vleeshuismuseum stedelijke musea dendermonde · religie speelde al een belangrijke rol binnen deze...

24
Zo leefden wij in de Gallo-Romeinse periode. Leerkrachtenbundel Vleeshuismuseum Stedelijke Musea Dendermonde

Upload: phungtruc

Post on 26-Feb-2019

214 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Zo leefden wij in

de Gallo-Romeinse periode.

Leerkrachtenbundel

Vleeshuismuseum

Stedelijke Musea Dendermonde

2

1. Tijdslijn voor onze gewesten

De Gallo-Romeinse periode betekent de overheersing in onze gewesten door de

Romeinen. De Romeinen wilden hun eigen rijk verder uitbreiden en startten met

verschillende veroveringen ten oosten, zuiden, westen en noorden van hun eigen

centrum, namelijk de stad Rome.

Wanneer de Gallo-Romeinse periode startte en de Romeinse overheersing in

onze gebieden stopte, kan men terugvinden op deze tijdslijn.

PrehistorieDe Gallo-Romeinse periode

Middeleeuwen

58 v. Chr.

52-51 v.Chr.

406

voor Christus na Christus

Julius Caesar begint met de verovering van Gallië

Het Gallische verzet is ten einde. Start van de definitieve Romeinse overheersing

Definitieve einde Romeinse controle in gewestenonze

476

Definitieve einde Romeinse RijkVal van Rome

1

2. Daar kwamen de Romeinen: de Gallische oorlogen

De Keltische en Kelto-Germaanse stammen van Gallië die leefden meer dan 2000

jaar geleden kenden nog geen schrift. Ze konden ook niet lezen of schrijven.

Alles wat zij toen kenden, werden door de ouders op hun kinderen doorgegeven,

zij vertelden wat zij zelf wisten en wat zij gehoord en geleerd hadden van hun

voorouders. Men spreekt hierbij van een mondelinge overlevering.

Dit veranderde wanneer de Romeinen kwamen. Zij gebruikten wel een schrift. Zij

schreven over de gebieden en volkeren die ze tegenkwamen op hun reizen en

veroveringen. Zij schreven dan ook over volkeren die zelf nog niet konden lezen

3

of schrijven. Door de komst van de Romeinen zal dit het einde van de prehistorie

in onze gewesten betekenen.

De Romeinen hadden al grote delen van Europa veroverd. Vervolgens wilden ze

nog meer veroveren in alle windstreken. Gallië bevond zich ten noorden van hun

eigen rijk, dat zijn centrum had in de stad Rome.

De verovering onder leiding van Julius Caesar startte in 58 vóór Christus. Onze

gebieden lieten zich niet zomaar veroveren en we verzetten ons tegen het

Romeinse leger. Toch bleek het Romeinse leger te sterk te zijn en leden wij in

onze gewesten een zware nederlaag in 57 vóór Christus en vele duizenden

mensen werden gedood. Dorpen en akkers werden verwoest en vele mannen,

vrouwen en kinderen waren als slaaf meegenomen. Toch duurde de oorlog nog

iets langer, en bleven wij nog hevig weerstand bieden niet altijd met evenveel

succes. Uiteindelijk zal in 51 vóór Christus voor de laatste keer hevig weerstand

geboden worden aan het Romeinse leger door Ambiorix en zijn stamgenoten, de

Eburonen. Gallië was nadien enorm uitgeput en een nieuwe opstand was

onmogelijk geworden. Deze hele periode van oorlogen is ook gekend als de

Gallische oorlogen.

Uiteindelijk zal de Romeinse overheersing ongeveer vier en een halve eeuw

duren in onze gewesten.

4

3. De beginnende romanisering in onze gewesten

De IJzertijd eindigde wanneer de Romeinse invloed zich in onze gewesten liet

gelden. Dit betekende geen plotse verandering voor de lokale bewoners, maar

eerder een langzame evolutie naar andere gewoonten en gebruiken. Waardoor er

gesproken werd van de Gallo-Romeinse bevolking. Voor de lokale bevolking

veranderde er in het begin niet zoveel, vele oorspronkelijke elementen bleven

behouden. Maar door de Romeinse overheersing was er geleidelijk wel culturele

en economische invloed van de Romeinse bezetter te merken.

