studieadvies (BSA) ........................................................................... 8 

1.3.1 Tussentijds studieadvies ................................................................................... 8 

1.3.2 Negatief studieadvies........................................................................................ 9 

2 De rol van de tutor.....................................................................................................10 

2.1 Taken van de tutor..............................................................................................10 

2.1.1  Monitoren en bespreken van studievoortgang............................................10 

2.1.2  Adviseren en begeleiden bij het kiezen van vakken.....................................11 

2.1.3  Informeren over praktische zaken m.b.t. de studie .....................................11 

2.1.4  Begeleiden en stimuleren van studenten tot studeren ................................11 

2.1.5  Verslaglegging in Osiris ...............................................................................11 

2.1.6   Portfolio (instrument voor tutorbegeleiding) ..............................................12 

2.1.7   Communicatie (aandachtspunten m.b.t. het gebruik van mail) ...................13 

2.2 Onderscheid tutor, studie‐ en hoofdrichtingsadviseur.........................................14 

2.2.1  Hoofdrichtingsadviseurs .............................................................................14 

2.2.2   Contactgegevens hoofdrichtingsadviseurs 2012‐2013 .................................15 

2.2.3   Studieadviseur ............................................................................................16 

2.3. Doorverwijzen naar de studieadviseur ...............................................................17 

2.3.1  Bijzondere omstandigheden die leiden tot studievertraging .......................17 

2.3.2  Studievaardigheidsproblemen ....................................................................18 

2.3.3  Twijfels over studiekeuze............................................................................18 

2.3.4  Ingewikkelde vragen ...................................................................................20 

3 Handreikingen voor de tutor......................................................................................21 

3.1 De plenaire bijeenkomst(‐en)..............................................................................21 

3.1.1  Plenaire bijeenkomst 1 (facultatief) eind sept 2012.....................................22 

3.1.2  Plenaire bijeenkomst 2 (facultatief) begin januari 2013...............................24 

3.2 De individuele gesprekken ..................................................................................25 

3.2.1  Eerste individueel gesprek (30 min.) ...........................................................25 

3.2.2  Tweede individueel gesprek (30 min.).........................................................25 

3.3 Drie gespreksmodellen........................................................................................26 

3.3.1  Het standaard tutorgesprek.........................................................................27 

3.3.2 Het probleemgesprek: Student vertoont uitstelgedrag .................................28 

3.3.3 Het slecht‐nieuws gesprek: Student dreigt het niet te gaan halen.................28 

3.4 Mogelijkheden voor professionalisering .............................................................29 

Page 3: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

5

Bijlage 1: VOORBEELDEN FORMULIEREN INDIVIDUELE GESPREKKEN ................................30 

Bijlage 2: PROCEDURE AANVRAGEN SMS‐AUTHENTICATIE ...............................................32 

1 Aanmelden voor Solis‐SMS ........................................................................................32  

1.1 Invullen Solis‐id...................................................................................................32 

1.2 Invullen Solis wachtwoord ..................................................................................33 

1.3 Solis‐login Enrollment .........................................................................................33 

Bijlage 3: PROCEDURE OSIRIS BEGELEIDER .......................................................................38 

1 Osiris Begeleider........................................................................................................38 

1.1 Inlogprocedure....................................................................................................39 

1.2 Wat te doen bij inlogproblemen? ........................................................................41 

2 Afspraken/actiepunten..............................................................................................42 

3 Begeleider .................................................................................................................43 

4 Zoek student..............................................................................................................44 

4.1 Exporteren ..........................................................................................................45 

4.2 Studentgegevens ................................................................................................45 

4.3 Notities ...............................................................................................................46 

4.3.1 Notitie details...............................................................................................47 

4.2.2 Autorisatie notities.......................................................................................48 

4.4 Studievoortgang .................................................................................................51 

5 Meldpunt voor vragen en storingen...........................................................................52 

Bijlage 4: WEBSITES..........................................................................................................53 

Bijlage 5: STUDEREN MET EEN HANDICAP ........................................................................54 

Bijlage 6: PLANNINGSFORMULIEREN ................................................................................55 

Bijlage 7: PORTFOLIO NIEUWE STIJL .................................................................................57 

Extra bijlage bij Portfolio: Reflectie‐opdracht 1  [750 – 1000 woorden].........................61 

Bijlage 8: JAARROOSTER STUDIEBEGELEIDING 2012‐2013 MET BELANGRIJKE DATA 

VOORLICHTINGEN, TUTORGESPREKKEN ETC.....................................................................69 

Page 4: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

6

1 Het tutorprogramma TCS 2012‐2013  1.1 Jaarprogramma  Kennismaking (introductieweek): Dinsdag 4 september 2012 (16.00 uur) Te bespreken onderwerpen:              

Algemene informatie over tutorbegeleiding  Portfolio (eerste instructie wordt tijdens introductie gegeven)/ 

motivatiebrief  Bindend Studieadvies bespreken: 6 van de 8 vakken halen!   Afspraken over de tutor‐student communicatie (via e‐mail, via portfolio, 

spreekuren etc.)  

Aansluitend borrel in het Pandhof: 17.00‐18.00 uur Afspraak maken voor (facultatieve) plenaire bijeenkomst (eind september) 

 (Facultatieve) plenaire bijeenkomst:       Eind september 2012 Te bespreken onderwerpen: 

Hoe gaat het? Hoe zijn de vakken? Studievaardigheden etc.  

Afspraak maken voor individuele afspraak begin november Studenten moeten hun portfolio bijgewerkt hebben  

voor het individuele gesprek! En toegang hebben verleend aan de tutor en SA 

 Individueel gesprek (30 min.):           Begin november 2012 Te bespreken onderwerpen: 

Studievoortgang a.d.h.v. het portfolio en studieplanning (gebruik schema! Zie pag. 55, Bijlage 6) 

Studievaardigheden  Resultaten blok 1 i.v.m. 1 februari regeling BSA  Cursussen semester 2 en voorbereiden op hoofdrichting (i.v.m. 

inschrijfperiode blok 3 en 4 van 12 november t/m 2 december)                    (Facultatieve) plenaire bijeenkomst (of individueel indien gewenst):               Begin januari 2013 Te bespreken onderwerpen: 

Studievoortgang bespreken 

71

Ruimte voor notities: 

Page 5: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

70

Voorlichtingsdagen voor middelbare scholieren: 2012: 23/24 november 2013: 16 maart en 22/23 november                 

Blok 4: Din 28 mei + woe 29 mei  Bachelorvoorlichting aan alle TCS studenten 

Wo 22 Mei Hoofdrichtingenvoorlichting + Informatiemarkt i.s.m. Alias 

Half mei  Studieprogramma voor 2013/2014 komt online 

Half mei/Eind mei Vooraankondiging bindend studieadvies (BSA) + uitbrengen eerste positieve adviezen  

Eind mei/Begin juni  Individuele tutorgesprekken Eind mei/Begin juni  Extra spreekuren hoofdrichtingsadviseurs Eind mei  Evaluatie enquête aan HRA’s en tutoren Ma 10 juni  HRA vergadering i.v.m. evaluatie Ma 3 t/m 30 juni  Cursusinschrijving blok 1 en 2 (jaar 2013/2014) 

Begin juli Gesprekken met studieadviseurs m.b.t. BSA  (indien persoonlijke omstandigheden, ziekte etc) 

Half juli  Hoorzitting TCS i.v.m. BSA Eind juli  Definitieve adviezen BSA Augustus  Beroepsprocedures BSA                                     Ma 12 en din 13 augustus  Wijzigingsdagen cursussen blok 1 (2013/2014) 

7

1 februari‐regeling en BSA: doorverwijzen naar SA indien nodig  Studievaardigheden 

Afspraak maken voor individueel gesprek in mei 

Studenten moeten hun portfolio bijgewerkt hebben  voor het individuele gesprek! 

 Individueel gesprek (30 min.):        Mei 2013 Te bespreken onderwerpen: 

Studievoortgang bespreken aan de hand van portfolio  BSA  Keuze voor hoofdrichting + cursusinschrijving blok 1 en 2 (2012‐2013)  Afsluiting tutorbegeleiding jaar 1 + bespreken begeleiding 

hoofdrichtingsadviseurs (evt. doorverwijzen naar HRA voor hulp bij HR‐registratie) 

 Praktisch: voor de tutorbijeenkomsten kan de tutor gebruik van de tutorzalen op Drift 23. Contactpersoon: Secretariaat TCS‐LAS: secretariaatTCS‐[email protected]  Het Jaarrooster studiebegeleiding voor 2012‐2013 is opgenomen in bijlage 8.  1.2 Inschrijfdata studiejaar 2012‐2013  

   Inschrijfperiodes  2012‐2013  

   Wijzigingsdagen    

semester I   11 juni t/m 30 juni 2012     

periode 1    periode 1  20 en 21 aug. 2012 

periode 2    periode 2  29 en 30 okt. 2012 

             

semester II  12 nov. t/m 2 dec. 2012     

periode 3    periode 3  21 en 22 jan. 2013 

periode 4    periode 4  8 en 9 april 2013 

    

Page 6: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

8

1.3  Het bindend studieadvies (BSA) Het bindend studieadvies is een advies over de studievoortgang, dat aangeeft of de student door mag gaan met de studie. Als in het voorgeschreven tempo wordt gestudeerd, kan een student in een collegejaar 60 studiepunten behalen. Als aan het eind van het 1e collegejaar minimaal 45 studiepunten is behaald (6 vakken), mag de studie worden voortgezet. Behaalt de student in deze periode minder dan 45 studiepunten, dan kan hij/zij een negatief studieadvies krijgen. In dat geval mag de opleiding niet worden voortgezet. Van de opleiding ontvangen studenten tijdens de introductie een specificatie van eventuele verplichte cursussen.   Let op: studiepunten van verworven vrijstellingen tellen niet mee voor het BSA! Wel kunnen ECTS van een andere (Geesteswetenschappen) opleiding ‐behaald in hetzelfde academisch jaar‐ meegerekend worden voor het BSA bij TCS. Voorbeeld: een student is gestart met Frans in september maar besluit om per februari over te stappen naar TCS. De vakken die behaald zijn bij Frans mogen dan mee worden genomen naar TCS en worden meegeteld voor het vaststellen van het BSA in juli. Vakken in eerdere jaren behaald worden NIET meegerekend.  1.3.1  Tussentijds studieadvies 

Halverwege het eerste jaar ontvangt de student het zogeheten tussentijds studieadvies. Dit advies wordt gegeven in december/januari van het eerste studiejaar en is gebaseerd op de resultaten van de eerste onderwijsperiode. Het tussentijds studieadvies is niet bindend.  Wie in de eerste onderwijsperiode tenminste 15 studiepunten heeft behaald krijgt een positief tussentijds studieadvies. Heeft de student 7,5 studiepunten behaald, dan krijgt hij/zij een voortgangswaarschuwing. Als in de eerste periode geen enkele cursus goed is afgerond, dan ontvangt de student een negatief tussentijds studieadvies.   Het tussentijds studieadvies wordt voor februari uitgebracht om de student met een (niet‐bindend) negatief tussentijds studieadvies in de gelegenheid te stellen de studie te staken.  Indien de student in het eerste jaar van inschrijving een verzoek tot uitschrijving indient vóór 1 februari krijgt hij geen bindend studieadvies. Het betekent dat een student een volgend jaar opnieuw een nieuwe poging mag ondernemen te voldoen aan de BSA‐norm.  

69

Bijlage 8: JAARROOSTER VOOR STUDIE BEGELEIDERS 2011‐2012 (Voorlichting, tutoraat, BSA etc.) 

  

Blok 1: Eind augustus  Kennismaking HRA’s en Tutoren met de opleiding  Din 4 t/m vrij 7 sept  Introductieweek (din.ochtend 10.00  TCS welkom) 

Din 4 september Kennismaking met je tutor (’s middags incl borrel) + eerstejaarsvoorlichting van de Studieadviseurs 

Eind september  Plenaire tutorbijeenkomst Wo 17 oktober   Stageavond i.s.m. Alias Ma 29 en din 30 oktober  Wijzigingsdagen cursussen blok 2  Ma 22 en don 25 oktober  Bachelorvoorlichting voor alle TCS studenten 

Blok 2: Begin November  Individueel tutorgesprek Begin November  Extra spreekuren hoofdrichtingsadviseurs Din 13 november   Voorlichting over studeren in het buitenland Ma 10 december  HRA vergadering Ma 12 november t/m 2 december 

Inschrijving blok 3 en 4 (let op cursussen met plaatsing) 

Eind december/Begin januari  Tussentijds studieadvies wordt uitgebracht  Ma 21 en din 22 januari  Wijzigingsdagen cursussen blok 3 Begin januari  Plenaire tutorbijeenkomst 

Blok 3: Di 26 maart  Stageavond i.s.m. Alias Don 14 maart  HRA vergadering i.v.m. programmering HR‐en Eind maart/begin april  Programmeren Hoofdrichtingen Ma 8 en din 9 april  Wijzigingsdagen cursussen blok 4 

Page 7: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

68

a. kennis heeft van en inzicht in de theoretische en methodologische grondslagen van de humaniora in het algemeen; 

b. kennis heeft van en inzicht in ten minste één van de hoofdrichtingen binnen Taal‐ en cultuurstudies overeenkomstig de daar binnen geldende eindtermen; 

c. beschikt over de specifieke academische vaardigheden die gebruikelijk zijn binnen de gekozen hoofdrichting; 

d. een vraag uit de praktijk of een probleem op het gekozen vakgebied kan omzetten in een duidelijke en relevante probleemstelling; 

e. de begrippen uit het gekozen vakgebied adequaat kan gebruiken; f. een relevant wetenschappelijk instrumentarium kan hanteren; g. een onderwerp zowel theoretisch als empirisch kan bestuderen of 

onderzoeken op de binnen het gekozen vakgebied gebruikelijke manier; 

h. inzicht heeft in de samenhang tussen theoretische en empirische benaderingen van geesteswetenschappelijk onderzoek; 

i. het resultaat van onderzoek of bestudering kan weergeven in een coherent betoog dat wordt afgesloten met een heldere, synthetiserende conclusie die bijdraagt aan de beantwoording van een vraag of de oplossing van een probleem; 

j. een oordeel over een onderwerp binnen het gekozen vakgebied kan vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten; 

k. voorbereid is op een verdere academisch studieloopbaan  

2. Studenten verwerven algemene academische competenties: kennis, vaardigheden en attitudes die de afgestudeerde in staat stellen op academisch niveau te functioneren. Dit betekent dat de afgestudeerde: 

i. op academisch niveau kan denken, handelen en communiceren; ii. in de eigen taal wetenschappelijk kan communiceren iii. specifieke kennis van een vakgebied in een bredere 

wetenschappelijke, wetenschapsfilosofische, maatschappelijke en culturele context kan hanteren; 

iv. in staat is professioneel te handelen bij het toepassen van wetenschappelijke kennis, inzicht en vaardigheden; 

v. kennis heeft van de bredere wetenschappelijke en maatschappelijke context waarbinnen de humaniora functioneren. 

