university of groningen men voelt het of men voelt het ... · saar de swart, muze der tachtigers,...

31
University of Groningen Men voelt het of men voelt het niet Timmer-van Eunen, Annemarie IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2007 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Timmer-van Eunen, A. (2007). Men voelt het of men voelt het niet: de kunstkritiek van Jan Engelman. [s.n.]. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 23-03-2021

Upload: others

Post on 18-Oct-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

University of Groningen

Men voelt het of men voelt het nietTimmer-van Eunen, Annemarie

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite fromit. Please check the document version below.

Document VersionPublisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:2007

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):Timmer-van Eunen, A. (2007). Men voelt het of men voelt het niet: de kunstkritiek van Jan Engelman. [s.n.].

CopyrightOther than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of theauthor(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediatelyand investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons thenumber of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

Download date: 23-03-2021

Page 2: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

23�

Publicaties van Jan Engelman

Poëzie in boekvorm

Het Roosvenster, Arnhem: Hijman, Stenfert Kroese & Van der Zande, 1927.

Sine nomine, Utrecht: De Gemeenschap, 1930.

Tuin van Eros, Amsterdam: Uitgevers-Maatschappij Holland, 1932.

Tuin van Eros en andere gedichten, Amsterdam: Querido, 1934.

Het bezegeld Hart, Amsterdam: Querido, 1937.

De dijk, Amsterdam: Querido, 1937.

Bij de bron, Heemstede: De Toorts, 1937.

Noodweer, Amsterdam: Querido, 1942.

Hart en lied, zp. [’s-Gravenhage]: Final stage press, 1944.

Vrijheid: tijdgedichten en berijmde schotschriften, Utrecht: Het Spectrum, 1945.

Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido, 1960.

Het Bittermeer, Amsterdam: Querido, 1969.

Arne Borg, (oplage van 68 genummerde ex.), Haarlem: Carlina Pers, 1974.

Dramatische werken

Prinses Turandot: een chinoiserie in 5 acten, vrij bewerkt naar het tragi-komische sprookje van Carlo Gozzi, Rotterdam: Vox Romana, zj. [1936].

Om de dooje dood niet of Jan Klaassen komt naar huis, Bilthoven: De Gemeenschap, 1938. [Lustrumspel Delfts Studentencorps]. Ook gepubliceerd in De Gemeenschap, 14 (1938), pp. 273-307.

Kindje wiegen: een Kerstspel, Amsterdam: De Bezige Bij, 1945.

‘Philomela’, operatekst, De Harp, (1948) 2.

‘Arnhemsche Psalm’, De Nieuwe Stem, 10 (1955) april, pp. 193-199.

Bibliografie

Bibliografie

Page 3: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

236

Proza

‘De kleine pharao’, De Gemeenschap, 3 (1927), pp. 137-138.

‘De Bergstorting’, De Gemeenschap, 6 (1930), pp. 391-404.

‘Adam zelf: de heeren der schepping op den keper bekeken middels vele wijze mannen en vrouwen’, De uilenreeks, nr. 30, Amsterdam: Bigot en Van Rossum, 1937.

‘De twee vrienden’, De Gemeenschap, 14 (1938), pp. 520-522.

‘De Minnaar’, De Gemeenschap, 14 (1938), p. 530. Overgenomen in W. Brandligt en C.J. Kelk, De lier in het proza, Deventer, zj., p. 65. ‘Jan Engelman’, Singel 262. Vierentwintig biografieën, Amsterdam 1954, pp. 28-30.

Vertalingen en bewerkingen

Den spyeghel der salicheyt van Elckerlyc. Moraliteit uit de tweede helft der 15e eeuw, toegeschreven aan Petrus Diesthemius, in modern Nederlandsch bewerkt door Jan Engelman, Bussum: Ons Leekenspel, 1940.

Matthäus Passion: tekst van de passie-muziek naar het Evangelie van Matthäus, met bijvoegingen van C.F. Henrici (1700-1764); gecomponeerd door Johann Sebastian Bach; Nederlandsche bewerking op last van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen door Jan Engelman, Utrecht: Het Spectrum, 1948.

Sofokles, Koning Oidipoes, vertaling door J. Engelman, Amsterdam: Querido, 1955.

De Schelmenstreken van Scapin, Blijspel van J.B. Molière, vertaald door Jan Engelman, Bussum: Toneelfonds ‘De Nieuwe Spoel’, zj.

De Barbier van Sevilla, Blijspel in vier bedrijven van Pierre Augustin Beaumarchais, vertaald door Jan Engelman, Bussum: Toneelfonds ‘De Nieuwe Spoel’, zj.

Hofmanns Vertellingen, Fantastische opera in drie bedrijven met een voor- en naspel, muziek van Jacques Offenbach, tekst van Jules Barbier, Nederlandsche bewerking van Jan Engelman, Amsterdam: Stadsdrukkerij, zj.

W.A. Mozart, De ontvoering uit het Serail, Libretto van Fr. Bretzner en Stephanie de Jongere, Nederlandsche Bewerking: Jan Engelman, Amsterdam, zj.

Bibliografie

Page 4: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

23�

Verzamelbundels

Parnassus en Empyreum, Maastricht: Leiter-Nijpels, 1931.

Torso, Utrecht: De Gemeenschap, zj. [1931].

Tympanon. Opstellen over kunst en gewijde kunst, Amsterdam: Van Munster, zj. [1933].

Overige boeken

Een oogst van grafisch werk van Jozef Cantré 1908-1932, Antwerpen: Museum Plantin-Moretus, 1934.

Pyke Koch, Amsterdam: Elsevier, 1941.

Nederlandsche Schilderkunst in Beeld, Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, zj. [1940].

Een naald vol droomen. Beschouwingen over de wandkleeden van Ernee ’t Hooft, Amsterdam: Meulenhoff, 1947.

Twee maal Apollo. Brieven uit Griekenland, Utrecht: Het Spectrum, 1955.

Twee muzen: een verzameling van Nederlandse gedichten handelend over muziek, uitgezocht door Jan Engelman en Wouter Paap, Amsterdam: Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, 1955.

Joep Nicolas: de glazenier: Centraal Museum Utrecht 15 dec. 1927 - 3 maart 1968: de schilder: Rijksacademie Amsterdam 15 dec. 1967 - 21 jan. 1968, Utrecht/Amsterdam: Centraal Museum/Rijksacademie, 1967.

Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986.

Uitgaven onder redactie van Jan Engelman

De Gemeenschap, Maandschrift voor Katholieke reconstructie, jrg. 1925 t/m 1930 en 1934 t/m 1941. (Zie voor een overzicht van Engelmans publicaties in De Gemeenschap: Bijlage 3.2)

De Harp, onder redactie van Jan Engelman, M. Nijhoff en A. Roland Holst, ‘De Roos’, Utrecht 1946.

Bibliografie

Page 5: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

23�

Artikelen en losse bijdragen voor zover in deze studie gebruikt

‘De nieuwe formule’, De Nieuwe Eeuw, 11 september 1924, p. 1592.

‘Portretten Stedelijk Museum’, De Nieuwe Eeuw, 6 november 1924, p. 176.

‘Gedachten over architectuur I’ (met W. Maas), De Gemeenschap, 1 (1925), p. 7.

‘L’âme païenne – L’âme chrétienne.’, De Gemeenschap, 1 (1925), pp. 33-34.

‘Taak der Christelijke bouwkunst’ (met W. Maas), De Gemeenschap, 1 (1925), pp. 36-37.

‘Gedachten over architectuur II (met W. Maas)’, De Gemeenschap, 1 (1925), pp. 89-91.

‘De architectuur van De Klerk’, De Gemeenschap, 1 (1925), pp. 92-93.

‘Nieuwe architectuur in Frankrijk’, De Gemeenschap, 1 (1925), p. 107.

‘Een halve kerk’, De Gemeenschap, 1 (1925), p. 186.

‘Gedachten over architectuur III (met W. Maas)’, De Gemeenschap, 1 (1925), pp. 136-140.

‘Gedachten over architectuur VI’ (met W. Maas), De Gemeenschap, 1 (1925), pp. 239-242.

‘Het werk’, De Gemeenschap, 1 (1925), p. 253.

‘Gedachten over architectuur VII (Slot)’, De Gemeenschap, 1 (1925), pp. 270-272.

‘Nieuwe Nederlandsche Schilderkunst II. Otto van Rees’, De Gemeenschap, 1 (1925), pp. 320-324.