Sporen van Gallo-Romeinse bewoning op het nieuwe industrieterrein

In Dendermonde werd op het nieuwe industrieterrein Hoogveld-J door

archeologen onderzoek verricht. Archeologen zijn wetenschappers die door

opgravingen en onderzoek proberen het verleden te achterhalen. Zij ontdekten

hierbij een begraaf- en cultusplaats die al ontstond in de bronstijd en verder

bleef bestaan tot in de vroeg-Romeinse periode.

Uit de IJzertijd werden sporen teruggevonden van een openluchtheiligdom dat

opgericht was rondom een grafheuvel. Deze vondsten tonen dat er al menselijke

bewoning was in de IJzertijd op het Hoogveld. Religie speelde al een belangrijke

rol binnen deze samenleving. Dit bleef duren na de komst van de Romeinen,

deze begraafplaats werd nog steeds gebruikt. Wel zijn er enkele verschillen door

de Romeinse invloeden. De doden zullen in deze periode nu in afzonderlijke

crematiegraven bijgezet worden. In deze crematiegraven vindt men

houtskoolresten en botresten. Naast de verbrande resten werden ook vaak

grafgiften meegegeven. Deze grafgiften konden aardewerk zijn, maar ook kralen

en sierraden. In Dendermonde vond men een bijna complete Romeinse pot en

ook verschillende kralen en sierraden gemaakt van glas.

Er werden geen Romeinse luxeproducten teruggevonden, wat waarschijnlijk

betekende dat deze begraafplaats in de latere Gallo-Romeinse periode niet meer

gebruikt werd en men zijn doden elders ging begraven.

5

Een Romeinse brandrestengraf

Verschillende kralen en sierraden van glas zijn

teruggevonden

Romeinse pot uit een crematiegraf

Niet enkel sporen van de begravingen zijn teruggevonden, ook één waterput uit

de vroeg-Romeinse periode. Deze waterput had een vierkante constructie van

zware, eikenhouten balken. Er is een onderscheid tussen waterputten en

waterkuilen. Het verschil tussen deze twee is dat waterputten een houten

omkadering hebben en waterkuilen niet. Een tweede verschil is in functie van

deze twee soorten, waarbij de waterputten eerder voor mensen dienden en de

waterkuilen voor het vee. Deze teruggevonden waterput is opnieuw een bewijs

van menselijke bewoning in die tijd.

In de omgeving werden ook andere sporen van werkelijke bewoning

teruggevonden zoals resten van een gebouw, greppels en Romeins aardewerk in

de graven.

6

Een waterput uit de vroeg-Romeinse periode.

4. De Gallo-Romeinse beschaving

We hebben al gezien dat met de komst van de Romeinen er geen plots einde

kwam aan de inheemse tradities en gewoonten. Men gebruikte soms wel al wat

Romeins aardewerk dat meegebracht werd door Romeinse soldaten, avonturiers

of handelaars. Pas een eeuw na de verovering door Julius Caesar, zal er een

duidelijke vermenging zichtbaar worden tussen de oorspronkelijk (inheemse) en

Romeinse gemeenschappen. Hieruit zal een werkelijke Gallo-Romeinse

beschaving ontwikkelen. (Vanaf het bestuur van Claudius die regeerde van 41 tot

54 na Christus)

7

4.1. Het Gallo-Romeinse wegennetwerk

In onze streken werd er vooral gewerkt op de akkers. Wij hadden een vruchtbare

bodem die ervoor zorgde dat we producten konden vervoeren naar andere delen

van het Romeinse Rijk. We vormden het bevoorradingsgebied van de

legertroepen die langs de Rijn waren gevestigd en de Romeinen bouwden nieuwe

nederzettingen.

Door de toenemende Romeinse invloed ging er een groeiend wegennet ontstaan,

dat de Romeinen vooral voor militaire doelen gebruikten zoals een snelle

verplaatsing van hun leger.