   

9

Er zijn ook financiële consequenties bij het tussentijds stoppen met de opleiding. Zie voor informatie over studiefinanciering m.n. de 1 febr. regeling: www.uu.nl/ssc > geldzaken > studiefinanciering).  Zie link: www.uu.nl/studenten/geldzaken  Het is altijd raadzaam een gesprek met de studieadviseur te voeren over uitschrijving en de mogelijke financiële consequenties daarvan. Ook in het kader van de boete voor langstudeerders is het raadzaam eerst goed informatie in te winnen alvorens uit te schrijven. 1.3.2  Negatief studieadvies 

In principe zal de student, als hij/zij in voorgeschreven tempo studeert, alle acht verplichte vakken binnen de voorgeschreven tijd behalen. Na afloop van het eerste jaar ontvangt de student van de examencommissie van de opleiding een brief met daarin een bindend advies te stoppen met de studie (bij 37,5 studiepunten of minder) of een advies om door te gaan (bij tenminste 45 studiepunten). Wie een negatief bindend studieadvies krijgt, mag zich gedurende vier jaar niet meer voor de opleiding inschrijven.   Er kunnen natuurlijk persoonlijke omstandigheden zijn zoals ziekte en familiegebeurtenissen, die de examencommissie kan laten meewegen bij de totstandkoming van het Bindend Studieadvies. Het is hiervoor wel noodzakelijk dat de student, wanneer dergelijke omstandigheden zich voordoen, deze zo spoedig mogelijk en voorzien van bewijs/verklaringen, aan de studieadviseur meldt. Indien dit ook bij de tutor wordt gemeld, zet het dan in de notities in Osiris begeleider (zie hierover bijlage 3). Meer informatie over het Bindend studieadvies en bijzondere omstandigheden is te vinden in de Onderwijs‐ en Examenregeling (OER), Artikel 7.4 Bindend studieadvies (via www.uu.nl/gw/studiepunt > Onderwijsregelingen > onderwijs‐ en examenregelingen > OER‐en Bacheloropleidingen > Algemene OER Bacheloropleidingen. 

Page 8: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

10

2 De rol van de tutor Als tutor ben je het eerste aanspreekpunt voor eerstejaarsstudenten TCS. Je hebt een coachende taak bij de studiebegeleiding: je spreekt de student aan op zijn studievoortgang en ‐houding, inventariseert knelpunten, begeleidt bij het kiezen van vakken en oriëntatie binnen de studie. Je hoeft geen vakinhoudelijke specialist te zijn, maar je moet de student wel begeleiden bij het zoeken naar informatie. Kortom: de tutor volgt en begeleidt de eerstejaarsstudent.  Een tutor heeft circa 15 studenten in een tutorgroep. In zijn of haar aanstelling is hiervoor 0,035 fte (oftwel 55 uur per jaar/5 uur per maand) gereserveerd. Als tutor heb je contact met je studenten via de mail, telefoon of je maakt gebruik van (inloop) spreekuren. Tevens organiseer je enkele tutorgroepsbijeenkomsten (lees hier meer over in hoofdstuk 3). Maak hier tijdens de eerste bijenkomst met elkaar afspraken over. Contactgegevens en actuele spreekuren worden vermeld op de site van TCS: www.uu.nl/gw/tcs > contact. Geef wijzigingen tijdig door aan de tutorcoördinator  (Sigrid Botzen).  2.1  Taken van de tutor Studeren in het hoger onderwijs stelt nieuwe eisen in vergelijking met de middelbare school, met name:   leren omgaan met grotere hoeveelheden leerstof vereist aanpassing van 

vertrouwde studiemethoden;  grote (zelf)verantwoordelijkheid voor eigen leerproces en studiekeuze. TCS‐studenten hebben bovendien nog een studie gekozen met een zeer grote keuzevrijheid. Het tutoraat is ingesteld om studenten te helpen om eventuele problemen op genoemde punten snel onder controle te krijgen. In het algemeen kunnen de doelen van het tutoraat als volgt worden omschreven:  studenten ‘wegwijs’ maken in de universitaire en facultaire wereld;  advies en begeleiding bij studie‐inhoudelijke keuzes;   advies/doorverwijzing naar studieadviseur bij studieproblemen.   Dit leidt tot de volgende taken voor de tutor:  2.1.1  Monitoren en bespreken van studievoortgang 

Ondanks goede voorlichting is het voor eerstejaarsstudenten nog maar de vraag of ze de juiste studie hebben gekozen.   

67

 4. In je rol van Professional Hoe heb  je  je  academische ontwikkeling  ervaren?  Je  kunt hier ook  terugverwijzen naar  je  eerdere  reflecties.  Beschrijf  hier  ook  je  ervaringen met  samenwerken  en eventueel de invloed van activiteiten buiten je studie op je persoonlijke ontwikkeling. En,  ten  slotte, wat  zijn  je  toekomstplannen  als  TCS‐er?  Ben  je  van  plan  om  een Master te gaan doen, en zo  ja, welke? Licht  je keuze toe. Zo nee, heb  je misschien andere plannen ontwikkeld?  Inleveren Deze vierde reflectie neem je op in je portfolio bij het afronden van de cursus KLM. Heb je die al in je tweede jaar gedaan, dan kun je de reflectie ook op een later tijdstip nog  aanpassen  en  dan  de  definitieve  versie  in  je  portfolio  plaatsen. De  versie  die klaar is tijdens KLM wordt beoordeeld.  Beoordeling Deze reflectie wordt beoordeeld door de KLM‐werkgroepdocent.   Tot slot Het portfolio als geheel moet worden goedgekeurd door de examencommissie om te kunnen afstuderen. De examencommissie beoordeelt je portfolio aan de hand van de volgende vragen: 

1. Is er minimaal vier keer gereflecteerd zijn, d.w.z.  in het kader van de TOC, BO, stage (of buitenlandstudie) en KLM?  

2. Zijn alle reflecties met een voldoende beoordeeld? 3. Is  er  voldoende  bewijsmateriaal  in  het  portfolio  opgenomen,  dat  de 

reflecties onderbouwt?   Extra Bijlage bij Portfolio: eindtermen opleiding TCS  Het doel van de opleiding  

1. Studenten verwerven specifieke kennis, vaardigheden en inzichten op het gebied van de geesteswetenschappen (ook wel humaniora of cultuurwetenschappen) in het algemeen, en op het gebied van  één van de hoofdrichtingen binnen Taal‐ en cultuurstudies in het bijzonder. Dit betekent dat de afgestudeerde:  

Page 9: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

66

eindwerkstuk.  De  bedoeling  van  deze  opdracht  is  echter  om  deze  resultaten  bij elkaar te brengen door ze vanuit een metaperspectief te bekijken.  

Gedurende de cursus Kennis, Letteren en Maatschappij heb  je geleerd hoe je vanuit een  (wetenschapsfilosofisch) metaperspectief over de methodes, vorm en maatschappelijke betekenis van wetenschap (en dan in het bijzonder toegespitst op je  hoofdrichting)  kunt  nadenken.  Het  is  nu  de  bedoeling  dat  je  vanuit  eenzelfde perspectief nadenkt over  je eigen wetenschappelijke  inzichten en vaardigheden die je gedurende  je bachelortraject hebt opgedaan. Hieronder staan de criteria waarop je reflectie wordt beoordeeld plus een korte toelichting.  Toelichting ‐ algemeen Het is niet genoeg dat je alleen zegt dat je iets hebt gedaan of geleerd, maar je moet daarbij ook meteen toelichting geven. Noteer dus niet alleen dat je  in een bepaalde cursus hebt geleerd een onderzoeksvoorstel  te  schrijven, maar  leg ook uit wat dat onderzoeksvoorstel  dan  precies  inhield:  onderwerp,  methode,  theoretische perspectief,  conclusies,  discussiepunten  etc. Op  deze manier  laat  je  heel  concreet blijken  dat  je  aan  de  eindtermen  van  TCS  voldoet.  Je  kunt  in  deze  reflectie  ook terugkijken op de eerdere reflecties.  1. In je rol van onderzoeker Laat  zien  dat  je  zelfstandig  een  wetenschappelijk  onderzoek  kunt  opzetten  en uitvoeren.  Reflecteer  op  je  keuze  van  onderzoeksobject,  methode,  theoretische kader en maatschappelijke plus wetenschappelijke  relevantie,  zoals  je  in de  cursus KLM hebt geleerd. Voeg bewijsmateriaal  in de vorm van papers  (op niveau 3)  toe. Ook mondelinge vaardigheden tellen mee.  2. In je rol van specialist Beschrijf  hier  de  belangrijkste  uitgangspunten  van  je  hoofdrichting.  Met  welke vragen houdt men zich  in  jouw specialisatie bezig en waarom zijn die vragen  (voor jou)  belangrijk? Heb  je  je  de wijze  van  denken  van  jouw  hoofdrichting  voldoende eigen  gemaakt?  Verwijs  hierbij  zoveel  mogelijk  naar  papers  en  ander bewijsmateriaal, die je overwegingen kunnen staven.   3. In je rol van intellectueel Laat  zien  dat  je  je  hoofdrichting  en  specialisatie  kunt  plaatsen  in  een  bredere wetenschappelijke  en  maatschappelijke  context.  Het  is  de  bedoeling  dat  je verbanden  legt  tussen  je  eigen  hoofdrichting  en  andere  vakgebieden  waarin  je cursussen hebt gevolgd.  

11

2.1.2  Adviseren en begeleiden bij het kiezen van vakken Een TCS‐student heeft gekozen voor een opleiding waarin veel te kiezen valt. De tutor helpt studenten die geen keuze kunnen maken, bijvoorbeeld omdat ze te weinig weten van de inhoud van bepaalde cursussen, of nog geen idee hebben in welke richting ze zich willen specialiseren. Maar ook de studenten die al wel een richting hebben bepaald, willen graag overleggen met hun tutor. Je kunt dan bijvoorbeeld gaan kijken naar interessante minors/bijvakken. Voor specifieke vragen over de hoofdrichting, voor zover deze niet te beantwoorden zijn met informatie uit de digitale studiegids of met eigen kennis op dat gebied, verwijst de tutor door naar de Hoofdrichtingsadviseur (zie voor namen en contactgegevens: www.uu.nl/gw/tcs > contact). Het studieprogramma is te vinden via: www.uu.nl/gw/tcs > studieprogramma  Er wordt geen papieren versie van de studiegids meer uitgegeven.  Belangrijk: Lees zelf de informatie goed door, neem bij vragen over het studieprogramma gerust contact op met een van de studieadviseurs. 2.1.3  Informeren over praktische zaken m.b.t. de studie 

Allerlei praktische zaken die na een jaar vanzelfsprekend zijn geworden, zoals de gang van zaken rondom cursusinschrijving (data, plaatsingscommissies, Osiris Student) tentamenregelingen, ziekmeldingen, bereikbaarheid en contact met docenten etc. zijn onbekend voor een eerstejaarsstudent. Geef uitleg en tips waar student deze informatie kan vinden. De site van het studiepunt is hierbij een goed uitgangspunt: www.uu.nl/gw/studiepunt  2.1.4  Begeleiden en stimuleren van studenten tot studeren 

Sommige studenten hebben de tutorgroep nog nodig als ondersteuning van het eigen handelen. Voor hen kan het goed zijn om in de groep een studieplan te maken en onderling te bespreken, afspraken te maken over bijv samen studeren, problemen bij het studeren bespreken en tips uitwisselen etc.   2.1.5  Verslaglegging in Osiris 

Het College van Bestuur heeft bepaald dat alle begeleidingsnotities vastgelegd moeten worden in Osiris. In de web‐module Osiris Begeleider (www.uu.nl/osirisbegeleider) moeten alle studentenbegeleiders hun notities noteren. Op die manier blijft het begeleidingsdossier van een student zo compleet mogelijk. Dat is van groot belang bij formele zaken als het vaststellen van het 

Page 10: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

12

Bindend Studieadvies en financiële steun in geval van vertraging door overmachtsituaties.  Iedere tutor en hoofdrichtingsadviseur krijgt toegang tot deze begeleidings‐module om zijn/haar notities in te voeren. De gespreksaantekeningen van de tutor kunnen kort zijn: welke onderwerpen zijn er besproken, de studievoortgang, studieplanning en het BSA. Houd daarbij de structuur van de gespreksformulieren (Bijlage 1) aan. Volg de instructies uit de handleiding (Bijlage 3). Je kunt binnen de UU direct inloggen op het systeem. Ook is het mogelijk om vanuit huis in te loggen – dat gebeurt door middel van SMS‐authenticatie. Zie daarvoor de handleiding (Bijlage 2). Uiteraard kan de tutorcoördinator nadere toelichting geven als dat nodig is.  Belangrijk! Authorisatie notities Alle notities die de tutor in de Begeleidingsmodule invoert zijn vertrouwelijk van aard. Niemand kan daar bij zonder toestemming van de auteur. Wel moeten de studieadviseurs inzicht krijgen in de notities van de andere studentenbegeleiders. Daarvoor moet de tutor de studieadviseurs expliciet toegang geven. Eenmaal ingelogd moet je daarvoor eerst een student invullen. Bij het studenten dossier in tabblad ‘notities’ zie je een knop ‘Autorisatie’. In het scherm Autorisatie kun je de studieadviseurs van TCS, Sigrid Botzen en Dianne Draper, “beperkte toegang” verlenen. Klik die namen aan (eerst het + teken aanklikken). Zie ook Bijlage 3 met uitgebreide instructies  2.1.6   Portfolio (instrument voor tutorbegeleiding) 

Studenten Taal‐ en cultuurstudies moeten verplicht een portfolio bijhouden tijdens hun studie. Het doel van het portfolio is reflectie op de inhoud van de studie en op de eigen ontwikkeling als onderzoeker, specialist, intellectueel en professional (deze rollen worden binnen het portfolio onderscheiden). Voordat de student het bachelorexamen Taal‐ en cultuurstudies gaat aanvragen moet het portfolio goedgekeurd zijn door de hoofdrichtingsadviseur. Het bijhouden van het portfolio is bij Taal‐ en cultuurstudies een vereiste voor het behalen van het bachelorexamen. Sinds 2010/2011 is het portfolio compleet nieuw van opzet, lees alle informatie hierover goed door (Bijlage 7) en benader evt de studieadviseur bij vragen. Studenten die zijn gestart voor 2010 gebruiken nog het ‘oude’ portfolio. NB. Deze website is nog tot september 2012 beschikbaar.    

