urbanism - jessica tjon atsoi
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
Amsterdam Academy of ArchitectureGraduation Projects 2013-2014UrbanismJessica Tjon AtsoiSUCCESsie!Model voor dynamische stedelijke ontwikkeling
Jessica Tjon Atsoi Van Speijkstraat 179 II1057 GZ AmsterdamNederland+31(0)20 6447262 / +31(0)[email protected] / [email protected] Jessica Tjon Atsoiarchitect/stedenbouwkundige bij Rijnboutt bv te Amsterdam
Urbanism
De ruimte voor de stedelijke ontwikkeling van Amsterdam is in belangrijke mate gevonden in de transformatie van de IJ-oevers van haven naar stedelijk gebied. Omdat de verwachting is dat Amsterdam zich de komende decennia als krachtig economische centrum zal blijven ontwikkelen en ook in omvang zal toenemen zal deze verschuiving van haven naar stad doorzetten. Na de transformatie van het Westerdockseiland lijken de resterende havens binnen de ring een logische volgende locatie. Met name het Westelijke havengebied tussen spoor, en de ring A10. Hier is de stad met haar kwalitatieve centrum nog relatief dichtbij. Het is een ontwikkeling binnen bebouwd gebied en sluit daarmee aan bij de compacte stad gedachte. Daarbij is het een gebied dat door zijn ligging aan het water en door de schaal een eigen kwaliteit en gevoel heeft.
Plausibel maar niet eenvoudig. Niet langer gaat het hier om een perifere rand van de havens die toch al richting IJmuiden waren weggetrokken, dit is nog voor een groot deel ‘the real thing’. Daarbij is de maat (270 hectare, waarvan meer dan 30% water) van een andere orde als de afzonderlijke gebiedsontwikkelingen van Java, KNSM of Borneo Sporenburg. Ook is de verbondenheid van dit gebied met de stad zelf nog duidelijk zwakker dan bij de voorgaande locaties. Daar komt bij dat sinds een aantal jaren de opvattingen en condities van stedelijke ontwikkeling sterk aan het verschuiven zijn: van sturen naar condities scheppen, met nieuwe verhouding tussen publieke en private rollen en verantwoordelijkheden. De huidige economische crisis en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen bij overheden en marktpartijen hebben tot een vastlopende planontwikkeling geleid. De grote investeerders nemen een pas op de plaats en een veelvoud aan kleinere minder slagkrachtige partijen als CPO’s moeten nieuwe ontwikkelingen dragen. De stedenbouwkundige professie kan een plan niet meer uit ontwerpen, maar moet rekening houden met onzekerheden, veranderlijkheid en de evolutie van verwachtingen en omstandigheden.
De ambities van de stad Amsterdam voor de ontwikkeling van het Westelijk Havengebied worden gerealiseerd door het toepassen van een stedenbouwkundige strategie die zich baseert op successie. Een geleidelijke en adaptieve transformatie wordt mogelijk door de koppeling aan de ontwikkeling van afzonderlijke kavels. Spelregels en regie begeleiden de ontwikkeling naar een gemengd stedelijk en waterrijk gebied met wortels in de haven zonder al te rigide op één wenselijke uitkomst voor te sorteren.
De oplossing ligt in de introductie van tijdsgebonden gebruiksrecht gevat in 5 kaveltypen, waarbij het gewicht van de spelregels en de aangekoppelde stedelijke ambitie groter wordt naarmate het gebruik voor langere tijd is. Andersom wordt daarmee de ruimte en vrijheid om op een laagdrempelige manier korter lopende initiatieven en functies te initiëren veel groter. Met een beloningssysteem wordt het maken van extra kwaliteit gestimuleerd. Deze strategie maakt elk ontwikkeling mogelijk, klein, groot, met lage of hoge investeringsniveau, voor lange of korte duur zodat de ontwikkeling van het gebied gelijk al op gang komt.Doordat elk ontwikkeling iets moet bijdragen aan het gebied wordt het gebied weer geschikt gemaakt voor nieuwe initiatieven later. Dit leidt tot een dynamische ontwikkeling die in de tijd, ruimtelijk en functioneel evolueert gelijkend op het proces van successie.
