visie - nloug...conspect ict diensten robin van der beek transistorstraat 71j 1322 ckalmere...
TRANSCRIPT
VISIEVoorjaar 2009 • Jaargang 14 • Nummer 1 • h 7,50 V
ISIE
Orac le Gebr u ikersc lub Hol land
Orac le Bene luxUser Group
Oracle: Focus op integratie vanapplicaties en bedrijfsprocessenOracle: Focus op integratie vanapplicaties en bedrijfsprocessen
Oracle Data Integrator maakt mogelijkhedendata-integratie compleet
Oracle Data Integrator maakt mogelijkhedendata-integratie compleet
Nu mét Oracle Forms naar APEX conversieNu mét Oracle Forms naar APEX conversie
Wij zijn gespecialiseerd in:
• Oracle Consultancy
• Java Consultancy
• Applicatiebeheer
• ICT project-management
Voor meer informatie:
Conspect ICT diensten
Robin van der Beek
Transistorstraat 71 j
1322 CK Almere
T (036) 538 72 92
of kijk op www.conspect.nl
Wie zoektkent
Conspect niet, wieConspect
kent zoekt
niet...
Conspect combineert senioriteit in Oracle met
senioriteit in Java en Internettechnologieën.
Door deze unieke combinatie is Conspect als
geen ander in staat te helpen met het ontwikkelen
of beheren van uw bedrijfskritische applicaties.
Conspect behoort tot het selecte gezelschap
van bedrijven dat door Oracle is gecertificeerd.
Een predikaat dat een organisatie niet zomaar
opgespeld krijgt, maar waarvoor zij zich continu
moet waarmaken.
Conspect doet deze investering om u een
objectieve kwaliteitsgarantie te kunnen bieden.
CONSPECT ICT diensten
Adv. Conspect-wiezoekt 09-09-2008 15:13 Pagina 1
ColofonRedactieH. Gerritse (hoofdredacteur)R. BuitenhuisM. JonkersM. Uitentuis
Redactie-adresOracle Gebruikersclub HollandUtrechtseweg 48/C 3704 HE ZeistPostbus 701, 3700 AS ZeistT +31 (0)30 699 70 70E [email protected]
RealisatieDrukkerij Donath B.V.T (030) 69 22 887F (030) 69 181 34E [email protected]
OrganisatieA.J. van der Weijden-KlinkersBMO b.v.T + 31 (0)30 6997070F + 31 (0)30 6962378E [email protected]
OGh-secretariaat/advertentie-exploitatieUtrechtseweg 48/C, 3704 HE ZeistA.J. van der Weijden-KlinkersT +31 (0)30 69 970 65F +31 (0)30 69 623 78E [email protected] www.ogh.nl
Gebruikersbijeenkomsten/congresWerving sprekers/ onderwerpen: Th. KosterConclusion CommunicationE [email protected]
Bestuur OGhVoorzitterR. BosDelta Lloyd NV T +31 (0)20 59 423 60E [email protected] PenningmeesterH. FermontMatadex BVT + 31 (0)6 41 42 35 56E [email protected]
Overige bestuursledenR. BuitenhuisCiber Nederland BVT + 31 (0)6 15 06 88 59E [email protected] Y. FuItude TechnologyT +31 (0)30 65 661 71E [email protected]
Vertegenwoordiger SIMM. UitentuisAtlis InformatiesystemenT + 31 (0)30 60 200 70E [email protected]
Oplage 7.000
OGh Visie is een uitgave van OracleGebruikersclub Holland en wordt verzonden aan al haar leden en Oraclegeïnteresseerden.U kunt zich aanmelden voor een gratisabonnement via de website www.ogh.nl © 2008 OGh
Geachte lezer,
Met heel veel genoegen breng ik hierbij het voorjaarsnum-mer 2009 onder uw aandacht. In dit nummer wordt uiter-aard ruim aandacht besteed aan de user conference OBUG Benelux Connect 2009, met als thema Embrace the Future. U vindt in dit nummer onder meer het conferentieprogram-ma, plattegrond, exposantenlijst en andere nuttige informa-tie.
VISIE
Voorwoord
Inhoud
Het organisatiecomité hoopt en verwacht dat met deze bijeenkomst het succes van de conference in 2007 zal worden geëvenaard en wellicht zelfs overtroffen. Ik wens u op 31 maart a.s. een zeer aangename dag toe in Antwerpen met nieuwe inzichten voor de toekomst.
Vanaf maandag 23 maart gaat de vernieuw-de website www.ogh.nl live. De site wordt nog interactiever van opzet, de artikelen zijn eenvoudig te lezen in html en de inde-ling van het nieuws is aangepast. Dankzij de nieuwe RSS-feed kunt u direct zien of er nieuws, bijeenkomsten of mededelingen zijn gepubliceerd.
Ook zal vanaf 23 maart de mogelijkheid worden geboden om uw bedrijf nog beter te profileren. Naast adverteren in het blad is nu het nu ook mogelijk om banners op de site te plaatsen. Meer informatie en tarieven vindt u elders in dit nummer.
De maandelijkse nieuwsbrieven met de aan-kondiging van de themabijeenkomsten die aan de leden en hun contacten worden ge-stuurd, zullen uiteraard ongewijzigd worden voortgezet.
Zoals u natuurlijk gewend bent zijn er ook talrijke andere lezenswaardige artikelen te vinden die maken dat OGh Visie een leuk en interessant blad is voor de Oracle geïnte-resseerde. In de komende periode zullen wij verder onderzoeken op welke wijze OGh Vi-sie een breder OBUG publiek kan bedienen. Mocht u hierover ideeën hebben of hieraan een bijdrage willen leveren, dan nodig ik u van harte uit contact op te nemen met de redactie.
Ik wens u veel leesplezier.
Ruud BosVoorzitter Oracle Gebruikersclub Holland
3
4
9
10
18
23
26
14
Voorwoord door Ruud Bos
Oracle: Focus op integratie van applicaties en bedrijfsprocessen
Column – De toekomst van Apex door Dimitri Gielis
APEX 3.2: Nu mét Oracle Forms naar APEX conversie door Roel Hartman
Gebruik van Oracle Spatial in de hydrografische wereld door Mark Terlien
Complexiteit bij Oracle licentiestructuren door Nich Mills en Ernst van Eijk
Kennis opbouwen en delen met Oracle ontwikkelaars door Mike van Alst
Programmagids OBUG Benelux Connect 2009 achterin dit nummer
Oracle Data Integrator maakt mogelijkheden data-integratie compleetdoor Paul van der Weijde en Gudron van der Wal
“Oracle breidt met de ontwikkeling
van producten en een gerichte over-
namestrategie haar productportfolio
en marktpositie steeds verder uit”,
stelt Frank van Vliet, Senior Direc-
tor SOA Consulting Benelux & Ibe-
ria bij Oracle Consulting.
“Oracle producten maken daardoor
steeds meer deel uit van de infor-
matiehuishouding van onderne-
mingen. Oracle Consulting wordt
daarom in toenemende mate inge-
schakeld bij de integratie van be-
drijfsapplicaties tot een homogene
enterprise architectuur. Want on-
dernemingen stellen zich, zeker in
deze economischw mindere tijden,
meer dan ooit de vraag hoe ze hun
bestaande informatiehuishouding
kunnen kapitaliseren. Oracle heeft
naast de productkennis en expertise
met haar Fusion Middleware stack
ook de technologie in huis om die
rol van applicatie-integrator te kun-
nen vervullen.”
Voor het integreren van applicaties
maakt Oracle maakt gebruik van de
Application Integration Architecture
(AIA), legt Van Vliet uit.
“Application Integration Architec-
ture is een op open standaarden
gebaseerd platform voor de integra-
tie van bedrijfsprocessen van zowel
Oracle-applicaties als maatwerkop-
lossingen en applicaties van derden.
AIA draait bovenop de Oracle Fusion
Middleware, met de Fusion SOA sui-
te als de onderliggende technologie
voor het bouwen van integraties.”
PIP-strategie“Onze klanten vragen ons ervoor
te zorgen dat de applicaties geïnte-
greerd worden”, stelt Ron Augus-
tus, Senior Director Technology
Consulting Germany & Benelux
bij Oracle. “Daarmee ligt het ri-
sico van integratie niet meer bij de
Toekomstvisie Oracle
Focus op integratievan applicatiesen bedrijfsprocessen
Oracle bouwt verder op pijlers Technology en Applications
‘Embrace the Future’ is dit jaar het thema van OBUG Benelux Connect. Sprekers uit alle geledingen van de Oracle community zullen dit thema vanuit verschillende invalshoeken belichten. Aan de vooravond van de gebruikersconferentie leggen we de vraag voor aan Oracle zelf: Hoe kijkt Oracle naar de toekomst? Oracle-directeuren Ron Augustus, Coen Bos en Frank van Vliet van de Benelux-organisatie geven inzicht in de toekomstvisie en productstrategie voor de verschillende technologie- en applicatiegebieden van ‘ínformation company’ Oracle.
Ron Augustus Coen Bos Frank van Vliet4
klant, maar bij Oracle. Zolang nog
niet alle onderdelen van Fusion
beschikbaar zijn kunnen applica-
ties geïntegreerd worden op basis
van punt-naar-punt, dus van Siebel
naar Content Management, naar
E-Business, naar PeopleSoft etc.
Oracle ontwikkelt hiervoor Process
Integration Packs (PIP’s), waarbij
de prioriteit mede wordt bepaald
door de Customer Advisory Boards
(CAB). Customer Advisory Boards
zijn opgezet voor onze grote klanten
om mee te kunnen denken en ad-
viseren over de roadmap van onze
producten. De board kan mede be-
palen wat er in de volgende versie
komt en bijdragen aan de verdere
ontwikkeling van de technologie.”
“Cruciaal in die PIP-strategie is dat
we geen applicaties of data integre-
ren maar processen”, benadrukt
Augustus. Als voorbeeld noemt hij
order-to-cash, een van de proces-
sen waarvoor Oracle al PIP’s op
de prijslijst heeft staan. “Die PIP’s
zorgen ervoor dat een klant die E-
Business en Siebel draait, in staat
is met Siebel zijn klantgegevens
bij te houden, zijn orders te plaat-
sen en die orders vervolgens door
te geven aan de E-Business Suite,
waar ze worden opgepakt door de
Manufacturing module die zorgt
dat de orders geproduceerd, uit-
geleverd en gefactureerd worden.”
“In Fusion Applications zullen al die
processen volledig zijn geïntegreerd
en zijn er dus geen PIP’s meer no-
dig”, vertelt Coen Bos, Sales Direc-
tor Applications Benelux bij Oracle.
“Om een evolutie te bieden naar
het open Fusion platform bouwen
we PIPS en gebruiken we de mid-
dleware technologie om Oracle
applicaties te integreren met de
bestaande informatiesystemen van
de klant. Integratie met SAP bij-
voorbeeld wordt standaard geleverd
als Process Integration Package.
De afgelopen tijd is er binnen
Oracle hard gewerkt aan het mid-
dleware productportfolio en een
dienstenportfolio om dit soort im-
plementatie- en integratietrajecten
bij klanten te ondersteunen. Er is
daarbij ook gekeken op welke wijze
bestaande applicaties kunnen wor-
den gemoderniseerd om deel uit te
kunnen maken van zo’n SOA-ar-
chitectuur in een homogeen, geïn-
tegreerd appli catielandschap.”
Oracle ApplicationsDe Applications strategie van Ora-
cle is gebaseerd op een aantal pij-
lers, geeft Bos aan:
•CRM – met Siebel als drijvende
factor
•StandaardERP-OracleE-Business
Suite en JD Edwards
•Human Capital Management
(HCM) - PeopleSoft
•Industriespecifieke applicaties -
gericht op het bedrijfsproces van
specifieke industriesectoren zoals
banking en retail.
“Als vijfde pijler kan daarbij Fusion
Applications gedefinieerd worden.
Fusion Applications is een aparte
applicatiepoot binnen Oracle, die
op dit moment ontwikkeld wordt.
Fusion Applications wordt volledig
van scratch af aan gebouwd, met
de best practices van de andere vier
Toekomstvisie Oracle
5
More Value Less Complexity
More Flexibility Less Cost
More Choice Less Risk
Comprehensive Industry Portfolio
Standards-Based Architecture
Designed toWork Together
CompleteComplete OpenOpen IntegratedIntegrated
Oracle’s Application Strategy
Oracle Fusion MiddlewareIntegrated Standards-Based Application Infrastructure
met de SOA middleware technolo-
gie als basis voor toekomstige appli-
caties.”
Worden er nog handvatten aangereikt
om te bepalen of het moment geschikt
is om te upgraden naar Fusion?
Bos: “Oracle gaat migratiepaden
bieden. Als je nu E-Business Suite
gebruikt en je wilt naar Fusion –
nogmaals: het is geen verplichting,
het mag maar je moet niet – zal
Oracle Consulting met template-
achtige vragenlijsten komen. Aan de
hand daarvan kan je beoordelen of
een organisatie er aan toe is om een
stap te maken in dat architectuur-
landschap, of dat het verstandig om
nog een tijd met de oude applicaties
door te gaan.”