‘Nieuwe Nederlandsche Schilderkunst III. Henk Wiegersma’, De Gemeenschap, 1 (1925), pp. 349-353.

‘Hollandsche Kunstenaarskring’, De Nieuwe Eeuw, 9 april 1925, p. 880.

‘Rembrandtiana’, De Nieuwe Eeuw, 20 mei 1925, p. 1073.

‘Vlaamsche Arbeid’, De Nieuwe Eeuw, 2 juli 1925, p. 1266.

‘Joep Nicolas’, De Nieuwe Eeuw, 28 januari 1926, p. 560.

‘Twee werkelijkheden’, De Nieuwe Eeuw, 27 mei 1926, pp. 1100-1102.

Bibliografie

Page 6: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

23�

‘Picasso en het epigonisme’ De Nieuwe Eeuw, 12 augustus 1926, pp. 1437-1438.

‘De Gemeenschap’, De Nieuwe Eeuw, 2 december 1926, p. 271.

‘De Stormbal’, De Gemeenschap, 2 (1926), pp. 1-10.

‘Koppigheden inzake architectuur’, De Gemeenschap, 2 (1926), pp. 11-13.

[J. Engelman], ‘La vérité inutile’, De Gemeenschap, 2 (1926), p. 94.

‘Jozef Cantré’, De Gemeenschap, 2 (1926), pp. 224-230.

‘Gezuiverd of dood-gezuiverd?’, De Gemeenschap, 2 (1926), pp. 303-304.

‘Giorgio de Chirico’, De Gemeenschap, 2 (1926), p. 310.

‘Marc Chagall’, De Gemeenschap, 2 (1926), pp. 310-311.

‘Henk Wiegersma’, De Gemeeenschap, 2 (1926), pp. 325-328.

‘Het Domraam van Holst’, De Gemeenschap, 3 (1927), pp. 197-198.

‘Dr. P.J. Cuypers’, De Gemeenschap, 3 (1927), p. 198.

‘De School des Levens, I’, De Gemeenschap, 3 (1927), pp. 256-266.

‘Herman Gorter †’, De Gemeenschap, 3 (1927), p. 287.

‘Boekbespreking Onder Gods Ogen, gedichten van Anton van Duinkerken’, De Gemeenschap, 3 (1927), pp. 325-328.

‘Roeping, China en zijn toekomst’, De Nieuwe Eeuw, 28 april 1927, pp. 942-943.

‘De Onafhankelijken’, De Nieuwe Eeuw, 9 juni 1927, p. 1132.

‘Duitsche expressionisten in De Sirkel’, De Nieuwe Eeuw, 9 juni 1927, pp. 1132-1133.

‘Verworvenheden’, De Nieuwe Eeuw, 28 juli 1927, p. 1356; 4 augustus 1927, pp. 1388-1389.

‘Jan Gregoire’, De Nieuwe Eeuw, 15 september 1927, pp. 1564-1565.

‘Hollandsche Kunstenaarskring’, De Nieuwe Eeuw, 15 september 1927, p. 1565.

Bibliografie

Page 7: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

240

‘Herman Gorter’, De Nieuwe Eeuw, 22 september 1927, p. 1596; 14 maart 1929, p. 748.

‘Naschrift der redactie bij: Zoek eerst het rijk Gods en zijne gerechtigheid’, ingezonden brief van F.A. Brunklaus, De Nieuwe Eeuw, 24 november 1927, p. 236.

‘Songs of Kalua door Albert Kuyle, boekbespreking’, De Nieuwe Eeuw, 22 maart 1928, p. 780.

‘Henk Wiegersma’, De Nieuwe Eeuw, 19 april 1928, p. 908.

‘De eerste tentoonstelling van Petra’, De Nieuwe Eeuw, 31 mei 1928, p. 1100.

‘Karel van de Woestijne’, De Gemeenschap, 4 (1928), pp. 157-163.

‘Over Maastricht en over Jonas’, De Gemeenschap, 4 (1928), pp. 196-199.

‘Johan Thorn Prikker’, De Nieuwe Eeuw, 4 oktober 1928, p. 12.

‘Paul van Ostaijen’, De Nieuwe Eeuw, 22 november 1928, pp. 236-237.

‘Portret van een heilige’, De Nieuwe Eeuw, 17 januari 1929, p. 492.

‘Charles Eyck’, De Nieuwe Eeuw, 28 maart 1929, pp. 812-813.

‘Taal en Spelling’, De Nieuwe Eeuw, 11 april 1929, p. 876.

‘Paul van Ostaijen’, De Nieuwe Eeuw, 23 mei 1929, pp. 1068-1069.

Naschrift bij G. Knuvelder, ‘Taal en spelling. Barbertje moet hangen’, De Nieuwe Eeuw, 13 juni 1929, pp.1164-1166.

‘De Unie van Utrecht’, De Gemeenschap, 5 (1929), pp. 97-99.

‘Interieurs van Sybold van Ravesteyn’, De Gemeenschap, 5 (1929), pp. 218-224.

‘A.S.B., Tentoonstelling van Architectuur, Schilderkunst en Beeldhouwwerk in het Stedelijk Museum te Amsterdam’, De Nieuwe Eeuw, 7 november 1929, pp. 172-173.

‘Het tijdschrift Leiding’, De Gemeenschap, 6 (1930), pp. 61-66.

‘Hollandsche Kunstenaarskring’, De Nieuwe Eeuw, 12 maart 1930, p. 748.

‘Het Vaderland’, De Nieuwe Eeuw, 10 april 1930, p. 876.

Bibliografie

Page 8: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

241Bibliografie

‘De Vrije Bladen’, De Nieuwe Eeuw, 1 mei 1930, p. 972.

‘Limburgsche Kunstkring’, De Nieuwe Eeuw, 22 mei 1930, pp. 1068-1069.

‘Schuim en Asch’, De Nieuwe Eeuw, 10 juli 1930, p. 1292.

‘Over Witte Vrouwen’, De Nieuwe Eeuw, 18 september 1930, pp. 1596-1597.

‘Van der Leck’, De Nieuwe Eeuw, 6 november 1930, p. 172.

‘Henk Wiegersma’, De Vrije Bladen, 7 (1930), pp. 207-217.

‘Kerstmis bij Rembrandt’, Torso, Utrecht: De Gemeenschap, zj. [1931], pp. 17-23.

‘De Vrije Bladen’, De Nieuwe Eeuw, 22 oktober 1931, p. 107.

‘Het tijdschrift Forum’, De Nieuwe Eeuw, 5 november 1931, p. 176.

‘Hollandsche Kunstenaarskring’, De Nieuwe Eeuw, 5 maart 1931, p. 717.

‘Het Venster’, De Nieuwe Eeuw, 20 augustus 1931, p. 1348.

‘Natuur, waarheid en Henri Jonas’, Het Gildeboek, 14 (1931), pp. 1-10.

‘Pyke Koch’, Forum, 1 (1932), pp. 443-449.

‘De tweede aflevering van Forum’, De Nieuwe Eeuw, 11 februari 1932, pp. 621-622.

‘Nieuwelingen’, De Nieuwe Eeuw, 18 februari 1932, p. 652.

‘Forum’, De Nieuwe Eeuw, 10 maart 1932, p. 749.

‘Demasqué der schoonheid’, De Nieuwe Eeuw, 17 maart 1932, p. 781.

‘Vlaanderens verfvermaak’, De Nieuwe Eeuw, 7 april 1932, p. 876.

‘Forum’, De Nieuwe Eeuw, 23 juni 1932, p. 1230.

‘Het Venster’, De Nieuwe Eeuw, 25 augustus 1932, p. 1503.

‘Het Venster. De polemiek wordt niet langer geweerd’, De Nieuwe Eeuw, 29 september 1932, p.1661.

Page 9: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

242

‘De Gemeenschap. Thijm en Groot-Nederland’, De Nieuwe Eeuw, 13 oktober 1932, pp. 44-45.

‘Novembernummer van Forum’, De Nieuwe Eeuw, 10 november 1932, pp. 170-171.

‘Dwalingen van een formalist’, De Nieuwe Eeuw, 17 november 1932, pp. 202-203, 235-236.

‘Nieuwe schilderkunst in Holland. Een lezing door Jan Engelman’, De Vrije Bladen, 10 (1933) 7, Amsterdam: De Spieghel, 1933.

‘Forum tweede jaargang. Naamloos en Ongekend’, De Nieuwe Eeuw, 12 januari 1933, p. 467.