Graduation date15 05 2014
Commission membersHans van der Made (mentor) Boris HocksJohn Breen
Additional members for the examinationJohn WestrikOlga Russel
Jessica Tjon AtsoiSUCCESsie!Model voor dynamische stedelijke ontwikkeling
Urbanism
leefgebied(stad/stedelijk gebied)
ecosysteem/leefgebied/successie fase
externe factoren
interne factoren
wonen
werken
voorzieningen
SUCCESSIEGRAAD
overheden
maatschappelijke instellingen
culturele instellingen
burgers
ondernemingen
lokaal
boven lokaal
nationaal
soort 1
soort 2
soort 3
kunstsectoren
erfgoedsector
media
bibliotheken
bewoners
bezoekers
werkenden
sector a
sector b
sector c
sector d
dienst x
dienst y
niveau 1
niveau 2
architectuur, beeldende kunst, dans, film, literatuur, muziek, muziektheater, theater, vormgeving
archieven, archeologie, monumenten, musea, immaterieel erfgoed
omroepen
rijks-,stad-, wijkbibliotheken
groep a
groep b
groep c
branche a
branche b
afdeling 1
afdeling 2
instelling 1
instelling 2
organisatie 1
organisatie 2
organisatie 3
individu p
individu q
individu r
individu s
bedrijf x
bedrijf y
bedrijf z
actoren
economisch klimaat
investeringsruimte
verbindingen
programma-profiel
milieu-type(n)
levensgemeenschap
groenstructuur
flora en fauna
watersysteem
geluid, geur, externe veiligheid
bodemkwalitiet
luchtkwaliteit
publiek
privaat
opstal
functie
wonen
werken
voorzieningen
morfologie
infrastuctuur
verkavelingsstructuur
bebouwingsstructuur
historische structuur
bebouwingstypologie
ruimte typen
k&l
deze factoren zijn in wet- en regelgeving vaak vastgelegd; hiermee is wet- en regelgeving onderdeel van (bijna) elke conditie-factor.
conditie’s (fysieke en nonfysieke)
hoog - laag conjunctuur
inbedding (schaalniveau’s)
continuiteit
kwaliteit
kringlopen
beperkend - niet beperkend
publiek-privaat uitgegeven %
laag - hoog
mix: %
bereikbaarheid
fijnmazigheid
korrelgrootte, fsi, osr, gsi
aanwezig/leesbaarheid
flexibiliteit, diversiteit
diversiteit
dichtheid, duurzaamheid
economie
context (omgeving)
ecologie
gebiedklimaat
grondpositie
grondwaarde
programma
(interne)structuur
categorie groep sub-groep individu/lid
WAARDEVARIABELEN
interacties tussen en binnen groepen/ individuen:
coöperatie tegen of meewerken
symbiose mutualisme (beide groepen hebben voordeel),
commensalisme (een heeft voordeel en de ander geen voor/-nadeel),
parasitisme (een voordeel de ander nadeel).
competitie
effecten van de verschillende vormen van interactieadaptatiespecialisatie (niche ontwikkeling)verdringing
interacties effect successie proces
mutualisme/commensalisme /parasitisme
competitie/cooperatie
actoren & conditie factoren = schaal afhankelijk
shop
shop
GAMMA
GAMMA
shop shop
locatie:grootandel laagwaardige bedrijvenen havenindustrie
pioniersfase - verbindenlaagwaardig wordt hoogwaardigwerklocatie
opvolgfase - verrijkenwerkgebied wordt woonwerkomgeving
climaxfase - gelaagdwoonwerkomgeving wordt stedelijkgeactiveerd gebied
1300
1500
1700
1900
2000 shop shop shop shop shop shop
Successie in de ecologie Successie in de stedelijke ontwikkeling
CONCEPT
Schema leefomgeving als wisselwerking tussen conditiefactoren en actoren
Urbanism
3. Elke ontwikkeling draagt iets bij aan het gebied, afhankelijk van het investeringsniveau in de vorm van gebouw, erf, weg en/of water
1. Elk ontwikkeling is mogelijk verschillende ontwikkelingen, klein of groot, met een lage of hoge investeringsniveau kunnen een plek krijgen in het gebied
4. Het geheel leidt tot meerwaarde voor het gebied in de vorm van structuren (bebouwingsstructuur, water- en wegen netwerk) en maatschappelijk cohesie.