De eerste functionele brokken van Fu-
sion komen straks beschikbaar, wan-
neer wordt inzichtelijk of je daar naar
kunt kijken en een afweging kunt ma-
ken?
“Dat hangt van de klant af. Als je
binnen een organisatie alleen Oracle
Financials draait, kan je eerder gaan
kijken naar Fusion Applications dan
wanneer je veel meer modules geïm-
plementeerd hebt. Als Oracle ‘wall-
to-wall’ is geïmplementeerd, zal dat
tijdstip pas in 2016 zijn aangebro-
ken. We gaan er daarbij wel van uit
Toekomstvisie Oracle
applicatieonderdelen en met als uit-
gangspunten: 100% Java, open, uit-
wisselbaar, gebaseerd op SOA-tech-
nologie, geïntegreerd en compleet.
De vijf applicatiegebieden blijven
naast elkaar bestaan. Met ons Ap-
plications Unlimited programma
garanderen we dat we de bestaande
applicaties blijven doorontwikkelen
naast de nieuwe Fusion Applications
stack. Oracle beschermt daarmee de
investeringen die klanten gedaan
hebben. En voor de gebruikers geeft
dat ook rust voor de toekomst.”
Volgens de algemene roadmap die
Oracle heeft uitgestippeld (zie ook
bijgaand kader) is Fusion Applicati-
ons in 2016-2018 volledig voltooid
en dekt dan al de vier terreinen van
de huidige applicaties af. Bos: “De
doelstelling daarbij is dat onze klan-
ten op dat moment meer een archi-
tectuurkeuze maken dan een func-
tionele keuze. Fusion Applications
zal dan ook niet veel meer of andere
functionaliteiten dan de huidige
applicaties bevatten, maar is wel ge-
baseerd op een andere architectuur.
Als bedrijven bijvoorbeeld hebben
gekozen om 100% op SOA te spe-
cialiseren, BPEL-achtige processen
draaien en alles met services geïn-
tegreerd hebben, dan ligt het voor
de hand dat de Fusion architectuur
daar veel beter op aansluit dan de
architectuur van de bestaande ap-
plicaties.”
De eerste Fusion applicaties komen
er nu aan, aldus Bos. “In de komen-
de jaren zullen er echt volwaardige
applicaties ontstaan.
De eerste focus ligt op het bouwen
van Oracle Financials in Fusion,
stap voor stap zullen de andere
functiegebieden binnen Oracle E-
Business Suite daaraan toegevoegd
worden. Volgend jaar zijn we dan al
een fors eind op weg in het uitrollen
van Fusion applicaties.
Zal Fusion veel meer services-georiën-
teerd zijn ten opzichte van bijvoorbeeld
E-Business 12i?
“Fusion vormt het geheel van de
vier huidige lijnen, met Service
Oriented Architure als onderlig-
gende technologie. De best practices
van die vier applicatielijnen pakken
we op en zetten we in Fusion Ap-
plications terug. De informatietech-
nologie en dus ook het applicatie-
landschap hebben zich de afgelopen
twintig jaar enorm ontwikkeld. Alle
applicatieleveranciers, waaronder
voorheen ook Oracle, zijn uitgegaan
van de eerste basisapplicaties en zijn
daar continu op gaan uitbreiden en
verder ontwikkelen. Dus van een
mainframeomgeving naar client/
server, naar webtechnologie, naar
webservices. Maar al die tijd is de
basis hetzelfde gebleven.
De komende tien jaar zal er weer
van alles gaan veranderen. Als je
dan met de huidige applicaties die
slag nog een keer wil maken, wordt
het toch wel erg lastig en kom je op
zeker moment onvermijdelijk in de
knel te zitten. Oracle heeft daarom
de keus gemaakt om een volledig
nieuwe applicatie stack te bouwen,
Oracle’s Application StrategyOffers Unprecedented Value
Lowers risk through a broader choice of solutions and connectivity within and across the enterprise
Out-of-box integration of processes, user experience and intelligence to reduce cost of deployment and provide flexibility to change
On an OPEN Standards-Based Architecture
INTEGRATED for High-Value and Flexibility
Industry solutions, not just administrative processes, that positively influence market competitiveness
Deliver COMPLETE, Best-in-Class Industry Solutions
6
dat we tegen die tijd een dusdanige
technologische stand hebben bereikt
dat een organisatie niet ‘full-blown’
hoeft over te gaan, maar stap-voor-
stap kan migreren.
We willen bereiken dat het voor
de eindgebruiker volledig transpa-
rant wordt met welke applicatie hij
werkt. Hij moet met een proces ge-
confronteerd worden en moet een
eenduidige beleving krijgen van al
zijn processen. Wat er onder dat
proces draait is niet interessant voor
de gebruiker, alleen voor de applica-
tiebeheerder en de IT-afdeling.”
Oracle TechnologyOracle heeft zich de afgelopen jaren
in rap tempo ontwikkeld van data-
baseleverancier naar ‘information
company’ en is inmiddels uitge-
groeid tot ’s werelds grootste leve-
rancier van bedrijfssoftware. “Ora-
cle is van oudsher heel sterk geweest
in databasetechnologie en is met af-
stand nummer 1 in die markt”, ver-
telt Augustus. “Op het gebied van
middleware is Oracle volgens onder
andere Gartner en IDC wereldwijd
de snelste groeier, met een compleet
productaanbod.Technology–data-
base, middleware en databaseopties
– is daarmee nog steeds een zeer
krachtige pijler in het portfolio van
Oracle.”
Augustus signaleert een aantal
trends en ontwikkelingen in de
IT en met name op het gebied van
datacenters waar Oracle met haar
technologiestrategie op aansluit.
“Het vereenvoudigen van de IT-
infrastructuur is een onderwerp
dat bij veel ondernemingen hoog
op de agenda staat. De meest ef-
fectieve manier om dat te realiseren
is consolidatie, niet alleen van het
aantal servers maar ook van de ver-
spreide gegevensopslag binnen een
orga nisatie. Met de technologie van
Oracle is een onderneming in staat
de totale infrastructuur te conso-
lideren naar theoretisch één groot
datacenter.”
Een gecentraliseerde dataopslag
maakt het mogelijk te standaardise-
ren en automatiseren op processen
en bepaalde stafdiensten te centra-
liseren in shared service centers.
Ondernemingen kunnen vanuit
een centraal datacenter ook veel
meer selfservice faciliteiten bieden
aan medewerkers, klanten en toele-
veranciers. De volgende stap wordt
dan om de IT-kosten in het data-
center verder te verlagen met behulp
van technologieën zoals grid com-
puting, Linux (Oracle Unbreakable
Linux), virtualisatie (Oracle VM),
datacompressie en testtools als Ra-
pid Application Testing.”
DatabaseoptiesEen van de speerpunten in de Ora-
cle technology strategie zijn de da-
tabaseopties, die nog steeds een
groot deel van Oracle’s omzet ver-
tegenwoordigen. Augustus maakt
daarbij onderscheid in vier catego-
rieën: “Security opties, opties op het
gebied van grid computing, dus met
name Oracle Enterprise Manager en
RAC in combinatie met Unbreaka-
ble Linux en Oracle VM, dataware-
housing opties (o.a. partioning) en
monitoring opties. Met de recente
overname van het Nederlandse Mo-
niforce heeft Oracle een tool be-
schikbaar om de performance van
applicaties te monitoren vanuit de
eindgebruikerskant.”
De Oracle database zelf zal elke
twee drie jaar wel een major release
blijven krijgen, verwacht Augustus.
“Bij elke nieuwe release zullen ook
steeds nieuwe tools worden uit-
gebracht, zoals Rapid Application
Testing, Total Recall en Oracle Data
Guard, die met Oracle 11g release
zijn geïntroduceerd.“
De vraag is daarbij of gebruikers wel
zitten te wachten een nog uitgebreidere
versie van de database, of dat ze liever
zien dat de huidige versie verder wordt
verbeterd en geoptimaliseerd. Kwali-
teit in plaats van kwantiteit dus.
Ron Augustus: “Oracle werkt con-
tinu aan de verbetering van de pro-
ductiviteit en performance van de
bestaande versies, maar we blijven
ook nieuwe features toevoegen om
onze voorsprong in databasetechno-
logie te behouden. Los daarvan wor-
den alle features die met een nieuwe
release beschikbaar komen, zoals
Rapid Application Testing (RAT) en
Totall Recall, als aparte opties bij de
database verkocht. Maar het klopt
inderdaad dat je als DBA te maken
Toekomstvisie Oracle
7
EBS 12 EBS 12.1 EBS 12.x
Enterprise 9.0
Enterprise 9.1
Enterprise 9.x
Siebel 8.0 Siebel 8.1.1 Siebel 8.2
EnterpriseOne 8.12
WorldA9.1
EnterpriseOne 9.0
WorldA9.1.2
Since acquisition, new versions of
applications product lines have been
released
New versions areon the horizon
All backed by Oracle Lifetime Support
Applications UnlimitedOngoing Innovation with Internal Development
Fusion 1.0
ropa, is dat de support van Oracle
wat achter loopt met name bij nieuwe
productlijnen zoals E-Business 12. Dit
ondanks de introductie van MyOra-
cle.com, die de support als geheel een
boost zou moeten geven.
Augustus: “De dienstverlening van-
uit onze support, met name Advan-
ced Customer Support, gaat steeds
meer richting pro-actieve advisering
over de configuratie van de klant in
productieomgeving. ACS gaat zich
ook steeds verder uitbreiden. Daar-
om is Oracle Support ook een net-
werkorganisatie geworden, waarin
we de expertise wereldwijd sneller
kunnen bundelen.
De Nederlandse supportorganisatie
staat van oudsher heel hoog aan-
geschreven binnen Oracle en heeft
de afgelopen tijd ook veel Custo-
mer Awards gewonnen. Wereldwijd
gezien is het supportniveau zeker
niet gedaald.Het voordeel van een
wereldwijde organisatie is dat je als
gebruiker 24-uurs support krijgt en
er continu gewerkt blijft worden
aan een bug. Gezien de veelheid van
nieuwe producten en nieuwe relea-
ses blijft het een permanent aan-
dachtspunt van Support om zich
ook al die nieuwe kennis snel eigen
te maken. Ook daar wordt hard aan
gewerkt bij Oracle.”
Toekomstvisie Oracle
hebt met een sterk groeiend aantal
mogelijkheden en opties van de da-
tabase. Zeker als je standaardiseert
in je datacenter zul je als IT-organi-
satie moeten proberen om je profes-
sionals Oracle Certified te krijgen,
om al die mogelijkheden te kunnen
blijven benutten.”
“Wij vinden het ook onze taak om
onze klanten te wijzen op de moge-
lijkheden die er zijn en ze te helpen
ook gebruik van te maken van de
mogelijkheden die ze toch al in huis
hebben. In die zin geven we zowel
op het gebied van SOA als van tech-
nologie invulling aan onze rol van
expert.”
Wat is Oracle’s positionering van
Apex ten opzichte van Java/ADF?
“Klanten die gewend zijn vanuit een
Oracle Designer/Developer ont-
wikkelomgeving gestructureerd via
datamodellen en Forms modellen
software te genereren, adviseren we
met Java te gaan werken via ADF.
Klanten die op de Java-manier wat
minder gestructureerde paden be-
wandelen en mensen de mogelijk-
heid geven om zelf iets te maken,
adviseren we Apex.
We zien het gebruik van Apex sterk
stijgen, ook binnen Oracle zelf
voor de applicaties die we gebrui-
ken. Wanneer er snel een applicatie
moet worden gemaakt, zie je steeds
meer een voorkeur voor Apex. ADF
wordt meer gebruikt om een De-
signer/Developer omgeving naar
Java te brengen. Binnen ADF is er
dan nog de JHeadstart tooling om
de productiviteit van de ADF ont-
wikkeling te verhogen. Apex wordt
binnen Oracle gepromoot vanuit de
databasekant, ADF vanuit de mid-
dleware kant. Naar mijn mening
zou daarin wel wat meer coördina-
tie bij Oracle mogen zijn.”
Frank van Vliet: “Je ziet nu met re-
lease 11 van ADF dat veel klanten
nadenken over het migreren van
een Forms/Reports omgeving naar
een ADF-omgeving en zich daarbij
afvragen welke stappen ze daarin
moeten nemen en hoeveel inspan-
ning zo’n migratie kost. Juist op dit
vlak kunnen we vanuit Consulting
goede ondersteuning en expertise
bieden, zeker ook met tooling zo-
als JHeadstart. De expertise op dit
gebied zit hier in Nederland, waar
ook het Oracle Expertise Centre
voor dit kennisgebied is gevestigd.
Niet zo verwonderlijk overigens,
want Nederland is van oudsher een
maatwerkland. Er is een heel grote
installed base in de Benelux, die wij
ondersteuning moeten bieden om
te migreren naar nieuwe technolo-
gie van Oracle.”
Hoe ziet Oracle de toekomst van
Forms?