65

 2. In je rol van specialist Waren  je  kennis,  inzicht  en  vaardigheden  voldoende  op  om  de  cursussen  in  het buitenland  succesvol af  te  sluiten? Vond  je de  cursussen daar moeilijker? Waarom wel/niet?   3. In je rol van intellectueel Op welke manier heeft  je studie  in het buitenland bijgedragen aan  je algemene en culturele ontwikkeling, respectievelijk je brede en vakoverstijgende blik? Heb je meer geleerd over je positie als intellectueel in de maatschappij?  4. In je rol van Professional Op welke punten heb je je verder ontwikkeld als academicus?  Geef daarbij meteen aan  bij  welke  cursussen  je  wat  geleerd  hebt.  Hoe  was  het  contact  met medestudenten en docenten aan de buitenlandse universiteit? Geef een vergelijking tussen  de  Universiteit  Utrecht  en  de  buitenlandse  universiteit  op  het  gebied  van samenwerking, cursusniveau, de inrichting van colleges, manier van beoordelen etc. Heb  je door  je studie  in het buitenland  (andere)  ideeën gekregen over wat  je na  je bachelor wil gaan doen (master/baan/iets anders)?  N.B. Het onderstaande geldt zowel voor situatie A als B:  Inleveren 

Zet deze  reflectie‐opdracht  z.s.m. na de  afronding  van  je  stage of  je  studie  in  het buitenland  in  je  portfolio.  Vergeet  niet  je  stageverslag  of  je  buitenlandverslag  (of andere producten van de stage of studie in het buitenland) toe te voegen.  Beoordeling Deze  reflectie  wordt  beoordeeld  door  de  hoofdrichtingsadviseur  (terwijl  het stageverslag wordt beoordeeld door de stagedocent). De adviseur kan je vragen een korte  versie  van  je  verslag  te  plaatsen  op  de  ontmoetingsplaats  voor  de hoofdrichting.  Reflectie‐opdracht 4 [1250 ‐ 1500 woorden] De bedoeling van deze vierde en  laatste  reflectie  is dat  je  laat zien of en op welke wijze  je voldoet aan de eindkwalificaties van de opleiding TCS. Voor een groot deel kan dat uiteraard beoordeeld worden aan de hand van de behaalde resultaten voor niveau  3  cursussen,  je  stageverslag  (of  buitenlandstudie)  en  je  bachelor‐

Page 11: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

64

1. In je rol van onderzoeker [alleen indien van toepassing] Heb je de kennis  over je hoofdrichting/vakgebied en je onderzoeksvaardigheden kunnen gebruiken binnen je stage?   2. In je rol van specialist [alleen indien van toepassing] Had je genoeg kennis en vaardigheden opgedaan in je vakgebied om je stage te  volgen? Heb je veel bij moeten leren?   3. In je rol van intellectueel Heb  je  tijdens  je  stage  gemerkt  hoe  sterk  je  analytische  en  probleemoplossend vermogen  was?  Indien  dit  vermogen  niet  voldoende  bleek,  hoe  heb  je  dit  dan verbeterd?  In  hoeverre  heb  je  tijdens  je  stage  kritisch  nagedacht  over  je  eigen functioneren?  Heb  je  tijdens  je  stage  een  beter  beeld  gekregen  van  je  sterke  en zwakke punten? Heeft  je  interdisciplinaire opleiding bijgedragen aan het  succesvol volgen van je stage?  4. In je rol van Professional  Wat  heb  je  tijdens  je  stage  geleerd  over  samenwerken,  planning,  respectievelijk zelfstandig, zorgvuldig en stress‐vrij werken? Heb je je communicatieve vaardigheden verder ontwikkeld; en zo ja, hoe? In hoeverre heb je geleerd om te gaan met en open te  staan  voor  kritiek op  je verrichtingen? En  tot  slot de belangrijkste  vragen  in dit verband: hoe past  je  stage  in  je  studie?  In hoeverre heeft  je  stage geholpen bij  je oriëntatie op de arbeidsmarkt? Heb je door je stage (andere) ideeën over je wat je na je bachelor wil gaan doen (master/baan/iets anders)?  [B] Reflectie op studie in het buitenland 

Als je een semester in het buitenland gaat studeren leer je niet alleen heel veel over jezelf, maar ook heel  veel over  je academische  vaardigheden, omdat  je  ze op een buitenlandse universiteit – waar vaak andere conventies gelden – kan inzetten. Begin je  reflectie  met  een  zorgvuldige  beschrijving  van  de  gevolgde  cursussen.  Ga vervolgens aan de hand van de vier rollen in op de ontwikkeling van je academische vaardigheden.  1. In je rol van onderzoeker In hoeverre hebben  je onderzoekvaardigheden  (opgedaan bij TCS) bijgedragen aan het  succesvol  afsluiten  van  cursussen  op  de  buitenlandse  universiteit?  Gebruikte men daar dezelfde onderzoeksmethodes? Zo nee, welke nieuwe methode(s) heb  je geleerd? 

13

Instrument voor tutorbegeleiding Bij de tutorbegeleiding wordt gebruik gemaakt van het (nieuwe) portfolio, zie Bijlage 7 voor uitgebreide uitleg over dit portfolio.Tijdens de TOC cursussen in blok 1 en 2 krijgen de studenten een specifieke training in het gebruik van het portfolio. Gebruik het portfolio en dan met name de eerste reflectie bij de tutorgesprekken. De student moet de tutor wel specifiek toegang geven in het Portfolio; vraag ze dit te doen voordat je individuele gesprekken gaat houden! Het portfolio is te vinden via Blackboard, op de persoonlijke pagina van de student (MY WebCT/My Blackboard). Tijdens de introductieweek is er een instructiemoment ingepland (inloggen en invoeren van de motivatiebrief).  2.1.7   Communicatie (aandachtspunten m.b.t. het gebruik van mail) 

Het is gebleken dat TCS studenten hun solis‐mail niet of nauwelijks gebruiken, dat leidt tot ernstige storingen in communicatie (bij tutoraat, bij BSA, rond voorlichting en inschrijving). Het is daarom goed wanneer docenten en medewerkers in hun mailwisseling met studenten benadrukken dat TCS‐ers hun solismail moeten gebruiken. Een handig hulpmiddel daarbij is een 'signature' in outlook: dan kun je met één klik een vriendelijk verzoek versturen. Hieronder een instructie voor het instellen van een dergelijke handtekening.  We raden alle TCS docenten, tutoren en HR‐adviseurs aan dit ook te doen.    Ga naar outlook‐mail: > Tools > Options > Mail Format > Signatures > new... geef naam (bv: solis‐reminder)  > next  Type je tekst in, bijvoorbeeld:  Ik zie dat je dit bericht niet verstuurd hebt vanuit je solismail account. Voor goede communicatie tussen TCS‐studenten en hun opleiding en hun docenten of tutor is het van groot belang dat je je solismail gebruikt en regelmatig bekijkt. Belangrijke informatie verdwijnt anders in spam filters. Ik wil je daarom vragen je mail opnieuw vanuit solismail te versturen. Ik zal je dan zo snel mogelijk antwoorden.  Alvast bedankt! > finish > ok 

Page 12: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

14

> ok  De handtekening zet je door het icoontje met handtekenende hand aan te klikken of via: insert > signature.  2.2 Onderscheid tutor, studie‐ en hoofdrichtingsadviseur Als tutor heb je een voornamelijk coachende rol en ben je het eerste aanspreekpunt voor eerstejaarsstudenten. Waar nodig verwijs je door naar de studieadviseur of hoofdrichtingsadviseur.   2.2.1  Hoofdrichtingsadviseurs 

De hoofdrichtingsadviseurs stellen ieder jaar de hoofdrichtingen samen en geven advies hierover aan studenten. Dat gebeurt tijdens een grote hoofdrichtingsvoorlichting in het voorjaar (wo 22 mei o.v.) en tijdens spreekuren of op afspraak. Studenten met inhoudelijke vragen over een hoofdrichting kunnen contact opnemen met de betreffende hoofdrichtingsadviseur. De hoofdrichtingsadviseurs werken meestal per mail, soms ook op afspraak of met inloopspreekuren. Contactgegevens en actuele spreekuren vind je op de site van TCS: www.uu.nl/gw/tcs > contact.   Als tutor kun je studenten dus doorverwijzen bij specifieke vragen die over de hoofdrichting gaan – voor zover deze niet te beantwoorden zijn met de informatie van de website TCS over het studieprogramma of met je eigen kennis op het gebied. Op de volgende bladzijde is een overzicht gegeven van de hoofdrichtingsadviseurs met contact informatie zoals op dit moment bekend (houd voor wijzigingen, actuele spreekuren etc altijd de site van TCS in de gaten).  NB: eerstejaarsstudenten moeten zich aan het eind van periode 4 en bij voorkeur voor 1 juli (maar i.i.g. voor 1 sept.) geregistreerd hebben voor een hoofdrichting. Dit doen ze via een formulier (www.uu.nl/gw/tcs > studieprogramma > formulieren). Hierop vullen ze zowel de hoofdrichting als de te volgen cursussen in. Wijzigen van een hoofdrichting kan tussentijds. Hiervoor kunnen studenten, zodra ze 120 ects hebben behaald een nieuw registratieformuleir indienen bij de examencommissie TCS. Het combineren van 2 hoofdrichtingen en/of het samenstellen van een eigen hoofdrichting is ook mogelijk. Verwijs de student hiervoor naar de studieadviseur. 

63

  4. In je rol van professional  Heb je in vakken in groepen gewerkt aan een opdracht of presentatie? Zo ja, hoe ging dit en wat was jouw rol hierbinnen. Wat vond je moeilijk aan samenwerken? Werk je liever  alleen  of  in  een  groep  en waarom?  Ben  je  tevreden met  de  keuze  van  je hoofdrichting?  Heeft  de  basiscursus  onderzoek  dit  bevestigd?  Doe  je  nog  dingen buiten je studie die meehelpen aan jouw ontwikkeling als Professional? Beschrijf een belangrijk leermoment.  Inleveren 

Lever deze reflectie in bij je onderzoeksverslag van de Basiscursus Onderzoek en zet deze  reflectie daarna meteen  in  je portfolio. Vergeet niet om bewijsstukken  toe  te voegen (essays, onderzoeksverslagen, presentaties, e.d.).  Beoordeling De  tweede  eerste  reflectie wordt  beoordeeld  door  de  docent  van  de  Basiscursus Onderzoek.  Reflectie‐opdracht 3 [1000‐1250 woorden] 

 Deze reflectie schrijf je in het kader van je stage of van je studie in het buitenland. In beide gevallen begin je met de stageoriëntatie (voor iedereen verplicht!) en blik je na afloop terug op je stageperiode of je verblijf in het buitenland.   Deze  instructie bestaat uit  twee delen.  In het  eerste deel  vind  je de opdracht die hoort bij het reflecteren op je stage en in het tweede deel de opdracht die gericht is op reflectie op je studie in het buitenland. De onderstaande vragen kun je als richtlijn gebruiken;  uiteraard mag  je  ook  andere  overwegingen  toevoegen. Het  is  in  ieder geval wel de bedoeling dat je uitwerking ervan uit een lopende tekst bestaat met een logische opbouw. Zorg er bovendien voor dat je tekst ook te begrijpen is voor iemand die deze opdracht niet kent.  [A] Reflectie op de stage 

Tijdens je stage leer je uiteenlopende dingen over jezelf, je vaardigheden en over de praktijk van je vakgebied. In deze reflectie kijk je hier kritisch op terug.    

Page 13: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

62

Inleveren Zet de reflectie uiterlijk op 31 januari 2011 (= eind blok 2) in je portfolio. Vergeet niet de  bewijsstukken  (papers,  opdrachten  e.d.)  toe  te  voegen.  Een  voldoende beoordeling  van  deze  eerste  reflectie  geldt  als  voorwaarde  voor  eindcijfer  van  de TOC.   Beoordeling Deze  eerste  reflectie  wordt  beoordeeld  door  de  docent  die  de  portfolio‐training verzorgt, in samenspraak met de TOC docent.  Reflectie‐opdracht 2 [1000 ‐ 1250 woorden] 

 In deze  tweede  reflectie opdracht zul  je  jezelf weer moeten verplaatsen  in de vier rollen, en dan  in het bijzonder met betrekking  tot de kennis die  je hebt opgedaan tijdens  de  Basiscursus  Onderzoek.  De  onderstaande  vragen  kun  je  als  richtlijn gebruiken;  uiteraard mag  je  ook  andere  overwegingen  toevoegen. Het  is  in  ieder geval wel de bedoeling dat je uitwerking ervan uit een lopende tekst bestaat met een logische opbouw. Zorg er bovendien voor dat je tekst ook te begrijpen is voor iemand die deze opdracht niet kent.  1. In je rol van onderzoeker Hoe gaat onderzoek in je hoofdrichting te werk? Zou je al een zelfstandig onderzoek in  je  vakgebied  kunnen  uitvoeren  dat  voldoet  aan  de  goede  eisen?  Welke onderzoeksmethodes heb je geleerd? Heb je al kennis gemaakt met interdisciplinaire onderzoeksmethoden en –vaardigheden?  2. In je rol van specialist Wat  heb  je  geleerd  over  de  verschillende  manieren  van  denken  binnen  je vakgebied/hoofdrichting? Heb  je het  idee dat  je al beschikt over kennis,  inzicht en vaardigheden op een vakgebied? Zo  ja, hoe heb  je deze kennis verkregen? Zo nee, hoe  ga  je  deze  kennis  in  de  toekomst  verkrijgen?  Heb  je meerdere  vakgebieden binnen je hoofdrichting? Zo ja, heb je al gekozen welke kant je op gaat?  3. In je rol van intellectueel Met welke onderwerpen houden  je medestudenten van je hoofdrichting zich bezig? Wat zijn de verschillen? Heb je (onverwachte) verbindingen kunnen leggen tussen de verschillende vakgebieden, zo ja, welke? 