‘De muurschildering in de kapel te Zeist’, Het Gildeboek, 16 (1933) maart, pp. 21-30.

‘Het Duitsche gevaar’, De Nieuwe Eeuw, 18 mei 1933, p. 1187.

‘Breitner. Tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam’, De Nieuwe Eeuw, 29 juni 1933, pp. 1426-1427.

‘Triënnale te Milaan’, De Nieuwe Eeuw, 21 september 1933, p. 1882.

‘De Vrije Bladen. Jozef Cantré de houtsnijder’, De Nieuwe Eeuw, 26 oktober 1933, p.131.

‘Speciosa Deserti’ Gedichten van Paul Vlemminx, De Nieuwe Eeuw, 2 november 1933, p. 169.

‘Over Forum. Antwoord aan Anton van Duinkerken’, De Nieuwe Eeuw, 16 november 1933, pp. 250-251.

‘Dick Ket’, De Gemeenschap, 1934, pp. 127-130.

‘Zeegezichten van Permeke’, De Gemeenschap, 10 (1934), pp. 258-259.

‘In Duitschland’, De Gemeenschap, 10 (1934), pp. 484-485.

‘A.C. Willink’, De Gemeenschap, 1934, pp. 730-732.

‘Moïssy Kogan’, De Vrije Bladen, 11 (1934), november 1934, Amsterdam: De Spieghel, 1934.

Bibliografie

Page 10: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

243Bibliografie

‘Het Surrealisme’, De Gemeenschap, 11 (1935), pp. 234-240.

‘Pyke Koch’, De Gemeenschap, 16 (1935), pp. 875-878.

Hedendaagsche religieuse kunst. Samengesteld door Clemens Meuleman met een inleiding van Jan Engelman, Amsterdam: Instituut voor kerkelijke kunst, 1936.

‘Limburgsche Kunstenaars’, De Gemeenschap, 12 (1936), pp. 199-203.

‘In memoriam Jan Jacob Slauerhoff’, De Gemeenschap, 12 (1936), pp. 526-529.

‘Over Eenkennigheid’, De Nieuwe Eeuw, 26 februari 1936, p. 682.

‘Een nieuw Domraam’, De Groene Amsterdammer, 26 juni 1936.

‘De Gruyter contra Bremmer’, De Groene Amsterdammer, 12 juni 1937.

‘De ezelstrap van Kasper’, De Groene Amsterdammer, 14 augustus 1937.

‘Limburgers exposeren te ’s-Gravenhage’, De Groene Amsterdammer, 6 november 1937, pp. 12-13.

‘De oude en de nieuwe schouwburg’, Utrechts Dagblad, 28 december 1937.

‘De Maneto’, De Gemeenschap, 13 (1937), pp. 331-335.

‘De kunst op straat’, De Gemeenschap, 13 (1937), pp. 425-429.

‘Hoovaardigheid der architecten’, De Gemeenschap, 14 (1938), pp. 49-53.

‘Sint Willibrord in beeld’, De Gemeenschap, 15 (1939), pp. 543-546.

‘Pieter van der Meer de Walcheren en de beeldende kunst’, Roeping, 18 (1940) 10, pp. 817-819.

‘Een nieuwe generatie’, De Gemeenschap, 16 (1940), pp. 113-125.

‘Henri Jonas †’, Kroniek van Kunst en Kultuur, 7 (1945) 2, pp. 35-37.

In het verborgene gedrukt, Tekst van een rede gehouden in Boekhandel Broese te Utrecht op de zaterdag voor Pinksteren 1945, Utrecht 1945.‘Diepenbrocks agitatie’, Mens en Melodie 1 (1946), pp. 171-172.

Page 11: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

244

‘Het literaire element bij de Nieuwe Realisten’, in: Pen en penseel – bijzonder nummer van Critisch Bulletin uitgegeven in de zomer van 1947, ’s-Gravenhage 1947, pp. 121-131,.

‘De eenvoudige afspraak’, in: H. Roland Holst-van der Schaik ea., Over den dichter A. Roland Holst, Amsterdam, zj. [1948], pp. 33-41.

‘Faust bij de Nederlandse opera’, Mens en Melodie, 3 (1948), pp. 118-120.

‘Inglorioso e miserabile. Een Romeinsch verhaal door Jan Engelman’, De Tijd, 24 december 1949.

‘Een monumentale kunst’, Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Verslag van het verhandelde in de sectievergaderingen en de algemene vergadering gehouden de 25ste mei 1950, Utrecht 1950, pp. 9-26.

‘Opera en schilders’, Mens en Melodie, 6 (1951), pp. 197-200.

‘De muze der Tachtigers gestorven in den schijn der illusie’, De Groene Amsterdammer, 8 september 1951, pp. 9-10.

‘Echt en valsch primitivisme’, Inaugurele rede Van Eyck Academie Maastricht, Katholiek Bouwblad, 20 (1952), pp. 181-182, 198-200, 213-214.

‘Eenzaam schrijvertje in het raam’, in: Jan Engelman ea., Over Martinus Nijhoff, Maatstafdeeltje nr 2, ’s-Gravenhage 1953, pp. 9-14.

‘Entrepeneur d’art typographique’, in: P.H. Bogaard ea., In memoriam Charles Nypels, 1893-1952, Amsterdam 1953, pp. 6-10.

‘De koevoet en het urbanisme’, De Groene Amsterdammer, 19 januari 1957.

‘Tweemaal Charles Eyck’, De Tijd, 5 januari 1960.

‘Vergeelde papieren’, Maatstaf, 8 (1960), pp. 538-553.

‘Dirigenten van het kunstleven. De plaats waar de muzen vereerd worden’, De Tijd-Maasbode, 26 maart 1960.

‘Pieter van der Meers Dagboeken IV en V’, De Tijd-Maasbode, 17 december 1963.

‘Christendom van Hölderlin’, Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Verslag van het verhandelde in de sectie-vergaderingen en de algemene vergadering gehouden op dinsdag 13 mei 1964, Utrecht 1964.

Bibliografie

Page 12: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

24�

Martinus Nijhoff, de veelkantige criticus, ingel. door Jan Engelman, Hasselt 1965.

‘De Katholieke Jongeren, Nolens en het Fascisme’, Raam, 26 (1966), pp. 26-43. ‘Frisia non cantat’, Gregoriusblad, Jubileumaflevering Het Nederlands als muzische taal, 90 (1966)1, pp. 28-31.

Bibliografie

Page 13: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

246 Bibliografie

Page 14: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

24�

Geraadpleegde overige literatuur

Aalbers, J., ea. (red.), Utrechtse biografieën I. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Utrechters, Utrecht/Amsterdam 1994.

Akker, W.J. van den, Een dichter schreit niet, Aspecten van M. Nijhoffs versexterne poetica, (diss.), 2 dln, Utrecht 1985.

Akker, W.J. van den, ‘25 december 1924: M. Nijhoff ontvangt Van Eycks kritiek op Vormen. De poëtica van Nijhoff’, in: M.A. Schenkenveld – Van der Dussen, ea., Nederlandse literatuur, een geschiedenis, Groningen 1993, pp. 615-621.

Akker, W.J. van den, Dichter in het grensgebied. Over de poëzie van M. Nijhoff in de jaren dertig, Amsterdam 1994.

Alberdingk Thijm, J.A., Over de kompozitie in de kunst. Eene aanwijzing der aesthetische verhoudingen in de architectuur, de muziek, de poëzie, de schilder-, beeldhouw- en gebarenkunst, Eerste druk, Amsterdam 1857.

Alberdingk Thijm, J.A., Moraal (en) aesthetica. Afweering van grieven, Amsterdam 1882.

Alberdingk Thijm, J.A., Willen wij alleen de gothiek?, Amsterdam 1883.

Alloway, L., The Venice Biennale 1895-1968: from salon to goldfish bowl, Greenwich 1968.

Alpers, S., De firma Rembrandt. Schilder tussen handel en kunst, Amsterdam 1989.

Anbeek, T., Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1885-1985, Amsterdam 1990.

Anbeek, T. en J. Bank, ‘Verzuilde literatuur. Een verkenning’, Nederlandse letterkunde, 1 (1996), pp. 125-137.

Andriessen, H., ‘Philomela’, Raam, 1970, aflevering 65, pp. 8-9.

Asselbergs, F., ‘Het morgenrood eener Wedergeboorte. P.J.H. Cuypers architect (1827-1921)’, De Negentiende Eeuw, 4 (1980), pp. 158-170.