Een uitgebreid wegennetwerk was ook gunstig voor de inheemse ambachten en

landbouw, die zich geleidelijk gingen moderniseren, wat zorgde voor toename

van de productie. Vooral tijdens de 2de en het begin van de 3de eeuw na Christus

was er een grote economische activiteit, dat ook zorgde voor het opbouwen en

groeien van steden.

Het Romeinse wegennet in België

8

4.2. Tongeren: een belangrijke Gallo-Romeinse stad

Voordat de Romeinen er in de eerste eeuw voor Christus binnenvielen, was het

gebied rond de stad Tongeren, bewoond door de Eburonen. Door de komst van

de Romeinen zal Tongeren een Gallo-Romeinse stad worden dat een belangrijke

positie kreeg in het handelsnetwerk.

Stadsplan van Romeins Tongeren

Er werd een hele stad uitgebouwd met vele verdedigingswerken om zich te

beschermen. De stad zelf kreeg een stratenplan dat in dambordpatroon werd

aangelegd. Tongeren lag dicht bij een belangrijke handelsweg naar andere

steden (namelijk op de landweg Bavay en Keulen) maar ook was het dichtbij de

waterwegen de Schelde en de Maas. Door haar gunstige ligging werd Tongeren

het economisch centrum van het Belgische landbouwgebied en ook het

inzamelcentrum voor transport van goederen naar andere steden. Doordat de

stad zo belangrijk was werden ook andere bouwwerken opgericht zoals een grote

aquaduct en een tempelcomplex. Het aquaduct van Tongeren is het grootste

bewaarde aarden monument van Vlaanderen. Deze aquaduct werd gebouwd op

het einde van de 1de eeuw na Christus om de toenmalige Romeinse stad van

watertoevoer te voorzien. In de 2de eeuw na Christus bouwde men nog een hele

ommuring rond de stad waar vandaag nog stukken van terug te vinden zijn.

9

Opvallendste gedeelte van de Romeinse aquaduct in Tongeren, vandaag gekend als de Beukenberg

Resten van de Romeinse ommuring van Tongeren uit de 2de eeuw.

10

4.3. Het transport via rivieren

De Romeinen dienden zich te verdedigen tegen de Germanen die dreigde om

onze streken aan te vallen en over te nemen van de Romeinen. Dat zorgt ervoor

dat vooral de rivieren Rijn (Duitsland), Donau en Maas (Nederland) als militaire

grens diende om zich te beschermen tegen de Germanen. Het Romeinse Rijk

heeft deze rivieren als grens gebruikt, wat zij de limes noemde.

Het belang van de rivieren en waterlopen zou steeds groter worden doordat

sneller grote ladingen zouden vervoerd kunnen worden. Over land was het

vervoer van grote ladingen trager en was er een groter gevaar om beroofd te

worden.

Dendermonde bevindt zich aan de Schelde en de Dender. Tijdens de Romeinse

tijd was vooral de Schelde een belangrijke rivier. Bij de aanleg van het Romeinse

wegennetwerk werd er vaak gebruik gemaakt van rivieren en bouwde men ook

oversteekplaatsen of bruggen. De rivieren werden belangrijk in hun economie,

bijvoorbeeld voor het transport van bouwstenen. De Schelde werd een

belangrijke as waarlangs producten konden worden vervoerd. Wat ervoor zorgde

dat er langs de oevers kleine haventjes of opslagplaatsen werden gebouwd.

4.4. Nederzettingen

De landelijke nederzetting uit de Romeinse periode zoals Dendermonde op de

zandgronden bestond meestal uit een groepering van ongeveer een drietal

bedrijven. De hele nederzetting zelf bestond uit verschillende delen: huizen,

opslaghuizen, open (werk)plaatsen, tuinen, putten, waterputten, grachten en

soms ook omheiningen.

Wonen en leven in de Romeinse tijd

11

De woningen op het platteland zijn vooral woonstalhuizen, waarbij het vee en de

mensen onder een dak leefden. Al lang vóór de komst van de Romeinen was

deze vorm van woningen gebruikt. Men bouwde deze woningen vooral met lokaal

beschikbare materialen, vooral uit hout en leem dat men terugvond. In de

landelijke gebieden waren huizen in steen nog zeer zeldzaam.

