verrekijker spelling 4 loepje bw - vierde leerjaar · 2020. 4. 17. · abc abc inhoudsopgave...
TRANSCRIPT
1
abc abc
Inhoudsopgave
Soorten letters 4Samenstellingen 6Voorvoegsels en achtervoegsels 7Verkleinwoorden 8Meervouden 9Alfabet 10
Ik schrijf wat ik hoor. 13 Woorden met aai, ooi, oei, eeuw, ieuw en uw 14 Woorden met ng en nk 14
Ik maak een afspraak. 15 1 Woorden met g, ch, gt en cht 16 2 Hoofdletters en leestekens 18 3 Werkwoordspelling 20 Werkwoordschema 24 4 Woorden op d en t 32 5 Woorden met twee of meer delen 33 Woorden als katten en beren 34 Woorden als honden, paarden en bloemen 35
Ik onthoud een stukje. 37 1 Woorden met ch 16 2 Woorden met ei 38 3 Woorden met au en auw 41 De vergeet-mij-nietjes 43 1 Woorden met wr 44 2 Woorden op b 44 3 Moeilijke woorden 45 4 Woorden als banaan 48 5 Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden 49
Ik zoek het op. 51Trefwoorden 63
Inhoudsopgave
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 1 28/01/19 07:45
abc abc
2
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 2 28/01/19 07:45
3
abc abc
Alle letters op een rijstappen over de hei,worden achter elkaar gezet,vormen samen het alfabet.
Alle letters vangen in mijn peten we springen en dansen op het bed.We lopen over een koord.Kijk, letters vormen een woord.
Dan neemt grote zus haar loep, bekijkt het woord paddenstoelensoep.Ze knipt en zucht, elk woord exact.Hoera! De woorden samengeplakt!
Hoe schrijf ik een woord?
Ik vind het in mijn
Loepje.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 3 28/01/19 07:45
abc abc
4 Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Soorten letters
klinkerskan ik hard roepen!
medeklinkerskan ik niet hard roepen!
klinkers die kort klinken
a kate peni iko molu mus
y baby
klinkers die lang klinken,tweeteken- klanken
aa haanee beeroo boomuu muur
de doffe e
deheteen
gevaarverhaalbezoek
mezelfjezelf
fietsersleutel
dieren
kusjedeurtje
bliksemadem
andere tweeteken-klanken
ei treinij ijs
ou oudau auto
eu deuroe poesie dier
ui duif
uw sluw
b beer c circus d duif f duif g weg h haan j jas k ik l mol m mol n an p pen q quad r beer s jas t tom v vis w weg x box y yoga z zon
meerteken-klanken
ouw vrouwauw blauw
aai fraai ooi kooi oei groei eeuw leeuw ieuw nieuw
tweeteken-klanken
ng bang nk bankch lach sj huisjewr wraak
meerteken-klanken
sch schip schr schroef
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 4 28/01/19 07:45
5
abc abc
De klanken zijn de bouwstenen van woorden.
Woorden kan ik opdelen in deeltjes die ik in één keer kan uitspreken. Hoeveel deeltjes? Ik klap in mijn handen, dan weet ik het.
woorden met … één deel twee delen drie delen vier delenHet Katten Juffrouwen Boterhammen kind vangen vertellen enspeelt alle meerdere ontbijtgranenop muizen. verhalen. verorberen.
straat.
De woorden zijn de bouwstenen van samenstellingen.
Eerst knippen, dan kleven!
trein + bestuurder = treinbestuurder
hoofd + letter = hoofdletter
spik + splinter + nieuw = spiksplinternieuw
brand + weer + kazerne = brandweerkazerne
Grondwoorden en afleidingen
Mijn fiets is nieuw. Ik ben benieuwd. We luisteren naar het nieuws. Windenergie is hernieuwbaar. We vernieuwen het huis. Kobe fietst bij de nieuwelingen.
Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 5 28/01/19 07:45
abc abc
6 Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Samenstellingen
Ik kan nieuwe woorden maken door woorden samen te voegen.Het stappenplan …
1 Ik hoor een samenstelling. 2 Ik verdeel de samenstelling en ik denk na over elk woord. 3 Ik kleef de woorden terug aan elkaar.
bad + muts = badmuts
blokken + dozen = blokkendozen
donker + rood = donkerrood
teen + nagel = teennagel
Ik denk aan de betekenis.We gaan achteruit. Ik kijk door de achterruit van de auto.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 6 28/01/19 07:46
7
abc abc
Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Voorvoegsels en achtervoegsels
Ik maak een nieuw woord door vooraan een stukje toe te voegen. Dat stukje is een voorvoegsel.
ge + vaar Dat is een groot gevaar. be + taal Ik betaal twintig euro. ver + keer Het is druk verkeer. te + veel Er is hier een teveel aan volk. on + weer We verwachten onweer. ont + bijt Wat een stevig ontbijt! wan + orde Dat is hier chaos of wanorde. her + beginnen We moeten herbeginnen.
Ik maak een nieuw woord door achteraan een stukje toe te voegen. Dat stukje is een achtervoegsel.
bak + erij Ik koop brood in de bakkerij. raad + sel Kun je dat raadsel oplossen? brand + baar Pas op! Dat is brandbaar. waak + zaam De hond is waakzaam. einde + loos Die weg leek eindeloos. gereed + schap Geef me dat gereedschap eens. eigen + dom Die grond is zijn eigendom.dik + te Ken jij de dikte van dat boek? beloon + ing Krijg ik een beloning? stof + ig Het is hier stoffig. gezel + ige Het was een gezellige avond. eer + lijk Ben je wel eerlijk? gevaar + lijke Zijn dat gevaarlijke honden? week + elijks Ik sport wekelijks.
Ook dit zijn achtervoegsels …mooi mooier mooist oud ouder oudst breed breder breedst
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 7 28/01/19 07:46
abc abc
8
Verkleinwoorden
Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of etje. Het gaat om iets kleins.
+ je + tje
hoed tent wolk
hoedje tentjewolkje
dierkachel stoel
diertjekacheltje stoeltje
+ pje + etje
bloemboomkraam
bloempjeboompjekraampje
kanon koninginman
kanonnetjekoninginnetjemannetje
a aao oou uu
ie ieoe oeee ee
sla autoparaplu
slaatjeautootjeparapluutje
kniekoezee
knietjekoetjezeetje
ng nk Enkele moeilijke!
ketting koningwoning
kettinkje koninkjewoninkje
bladglasschip
blaadjeglaasjescheepje
Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 8 28/01/19 07:46
9
abc abc
Meervouden
het enkelvoud het gaat om één het meervoud het gaat om meer dan één
Het kind slaapt in een mooi bed onder een warm deken. De kinderen slapen in mooie bedden onder warme dekens.
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een naam geven
aan iets of iemand.
Bijvoeglijke naamwoorden staan bij zelfstandige naamwoorden. Ze geven er meer uitleg over.
een broereen lichteen meubeleen kind
twee broersmeer lichtengrote meubelsveel kinderen
mooigrootgrijsprachtig
mooie ogengrote huizengrijze harenprachtige tuinen
Werkwoorden zijn woorden die zeggen wat iets of iemand doet of wat gebeurt.
ik speelik stuurik zwemhet waait
de kinderen spelenchauffeurs sturenwij zwemmenwestenwinden waaien
Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 9 28/01/19 07:46
abc abc
10 Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Alfabet
Twijfel ik aan een woord, dan zoek ik het woord op. Ik ken mijn alfabet.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Als ik woorden orden, kijk ik naar de beginletter.
aardbei blij canapé dikwijls e-mail …
Is de beginletter gelijk? Dan kijk ik naar de tweede letter.
paleis pech plein pochen praline …
Is de tweede letter gelijk? Dan kijk ik naar de derde letter.
tocht toerist tomaat toneel totaal …
A B C aap beer canapé
D E F G de fazant geeuwt
H I J hondje is jarig
K L M NO P Q
kale man op quad
R S T U V W
rust uit van het werk
X Y Z xylofoon … zwijg!
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 10 28/01/19 07:46
11
abc abc
Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Ik schrijf een woord.
Kan ik het woord schrijven door alleen te luisteren?
Ja?Ik schrijf het woord zoals ik het hoor.
Nee?Er is een afspraak.Ik ken de afspraak.
Er is een onthoudstukje.Ik onthoud hoe ik het schrijf.
Of ik zoek het op in het Loepje.
Of ik zoek het op in een woordenlijst.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 11 28/01/19 07:46
abc abc
12 Ik schrijf wat ik hoor.Hoe schrijf ik een woord?
Ik schrijf een woord.
Ik luister altijd goed.Ik schrijf wat ik hoor.
maanspeelstruik
fietsbroers mee
bang op een bank een schip met een schroefleeuwen in kooien
Maar … Ik schrijf niet altijd wat ik hoor.
Soms leer ik een afspraak.
baard beren lucht
taartkattenhij weegt
Zo, ik sta nu op.Hij speelt een spel.Zij wordt ziek. hoofdletters en leestekens
Soms moet ik een stukje onthouden.
een ijsje etenop reis met de trein een oud vrouwtje in een blauwe auto geld en zand de kachel in de bieb
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 12 28/01/19 07:46
13
abc abc
Ik schrijf wat ik hoor.Hoe schrijf ik een woord?
Ik schrijf wat ik hoor.
Ik schrijf wat ik hoor.
Ik kan alle letters schrijven.
Ik kan met die letters klanken en woorden schrijven.
tweetekenklanken
meertekenklanken
maan speel struik
bang
schip
fiets broers mee
bank
schroef
We zwaaien naar de leeuwen in hun nieuwe kooien.