15

2.2.2 Contactgegevens hoofdrichtingsadviseurs 2012‐2013  Hoofdrichting  

Hoofdrichtings‐adviseur 

Bereikbaarheid 

Amerikanistiek  Jaap Verheul  Spreekuur op afspraak. Drift 10, 2.03. Bereikbaar via de mail [email protected].  

Antieke Cultuur  Michel Buijs  Spreekuur op afspraak.   Drift 10, kamer 3.05 Telefonisch bereikbaar op 030‐2536471 en via mail: [email protected].  

Communicatiekunde  Henk Pander Maat 

Trans 10, kamer 158.A (via de achtertuin van Trans 10). Telefonisch bereikbaar op 030‐2538167 en via mail: [email protected] 

Film‐ en Televisiewetenschap 

Berber Hagedoorn 

Muntstraat 2a, kamer 1.04. Via mail bereikbaar: [email protected]  

Postcolonial and Gender Studies 

Eva Midden  Muntstraat 2a, kamer 1.03. Via mail bereikbaar: [email protected]  

Renaissance Studies (Kunst, cultuur en geschiedenis 1450–1750) 

Feike Dietz  

Trans 10, kamer 1.65, (via de achtertuin van Trans 10). Telefonisch bereikbaar op 030‐2538310 en via mail:  [email protected] 

Moderne Kunst, cultuur en geschiedenis  

Hestia Bavelaar  

Drift 8, kamer 2.01. Via mail bereikbaar: [email protected]   

Latijns‐Amerika Studies  Paula Jordão  Trans 10, kamer 1.20. Via mail bereikbaar: [email protected] 

Middeleeuwen  Frank Brandsma  Spreekuur op vrijdag van 11‐12.   Trans 10, kamer 2.22a. Telefonisch bereikbaar op 030‐2538234 en via mail: [email protected] 

Moderne Letterkunde  Sven Vitse  Trans 10, kamer 2.46 (via de achtertuin van Trans 10). Telefonisch bereikbaar op 030‐2538314 en via mail: [email protected]  

Nieuwe Media en Digitale Cultuur 

Sanne Koevoets  KNG 20, kamer 1.12. Via mail bereikbaar: [email protected]  

Politieke Geschiedenis en Internationale 

Jacco Pekelder   Inloopspreekuur op maandag 13.30 – 14.30 uur. Drift 10, kamer 1.01. Via 

Page 14: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

16

Betrekkingen  mail bereikbaar: [email protected] en evt telefonisch: 030‐2537789  

Religie en Cultuur  Dirk‐Martin Grube 

Spreekuur op afspraak. Trans 14, kamer 1.02. Telefonisch bereikbaar op 030‐2539407 en via mail: [email protected] 

Taal en ontwikkeling  Martin Everaert  Trans 10, kamer 2.19  Telefonisch bereikbaar op 030‐2536528 en via mail: [email protected] 

Taal en Cognitie  Martin Everaert  Zie boven   2.2.3   Studieadviseur 

De studieadviseurs voor Taal‐ en Cultuurstudies zijn Sigrid Botzen en Dianne Draper. Tutoren werken veel samen met de studieadviseurs. Beiden houden zich bezig met de studiebegeleiding. Bij de studieadviseur kan de student terecht met vragen over de studieplanning en exameneisen, waar de tutor niet uitkomt. Maar de studieadviseur wordt met name geconsulteerd als er sprake is van vragen en problemen rond bijv. studievertraging, speciale regelingen, vrijstellingen of studiefinanciering. Ook als een student door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden vertraging oploopt wordt ten zeerste aanbevolen zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de studieadviseur. Deze heeft ook de taak de individuele studievoortgang van studenten in het oog te houden. Als de studieresultaten daar aanleiding toe geven nodigen zij de student uit voor een gesprek. Ook als er persoonlijke problemen spelen, vangt de studieadviseur in eerste instantie op en verwijst indien nodig door naar studentenpsychologen, ‐decanen of studieloopbaanadviseurs. Studenten met een handicap, chronische ziekte en/of functiebeperking dienen zich bij aanvang van de studie te melden bij de studieadviseur. Zij kunnen mogelijk in aanmerking komen voor een ‘contract onderwijsvoorzieningen’ (zie Bijlage 5).   Contactgegevens studieadviseurs TCS  Sigrid Botzen: (TCS) Trans 10, kamer 0.62, tel. 030‐253 8140 Mail: [email protected] (voor studenten: [email protected]) Aanwezig: maandag, dinsdag, donderdag (en vrijdag alleen per mail) 

61

Extra bijlage bij Portfolio: Reflectie‐opdracht 1 [750 – 1000 woorden]    Deze eerste reflectie‐opdracht heeft betrekking op de inzichten die je hebt opgedaan tijdens de eerste twee onderwijsperiodes bij Taal en Cultuur Studies, toegespitst op de  verschillende  rollen  die  je  tijdens  je  opleiding  zult  (leren)  aannemen.  De onderstaande  vragen  kun  je  als  richtlijn  gebruiken;  uiteraard mag  je  ook  andere overwegingen  toevoegen. Het  is  in  ieder geval wel de bedoeling dat  je uitwerking ervan uit een  lopende  tekst bestaat met een  logische opbouw. Zorg er bovendien voor dat je tekst ook te begrijpen is voor iemand die deze opdracht niet kent.  1. In je rol van onderzoeker Heb  je  in  andere  cursussen  dan  Schrijven  en  Presenteren  al  iets  geleerd  over  de manier waarop  je  een wetenschappelijk werkstuk  schrijft?  Zo  ja, wat dan? Heb  je daarbij verschillen ontdekt met de werkwijze  in Schrijven en Presenteren? Heb  je al een presentatie moeten geven over een onderzoek dat  je had gedaan? Zo  ja, hoe ging dat?   2. In je rol van intellectueel.  Met welke onderwerpen houden de wetenschappers in de vakgebieden waartoe de door  jou gevolgde cursussen behoren, zich bezig? Welke gegevens (data) gebruiken zij  bij  hun  onderzoek? Welke  onderzoeksmethoden  ben  je  tegengekomen?  Denk hierbij  met  name  terug  aan  de    stof  die  tijdens  de  door  jou  gekozen  TOC  is behandeld. Zijn er al momenten geweest waarop  je  je  realiseerde dat  je over een bepaald  onderwerp  in  een  andere  cursus  ook  iets  had  geleerd?  Zo  ja, wat  dan?  Waren er verschillen in benadering?  3. In je rol van specialist Heeft de studie tot nu toe je al op het spoor gezet van een mogelijke hoofdrichting? Licht toe.  4. In je rol van professional  In  deze  rol  reflecteer  je  op  de  keuzes  die  je  hebt  gemaakt.  De  volgende  vragen kunnen  daarbij  van  belang  zijn:  ben  je  tevreden  met  je  keuze  om  TCS  te  gaan studeren? Wat viel tegen, wat viel mee? Wat is het meest interessante dat je tot nu toe geleerd hebt? Was het moeilijk om  je vakken  te kiezen voor blok drie en vier? Wat  heb  je  bij  je  keuze  laten meewegen  (b.v.  interesse, mogelijke  hoofdrichting, keuze van anderen, rooster)?   

 

Page 15: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

60

4. het eindproduct van de basiscursus onderzoek 5. het stageverslag of een reflectieverslag van het verblijf in het buitenland 6. het dossier van de cursus KLM  7. het bacheloreindwerkstuk 

 Het  portfolio  vind  je  op  WebCT,  op  je  persoonlijke  pagina  (MY  WebCT/My Blackboard).  Tot slot Het portfolio als geheel moet worden goedgekeurd door de examencommissie om te kunnen afstuderen. De examencommissie beoordeelt je portfolio aan de hand van de volgende vragen:  

1. Is er minimaal vier keer gereflecteerd zijn, d.w.z.  in het kader van de TOC, BO, stage (of buitenlandstudie) en KLM?  

2. Zijn alle reflecties met een voldoende beoordeeld? 3. Is  er  voldoende  bewijsmateriaal  in  het  portfolio  opgenomen,  dat  de 

reflecties onderbouwt?   Ouderejaars TCS (begonnen voor september 2010) Het  nieuwe  portfolio wordt  ingevoerd  voor  de  studenten,  die  in  september  2010 beginnen met TCS. Ouderejaars werken in principe met het oude portfolio. Zij mogen – op eigen risico! – overstappen naar het nieuwe portfolio. In dat geval maken zij de reflectieopdrachten nieuwe stijl, maar combineren zij die met het studieplan en het overzicht van de academische vaardigheden uit het oude portfolio. Zij werken  in de praktijk dus aan 2 portfolio’s.   Extra Bijlagen:  

- de vier reflectieopdrachten;  - ‐de eindtermen van de opleiding TCS 

17

 Dianne Draper: (TCS en RenT) Trans 10 kamer 0.62, tel. 030‐253 1959 Mail: [email protected] (voor studenten: [email protected]) Aanwezig: woensdag en donderdag bij TCS, maandag en dinsdag bij RenT.   Inloopspreekuren:  maandag 11.00‐12.00 uur, woensdag 15.00‐16.00 uur en donderdag 11.00‐12.00 uur   Telefonische spreekuren op 030‐253 8140: maandag 10.00‐11.00 uur, woensdag 14.00‐15.00 uur en donderdag 10.00‐11.00 uur.  Actuele contactgegevens en (wijzigingen) spreekuren zijn altijd te vinden op: www.uu.nl/gw/studiepunt  > Begeleiding en advies > studieadviseur of www.uu.nl/gw/tcs > contact > studieadviseur  2.3 Doorverwijzen naar de studieadviseur 2.3.1 Bijzondere omstandigheden die leiden tot studievertraging 

Als er bijzondere studievertragende omstandigheden zijn, is het van groot belang de student snel door te verwijzen naar de studieadviseur. Onder bijzondere omstandigheden vallen onder meer: (langdurige) ziekte (bijvoorbeeld ziekte van Pfeiffer), bijzondere familieomstandigheden, een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis en zwangerschap. Ook bij dreiging van dergelijke omstandigheden is doorverwijzing naar de studieadviseur wenselijk. De reden daarvoor is dat de studievertraging nadelige gevolgen kan hebben voor de student voor het Bindend Studieadvies en voor de studiefinanciering.  De Universiteit Utrecht kan vertraging deels compenseren door middel van het toekennen van afstudeersteun. Inschakeling van de studieadviseur is daarvoor vereist.  Als studenten tijdens hun beursperiode (de eerste vier jaar van de studiefinanciering) door bijzondere omstandigheden vertraging oplopen dan kunnen zij in aanmerking komen voor afstudeersteun. De maanden van de vertraging worden door de Commissie financiële ondersteuning in de vorm van afstudeersteun vergoed.  De Commissie financiële ondersteuning neemt bij de beoordeling van de aanvraag van een student uitsluitend het advies van de studieadviseur in aanmerking. Voorwaarden voor een positief advies zijn: 

Page 16: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

18

1. De student is bekend bij de studieadviseur (vanaf het moment van de vertraging; de tutor moet zo snel mogelijk doorverwijzen. 

2. De student wordt begeleid door de studieadviseur. De studieadviseur kan de student bijvoorbeeld adviseren studiefinanciering tijdelijk stop te zetten of uit te schrijven aan de Universiteit Utrecht. 

 Het is dus van het grootste belang dat in geval van bijzondere omstandigheden de student direct wordt doorverwezen naar de studieadviseur. Als de student geen contact opneemt met de studieadviseur kan dat ernstige financiële gevolgen hebben.  2.3.2  Studievaardigheidsproblemen 

Er zijn twee mogelijkheden als een tutor constateert dat bij de student sprake is van studievaardigheidsproblemen:  de tutor kan de student zelf begeleiden;  de tutor verwijst de student door.  Vaak moet een eerstejaarsstudent erg wennen aan de eisen die op academisch niveau aan hem gesteld worden. Samen de zaken doorspreken en analyseren waar iets fout is gelopen, verheldert al veel. Uiteraard kan de tutor ook aangeven hoe een student het zou kunnen aanpakken: hoe zet je een werkstuk op, hoe plan je leeswerk voor een tentamen, etc. Als de tutor van mening is dat een student beter een cursus bij het Centrum Onderwijs & Leren zou moeten volgen (cursussen of workshops op het gebied van academisch leren, studieaanpak, tentamenvoorbereiding & plannen, werkstukken schrijven, etc.) dan kan de student direct doorverwezen worden (www.uu.nl/onderwijsenleren of www.uu.nl/opkikker). De student kan zich zelf aanmelden. Er is tevens wekelijks een inloopspreekuur op dinsdag van 15.30‐16.30 uur voor een advies of inhoudelijke vragen over het aanbod van het Centrum Onderwijs en Leren (voorheen Ivlos).  2.3.3  Twijfels over studiekeuze 

De tutor kan in eerste instantie met de student over de twijfels een gesprek voeren. Als de student nog geen duidelijk alternatief heeft geformuleerd, is doorverwijzing naar de studieadviseur mogelijk. Een belangrijk punt van bespreking kan zijn of een universitaire opleiding voor de student geschikt is of dat een HBO‐opleiding beter bij hem/haar past.  Doorverwijzing naar centrum Studiekeuze van de UU/HU op de Uithof is een goede optie (www.centrumstudiekeuze.nl). Daar is uitgebreide documentatie aanwezig 