De vloer van het huis was meestal stevig aangestampte aarde. Het dak was

meestal hoog en steil. De dakbedekking was van stro of riet, waarbij de nok

waarschijnlijk werd afgedekt met graszoden. De in- en uitgangen lagen meestal

in het midden van de lange zijde van het gebouw, recht tegenover elkaar.

Voorbeeld van woonstalhuizen tijdens de Romeinse periode

Deze type woningen gaan nog lang blijven bestaan, maar in grotere steden zoals

Tongeren zou er vanaf ongeveer 50 na Christus een nieuw woningtype ontstaan.

Hier werden de woonstalhuizen vervangen door villae. Dit waren complexe

gebouwen die gebouwd waren volgens de Romeinse techniek in steen of in zowel

steen en hout. Deze woningen hadden vele kamers en bijgebouwen. Deze huizen

waren ook versierd met mozaïeken en fresco’s. Dit was vooral in de economisch

succesvolle gebieden.

12

Reconstructie van een Tongerse stadswoning, kort na 70 na Christus.

13

4.5. Economische activiteiten

De economische activiteiten tijdens de Gallo-Romeinse periode was zeer

gevarieerd en afhankelijk van waar men precies woonde.

In de kuststreken maakte men garum, dat is een pikante vissaus of deed men

aan zoutwinning. Elders bleef land- en tuinbouw een vaak uitgeoefende activiteit,

het kweken van graansoorten zoals gerst, tarwe, haver en rogge of peulvruchten

zoals erwten. Veeteelt was een enorm belangrijke activiteit die verricht werd op

de zandgronden waar men in woonstalhuizen leefde. Men hield vooral varkens,

schapen, geiten en runderen. De schapen werden ook gehouden voor de wol die

ze leverden. Er bestond een vrij grote textielnijverheid. Andere arbeid die

verricht werd, was het kappen van hout dat gebruikt kon worden voor het

bouwen van huizen. Op de platteland was een echte nijverheid nog zeer beperkt

tot de huiselijke sfeer. In deze nederzettingen deed men wel aan spinnen, weven

en metaalbewerking.

Door de groei van steden gingen ook andere activiteiten ontstaan, steeds meer

dakpannen- en pottenbakkerijen werden opgericht. Er was geleidelijk een grotere

economische productiviteit te zien waarbij er veel geëxporteerd en geïmporteerd

werd.

4.6. De geldactiviteit: het gebruik van munten als betaalmiddel

Er was vóór de komst van de Romeinen zeer weinig geld in omloop. Door de

Romeinse invloed zou dit snel wijzigen vooral in de stedelijke gebieden van

Gallië. Op plaatsen die een centra van handel en nijverheid waren zoals markten,

vond er snel een muntcirculatie plaats. Op het platteland zou ruilhandel nog

zeker blijven bestaan, al was ook daar een opkomst van circulatie van geld op te

merken.

Door het gebruik van munten gingen ook andere problemen ontstaan zoals het

voorkomen van valse munten. Een andere verschijnsel was de lokale muntslag,

dit betekent dat bepaalde steden het recht hadden om munten te slaan of te

maken zodat ze gebruikt konden worden, dit kwam voor in de Romeinse

provincies. Deze waren meestal bestemd voor lokaal of regionaal gebruik.

14

Het terugvinden van munten bij archeologische opgravingen gebeurd vaak. Men

vindt deze munten terug in graven, offerkuilen of als bouwoffer. Het idee om

munten aan geesten of goden te offeren is veelvoorkomend.

Soms zijn dat slechts enkele losse munten die men

bij opgravingen terugvindt. Maar ook het terugvinden

van een muntschat is mogelijk, dit is dan een

hoeveelheid munten die opzettelijk in de grond werd

ingegraven in een doek of zak. De reden om deze

munten in de grond te steken was vaak onveiligheid

of gevaar door oorlogen, invallen, plundertochten, … .