Balk, H., De kunstpaus, H.P. Bremmer. 1871-1956, Bussum 2006.

Bank, J.M.Th., Het roemrijk vaderland. Cultureel nationalisme in Nederland in de negentiende eeuw, Rede bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de Vaderlandsche Geschiedenis te Leiden op 29 september 1989, ’s-Gravenhage 1990.

Bibliografie

Page 15: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

24�

Baudelaire, Ch., De Salon van 1846, vertaling door Frans van Woerden, Amsterdam 1990.

Baudelaire, Ch., De Salon van 1859, vertaling door Anneke Pijnappel, Amsterdam 1990.

Bavelaar, H., Kroniek van Kunst en Kultuur. Geschiedenis van een tijdschrift, Leiden 1998.

Berg, H.F. van den en G.J. Dorleijn, Avantgarde! Voorhoede? Vernieuwingsbewegingen in Noord en Zuid opnieuw beschouwd, zp. 2002, pp. 17-36.

Beijert, R., Van Tachtiger tot Modernist. Het Gezellebeeld in de Nederlandse kritiek 1897-1940, Groningen 1997.

Biennale de Venezia, tent. cat., Venetië 1950.

Biervliet, L. van, ‘Een nieuwe visie op de relatie Thijm en Vlaanderen aan de hand van de brieven van James Weale’, in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en letterkunde, 1992, afl. 2-3, pp. 195-208.

Blotkamp, H., E. de Jong, S. van Ravesteyn (tent. cat.), Centraal Museum Utrecht 1977/1978.

Blotkamp, C., ‘Art criticism in De Nieuwe Gids’, Simiolus, 5 (1971) 1/2, pp. 116-136.

Blotkamp, C., Pyke Koch (diss.), Amsterdam 1972.

Blotkamp, C., Keuzen, Beschouwingen over hedendaagse Nederlandse kunstenaars, Utrecht 1985.

Blotkamp, C., ‘De heilsoldate moet eruit. Over Koch en Nijhoff’, Jong Holland, 2 (1986) 2, pp. 8-25.

Blotkamp, C., ‘Kunstenaars als critici. Kunstkritiek in Nederland 1880-1895’, in: catalogus De schilders van Tachtig. Nederlandse schilderkunst 1880-1895, Amsterdam/Zwolle 1991, pp. 75-87.

Blijstra, R., 2000 jaar Utrecht. Stedebouwkundige ontwikkeling van castrum tot centrum, Utrecht/Antwerpen 1969.

Bock, M., S. Johannisse, V. Stissi, E. Brinkman, Michel de Klerk: bouwmeester en tekenaar van de Amsterdamse School, 1884-1923, Rotterdam 1997.

Boekman, E., Overheid en kunst in Nederland, herdruk, Utrecht z.d. [1974] [oorspronkelijke uitgave Amsterdam 1939].

Bibliografie

Page 16: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

24�

Bogman, J., De stad als tekst. Over de compositie van Paul van Ostayens Bezette Stad, (diss.), Rotterdam 1991.

Bornewasser, J.A., ‘De Nederlandse katholieken en hun negentiende-eeuwse vaderland’, Tijdschrift voor Geschiedenis, 95 (1982), pp. 577-604.

Bornewasser, J.A., ‘De oriënterende kracht van Alberdingk Thijm. Katholieke cultuur in Nederland tussen identiteit en integratie’, Annalen van het Thijmgenootschap, 77 (1989) 3, pp. 11-30.

Braak, M. ter, ‘La vérité inutile’, De Gemeenschap, 2 (1926) pp. 162-163.

Braak, M. ter, ‘Démasqué der Schoonheid’, Forum,1(1932), pp. 176-177.

Braak, M. ter, en E. du Perron, Ter Braak / Du Perron. Briefwisseling 1930-1940, Deel II, tekstverzorging H. van Galen Last, Amsterdam 1964, p.198.

Braas, T., Door het geweld van zijn verlangen. Een biografie van Matthijs Vermeulen, Amsterdam 1997.

Braber, H. van den, Geven om te krijgen, Literair mecenaat in Nederland tussen 1900 en 1940, Nijmegen 2002.

Brand, J. en K. Broos (red.), Magisch realisten en tijdgenoten in de verzameling van het Gemeentemuseum Arnhem, Zwolle/Arnhem 1992.

Brandligt, W. en C.J. Kelk, De lier in het proza, Deventer, zj.

Breukelen, R. van, in samenwerking met J. Hemels, Het Centrum tussen kromstaf en publiek schandaal 1884-1932, Baarn 1993. Broek, A. van den, K. Groen, Hun laatste rustplaats. Kerkhofgids van schrijvers, acteurs, schilders, componisten, politici, sportsterren en andere bekende Nederlanders, Baarn 1985.

Brom, G., ‘Alberdingk Thijm en Van Deyssel’, De Beiaard, 6 (1921), dl. II, pp. 460-475.

Brom, G., Romantiek en Katholicisme in Nederland, 2 delen, Den Haag 1926.

Brom, G., Herleving van de kerkelijke kunst in katholiek Nederland, Leiden 1933.

Brom, G., Alberdingk Thijm, Utrecht/Antwerpen 1956.

Bibliografie

Page 17: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2�0 Bibliografie

Broos, C.H.A., C. Blotkamp en M. Boot (red.), Kunst en kunstbedrijf: Nederland 1914-1940. Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, 28 (1977), Haarlem 1978.

Bruning, G., ‘Van André Gide tot André Breton’, De Gemeenschap, 2 (1926), pp. 53-66, 97-107, 129-142.

Bruning, G., Gerard Bruning Nagelaten Werk samengesteld en ingeleid door Henri Bruning en H. Marsman, tweede druk, Nijmegen 1927.

Bruning, H., geciteerd in J. Engelman, ‘Twee werkelijkheden’, De Nieuwe Eeuw, 27 mei 1926, pp. 1100-1101.

Buiter, H., ‘De stad met de mooiste maquettes. Plannen voor Utrechts centrum en binnenstad, 1954-1971’, Jaarboek Oud-Utrecht (1992), pp. 5-43.

Bijvoet, Th.A.P. (red.), De Gemeenschap. Schrijversprentenboek 24, ’s-Gravenhage 1986.

Bijvoet, Th.A.P., ‘Over de geschiedenis van uitgeverij ‘De Gemeenschap’’, in: Teruggedaan. Eenenvijftig bijdragen voor Harry G. M. Prick ter gelegenheid van zijn afscheid als conservator van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, ’s-Gravenhage 1988, pp. 36-44.

Cartens, J.H., Orpheus en het Lam. Jan Engelman en H. Marsman 1925-1940, Utrecht 1966.

Cartens, J.H., Jan Engelman. Ontmoetingen, Brugge 1967.

Cartens, J.H., ‘De ongesluierde Venus. Jan Engelmans literair-kritische beginselen’, Raam, 1970, aflevering 65, pp. 1-7.

Cartens, J.H., ‘Levensbericht van Engelman’, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1973-1974, Leiden 1975, pp. 69-76.

Casciato, M., Serie Architectuur / 6. De Amsterdamse School, Rotterdam 1991.

Ceulaer, J. de, Interview met Jan Engelman, Het Vaderland, 21 mei 1966.

Charité, J., Biografisch woordenboek van Nederland, ’s-Gravenhage 1989. Over J. Engelman: P. E. van der Heijden-Rogier, pp. 166-168.

Charles, J. B., ‘Van het kleine koude front II’, Maatstaf, 8 (1960) 5/6, pp. 281-289.

Charles, J. B., ‘Van het kleine koude front III’, Maatstaf, 8 (1960) 7, pp. 460-471.

Page 18: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2�1

Coo-Wijgerinck, M. de, O. Lankhorst en J. Roes (red.), De gezegende pers. Aspecten van de katholieke persgeschiedenis in Nederland tijdens de 19de en 20ste eeuw, Zeist 1989.

Coolen, A., ‘Pieter van der Meer de Walcheren’, De Gemeenschap, 16 (1940) pp. 427-432.

Damsté, P.H., De Bilt in beeld, De Bilt 1980. Deprez, A. (red.), Brieven, teksten en documenten / Karel van de Woestijne, Gent 1986.

Dilly, H., Altmeister moderner Kunstgeschichte, Berlijn 1990.