59

‐‐ Reflectie‐opdracht 2 De tweede reflectie wordt geschreven tijdens de basiscursus onderzoek (blok 1 of 2 van  jaar  2).  Je hebt op dat moment de  keuze  voor  een hoofdrichting  gemaakt  en verwerft  in  de  basiscursus  kennis  over  de  onderwerpen,  onderzoeksvragen  en methodes binnen die hoofdrichting. Je bepaalt je eigen positie door de vier rollen te koppelen aan de ontwikkeling van je eigen vaardigheden. De docent van basiscursus beoordeelt deze  reflectie, die bovendien ook naar de hoofdrichtingsadviseur wordt gestuurd.  ‐‐ Reflectie‐opdracht 3 De derde reflectie maakt net als de vierde deel uit van de laatste fase van je studie. Je hebt de verplichte stage afgerond of  je bent  in het buitenland gaan studeren.  In beide gevallen heb je kennis gemaakt met een andere werkomgeving (het stageadres dan wel  een  buitenlandse  universiteit), waarin  je opnieuw  je  positie hebt moeten bepalen,  en waarin  je  bovendien  je  vaardigheden  en  zwakke/sterke  punten  beter hebt  leren  kennen.  Deze  reflectie  wordt  door  de  hoofdrichtingsadviseur  met  je besproken en beoordeeld.    ‐‐ Reflectie‐opdracht 4 De  vierde  reflectie  is  opgenomen  in  de  verplichte  cursus  Kennis,  letteren, maatschappij,  die  je  tegen  het  eind  van  je  studie  (blok  2  of  3  van  jaar  3)  volgt. Gedurende  deze  cursus  denk  je  vanuit  een wetenschapsfilosofisch  perspectief  na over de cultuurwetenschappen. Deze reflectie is er op gericht dat metaperspectief te verbinden met  je eigen academische vaardigheden en met de cursussen die  je hebt gekozen. Deze reflectie wordt door de KLM‐werkgroepdocent beoordeeld.  Bij het afronden van het portfolio heb je de mogelijkheid om een terugblik op je hele studie geven, als een laatste, vrije reflectie op alles wat je hebt gedaan en geleerd.  Eisen die aan het portfolio worden gesteld Het portfolio moet bij de aanvraag van het bachelorexamen worden overgelegd en wordt beoordeeld door de hoofdrichtingsadviseur. Alleen bij een beoordeling ″voldoende″ (of beter) kan het bachelorexamen doorgang vinden. Een voldoende portfolio bevat de volgende onderdelen: 

 1. je motivatiebrief (geschreven bij je toelating tot de opleiding) 2. vier reflecties (zie hierboven) 3. het beste product van de cursus Schrijven en Presenteren 

Page 17: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

58

om  zijn  bevindingen  voor  een  relevant  forum  op  een  adequate  manier  te presenteren.  ‐‐ De specialist:  Iemand  die  beschikt  over  kennis,  inzicht  en  vaardigheden  behorende  tot  één onderzoeksveld. Dat betekent onder andere dat deze persoon de eigen producten en die van anderen adequaat en kritisch evalueert aan de hand van de criteria die in die wetenschapsdiscipline gangbaar zijn.  ‐‐ De intellectueel:  Iemand die een goed niveau van algemene en culturele ontwikkeling heeft en een brede,  vakoverstijgende  blik.  Deze  persoon  weet  inzichten  uit  verschillende wetenschapsdisciplines  adequaat  met  elkaar  te  verbinden.  Een  intellectueel  is belezen,  denkt  onafhankelijk  en  zelfstandig,  en  heeft  oog  voor  de  rol  van  de geesteswetenschapper in de maatschappij.  ‐‐ De professional:  Iemand die zelf verantwoordelijkheid neemt voor het eigen functioneren en de eigen ontwikkeling. Dat  betekent  dat  een  professional  het  eigen  handelen  systematisch analyseert en op basis daarvan adequate doelen stelt en keuzes maakt. Deze persoon heeft een professionele werkhouding.  

 1.3 Reflectie Bij de reflectie word je gevraagd na te denken over je invulling van de verschillende rollen. Hoe ontwikkel je op deze vier vlakken? Wat zou je willen bereiken en hoe ga je dat aanpakken?   In  totaal  kent  de  opleiding  vier  reflectiemomenten.  Voor  alle  reflecties  worden opdrachten/instructies verstrekt. Die instructies vind je ook in dit document.   ‐‐ Reflectie‐opdracht 1 In het eerste studiejaar volg je in periode 1 of 2 een thematisch oriënterende cursus, waarin  tevens  een  portfolio‐instructie  is  opgenomen.  Deze  instructie  wordt afgesloten met  een  reflectie  op  de  studie‐keuze  en  studieplanning  van  het  eerste jaar,  in het bijzonder op  je keuze voor een hoofdrichting. De eerste reflectie wordt beoordeeld door de porfolio‐docent en besproken met de tutor, bijvoorbeeld in het kader van een gesprek over de keuze van vakken voor blok 3 en 4 van het eerste jaar. 

19

over universitaire en HBO‐opleidingen. Daar kunnen ook interesse‐ en capaciteitstesten gedaan worden, gevolgd door een gesprek met een studieloopbaanadviseur. Ook wordt meerdere keren per jaar de workshop ‘Studiekeuze’ voor eerstejaarsstudenten aangeboden. Het is van belang studenten die slechte resultaten behalen of twijfels hebben te wijzen op de mogelijkheid te stoppen met de studie voor 1 februari. Dit heeft te maken met het Bindend Studieadvies en de studiefinanciering. Ook het los laten van thuis kan een rol spelen in het eerste studiejaar. Voor sommige studenten valt het niet mee om voor het eerst op kamers te zijn, weg uit hun vertrouwde omgeving. Daarnaast kan het op en neer reizen tussen thuis en Utrecht een belemmering vormen om echt los te komen van het ouderlijk huis. Studentenpsychologen van de UU bieden speciaal voor deze laatste groep trainingen aan. Vraag hiernaar bij de studieadviseur.  BSA Indien een student besluit vóór 1 februari een verzoek tot uitschrijving van de studie in te dienen bij Studentenservice, zal hij geen bindend studieadvies opgelegd krijgen aan het eind van het studiejaar. Dat houdt in dat hij een jaar later nog een keer kan proberen. Als een student zich niet of pas na 1 februari van het eerste studiejaar uitschrijft, krijgt hij wel een bindend studieadvies. Een negatief advies houdt in dat de student voor 4 jaar uitgesloten wordt voor de opleiding.  Studiefinanciering Deze regel kan van belang zijn voor studenten die voor het eerst studiefinanciering voor het hoger onderwijs krijgen en willen stoppen met de studie. De student zet de studiefinanciering stop voor 1 februari en stopt met de opleiding. Dan wordt de prestatiebeurslening over de eerste maanden van dat jaar een gift, maximaal 5 maanden (inclusief de studenten OV‐chipkaart). De student houdt dan nog 3 jaar en 7 maanden studiefinanciering over voor een eventuele andere studie of zelfs een latere voortzetting van de GW‐studie in september. Meer informatie kan de student vinden op de site van Studentenservice: www.uu.nl/ssc > informatie voor studenten > geldzaken. Hier vind je ook informatie over de langstudeerdersregeling. Studenten die langer dan 4 jaar over een BA doen krijgen een boete opgelegd. Let op: Ieder jaar dat een student ingeschreven staat (al is dat maar voor bijv. 1 blok) telt mee, zowel HBO als universitaire opleiding!  

Page 18: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

20

2.3.4  Ingewikkelde vragen  Bij vragen over examenregelingen, het inbrengen van onderdelen van buiten de eigen opleiding, het samenstellen van een eigen hoofdrichting en andere ingewikkelder zaken is het verstandig om op tijd door te verwijzen naar de studieadviseur.                              

57

Bijlage 7: PORTFOLIO NIEUWE STIJL  (INGEVOERD M.I.V. STUDIEJAAR 2010‐2011)  1. Het portfolio Het bijhouden van een portfolio is een verplicht onderdeel van de bacheloropleiding Taal‐ en Cultuurstudies. Bij TCS wordt het portfolio gebruikt als reflectie‐instrument tijdens de hele opleiding en tevens als begeleidingsinstrument voor de tutor, de hoofdrichtingsadviseur en de studieadviseur. Ook de examencommissie maakt gebruik van het portfolio wanneer zij toestemming verlenen voor studie in het buitenland (curriculum approval). De reflecties die in het portfolio worden opgenomen zijn van groot belang voor de samenhang tussen de verschillende onderdelen en cursussen van het programma.   1.1 Het doel van het portfolio Gedurende de opleiding Taal en Cultuur Studies ontwikkel je je tot een kritische academicus met een brede geesteswetenschappelijke ontwikkeling en de beheersing van uiteenlopende wetenschappelijke vaardigheden. Binnen TCS stel je voor een groot deel je eigen programma samen. Deze keuzevrijheid betekent ook dat je zelf verantwoordelijk bent voor de samenhang in je studieprogramma. Het portfolio helpt je over deze samenhang na te denken en is zodoende een onmisbaar hulpmiddel in je vorming tot academicus.  1.2 Rollen Het portfolio is in de eerste plaats een instrument om te reflecteren op je eigen ontwikkeling als TCS‐student. Je doet verslag van je keuzes en je vorderingen. Je kunt er ook je werkstukken in bewaren, vooral die werkstukken waarmee je kunt laten zien dat je vorderingen hebt gemaakt in je studie op het gebied van academische vorming.   Om te bevorderen dat je tijdens je opleiding doelgericht studeert en daarover op een goede manier nadenkt, hebben we het beeld dat wij voor ogen hebben van een TCS‐bachelor student ontleed in de volgende vier ‘rollen’:   ‐‐ De onderzoeker:  Iemand die relevante en goed geformuleerde onderzoeksvragen weet te stellen, die wetenschappelijke methodes kent en kan  toepassen om onderzoeksvragen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze  te beantwoorden. De onderzoeker  is  in staat 

Page 19: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

56

Studieplanningsformulier      

Blok 1  

 Blok 2 

 Blok 3 

 Blok 4 

 Vak 1  

  

   

   

 Vak 2  

       

      

Blok 1  

 Blok 2 

 Blok 3 

 Blok 4 

 Vak 1  

  

   

   

 Vak 2  

       

      

Blok 1  

 Blok 2 

 Blok 3 

 Blok 4 

 Vak 1  

  

   

   

 Vak 2  

       

           

21

3 Handreikingen voor de tutor De tutor wordt geacht om minimaal de volgende activiteiten uit te voeren op de volgende momenten in het studiejaar (zie 1.1): 1‐  (verplicht): een kennismakingsbijeenkomst aan het begin van het studiejaar 

(dinsdag 4 september) 2‐  (facultatief): een plenaire bijeenkomst (eind september) 3‐  (facultatief): een plenaire bijeenkomst (in januari) 4‐  (verplicht): 2 x een individueel gesprek (in nov en in mei)  Tevens zal voor aanvang van het collegejaar een kennismakingsgesprek met de  studieadviseur/tutorcoördinator en de opleidingscoördinator plaatsvinden en aan het eind van het jaar een evaluatiegesprek.  3.1 De plenaire bijeenkomst(‐en) Als tutor wordt van je verwacht minimaal twee plenaire bijeenkomsten te organiseren. De ervaring leert dat de eerste bijeenkomst van belang is om het contact in de latere fase te behouden. Je moet je er ook van bewust zijn dat studenten niet dagelijks met het tutoraat bezig zijn. Je moet misschien meer dan je lief is de studenten geïnformeerd houden en soms zelfs achter de broek aan zitten. Regelmatig contact via e‐mail, het sturen van alerts bij belangrijke momenten in het studieproces zijn nodig. Je moet dat ook weer niet overdrijven, maar zoals een ervaren tutor zei “of het tutoraat goed van de grond komt is voor een belangrijk deel afhankelijk van wat je ervan weet te maken als tutor en de energie die je erin stopt”. Hieronder volgen suggesties voor een zinvolle invulling van de plenaire bijeenkomsten, naast of als concretisering van de onderwerpen die in elk geval ter sprake moeten komen (zie tutorprogramma).   Adviezen van ervaren tutoren  Bevorderen van de opkomst  Maak direct aan het begin van het studiejaar een afspraak voor de eerste 

plenaire bijeenkomst;  Plan de bijeenkomst aan het eind van de dag en doe dit in een informele setting 

of combineer dit met een sociale activiteit (samen eten, café bezoek). Belang tutoraat onder de aandacht brengen 

Maak van meet af aan duidelijk wat het belang is van het tutoraat (leg de relatie met het BSA )en hoe de studenten gebruik kunnen maken van jou als tutor, waar je er wel voor bent en waarvoor ze beter bij de studieadviseur terecht 

Page 20: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

22

kunnen.  Leg uit hoe het Portfolio hen helpt bij het houden van overzicht, reflectie en het 

onderbouwen van hun keuzes.  Maak duidelijk naar de studenten toe wanneer je ervoor hen bent en waar je te 

bereiken bent. Een (inloop)spreekuur werkt goed in de regel.   TCS is een eenzame studie. Het tutoraat kan veel betekenen voor het 

bevorderen van sociale contacten onderling. Naast de plenaire bijeenkomsten met een inhoudelijke agenda kun je studenten ook stimuleren informeel contact te houden. Bijvoorbeeld door studenten zelf in koppels om toerbeurt een bijeenkomst (eten, bezoek museum/bioscoop) te laten organiseren.  

 3.1.1 Plenaire bijeenkomst 1 (facultatief) eind sept 2012 

Volgens het programmaoverzicht (1.1) zijn de te bespreken onderwerpen:  Hoe bevalt de studie, hoe gaat het? Hoe zijn de vakken?   Leg het Portfolio uit: met name de reflectie en maak samen een studieplanning 

(gebruik het formulier – bijlage 6)  Studievaardigheden (bijv. Centrum Onderwijs en Leren, voorheen Ivlos )  Bespreken studieprogramma  Afspraak maken voor individuele afspraak begin november!  

Studenten moeten hun portfolio bijgewerkt hebben  voor het individuele gesprek! 

Studieplan maken Zie formulier bijlage 6. Bespreek gezamenlijk welke vragen er zijn rondom het maken van keuzes. De ervaring leert dat hoewel de TCS‐student enorm veel keuzemogelijkheden heeft, het voorkomt dat een aantal er pas aan het eind van het eerste jaar achter komt dat gemaakte keuzes het vervolgtraject (hoofdrichtingkeuze) bemoeilijken. Van belang is de keuze van de vakken te richten op de ingangseisen van de hoofdrichtingen waar de student affiniteit mee heeft. Dat voorkomt teleurstelling achteraf.  Motivatie en verwachtingen t.a.v. de studie Aan het begin van de studie, maar ook na een paar maanden of later tijdens de studie is het zinvol om de motivatie voor de studie aan de orde te stellen. Vragen die daarbij als leidraad kunnen dienen zijn:  waarom heb je gekozen voor deze studie? 