Ik voel me wat stram en weet je hoe dat kwam? Ik liep wel zes uur aan een stuk. Nee, maak je niet druk. Het was maar in een droom! Maar raar, ik voel me zo loom. Straks ga ik naar zee. Wil je met me mee? Ik vaar er op een schip en lees er in een strip. Een zwaan zwart als een spook op een wolk van wierook.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 13 28/01/19 07:46
abc abc
14 Ik schrijf wat ik hoor. Ik maak een afspraak.
Woorden met aai, ooi, oei, eeuw, ieuw en uw
aai, ooi, oei, eeuw, ieuw meertekenklanken
en uw tweetekenklank
Die veranderen nooit!
aai
fraaiepapegaaien
vlaaiwie zaait ?
ooi
mooieooievaar
plooitjeswij strooien
oei
koeiengoeiedag
schoeiselpa roeit
eeuw
wij geeuwenleeuwenleeuwerik
schreeuwers
ieuw
kieuwennieuwsnieuwste
wij vernieuwen
uw
ma duwt mejuwelenruwe
schaduwen
Woorden met ng en nk
ng
angstigmengselbangerik
ngt
hij dwingtwie zingt?
nk
winkelierlinker
ondankbaar
nkt
hij herdenktde hond jankt
Twijfel ik tussen ngt en nkt? Ik verleng het woord, dan hoor ik het.Hij zingt een liedje. wij zingen De boot zinkt. boten zinken
ng en nk tweetekenklankenNooit meer dan twee letters!
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 14 28/01/19 07:46
15
abc abc
Ik maak een afspraak.
Soms leer ik een afspraak om een woord correct te schrijven.
1 Woorden met g, ch, gt en cht
2 Hoofdletters en leestekens
3 Werkwoordspelling
4 Woorden op d en t
5 Woorden met twee of meer delen
Ik lig in bed. De beer ligt toch dicht bij mij.
Hij speelt een spel.
De man met een baard eet taart.
Katten willen lekker kunnen rollen.Beren slapen rond grote vuren.
Ik schrijf wat ik hoor. Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 15 28/01/19 07:46
abc abc
16 Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
1 Woorden met g, ch, gt en cht
Ik hoor ‘g’, ik schrijf g. terughoogstebergtopoorlogmen pleegdeaanslag
De woorden met ch onthoud ik.
achglimlach goochelenjuichenkachelkuchen
lachenlichaampechpochentochzich
Werkwoorden met ...g in de ik-vorm, ...gt in de +t-vorm.
buigen liegen vegen
ik buig ik liegik veeg
het buigt ze liegthij veegt
Pas op!
leggenliggenzeggen
ik legik ligik zeg
hij legthij ligthij zegt
Na de korte a, e, i, o of u schrijf ik cht.
wacht slechtverlicht optochtzucht
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 16 28/01/19 07:46
17
abc abc
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Woorden met chPapa loopt de tien mijl van Antwerpen. Hij warmt zich op. Mama masseert zijn lichaam. Zijn vriend loopt niet mee. Hij is ziek. Hij hoest en kucht en heeft koorts. Hij zit dicht bij de kachel. De huisarts gaf hem een medicijn. Maar zo’n pil kan ook niet goochelen. Dat is tegenslag of pech.
Hij kan er niet om lachen, want ze hebben samen veel getraind.Daar zijn de lopers. We roepen en juichen. Papa glimlacht. Hij is goed in vorm, maar hij is toch wel erg moe. ‘Ach,’ zegt mama, ‘straks kan papa op het werk pochen over zijn prestatie.’
Ik let op voor drie werkwoorden met gt.De soldaat is moe.Hij legt zijn geweer neer.Hij ligt in bed.Hij zegt niks meer.
Woorden met chtSlechts twee minuten nog! Dan verlicht het vuurwerk de lucht. Wacht maar. Daarna is er nog een optocht.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 17 28/01/19 07:46
abc abc
18 Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
2 Hoofdletters en leestekens
Ik schrijf een hoofdletter bij …
… het begin van een zin en na een punt, een vraagteken en een uitroepteken.
Stop! Je moet hier afdraaien. Zal ik de weg vragen? Nee, ik vind het wel.
… een naam, voornaam, straat, gemeente, stad en land.
Ik woon in Oostende in de Metselaarstraat. Mijn vriend Youssef woont in de Sportlaan, niet ver van zee. We gaan op schoolreis naar Amsterdam, de hoofdstad van Nederland.
… een taal.
Ik spreek Turks en Vlaams, mijn buurmeisjes spreken enkel Vlaams en mijn overburen spreken Engels.
… wie of wat heilig is.
De christenen lezen de Bijbel, de moslims lezen de Koran en de joden lezen de Thora. Dat zijn heilige boeken.
… feestdagen.
Iedereen viert Nieuwjaar. Veertig dagen na Pasen vieren de katholieken Hemelvaartsdag. Op het einde van de ramadan vieren de moslims het Suikerfeest. De belangrijkste dag van het joodse jaar is Jom Kipoer.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 18 28/01/19 07:46
19
abc abc
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Leestekens helpen me juist te lezen.
Ik schrijf een …
leesteken naam wanneer
. punt … op het einde van een zin waarin ik iets zeg of meedeel.
Lore wandelt met haar hondje Bas door het bos.
! uitroepteken … na een uitroep. … op het einde van een zin waarin ik iets uitroep of beveel.
Bravo! Flink! Wacht! Trek niet zo hard!
? vraagteken … op het einde van een zin waarin ik iets vraag.
Is het hondje van Lore een mannetje of een vrouwtje?Wandelt Lore elke dag met Bas?
, komma … tussen de woorden van een opsomming.
Lore komt voorbij een boerderij. Ze ziet koeien, poezen, geiten, schapen, kippen en een pauw.
… en in een lange zin als rustpunt, bv. tussen twee opeenvolgende persoonsvormen.
Het had zojuist gehageld, hier en daar lagen nog witte korrels op de grond. Toen opa de straat op fietste, gleed hij uit.
: dubbele punt
… voor een opsomming.
Thuis helpt ze mama de bloemen verzorgen. Er zijn er heel wat: rozen, lelies, tulpen en margrieten.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 19 28/01/19 07:46
abc abc
20 Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
3 Werkwoordspelling
Een werkwoord is een woord dat zegt wat iets of iemand doet of wat gebeurt.
Het gaat regenen van ’s morgens tot ’s avonds. Papa fietst naar zijn werk. Wij zullen bijna vertrekken naar de Ardennen. De juf wil een verhaal vertellen.
Het onderwerp en de persoonsvorm
het onderwerp de persoonsvorm
Er is een deel in de zin waarin staat
over wie of wat iets wordt gezegd.
Het onderwerp bepaalt hoe ik de persoonsvorm schrijf.
De persoonsvorm is het werkwoord dat verandert,
wanneer het getal van het onderwerp verandert.
het getal: het enkelvoud of het meervoud
Het onderwerp staat in het enkelvoud of het meervoud. De persoonsvorm dus ook. Wanneer het getal van het onderwerp verandert, dan verandert
ook het getal van de persoonsvorm.Het kind schommelt. De kinderen schommelen.Wij zijn jarig. Ik ben jarig.
Ik onderstreep het onderwerp eenmaal.
Ik onderstreep de persoonsvorm tweemaal.
Warre leest een spannend avonturenverhaal. Het boek ligt op tafel.
Mijn oom Evert rijdt met een zwarte motor.Onze hond blaft buiten in de tuin.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 20 28/01/19 07:46
21
abc abc
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
De ja-neevraagBij het schrijven van een persoonsvorm moet ik het onderwerp kennen. Hoe vind ik het onderwerp en de persoonsvorm in een zin?
Ik lees de zin. Papa gaat vandaag vroeg werken. Het is mooi weer. Onze hond blijft naar de postbode blaffen. De vos vangt een kip in ons kippenhok.
Ik maak van de zin een ja-neevraag. Dat is een vraag met als antwoord ja of nee. Gaat papa vandaag vroeg werken? Is het mooi weer? Blijft onze hond naar de postbode blaffen? Vangt de vos een kip in ons kippenhok?
Het eerste deel van de zin is de persoonsvorm. Het tweede deel van de zin is het onderwerp.
Nu of vroeger
nu vroeger
Luka draagt een zware boekentas.Sven en Ali spelen op het pleintje.
Luka droeg een zware boekentas.Sven en Ali speelden op het pleintje.
Wat nu gebeurt, noemen we
de tegenwoordige tijd.
Wat vroeger gebeurde, noemen we
de verleden tijd.
nu, vandaag, zo dadelijk, onmiddellijk, straks …
vroeger, gisteren, vorige week, vorig jaar, toen, lang geleden …
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 21 28/01/19 07:46
abc abc
22 Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Enkele werkwoordsvormenEen werkwoord kan heel wat vormen hebben. Het onderwerp bepaalt hoe ik de persoonsvorm schrijf. Het onderwerp en de persoonsvorm zijn de beste maatjes.
– Het getalHet onderwerp staat in het enkelvoud of het meervoud. De persoonsvorm dus ook. De appel valt uit de boom. De appels vallen uit de boom. Hij loopt naar huis. Zij lopen naar huis.
– De persoonHet onderwerp staat in de eerste, tweede of derde persoon. De persoonsvorm dus ook. 1e persoon ik speel, wij spelen 2e persoon jij speelt, jullie spelen 3e persoon hij speelt, de kinderen spelen
de stam de uitgang de infinitief
= de kortste vorm van het werkwoord
= wat aan de stam wordt gekleefd
= de langste vorm van het werkwoord (t.t.)
Ik fiets nu.
Fiets is de stam.
Hij fietst naar huis.
Fiets is de stam, t is de uitgang.
Wij fietsen nu.
Fietsen is de infinitief.
infinitief
stappenschrijvenslapen
ik-vorm (stam)
ik stapik schrijfik slaap
stam+t-vorm
hij stapt Fien schrijft opa slaapt
wij-vorm
wij stappen ze schrijven wij slapen
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 22 28/01/19 07:46
23
abc abc
Het werkwoordschema
Stap 1Ik schrijf een zin. Ik zoek het onderwerp en de persoonsvorm. Ik denk aan de ja-neevraag.