Domburg, A. van, ‘Uit vroeger jaren’, in: Engelman zeventig, Bijzonder nummer van Raam, 65 (mei 1970), pp. 10-11.

Doorman, M., Steeds mooier. Over vooruitgang in de kunst, 1994 Amsterdam.

G.J. Dorleijn, ‘”Daarginds kent men u door Coster!” Paul van Ostaijen in het Nederlandse literaire veld’, in: P. Peeters en E. Spinoy (red.), Het vouwbeen van de lezer. Over literatuuropvattingen, Leuven 1996, pp. 62-63.

G.J. Dorleijn, ‘Weerstand tegen de avantgarde in Nederland’, in: H.F. van den Berg en G.J. Dorleijn, Avantgarde! Voorhoede? Vernieuwingsbewegingen in Noord en Zuid opnieuw beschouwd, zp. 2002, pp.142-145.

Drion, F.J.W., ‘De Katholieken’, in: Vaderlandsche jaarboeken 1937, Zeist 1938, pp. 96-104.

Duinkerken, A. van, ‘Zeven gedichten van Jan Engelman’, Roeping, 5 (1927), pp. 246-251.

Duinkerken, A. van, ‘Notities bij een tweeden druk’, De Nieuwe Eeuw, 25 April 1929, p. 940.

Duinkerken, A. van, Groot-Nederland en wij, Bilthoven 1931.

Duinkerken, A. van, ‘Engelman’s beteekenis’, De Gemeenschap, 8 (1932), pp. 442-446.

Duinkerken, A. van, De beweging der jongeren, Hilversum 1933.

Duinkerken, A. van, ‘Jozef Alberdingk Thijm: vijftig jaar na zijn dood’, De Tijd, 16 maart 1939.

Bibliografie

Page 19: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2�2 Bibliografie

Duinkerken, A. van, ‘Maria Viola 75 jaar. Strijdster voor emancipatie van den smaak’, De Tijd, 4 december 1946.

Duinkerken, A. van, ‘Jan Engelman wordt zestig’, De Tijd, 4 juni 1960.

Dijk, N. van, ‘Het gezag van de criticus. Dagbladkritiek aan het begin van de twintigste eeuw’, in: Boekman 57. Tijdschrift voor kunst, cultuur en beleid, De kritiek, Herfst 2003, pp. 62-69.

Ebbink, H., en P. de Ruiter (red.), ‘Bloemlezing kunstkritiek in Nederland 1945-1985’, Metropolis M, 7 (1987) 5/6, pp. 25-129.

‘Engelman zeventig’, Bijzonder nummer van Raam, 65 (mei 1970).

Erve, I. van, Utrechtse biografieën, Utrecht 1997.

Etty, E., Liefde is heel het leven niet. Henriette Roland Holst 1869-1952, Meppel 1996.

Ex, S., De Utrechtse Parade, 1495-1995, Van Van Scorel tot Rietveld en Koch (tent. cat.), Centraal Museum Utrecht 1994, pp. 11-82.

Eijckens, J., ‘De Nieuwe Eeuw. Het eerste opninieweekblad voor katholiek Nederland’, in: M. de Coo-Wijgerinck, O. Lankhorst en J. Roes (red.), De gezegende pers. Aspecten van de katholieke persgeschiedenis in Nederland tijdens de 19de en 20ste eeuw, Zeist 1989. Faassen, S. van, ‘Wat een degradatie om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!’. Briefwisseling tussen Menno ter Braak en S. Vestdijk over de reorganisatie van het letterkundig maandschrift Groot Nederland in 1935. Bezorgd door Sjoerd van Faassen, Den Haag 1996.

W. Fähnders, ‘Vlaamse en Nederlandse avantgarde in Berlijn en rond de Berlijnse Sturm’, in: H.F. van den Berg en G.J. Dorleijn, Avantgarde! Voorhoede? Vernieuwings-bewegingen in Noord en Zuid opnieuw beschouwd, zp. 2002, pp. 17-36.

Feikema, L., Roman Koot, Edwin Lucas (red.), Op gezang en vlees belust. Over leven, werk en stad van Jan Engelman, Utrecht 2000.

Fens, K, ‘Leven in een tussengebied’, in: M. van der Plas, Uit het rijke Roomsche Leven. Een documentaire over de jaren 1925-1935 samengesteld door Michel van der Plas, z.p, zj., pp. 325-336.

Fens, K., ‘Geldingsdrang en zendingsdrang bij Thijm’, De Volkskrant, 2 maart 1992.

Page 20: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2�3Bibliografie

Fens, K., ‘Tussen gisteren en morgen. De verzamelde gedichten van Jan Engelman’, De Linie, 25 juni 1960.

Feuchtinger, M.E., Verkeersplan Utrecht. Verkeersonderzoek betreffende het toekomstige hoofdverkeerswegennet. Uitgevoerd in opdracht van het Gemeentebestuur van Utrecht door Professor Dr - Ing. habil. Max-Erich Feuchtinger Ingenieurbüro für Straßen-verkehrstechnik, Ulm 1958.

Frampton, K., Moderne architectuur. Een kritische geschiedenis, Nijmegen 1991.

Frank, S.S., Michel de Klerk (1884-1923). An Architect of the Amsterdam SchoolAn Architect of the Amsterdam School (diss.), Columbia University 1969.

Gaarlandt, J. G., ‘De Gemeenschap’, De Tijd, overdruk van serie artikelen, 1977.

Gelder, H. van, ‘Het weggemoffelde politieke verleden van Pyke Koch. De Duitse leider en zijn gigantische taak’, NRC, 3 maart 1995.

De Gemeenschap, Maandschrift voor Katholieke reconstructie, jrg. 1925 t/m 1941.

Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht. Gebundelde inventarissen. Deel 5. Archieven van het Genootschap Kunstliefde, De Vereniging ‘Voor de Kunst’, Het Tekengezelschap ‘Het Krijtje’, Utrecht 1983.

Geest, J. van, Wim Schuhmacher, De Meester van het Grijs. Een studie over leven en werk van de schilder W. Schuhmacher, 1894-1896, gevolgd door een oeuvrecatalogus alsmede documentatie, (diss.), Arnhem 1991.

Goedegebuure, J.L., Op zoek naar een bezield verband, De literaire en maatschappelijke opvattingen van H. Marsman in de context van zijn tijd, (diss.), 2 dln., Amsterdam 1981. Goedegebuure, J.L., ‘Expressionisme, Nieuwe Zakelijkheid, Magisch Realisme’, in: M.H. Würzner ea., Aspecten van het interbellum. Beeldende kunst, film, fotografie, cultuurfilosofie en literatuur in de periode tussen de twee wereldoorlogen, Leids Kunsthistorisch Jaarboek VII (1988), ’s-Gravenhage 1990, pp. 291-302.

Goedegebuure, J.L., ‘Inleiding’ in: H. Marsman, Paradise regained, Amsterdam 1997, pp. 1-12.

Gorter, H., Mei: een gedicht door Herman Gorter, Amsterdam 1889.

Grasman, E., ‘De ontdekking van de Hollandse primitieven’, Oud Holland, 112 (1998) 2, 3, pp. 169-180.

Page 21: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2�4 Bibliografie

Greshoff, J., ‘Jozef Cantré. Houtsnijder door J. Greshoff’, De Vrije Bladen, 10 (1933) 10.

Grevenstein, A. van, Van Cuypers tot Dibbets, tent. cat., Maastricht 2002.

Gruyter, W. Jos de, Wezen en Ontwikkeling der Europeesche Schilderkunst na 1850, Amsterdam 1935.

Gruyter, W. Jos de, Zelfportret als zeepaardje. Memoires van W. Jos de Gruyter, Bezorgd door Hans Ebbink, Alied Ottevanger, Peter de Ruiter en Kriszti Vákár, Bussum 2004.

Halbertsma, M., ‘Veranderingen, tegenstellingen, verschillen. Lotgevallen van de kunstgeografie’, Kunstlicht, 11 (1990) 4. Themanummer over ‘De Geografie van de Verbeelding’.

Hammacher, A.M. ea., ‘De kritiek der beeldende kunsten’, De Stem, 8 (1928), Deel I, pp. 124-147.

Hammacher, A.M., Stromingen en persoonlijkheden. Schets van een halve eeuw schilderkunst in Nederland 1900-1950, Amsterdam 1955.

Hanssen, L., red., Briefwisseling J. Huizinga, Utrecht 1990.