“Oracle blijft support bieden op
Forms. In de Benelux zijn veel Forms
klanten, die weten dat op Forms
weinig verdere doorontwikkeling zal
plaatsvinden. Klanten die naar Java
willen kunnen we ondersteunen
met Apex of ADF.”
Een veelgehoord geluid, ook vanuit
andere gebruikersverenigingen in Eu-8
42
Product Strategy Development Tools
• Offer Complete & Integrated Development Toolset• Unified Standards-based Development across entire Lifecycle
• To substantially enhance Developer Productivity• Through Declarative Development & Customization
• While preserving Developer Choice• Development Style; Technology; & Deployment Platform
9
Column
ColumnAPEX is een kosteloze optie van de Oracle database (dus geen extra li-centiekosten), het is een ontwikkel-omgeving waarmee zeer snel resul-taat bereikt kan worden, gebaseerd op een eenvoudige architectuur en toch zeer schaalbaar. In elke release van APEX werden meer functionali-teiten toegevoegd, en ook al is APEX gratis, ook in de nabije toekomst kunnen we veel nieuwe functionaliteit verwachten.
Op het moment van dit schrijven is APEX 3.1.2 de meest recente ver-sie, maar het zal niet lang meer du-ren vooraleer APEX 3.2 voor de deur staat. Alhoewel deze release een aantal nieuwigheden met zich zal meebrengen (vooral op vlak van se-curity) gaat de meeste aandacht uit naar de migratie van Oracle Forms naar Application Express.Veel Oracle Forms projecten en ont-wikkelaars kijken uit naar iets anders; persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat APEX een goede fit zou kunnen zijn voor hen. Zowel APEX als Ora-cle Forms zijn op PL/SQL gebaseerd, zodat je de opgebouwde kennis al in huis hebt. Waar APEX in het verleden veel werd gebruikt voor departemen-tale applicaties, tegenwoordig wordt APEX meer en meer aangewend in zeer grote en complexe omgevingen (typische Oracle Forms applicaties). De mogelijkheid die APEX 3.2 biedt om je te helpen met het migreren van Oracle Forms naar APEX zal dit alleen maar versterken. In het artikel van Roel Hartman elders in dit nummer kan je meer lezen over APEX 3.2.In een verdere toekomst staat APEX 4.0 voor de deur. Deze release bevat een groot aantal nieuwe introducties van onder andere een APEX listener die de verouderde mod/plsql engine
vervangt en een aantal dingen mo-gelijk maakt die vroeger niet konden, bijvoorbeeld meerdere bestanden tegelijkertijd uploaden. Een ander ‘killer-feature’ van APEX 4.0 zijn de Websheets, een uit de kluiten gewas-sen versie van de updateable Interac-tive Reports. Alle mogelijkheden van Interactive Reports werden behou-den, zoals het toepassen van filters, sorteren op elke willekeurige kolom, zelf grafieken maken et cetera. Maar bij Websheets kan meer, zoals het on-the-fly spreadsheets uploaden en dit dan bekijken en verder bewerken. Je kan de data wijzigen, records de-leten, nieuwe toevoegen, nieuwe ko-lommen aanmaken, kortom: Excel in APEX. Daarnaast biedt Websheets ook een aantal Web 2.0 mogelijkhe-den, zoals het op een veilige manier delen van je data met anderen, erover communiceren, nota’s toevoegen, bestanden opladen en linken aan een record of je data tags geven om deze beter te vinden. Deze functionalitei-ten zullen ongetwijfeld het meest totde verbeelding spreken omdatwe dan ook op het terrein van
SharePoint komen. Een demo van Websheets is te zien op mijn bloghttp://dgielis.blogspot.com.
Ook worden de grafieken en visuele mogelijkheden verder uitgebreid in APEX 4.0. Verder is er een plug-in mechanisme gecreëerd dat toelaat je eigen componenten toe te voegen. JQuery wordt voortaan ook stan-daard ondersteund, wat de gebruiks-vriendelijkheid van de applicaties ten goede zal komen omdat we met geen of zeer weinig code de gebruiker in-teractieve boodschappen kunnen ge-ven of bijvoorbeeld een veld verplicht is of niet.
Conclusie: de toekomst van APEX ziet er rooskleurig uit. Veel bedrijven kijken uit naar alternatieven die goed-koper zijn zonder in te boeten aan kwaliteit. De volgende versies van APEX introduceren bovendien nog meer lekkers... we kijken met plezier en vertrouwen de toekomst tege-moet.
Dimitri Gielis
OGh Visie verwelkomt Dimitri Gielis als columnist. Dimitri richtte Apex Evangelists op, een bedrijf dat zich voor 100% richt op APEX met training, development, consultancy en support. Dimitri Gielis is een actief lid van de Oracle community en werd in 2008 benoemd tot Oracle ACE.
Het jaar 2009 staat in het teken van de economische crisis, veel bedrijven hebben het moei-lijk, er dienen kosten bespaard te worden en hetzelfde werk moet met minder mensen gedaan worden. Gelukkig heeft ons bedrijf zich gespecialiseerd in Oracle Application Express (APEX) en zien wij de toekomst van APEX rooskleurig in. De koers die vanaf dag één werd gekozen, blijkt de juiste te zijn.
De toekomst van APEX
10
Nu mét Oracle Formsnaar APEX conversieDoor Roel Hartman
APEX 3.2:
Versie 3.2 van Oracle Application Express (APEX) is de meest recente versie van deze succes-volle web-based Rapid Application Development tool. Het grootste verschil ten opzicht van de vorige versie is de mogelijkheid om Oracle Forms (en Reports) te converteren naar APEX pagina’s.
Waarom converteren naar APEX?Als eerste dient de opmerking ge-
maakt te worden dat Oracle op dit
moment geen plannen heeft om de
ondersteuning voor Oracle Forms
te beëindigen. Dit jaar wordt zelfs
de lang verwachte versie 11 van
Formsuitgebracht.Het–vermeend
– aflopen van de ondersteuning is
dus geen reden om nu afscheid te
nemen van Forms. Maar Forms is
gebaseerd op een enigszins verou-
derde client-server technologie uit
het midden van de jaren tachtig.
Daarnaast maakt Oracle Forms ge-
bruik van een Java applet in plaats
van HTML en is daardoor niet con-
sistent met moderne webapplicaties.
En omdat Forms gebruik maakt van
een Java applet is het, in tegenstel-
ling tot APEX, niet geschikt voor het
beschikbaarstellenvan–delenvan
–eenapplicatieaangebruikersbui-
ten het eigen netwerk, bijvoorbeeld
voor een on-line webwinkel of trac-
king-and-tracing van bestellingen
door klanten.
Converteren naar APEX biedt de mo-
gelijkheid om een applicatie te mo-
derniseren met innovatieve functio-
naliteit zoals Interactive Reports en
Flash Charts. Een bijkomend voor-
deel is dat de benodigde kennis en
vaardigheden voor het ontwikkelen
in APEX al grotendeels aanwezig zijn
bij een Forms ontwikkelaar. Zo on-
dersteunen beide tools een declara-
tieve wijze van ontwikkelen en zijn
het allebei SQL en PL/SQL gebaseer-
de gerichte ontwikkelomgevingen.
En - mooi meegenomen - APEX
is gratis (of zoals Oracle het graag
noemt een no cost database fea-
ture). En dat biedt de mogelijkheid
tot het besparen van rond de 5000
dollar per jaar op de onderhoudskos-
ten voor de Forms en Reports Server
en ongeveer 1200 dollar per jaar per
ontwikkelaar op de licenties voor de
Internet Developer Suite.
Wat biedt de Forms naar APEX conversie?De Forms conversie biedt een snelle
start van een moderniseringsproject.
Afgezien van de aanwezige PL/SQL
in triggers en program units, wordt
een groot deel van de Forms com-
ponenten volledig geautomatiseerd
geconverteerd naar APEX compo-
nenten. (De conversie naar APEX is
mogelijk vanaf versie 9i van Forms).
Gezien de verschillen tussen de beide
tools, zoals het verschil tussen PL/
SQL en Javascript, is het bijna altijd
nodig handmatig code toe te voegen
of te wijzigen. Hieruit wordt meteen
duidelijk dat hoe meer bedrijfsregels
in de database geïmplementeerd
zijn, des te minder PL/SQL er in de
Forms aanwezig is en des te eenvou-
diger een conversieproject is. Dat
geldt overigens niet alleen voor een
conversie naar APEX, maar ook voor
een conversie naar andere omgevin-
gen, zoals ADF.
APEX 3.2
Figuur 1 : Flowchart Forms naar APEX conversie.
APEX 3.2
“APEX is gratis (of zoals Oracle het graag
noemt een no cost database feature).”
Om inzicht te krijgen in de voort-
gang van een conversieproject, is het
mogelijk om in APEX op te vragen
welke PL/SQL code in Forms aanwe-
zig is en in welke mate de (handma-
tige) omzetting naar de APEX equi-
valent gevorderd is. Bij de conversie
wordt gebruik gemaakt van dezelfde
wizards als bij de handmatige bouw
van een APEX applicatie. Het resul-
taat van een conversieproject is daar-
door vergelijkbaar met een APEX ap-
plicatie die zelf gebouwd is, dus net
zo eenvoudig te onderhouden.
Hoe werkt de Forms naar APEX conversie?AlseerstemoetendeOracleForms–
en bijbehorende menu’s , templates
en libraries - worden omgezet naar
XML. Dit omzetten kan met een
DOS batch file (de Forms to XML
Utility: frmf2xml.bat) die standaard
aanwezig is na de installatie van de
Oracle Developer Suite.
In APEX moet er een nieuwe
workspace aangemaakt worden,
waaraan het databaseschema van
de applicatie gekoppeld wordt. Na
inloggen in de nieuwe workspace in
APEX is er op de hoofdpagina een
link beschikbaar: Application Mi-
grations. Voorheen bood deze link
alleen de functionaliteit voor het
converteren van MS-Access appli-
caties, maar ook de conversie van
Forms is hier nu ondergebracht.
Na het klikken op die link kan er
een nieuw Migratie Project gecre-
eerd worden en kan de eerste XML
file aan het project worden toege-
voegd. Vervolgens kunnen alle ande-
re XML files aan het project worden
toegevoegd. Helaas moet dat op dit
moment nog één voor één en is er
geen mogelijkheid om bijvoorbeeld
een zipfile met meerdere XML-files
of de inhoud van een hele directory
in één keer te uploaden.
De XML files worden geladen in
een aantal tabellen en geanalyseerd.
De resultaten van de analyse zijn be-
naderbaar via de standaard Interac-
tive Report mogelijkheden van APEX.
De definitie van elke Forms compo-
nent, zoals een block, item, trigger,
record group of LOV, is in APEX te
raadplegen. Bij elk component kan
een kanttekening (annotation) ge-
maakt worden om het projectma-
nagement van de conversie te on-
dersteunen. De mogelijkheid om in
te grijpen in het conversieproces zijn
op dit moment beperkt tot het aan-
duiden van een component als ‘niet
van toepassing’ (applicable), het
wijzigen van de query van een block
en het aanpassen van prompts. Ver-
volgens kan de APEX applicatie ge-
genereerd worden. Daarbij vindt een
vertaling plaats van een Forms block
naar één of meerdere APEX pagina’s.
Aan de hand van het aantal blocks
in de Form en de aanwezigheid van
relaties tussen die blocks, het aan-
tal records dat getoond wordt en
of Insert of Update toegestaan is,
wordt bepaald of er in APEX een
Report, een Report en een Form of
een Master-Detail pagina gemaakt
moet worden. Hierbij wordt de uit
vorige versies reeds bekende Create
Application Wizard gebruikt. Op dit
moment in het conversieproces is er
de mogelijkheid pagina’s toe te voe-
gen of te verwijderen, maar dat kan
natuurlijk na de uiteindelijke gene-
ratie ook. Met een beperkt aantal
aanpassingen in de lay-out is er dan
een APEX applicatie beschikbaar die
grote gelijkenis vertoond met de ori-
ginele Forms applicatie (zie Figuur
2 voor een geconverteerd master-
detail scherm). Naast de CRUD-
functionaliteit worden ook LOV’s
geconverteerd en worden er vali-
daties aangemaakt voor numerieke
componenten, datum en verplichte
velden.
In de huidige versie is het alleen mo-
gelijk een Migratie Project - een ver-
zameling Forms - in zijn geheel om
te zetten naar een APEX Applicatie.
Dat betekent dus dat alle Forms van
een applicatie in één keer gecon-
verteerd moeten worden (alhoewel
hiervoor wel een work-around is te
verzinnen). Als het een wat groter
aantal Forms betreft is dat uit het
oogpunt van projectmanagement
meestal niet de gewenste werkwijze:
Telkens een aantal geconverteerde
Forms toevoegen aan een APEX Ap-
plicatie komt meer overeen met de
gewenste aanpak. Deze mogelijkheid
staat op de wensenlijst voor APEX
4.0.