Stap 2Staat de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (t.t.) of in de verleden tijd (v.t.)?
Stap 3Ik schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (t.t.). ik-vorm of stam stam+t-vorm wij-vorm of infinitiefIk schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd (v.t.).
Het is een werkwoord zonder klankverandering.
Het is een werkwoord met klankverandering.
enkelvoud ik loop – ik liep ik vind – ik vond
Hoor ik achteraan een d of t, dan luister ik naar de wij-vorm in de verleden tijd. Dan hoor ik het.
hij werd wij werden papa stond wij stonden ik wist wij wisten
stam+te
stam+de
hij werkte hij rustte hij speelde hij antwoordde
meervoud
stam+ten
stam+den
zij werktenzij rusttenzij speeldenzij antwoordden
Stap 4Sommige werkwoordsvormen zijn geen persoonsvorm. Ik denk dan aan mijn andere spellingafspraken.
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 23 28/01/19 07:46
abc abc
24 Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Stap 1Ik schrijf een zin. Ik zoek het onderwerp (ond.) en de persoonsvorm (pv.).
Stap 2In welke tijd staat de persoonsvorm (pv.)?
Gebeurt het nu?de tegenwoordige tijd (t.t.) Stap 2
Gebeurde het vroeger?de verleden tijd (v.t.)
Stap 3Wat is de persoon van het onderwerp?
Stap 3Is het een persoonsvorm met klankverandering?
het enkelvoud het meervoudTwijfel ik?
51
1e 2e 3e 1e, 2e, 3e
ik jij, jena de pv.
jij, jevoor de pv.
hij, zij, het, een ander …
wij, jullie, zij, anderen …
nee ja
Ik schrijf de stam.
ik ... nu
Ik schrijfde stam + uitgang t.
hij ... nu
Ik schrijf …
wij ... nu
Ik schrijf
de stam + uitgang te, ten, de, den.
Eindletter d of t?
Ik luister naarde wij- vorm (v.t.).
werkenspelenlopen
ik werkik speelik loop
werk jij?speel jij? loop jij?
jij werktjij speeltjij loopt
zij werktzus speelthij loopt
zij werkenjullie spelenwij lopen
werken
spelen
jij werkte zij werktenwie speelde? wij speelden
lopen ik liep jij liep hij liepwij liepen
rustenantwoorden
vinden
ik rustik antwoordik vind
rust jij?antwoord jij?vind jij?
jij rustjij antwoordtjij vindt
hij rustzij antwoordtzus vindt
pa en ma rustenwij antwoordenzij vinden
rusten
antwoorden
ik rustte pa en ma rustten zij antwoordde wij antwoordden
vinden ik vond jij vond ma vond wij vonden
Stap 4De werkwoordsvorm is geen persoonsvorm?Ik vergeet mijn andere spellingafspraken niet.
Ik wil spelen en ravotten. Ik zal lopen en stappen. Hij heeft veel gebabbeld. Heb je correct geantwoord?
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 24 28/01/19 07:46
25
abc abc
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Stap 1Ik schrijf een zin. Ik zoek het onderwerp (ond.) en de persoonsvorm (pv.).
Stap 2In welke tijd staat de persoonsvorm (pv.)?
Gebeurt het nu?de tegenwoordige tijd (t.t.) Stap 2
Gebeurde het vroeger?de verleden tijd (v.t.)
Stap 3Wat is de persoon van het onderwerp?
Stap 3Is het een persoonsvorm met klankverandering?
het enkelvoud het meervoudTwijfel ik?
51
1e 2e 3e 1e, 2e, 3e
ik jij, jena de pv.
jij, jevoor de pv.
hij, zij, het, een ander …
wij, jullie, zij, anderen …
nee ja
Ik schrijf de stam.
ik ... nu
Ik schrijfde stam + uitgang t.
hij ... nu
Ik schrijf …
wij ... nu
Ik schrijf
de stam + uitgang te, ten, de, den.
Eindletter d of t?
Ik luister naarde wij- vorm (v.t.).
werkenspelenlopen
ik werkik speelik loop
werk jij?speel jij? loop jij?
jij werktjij speeltjij loopt
zij werktzus speelthij loopt
zij werkenjullie spelenwij lopen
werken
spelen
jij werkte zij werktenwie speelde? wij speelden
lopen ik liep jij liep hij liepwij liepen
rustenantwoorden
vinden
ik rustik antwoordik vind
rust jij?antwoord jij?vind jij?
jij rustjij antwoordtjij vindt
hij rustzij antwoordtzus vindt
pa en ma rustenwij antwoordenzij vinden
rusten
antwoorden
ik rustte pa en ma rustten zij antwoordde wij antwoordden
vinden ik vond jij vond ma vond wij vonden
Stap 4De werkwoordsvorm is geen persoonsvorm?Ik vergeet mijn andere spellingafspraken niet.
Ik wil spelen en ravotten. Ik zal lopen en stappen. Hij heeft veel gebabbeld. Heb je correct geantwoord?
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 25 28/01/19 07:46
abc abc
26
Werkwoorden als werken
de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
enkelvoud meervoud
1e persoonstam
2e persoonstam+tstam
3e persoonstam+t
de vorm vande infinitief
werken
bakken
ontdekken
stappen
straffen
ik werk
ik bak
ik ontdek
ik stap
ik straf
jij werkt werk je?jij bakt bak je?jij ontdekt ontdek je?jij stapt stap jij?jij straft straf jij?
hij werkt
hij bakt
hij ontdekt
hij stapt
hij straft
wij
zij
mensen
mannen
juffen
werken
bakken
ontdekken
stappen
straffen
de persoonsvorm in de verleden tijdpersoonsvorm zonder klankverandering
enkelvoud meervoud
stam+te stam+ten
werkenbakkenontdekkenstappenstraffen
ikjij
hijwie
werktebakteontdekte jij?staptestrafte?
wijzij
geleerdensoldaten
zij
werktenbaktenontdektenstaptenstraften
Oefenwerkwoorden als werken
bakkenbedekkenbeslissenblaffenboksendanken
dansen fietsengebruikenglimlachenhopenkloppen
knippenkoken kuchen kussenlachenmaken
ontdekkenplukkenpochen poetsensmakensnoepen
stappenstraffenverrassenverstoppen wekkenwerken
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 26 28/01/19 07:46
27
abc abc
Werkwoorden als spelen
de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
enkelvoud meervoud
1e persoonstam
2e persoonstam+tstam
3e persoonstam+t
de vorm vande infinitief
spelen
beloven
schreeuwen
rekenen
dromen
ik speel
ik beloof
ik schreeuw
ik reken
ik droom
jij speelt speel je?jij belooft beloof je?jij schreeuwt schreeuw je?jij rekent reken jij?jij droomt droom jij?
hij speelt
hij belooft
hij schreeuwt
hij rekent
hij droomt
wij
zij
baby’s
kinderen
jullie
spelen
beloven
schreeuwen
rekenen
dromen
de persoonsvorm in de verleden tijdpersoonsvorm zonder klankverandering
enkelvoud meervoud
stam+de stam+den
spelenbelovenschreeuwenrekenendromen
ikjij
hijwie
speeldebeloofdeschreeuwde jij?rekendedroomde?
kinderenouders
wijjullie
speeldenbeloofdenschreeuwden baby’s?rekendendroomden
Oefenwerkwoorden als spelen
bellenbelovenbetalendraaiendromen
duwenherhalenherinnerenhorenleggen
oefenenopenenplooienrekenenschreeuwen
sneeuwenspelentelefonerenveranderenverhuizen
vertellenvoetballenwaarschuwenwuivenzoenen
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 27 28/01/19 07:46
abc abc
28
Werkwoorden als rusten
de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
enkelvoud meervoud
1e persoonstam
2e persoonstam
3e persoonstam
de vorm vande infinitief
rusten
hoesten
planten
sporten
zweten
ik rust
ik hoest
ik plant
ik sport
ik zweet
jij rust rust je?jij hoest hoest je?jij plant plant je?jij sport sport jij?jij zweet zweet jij?
hij rust
hij hoest
hij plant
hij sport
hij zweet
wij
zij
boeren
atleten
wij
rusten
hoesten
planten
sporten
zweten
de persoonsvorm in de verleden tijdpersoonsvorm zonder klankverandering
enkelvoud meervoud
stam+te stam+ten
rustenhoestenplantensportenzweten
ikjij
hijwie
rusttehoestteplantte jij?sporttezweette?
opa’szieken
landbouwersmijn ouders
jullie
rusttenhoesttenplanttensporttenzweetten
Oefenwerkwoorden als rusten
begroetenhaastenhetenhoestenkaarten
kostenontmoetenplantenpratenrichten
rustenschattensportenspottenstarten
stortentrachtenvergrotenverplichtenverrichten
verwachtenverzettenvluchtenzuchtenzweten
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 28 28/01/19 07:46
29
abc abc
Werkwoorden als antwoorden
de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
enkelvoud meervoud
1e persoonstam
2e persoonstam+tstam
3e persoonstam+t
de vorm vande infinitief
antwoorden
bloeden
raden
schudden
vermelden
ik antwoord
ik bloed
ik raad
ik schud
ik vermeld
jij antwoordt antwoord je?jij bloedt bloed je?jij raadt raad je?jij schudt schud jij?jij vermeldt vermeld jij?
hij antwoordt
hij bloedt
hij raadt
hij schudt
hij vermeldt
wij
zij
jullie
wij
zij
antwoorden
bloeden
raden
schudden
vermelden
de persoonsvorm in de verleden tijdpersoonsvorm zonder klankverandering
enkelvoud meervoud
stam+de stam+den
antwoordenbloedenradenschuddenvermelden
ikjij
hijwie
antwoorddebloedderaadde jij?schuddevermeldde?