55

Bijlage 6: PLANNINGSFORMULIEREN (DEZE STAAN OOK OP WWW.UU.NL/GW/TCS > STUDIEPROGRAMMA > FORMULIEREN) 

Overzichtsformulier BA Taal‐ en cultuurstudies 180 ECTS (minimaal 45 ECTS op niveau 3; maximaal 90 ECTS op niveau 1) Verplichtingen (52.5 ECTS) 

ECTS  Hoofdrichting (Specialisatie, 60 ECTS) 

ECTS  Vrije ruimte (67.5 ECTS) 

ECTS 

Schrijven & presenteren (Major verplicht) 

 7,5 

Eindwerkstuk  (niveau 3) 

 7,5 

 1. 

  

Taal, Cultuur, Geschiedenis (TCG) 

 15 

Basiscursus Onderzoek  

 7,5 

 2. 

 

Thematisch Oriënterende Cursus (TOC) 

 7,5 

 1. (niveau 3) 

   3. 

 

Kennis, Letteren & Maatschappij (Major verplicht, niveau 3) 

 7,5 

 2. (niveau 3) 

   4. 

 

 Stage (niveau 3)  

 15 

 3. 

   5. 

 

 Portfolio  

 0 

 4. 

   6. 

 

   

   5. 

   7. 

 

   

   6. 

   8. 

 

   

       9. 

 

* NB Voor studenten die zijn gestart voor 2010 kunnen andere indelingen op het SVO‐overzicht in Osiris worden gebruikt, voor uitleg raadpleeg de site: www.uu.nl/gw/tcs > studieprogramma > formulieren 

Page 21: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

54

Bijlage 5: STUDEREN MET EEN HANDICAP  Voor tutoren is het van belang te signaleren of een student dyslectisch of behept is met een andere handicap. Zodra dit bekend is verwijst de tutor onmiddellijk door naar de studieadviseur, die formeel bevoegd is om voorzieningen voor de student in kwestie aan te vragen.  Binnen de Universiteit Utrecht wordt momenteel gewerkt met het project ‘Uitvoering Gehandicaptenbeleid’. Eén van de doelstellingen van het project is dat studenten met een handicap beschikken over een contract met de opleiding, ondertekend door de onderwijsdirecteur. Hierin is vastgelegd voor welke voorzieningen zij in aanmerking komen, als bijvoorbeeld extra tijd voor de tentamens of een aparte tentamenruimte. Voor welke voorzieningen een student in aanmerking komt, wordt in een intakegesprek met de studieadviseur bepaald. Dit gesprek met de studieadviseur resulteert in een contract waarin is opgenomen wat de student zelf moet doen om die voorzieningen ook daadwerkelijk te realiseren. De achterliggende gedachte voor het universiteitsbreed werken met een contract is dat voor alle UU‐studenten dezelfde normen gelden en dat de student ‐voor zover mogelijk‐ binnen de hele universiteit recht heeft op dezelfde voorzieningen, ook als hij in het kader van zijn opleiding bij een andere opleiding vakken gaat volgen. In principe krijgen studenten in hun 1e jaar een voorlopig contract dat aan het eind van het jaar kan worden omgezet in een definitief contract. De student dient dit zelf te regelen via de studieadviseur.   Meer informatie staat op www.uu/studentenservice > informatie voor > studenten> begeleiding & advies. Daar staan ook tips voor docenten hoe ze om kunnen gaan met studenten met specifieke functiebeperkingen. 

23

wat denk je er later mee te kunnen doen?  wat verwacht je van de studie m.b.t. de inhoud?  wat vind je leuk aan deze studie?   wat verwacht je m.b.t. de manier waarop onderwijs wordt gegeven?  Uitleg van de facultaire onderwijsfilosofie Onderwerpen kunnen bv. zijn:  wat zijn deeltoetsen?  responsiecolleges  toetsvormen  hoe kom je aan studiepunten?  welke regels gelden er m.b.t. het inleveren van werkstukken?  hoe is het contact geregeld tussen student en docent? (oftewel: kun je voor alles 

op elk moment bij de docent terecht? Wat doe je als hij/zij er niet is, terwijl je met een urgent probleem zit? Is er in dit opzicht veel verschil tussen docenten?) 

 Omgaan met studiestof Behandel het onderwerp aan de hand van de volgende vragen  Hoe bestudeer je een boek of artikel, syllabus e.d. van de cursus…..(concreet vak 

noemen)?  Maak je een samenvatting of onderstreep/markeer je de belangrijkste 

gedeelten? Hoe ga je na wat de essentie van een stuk tekst is? Stel je jezelf vragen als je studiestof leest? 

 Tentamen voorbereiden Laat studenten onderling uitwisselen hoe ze zich voorbereiden op de tentamens die eraan komen. Doe dit aan de hand van de volgende vragen:  Hoe kom je te weten wat er op het tentamen wordt gevraagd? Zijn die eisen 

duidelijk voor je?  Hoe bereid je je vervolgens op het tentamen voor? Hoe ga je concreet te werk?  Hoe weet je of je voldoende bent voorbereid om naar het tentamen te gaan?  Het kan zijn dat er naar aanleiding van de bespreking belangstelling ontstaat om studiegroepjes te formeren, waarin men bijv de leerstof van bepaalde onderwijsonderdelen bespreekt of afspreekt om op dezelfde tijd in de bibliotheek te zitten om het tentamen voor te bereiden. Stimuleer dit initiatief maar laat de studenten dit zelf onderling regelen. 

Page 22: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

24

 3.1.2 Plenaire bijeenkomst 2 (facultatief) begin januari 2013 

Te bespreken onderwerpen:  Studievoortgang   1 februari‐regeling en BSA: doorverwijzen naar SA indien nodig  Studievaardigheden (bijv. Centrum voor Onderwijs en Leren)  Afspraak maken voor individueel gesprek in mei!  

Studenten moeten hun portfolio bijgewerkt hebben  voor het individuele gesprek! 

Bespreken van studiegewoonten, uitstelgedrag Eén manier om uitstelgedrag en timemanagement in de groep te bespreken is door een bewering aan de groep voor te leggen en een reactie te vragen:  Een goede planning voorkomt uitstelgedrag  Werken met een deadline voorkomt uitstelgedrag   Studeren heeft geen zin als je geen inspiratie hebt  Kleinere doelen stellen, vermindert uitstelgedrag  Uitstellers zijn perfectionisten   

Suggestie 1: Zelfonderzoek tijdbesteding 

Laat de studenten een zelfonderzoek uitvoeren met als opdracht ‘Waar besteed je je tijd aan? Neem de afgelopen week voor jezelf door en ga na:  

o Hoeveel tijd besteedde je aan studeren? o Hoeveel tijd besteedde je aan ‘jezelf verzorgen’ (boodschappen doen, eten 

koken, afwassen, wassen etc.) o Hoeveel tijd nam je voor ontspanning (sport, uitgaan, vereniging, muziek maken 

etc.) o Waar zitten de momenten die je kunt bestempelen als ‘verloren tijd’? o Hoe is dit tijdverlies te voorkomen of in elk geval te beperken?  Suggestie 2: Uitwisselen adviezen tegengaan tijdverspilling  

Wissel tijdverspillende gewoontes uit en zet de adviezen die men elkaar geeft voor de groep op een rij. Zorg zo nodig voor aanvulling hierop met adviezen als:  

o Bewustwording van je eigen tijdverspillende gewoontes is een noodzakelijke stap naar verandering 

53

Bijlage 4: WEBSITES  UU‐onderdelen met specifieke deskundigheid 1. Studievaardigheden: www.uu.nl/nl/col > cursusaanbod academische 

vaardigheden 2. Studentenservice: www.uu.nl/studentenservice 3. Centrum studiekeuze: www.centrumstudiekeuze.nl  Sites met handige studietips: www.cs.utwente.nl/~oosterhu/studie Website van Joke Oosterhuis met een uitgebreide diagnostische vragenlijst studiemethoden en met tips en toelichting over diverse studievaardigheden en problemen.  www.rug.nl/so Website van de sectie Studieondersteuning van de RUG. Bevat o.a. tips en adviezen over diverse studievaardigheden, diverse zelftests en verwijzingen naar eigen materiaal en naar andere relevante sites.  http://www.studenten.leidenuniv.nl/ondersteuning/ Zeer uitgebreide website met uiteenlopende informatie over studievaardigheden en problemen. Een zelfhulp bibliotheek met veel tips en adviezen, diverse zelftests en checklists.  http://www.studentenpsychologen.nl/ Website van studentenpsychologen in Nederland en Vlaanderen. Met o.a. tips, informatie en links naar informatie, checklists en zelftests op tal van andere relevante sites.  iwp.cs.utwente.nl Interactieve Website Projectvaardigheden met elektronisch lesmateriaal voor het zelfstandig trainen van projectvaardigheden. Met veel foto's, videoclips en interactieve oefeningen.   

Page 23: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

52

De toetsen worden in rode kleur getoond.  De onderste twee blokken tonen de inschrijvingen op minors en specialisaties.  5 Meldpunt voor vragen en storingen Indien u vragen heeft m.b.t. uw solis‐id en/of wachtwoord kunt u terecht op: www.qdesk.uu.nl (medewerker UU ‐> ICT  solis‐id: inloggen) Indien u problemen heeft m.b.t. de SMS authenticatie kunt u terecht bij de ICT Servicedesk. Kijk voor de meeste actuele contactinformatie op: UUHome > Diensten > ICT Service Centrum > ICT Servicedesk  Indien u vragen heeft m.b.t. de applicatie Osiris begeleider kunt u contact opnemen met de Osiris keyuser van uw faculteit of organisatieonderdeel.     

25

o Verdeel de studietijd in werkeenheden (bv eerst een half uur werken, dan 10 min koffie of email checken, weer een half uur werken etc.) 

o Zorg dat de werkplek uitnodigt tot studeren (dus opgeruimd is) o Beloon jezelf o Probeer dingen achter elkaar af te werken (spaar telefoontjes op en werk ze 

achter elkaar af, maak een taak af voor je aan de volgende begint, of werk niet aan meer dan twee dingen tegelijkertijd enz.) 

 3.2 De individuele gesprekken De individuele gesprekken vinden 2x per jaar plaats, te weten begin november en begin mei en zijn bedoeld om de studievoortgang en –ervaringen van de student te bespreken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het portfolio, vooral de reflecties kunnen met de student worden besproken. Door dit gesprek moet de student beter zicht krijgen op zijn sterke en zwakke kanten inzake de studie. Daarnaast heeft het gesprek een functie bij het signaleren van eventueel problemen en het vinden van een oplossing bij bestaande problemen (bv door verwijzing naar de studieadviseur, COL, centrum studiekeuze of hoofdrichtingsadviseur).  De beschikbare gespreksformulieren voor het maken van notities helpen de tutor het gesprek volgens agenda, gestructureerd te laten verlopen en om op uniforme wijze van het gesprek verslag te doen. Voorbeelden van beide gespreksformulieren zijn opgenomen in bijlage 1. De originelen worden de tutoren digitaal per mail toegestuurd. De gespreksnotities worden vervolgens door de tutor vastgelegd in Osiris begeleider (zie Bijlage 3).  3.2.1 Eerste individueel gesprek (30 min.) 

Begin november 2012 Te bespreken onderwerpen:  Studievoortgang   Studievaardigheden  Portfolio (eerste reflectie)  Resultaten blok 1 i.v.m. 1 februari regeling BSA  Cursussen semester 2 + voorbereiding op hoofdrichting (i.v.m. inschrijfperiode 

blok 3 en 4: 12 t/m 2 dec)  Verslaglegging in Osiris  3.2.2 Tweede individueel gesprek (30 min.) 

Begin mei 2013 Te bespreken onderwerpen: 

Page 24: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

26

Studievoortgang (en portfolio)  BSA  Keuze voor hoofdrichting + cursusinschrijving blok 1 + 2, 2013‐2014  Afsluiting tutorbegeleiding jaar 1 + bespreken begeleiding 

hoofdrichtingsadviseurs  Verslaglegging in Osiris  Adviezen van ervaren tutoren   Gebruik het gespreksformulier als leidraad voor het gesprek en om notities op 

te maken; Vergeet niet een kopie te maken van het ingevulde gespreksformulier voor eigen gebruik! 

Vraag studenten daags voor het gesprek hun gesprekspunten via e‐mail aanleveren. 

Voor bespreking portfolio: Open het portfolio tijdens het gesprek en neem het dan samen met de student door. Problemen bij het invullen of omgaan met het portfolio worden dan concreet en kunnen meteen besproken worden; regel evt samen de toegang. 

Half mei is er een grote Hoofdrichtingsvoorlichting gepland, wijs studenten op het belang van het bijwonen van deze voorlichting waarbij alle hoofdrichtingen gepresenteerd worden, dit kan hen ondersteunen in de keuze van een hoofdrichting. 

 3.3 Drie gespreksmodellen Een gespreksstructuur is voor de effectiviteit van de gespreksvoering van belang, zowel voor individuele gesprekken als voor groepsbijeenkomsten. Ieder gesprek heeft een begin, een midden en een eind. Aan het begin worden de doelen vastgesteld, daarna worden de inhoudelijke thema’s behandeld en aan het eind wordt vooruitgeblikt naar de volgende bijeenkomst en worden afspraken gemaakt. Omdat de rol van de tutor en de fasering van het gesprek flink varieert afhankelijk van de aard en doel van het gesprek zijn hieronder drie voorbeeldgesprekken modelmatig uitgewerkt: a) het standaard tutor (coachings‐)gesprek  b) het probleemgesprek (voorbeeld uitstelgedrag) c) een student dreigt het niet te halen: het slecht nieuwsgesprek. De voorbeelden zijn ontleend aan Karin Scager&Bart Thoolen (2006). De docent als Coach in het hoger onderwijs, Houten: Wolters‐Noordhoff. 

51

4.4 Studievoortgang In dit tabblad wordt de studievoortgangsinformatie van de student getoond. De bovenste tabel toont de opleidingen en examenprogramma’s waarvoor de student staat ingeschreven. De onderste tabel toont per opleiding en examenprogramma de voortgangsinformatie.  