Hatert, L. van de, Om hart en vurigheid. Over schrijvers en kunstenaars van Tijdschrift en uitgeverij De Gemeenschap 1925-1941, Haarlem 2004.

Hazeu, W., Slauerhoff. Een biografie, Amsterdam 1995.

Helman, A., ‘Catacomben en troglodieten, (De interne geschiedenis van De Gemeenschap)’, Maatstaf, 26 (1978) 2, pp. 1-17 en 3, pp. 57-79.

Helman, A., Vriend Pieter. Het levensavontuur van Pieter van der Meer de Walcheren, Brugge/Nijmegen 1980.

Henkemans, H., ‘In memoriam Willem Pijper’, Mensch en Melodie, 4 (1947), pp. 97-99.

Heij, J. J., ‘Kritiek bekritiseerd. Kunstenaars contra critici, 1919-1932’, in: C.H.A. Broos, C. Blotkamp en M. Boot (red.), Kunst en kunstbedrijf. Nederland 1914-1940. Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, 28 (1977), Haarlem 1978, pp. 105-126.

Hoens, P., ‘Heilloos twistgeschrijf. De democratische richting van Het Centrum, 1884-1900’, in: M. de Coo-Wijgerinck, O. Lankhorst en J. Roes (red.), De gezegende pers. Aspecten van de katholieke persgeschiedenis in Nederland tijdens de 19de en 20ste eeuw, Zeist 1989, pp. 165-238.

Page 22: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2��Bibliografie

Hoogeveen, J. en K. Zijlmans, ‘Tekst en uitleg. Een studie naar de ontstaans- en receptiegeschiedenis van Der Blaue Reiter en Wilhelm Worringers Abstraktion und Einfühlung’, in: M.H. Würzner ea., Aspecten van het interbellum. Beeldende kunst, film, fotografie, cultuurfilosofie en literatuur in de periode tussen de twee wereldoorlogen, Leids Kunsthistorisch Jaarboek VII (1988), ’s-Gravenhage 1990, pp. 53-97.

Höweler, C., X-Y-Z der Muziek, Hilversum 1966.

Hoozee, R., ‘The 19th and 20th centuries. Painting’, in: H. Liebaers, ea., Flemish Art. From the Beginning till Now, Londen 1985, pp. 559-562.

Imanse, G. (red.), Van Gogh tot Cobra. Nederlandse schilderkunst 1880-1950Nederlandse schilderkunst 1880-1950, Amsterdam 1980.

Jager, Th. de en G. Knuvelder, Pioniers. C.R. de Klerk – A.M.J.I. Binnewiertz – Theo Molkenboer – Maria Viola – Gerard Brom – H.W.E. Moller. Werk uit Van Onzen Tijd, Amsterdam 1925.

Janson, H.W., Wereldgeschiedenis van de kunst, Een overzicht van de voornaamste beeldende kunsten van de dageraad der mensheid tot heden, Den Haag/Antwerpen, zj., pp. 453-454.

Jan Toorop, (tent. cat.) Met bijschriften van Jan Toorop en uit Van onzen tijd door Maria Viola, Kunsthandel Theo Neuhuys, Amsterdam, zj.

Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, dl. I, IV, ’s-Gravenhage 1969, 1972.

Jong, E. de, ‘Ideeën en architectuur’ in: H. Blotkamp, E. de Jong, S. van Ravesteyn (tent. cat), Centraal Museum Utrecht 1977/1978, p. 21.

Jong, M.J.G. de, Honderd-jaar later. Essays over schrijvers en geschriften uit de Beweging van Tachtig, Baarn 1986.

Joosten, L.M.H., Katholieken en fascisme in Nederland 1920-1940 (diss.), Hilversum/Antwerpen 1964.

Juffermans, J., Met stille trom. Beeldende kunst en Utrecht sinds 1900, Utrecht/Antwerpen 1976.

Kapteijns, H., Het Maandblad De Gemeenschap. Intenties en aspecten, Utrecht 1964.

Kempers, B., ‘De ‘wonderboy’ van Pyke Koch’, Jong Holland, 8 (1992) 2, pp. 12-23.

Page 23: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2�6 Bibliografie

Kempers, B., ‘Maskerades en metaforen: raadselachtig realisme bij Pyke Koch’, in: Pyke Koch. Schilderijen en Tekeningen (tent. cat.), Museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam 1995. pp. 65-93.

Kersemaekers, M., ‘Katholiek, nationaal en sociaal. De beweging van katholieke jongeren, 1922-1941’, in: Jaarboek van het Katholiek Documentatie Centrum 1992 (22), Nijmegen 1992.

Klerk, C.R. de, ‘Een eigen litteratuur’, in: Th. de Jager en G. Knuvelder, Pioniers. C.R. de Klerk – A.M.J.I. Binnewiertz – Theo Molkenboer – Maria Viola – Gerard Brom – H.W.E. Moller. Werk uit Van Onzen Tijd, Amsterdam 1925, pp. 3-17.

Knuvelder, G., ‘Taal en spelling. Barbertje moet hangen’, De Nieuwe Eeuw, 13 juni 1929, pp.1164-1166.

Knuvelder, G., Vanuit wingewesten: een sociografie van het zuiden, Hilversum 1930.

Knuvelder, G., De mythe Nederland; beschouwingen over het nationaal en koloniaal vraagstuk, Hilversum 1932.

Kuyle, A., ‘Variété of de duivel in de bar’, De Gemeenschap, 5 (1929), pp. 100-101.

Kuyle, A., ‘Tweeduizend in vijf jaar’, De Gemeenschap, 5 (1929) 1, pp. 394-403.

Kuyle, A., ‘Bezieling?’, De Gemeenschap, 8 (1932), pp. 381-385.

Laan, N., ‘Waardering voor het primitieve bij Nederlandse schilders en schrijvers in het interbellum’, in: H.F. van den Berg en G.J. Dorleijn, Avantgarde! Voorhoede? Vernieuwingsbeweging in Noord en Zuid opnieuw beschouwd, zp. 2002, pp. 123-136.

Lampo, J., Verzonnen stad. Antwerpen in de literatuur. Literatuur in Antwerpen, Antwerpen/Amsterdam 1994.

Lange, E. de, Het internationale Nieuwe Bouwen tot 1940. ‘Geen officiële, maar levende schoonheid’, ’s-Gravenhage 1983.

Leeuw, A. de, ‘Eyck over Eyck: (auto)biografische notities’, in: Jos Pouls ea., Charles Eyck 1897-1983. Kunstenaar tussen vernieuwing en traditie, Maastricht 1997.

Leeuwen, A.J.C. van, ‘Alberdingk Thijm. Bouwkunst en symboliek’, De Sluitsteen, Bulletin van het Cuypers Genootschap, 5 (1989), pp. 3-43.

Lehning, A., Marsman en het Expressionisme. Met reproducties naar veelal ongepubliceerd materiaal. ’s-Gravenhage 1959.

Page 24: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2��Bibliografie

Lewin, L., Het clandestiene boek 1940-1945, Amsterdam 1983.

Loos, A., Ornament en misdaad, Vertaling Hans W. Bakx, oorspr. uitgave 1908, Vianen 1982.

Maritain, J., Art et scolastique, zp. 1965 (Eerste druk 1920).

Maritain, J., Kunst en scholastiek, Inleiding en vertaling C.A. Terburg O.P., Amsterdam 1924.

Maritain, J., Réponse à Jean Cocteau, Parijs 1926.

Mattenklott, G., ‘Entartung. Max Nordaus Theorie kultureller Degeneration’, in: A. Kruszynski (red.), Museum der Gegenwart – Kunst in öffentlichen Sammlungen bis 1937, Düsseldorf 1987.

Meer de Walcheren, P. van der, ‘Fresco’s in de kerk te Rijsbergen’, De Nieuwe Eeuw, 12 maart 1921, pp. 762, 763.

Meer de Walcheren, P. van der, ‘Aanteekeningen over Literatuur en Leven II’, De Nieuwe Eeuw, 24 januari 1924, pp. 528-529.

Meer de Walcheren, P. van der, Boekbespreking: Albert Plasschaert, Korte geschiedenis der Hollandsche schilderkunst, vanaf de Haagsche School tot op den tegenwoordigen tijd, in: De Nieuwe Eeuw, 27 maart 1924, pp. 816-817.

Meer de Walcheren, P. van der, Mensen en God. Eerste deel 1911-1929, Tiende druk, zp. 1940.

Meer de Walcheren, P. van der, Mensen en God. Tweede deel 1929-1935, Derde druk, zp., zj.

