van artificieel klasseren naar fylogenetische reconstructie
DESCRIPTION
Van artificieel klasseren naar fylogenetische reconstructie Historische ontwikkeling van de systematiek 2. Van het ontstaan van het natuurwetenschappelijk denken bij de antieken naar de biologie in de Renaissance. Eerste ‘natuurwetenschappelijk’ denken: Ionische filosoof-wetenschappers - PowerPoint PPT PresentationTRANSCRIPT
Van artificieel klasseren naar fylogenetische reconstructie
Historische ontwikkeling van de systematiek
2. Van het ontstaan van het natuurwetenschappelijk denken bij de antieken naar de biologie in de Renaissance
Eerste ‘natuurwetenschappelijk’ denken:
Ionische filosoof-wetenschappers (ca. 625-550 v. C. - Milete)Thales: astronomieAnaximander: leven ontstaat uit verdampend vochteen diersoort kan in een andere overgaanAnaximenes: alles is aggregatietoestand van lucht
Reeds biologie??
Folk taxonomy bij de antieken
Grieken Romeinen
DrysDrys agria
Phellodrys
Quercus eik
Melia Fraxinus es
Itea Salix wilg
PopulusPopulus alba
Populus nigra
populier
Aristoteles (384-322 vC)
Leerling van Plato
De eerste bioloog: Hoogtepunt van de antieke natuurstudie
Embryologisch onderzoek!!
“Entelechie”: stapsgewijze toename van de organisatie in de reeks van mineraal naar mens (scala naturae)
Aristoteles (384-322 vC)
500 diersoorten50 insectengroepen
Geen diersysteem maar indelingscriteria *die overlappen
Botanische geschriften verloren
* overlappende indelingscriteria
levendbarend - eierleggend
tweebenig - vierbenig - zonder ledematen
landdieren - waterdieren
bloedloos - bloedbezittend
Theophrastos (371-285 vC)De Historia Plantarum
● Optekening van de botanische gegevens van Aristoteles
● 480 erkende taxa *
● dalende volgorde(bomen → kruiden)
* Overlappende indelingscriteria
bomen - struiken - kruiden
landplanten - waterplanten
bedektzadigen - naaktzadigen.
petalen vrij - vergroeid
vruchtbeginsel onderstandig - bovenstandig
Plato (427-347 vC)
Filosofische theorieën leverden grondslag voor begin van biologische systematiek:
● ideeënleer● diairesis
materie
levenloos levend
beweeglijk:Dieren
onbeweeglijk: Planten
zonder ovula:Cryptogamen
met ovula
zonder zaden:Prespermatophyta
met zaden:Spermatophyta
pollen kiemt op ovulum:Gymnospermen
pollen kiemt op stempel:Angiospermen
1 zaadlob:Monocotylen
2 zaadlobben: Dicotylen
vrije kroon:Dialypetalen
vergroeide kroon: Sympetalen
Dioskorides(1ste eeuw n.C.)geneesheer-botanicus
“botanikè” = plantkunde (botanè = gras, veevoeder).
Materia MedicaAlle geneesmiddelen uit Rijk der MineralenPlantenrijkDierenrijkEerste “kruidboek” (herbal) – standaardwerk tot Middeleeuwen
Gaius Plinius Secundus (23-79 n.C.)
Historia naturalis: encyclopedie in 37 delen alle natuurkennis van die tijd bronvermelding naar 327 geraadpleegde werken
● Dieren / Planten (maar wijst op tussenvormen zoals coelenteraten)
● Opsomming in dalende volgorde
● Tweedelige samenstellingen *(Aristolochia longa, A. rotunda, A. clematitis)>> voorloper van latere binaire
nomenclatuur
* In het Latijn staan adjectieven in principe na substantieven
laat-antieke periode en Middeleeuwen
Bv. Albertus Magnus (1193-1280)
● kopie van raamwerk antieke kennis● dalende lijn● toevoeging van nieuwgekende organismen
(yak, giraffe …)
Renaissance: Geboorte van de wetenschappelijke biologie
Botanie = kruidkunde, kennis van geneeskruiden
Otto Brunfels, Kräuterbuch (1530)
Leonhard Fuchs, De Historia Stirpium (1542)
Renaissance:
De kruidboeken in de Lage Landen
Het Vlaamse trio
Rembert DodoensDodonaeus(1544)
Charles de l’EcluseClusius(1601)
Mattias de l’ObelLobelius
Mattias de l’Obel(Lobelius)
innovatie: rangschikking naar botanische kenmerken
Volgorde (stijgend) van de groepen in het kruidboek van Lobelius (1570)
● Grassen
● Acori
● andere eenzaadlobbigen*
● tweezaadlobbige* kruiden
● bomen * niet dusdanig benoemd
Lobelia laxiflora, Mexico(Campanulaceae)
kruidboeken
● plantkundige wetenschap● kennis van medicinale werking● economische plantkunde
Maar: mythe of bijgeloof signatuurleer (Paracelsus)astrologie
Wetenschappelijke betekenis van de kruidboeken:● optekening van de W Europese folk-taxonomie● informatie over toenemende botanische kennis door de ontdekkingsreizen
De vaders van de dierkunde
Conrad Gesner (1551-1587)Historia animaliumQuadrupedes vivipares. 1551. Quadrupedes ovipares. 1554. Avium natura. 1555. Piscium & aquatilium animantium natura. 1558.
Edward Wotton
De differentiis animalium(boek 10: 1552)
grondlegger van de moderne zoölogie:Wegen van kenmerken
Francesco Redi1668: omne vivum ex ovo
Experiment: geen maden in afgedekte schalen vlees
Generatio spontanea
Zeventiende eeuw: Bloei van de plantkundeStagnatie van de dierkunde
Grondlegger van de experimentele opzet
A.Cesalpino: (° 1519)
De plantis (1583)
Kenmerkenweging:Substantia versus accidentia
BrassicaceaeAsteraceae
cryptogamen [varens, mossen, wieren, zwammen & “steenplanten” (koralen)]
Caspar Bauhin: Pinax Theatri Botanici (1623)
Voorbeelden van plantennamen
Asarum
Crocus sativus
Gentiana cruciata
Gentiana major purpurea
Gentiana major lutea
Trifolium pratense album
Trifolium pratense purpureum
Trifolium alpinum flore magno radice dulci
Joseph Pitton de TOURNEFORT( 1656 - 1708 )
Elemens de botanique ou méthode pour connoître les plantes (1694) Institutiones Rei Herbariae (1700)
22 ‘klassen’, 698 genera9000 soorten
Classificatie: kenmerken van vruchten en bloemen
Genera: bloemkenmerken – wegbereider van Linnaeus
Expeditie naar Kreta & Klein-Azië