Anderzijds kon de reden ook oppotten zijn, dit is het geld verzamelen en

bewaren voor later. In het geval dat 2 soorten munten in gebruik waren, ging

men de munt met de laagste waarde eerst gebruiken en de munt met de meeste

waarde werd bewaard. Er bestonden ook al spaarpotten, daarin werden vooral de

waardevolle munten bewaard, die uit waardevol metaal waren gemaakt.

De Romeinse muntschat van Mespelare

In Mespelare, een deelgemeente van Dendermonde heeft men een unieke vondst

gedaan, namelijk een muntschat uit de Gallo-Romeinse tijd. In 1607 vond een

boer (Karel van Houwe) dicht bij de kerk een aarden pot met een schat van

Romeinse aurei, dit zijn gouden munten.

Faustina de Oudere was een Romeinse keizerin.

De vrouw van Romeinse keizer Antoninus Pius.

15

In deze aarden pot zouden heel veel munten teruggevonden geweest zijn, maar

een exact aantal is niet gekend. In de schat bevonden zich veel gouden

Faustinamunten, genaamd naar keizerin Faustina. Maar ook munten met

afbeeldingen van andere Romeinse keizers of hun echtgenote, die alle regeerden

tussen de periode vanaf het einde van de 1ste eeuw na Christus tot het einde van

de 2de eeuw na Christus. De oorspronkelijke eigenaar van deze munten was

waarschijnlijk een rijker iemand door de grote hoeveelheid munten die zich in

één pot bevonden.

4.7. Het dagelijkse en godsdienstige leven

Er zijn 2 opvallende invloeden van de Romeinen in het dagelijkse leven, namelijk

in het religieuze geloof en in de omgang met hun overledenen.

De religieuze beleving

1. Tempels

Tempels zijn een duidelijk kenmerk van een godsdienstig leven. Hoewel

de tempels van de Galliërs Romeinse kenmerken hadden, behielden de

tempels toch een eigen karakter. Alhoewel op het eerste zicht de

tempels in onze streken Romeins leken, waren zulke tempels niet

typisch in Rome. Er zijn enkele typische Keltische kenmerken behouden

gebleven namelijk een rechthoekig of vierkant gebouw met

daaromheen een lagere zuilengaanderij. De tempel lag op een podium

(hiermee wordt de verhoging van de tempel bedoeld); een element dat

overgenomen was van de Romeinen.

16

Vóór de tempel bevond zich een altaar, alsook één of meerdere

offerkuilen. De tempel zelf werd als woonplaats van de godheid gezien,

niet als een bedeplaats die men zomaar mocht binnenwandelen.

De vondst van resten van een tempelstructuur in Hofstade is tot nu toe

de dichtste vondst bij Dendermonde.

Voorbeeld van een Gallo-Romeinse tempel. Deze stond in Elst (Nederland)

17

2. Altaren

Er zijn talrijke altaren gevonden in heel België van tijdens de Gallo-

Romeinse tijd. Andere vondsten kunnen offerstenen zijn met vragen

om gunsten of als dankbetuigingen aan een bepaalde god.

In het Vleeshuismuseum Dendermonde is er een Herculesaltaar te

bekijken dat afkomstig is uit de 2de – begin 3de eeuw na Christus. Dit

altaar werd gevonden in de Schelde in Wetteren. Op dit altaar is

Hercules te zien, naakt met een baard en heeft enkele voorwerpen bij

zich: een knots in zijn rechterhand (dus links op de foto). Ander typisch

voorwerp zijn het vel van een leeuw dat over zijn linkerschouder hangt

en een gouden appel in zijn linkerhand.

Herculesaltaar gevonden in de Schelde te Wetteren

18

3. Godenbeelden

Beelden die een god afbeelden

leren ons iets over de

godenverering. Er zijn

verschillende vondsten van deze

religieuze beeldjes die

binnenshuis geplaatst werden, op

offerplaatsen bij tempels of op

bedevaartsplaatsen aanwezig

waren of in de graven zelf.

De vele goden die vereerd

werden, waren afkomstig van de

Grieks-Romeinse godenwereld.