Meer de Walcheren, P. van der, Branding, Amsterdam, zj.

Meeuwesse, K., ‘De poëzie van Jan Engelman’, Roeping, 20 (1942), pp. 70-87.

Meeuwesse, K., ‘Het literair-critisch werk van Maria Viola uit de jaren 1900-1910’, in: Annalen van het Thijmgenootschap, 39 (1951) pp. 240-259.

Menkveld, E. en M.H. Schenkeveld, A. Roland Holst. Briefwisseling met R.N. Roland Holst en H. Roland Holst-van der Schalk, Amsterdam 1990.

Meuldijk, M., Ontaarde kunst. Een aantal opstellen over beeldende kunst, Amsterdam, zj. [1941].

Page 25: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2�� Bibliografie

Moerkerken, P.H. van, Jan van den Dom, Amsterdam 1929.

Monna, A., ‘De ideeën van J.A. Alberdingk Thijm en P.J.H. Cuypers over de neogotiek. Een stuk Roomse dadendrang in de 19e eeuw’, in: Jaarboek van het Katholiek Documentatie Centrum, 3 (1973), pp. 22-47.

Mulder, H., Kunst in crisis en bezetting. Een onderzoek naar de houding van Nederlandse kunstenaars in de periode 1930-1945, Utrecht/Antwerpen 1978.

Nalatenschap: kunst en cultuur in de ogen van W. Jos. de Gruyter (1899-1979), Catalogus bij de tentoonstelling georganiseerd door het Instituut voor Kunst- en Architectuurgeschiedenis, Rijksuniversiteit Groningen, Groningen 1995.

Nederlandse architectuur 1910-1930. Amsterdamse School, tent. cat., Stedelijk Museum Amsterdam, Amsterdam 1975.

Niemeyer, E., m.m.v. Doris Wintgens, ‘De Realisten’, in: W. Stokvis (red.), De doorbraak van de moderne kunst in Nederland: de jaren 1945-1951, Amsterdam 1984, pp. 120-125.

Oordt, A. van, Warhold, Bussum 1931.

Oldenburg Ermke, F. van, Van Alberdingk Thijm tot van Duinkerken en Kuyle: overzicht van de jonge katholieke letterkunde in Nederland, ’s-Hertogenbosch 1935.

Ottevanger, A.M., Dick Ket: vier studies, (diss.), ’s-Gravenhage 1995.

Oud, J.J.P., Mijn weg in De Stijl, Plan (1981) 6, pp. 16-24.

Oud, J.J.P., Ter wille van een levende bouwkunst. Een keuze uit zijn schrifturen. Verzameld en ingeleid door K. Wiekart, Rotterdam, zj.

Oversteegen, J.J., Vorm of vent. Opvattingen over de aard van het literaire werk in de Nederlandse kritiek tussen de twee wereldoorlogen, (diss.), Amsterdam 1969.

Oversteegen, J.J., ‘De tegenstellingen des levens. Cola Debrot en zijn schilders’, Jong Holland, 10 (1994) 2, pp. 48-62.

Oversteegen, J.J., In het schuim van grauwe wolken. Het leven van Cola Debrot tot 1948, Amsterdam 1994.

Persijn, J., ‘Thijm en Vlaanderen’, in: Gedenkdagen II, Brussel, zj., pp. 93-156.

Page 26: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

2��Bibliografie

Paap, W., ‘Willem Pijper †’, Mensch en Melodie, 4 (1947), pp. 99-100.

Paap, W., ‘Hendrik Andriessen 60 jaar’, Mens en Melodie, 7 (1952), pp. 236-239.

Paap, W., ‘De opera Philomela’, Mens en Melodie, 7 (1952), pp. 201-205.

Paap, W., Literair leven in Utrecht tussen de beide wereldoorlogen, Utrecht/Antwerpen 1970.

Paap, W., ‘In memoriam Jan Engelman. Het muzikale dichterschap’, Mens en Melodie. Algemeen maandblad voor muziek onder redactie van Wouter Paap, 27 (1972), pp. 203-206.

Paap, W., Muziekleven in Utrecht tussen de beide wereldoorlogen, Utrecht/Antwerpen 1972.

Plas, M. van der, Uit het rijke Roomsche Leven. Een documentaire over de jaren 1925-1935 samengesteld door Michel van der Plas, z.p, zj.

Plas, M. van der, Vader Thijm. Biografie van een koopman-schrijver, Baarn 1995.

Plas, M. van der, Daarom mijnheer, noem ik mij katholiek. Biografie van Anton van Duinkerken 1903-1968, Amsterdam 2000.

Plasschaert, A., ‘Dienaren der beeldende kunst’, De Groene Amsterdammer, 24 juni 1933. Plasschaert, A., Hendrik Wiegersma, Zeist 1933. Plasschaert, A., Korte geschiedenis der Hollandsche schilderkunst vanaf de Haagsche School tot op den tegenwoordigen tijd, Amsterdam 1923. Plasschaert, A., ‘Wenken voor den polemicus’, De Stem, 14 (1934) Deel I, pp. 509-512. Polman, M., De keerzijde van het leven. Anton van Duinkerken als literatuurcriticus bij De Tijd (1927-1952), Nijmegen 2000.

Pompe, W.P.J., ‘Nationaal en sociaal’, De Gemeenschap, 9 (1933), pp. 202-212.

Pompe, J.H., De kleine middenstand in Nederland. Een vergelijkende studie over de oude en nieuwe middenstand, Deventer 1980.

Pouls, Jos H., Ware schoonheid of louter praal. De bisschoppelijke bouwcommissie van Roermond en de kerkelijke kunst van Limburg in de twintigste eeuw, Maastricht 2002.

Page 27: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

260

Pyke Koch, Schilderijen en Tekeningen (tent. cat.), Museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam 1995. Ravesteyn, S. van, De beeldende kunst in De Gemeenschap. 1925-1935, zp. 1975.

Reeth, A., van, Encyclopedie van de mythologie, Baarn 1968. Ridder, A. de, De levende kunst gezien te Venetië. XXIV Biennale 1948, XXV BiennaleXXIV Biennale 1948, XXV Biennale 1950, XXVI Biennale 1952, XXVII Biennale 1954, XXVIII Biennale 1956, Deel I – Tekst, Brussel 1958. Ridder, A. de, De levende kunst gezien te Venetië. XXIV Biennale 1948, XXV BiennaleXXIV Biennale 1948, XXV Biennale 1950, XXVI Biennale 1952, XXVII Biennale 1954, XXVIII Biennale 1956, Deel II – Reproducties, Brussel 1958.

Ridder, J. de, Pieter van der Meer de Walcheren, Brugge 1970.

Rogier, L.J., Herdenken en herzien. Verzamelde opstellen van L.J. Rogier, Bilthoven 1974.

Rogier, L.J., Katholieke herleving. Geschiedenis van Katholiek Nederland sinds 1853, ’s-Gravenhage 1956.

Rogier, L.J., ‘Ontzuiling of ontworsteling?’, boekrecensie van J.M.G. Thurlings, De Wankele Zuil, in: De Bazuin, 55 (1972) 28, 9 april, pp. 1-3.

Romijn, J., Hart van Nederland: een boek over de stad en de provincie Utrecht, samengesteld onder redactie van Jaap Romijn, Utrecht 1950.

Ruiter, P. de, ‘A.M. Hammacher als kunstcriticus. Zijn Utrechtse en Haagse jaren 1917-1927’, Jong Holland, 8 (1992) 4, pp. 19-34.

Ruiter, P. de, A.M. Hammacher. Kunst als levensessentie (diss.), 2000 Baarn,

Ruiter, F. en W. Smulders, Literatuur en moderniteit in Nederland 1840-1990, Amsterdam 1996.

Sanders, M., Het spiegelend venster. Katholieken in de Nederlandse literatuur 1870-1940, Nijmegen 2002.

Schaik, T. van, ‘O minnares en slank gedicht. Een levensschets van Jan Engelman (1900-1972)’, in: Liesbeth Feikema ea., Op gezang en vlees belust. Over leven, werk en stad van Jan Engelman, Utrecht 2000, pp. 22-29.

Bibliografie

Page 28: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

261Bibliografie

Schenkenveld-van der Dussen, M.A. ea., Nederlandse literatuur, een geschiedenis, Groningen 1993, pp. 597-708.