Alsvolgende–enmeest langdurige
–stapmoetdeFormsfunctionaliteit
die niet automatisch geconverteerd
is, beoordeeld en eventueel gereali-
seerd worden. Om te bepalen wat er
Figuur 2 : Van Forms naar APEX.
11
APEX 3.2
12
nog gerealiseerd moet worden, en
dus inzicht te geven in de voortgang
van een conversieproject, kan hier-
voor prima gebruik gemaakt worden
van de aanwezige Interactive Re-
ports, die natuurlijk op de bekende
wijze zijn te personaliseren. Met be-
hulp van de aanwezige drill-down
mogelijkheden kan voor elke trigger
of PL/SQL procedure aangegeven
worden of deze nog geconverteerd
moet worden of niet. Op een hoger
niveau wordt getoond hoeveel com-
ponenten er nog beoordeeld of aan-
gepast moeten worden en is er een
percentage weergegeven dat – zeer
grof –weergeeft hoever het project
gevorderd is (zie Figuur 3).
Door gebruik te maken van de stan-
daard mogelijkheden om berekenin-
gen aan een rapport toe te voegen
kan er een nauwkeuriger inschatting
gemaakt worden van de nog uit te
voeren werkzaamheden. Het spreekt
voor zich dat na een compleet uitge-
voerd conversie er een volledige test
van de applicatie uitgevoerd moet
worden.
Conversie of herbouw?De ervaring leert dat, door de aan-
wezige wizards, een applicatie on-
gekend snel in APEX gebouwd kan
worden. De generatieslag in de con-
versie doet in feite weinig meer dan
gebruikmaken van dezelfde wizards
om de pagina’s aan te maken. Bij
die generatie is het aanpassen van
pagina’s alleen achteraf mogelijk,
in de handmatige variant kan dat
al tijdens het definiëren van de pa-
gina. Waarom zou er dan gebruik
gemaakt moeten worden van deze
nieuwe conversiefunctionaliteit?
Het grote voordeel van de conversie
mogelijkheid is dat alle Forms com-
ponenten in APEX te raadplegen
zijn, en één voor één af te vinken is
of de component al geconverteerd is
of niet. Het voordeel zit dus vooral
in de ondersteuning van het project-
management en in de mogelijkheid
tot volledigheidscontrole, wat een
duidelijk kwaliteitsverhogend effect
heeft.
De aanpak van een conver-sieprojectOmdat PL/SQL niet automatisch ge-
converteerd wordt, is het evident dat
een conversie van Forms naar APEX
eenvoudiger als de hoeveelheid PL/
SQL in de Forms zo klein mogelijk
is. Als voorbereiding op een conver-
sie is het daarom aan te bevelen de
bedrijfsregels zoveel mogelijk uit de
Forms te halen en te implementeren
in de database en/of als webservice.
Dit is overeenkomstig de Oracle
Forms Modernization Strategy die
Figuur 3 : Voortgang conversie project.
Epicenter
Sinds 1997 uw partner voor
PeopleSoft implementaties,
beheer en upgrades.
W: www.epicenter.eu
T: +31 6 54 27 37 28
Advertentie
13
Oracle zelf voorstaat. (Zie: www.
oracle.com/technology/products/
forms/forms_modernization.html).
Vervolgens wordt een aantal repre-
sentatieve Forms gekozen om een
prototype in APEX te maken. In deze
fase worden de APEX thema’s, tem-
plates en stylesheets aangepast aan
de eisen en wensen van de gebruiker
en wordt er een begin gemaakt met
het opzetten van generieke Javas-
cript libraries. Daarbij dient ook een
keuze gemaakt te worden of en wel-
ke externe Javascript libraries, zoals
jQuery, gebruikt gaan worden.
Ook de standaarden voor het volgen
van de voortgang, bijvoorbeeld het
aanpassen van de aanwezige reports,
worden nu gezet. En uiteraard is dit
het uitgelezen moment voor het ver-
zamelen van kengetallen voor het
opstellen van een correcte planning.
Als dit allemaal naar wens verlopen
is, kan de daadwerkelijke conversie
uitgevoerd worden.
ConclusieMet de mogelijkheid om Forms en
Reports gedeeltelijk geautomatiseerd
naar APEX te converteren wordt het
voor een groot aantal bedrijven nog
aantrekkelijker om de mogelijkhe-
den van APEX voor de organisatie te
onderzoeken. Door het inzetten van
APEX is een kostenbesparing moge-
lijk op de onderhoudskosten op de
Oracle licenties. En, in tegenstel-
ling tot een Forms applicatie, is een
APEX applicatie uitermate geschikt
om informatie te delen met klanten,
bijvoorbeeld voor het ingeven van
een bestelling en het volgen van de
status daarvan.
Maar uit het voorgaande moge dui-
delijk zijn dat een dergelijke conver-
sie geen kwestie is van simpelweg op
een knop drukken. Er moet een vol-
ledig project opgezet worden, waarin
een aantal activiteiten handma-
tige inspanning vergen. De omvang
daarvan is grotendeels afhankelijk
van de hoeveelheid bedrijfsregels
(PL/SQL) in de schermen en de
complexiteit van de applicatie. Maar
vooral de ondersteuning voor het
projectmanagement en de moge-
lijkheden voor volledigheidscontrole
maken dat APEX 3.2 goed inzetbaar
is bij een conversieproject.
Daardoor is de stap om te converte-
ren van Forms naar APEX door het
uitkomen van versie 3.2 een stuk
kleiner geworden.
Roel Hartman is Software Architect
bij Logica ([email protected])
en is betrokken geweest bij de bèta-test
van APEX 3.2.
IT-consultancy
• PeopleSoft • Oracle• Compliance & Risicomanagement
Ontwikkeling, implementatie en support
Wij werken voor banken, overheid, onderwijs, gezondheidszorg, automotive industrie, zakelijke dienstverlening en telecombedrijven.
Bel 010 - 477 76 95!
www.sennac.com
Advertentie
Oracle Data Integrator
14
In het tijdperk van de Service Orien-
ted Architectures (SOA) is er steeds
meer mogelijk in de dienstverlening
met ICT. Processen kunnen beschik-
ken over alle informatie en gegevens
zijn organisatiebreed beschikbaar.
Maar in veel organisaties zijn die
services er (nog) niet. Onder ande-
re binnen de lokale overheid, waar
burgers, bedrijven en ambtenaren
steeds hogere eisen stellen aan de
dienstverlening, zijn veel bestaande
processystemen nog niet SOA-ena-
bled.
Om hier op uniforme wijze mee om
te gaan is er enige jaren geleden door
de centrale overheid een mid-office
architectuur gedefinieerd. Hierin
wordt informatie uit gesloten pro-
cessystemen beschikbaar gesteld aan
de frontoffice via centrale gegevens-
verzamelingen, het Zakenmagazijn
met proces informatie (denk aan de
status van een vergunning of pas-
poortaanvraag) en het Gegevensma-
gazijn met basisgegevens (zoals bij-
voorbeeld adressen, personen of
geo-informatie).
Voor het vullen van deze magazijnen
zijn een Broker (procesbesturing) en
een Servicebus (berichtenverkeer)
binnen deze referentiearchitectuur
benoemd. Dat vraagt nogal wat van
bestaande systemen die in de back-
office gebruikt worden. Niet alle sys-
temen hebben namelijk het vermo-
gen om mutaties aan een servicebus
aan te bieden.
In het verleden zag je twee manie-
ren waarop dit dilemma werd opge-
lost werd. Vanuit de datawarehouse
denkrichting waarbij ETL technie-
ken werden toegepast, en vanuit de
Operational datastore waarbij Ora-
cle Snapshots of Materialized views
ingezet werden.
PositioneringGelukkig heeft de tijd niet stilge-
staan en heeft Oracle in 2006 met
de overname van Sunopsis, ODI aan
de Fusion Middelware producten
toegevoegd. Voor de proces gerich-
te integratie was er al Oracle BPEL
Process Manager, en voor de bericht
gerichte integratie was er al Oracle
ESB. Nu maakt Oracle het produc-
tengamma compleet met (bulk)da-
ta-gerichte integratie via ODI.
De keuze tussen inzet van ESB of
ODI lijkt lastig, maar op basis het
volume van de data en de nood-
zaak aan actualiteit kun je vrij snel
bepalen op welk moment je moet
kiezen voor welke technologie (zie
Figuur 1).
ToepassingsmogelijkhedenBinnen de data gerichte integratie
zijn er meerdere toepassingsgebieden
waarop ODI ingezet kan worden. Zo
is ODI geschikt bij het vullen en
onderhouden van datawarehouses
met gebruik van ELT. Hierbij wordt
in tegenstelling tot de conventionele
ETL technieken gebruik gemaakt
van de kracht van de doeldatabase
bij het uitvoeren van transformaties.
Overigens op zich niet vreselijk ver-
nieuwend, dit principe kon bij goed
gebruik van Oracle Warehouse Buil-
der ook worden gehanteerd. Toch is
het prettig dat dit principe in ODI
beschikbaar is; het zorgt namelijk
voor een uitstekende performance
ten opzichte van de oorspronkelijke
technieken.
Een ander toepassingsgebied is het
voeden van Operational Data Sto-
res met Master Data Management.
Deze technologie maakt gebruik
van Oracle’s database optie CDC
(Change Data Capture) om muta-
Oracle Data Integrator maakt mogelijkhedendata-integratie compleetDoor Paul van der Weijde en Gudron van der Wal
ODI al in aantal Nederlandse gemeenten succesvol ingezet
ODI (Oracle Data Integrator) is een geavanceerde tool die gebruikt kan worden om infor-matie uit een grote diversiteit aan informatiebronnen op één plek te krijgen zonder dat deze systemen SOA-enabled zijn. De tool maakt een beheersbare en overzichtelijke data-integratie mogelijk. Daarbij zijn de voordelen van ETL technieken gecombineerd met de voordelen van materialized views. In verschillende gemeenten in Nederland is ODI al succesvol ingezet om gegevens breed beschikbaar te stellen.
Oracle Data Integrator
tiegenererend vermogen te geven
aan een databron. Zo worden alleen
de mutaties verwerkt. Tenslotte kan
ODI ondersteunen bij het uitvoe-
ren van migraties of aanleveren van
bulkdata aan processen.
Architectuur en werkingNu duidelijk is waarvoor ODI ge-
bruikt kan worden is het goed om
verder in te gaan op de verschillende
componenten waaruit ODI is opge-
bouwd (zie Figuur 2).
Topology Manager - Voordat gestart
kan worden dient de relevante IT
infrastructuur in kaart te worden
gebracht met de Topology Mana-
ger. Hierin wordt aangegeven welke
databronnen (bron, staging en tar-
get) beschikbaar zijn. Door het de-
finieren van ODI-contexts kunnen
deze fysieke databronnen gekoppeld
worden aan de juiste omgevingen.
Hiermee is het mogelijk om in één
repository zowel ontwikkel, accepta-
tie als productie te benaderen.
Er is een groot aantal adapters
(technologieen in ODI) voorhan-
den waarmee naar tientallen typen
databases en andere databronnen
verbinding kan worden gemaakt.
Dit geldt niet alleen voor de bronda-
tabase maar ook voor de staging als
doelomgeving. Bijzonder is dat zelfs
de repository van ODI niet per defi-
nitie in een Oracle database hoeft te
worden aangemaakt.
Designer - Het belangrijkste en meest
voor de hand liggende onderdeel van
ODI is Designer. Hierin worden de
datamodellen met de databronnen
(bijvoorbeeld csv-bestanden, tabel-
len en spreadsheets) , en de map-
pings met de datatransformaties
(interfaces in ODI) vastgelegd. De
databronnen (datastores in ODI)
kunnen in sommige gevallen au-
tomatisch met de Reverse Engineer
functie toegevoegd worden.
Operator - Om het uitvoeren van
de mappings te monitoren is er de
Operator. Hiermee kan zowel tijdens
als achteraf op gedetailleerd niveau
logging van de mappings worden
bekeken.
Agent - Agents in ODI zijn luister-
processen die bepaalde ODI com-
ponenten (packages, interfaces)
kunnen uitvoeren indien gevraagd.
Naast deze functie als uitvoerend
(execution) agent kunnen sommige
agents deze uitvoering ook gepland
uitvoeren. Dit heet een scheduler
agent. Een ODI agent kan op elk
platform geïnstalleerd worden dat
Java 1.5 ondersteunt.
Security Manager - In het gebruik
van ODI, zeker in grotere omge-
vingen, zijn er verschillende rollen
te onderkennen, bijvoorbeeld DBA,
ontwerper, operator. Security Mana-
ger maakt het mogelijk om binnen
ODI functionaliteiten maar ook op
projectniveau onderscheid te maken
wat betreft autorisatie.
Repository en Metadata Navigator -
Bovenstaande componenten slaan
hun gegevens op in een centrale
repository. Deze is behalve met de
genoemde Java applicaties ook te
benaderen via de Metadata Navi-
gator waarmee met behulp van een
standaard Web Browser gekeken kan
worden naar de mapping data maar
ook bijvoorbeeld naar de logging.