Een zeer populaire god was

Venus waarvan ook vele beelden

teruggevonden zijn, deze werden

zelfs ingevoerd naar onze

streken. De beelden konden uit

verschillende materialen bestaan

zoals brons of witte aarden gesteente.

In Dendermonde is het beeldje van een

klassieke Mars teruggevonden, dit beeld was

in brons. Mars was de Romeinse god van de

oorlog. Hij werd voorgesteld met wapens

namelijk een speer in zijn rechterhand en een

schild in zijn linkerhand, maar deze ontbraken

bij haar vondst. Mars is hier als een jong,

gespierd en naakt iemand afgebeeld.

Toch bleven velen in onze streken nog trouw

aan hun oorspronkelijke goden. Vele van deze

waren vrouwelijke goden en ze hadden

meestal met de vruchtbaarheid bij de mens,

dier en landbouw te maken.

Bronzen Venusbeeldje gevonden in Kortrijk

(eind 1ste –begin 2de eeuw na Christus)

Bronzen Marsbeeldje in 1805

gevonden, komt uit de 2de eeuw

19

De omgang met de doden

Zowel in Gallië, als in Rome, was de dodenverbranding, dus crematie van

de overledenen vooral in gebruik wanneer de Romeinen startte met hun

veroveringstocht in 58 voor Christus.

De verbrande resten, al dan niet in een urne, werden in het graf geplaatst.

In het graf gaf men de overledene vaak ook grafgiften mee, de

hoeveelheid en kwaliteit van de grafgiften was afhankelijk van de rijkdom

van de familie van de overledene.

In Rome was er een verandering van crematie naar het begraven van de

doden in de 2de eeuw na Christus. Deze grote verandering gebeurde zeer

snel, waarbij de Romeinen zelf beïnvloed waren door de Oosters cultuur.

In onze streken was deze overgang van crematie naar het begraven van

de doden niet zo snel. De crematie bleef overheersen tot in de 3de eeuw en

kwam het werkelijk begraven van de doden slechts af en toe voor. Dus

deze Romeinse traditie had hier absoluut geen grote invloed.

In Dendermonde zijn enkele Gallo-Romeinse graven teruggevonden o.a.

op de Zwijvekekouter, net zoals in 2009 op Hoogveld –J.

Bij deze crematiegraven werden ook grafgiften meegegeven. Deze waren

afhankelijk van:

Lokale tradities

Rijkdom

Verschil in sociale stand

Deze grafgiften gaven een beeld van wat er gebruikt werd in het

dagelijkse leven. Men vond gebruiksvoorwerpen, sierraden, kledij en

tafelgerei zoals lepels, borden, bekers, …

20

Dendermonde-Zwijvekekouter:

beker met jachtscène uit graf (ca.125-150)

Dendermonde-Zwijvekekouter:

aarden kommetje (ca. 117-161)

In economisch rijke gebieden zoals Tongeren werden de rijkste mensen

begraven onder een grafheuvel, wat men tumulus noemt (meervoud:

tumuli) . Dit begrafenisritueel gaat terug tot de vóór-Romeinse Keltische

“vorstengraven”. In deze graven vond men zelden wapens. Wapens waren

het bezit van de Romeinse staat en geen persoonlijk bezit. Wel kon men

soms jachtwapens terugvinden in de graven.

Tumulus van Koninksem (in Tongeren)

21

5. De verzwakking van het Romeinse Rijk en de invallen

van de Germanen

Het grote Romeinse Rijk werd in 2 helften gesplitst in 395 namelijk een West-

Romeinse Rijk en Oost-Romeinse Rijk. Vanaf de 3de eeuw was het hele Romeinse

Rijk aan het verzwakken. Het bestuur vanuit Rome verliep steeds moeilijker.

Tegelijkertijd waren de grenzen van het Romeinse Rijk bedreigd door vooral

meerdere invallen van verschillende Germaanse stammen. De definitieve

doorbraak van de Germanen in 406-407, betekende voor onze gewesten het

einde van de Romeinse periode. De Germanen drongen zelfs door tot Spanje en

Noord-Afrika. In 476 viel Rome, dit betekende ook het einde van de Klassieke

Oudheid en het begin van de Middeleeuwen.