wijzij
de kinderende machines
de agenten
antwoorddenbloeddenraaddenschuddenvermeldden
Oefenwerkwoorden als antwoorden
aanvaardenantwoordenbeantwoordenbevrijdenbloeden
brandenhoedenkledenkruidenleiden
melden radenreddenscheidenschudden
verantwoorden verbrandenverkledenvermeldenvermoeden
verraden verspreidenverwondenwiedenzich verbeelden
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 29 28/01/19 07:46
abc abc
30
Werkwoorden als lopen
de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
enkelvoud meervoud
1e persoonstam
2e persoonstam+tstam
3e persoonstam+t
de vorm vande infinitief
lopen
bewegen
liegen
spreken
verkopen
ik loop
ik beweeg
ik lieg
ik spreek
ik verkoop
jij loopt loop je?jij beweegt beweeg je?jij liegt lieg je?jij spreekt spreek jij?jij verkoopt verkoop jij?
hij loopt
hij beweegt
hij liegt
hij spreekt
hij verkoopt
wij
zij
jullie
wij
zij
lopen
bewegen
liegen
spreken
verkopen
de persoonsvorm in de verleden tijdpersoonsvorm met klankverandering
enkelvoud meervoud
lopenbewegenliegensprekenverkopen
ikjij
hijwie
liepbewoogloog jij?sprakverkocht?
wijzij
die mensenwij
de winkeliers
liepenbewogenlogensprakenverkochten
Oefenwerkwoorden als lopen
beginnen ik begon kiezen ik koos slaan ik sloegbewegen ik bewoog kijken ik keek sluiten ik slootbezoeken ik bezocht klimmen ik klom spreken ik sprakblazen ik blies kunnen ik kon vergeten ik vergatblijven ik bleef liegen ik loog verkopen ik verkochtbreken ik brak liggen ik lag vliegen ik vloogbuigen ik boog lopen ik liep weten ik wistdenken ik dacht schrikken ik schrok winnen ik won
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 30 28/01/19 07:46
31
abc abc
Werkwoorden als vinden
de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
enkelvoud meervoud
1e persoonstam
2e persoonstam+tstam
3e persoonstam+t
de vorm vande infinitief
vinden
rijden
doen
verbieden
verzenden
ik vind
ik rijd
ik doe
ik verbied
ik verzend
jij vindt vind je?jij rijdt rijd je?jij doet doe je?jij verbiedt verbied jij?jij verzendt verzend jij?
hij vindt
hij rijdt
hij doet
hij verbiedt
hij verzendt
wij
zij
jullie
wij
zij
vinden
rijden
doen
verbieden
verzenden
de persoonsvorm in de verleden tijdpersoonsvorm met klankverandering
enkelvoud meervoud
vindenrijdendoenverbiedenverzenden
ikjij
hijwie
vondreeddeed jij?verboodverzond?
wijzij
Watwijzij
vondenredendeden jullie?verbodenverzonden een pakje
Oefenwerkwoorden als vinden
bevinden ik bevond houden ik hield verbieden ik verboodbieden ik bood lijden ik leed verbinden ik verbondbinden ik bond onthouden ik onthield verstaan ik verstonddoen ik deed ontstaan het ontstond verzenden ik verzondglijden ik gleed rijden ik reed vinden ik vondhebben ik had snijden ik sneed worden ik werd
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 31 28/01/19 07:46
abc abc
32 Ik maak een afspraak.
4 Woorden op d en t
De eindletter d of t? Ik maak het woord langer. Dan hoor ik het.
Grondwoordbaar__? baarden baard taar__? taarten taart
Afleidingbree__ste bree__ + ste brede breedste soldaa__je soldaa__ + je soldaten soldaatje
SamenstellingIk hoor een samenstelling. Ik verdeel de samenstelling en denk na over de woorden. Ik kleef de woorden terug aan elkaar.
bran__netelbla__ = bran__ + netel + bla__ branden bladen = brandnetelblad
Moeilijke woordenIk kan niet elk woord op d of t langer maken. Ik onthoud sommige woorden.
iemandniemand
steedsreeds
antwoordboodschap
raadselvoedsel
gereedzeldzaam
vloed
Of ik denk aan het achtervoegsel ig (jeugdig, nodig, zanderig of zandig, verstandig, geduldig, moedig, geldig).
PersoonsvormPersoonsvormen maak ik niet langer. Ik denk aan mijn werkwoordschema.
Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 32 28/01/19 07:46
33
abc abc
Ik maak een afspraak.
5 Woorden met twee of meer delen
Woorden kan ik opdelen in deeltjes die ik in één keer kan uitspreken. Hoeveel deeltjes? Ik klap in mijn handen, dan weet ik het. Die deeltjes noem ik ook lettergrepen.
woorden met … één deel twee delen drie delen vier delenhond honden verstoppen verstoppertje beer beren verteren gebeurtenis
kat katten geloven schitterende
Ik luister naar de klinker in het eerste deel. de klinker klinkt kort de klinker klinkt langa katten en planten aa apen en kaarten e tellen en prenten ee beren en beesten i kippen en kisten o potten en borden oo broden en poorten u muggen en jurken uu muren en buurten Met letters kun je bouwen: muren, daken en schouwen. In woorden als werken en spelen zitten niet één, maar twee delen. Woorden worden zinnen, dan kunnen we beginnen. Want met de woorden van onze taal maken we een mooi verhaal.
Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 33 28/01/19 07:46
abc abc
34 Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Woorden als katten en beren
katten beren
Kattenwillenlekker
kunnenrollen.
Berenslapen rond grote vuren.
Ik hoor …
… één medeklinker na de korte klinker
a, e, i, o of u.
… één medeklinker na de lange klinker
aa, ee, oo of uu.
Ik schrijf de medeklinker dubbel. Ik schrijf de klinker enkel.
Dit is de kattenafspraak.We verdubbelen.
Dit is de berenafspraak.We verenkelen.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 34 28/01/19 07:46
35
abc abc
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Woorden als honden, paarden en bloemen
honden paarden bloemen
Die wilde honden blaften,
renden en rusten nu uit.
Vreemde paarden
schuurden zich aan poorten.
Ruikers bloemen
bloeien en kleuren
de tuinen.
Ik hoor …
… twee medeklinkers na de korte klinker
a, e, i, o of u.
… twee medeklinkers na de lange klinker
aa, ee, oo of uu.… een andere klinker.
Ik schrijf wat ik hoor.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 35 28/01/19 07:46
abc abc
36 Ik onthoud een stukje.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 36 28/01/19 07:46
37
abc abc
Ik onthoud een stukje.
Ik onthoud een stukje.
Soms moet ik een stukje onthouden.
Wat is het onthoudstukje? Wat is er moeilijk aan het woord?
Als ik twijfel, zoek ik het op.Ik ken mijn alfabet.
1 Woorden met ch
2 Woorden met ei
3 Woorden met au en auw
De vergeet-mij-nietjes
1 Woorden met wr
2 Woorden op b
3 Moeilijke woorden
4 Woorden als banaan
5 Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
pech en kachel
reizen en ijsjes
een oud vrouwtje een pauw in een blauwe auto
wraak
bieb
juffrouw agent en banaan
een papieren hoedje
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 37 28/01/19 07:46
abc abc
38 Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
1 Woorden met ch 16
2 Woorden met ei
Het ei-verhaal van het vierde leerjaar
Rome, 6 mei, 10 jaar voor Christus
Julia is een kleine meid van tien jaar en woont in de Romeinse havenstad Ostia. Gisteren zei haar mama: ‘Meisje, binnen drie jaar trouw je met Marcus.’ Julia heeft hem in het geheim al eens gezien en ze vindt hem een knappe jongen. Ze wil zeker met hem trouwen.
Marcus woont in een grote villa. Hij zorgt er voor de schapen en geiten en maait er het gras met een zeis. Plinius, de eigenaar van de villa, kocht onlangs amandelbomen. Van de amandelen kunnen ze later marsepein maken.
Julia’s broer Titus is twaalf jaar en vaart voor het eerst mee op een zeilschip. De boot vertrekt voor een reis van zes dagen naar een ver eiland. Ze vervoeren graan. Titus is bang voor de herfst, het seizoen van de stormen. Titus zal heimwee hebben naar huis. Het afscheid nemen van beide ouders en van Julia valt hem zwaar. De jongens moeten allerlei werkjes doen, zoals soep maken van ui en prei en eieren koken. De kapitein eist dat je hard werkt. Weiger je, dan dreigen er stokslagen. Titus is geen heilig boontje, maar durft de kapitein zeker niet tegenspreken. Titus heeft geen eigen plekje. Ze slapen met wel tien man in het ruim. Een reiger vliegt over. Dat is een sein. Ze bereiken eindelijk land. Straks zullen ze aanmeren aan een steiger.
De papa van Julia en Titus is arbeider. Keizer Augustus woont in een groot paleis in Rome. Augustus heeft beslist heel wat te bouwen. Papa heeft meegewerkt aan het bouwen van een prachtige fontein midden op een plein. Hoe je moet bouwen, vind je niet in een handleiding. Je leert het van mannen met ervaring. Nu is het al lang droog en het peil van het water staat laag.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 38 28/01/19 07:46
39
abc abc
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Papa helpt tegenwoordig wegen bouwen. Elke dag vorderen de mannen een eind. Soms gebruiken ze platte keien die ze op de grond aanstampen. De mannen werken op een hellend terrein. Ze wroeten in de klei of kappen bergen steen weg. Ze banen zich een weg dwars door de dorre heide of door drassige weilanden. Ze hakken eikenbossen om. Eekhoorns weten hun eikels niet meer liggen. De heirbaan loopt door het eigendom van mensen die dat niet steeds waarderen. De mannen zingen tijdens het werken hardop een refrein. Papa is een man van weinig woorden, maar je kunt steeds op hem rekenen.