Werking transformatieWe hebben nu gezien uit welke com-
ponenten ODI bestaat maar hoe
werkt een transformatie nu tech-
nisch? (zie Figuur 3).
Uiteindelijk wordt de daadwerkelijk
transformatie uitgevoerd met be-
hulp van native SQL of een script.
Dit script wordt zowel voor de bron-,
staging- als doeltabellen runtime dy-
namisch opgebouwd uit de volgende
onderdelen die in de repository zijn
opgeslagen:
•Connectivityparameters,devari-
abelen waarin is opgeslagen hoe
naar een omgeving een verbin-
ding kan worden opgezet. Deze
zijn met behulp van de Topology
Manager vastgelegd.
•Metadata,beschrijvingvandeta-
bellen inclusief unique, check en
relational constraints.
Mapping logic, een weergave van
welk gegeven vanuit de ene data-
bron naar de andere bron moet
Figuur 1 : ODI vs ESB
15
Oracle Data Integrator
16
worden overgehaald.
•Knowledge Modules, afhankelijk
het type databron (bijvoorbeeld
Oracle, MySQL of Excel bestand)
maar ook het versienummer (Ex-
cel 2003 of Oracle 10g) is in
knowledge modules vastgelegd
hoe het uiteindelijke transforma-
tiescript moet worden opgebouwd.
Het is mogelijk om de knowledge
modules zelf te modificeren maar
de ervaring leert dat dit niet vaak
nodig is.
Deze wijze van ontkoppeld opbou-
wen van een transformatie zorgt er
voor dat je je bij het inrichten van
een mapping niet druk hoeft te ma-
ken over de technische implementa-
tie. Met de inrichting van de juiste
connectivity parameters en gebruik
van een passende knowledge mo-
dule regelt ODI de rest.
Onderstaand een overzicht van de
verschillende knowledge modules en
hun globale functie.
Stappen1. Ophalen en verrijken
van metadata
Met behulp van de Designer kunnen
de definities van tabellen op eenvou-
dige wijze voor meer dan 40 techno-
logieën worden ingelezen in ODI.
Op welke wijze de technische defi-
nitie van een tabel met bijbehorende
constraints vertaald moet worden
naar metadata in ODI is vastgelegd
in een Reverse Knowledge Module
(RKM).
Na het inlezen van de tabeldefinities
kunnen deze worden verrijkt met
extra constraints die niet in de oor-
spronkelijke tabel konden worden
vastgelegd en additionele documen-
tatie.
2. Ontwerpen transformaties
Na het vastleggen van de bron- en
doeltabellen in de repository kan
worden gestart met het daadwer-
kelijk modelleren van de transfor-
matie. Hierbij kunnen op grafische
wijze mappings bij elkaar worden
‘geklikt’ maar is het ook mogelijk
om complexere custom code toe te
voegen.
Tevens dient aangegeven te worden
hoe de data moet worden ingelezen.
Moet de volledige bron tabel worden
ingelezen of slechts de mutaties.
Een zeer krachtig punt van ODI is
dat ook voor bronnen die zelf niet
kunnen bijhouden welke mutaties
er zijn geweest, bepaald kan worden
welke gegevens gewijzigd zijn sinds
de laatste uitvoer van de transforma-
tie. Dit mechanisme wordt Changed
Data Capture (CDC) genoemd en is
vastgelegd in een Journalizing know-
ledge module (JKM).
3. Orkestreren dataflow
Nadat de individuele transformaties
zijn vastgelegd kunnen deze worden
geordendbinneneendataflow(pac-
kage in ODI). Hierbij kunnen loops
en condities worden vastgelegd en
kan ook error handling worden in-
geregeld.
Figuur 2 : Componenten waaruit ODI is opgebouwd
Figuur 3 : Transformatieproces
Oracle Data Integrator
17
4. Uitvoeren data flow
Nahetmodellerenvandedataflow
kan de ODI-package uitgevoerd wor-
den op een specificieke omgeving
door middel van het opgeven van
de specifieke context. Op deze ma-
nier kan heel eenvoudig vanuit één
repository een ontwikkel-, test- en
productieomgeving bediend worden.
Het is ook mogelijk (bijvoorbeeld uit
veiligheidsoverwegingen) om met
gescheiden repositories te werken.
5. Monitoren uitvoer
Met de Operator kunnen sessies
van transformaties real-time maar
ook achteraf worden bekeken. Hier-
bij is het ook mogelijk om mislukte
transformaties te herstarten zodat
na oplossen van het onderliggende
probleem de mutaties alsnog kun-
nen worden doorgevoerd.
Hierbij is het tevens mogelijk om de
uiteindelijk gegenereerde code te be-
oordelen. Gedetailleerde statistieken
van de uitgevoerde transformaties
(doorlooptijden maar ook aantal
verwerkte records en dergelijke) zijn
beschikbaar.
6. Analyseren impact wijzigingen
Doordat alle metadata is vastgelegd
in een repository is het mogelijk om
met behulp van standaard beschik-
bare rapportages op uniforme wijze
eenvoudig de impact van wijzigingen
in bron, doel of transformatie te be-
palen.
ConclusieOp hoofdlijnen biedt Oracle Data
Integrator naast en aanvullend op
de SOA Suite een middel voor:
•Afhandelengrotevolumesdata
•Heterogenebronnenendoelen
Meer dan 40 technologieën Flexi-
bele en uitbreidbare knowledge
modules (deze vertalen de interfa-
ces naar scripts)
•Complexetransformatiesmetbe-
hulp van uniforme designer en
dus (bijna) geen specifieke ken-
nis van afzonderlijke bron en doel
technologieën nodig
•Alleen inlezen en verwerken van
data mutaties met behulp van
Change Data Capture (CDC) on-
dersteuning.
ODI is ingezet door Redora binnen
het gemeentelijke mid-office con-
cept bij het voeden van het Zaken-
en Gegevensmagazijn. De ervaring
daarbij is dat in een korte doorloop-
tijd goede resultaten behaald wor-
den en dat er een goed beheersbare,
robuuste en overzichtelijke data-in-
tegratie neergezet wordt.
Paul van der Weijde (directeur-
[email protected]) en Gu -
dron van der Wal (Sales-account
manager - [email protected])
zijn werkzaam bij Redora in Woerden.
Redora richt zich op de lokale overheid
met standaardproducten voor digita-
liseren van gemeentelijke archieven,
mid-office (o.a. Zaken- en gegevensma-
gazijn) en Mobiele Handhaving).
en ontvangt automatisch OGh Visie!
Meld u aan via www.ogh.nlNiet-leden kunnen zich gratis abonneren op OGh Visie via www.ogh.nl
Ook u kunt lidworden van de OGhVISIE
Voorjaar 2009 • Jaargang 14 • Nummer 1 • h 7,50
VIS
IE
Orac le Gebru ikersc lub
Hol land
Orac le Bene lux
User Group
Oracle: Focus op integratie van
applicaties en bedrijfsprocessenOracle: Focus op integratie van
applicaties en bedrijfsprocessen
Oracle Data Integrator maakt mogelijkheden
data-integratie compleetOracle Data Integrator maakt mogelijkheden
data-integratie compleet
Nu mét Oracle Forms naar APEX conversie
Nu mét Oracle Forms naar APEX conversie
OGH Mrt 2009_versie2_NEW.indd 1
18-03-2009 15:49:39
Oracle Spatial
18
De eerste stap is het inwinnen van
gegevens: bij hydrografie betekent
dat het meten van bijvoorbeeld de
diepte, de samenstelling van het
water en de zeebodem, het getij, de
golven en de stroming. Deze metin-
gen vinden plaats vanaf het water,
het land of vanuit de lucht. Vervol-
gens worden deze gegevens verwerkt
met hydrografische software. Na
de verwerking in de software kun-
nen de meetgegevens opgeslagen en
beheerd worden. Productie houdt
in dat de bewerkte gegevens weer-
gegeven worden in hydrografische
producten.
Eén van de belangrijkste hydrogra-
fische producten is de Electronical
Navigational Chart (ENC). Een
ENC is een elektronische zeekaart
en dient naast topografische infor-
matie en navigatiehulpmiddelen
ook nauwkeurige diepte-informatie
(bathymetrie) te bevatten (zie Fi-
guur 1). Deze diepte-informatie is
in de vorm van dieptelijnen, diep-
tevlakken en spot soundings in de
ENC terug te vinden. Omdat het
scheepvaartverkeer en de groei van
de omvang van schepen toeneemt,
worden ook de eisen die aan de
kwaliteit en actualiteit van de diep-
te-informatie gesteld worden hoger.
In Nederland worden de officiële
ENC’s geproduceerd door de Hy-
drografische Dienst die nationaal
verantwoordelijk is voor de levering
van hydrografische producten en
diensten. Daarnaast zijn er andere
overheidsdiensten, zoals Rijkswa-
terstaat en bijvoorbeeld het Haven-
bedrijf Rotterdam, die elektronische
kaarten volgens de ENC standaard
produceren voor het eigen beheerge-
bied. De hydrografie heeft zeer veel
toepassingen. De belangrijkste af-
nemers van producten en diensten
zijn de internationale scheepvaart,
baggerbedrijven en de offshore in-
dustrie.
Ontwikkelingen in de hydrografieEén van de belangrijkste ontwikke-
lingen aan de kant van het inwin-
nen van gegevens is de multibeam
sonar. In plaats van puntmetingen
of vlekmetingen kan hiermee de
gehele zeebodem naadloos in kaart
worden gebracht. Deze methode is
sinds de jaren negentig van de vo-
rige eeuw gangbaar geworden. Het
grote voordeel van deze multibeam
sonar is de dekkingsgraad. In plaats
van punten of vlekken wordt de ge-
hele zeebodem in kaart gebracht.
Dit betekent een veel nauwkeuriger
beeld dan voorheen mogelijk was.
Bijkomend effect is dat met deze
methode een enorme hoeveelheid
gegevens verzameld wordt; in één
survey kunnen gigabytes aan gege-
vens verzameld worden. Dit stelt
nieuwe en hoge eisen aan de data
opwerkings- en processingcapaciteit
in de volgende stappen van het be-
drijfsproces. Afnemers eisen steeds
actuelere hydrografische producten,
waardoor het niet langer mogelijk
Gebruik van Oracle Spatialin de hydrografische wereld
Hydrografie is de wetenschap die zich bezighoudt met het beschrijven van de waterbodem. In het kort kan men zeggen dat hydrografie landmeten op het water is. Stappen die hierbij zijn te onderscheiden zijn: inwinnen gegevens, bewerken gegevens, opslaan gegevens, productie, distributie en gebruiken van gegevens.
Figuur 1: Voorbeeld van een Electronic Navigation Chart
Door Mark Terlien
Oracle Spatial
19
is om alle individuele metingen te
behouden in het verdere verwer-
kingsproces. Op basis van de indi-
viduele metingen wordt met behulp
van geavanceerde dataopschoning
en datareductie algoritmes een di-
gitaal terreinmodel (DTM) van de
zeebodem gemaakt.
Ook op het gebied van de dataopslag
en het databeheer worden er nieuwe
hoge eisen gesteld aan software en
databases. Er bestaat een duidelijke
behoefte aan een survey database
waarin surveys met bijbehorende
DTM opgeslagen en beheerd kun-
nen worden. Daarnaast moet een
survey database in staat zijn om
DTM’s van de verschillende sur-
veys te combineren tot één seamless
DTM om op basis van dit seamless
DTM hydrografische producten te
generen (bijv. een kaart met con-
tourlijnen).
Ontwikkeling van eensurvey databaseIn 2003 is ATLIS in opdracht van
Rijkswaterstaat Directie Zeeland
begonnen met de ontwikkeling van
een survey database ter ondersteu-
ning van het ENC productieproces.
De belangrijkste uitdaging bij de ont-
wikkeling van deze survey database
was het grote data volume waarmee
rekening gehouden moest worden.
Een DTM van één survey bevat,
afhankelijk van de grootte van het
gebied en de nauwkeurigheid van
meten tussen de 1 en 10 miljoen
punten. Een survey database moet
duizenden surveys kunnen bevatten
zonder dat dit leidt tot een signifi-
cante afname van de performance
van het systeem. Daarnaast moet
het mogelijk zijn om de punten
ruimtelijke te indexen om zo bin-
nen een DTM ruimtelijke selecties
uit te kunnen voeren. Ook moet het
door middel van ruimtelijke func-
ties mogelijk zijn de DTM’s samen
te voegen één seamless DTM.
Door de combinatie van de moge-
lijkheid tot partitionering, de ruim-
telijke functionaliteit van Oracle
Spatial en de open architectuur is
Oracle als RDBMS voor de realisatie
van deze survey database de meest
voor de hand liggende keuze.