22

6. Bijlage: kaart van het Romeinse Rijk

23

7. Bibliografie

Boeken en verhandelingen

ADAMS (X.). Historische Atlas. Wommelgem, Uitgeverij Van In, 2004, 80 p.

CREEMERS (G.). “De periode: 58 vóór Christus-500.” In: DE KOK (J.), et.al. De 25 dagen

van Vlaanderen. Zwolle, Uitgeverij Waanders, 2004, pp. 20-27 (Deel 1).

DE GRAEVE (A.). Het vergeten deel van de collectie Maertens de Noordhout boven water

gehaald: studie naar vroegmiddeleeuwse rivierdeposities in de Scheldevallei. Gent

(onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent), 2010, 137 p. (promotor: W. De

Clercq)

GEIVERS (R.). Nieuwe Historische Atlas. Antwerpen, Uitgeverij De Boeck, 2002, 136 p.

HEEREN (S.). Romanisering van rurale gemeenschappen in de Civitas Batavorum: De

casus Tiel-Passewaaij. Amsterdam (onuitgegeven doctoraatsverhandeling Vrije

Universiteit Amsterdam), 2009, 364 p. (promotor: N.G.A.M. Roymans)

JANSSENS (N.). Het bewonen en verlaten van de regio tussen Maas, Demer en Schelde in

de Romeinse periode. Gent (onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent),

2010, 121 p. (promotor: W. De Clercq)

JANSSENS (U.). De Oude Belgen. Vianen, The House of Books, 2007, 288 p.

NAEREBOUT (F.G.) en SINGOR (H.W.). De Oudheid: Grieken en Romeinen in de context van

de wereldgeschiedenis. Amsterdam, Ambo, 2008, 531 p.

NOUWEN (N.). Caesar in Gallië. Leuven, Davidsfonds, 2003, 235 p.

NOUWEN (N.). De Romeinen in België (31 v.C.-476 n.C.). Leuven, Davidsfonds, 2006, 256 p.

VERLAECKT (K.), et.al. Dendermonde van Metaaltijden tot vroege Middeleeuwen.

Dendermonde, stadsbestuur Dendermonde, 2010, 96 p.

VERMEULEN (F.). Tussen Leie en Schelde: archeologische inventarisatie en studie van de

Romeinse bewoning in het zuiden van de Vlaamse Zandstreek. Gent, Archeologische

inventaris Vlaanderen, 1992, 285 p.

24

Internet (enkel gebruikt voor foto’s en reconstructietekeningen)

INTERNETGAZET TONGEREN. Beschermingsprocedure aquaduct opgestart. In: <

http://www.tongeren.info/default.aspx?p=1684 >, geraadpleegd op 30.11.2011.

LENDERING (J.) en THAYER (B.). Musée de Mariemont – a review. In: <

http://rambambashi.wordpress.com/2007/12/16/musee-de-mariemont-a-review/>,

geraadpleegd op 07.12.2011.

SPANNENDE GESCHIEDENIS. Elst - Gallo-Romeinse tempel. In:

http://www.spannendegeschiedenis.nl/de-romeinen/elst-gallo-romeinse-tempel ,

geraadpleegd op 07.12.2011.

VANDECATSYE (S.). Hoogveld-J, Dendermonde. In: < http://www.archaeological-

solutions.be/project/09-01>, geraadpleegd op 30.11.2011.

VILTERS (E.) en VANHEMEL (E.). Beroemde verhalen en overblijfselen uit de Romeinse Tijd.

In: http://www.vilters-vanhemel.be/belgie_romeinenconcreet.html , geraadpleegd op

30.11.2011.

WIKIPEDIA. Faustina de Oudere. In: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Faustina_de_Oudere>,

geraadpleegd op 06.12.2011.

WIKIPEDIA. Gallo-Romeinse tumuli in België. In: <http://nl.wikipedia.org/wiki/Gallo-

Romeinse_tumuli_in_Belgi%C3%AB>, geraadpleegd op 09.12.2011.