Over die eindeloze banen marcheren de soldaten. Hun leider stapt fier vooraan. Pas op! Het paard steigert op een steile weg. Ook reizigers reizen via deze wegen. Je ziet geen auto’s, geen fietsen en geen treinen. Alleen mensen te voet, te paard of met een koets. Het is er niet veilig.
Straks komen de soldaten op het slagveld. De Romeinen vechten tegen de Germanen, de Galliërs en de Britten.
Oorlog betekent overwinning of verlies en vooral veel ellende. Hopelijk komt er ooit een scheidsrechter om de legers van elkaar te scheiden. Nooit meer oorlog! Is dat niet heerlijk?
Julia zou maar al te graag naar school gaan. Alleen jongens die thuis veel geld hebben, kunnen een opleiding volgen. Julia helpt mama en leert koken, sokken breien, gelei maken van aardbeien en honing. Marcus zal dat wel lusten. Het is een feit dat vrouwen ook toen belangrijke eigenschappen hadden. Ze zorgen voor de kinderen en ze geven hen les. Ze hebben oneindig veel geduld. Julia denkt: ‘Misschien ben ik ook wel bereid om te leren. Ik zou erg graag kunnen lezen.’ Elke avond gaat ze naar de kade om te wachten op haar broer Titus.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 39 28/01/19 07:46
abc abc
40
De ei-woorden van het vierde leerjaar vind ik achteraan in de woordenlijst. Twijfel ik? Dan zoek ik het op.
In het verhaal staan meestal grondwoorden. Van bijna elk grondwoord kan ik afleidingen maken.
Grondwoorden en hun afleidingenarbeid, arbeider, arbeidster eind, einde, eindje, eindelijk, eindeloos feit, feiten, feitje geheim, geheimen, geheimpje, geheimzinnigheilig, heilige keizer, keizers, keizerin, keizerlijk klein, kleine, kleintje, kleiner, kleinst marsepein, marsepeinen Romeins, Romeinse seizoen, seizoenen, seizoentje terrein, terreinen, terreintje veilig, veilige, onveilig, veiligheid wei, weide, weiland, weitje, weilandje
Werkwoordenarbeiden ik arbeid, hij arbeidt ik arbeidde, wij arbeidden bereiden ik bereid, hij bereidt ik bereidde, wij bereidden bereiken ik bereik, hij bereikt ik bereikte, wij bereikten breien ik brei, hij breit ik breide, wij breiden dreigen ik dreig, hij dreigt ik dreigde, wij dreigden eisen ik eis, hij eist ik eiste, wij eisten leiden ik leid, hij leidt ik leidde, wij leidden reizen ik reis, hij reist ik reisde, wij reisden scheiden ik scheid, hij scheidt ik scheidde, wij scheidden steigeren ik steiger, hij steigert ik steigerde, wij steigerden weigeren ik weiger, hij weigert ik weigerde, wij weigerden
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 40 28/01/19 07:46
41
abc abc
3 Woorden met au en auw
Kwade leeuwen snauwen en poezen miauwen. Tijgers klauwen, maar allen willen hun melk lauw en lusten ze hun vlees rauw.
Papa fronst de wenkbrauwen. Wat doen die fiere pauwen met hun staarten in violet en blauw? Ze roepen ‘LEEEEOOOOOOO’ voor dag en dauw. Maar als het regent, schuilen ze flauw. Voor hun veren is dat poortje te nauw. Van iedereen krijgen ze applaus: van de koning, de keizer en zelfs van de paus. Willen jullie bij je vis een lepeltje saus?
Het is augustus en vakantie. Vlug een fotootje van oma en opa in hun gloednieuw autootje. Hun auto ziet grauw, dus dat wordt poetsen. Oma en opa dromen misschien van koetsen.
Nu is het tijd om te pauzeren en gaan we met z’n allen kamperen.
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 41 28/01/19 07:46
abc abc
42 Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Wanneer schrijf ik au, ou, auw of ouw?Ik hoor een woord met een au/ou-klank. Staat het woord in mijn au-lijst? Ja, ik schrijf au van auto. Nee, ik schrijf ou van oud.
Welke medeklinker hoor ik in het grondwoord na de au/ou-klank? Ik hoor w. Ik schrijf auw van blauw of ouw van vrouw.
Ik hoor een andere medeklinker. Ik schrijf au of ou en die andere medeklinker.
de au-lijst
applaus, applausje augustus auto, autootje, autootjes, automaat blauw, blauwe dauw flauw, flauwe gauw grauw, grauwe kauw, kauwen, kauwtje kauwen, ik kauw, hij kauwt klauwen, ik klauw, hij klauwt lauw, lauwe miauwen, ik miauw, de poes miauwt nauw, nauwe, nauwkeurig, benauwd, nauwelijks paus, pausen pauw, pauwen, pauwtje pauze rauw, rauwe saus, sauzen, sausje snauwen, ik snauw, hij snauwt wenkbrauw, wenkbrauwen, wenkbrauwtje
Ik let op!
Nou, ik wou dat ikzou kunnenzeggen:
‘Ik hou van jou,ook in de kou,vooral van jouw mooie ogen.’
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 42 28/01/19 07:46
43
abc abc
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
De vergeet-mij-nietjesvan het vierde leerjaar
Je kunt de onthoudwoorden onderverdelen in pakketjes, de vergeet-mij-nietjes. Zo zijn er 5 in het vierde leerjaar. In het vijfde en zesde leerjaar komen er heel wat bij.
1 Woorden met wr wraakwreedwringenwrok
2 Woorden op b biebkrabweb
3 Moeilijke woorden absoluut datum interessant misschien rechtstreeks voortdurend
4 Woorden als banaan agendafazantkanariepapierraket
5 Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
gouden ringkatoenen broekzilveren schaal
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 43 28/01/19 07:46
abc abc
44
1 Woorden met wr
Een kip zei: ‘Die wrede man met een wrat op zijn neus wringt onze nek om, wrijft ons in met zout en bakt ons in de pan. We zullen ons wreken en onze wraak zal zoet zijn. We zetten hem op een wrak midden op zee. Wat zal hij wroeging hebben.’
wraak wrak wrat, wratten, wratje wreed, wrede wreken, ik wreek, hij wreekt wrijven, ik wrijf, hij wrijft wringen, ik wring, hij wringt wroeging
2 Woorden op b
bieb een boek uit de bieb eb laag water (eb) of hoog water (vloed)
web een spin in haar web
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 44 28/01/19 07:46
45
abc abc
3 Moeilijke woorden
Wij spreken Nederlands. In Frankrijk spreken ze Frans en in Engeland Engels. In Spanje spreekt men Spaans en in Portugal Portugees. Sommige kinderen leren Latijn en Grieks. Wij spreken Nederlands, maar gebruiken heel wat woorden die uit andere talen komen. Die noemen we leenwoorden. Willen we die moeilijke woorden correct schrijven, dan moeten we goed onthouden hoe we ze schrijven.
Welk woord ken ik?
Van welk woord komt het?
Uit welke taal komt het?
absoluutalfabetavontuurbrutaalfotograafhotelinteressantkonijnlokaalmodernperronprogrammapuzzelrobottelefoon
terrasterreintomaatuniformzebra
absolutus αλφα βήταaventurebrutalphotographehôtelintéressantcuniculuslocalmodernusperronprogrammepuzzlerobotτηλε (tele) + ϕϖνη (fone)terrasseterraintomateuniformezebra
LatijnGrieksFransLatijnFransFransFransLatijnFransLatijnOudfransFransEngelsTsjechischOudgrieks
FransFransSpaansFransPortugees
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 45 28/01/19 07:46
abc abc
46
Een koningin op avontuur
Ik lees dikwijls een boek uit de bieb, maar gisteravond ging ik naar het toneel. Nu vond ik het verhaal wel eng. Jullie moeten het absoluut ook zien. Op het programma stond: ‘Juffrouw Adiba en de wervelwind’.
Juffrouw Adiba, een prinses uit een ver land, werd koningin. Op een dag komt ze van de markt. Haar meid draagt een mand met erwten en tomaten en een voorraadje appelsienen. In het station kopen ze aan het loket een ticket. De trein rijdt rechtstreeks naar haar kasteel. Het is erg warm in het kleine lokaal en ze gaan buiten op het perron wachten op de trein. Wat ziet ze? Ze kan haar ogen niet geloven. De trein wordt getrokken door in het totaal zes eekhoorns. Een brutaal konijn in uniform op een flitsende motor is de baas en roept: ‘Vlugger! Of moet ik misschien de zweep gebruiken?’
Dan krijgt koningin Adiba een rare telefoon. Een stem als van een robot zegt: ‘Stap niet op de trein. Ga terug naar het hotel en wacht op mij.’ Adiba denkt: ‘Ik ga niet terug. Ik ga naar huis!’ Adiba stapt op en de trein vertrekt. Hij rolt over de sporen naar zee. Het is eb. Op het strand ligt een zeldzame blobvis haar met grote ogen aan te staren.
Op een terras zit een zebra in een zetel. Hij leest in de krant een interessant artikel. Naast hem nipt een bisschop van een kopje koffie. Hij lost een puzzel op. Hij zoekt in een woordenboek, want hij kent zijn alfabet. Hij fronst bezorgd zijn wenkbrauwen als hij de trein met Adiba ziet voorbijrazen.
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 46 28/01/19 07:46
47
abc abc
Wat verder staat een fotograaf met een supermodern fototoestel. Hij neemt een foto van de koningin. Zij lacht naar hem. Het flitslicht van de camera bliksemt haar uit de trein. Adiba komt in een wervelwind terecht. De tornado sleurt haar mee. Voortdurend slingert ze heen en weer, op en neer.