Inlezen van digitale terrein-modellen in Oracle SpatialDe data zoals deze gedurende een
survey verzameld is, moet eerst op-
geschoond worden. Tijdens dit op-
schoonproces wordt outliners ver-
wijderd en vindt een quality check
plaats. Dit leidt uiteindelijk tot een
geschoonde dataset met alleen ge-
accepteerde lodingen. Op basis van
deze dataset wordt een digital ter-
rein model (DTM) gemaakt dat de
beste benadering van de zeebodem
geeft gegeven de nauwkeurigheid
van de metingen (zie Figuur 2). Dit
modelleren gebeurt door middel van
tiling. In dit proces worden redun-
dante lodingen verwijderd wat leidt
tot een aanzienlijke datareductie
(meer dan 50%) met name in ge-
bieden met een vlakke regelmatige
zeebodem.
Het tiling proces vindt lokaal plaats.
Voor elke tile worden de x,y coördi-
naat van het midden van elke tile,
de grootte van de tile en de gemid-
delde diepte vastgelegd. Daarnaast
worden ook andere statische para-
meters zoals standaard deviatie en
aantal waarnemingen vastgelegd.
Welkeditzijnisflexibelintestellen.
Het resultaat wordt met SQL*Loader
in Oracle Spatial geladen in de ta-
bel met diepte gegevens. Naast het
DTM wordt er ook voor elke survey
de metadata opgeslagen in Oracle.
Deze metadata geeft o.a. aan waar
en wanneer een survey uitgevoerd
is, wie de survey uitgevoerd heeft en
welke apparatuur gebruikt is.
Om de punten van het DTM snel in
te kunnen lezen wordt gebruik ge-
maakt van partitionering. Hierdoor
blijft het proces beheersbaar, treedt
er weinig tot geen performance ver-
lies op bij een toename in datavolu-
me en kunnen nieuwe DTM’s snel
ingelezen en ruimtelijke geïndexeerd
worden. Zonder partitionering zou
een import van een nieuw DTM
steeds langzamer worden omdat het
bijwerken van de ruimtelijke index
steeds langer zou gaan duren.
Door de DTM’s op deze manier te
laden wordt een snelheid van mini-
maal 15.000 rijen per seconde ge-
haald. Hierbij wordt ongeveer 40%
van de tijd gebruikt voor het inlezen
van de punten en 60% van de tijd
Figuur 2: User interface Web based Survey Manager
Oracle Spatial
voor het creëren van de ruimtelijke
index.
Als ruimtelijke index is gekozen
voor de Qtree index; Ten eerste om-
dat het creëren van een Qtree index
op een dataset van ruim 2 miljoen
punten een factor 4 sneller gaat dan
het creëren van een Rtree index (1,5
minuut voor Qtree index versus 6,5
minuut voor een Rtree index) en
ten tweede omdat het selecteren op
basis van een Qtree index niet signi-
ficant langzamer is wanneer de tiles
voldoende klein gekozen zijn (zie
Tabel 1).
De performance test is uitgevoerd
op een tabel met 2257415 rijen. De
volgende spatial query is gebruikt:
Bekijken van surveys via Web Survey ManagerNa het inlezen van de survey me-
tadata en het DTM kan de ligging
van de survey getoond worden in
een web-based Survey Manager. De
web-based Survey Manager is on-
derdeel van de Spatial Enterprise
Nautical Solutions (SENS) portfo-
lio van ATLIS. Deze applicatie toont
de ligging van de surveys en biedt de
mogelijkheid om ruimtelijke en ad-
ministratieve queries uit te voeren
op de survey metadata (zie Figuur
3).
Ook biedt de SENS Survey Manager
de gebruikerfunctionaliteit om zelf
hydrografische producten te defini-
eren en aan te vragen. Deze produc-
ten worden vervolgens automatisch
gegenereerd door het systeem. De
aanvrager krijgt een link toege-
stuurd waar het product gedown-
load kan worden.
De applicatie kan gebruikt worden
door verschillende doelgroepen die
behoefte hebben aan hydrografische
producten. Hierbij valt te denken
aan hydrografen die ENC’s maken
voor de scheepvaart maar ook aan
morfologen die historische diepte-
informatie nodig hebben voor het
bestuderen van veranderingen in de
tijd en contractors die actuele diep-
te-informatie nodig hebben voor het
uitvoeren van hun werkzaamheden.
De SENS Survey Manager user in-
terface is gebouwd met OpenLayers
en GWT. De survey polygonen wor-
den uit de Oracle Spatial database
geserveerd via een WMS (bijv. Geo-
server).
De ENC background wordt als WMS
geserveerd door de ENC Chart Ser-
ver van de Duitse firma SevenCs die
evenals ATLIS onderdeel uitmaakt
van de wereldwijde HydroTeam al-
liance (www.hydroteam.org).
Creëren van seamless DTM in Oracle SpatialDe volgende stap in het hydrogra-
fische bedrijfsproces is het zoge-
naamde ‘deconflicten’ van de sur-
veys.Deconflictenheeft totdoel te
komen tot een seamless DTM waar-
bij er geen overlap tussen de surveys
select count(1)
from xyz _diepte t
where sdo_filter ( t.geometrie
, sdo_geometry( 2003
, 8307
, null
, sdo_elem_info_array( 1, 1003, 1)
, sdo_ordinate_array( 3.56 , 51.43
, 3.562, 51.43
, 3.562, 51.432
, 3.56 , 51.432
, 3.56 , 51.43
)
)
) = ‘TRUE’
Index type SDO_FILTER operator SDO_ANYINTERACT operator
Rtree < 1 sec (5786 rijen) 1 sec (5467 rijen)
Qtree ( SDO_LEVEL =14 ) 3 sec (426495 rijen) 33 sec (5525 rijen)
Qtree ( SDO_LEVEL =19 ) < 1 sec (8010 rijen) 1 sec (5525 rijen)20
bestaat. Deconflicten is nodig om
te garanderen dat er op elk punt al-
tijd maar één actuele diepte bestaat.
In Figuur 4 is te zien dat er over-
lap bestaat tussen de verschillende
surveys. Op basis van zogenaamde
Figuur 3: User interface Web based Survey Manager
Figuur 5: Bedekking seamless DTM met (delen van) surveys
Figuur 4: Overlappende surveys
prioriteitsregels moet besloten wor-
den welke survey belangrijker is.
Prioriteitsregels zijn vaak gebaseerd
op survey type en ouderdom van
de survey. Multibeam surveys heb-
ben een hogere prioriteit dan sin-
glebeam surveys en jongere surveys
hebben een hogere prioriteit dan
oudere surveys.
Op basis van prioriteitsregels wor-
den de surveys gesorteerd van hoog-
ste prioriteit naar laagste prioriteit.
Dit selecteren en sorteren gebeurt
door middel van een query op de
survey metadata. In de selectie wor-
den alleen surveys meegenomen
waarvan de gebruiker aangege-
ven heeft dat deze voor opname in
het seamless DTM in aanmerking
komen. De geselecteerde surveys
worden eerst gesorteerd op survey
type. Vervolgens wordt binnen elk
survey type geselecteerd op datum.
De overlap tussen de surveys wordt
vervolgens verwijderd door gebruik
te maken van standaard Oracle Spa-
tial functionaliteit. Het resultaat is
te zien in Figuur 5. De groene sur-
veys hebben de hoogste prioriteit,
dan de gele surveys en als laatste de
rode surveys.
Ophalen van diepte gegevens met OCCIHet seamless DTM dient als basis
voor het generen van hydrografische
producten zoals dieptelijnen, diep-
tevlakken en spot soundings.
De algoritmes voor het generen van
deze producten zijn binnen de SENS
portfolio beschikbaar in de vorm
van C++ executables die rechtstreeks
communiceren met het seamless
DTM in de database. Om een snelle
data retrieval te garanderen wordt de
Oracle C++ Call interface (OCCI)
gebruikt om de database te benade-
ren. Hoewel de OCCI interface één
van de snelste interfaces is die voor 21
Oracle Spatial
Oracle Spatial
//Initialize Environment in OBJECT modeEnvironment *env = Environment::createEnvironment
(Environment::OBJECT);
//Register types functionRegisterClasses(env);
//Create database connectionConnection *conn = env->createConnection(“scott”,”tiger”,””);
//Create SDO_GEOMTRY object for spatial selectionSDO_GEOMETRY *spatialWindow = new SDO_GEOMETRY();
spatialWindow->setSdo_gtype(2001); //2D Polygon
spatialWindow->setSdo_srid(8307); //WGS 84
vector <Number> elem_info, ordinates;
elem_info.push_back(1); //starting offset
elem_info.push_back(1003); //outer edge
elem_info.push_back(1); //interpretation
spatialWindow->setSdo_elem_info(elem_info); //element info
ordinates.push_back(4.3); ordinates.push_back(51.5); // LL
ordinates.push_back(4.5); ordinates.push_back(51.5); // LR
ordinates.push_back(4.5); ordinates.push_back(51.7); // UR
ordinates.push_back(4.3); ordinates.push_back(51.7); // UL
ordinates.push_back(4.3); ordinates.push_back(51.5); // LL
spatialWindow->setSdo_ordinates(ordinates); //ordinates
//Create select statment Statement *stmt = conn->createStatement (“Select geometrie,
diepte from xyz_diepte where sdo_anyinteract(position,:1)
= ‘TRUE’ “);
//Bind variablestmt->setObject(1, spatialWindow)
//Execute queryResultSet *rs = stmt->executeQuery();
//Process resultswhile (rs->next())
{
SDO_GEOMETRY *positie = (SDO_GEOMETRY *)rs->getObject(1);
float diepte = rs->getNumber(2)
rowno++;
}
Oracle beschikbaar is heeft ATLIS de
snelheid verder opgevoerd door ge-
bruik te maken van smart caching.
OCCI biedt een set van classes om
vanuit C++ met een Oracle database
te kunnen communiceren.
Met behulp van Oracle Type Trans-
lator utility is het mogelijk
om C++ classes te generen
voor de Oracle Spatial ty-
pes SDO_POINT_TYPE en
SDO_GEOMETRY. Hier-
door wordt het mogelijk
om binnen C++ te werken
met deze Oracle types. De
OTT creëert C++ class
files en header files. Hier-
onder volgt een voorbeeld
hoe de Oracle Spatial
classes gebruikt kunnen
worden voor het creëren
van een SDO_GEOME-
TRY object dat vervolgens
gebruikt wordt in een
spatial query op de diepte
tabel.
ConclusieDoor de functionaliteit
die Oracle biedt voor het
omgaan met grote data-
volumes te combineren
met de Oracle Spatial
functionaliteit is ATLIS
erin geslaagd om een sur-
vey database te realiseren
met de volgende karakte-
ristieken:
•Snelinlezenenruimte-
lijk indexeren van sur-
vey DTM’s met behulp
van SQL*loader, parti-
tioning en Oracle Spa-
tial Qtree indexen
•Omgaan met een toe-
name in data volume
zonder significant per-
formance verlies door
gebruik te maken van
partitionering
•Serverside creëren van seamless
DTM met Oracle Spatial functies
•Snelle retrieval van punten uit
seamless DTM met OCCI voor
generatie van hydrografische pro-
ducten
•Ontsluiten van survey metadata
inclusief survey polygoon via
OGC services (WMS en WFS).
Mark Terlien is werkzaam bij ATLIS
als Senior Oracle Spatial Consultant
en Architect van SENS
22
Dit artikel is bedoeld enerzijds voor
gebruikers die te maken hebben
met Oracle licentiestructuren en de
toepassing daarvan op hun eigen
bedrijfssituatie, en anderzijds voor
managers die de relatie met Oracle
zo goed mogelijk willen beheren en
beheersen.
Oracle producten zijn voor nagenoeg
alle afnemers van essentieel belang
voor de bedrijfsvoering, waarmee
veelal aanzienlijke investeringen zijn
gemoeid. Dit leidt ertoe dat Oracle
producten in de Boston Grid (zie bij-
gaande afbeelding) vanwege het gro-
te bedrijfsbelang en het daarmee ge-
paard gaande hoge risicoprofiel, vaak
vallen in de categorie ‘kritiek’ dan
wel ‘knelpunt’. Anderzijds valt vanuit
Oracle geredeneerd elke willekeurige
klant, vanwege het beperkte financi-
ele belang, in de categorie ‘lastig’ of
‘ontwikkeling’. Ondanks dat beslui-
ten toch heel veel organisaties Oracle
producten (database, middleware of
applicaties) in te zetten, bijvoorbeeld
vanwege de kwaliteit, betrouwbaar-
heid of voorkeur voor open stan-
daarden. De genoemde tegengestelde
belangen zullen dan ook in de juri-
disch/commerciële onderhandelin-
gen moeten worden overbrugd. En
dat kan ook, zoals in het vervolg van
dit artikel naar voren zal komen.
De Boston GridEen rigoureuze oplossingsstrategie is
het verkrijgen van draagvlak voor het
zoeken naar alternatieven, concur-
rentie introduceren en overstappen
naar andere aanbieders. Echter, het is
vaak commercieel en ook technisch
niet handig c.q. haalbaar om meer-
dere databases en/of applicaties van
het zelfde type in gebruik te hebben
binnen één organisatie.