 SV‐overzicht  Via deze link wordt het studievoortgangsoverzicht van de student opgeroepen.  Dossieroverzicht  Via deze link wordt het dossieroverzicht van de student opgeroepen.  Voortgang cohort  Via deze link wordt het overzicht dat de voortgang van de student afzet tegen het cohort opgeroepen.  Examenprogramma  Via deze link wordt een totaaloverzicht van het examenprogramma opgeroepen.  Onderwijscatalogus  Via deze link wordt de onderwijscatalogus worden opgeroepen.  Overzicht inschrijvingen  Ga naar het scherm Overzicht inschrijvingen In dit scherm worden de inschrijvingen getoond voor werkvormen en/of toetsen die in het huidige of in een toekomstig blok plaatsvinden.  

Page 25: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

50

dan zal E onmiddellijk alle historische notities van X kunnen inzien waarbij de categorie Toegankelijk is vastgelegd.  Op het moment dat studieadviseur X met vakantie gaat en tijdelijk waargenomen wordt door mentor A, kan X in die periode A toevoegen aan de categorie Beperkt toegankelijk. Na de vakantie van X kan A weer verwijderd worden uit de lijst medewerkers die de beperkt toegankelijke notities mag raadplegen.  Scherm Autorisatie 

 In dit scherm kunt u aangeven wie toegang krijgt tot uw 'Beperkt toegankelijk' en 'Toegankelijke' notities. Hierbij kan ook aangegeven worden of de medewerker alleen toegang heeft tot notities van studenten waarvoor hij/zij vaste begeleider is.  De medewerkers die u toegang geeft tot de 'Beperkt toegankelijke' notities hebben automatisch ook toegang tot de 'Toegankelijke' notities.  U kunt in dit scherm ook aangegeven of uw notitie standaard 'Strikt vertrouwelijk', 'Beperkt toegankelijk' of 'Toegankelijk' is. Als u een nieuwe notitie invoert, wordt automatisch het beveiligingsniveau automatisch op deze waarde ingesteld.  

27

3.3.1 Het standaard tutorgesprek 

Het normale tutorgesprek beslaat vier fasen: de aanloopfase, een planningsfase, een 

themafase en een afrondingsfase. In het allereerste gesprek zullen de aanloopfase en de 

planningsfase wat meer tijd nodig hebben dan in vervolggesprekken. De kennismaking en het 

verkennen van verwachtingen en mogelijkheden kunnen dan uitmonden in een contractje, of 

het vaststellen van het ambitieniveau van de student.  

Fase 1  Aanloopfase De aanloopfase is een korte fase waarin men elkaar begroet en kennismaakt en een aanloop maakt tot het gesprek met 'social talk'. De ontvangst van de student is bepalend voor hoe je de relatie ziet en hoe je wilt dat het gesprek verloopt.  De aanspreekvorm is een eerste keuze die bepalend is voor de mate van vertrouwelijkheid: Tutoyeer je elkaar of niet? Waar ga je zelf en waar laat je de student zitten is een tweede keuze. Een gelijkwaardige positie schept een kleinere afstand dan als je achter je bureau blijft zitten. Een derde keuze is de mate van zakelijkheid: kom je direct 'to the point' of stel je eerst wat belangstellende vragen?   Fase 2  Planningsfase  In de planningsfase worden de doelen, de agenda en de tijd vastgesteld. Gespreksonderwerpen zijn de wederzijdse verwachtingen en doelen van het gesprek, het vaststellen van de structuur (agenda) en de tijd. Juist omdat de aanpak van de tutor mede afhankelijk is van de behoeften en de mogelijkheden van de student, is het in deze fase belangrijk om de wederzijdse verwachtingen uit te spreken.  

Fase 3  Themafase  In de themafase worden de onderwerpen achtereenvolgens besproken. De vorm waarin dat gebeurt, hangt af van het soort gesprek. Het initiatief kan per onderwerp meer bij de docent of meer bij de student liggen, en is ook afhankelijk van de afspraken die de vorige keer zijn gemaakt. In het algemeen is er bij een inhoudelijk thema eerst een divergerende beweging, waarbij de student zijn verhaal vertelt of zijn ideeën worden besproken. Daarna volgt een convergerende beweging, waarbij de docent aanstuurt op een samenvatting of oplossing, waarna een afronding volgt in de vorm van een conclusie en/of concrete afspraken.  

Fase 4  Afrondingsfase In de afrondingsfase wordt teruggeblikt op de doelen, en vooruitgeblikt naar de volgende bijeenkomst. In hoeverre zijn de doelen van het gesprek bereikt, en welke concrete afspraken worden er gemaakt?   Afspraken SMART geformuleerd De voornemens van de student voldoen liefst aan de zogenaamde SMART‐norm: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Resultaatgericht en Tijdgebonden. Want, vage afspraken, als "de volgende keer heb ik een stuk tekst geschreven", lijken aantrekkelijk, maar eenmaal thuis is een student met deze vrijblijvendheid echt niet geholpen.  Ga bij elke afspraak ook even na in hoeverre die acceptabel is voor de student: Denk je dat dit gaat lukken? Welke beren zie je op de weg?.  

 

Page 26: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

28

3.3.2 Het probleemgesprek: Student vertoont uitstelgedrag Fasering van het gesprek Voer het gesprek volgens een stappenplan: Reflectie‐toekomstbeeld ‐actieplan  Stap 1 Stimuleren van reflectie Vragen die je kunt stellen o Hoe heb je gewerkt de afgelopen tijd? Preciseren: uren per dag, per week, op 

welke tijden? o Ben je daar tevreden over? o Hoe sta je er nu precies voor? Hoeveel ECTS, wat herkansen etc. o Wat zie je als je sterke c.q. zwakke kanten als het om de studie gaat? Stap 2 Toekomstbeeld o Wat wil je in elk geval halen dit jaar? o Gaat dat lukken als je op deze manier verder gaat? Stap 3 Actieplan o Waar wil je echt wat aan gaan doen? o Wanneer ga je daarmee beginnen? o Heb je daar ondersteuning bij nodig? 

 3.3.3 Het slecht‐nieuws gesprek: Student dreigt het niet te gaan halen 

(“Een negatief studieadvies“) Strikt genomen zal het slecht‐nieuws, bijv. het negatief bindend studieadvies ,niet door de tutor, maar door de examencommissie (bij monde van de studieadviseur) gebracht worden. Omdat de tutor wel in situaties zal komen waarin het slecht‐nieuws wordt aangekondigd, is het model hier opgenomen. Want het is in ieders belang dat er geen verwachtingen worden gewekt die niet kunnen worden nagekomen.   Fase 0: Je Voorbereiden op het gesprek o de boodschap paraat hebben o opzoeken van het materiaal waar je je op baseert o de setting van het gesprek vaststellen Fase 1: De mededeling:  o snel, kort en helder  o niet treuzelen o oppassen voor je eigen vermijdingsgedrag. Fase 2: Het opvangen van reacties: o geduldig de reacties van de student afwachten o emoties van de student toelaten en reflecteren 

49

Per notitie wordt dus één autorisatieniveau opgeven. En per autorisatieniveau wordt één groep medewerkers opgegeven. Tevens kan per geautoriseerde medewerker worden aangegeven of hij/zij alleen de notities mag zien van de studenten waarvan hij/zij de vaste begeleider is.  Iedere begeleider kiest zelf óf en aan welke andere begeleiders de notities worden getoond. De strikt vertrouwelijke notities worden nooit aan anderen getoond, voor de overige notities kan de begeleider twee soorten groepen onderhouden: de begeleiders die inzage hebben in de notities van de categorie beperkt toegankelijk en de begeleiders die inzage hebben in de categorie toegankelijk.   Voorbeeld: studieadviseur X van faculteit Sociale Wetenschappen kan de twee categorieën als volgt vullen:  Categorie  Begeleiders bij categorie Beperkt toegankelijk  Studieadviseur Y van faculteit Sociale Wetenschappen 

Studieadviseur Z van faculteit Sociale Wetenschappen Toegankelijk  Studieadviseur Y van faculteit Sociale Wetenschappen  

(automatisch lid van deze groep) Studieadviseur Z van faculteit Sociale Wetenschappen  (automatisch lid van deze groep) Studentpsycholoog van de Universiteit Utrecht Studentdecaan van de Universiteit Utrecht Mentor A van faculteit Sociale Wetenschappen Mentor B van faculteit Sociale Wetenschappen Mentor C van faculteit Sociale Wetenschappen Mentor D van faculteit Sociale Wetenschappen 

 Bij iedere afspraak legt de begeleider (in dit geval studieadviseur X) vast of de notitie strikt vertrouwelijk is (niemand anders dan X zelf zal de notitie ooit kunnen zien), beperkt toegankelijk is (studieadviseurs Y en Z kunnen die notitie dan ook zien) of toegankelijk is (nog steeds een beperkte groep gebruikers die de notitie kan zien).  De gebruikers worden dus niet bij de notitie zelf vastgelegd, maar bij de verschillende categorieën. Als morgen dus een nieuwe mentor E zijn intrede doet bij de faculteit Sociale Wetenschappen en X voegt deze mentor toe aan zijn categorie Toegankelijk, 

Page 27: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

48

  4.2.2 Autorisatie notities Begeleiders kunnen, eventueel naar aanleiding van een afspraak met een student, notities bij die student vastleggen. Begeleiders bespreken soms zeer vertrouwelijke zaken met de studenten. De beveiliging van de notities die naar aanleiding van dergelijke gesprekken worden vastgelegd is daarom zeer belangrijk. Deze notities mogen immers niet door iedereen worden bekeken. Het is mogelijk om notities vast te leggen op verschillende autorisatieniveaus. Het autorisatieniveau wordt bepaald door de begeleider die de notitie invoert. Met het autorisatieniveau kan worden aangegeven óf en welke andere medewerkers de notitie mogen zien. De drie verschillende autorisatieniveaus die aan een notitie kunnen worden toegekend zijn:   Strikt vertrouwelijk: Notities die strikt vertrouwelijk zijn worden uitsluitend 

getoond aan de begeleider die de notitie heeft ingevoerd. Nimmer zal een andere begeleider die notitie kunnen zien. 

Beperkt toegankelijk: Notities die beperkt toegankelijk zijn worden getoond aan een beperkte groep begeleiders. Deze groep wordt gedefinieerd door de begeleider die de notitie vastlegt. 

Toegankelijk: Notities die toegankelijk zijn worden aan een grotere groep begeleiders getoond. Deze groep wordt gedefinieerd door de begeleider die de notitie vastlegt. De begeleiders die geautoriseerd zijn om de beperkt toegankelijke notities te lezen worden automatisch bij deze groep inbegrepen.  

29

Fase 3: Het geven van aanvullende uitleg:  o niet te snel  o geen discussie over het besluit zelf Fase 4: Oplossingen zoeken (nazorg): o oplossingen vanuit de student o zorg voor afspraken o beoordeel of de student opvang nodig heeft en help erbij dit zonodig te 

organiseren  3.4 Mogelijkheden voor professionalisering  Zowel Studentenservice als het Centrum Onderwijs en Leren van de UU verzorgen trainingen en workshops voor studiebegeleiders, tutoren en mentoren.  Studentenservice van de UU Studentenservice van de UU kan op verzoek korte trainingen verzorgen voor tutoren/studieloopbaanbegeleiders. Op de website van Studentenservice onder het kopje Informatie voor medewerkers vind je er meer over of vraag de tutorcoördinator naar mogelijkheden.  Centrum Onderwijs en Leren: Begeleiding, en vaardigheidstraining (voorheen Ivlos) COL verzorgt trainingen en workshops op het gebeid van studiebegeleiding. De cursussen worden niet aangeboden in een open inschrijving, maar worden op verzoek op maat gemaakt. Mocht je interesse hebben of anderszins professioneel willen overleggen, consulteer dan een van onze contactpersonen bij het COL: Jaap Milius (253 1965) of Stan van Ginkel (253 2209).  

Page 28: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

30

Bijlage 1: VOORBEELDEN FORMULIEREN INDIVIDUELE GESPREKKEN Gespreksformulier november 2012 Naam tutor:  Naam student: Datum:  Studentnummer:  Motivatie en verwachtingen t.a.v. de studie 

Hoe bevalt de eerste kennismaking?  Begin je te wennen aan de UU en de stad? 

Studievoortgang 

Resultaten onderwijsperiode 1 al bekend?  Wat ging goed en wat kan beter?  ‐> Bespreek samen het portfolio (en de toegang) 

Studievaardigheden 

Krijg je alles op tijd af gedurende het blok?  Hoe ging de tentamenvoorbereiding en de tentamens zelf? 

Bindend studieadvies  

Regels nogmaals uitleggen: ≥ 45 ECTS na 1 jaar + 1 februari regeling (bij uitschrijving bij UU voor 1 februari 2011 > geen negatief advies)  ‐ Zie je jezelf een positief studieadvies halen? Bij studievaardigheidsproblemen evt. wijzen op cursussen Centrum Onderwijs en Leren, voorheen Ivlos (www.uu.nl/opkikker) ‐ Zijn er persoonlijke problemen? Ben je daarvoor ook bij de studieadviseur geweest? 

Vakkeuze voor semester 2 

Welke vakken ga je de rest van het jaar volgen?  Heb je al nagedacht over een hoofdrichting? 

Verdere vragen/opmerkingen? 

  

47

TOELICHTING LINKS 

Notitie:   Via deze link kan een notitie worden toegevoegd. Het scherm Notitie details wordt geopend.  Notitie: Datum  Via deze link kan een notitie worden gewijzigd. Het scherm Notitie details wordt geopend.  

Notitie:   Via deze link kan een notitie worden verwijderd.  

Afspraak:   Via deze link kan een afspraak worden toegevoegd. Het scherm Afspraak details wordt geopend.  Afspraak: Datum  Via deze link kan een afspraak worden gewijzigd. Het scherm Afspraak details wordt geopend.  

Afspraak:   Via deze link kan een afspraak worden verwijderd.  Overzicht notities  Via deze link worden de notities van de student afgedrukt.  Terug  Via deze link komt u in het scherm Afspraken/actiepunten.  Opslaan  Via deze link worden afgehandelde afspraken/actiepunten opgeslagen.  Autorisatie  Via deze link komt u in het scherm Autorisatie notities.  4.3.1 Notitie details In dit scherm kan een notitie met zijn notitie onderwerpen worden gemuteerd.  Met behulp van het veld 'Notitie is:' kunt u aangeven wie inzage heeft in de notitie. Strikt vertrouwelijk wil zeggen dat de notitie alleen voor u zichtbaar is. Geen enkele andere begeleider krijgt deze notitie dan te zien. Als u kiest voor 'Beperkt toegankelijk' of 'Toegankelijk' krijgen de begeleiders die u heeft opgegeven in het scherm Autorisatie (te bereiken via de knop 'Autorisatie' in het scherm Notitie) toegang tot deze notitie. 