Zo komt ze terecht in de wereld van sprekende dieren, mieren als reuzen, enge goochelaars en heksen als spinnen in een web.
Wanneer Adiba terug thuis is, stuurt ze vlug een e-mail naar haar oma om alles te vertellen. Ze schrijft de datum op en begint ‘Lieve oma ...’ Wat vreemd. Ze kan zich plots niets meer herinneren. Iemand heeft het hele verhaal uit haar geheugen gewist. Voor het eerst is ze bang voor de wezens uit haar fantasie.
absoluutalfabet avond avontuur biebbisschop brutaal datum dikwijls eb eekhoorn
e-mail erwt fantasie fotograaf goochelaar herinneren hotel interessant juffrouw jullie konijn
koningin lokaal loket markt misschien modern motor perron programma puzzel rechtstreeks
robot telefoon terras tomaat toneel totaal uniform voorraad voortdurend web zebra
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 47 28/01/19 07:46
abc abc
48 Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
4 Woorden als banaan
Bij woorden als banaan verdubbel ik niet.
agenda agent alarm ananas apparaat banaan
fantasie fazant jaloers kabouter kajuit kalender
kanaal kanarie kanon kapel kapot katoen
lawaai manier natuur papier paraplu parasol
praline raket salade tapijt valies wagon
De vrouw en het kanaal
Stien zit onder een parasol. Ze draagt een kleedje van katoen. Ze maakt een salade van fruit: appel, peer, banaan en ananas. Ze kijkt op de kalender. Binnenkort is ze jarig. Dan is het feest! Ze neemt een praline in een papiertje, een heerlijk zoetje.
Stien woont midden in de natuur, dicht bij het kanaal. Midden in haar tuin staat een kabouter. Aan de overkant van het kanaal ligt een oude bunker. Met wat fantasie kan ze zich de oorlog inbeelden. Overal klonk er alarm. De kanonnen bulderden met een verschrikkelijk lawaai en schoten alles kapot, ook het kapelletje op het einde van de straat. Raketten vlogen over het huis richting Antwerpen. De mensen vluchtten, geladen met zware valiezen en soms samengedrukt in een treinwagon. Nee, op die tijd moet je niet jaloers zijn.
Een bootje vaart voorbij. Een man wuift vanuit zijn kajuit. Hij lijkt wel een geheim agent. Over de reling van de boot hangt een oosters tapijt. Op het dek staat een grote bruine paraplu. Stien vindt dat een rustige manier om ouder te worden en ze denkt aan een gedicht van Paul van Ostaijen ...
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 48 28/01/19 07:46
49
abc abc
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Onder de maan schuift de lange rivierOver de lange rivier schuift moede de maanOnder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zeeLangs het hoogrietlangs de laagweischuift de kano naar zeeschuift met de schuivende maan de kano naar zeeZo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de manWaarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee
5 Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden staan bij een zelfstandig naamwoord. Ze vertellen er iets meer over. Sommige bijvoeglijke naamwoorden zeggen uit welk materiaal iets is gemaakt. Dit zijn stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden.
gouden bruiloft houten balken ijzeren staaf katoenen vezels
marmeren beeld stenen muur wollen tapijt zilveren ring
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 49 28/01/19 07:46
abc abc
50 Ik zoek het op.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 50 28/01/19 07:46
51
abc abc
Ik zoek het op.
Alle woorden met een onthoudstukje van het vierde leerjaar.
Ik luister naar de eerste letter. Ken ik het alfabet?
Twijfel ik aan een woord, dan zoek ik het op of vraag ik het.
Ik zoek het op.
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 51 28/01/19 07:46
abc abc
52 Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Aaankomen, ik kom aan, hij komt aan,
ik kwam aan, ik ben aangekomen
aanleiding, aanleidingenaansteken, ik steek aan, hij steekt aan,
ik stak aan, ik heb aangestoken
aanstondsaanwijzing, aanwijzingenaardbei, aardbeien, aardbeitjeabsoluut, absoluteachademafbreken, ik breek af, hij breekt af,
ik brak af, ik heb afgebrokenafscheidagenda, agendaatje agent, agenten, agentjealarm alfabetallebeiAllerheiligenallerleiAllerzielenalsjeblieft altijdananas, ananassen, ananasjeapparaat, apparaten, apparaatje applaus, applausje arbeid, arbeider, arbeidersarbeiden, ik arbeid, hij arbeidt,
ik arbeidde, ik heb gearbeidarts, artsenAswoensdagaugustusauto, autootjeautomaat, automaten, automaatjeavond, avonden, avondjeavontuur, avonturen, avontuurtje
Bbakkerij, bakkerijen, bakkerijtjebanaan, bananen, banaantjebatterij, batterijen, batterijtjebedrijf, bedrijven, bedrijfjebeenhouwer, beenhouwers,
beenhouwertjebeginnen, ik begin, hij begint,
ik begon, ik ben begonnenbegrijpen, ik begrijp, hij begrijpt,
ik begreep, ik heb begrepen beide, beidenbelangrijk, belangrijke, belangrijkstebenauwd, benauwdebekijken, ik bekijk, hij bekijkt,
ik bekeek, ik heb bekekenbereid, bereide gerechtenbereiden, ik bereid, hij bereidt,
ik bereidde, ik heb bereidbereiken, ik bereik, hij bereikt,
ik bereikte, ik heb bereiktbeschrijving, beschrijvingenbestaan, ik besta, hij bestaat,
ik bestond, ik heb bestaanbevinden, ik bevind mij, hij bevindt zich,
ik bevond me, ik heb me bevonden
bevrijdingbewegen, ik beweeg, hij beweegt,
ik bewoog, ik heb bewogenbewijs, bewijzen, bewijsjebezoeken, ik bezoek, hij bezoekt,
ik bezocht, ik heb bezochtbiebbieden, ik bied, hij biedt,
ik bood, ik heb gebodenbij, bijen, bijtjebij, bij iemandbijbel, een bijbel, de Bijbel, bijbels,
bijbeltje
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 52 28/01/19 07:46
53
abc abc
Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
bijdragebijeen, bijeenkomstbijl, bijlen, bijltjebijnabijten, ik bijt, hij bijt,
ik beet, ik heb gebetenbinden, ik bind, hij bindt,
ik bond, ik heb gebondenbisschop, bisschoppenblauw, blauweblazen, ik blaas, hij blaast,
ik blies, ik heb geblazenblij, blijeblijken, ik blijk, het blijkt,
het bleek, het is geblekenblijven, ik blijf, hij blijft,
ik bleef, ik ben geblevenboerderij, boerderijen, boerderijtjeboodschap, boodschappen, boodschapjebouwen, ik bouw, hij bouwt,
ik bouwde, ik heb gebouwdbreedtebreien, ik brei, hij breit,
ik breide, ik heb gebreidbreken, ik breek, hij breekt,
ik brak, ik heb gebroken brengen, ik breng, hij brengt,
ik bracht, ik heb gebrachtbrutaal, brutalebuigen, ik buig, hij buigt,
hij boog, ik heb gebogen
C
DDag van de Arbeiddame, dames, dametjedatum dauw denken, ik denk, hij denkt,
ik dacht, ik heb gedacht
dichtbijdijk, dijken, dijkjedikwijlsdoen, ik doe, hij doet,
ik deed, ik heb gedaandragen, ik draag, hij draagt,
ik droeg, ik heb gedragendreigen, ik dreig, hij dreigt,
ik dreigde, ik heb gedreigdduiken, ik duik, hij duikt,
ik dook, ik heb gedokendrinken, ik drink, hij drinkt,
ik dronk, ik heb gedronkenDuitsland, Duitser, Duits
Eebeekhoorn, eekhoorns, eekhoorntjeeenvoudig, eenvoudige ei, eieren, eitjeeigeneigenaar, eigenaars, eigenaartje,
eigenares, eigenaressen, eigenaresje
eigendom, eigendommen, eigendommetjeeigenlijk, eigenlijke eindeloos, eindelozeeik, eiken, eikjeeikel, eikels, eikeltjeeiland, eilanden, eilandjeeind, einde, eindje, eindelijk, eindelooseisen, ik eis, hij eist,
ik eiste, ik heb geëiste-mail, e-mails, e-mailtje erbijerwt, erwten, erwtjeeten, ik eet, hij eet,
ik at, ik heb gegeten
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 53 28/01/19 07:46
abc abc
54 Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Ffantasie, fantasietjefazant, fazanten, fazantjefeit, feiten, feitjefijn, fijneflauw, flauwefluiten, ik fluit, hij fluit,
ik floot, ik heb geflotenfontein, fonteinen, fonteintjefoto, fotootjefotograaf, fotografen, fotograafjefout, fouten, foutje, foutloos, foutlozeFrankrijk, Fransman, Frans
Ggaan, ik ga, hij gaat,
ik ging, ik ben gegaan gauwgeheim, geheimen, geheimpje,