Een dergelijke strategie zou voor da-
tabases nog kunnen werken, hoewel
de andere belangrijke leveranciers
van databasesoftware - Microsoft en
IBM - niet bepaald veel kleiner zijn
dan Oracle en dus de problematiek
hetzelfde zal zijn. Bij applicatiesoft-
ware lag het tot voor kort anders.
Echter, door de veelvuldige overna-
mes van softwareleveranciers door
de grote spelers in deze markt is de
keuze in softwareland aanzienlijk
teruggebracht. Hierdoor ontstaat in
feite het dilemma dat een keuze voor
applicatiesoftware in feite een keuze
‘voor het leven’ is. Enerzijds door
de omvang van de investeringen,
anderzijds door de beperkte uitwis-
selbaarheid met andere op de markt
beschikbare software.
Binnen een eenmaal met Oracle aan-
gegane relatie onderkennen we een
aantal belangrijke aandachtspunten:
•Compliance
•Jaarlijksekosten
•Kortingsregelingen
•Algemene voorwaarden van aan-
schaf en gebruik e.d.
To be compliant – or not?Compliance lijkt simpel: het is zwart
óf wit. Volgens Oracle (of een exter-
ne auditor) zal een bedrijf ‘voldoen-
de’ licenties hebben, óf niet. Oracle
is redelijk (rechtlijnig) met betrek-
king tot de naleving van afspraken
(lees contractvoorwaarden) omtrent
het gebruik van haar intellectuele
eigendomsrechten (IP - Intellectual
Complexiteit bij Oraclelicentiestructuren
Aandachtspunten bij aanschaf en gebruik van Oracle producten
Door Nich Mills en Ernst van Eijk
Iedereen die bekend is met Oracle producten en licentiestructuren weet dat er een behoorlijke hoeveelheid complexiteit (zelfs techniek) om de hoek komt kijken bij het gebruik van de pro-ducten zelf, maar ook bij de interpretatie en toepassing van de licentievoorwaarden.
23
Oracle licentiestructuren
Oracle licentiestructuren
Property). Wie deze IP van Oracle
wil gebruiken mag daarvoor ook be-
talen, eventueel met terugwerkende
kracht. (Iedereen die wil proberen de
‘controle’ en/of ‘audit’ clausule uit
de standaard algemene contractvoor-
waarden van Oracle te halen, komt
er dan echt achter hoe belangrijk
Oracle dat vindt, en dus ook hoeveel
‘invloed’ een bepaalde relatie werke-
lijk heeft).
Ondanks dat de licentieregels mede
door verdergaande financiële wet- en
regelgeving steeds scherper worden
geformuleerd, kan er verschil van
opvatting zijn met betrekking tot een
bepaalde regel in een bepaalde situ-
atie. Ga er in zo’n situatie van uit dat
de voor Oracle meest gunstige uitleg
de juiste is. Bij twijfel: leg de situatie
vóór aanschaf voor aan Oracle en laat
Oracle’s uitleg vastleggen, zodat een
eventuele audit achteraf geen proble-
men kan opleveren. Dit is met name
van belang bij aanschaf via een resel-
ler. Immers, bij een eventuele audit
wordt de klant aangesproken op zijn
verantwoordelijkheden die voorvloei-
en uit de licentieovereenkomst, niet
de reseller. Het is dus van belang om
vooraf goed te bepalen welke licenties
nodigzijnendater–altijd-voldoen-
de dekkende licenties in gebruik zijn
en daarvoor zijn aangeschaft.
Het is ook van belang dat er een dui-
delijk compliance-beleid binnen het
bedrijf aanwezig is en dat meewer-
ken aan non-compliance activiteiten
is verboden. Ook is het belangrijk
hiervoor verantwoordelijkheden en
bevoegdheden rondom compliance
te beleggen.
Het verdient dus aanbeveling om een
regime in te stellen waarin:
•regelmatig een eigen/zelf audit
wordt uitgevoerd (toetsing van
aanwezige licenties versus werkelijk
gebruik).
•regelmatig een review plaatsvindt
van al dan niet eenzijdig gewijzigde
licentieafspraken (en licentievoor-
waarden) en de consequenties
daarvan voor aanwezige licenties
en/of het gebruik daarvan.
•Software Asset Management pro-
cessen worden uitgevoerd en een
goede bewijsvoering plaatsvindt
van alle aanschaf en gebruik van
software.
SAMEen SAM (Software Asset Manage-
ment) manager aanwijzen, met ver-
antwoordelijkheden en bevoegdhe-
den over de gehele organisatie. Zorg
dat er één SAM proces is, waarin
1) naast het huidige gebruik ook
oog is voor het beëindigde gebruik
van software (waardoor licenties
kunnen worden beëindigd of omge-
zet t.b.v. alternatief gebruik) en het
gebruik van licenties in de toekomst
(vanuit projecten én vanuit tech-
nisch beheer);
2) naast de huidige licentiestructuur
ook oog is voor veranderingen daarin
en consequenties daarvan; 3) oog is
voor gebruik van alternatieve (niet
Oracle) software gebaseerd op leve-
ranciers- en softwarebeleid van de
organisatie.
Streef naar een jaarlijkse (bulk-)
aanschaf van uitbreiding op Oracle-
licenties (uiteraard tegen het einde
van Oracle’s fiscale jaar). Dit vergt
planning van toekomstig Oracle ge-
bruik en mogelijk aanschaf van li-
centies die pas later in het jaar moe-
ten worden ingezet (vooraanschaf).
Dit kan alleen als het SAM-proces
goed is ingericht en verantwoorde-
lijkheden en bevoegdheden centraal
in de organisatie zijn belegd.
Advertentie
24
Java
XMLWeblogicESB
Oracle Data Integrator
Identity & Acces manaOracle Apllication Server
Oracle Enterprise Service Bus
BPELDocument Capture
T 0348 43 17 92 E info@redora .com W www.redora .com
Werken met
Jaarlijkse kosten Evalueer jaarlijks de (nieuwe) licen-
tiestructuur van Oracle in relatie
tot het gebruik, mogelijk dat omzet-
ting van oude licenties naar nieuwe
licenties positieve invloed heeft op de
jaarlijkse onderhoudskosten. Combi-
neer dit indien mogelijk met andere
aanvullende aanschaffingen.
Algemene en licentievoorwaarden
Ervaring leert dat Oracle veelal wel
ruimte heeft voor aanpassingen in
de algemene voorwaarden, zeker als
daar een grote order tegenover staat.
Oracle heeft echter geen ruimte voor
aanpassingen in haar licentievoor-
waarden. Indien de software wordt
aangeschaft via een reseller gelden
overigens de leveringsvoorwaar-
den van de reseller dan wel de tus-
sen reseller en afnemer afgesproken
voorwaarden. Ook dan blijven de
licentievoorwaarden van Oracle van
toepassing.
Ga bij de aanschaf van licenties altijd
uit van het beoogde doel. Met an-
dere woorden: schaf voor een zware
DB-applicatie met weinig gebruikers
vooral named-user-licenties aan, voor
een internet-applicatie juist CPU- of
core-licenties. Let op: indien gege-
vens uit die zware database-applica-
tie beschikbaar worden gemaakt voor
gebruik in een internet- of extranet-
omgeving, dan zal Oracle de -net-
gebruikers tellen als noodzakelijke
named-users. Een overstap naar een
CPU-licentie is dan nodig. Gebruik
daarom geen dure Oracle database
voor een eventueel lichte internet-,
extranet- of intranet-applicatie.
KortingsregelingenAanschaf rechtstreeks bij Oracle kán
interessant zijn, maar dat hoeft niet
altijd zo te zijn. Immers, resellers
kunnen veelal behoefte hebben aan
extra omzet om aan hun targets te-
genover Oracle te voldoen en zetten
daar extra korting tegenover.
Let bij aanschaf via een reseller wel
op dat Oracle instemt met de aan-
geschafte licenties ten opzichte van
het voorgenomen gespecificeerde
gebruik. Dit kan problemen bij een
eventuele Oracle-audit voorkomen.
Als zeker is dat op korte termijn aan-
vullende licenties moeten worden
aangeschaft, maak daar dan één deal
van en onderhandel eventueel een
betalingsregeling uit op basis van dit
latere gebruik. Koop echt nooit méér
licenties dan echt nodig zijn, ook al
lijkt het nog zo interessant. De extra
aanschaf leidt immers ook tot hogere
onderhoudskosten in de toekomst
(en in lengte van jaren). Overigens
is het aantal licenties dat bij menig
organisatie ongebruikt ‘op de plank’
ligt niet onaanzienlijk.
Maak gebruik van de behoefte aan
omzet die een verkoper op een be-
paald moment in het jaar kan heb-
ben om zijn target te halen. Maak
gebruik van aanbiedingen van Oracle
in het geval dat ‘overgenomen ap-
plicatiesoftware’ door Oracle wordt
vervangen door eigen software.
Aandachtspunten voorsys teembeheerdersEen aantal aandachtspunten voor
systeembeheerders die te maken heb-
ben met Oracle licentiegebruik:
•Bewaar alle originele aanschaf-
bewijzen(inclusief bijbehorende
offerteaanvragen en offertes van
reseller en/of Oracle) ten behoeve
van toekomstige audits;
•Houd er rekening mee dat alter-
natieve manieren van toegang tot
Oracle producten mogelijk ook li-
centies vereisen en dus kosten met
zich meebrengen. Breng in kaart:
de gebruikers van software, de sys-
temen waarop de software wordt
gebruikt, op welke wijze de soft-
ware van de aanwezige (virtuele)
CPU’s (of cores) gebruik maakt en
de wijze waarop de gegevens in een
Oracle DB worden ontsloten.
•Vergeetnietteregistrerenwelkeap-
plicaties op tijdelijke servers of an-
dere niet in productie zijnde servers
(bv. Back-up en DR) zijn geïnstal-
leerd. Ook deze kunnen licentie-
kosten met zich mee brengen.
•Neem alle kopieën (en losse ver-
sies!) van Oracle applicaties en
databases dus in de interne reviews
mee;
•Zorg dat interne reviews/audits
worden gehouden. Liever eigen
audits dan die namens of door de
externe leverancier, die veelal van-
uit een verwachte incompliancy
worden uitgevoerd. Voor eventu-
ele licentieaanvullingen die voort-
vloeien uit dergelijke audits worden
vaak de bruto-licentieprijzen bere-
kend, wat ook zijn weerslag heeft
op de onderhoudskosten in de ja-
ren daarna.
•Stem het werkelijke gebruik met
regelmaat af met de SAM. Eventu-
eel aanvullend gebruik kan zo snel
worden gesignaleerd.
ConclusieHet is dus te adviseren een integrale
aanpak te kiezen om zowel de rela-
tie met Oracle te managen én het
gebruik van Oracle producten te
beheersen en beheren. Teamwork is
hierbij onontbeerlijk, met de juiste
mix van vaardigheden (inclusief
‘commerciële’ skills) en kennis om
de complexiteit van licenties en tech-
niek aan te pakken. Gebruik van ex-
terne expertise is daarbij zinvol; het
biedt de mogelijkheid gebruik te ma-
ken van al opgedane kennis en dat is
vaak kosteneffectiever dan alles zelf
te (her)ontdekken en te doen.
Het is in ieder geval aan te raden altijd
goed voorbereid te zijn bij het gebruik
van Oracle producten, zeker als het
gaat om de kortingsstructuren (die
veranderen vaak!), TCO elementen
en contractvoorwaarden.
Nich Mills is partner bij Procure-IT
Strategic Procurement Consultants
Ernst van Eijk is senior consultant
bij Procure-IT Strategic Procurement
Consultants.
25
Oracle licentiestructuren
Kennis opbouwen en delen met Oracle ontwikkelaars
Why? WAAI – Samenwerkende Oracle ACE’s en ACE Directors willen community creëren
Door Mike van Alst
In dit artikel wil ik een beeld schetsen van de wijze waarop de Oracle Fusion Middleware en Applications technologie tot stand is gekomen, wat de consequenties zijn voor de Oracle ontwikkelaar en welke initiatieven er zijn om kennis op te doen en uit te dragen.
Oracle Fusion Middleware en Ora-
cle Fusion Applications zijn de nieu-
we paradepaardjes van Oracle. En
wat voor paarden. Nog geen 10 jaar
na de introductie van Oracle Forms
6, is het de eerste stap op weg naar
internetgebaseerde oplossingen.
Wat veel mensen niet weten is dat
Oracle de weg naar Oracle Fusion
Middleware al heel lang geleden is
ingeslagen. Oracle Fusion is niet zo-
maar tot stand gekomen, het is van
het begin af aan een hele gerichte
strategie geweest.
HistorieAls we een korte blik werpen op de
historie, zien we dat Oracle heel
snel na de release van de Oracle
Database (1979) een twee-sporen-
beleid heeft gevoerd. Enerzijds het
platform, dat primair alleen uit de
database en Forms bestond, ander-
zijds Oracle Applications. Vanaf
het begin af heeft Oracle ingezien
dat technologie op zichzelf geen
doel is, maar een middel. Een mid-
del dat je gebruikt om oplossingen
voor je klanten te realiseren. Je zou
zelfs kunnen stellen dat de database
en alle aanverwante technologieen
vooral bedoeld zijn om Oracle Ap-
plications te realiseren. Die stra-
tegie is tot op de dag van vandaag
actueel!