Schippers, H., Zwart en Nationaal Front. Latijns georiënteerd rechts-radicalisme in Nederland (1922-1946) (diss.), Amsterdam 1986.

Schneider, N., ‘Hans Sedlmayr’, in: H. Dilly, Altmeister moderner Kunstgeschichte, Berlijn 1990, pp. 267-281.

Scholten, H., Aspecten van het tijdschrift De Gemeenschap (diss.), Baarn 1978.

Scholten, H., ‘Een nieuwe jeugd ging opwaarts in zijn ster, reismotief en aankomstthema bij de jong-katholieken in het interbellum’, in: Voor H. A. Gomperts, Amsterdam 1980, pp. 177-184.

Sötemann, A.L., Over poëtica en poëzie, Een bundel beschouwingen samengesteld en ingeleid door W.J. van den Akker en G.J. Dorleijn, Groningen 1985.

Sötemann, A.L., ‘Dichters die nog maar namen lijken: Jan Engelman’, Ons Erfdeel, 38 (1995) 1, pp. 89-98.

Sötemann, A.L., Utrecht – Zo moet mijn stad wel zijn. Gemengde Domstad-gedichten toegelicht door Guus Sötemann, Utrecht 1997.

Spapens, A., ‘R.N. Roland Holst: Theorieën omtrent de monumentale kunst’, in: M.H. Würzner ea., Aspecten van het interbellum. Beeldende kunst, film, fotografie, cultuurfilosofie en literatuur in de periode tussen de twee wereldoorlogen, Leids Kunsthistorisch Jaarboek VII (1988), ’s-Gravenhage 1990, pp. 142-161.

Spoor, R., ‘Sympathie voor een hemelvaarder’, Tirade, 17 (1973) pp. 184-185, febr-mrt, Du Perron-nummer, pp. 164-190.

Steen, J., ‘Magisch realisten en tijdgenoten’ in: J. Brand en K. Broos, Magisch Realisten en tijdgenoten, Zwolle 1992, pp. 34-38.

Stevens, H., ‘Ambrosia, wat vloeit mij aan? Het perspectief van een gedicht’, De Revisor, 12 (1985), pp. 53-61.

Stokvis, W., (red.), De doorbraak van de moderne kunst in Nederland: de jaren 1945-1951, Amsterdam 1984, pp. 155-166.

Streng, T., ‘Gekweld door kopieerlust. De kunstopvatting van J.A. Alberdingk Thijm en J.W. Cramer, 1842-1850’, De Spektator, 19 (1990) 2, pp. 145-159.

Page 29: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

Bibliografie

Stubbe, E. (red.), In de ban van de Biennale van Venetië 1895-1995, Amsterdam 1995.

Taverne, E., Architectuur en geschiedenis. Nederlandse architectuur en stedebouw in Europese context 1940-1980, college-dictaat Historiografie Geschiedenis van architectuur en stedebouw Rijksuniversiteit Groningen 1993-1994.

Thurlings, J.M.G., ‘De Wankele Zuil. Nederlandse katholieken tussen assimilatie en pluralisme’, De Bazuin, 55 (1972) 28, 9 april.

Thurlings, J.M.G., De wankele zuil, Deventer 1978.

Tibbe, L., R.N.Roland Holst – Arbeid en schoonheid vereend. Opvattingen over Gemeenschapskunst (diss.), Amsterdam 1994.

Til, M. van, ‘Terugkeer naar de orde. De Biennales van 1920 tot 1940’, in: E. Stubbe (red.), In de ban van de Biennale van Venetië 1895-1995, Amsterdam 1995.

Timmer, A., ‘Een ontluisterd rijk. Jan Engelman en de stadsvernieuwing in Utrecht’, in: Op gezang en vlees belust. Over leven, werk en stad van Jan Engelman, red: Liesbeth Feikema ea., Utrecht 2000, pp. 67-90.

Timmer, A, ‘Jan Engelman: op zoek naar de geest van Alphons Diepenbrock’, in: Polyptiek. Een veelluik van Groninger bijdragen aan de kunstgeschiedenis, Zwolle 2002, pp. 153-162.

Vecht, J. van der, A. Roland Holst. Biografie, Baarn 2000.

Velde, I. van der, Het Eeuwige Vuur door I. van der Velde met een inleiding van Henr. Roland Holst-van der Schalk, Amsterdam 1933.

Verhoeven, B., ‘Antipoden in de critiek’, De Nieuwe Eeuw, 3 juli 1924, pp. 1272-1273.

Verhoeven, B., ‘Nieuwe dichtkunst’, De Nieuwe Eeuw, 11 december 1924, pp. 336-337.

Verhoeven, B., ‘Verschijningen van de Schoonheid’, De Nieuwe Eeuw, 19 maart 1925, pp. 784-785.

Verhoeven, B., Boekbespreking: H. Marsman, Penthesileia, in: De Nieuwe Eeuw, 24 september 1925, p. 1632.

Verhoeven, B, ‘Uit de tijdschriften’, De Nieuwe Eeuw, 7 januari 1926, p. 466.

262

Page 30: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

263

Vermeulen, H., De Maasbode – De bewogen geschiedenis van ‘De beste courant van Nederland’, Zwolle 1995.

Vermeulen, M., Princiepen der Europese muziek, Amsterdam 1949.

Vermeulen, M., Het enige hart. Dagboek 1 september 1944 – 1 september 1945, Amsterdam 1993. Vestdijk, S., Gestalten tegenover mij. Persoonlijke herinneringen, Den Haag 1961.

Vestdijk, S., Lier en Lancet, Deel I, ’s-Gravenhage/Rotterdam 1936.

Viola, M., ‘Over Alberdingk Thijm’, Van onzen tijd, 3 (1902), pp. 61-64, pp. 139-144, pp. 232-236.

Viola, M., ‘Toorop’, Van Onzen Tijd, 14 (1913-1914), p. 20.

Vliet, H.T.M. van, Tussen twee generaties. Briefwisseling A. Roland Holst en H. Marsman (1922-1940), bezorgd door H.T.M. van Vliet, Den Haag 1999.

Vries, J. de, ‘Albert Verwey en de beeldende kunst’, Jong Holland, 1 (1985) 1, pp. 7-26.

Vries, J. de, Gemeenschap en wereld-ik, geheel op de wijze der kunst: Nederlandse kunstkritiek en de moderne kunst, circa 1900-1920: Albert Verwey, Albert Plasschaert, Just Havelaar, Theo van Doesburg (diss.), Amsterdam 1990.

Werker, G., [alias Wouter Paap], ‘Philomela. Opera van Jan Engelman en Hendrik Andriessen’, Mens en Melodie, 5 (1950), pp. 142-146.

Wiekart, K., J.J.P. Oud, Amsterdam 1965.

Wiekken, J., ‘Charles Eyck: Waardering en kritiek’, in: Jos Pouls ea., Charles Eyck 1997-1983. Kunstenaar tussen vernieuwing en traditie, Maastricht 1997.

Wintgens Hötte, D., ‘Achterhoede-gevecht tegen een artistieke voorhoede. Kunstkritiek tussen 1945 en 1955’, Metropolis M, 7 (1986) 5/6, pp. 34-37.

Wit, W. de, ‘De architectuur der Amsterdamse School’, in: Tent. cat. Nederlandse architectuur 1910-1930 Amsterdamse School, Amsterdam 1975, pp. 42-70.

Woud, A. van der, Waarheid en Karakter. Het debat over de bouwkunst, 1840-1900, Rotterdam 1997.

Bibliografie

Page 31: University of Groningen Men voelt het of men voelt het ... · Saar de Swart, muze der Tachtigers, Klein literair museum, dl 14, Utrecht/Bunnik: Sjaalmanpers, 1986. Uitgaven onder

Würzner, M.H. ea., Aspecten van het interbellum. Beeldende kunst, film, fotografie, cultuurfilosofie en literatuur in de periode tussen de twee wereldoorlogen, Leids Kunsthistorisch Jaarboek VII (1988), ’s-Gravenhage 1990.

Zijlmans, K., ‘München 1937. Entartete Kunst en Deutsche Kunst in de Nederlandse kunstkritiek’, Jong Holland, 2 (1986) 4, pp. 46-57.

Zijlmans, K., ‘Kunstgeschiedenis als systeemtheorie’, in: M. Halbertsma en K. Zijlmans (red.), Gezichtspunten. Een inleiding in de methoden van de kunstgeschiedenis, Nijmegen 1993, pp. 311-344.

Bibliografie264