geheimzinnig, geheimzinnigegeit, geiten, geitjegeld, geldiggeleigelijk, gelijkegenezen, ik genees, hij geneest,
ik genas, ik ben genezengeven, ik geef, hij geeft,
ik gaf, ik heb gegevengieten, ik giet, hij giet,
ik goot, ik heb gegotenglijden, ik glijd, hij glijdt,
ik gleed, ik ben gegledenglimlach, glimlachjeglimlachen, ik glimlach, hij glimlacht,
ik glimlachte, ik heb geglimlacht
Goede week goochelaar, goochelaars,
goochelaartje
goochelen, ik goochel, hij goochelt, ik goochelde, ik heb gegoocheld
gordijn, gordijnen, gordijntjegoud, gouden tandgrauw, grauwegrijpen, ik grijp, hij grijpt,
ik greep, ik heb gegrepengrijs, grijzeGuldensporenslag
HHalloweenhandleiding, handleidingenhangen, ik hang, hij hangt,
ik hing, ik heb gehangenhebben, ik heb, jij hebt, hij heeft,
ik had, ik heb gehadhei, heideheilig, heiligeheilig, de Heilige Schrift,
het Heilig Avondmaal, het Heilig Graf
heimweeheirbaan, hierbanenhelpen, ik help, hij helpt,
ik hielp, ik heb geholpenHemelvaart, Hemelvaartsdagherinneren, ik herinner, hij herinnert,
ik herinnerde, ik heb me dat herinnerd
herinnering, herinneringenhoerahotel, hotels, hotelletjehouden, ik houd, hij houdt,
ik hield, ik heb gehoudenhoudinghout, houten paardhouterig, houterige
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 54 28/01/19 07:46
55
abc abc
Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Iiemandijs, ijsjeijverig, ijverigeijzer, ijzeren staafinhoud, inhoudeninteressant, interessante
Jjagen, ik jaag, hij jaagt,
hij joeg, ik heb gejaagd jaloers, jaloersejeugd, jeugdig, jeugdigeJom Kipoer jou, ik heb jou gezienjouw, jouw ogenjuffrouw, juffrouwen, juffrouwtjejuichen, ik juich, hij juicht,
ik juichte, ik heb gejuichtjullie, ik ben bij julliejuweel, juwelen, juweeltje
Kkabouter, kabouters, kaboutertjekachel, kachels, kacheltjekajuit, kajuiten, kajuitjekalender, kalenders, kalendertje kanaal, kanalen, kanaaltjekanarie, kanaries, kanarietjekanon, kanonnen, kannonnetjekapel, kapellen, kapelletjekapitein, kapiteins, kapiteintjekapot, kapottekatoen, katoenen hemdkauwen, ik kauw, hij kauwt,
ik kauwde, ik heb gekauwd kei, keien, keitjekeizer, keizers, keizertje, keizerin,
keizerinnen, keizerinnetje
Kerstmiskiezen, ik kies, hij kiest,
ik koos, ik heb gekozenkijken, ik kijk, hij kijkt,
ik keek, ik heb gekekenklauw, klauwen, klauwtjeklauwen, ik klauw, de poes klauwt,
hij klauwde, ik heb geklauwd kleiklein, kleine, kleiner, kleinst, kleintjeklimmen, ik klim, hij klimt,
ik klom, ik heb geklommenknijpen, ik knijp, hij knijpt,
ik kneep, ik heb geknepen knijper, knijpers, knijpertje komen, ik kom, hij komt,
ik kwam, ik ben gekomenkonijn, konijnen, konijntjekoning, koningen, koninkjekoningin, koninginnen, koninginnetjekopen, ik koop, hij koopt,
ik kocht, ik heb gekochtKoran, een koran, de Korankoukoud, koudekous, kousen, kousjekrijgen, ik krijg, hij krijgt,
ik kreeg, ik heb gekregenkrijger, krijgers, krijgertjekrijsen, ik krijs, hij krijst,
ik krijste, ik heb gekrijstkruipen, ik kruip, hij kruipt,
ik kroop, ik heb gekropenkuchen, ik kuch, hij kucht,
ik kuchte, ik heb gekuchtkunnen, ik kan, jij kunt, hij kan,
ik kon, ik heb gekundkwijlen, ik kwijl, hij kwijlt,
ik kwijlde, ik heb gekwijld kwijt
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 55 28/01/19 07:46
abc abc
56 Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Llachen, ik lach, hij lacht,
ik lachte, ik heb gelachenlandbouwlauw, lauwelaten, ik laat, hij laat,
ik liet, ik heb gelatenlawaai, lawaaierigleeftijdleeuwerik, leeuweriken, leeuwerikjelei, leienleiden, ik leid, hij leidt,
ik leidde, ik heb geleidleider, leiders, leidsterleidinglezen, ik lees, hij leest,
ik las, ik heb gelezenlichaam, lichamen, lichaampjeliegen, ik lieg, hij liegt,
ik loog, ik heb gelogenliggen, ik lig, hij ligt,
ik lag, ik heb gelegenlijden, ik lijd, hij lijdt,
ik leed, ik heb geledenlijf, lijfjelijken, ik lijk, hij lijkt,
ik leek, ik heb gelekenlijm, lijmenlijn, lijnen, lijntjelijst, lijsten, lijstjelokaal, lokalen, lokaaltjeloket, loketten, loketjeLoofhuttenfeestlopen, ik loop, hij loopt,
ik liep, ik heb gelopen
Mmaaltijdmama, mama’s, mamaatje
manier, manieren, maniertjeMaria Hemelvaart markt, markten, marktje Marokko, Marokkaan, Marokkaans marsepeinmedelijdenmei, de maand meimeid, meiden, meidjemeisje, meisjesmeten, ik meet, hij meet,
ik mat, ik heb gemetenmiauwen, ik miauw, de kat miauwt,
de kat miauwde, ik heb gemiauwd
mij, geef het aan mijmijnheermijter, mijters, mijtertjemisschienmodern, modernemoed, moedigMoederdagmoeten, ik moet, hij moet,
ik moest, ik heb gemoetenmogen, ik mag, hij mag,
ik mocht, ik heb gemogenmonnik, monniken, monnikjemoto motor, motoren of motors, motortjemouw, mouwen, mouwtje
Nnatuur, natuurlijknauw, nauwe, benauwdnauwelijksnauwkeurig, nauwkeurige Nederland, Nederlander, Nederlandsnemen, ik neem, hij neemt,
ik nam, ik heb genomenniemandNieuwjaar
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 56 28/01/19 07:46
57
abc abc
Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
nijpen, ik nijp, hij nijpt, ik neep, ik heb genepen
nou
Ooerwoud Offerfeestonbelangrijk, onbelangrijkeonderwijs, onderwijzer, onderwijzeresoneindig, oneindigeontbijt, ontbijten, ontbijtjeontbijten, ik ontbijt, hij ontbijt,
ik ontbeet, ik heb ontbeten ontbrandbaar, ontbrandbareontbreken, het ontbreekt,
het ontbrak, het heeft me ontbroken
ontdekking, ontdekkingenontgoochelen, ik ontgoochel,
hij ontgoochelt, ik ontgoochelde, ik ben ontgoocheld
ontgoocheling, ontgoochelingenonthaalonthouden, ik onthoud, hij onthoudt,
ik onthield, ik heb het onthouden
ontmoeten, ik ontmoet, hij ontmoet, ik ontmoette, ik heb ontmoet
ontmoeting, ontmoetingen ontstaan, het ontstaat, het is ontstaanontzettend, ontzettendeonveilig, onveiligeopleiding, opleidingen opstaan, ik sta op, hij staat op,
ik stond op, ik ben opgestaanoud, oude, ouder, oudstouder, oudersouderwets, ouderwetse
overeindoverlijden, ik overlijd, hij overlijdt,
hij overleed, hij is overledenoverwinnen, ik overwin, hij overwint,
ik overwon, ik heb overwonnen
Ppaleis, paleizen, paleisjepapa, papaatjepapier, papieren hoedjeparaplu, parapluutjeparasol, parasols, parasolletjepartij, partijen, partijtjePasenpauspauw, pauwen, pauwtjepauze, pauzen of pauzes, pauzetjepauzeren, ik pauzeer, hij pauzeert,
ik pauzeerde, ik heb gepauzeerd
pechpeil, het waterpeil perron, perrons, perronnetjePinksterenpijl, pijlen, pijltjepijnpijnlijk, pijnlijkepijp, pijpen, pijpjeplein, pleinen, pleintjepochen, ik poch, hij pocht,
ik pochte, ik heb gepochtpraline, pralines, pralientjeprei, preien, preitjeprijs, prijzen, prijsjeprogramma, programmaatje puntenslijper puzzel, puzzels, puzzeltje
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 57 28/01/19 07:46
abc abc
58 Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Q
Rraadsel, raadsels, raadseltjeraket, raketten, raketjerauw, rauwerechtstreeks, rechtstreeksereedsrefrein, refreinen, refreintje reiger, reigers, reigertjereis, reizen, reisjereizen, ik reis, hij reist
ik reisde, ik heb gereisdreiziger, reizigersrij, rijen, rijtjerijden, ik rijd, hij rijdt,
ik reed, ik heb geredenrijk, rijkerijkdomrijmen, ik rijm, hij rijmt,
ik rijmde, ik heb gerijmdrijm, rijmen, rijmpje rijmwoord, rijmwoordenrijp, rijperijstrijtuig, rijtuigen, rijtuigje robot, robotten, robotjeroepen, ik roep, hij roept,
ik riep, ik heb geroepenRomein, Romeins, Romeinseruiken, ik ruik, hij ruikt,
ik rook, ik heb geroken
Ssalade, saladessaus, sauzen, sausjescheiden, ik scheid, hij scheidt,
ik scheidde, ik ben gescheiden
scheiding
scheidsrechter, scheidsrechtersschieten, ik schiet, hij schiet,
ik schoot, ik heb geschotenschijf, schijven, schijfjeschijnen, de zon schijnt,
de zon scheen, de zon heeft geschenen
schilderij, schilderijen, schilderijtjeschouder, schouders, schoudertjeschouw, schouwen, schouwtje schrijven, ik schrijf, hij schrijft,