2. Het schakelen van langdurige of kort lopende ontwikkelingen in de tijd leidt tot een dynamische situatie die in de tijd ruimtelijk en functioneel evolueert
kavel = gebouw + groen + weg (+ water)
20 jr
10 jr
50 jr1 jr
de vrije ruimte kan worden ingezet voor evenementen om de wijk op de kaart te zetten
De gemeente investeert in de hoofdstructuur,openbare ruimte, bruggen en verbindingen
beeldkwaliteitsregels garanderen een gevarieerd geveldbeeld
in de bestaande situatiewordenzones gereserveerd voor hoofdstructuren
Ook ontwikkelingen op het water zijn mogelijkmaar altijd drijvend en op voldoende afstand van de kade zodat het water ervaarbaar blijft
functies met een kortlopend gebruiksrechthebben minder ontwikkeleisen en activeren snel het gebied
bezonningsregels bepalen het maximale bouwvolume engaranderen voldoende lichtinval
door waardestijging wordt pioniers-ontwikkeling vervangen door hoog-waardiger ontwikkelingen
en bestaande bebouwing wordthoogwaardiger geprogrammeerd
door waardestijging wordt pioniers-ontwikkeling vervangen door hoog-waardiger ontwikkelingen
In het gebied zijn kleinschaligeontwikkelingen mogelijk
... maar ook grote percelen kunnen in een keer ontwikkeld worden
een afstand van minimaal 60 en maximaal 180 meter tussen twee wegen zorgt voor een gebalanseerde permeabiliteit
nieuwe ontwikkelingen spiegelen bestaande ontwikkelingennieuwe ontwikkelingen maken ook
weg en water. Zo ontstaat geleidelijk een verbonden netwerkstructuur
Bestaande gebouwen worden herontwikkeld met nieuwe functies, waarmee het karakter van het gebied verandert
Kaveltypen
STRATEGIE
Spelregels en ontwikkelproces
0-2 jaarpioniersmilieu
2-5 jaarearly adapters milieu
5-10 jaarinvesteringsmilieu
10-20 jaardoorgroeimilieu
>20 jaargevestigdmilieu
0-10 jaar dynamisch watermilieu
> 10 jaarwatermilieu
In de bestaande situatue worden zones gereserveerd voor hoofdstructuren
Bezonningsregels bepalen het maximale bouwvolume en garanderen voldoende lichtinval
Beeldkwaliteitsregels garanderen een gevarieerd gevelbeeld De gemeente investeerd gaande weg in de hoofdstructuur, openbare ruimte, bruggen etc.
De vrije ruimte kan worden ingezet voor evenementen om de wijk op de kaart te zetten
Door waardestijging wordt pioniersontwikkeling vervangen door hoogwaardige ontwikkelingen
Nieuwe ontwikkelingen sluiten aan op bestaand weg en watersysteem, spiegelen bestaande ontwikkelingen, maken ook weg en water. zo ontstaat geleidelijk een verbonden netwerkstructuur
Functies met een kortlopend gebruiksrecht hebben minder ontwikkeleisen en activeren snel het gebied
Ook ontwikkelingen op het water worden mogelijk maar altijd drijvend.
Jessica Tjon Atsoi
Regie - hoofdstructuur Regie - openbare ruimte Regie - ov
Regiekaart
Spaarndammerbuurt
Bos en Lommer
zeeheldenbuurt
Westerdokseiland
Westergasfabriek
Staatsliedenbuurt
foodcenter
Jordaan
Westerpark
volkstuinen complex
StationSloterdijk
A10
A10
A5 Isolatorweg
Alfadriehoek
Telepoort
Sloterdijk I
Distributiecentrum
ouddorp Sloterdijk
Coentunnel
Cornelis Douwesterrein
NDSM
Buiksloterham
Overhoeks
Mercuriushaven
Vlothaven
Neptuneshaven
Coenhaven
houthaven
houthaven
minervahaven
II
*
*
*
*
*
Mercu
riush
aven
Vlothaven
Neptuneshaven
Coenhaven
houthaven
houthaven
min
ervahaven Mercuriu
shaven
Vlothaven
Neptuneshaven
Coenhaven
houthaven
houthaven
minervahaven
Strategiekaart - stedelijk niveau
Regie - waterstructuur
Architects, urban designers and landscape architects learn the profession at the Amsterdam Academy of Architecture through an intensive combination of work and study. They work in small, partly interdisciplinary groups and are supervised by a select group of practising fel low professionals. There is a wide range of options within the programme so that students can put together their own trajectory and specialisation. With the inclusion of the course in Urbanism in 1957 and Landscape Architecture in 1972, the academy is the only architecture school in the Netherlands to bring together the three spatial design disciplines.Some 350 guest tutors are involved in teaching every year. Each of them is a practising designer or a specific expert in his or her particular subject. The three heads of department also have design practices of their own in addition to their work for the Academy. This structure yields an enormous dynamism and energy and ensures that the courses remain closely linked to the current state of the discipline.The courses consist of projects, exercises and lectures. First-year and second-year students also engage in morphological studies. Students work on their own or in small groups. The design projects form the backbone of the cur riculum.
Master of Architecture / Urbanism / Landscape Architecture Amsterdam Academy of Architecture
On the basis of a specific design assignment, students develop knowledge, insight and skills. The exercises are focused on training in those skills that are essential for recognising and solving design problems, such as analytical techniques, knowledge of the repertoire, the use of materials, text analysis, and writing. Many of the exercises are linked to the design projects. The morphological studies concentrate on the making of spatial objects, with the emphasis on creative process and implementation. Students experiment with materials and media forms and gain experience in converting an idea into a creation.During the periods between the terms there are workshops, study trips in the Netherlands and abroad, and other activities. This is also the preferred moment for international exchange projects. The academy regularly invites foreign students for the workshops and recruits well-known designers from the Netherlands and further afield as tutors.Graduates from the Academy of Architecture are entitled to the following titles: Master of Architecture (MArch), Master of Urbanism (MUrb), or Master of Landscape Architecture (MLA). The Master’s