De jaren 90 zijn hectische jaren. Er
zijn veel ontwikkelingen op tech-
nologisch gebied en het is vooral
de opkomst van internet die een
enorme push geeft. De ontwikke-
lingen rondom Java, Object Orien-
tatie, CORBA en Component Based
Development geven een enorme
impuls aan de ontwikkeling van
nieuwe concepten. Begin 2000 zien
we het concept van Application
Service Provider ontstaan, wat we
tegenwoordig SaaS (Software as a
Service) zouden noemen.
HeroriëntatieBegin 2000 vindt een heroriënta-
tie plaats binnen Oracle. Men rea-
26
Community Oracle ontwikkelaars
Advertentie
Mid-office
magazijnSTUFData
Document Management
Digitaliseren archieven
Data-integratieZakenMobiele handhaving
T 0348 43 17 92 E info@redora .com W www.redora .com
Werken voorlokale overheid
reputatie opgebouwd als integrator
van overgenomen partijen en tech-
nologie. Ik herinner me een cursus
van Edwin Khodabakchian in 2004,
direct na de overname van Collaxa
door Oracle (later Oracle BPEL
PM). In een tijdsbestek van luttele
maanden was hij al een enthousiast
Oracle evangelist. Het is opvallend
te zien hoe weinig medewerkers van
overgenomen partijen Oracle verla-
ten.
Kortom, in de afgelopen 8 jaar is er
enorm veel veranderd in de Oracle
omgeving.
Gevolgen voor ontwikkelaarsDe komst van Fusion heeft zijn di-
recte weerslag op de Oracle ontwik-
kelaars. Nog geen 10 jaar geleden
bestond het leven van een Oracle
ontwikkelaar uit PL/SQL, Forms
en Reports. Met als hulpmiddelen
Designer, Developer en CDM. Hier-
mee werden Client/Server oplossin-
gen gerealiseerd. Met de introductie
van Oracle Forms 6.0 zien we de
opkomst van browser-based oplos-
singen. En vanaf dat moment gaat
het heel hard.
De Oracle ontwikkelaar van toen
bestaat eigenlijk niet meer. Door de
enorme verbreding en verdieping
van de technologie ontstaat een
noodzaak tot specialisering. Er ko-
men specialismen op het gebied van
database, business logic, process lo-
gic en GUI bouw.
En houdt het dan op? Welnee, Ora-
cle Fusion Middleware 11g heeft
het licht nog niet gezien en zal grote
veranderingen teweeg brengen in de
wijze waarop we werken en de invul-
ling van de technologiestack. Veel
beter, maar... weer veel te leren.
Je moet dus kiezen. Waar ben je
goed in? Waar ga je tijd in investe-
liseert zich dat de dan beschikbare
technologie verouderd is en weinig
perspectief meer heeft voor de toe-
komst. Het is met name Thomas
Kurian die de visie heeft op de toe-
komstige ontwikkelingen. Oracle
besluit Java te omarmen en het ge-
hele platform om te zetten naar een
n-tier omgeving. Wat Applications
betreft wil Oracle een nog belang-
rijker rol spelen.
Vanaf dat moment is Oracle een
aggressieve overnamecampagne
gestart. Ook hier weer een twee-
sporenbeleid. De eerste stap is het
verbreden van de Oracle Applicati-
ons portefeuille met de overname
van PeopleSoft, Siebel, Retek en
JD Edwards. Oracle realiseert zich,
dat verticalisatie (aansluiten bij
markten en industrieen) binnen
Applications een belangrijke succes-
factor is.
Op basis van de interne visie over de
vorm en structuur van het platform
ter ondersteuning van Applications,
was men in staat om diverse best-of-
breed oplossingen op te kopen en te
integreren. In zo’n 6 jaar tijd heeft
Oracle maar liefst 50 (!) bedrijven
overgenomen. De technologie die
daarmee wordt binnengehaald be-
strijkt vrijwel het gehele platform,
van security, database oplossingen,
process management tools, content
management, business intelligence
tot warehouse building.
De klap op de vuurpijl was de over-
name van BEA in 2008. Hiermee
weet Oracle zich niet alleen verze-
kerd van een nog bredere klanten-
basis, maar vooral ook van aanvul-
lende – wellicht zelfs superieure
–techniekophetmiddlewareplat-
form.
Eén ding valt op: in de afgelopen
jaren heeft Oracle een uitstekende
Wat betekenen die enorme
veranderingen in de Ora-
cle omgeving dan voor de
gemiddelde Oracle ontwik-
kelaar? In ieder geval dat hij
niet langer kan rusten op
zijn kennis en ervaring met
Designer en Developer. Hij
moet rekening moet hou-
den met een veelheid aan
technieken: van PL/SQL
web services, adapters, ADF
Business Components, me-
diators, XSL transformati-
ons, Enterprise Business Ob-
jects, message routeringen,
gateways & agents tot aan
XQuery, widgets, portlets,
SSO, SCA, BPEL, REST, task
flows, inlinequeries,XPDL,
xpath expressies, BPMN,
materialized views enz.
En wat te denken van al die
producten: database (geluk-
kig nog één constante), Ap-
plication Server (nu WLS!),
SCA container, MDS, EM
Grid Control, BI Publisher,
Enterprise Service Bus, BPEL
PM, OWSM, OBIEE, Regis-
try, Enterprise Repository,
WebCenter, Business Ru-
les, AIA, UCM, IDM, OAM,
BPA, BPM ....
ren? Neem van mij één ding aan: je
kunt het niet allemaal tot in detail
kennen. Je moet dus keuzes maken,
en investeren.
NoodzaakWat willen we bereiken? Dat we als
Oracle Community (partners, ge-
bruikers, ontwikkelaars) zorgen dat
we in plaats van de drie tools van
vroeger, de huidige set van tools op
2727
Community Oracle ontwikkelaars
een goede manier kunnen inzetten.
Weten hoe je Oracle technologie
slim kan inzetten, om de juiste re-
sultaten te boeken.
Kennis opbouwen, kennis uitwis-
selen, elkaar helpen. Niemand kan
het alleen. Samenwerken is een ab-
solute noodzaak!
Voor het eerst?Deze uitdaging is niet nieuw, hij be-
staat al een aantal jaar. Begin 2007
hebik–samenmetEdwinvanDis
– deOracle Partner SOACommu-
nity opgericht. Wij waren (en zijn)
allebei actief als SOA Architecten
en realiseerden ons dat er in Neder-
land weliswaar veel kennis is, maar
dat deze enorm verspreid is.
In Nederland waren destijds al di-
verse organisaties geruime tijd bezig
om kennis en ervaring op te doen
rondom Oracle Fusion Middleware.
En ondanks al die inspanning werd
nog maar een klein deel van de ge-
hele Fusion actief gebruikt. Iedere
keer weer zagen we dat Oracle spe-
cialisten in verschillende bedrijven
en projecten het wiel opnieuw uit-
vonden. De oplossing: kennis delen
en opbouwen.
De Oracle Partner SOA Community
had twee doelen. Enerzijds door als
groep te opereren en zo sterker te
staan ten opzichte van Oracle, in de
zin dat je als groep meer voor elkaar
kan krijgen. Denk bijvoorbeeld aan
het organiseren van workshops en
bootcamps. Maar de belangrijkste
reden om deze community te star-
ten was om een platform te schep-
pen voor het uitwisselen en opbou-
wen van kennis en ervaring. Door
de krachten te bundelen krijgen we
meerinzichtindestack–lerenvan
elkaar, niet dingen dubbel doen.
De Community startte met een
groep van ongeveer 30 ervaren Ora-
cle specialisten uit 12 bedrijven. De
eerste activiteit was een bootcamp
JDeveloper 10g, verzorgd door Hugo
Brand (Product Manager Oracle).
Dit was een zeer geslaagde bijeen-
komst, waar zo’n 25 specialisten
werden ‘bijgeschoold’ in de nieuw-
ste versie van Jdeveloper en SOA
Suite.
Helaas bloedde het initatief lang-
zaam dood. Dit was nog in de pe-
riode voor de kredietcrisis, waarin
iedereen druk was met projecten. In
de praktijk was iedereen van goede
wil, maar het organiseren van ver-
volgbijeenkomsten bleek erg lastig.
Waar staan we nu?Eind 2008 realiseren we ons dat de
noodzaak niet kleiner is geworden.
De overname van BEA en de (spoe-
dige) komst van Oracle SOA Suite
11g nopen ons om veel energie te
steken in het opbouwen van ken-
nis.
Gelukkig hebben we in Nederland
een aantal ACE’s en ACE Directors.
Diesprekenelkaarregelmatig–het-
zij via Oracle georganiseerde actvi-
teiten, hetzij daarbuiten. Het bleek
dat we op één lijn zaten: gezamenlijk
kennis opbouwen en delen behoort
ook tot onze taak als (met name)
Oracle ACE Directors.
We zijn heel bewust klein gestart.
Een viertal bedrijven van ruwweg
dezelfde grootte die ook nog eens
geografisch dicht bij elkaar zijn ge-
lokaliseerd, zijn een samenwerking
begonnen: de WAAI. En klein bete-
28
Community Oracle ontwikkelaars
Advertentie
Mid-office
magazijnWebESB
Digitaliseren archieven
ZakenMobiele handhavingJava
Oracle Enterprise Service Bus
T 0348 43 17 92 E info@redora .com W www.redora .com
Werken als Oracle specialistin Woerden (soms op lokatie)
Kijk voor meer informatie op onze website
kent: korte lijnen, snel schakelen,
doelgericht werken. WAAI bestaat
uit: Whitehorses, Approach Allian-
ce, AMIS en IT-eye.
De aanpak is simpel. Gezamenlijk
bepalen we van welke onderwer-
penwe–opkorteenlangetermijn
– kennis nodig hebben, definiëren
projecten en voeren ze uit.
Het uitgangspunt bij deze nieuwe
samenwerking is: kortcyclisch, sa-
men en doelgericht.
Kortcyclisch: uitvoeren van ken-
nisopbouw projecten met een door-
looptijd van maximaal 2 maanden.
Praktisch: ieder project wordt uit-
gevoerd door 2 partijen: een trekker
en een deelnemer.
Doelgericht: ieder project levert
een workshop op die door de deel-
nemende partijen gebruikt kan wor-
den voor het opleiden van haar ei-
gen personeel.
Door een kortcyclische aanpak zor-
gen we ervoor dat er geen ‘stilte’
ontstaat rondom de samenwerking,
iedereen houdt op die manier de fo-
cus. Het gezamenlijk uitvoeren van
projecten betekent dat de kennisde-
ling al start vanaf het eerste mo-
ment, naast het feit dat het leidt tot
een ‘sense of community’.
Door de kennisgebieden goed in te
delen zijn we in staat om iedere keer
voort te bouwen op de resultaten uit
de voorgaande iteratie.
Building a CommunityDoen we dit dan puur voor onszelf?
In eerste instantie wel. Het is belang-
rijk om een levendige community te
creëren die voldoende momentum
heeft. Zodra dat punt bereikt is, wil-
len we in samenwerking met Oracle
nader bepalen op welke wijze we een
bredere vorm van een Oracle Com-
munity tot stand kunnen laten ko-
men.
Een eerste aanzet tot bredere ken-
nisdeling is al ingezet. Lucas Jellema
en Lonneke Dikmans geven op 31
maart tijdens de Oracle Benelux
User Group (OBUG) seminar een
presentatie over de ontwikkelingen
rondom Oracle Fusion Middleware
11g. Dat is één van de voordelen
van de betrokkenheid van ACE’s en
ACE Directors: toegang tot software,
documentatie en specialisten!
Wil je meer weten?Zou je op termijn ook willen deel-
nemen (met je bedrijf)?
Neem dan contact op met één van
de Oracle ACE Directors:
•LonnekeDikmans,
•LucasJellema,[email protected]
•MikevanAlst,
Mike van Alst is Principal Consul-
tant bij IT-eye en Oracle ACE Director
FMW.
29
Community Oracle ontwikkelaars
Banners website Hoogte 120 x 120 pixels (maximaal)
Vaste banner € 3.000,-- per jaar 10 seconden banner € 150,-- per kwartaal5 seconden banner € 75,-- per kwartaal
Uitgegeven door:Oracle Gebruikersclub HollandPostbus 701, 3700 AS Zeist, www.ogh.nlT 030-699 70 65 F 030-696 23 78e.mail [email protected]
Advertentietarieven (in € excl.btw gebaseerd op full colour)
Najaar 2009 verschijningsdatum sept. 2009, Winter 2009 verschijningsdatum 20 dec. 2009
Formaat* 1/1 pagina € 2.500,-- 1/2 pagina € 1.650,-- 2/1 pagina € 4.350,-- Bijsluiter prijs op aanvraag * Staffelkorting bij plaatsing in opeen volgende edities.
OGH Flyer.indd 1 18-03-2009 11:56:19