ik schreef, ik heb geschrevenschrijver, schrijvers, schrijvertjeschrikken, ik schrik, hij schrikt,
ik schrok, ik ben geschrokkensein, seinen, seintjeseinen, ik sein, hij seint,
ik seinde, ik heb geseindseizoen, seizoenenSinterklaasSint-Maarten sla, slaatjeslaan, ik sla, hij slaat,
ik sloeg, ik heb geslagenslapen, ik slaap, hij slaapt,
ik sliep, ik heb geslapenslijkslijm, slijmen, slijmpjeslijpen, ik slijp, hij slijpt,
ik sleep, ik heb geslepenslijper, slijpers, slijpertje sluipen, ik sluip, hij sluipt,
ik sloop, ik heb geslopensluiten, ik sluit, hij sluit,
ik sloot, ik heb geslotensmijten, ik smijt, hij smijt,
ik smeet, ik heb gesmetensnauwen, ik snauw, hij snauwt,
ik snauwde, ik heb gesnauwd
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 58 28/01/19 07:46
59
abc abc
Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
snijden, ik snijd, hij snijdt, ik sneed, ik heb gesneden
speelgoed, speelgoedjespijker, spijkers, spijkertjespijtsprei, spreien, spreitje spreken, ik spreek, hij spreekt,
ik sprak, ik heb gesprokenspringen, ik spring, hij springt,
ik sprong, ik heb gesprongenstaan, ik sta, hij staat,
ik stond, ik heb gestaansteedssteiger, steigers, steigertje steil, steile steken, ik steek, hij steekt,
ik stak, ik heb gestoken stijf, stijvestijgen, ik stijg, hij stijgt,
ik steeg, ik ben gestegenstijgingstout, stoutestrijden, ik strijd, hij strijdt,
ik streed, ik heb gestredenstrijken, ik strijk, hij strijkt,
ik streek, ik heb gestreken Suikerfeest
Ttapijt, tapijten, tapijtjetevoorschijntegelijktelefoon, telefoons, telefoontjeterras, terrassen, terrasjeterrein, terreinen, terreintjeterugterwijlThora tijd, tijden, tijdjetijdens
tijdig, tijdigetijger, tijgers, tijgertjetoch toeslaan, ik sla toe, hij slaat toe,
ik sloeg toe, ik heb toegeslaantoesteken, ik steek toe, hij steekt toe,
ik stak toe, ik heb toegestoken
tomaat, tomaten, tomaatjetoneel, tonelen, toneeltjetotaal, totaletouw, touwen, touwtjetrein, treinen, treintjetrekken, ik trek, hij trekt,
hij trok, ik heb getrokkentrouw, trouwetrouwen, ik trouw, hij trouwt,
ik trouwde, hij is getrouwdTurkije, Turk, Turks
Uuiteinde, uiteindelijkuitgebreid, uitgebreideuniform, uniformen, uniformpje
VVaderdagValentijn, Valentijnsdagvalies, valiezen, valiesjevallen, ik val, hij valt,
ik viel, ik ben gevallenvangen, ik vang, hij vangt,
hij ving, ik heb gevangenvastbinden, ik bind vast, hij bindt vast,
ik bond vast, ik heb vastgebonden
vasten, Vastenavond
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 59 28/01/19 07:46
abc abc
60 Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
vastnemen, ik neem vast, hij neemt vast, ik nam vast, ik heb vastgenomen
vechten, ik vecht, hij vecht, ik vocht, ik heb gevochten
veilig, veiligeverbieden, ik verbied, hij verbiedt,
ik verbood, ik heb verbodenverbinden, ik verbind, hij verbindt,
ik verbond, ik heb verbondenverblijven, ik verblijf, hij verblijft,
ik verbleef, ik ben verblevenverbouwing, verbouwingenverdwijnen, ik verdwijn, hij verdwijnt,
ik verdween, ik ben verdwenen
verdwijning, verdwijningenvergeten, ik vergeet, hij vergeet,
ik vergat, ik ben het vergetenverkopen, ik verkoop, hij verkoopt,
ik verkocht, ik heb verkochtverkoudenverlaten, ik verlaat, hij verlaat,
ik verliet, ik heb verlatenverliezen, ik verlies, hij verlies,
hij verloor, ik heb verlorenverschijnen, ik verschijn, hij verschijnt,
ik verscheen, ik ben verschenen
vertrekken, ik vertrek, hij vertrekt, ik vertrok, ik ben vertrokken
vertrouwen, ik vertrouw, hij vertrouwt, ik vertrouwde, ik heb vertrouwd
verzenden, ik verzend, hij verzendt, ik verzond, ik heb verzonden
vijand, vijanden, vijandig, vijandigevijf, vijfde, vijfje
vijftigvijver, vijvers, vijvertjevinden, ik vind, hij vindt,
ik vond, ik heb gevondenVlaanderen, Vlaming, Vlaamsvliegen, ik vlieg, hij vliegt,
ik vloog, ik heb gevlogen
vlijtig, vlijtigevoedselvoorraad, voorraden, voorraadjevoortdurend, voortdurendevonnis, vonnissen, vonnisjevouwen, ik vouw, hij vouwt,
ik vouwde, ik heb gevouwenvragen, ik vraag, hij vraagt,
ik vroeg, ik heb gevraagdvrij, vrijevrijgevig, vrijgevigevrouw, vrouwen, vrouwtje
Wwaarschijnlijk, waarschijnlijkewagon, wagons, wagonnetjewasserij, wasserijen, wasserijtjeweb, webben, webbetjewedstrijd, wedstrijden, wedstrijdjewei, weiden, weitjewegen, ik weeg, hij weegt,
ik woog, ik heb gewogenweigeren, ik weiger, hij weigert,
ik weigerde, ik heb geweigerd
weiland, weilanden, weilandjeweinig, weinigeWekenfeestwenkbrauw, wenkbrauwen,
wenkbrauwtjewerpen, ik werp, hij werpt,
ik wierp, ik heb geworpen
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 60 28/01/19 07:46
61
abc abc
Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
weten, ik weet, hij weet, ik wist, ik heb geweten
wijd, de wijde zeewijk, wijken, wijkjewijn, wijnen, wijntjewijs, wijzewijs, een wijsje zingenwijzen, ik wijs, hij wijst,
ik wees, ik heb gewezenwillen, ik wil, hij wilt,
ik wou/wilde, ik heb gewildwinnen, ik win, hij wint,
ik won, ik heb gewonnenwoestijn, woestijnen, woestijntjeworden, ik word, hij wordt,
ik werd, ik ben gewordenwou, ik wou dat ik groot waswoud, wouden wraakwrak, wrakken, wrakjewrat, wratten, wratjewreed, wredewreken, ik wreek, hij wreekt,
ik wreekte, ik heb gewrokenwrijven, ik wrijf, hij wrijft,
ik wreef, ik heb gewrevenwringen, ik wring, hij wringt,
ik wrong, ik heb gewrongenwroeging
X
Y
Zzand, zanderig of zandigzebra, zebraatjezeggen, ik zeg, hij zegt,
ik zei, ik heb gezegd zeil, zeilen, zeiltje
zeilen, ik zeil, hij zeilt, ik zeilde, ik heb gezeild
zeiszeldzaam, zeldzame
zenden, ik zend, hij zendt, ik zond, ik heb gezonden
zichzien, ik zie, hij ziet,
ik zag, ik heb gezienzijde, een zijden sjaalzijn, ik ben, jij bent, hij is,
ik was, ik ben geweestzijn, zijn jaszinnen, ik zin op wraak, hij zint,
ik zon op wraak, ik heb op wraak gezonnen
zingen, ik zing, hij zingt, ik zong, ik heb gezongen
zitten, ik zit, hij zit, ik zat, ik heb gezeten
zoeken, ik zoek, hij zoekt, ik zocht, ik heb gezocht
zou, ik zou willen dat mama komtzout, zoutezwemmen, ik zwem, hij zwemt,
ik zwom, ik heb gezwommenzwijgen, ik zwijg, hij zwijgt,
ik zweeg, ik heb gezwegenzwijn, zwijnen, zwijntje
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 61 28/01/19 07:46
abc abc
62 Trefwoorden
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 62 28/01/19 07:46
63
abc abc
Trefwoorden
Trefwoorden +t-vorm 16, 22achtervoegsel 7, 8, 32adres 18afleiding 5, 32, 40alfabet 10, 51beginletter 10berenafspraak 34bevel 19bijvoeglijk naamwoord 9, 49doffe e 4dubbele punt 19eindletter 32enkelvoud 9, 20, 22, 23, 24feestdag 18getal 9, 20, 22grondwoord 5, 32, 40heilig 18hoofdletter 18ik-vorm 16, 22infinitief 22ja-neevraag 21, 23kattenafspraak 34klank 5klankverandering 23, 25kleven 5, 6, 7klinker 4, 33knippen 5, 6komma 19korte klinker 4, 33, 34, 35lange klinker 4, 33, 34, 35leenwoord 45leesteken 19letter 4lettergreep 33mededeling 19medeklinker 4, 34, 35, 42meertekenklank 4, 14
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 63 28/01/19 07:46
abc abc
64 Trefwoorden
meervoud 9, 20, 22, 23, 24naam 18naamwoord 8, 9, 49onderwerp 20, 21, 22, 23, 24opsomming 19ordenen 10persoon 22persoonsvorm 20, 21, 22, 23, 24, 32punt 19rustpunt 19samenstelling 5, 6, 32stam 22, 24stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 49taal 18tegenwoordige tijd 21, 23tijd 21tweetekenklank 4, 14uitgang 22, 24uitroepteken 19verdelen 5, 6verdubbelen 34verenkelen 34vergeet-mij-nietje 37, 43verkleinwoord 8verleden tijd 21, 22, 23, 25verlengen 14, 32verlengingsafspraak 32voorvoegsel 7vraag 19vraagteken 19werkwoord 9, 16, 20-31, 40werkwoordschema 22, 23, 24werkwoordsvorm 22, 23wij-vorm 22, 23woord 5woorddeel 5, 33zelfstandig naamwoord 9, 49zin 18, 19
Verrekijker_Spelling_4_Loepje_BW.indd 64 28/01/19 07:46