Page 29: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

46

  

4.3 Notities In dit tabblad kunt u een notitie en/of een afspraak/actiepunt bij de student vastleggen. Per notitie kunt u een inhoud en een beslissing vastleggen. De notities worden aflopend op de datum gesorteerd. De meest recente notitie staat dus bovenaan. In de tabel zijn alle notities zichtbaar die u zelf heeft ingevoerd of waarvan u toegang heeft gekregen van een andere begeleider. Het veld 'Eigenaar' geeft aan wie de notitie heeft ingevoerd. Alleen de eigenaar mag de notitie aanpassen.  In de onderste tabel kunt u afspraken/actiepunten bij de student vastleggen. Een openstaand(e) actiepunt of afspraak wordt altijd in het scherm Afspraken/actiepunten getoond. Als een afspraak of actiepunt is afgehandeld kunt u in het veld 'Afgehandeld' een vinkje plaatsen. De afspraken/actiepunten worden aflopend op de datum gesorteerd. De meest recente afspraak/actiepunt staat dus bovenaan.     

31

Gespreksformulier Mei 2013 Naam tutor:  Naam student: Datum:  Studentnummer:  Motivatie en verwachtingen t.a.v. de studie 

Hoe bevalt de studie tot nu toe? Heb je (veel) contact met medestudenten? Heb je je draai gevonden aan de UU en in de stad? 

Studievoortgang en portfolio 

Hoe waren de resultaten van blok 1 t/m 3? Wat ging goed en wat kan beter?  (laat student motiveren en reik evt. mogelijkheden aan om bijv. studievaardigheidcursussen te doen, zie www..uu.nl/opkikker > Centrum Onderwijs en Leren)  ‐> Bespreek samen het portfolio. 

Studievaardigheden 

Krijg je alles op tijd af gedurende het blok? Hoe ging de tentamenvoorbereiding en de tentamens zelf? (ook hier kan het Centrum Onderwijs en Leren genoemd worden) 

Bindend studieadvies  

Regels nogmaals uitleggen: ≥ 45 ECTS na 1 jr = min. 6 v.d. 8 vakken halen Zie je jezelf een positief studieadvies halen?  Zijn er (persoonlijke) omstandigheden waarmee rekening gehouden moet worden? Is de studieadviseur op de hoogte? Ja/nee 

Planning 

Welke vakken volg je in blok 4? Welke hoofdrichting ga je doen? (let op voorbereidende vakken en ingangseisen) Welke vakken ga je volgend studiejaar in blok 1 en 2 doen? 

Verdere vragen/opmerkingen? 

     

‐> Afsluiten tutorbegeleiding + toelichten begeleiding door hoofdrichtingsadviseurs. 

Page 30: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

32

Bijlage 2: PROCEDURE AANVRAGEN SMS‐AUTHENTICATIE    1 Aanmelden voor Solis‐SMS Indien u Osiris Docent of Osiris Begeleider wilt gebruiken is het noodzakelijk om u eenmalig aan te melden voor Solis‐SMS. Voordat u zich kunt aanmelden dient u in het bezit te zijn van: 

1) een mobiele telefoon 2) een e‐mailadres.  3) een Solis‐ID met bijbehorend wachtwoord.  

 De webpagina voor het aanvragen van SMS‐authenticatie is te vinden op:  www.uu.nl/osirisbegeleider, waar een link staat naar SMS‐authenticatie.  1.1 Invullen Solis‐id 

 Op deze pagina vult u in het vak uw Solis‐ID in. Vervolgens klikt u op de knop Log In. U kunt dan terecht op de volgende pagina.  Voor vragen m.b.t het Solis‐ID kijk op http://www.qdesk.uu.nl onder het kopje Solis‐id: inloggen.  

45

4.1 Exporteren   

 De studenten die in het aanroepende scherm getoond worden kunnen via dit scherm geëxporteerd worden. Via selectievinkjes kan gekozen worden welke studenten geëxporteerd worden. De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: Excel De studentgegevens worden naar Excel geëxporteerd. Het adrestype kan daarbij worden aangegeven. E‐mail Via deze link kan e‐mail verstuurd worden. Het scherm E‐mail groep studenten wordt getoond. Pasfotolijst De pasfotolijst wordt opgeroepen.  4.2 Studentgegevens Van de student die u in een voorgaand scherm heeft geselecteerd, worden in dit tabblad de personalia en inschrijvingen getoond. Indien beschikbaar wordt ook de pasfoto van de student getoond. Door de link van het e‐mailadres van de student te kiezen kunt u een e‐mail naar de student sturen.  

Page 31: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

44

4 Zoek student Via dit scherm is het mogelijk studenten te zoeken via een aantal selectievelden. De gevonden studenten kunnen vervolgens worden geëxporteerd naar Excel, E‐mail of de pasfotolijst. 

 In bovenstaand voorbeeld is er gezocht met behulp van het selectiefilter Studentnummer. In het onderste deel van het scherm worden alle studenten getoond die aan de selectie voldoen. 

 

33

1.2 Invullen Solis wachtwoord  

  In het invulvak vult u het wachtwoord van uw Solis‐ID in en vervolgens klikt u op de knop Submit. U komt dan op de volgende pagina terecht.  1.3 Solis‐login Enrollment  1.3.1   Solis‐login Enrollment Stap 1 

 

Page 32: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

34

U komt nu in de procedure terecht waarbij uw Solis‐ID aan het nummer van uw mobiele telefoon gekoppeld wordt. Deze procedure bestaat uit 4 stappen. U kunt achter de Solis‐login Enrollment zien in welke stap van het proces u zich bevindt.   Voordat u deze velden op deze pagina invult is het van belang dat u: 

1) toegang heeft tot uw persoonlijke mailbox 2) uw mobiele telefoon aan heeft staan 

 U kunt nu de velden invullen. Bij mobiele nummer vult u het telefoonnummer van uw mobiele telefoon in. Bij e‐mailadres vult u een geldig (!) e‐mailadres in. Bij geheime vraag vult u een vraag in die u alleen kunt beantwoorden. Het systeem zal u de geheime vraag stellen op het moment dat u uw Solis‐wachtwoord bent vergeten. Bij het antwoord vult u het antwoord op de geheime vraag in. Het is van belang om het antwoord op de geheime vraag goed te onthouden.   Als u alle velden ingevuld heeft dan klikt u op de knop verder. U komt dan in stap 2 van het Solis‐login Enrollment proces terecht.  1.3.2   Solis‐login Enrollment Stap 2 

U heeft, als u een geldig persoonlijk e‐mailadres heeft opgegeven nu een e‐mail ontvangen met daarin een registratiecode. De inhoud van het e‐mailbericht ziet er als volgt uit: 

 Let op: de registratiecode die in het bovenstaande bericht staat is slechts ter voorbeeld. Uw code zal anders zijn.  

43

3 Begeleider In dit tabblad worden uw personalia en de studenten waarvan u vaste begeleider bent getoond. Uw personalia worden ter controle getoond in dit tabblad. U kunt de inhoud in de velden 'Titel', 'Telefoonnummer', 'E‐mail adres' en 'Bereikbaarheid' wijzigen.  De onderste tabel toont alle studenten waarvan u de vaste begeleider bent. In het veld kenmerk kunt u een zelf te kiezen kenmerk bij de student vastleggen. Via het blok 'Beperk lijst getoonde studenten: kunt u studenten selecteren op basis van achternaam, roepnaam en kenmerk.  Met behulp van de link op het veld 'Studentnummer' kunt u meer informatie over de student opvragen. U kunt de lijst met studenten inperken door een vinkje achter de student te zetten en de link 'Opslaan' te kiezen. De student verdwijnt dan uit de lijst. De 'verborgen' studenten kunnen weer zichtbaar worden gemaakt door het vinkje 'Toon verborgen studenten' te selecteren en de link 'Zoek' te kiezen. 

  

Page 33: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

42

2. Afspraken/actiepunten In dit tabblad worden uw afspraken/actiepunten getoond en de studenten waarmee u contact heeft gehad.  De tabel 'Afspraken/actiepunten' toont al uw afspraken en/of actiepunten die nog niet zijn afgehandeld. De afspraken/actiepunten zijn oplopend gesorteerd op de datum. De afspraken van vandaag ziet u dus als eerste staan. Met behulp van de link op het veld 'Datum afspraak' kunt u meer informatie over de afspraak of het actiepunt opvragen. Mocht u een student zoeken die niet in de onderste tabel voorkomt, dan kunt u met behulp van de knop 'Zoek student' boven in het scherm de student opzoeken.  

  

In bovenstaand voorbeeld staan geen afspraken en/of studenten weergegeven.   

35

  De registratiecode uit het e‐mailbericht vult u in bij het in het vak Registratiecode. Daarna klikt u op de knop verder. U komt dan op de volgende pagina terecht. Mocht u onverhoopt geen e‐mail hebben ontvangen dan kunt u op de knop Zend opnieuw klikken. U ontvangt dan opnieuw een e‐mail met een registratiecode. Zorg er wel voor dat uw spamfilter de berichten van de Universiteit Utrecht doorlaat. Het afzendadres van het bericht met registratiecode is solis‐[email protected].  

Page 34: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

36

1.3.3   Solis‐login Enrollment Stap 3  U hebt nu, als u het juiste mobiele telefoonnummer heeft ingevuld een activatiecode ontvangen op uw mobiele telefoon.  

  De activatiecode uit het SMS‐bericht vult u in bij het in het vak Activatiecode. Daarna klikt u op de knop verder. U komt dan op de volgende pagina terecht. Mocht u onverhoopt geen SMS hebben ontvangen dan kunt u op de knop Zend opnieuw klikken. U ontvangt dan opnieuw een SMS met een activatiecode.   

41

 Na invoer van uw wachtwoord, en klikken op ‘Verifieer wachtwoord’, vraagt de procedure om een sms‐toegangscode. U heeft deze code zojuist op uw mobiele nummer ontvangen. Dit werkt enkel indien u in een eerder stadium uw nummer heeft gekoppeld aan uw Solis‐ID. Zie hiervoor de handleiding: SMS authenticatie – registreren 06‐nummer   

  

Na het invoeren van de code en klikken op   belandt u in Osiris Docent/Begeleider. Wanneer u geen sms heeft ontvangen klikt u op 

. U zult dan een nieuwe code per sms ontvangen.   1.2 Wat te doen bij inlogproblemen? Indien u vragen heeft m.b.t. uw solis‐id en/of wachtwoord kunt u terecht op: www.qdesk.uu.nl (medewerker UU ‐> ICT  solis‐id: inloggen) Indien u problemen heeft m.b.t. de SMS authenticatie kunt u terecht bij de ICT Servicedesk. Kijk voor de meeste actuele contactinformatie op: UUHome > Diensten > ICT Service Centrum > ICT Servicedesk 

Page 35: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

40

  De inlogprocedure verlangt uw Solis‐wachtwoord: 

 

37

1.3.4   Solis‐login Enrollment Stap 4   

  Deze pagina geeft aan dat het aanmelden gelukt is. U komt na korte tijd automatisch op de volgende pagina terecht. Mocht dat niet zo zijn dan kunt u klikken op de link hier. Het aanmeldproces is succesvol beëindigd. U kunt op de knop close klikken. Het scherm zal nu gesloten worden. 

Page 36: Voorwoord - Universiteit Utrechttauu.uu.nl/wp-content/uploads/2015/01/Draaiboek-tutoraat...Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische,

38

Bijlage 3 PROCEDURE OSIRIS BEGELEIDER  Toelichting op Osiris Begeleider In de web‐module Osiris Begeleider (www.uu.nl/osirisbegeleider) moeten alle studentenbegeleiders hun notities noteren. Op die manier blijft het begeleidingsdossier van een student zo compleet mogelijk. Dat is van groot belang bij formele zaken als het vaststellen van het Bindend Studieadvies en financiële steun in geval van vertraging door overmachtsituaties.  Iedere tutor krijgt permissies in deze begeleidingsmodule om zijn/haar notities in te voeren. Volg de instructies uit deze handleiding. Je kunt binnen de UU direct inloggen op het systeem. Ook is het mogelijk om vanuit huis in te loggen – dat gebeurt door middel van SMS‐authenticatie. Zie daarvoor de handleiding (Bijlage 2).  Authorisatie notities Alle notities die de tutor in de Begeleidingsmodule invoert zijn vertrouwelijk van aard. Niemand kan daar bij zonder toestemming van de auteur. Wel moeten de studieadviseurs inzicht krijgen in de notities van de tutorbegeleiding. Daarvoor moet de tutor de studieadviseurs expliciet toegang geven. Eenmaal ingelogd moet je daarvoor eerst een student invullen. Bij het studenten dossier zie je een knop Autorisatie. In het scherm Autorisatie kun je de studieadviseurs van TCS, Sigrid Botzen en Frank de Haas, “beperkte toegang” verlenen. Klik die namen aan (eerst het +teken aanklikken).  1 Osiris Begeleider Osiris Begeleider is de webapplicatie voor het raadplegen van studentgegevens en het vastleggen van afspraken en notities met en bij studenten.   De internet toegang voor begeleiders tot het studie‐informatiesysteem Osiris is te vinden op: www.uu.nl/osirisbegeleider   

 

 

 

 

 

 

39

 Dit is het beginscherm: 

  De help functie is in Osiris Begeleider altijd onderaan de pagina te vinden. Deze helpfunctie geeft gerichte informatie over de pagina waarop u zich bevindt. Gebruik de helpfunctie als u hulp nodig heeft met Osiris Begeleider, of als begrippen uitleg behoeven.   

Om in te loggen klikt u op  .  1.1 Inlogprocedure  

Na klikken op   wordt een nieuwe pagina geopend waarmee u de korte inlogprocedure start. Deze inlogprocedure is noodzakelijk om daarmee de beveiliging van de gegevens wordt  gewaarborgd. Voer eerst uw Solis‐ID in. Klik na 

invoeren van uw Solis‐ID op  .