tk-brief coalitie duurzaam inkopen 27 jan · 3! nieuw+programma+duurzaam+inkopen+2020+...
TRANSCRIPT
1
Den Haag, 27 januari 2015
To : Leden van de Vaste Kamercommissie Infrastructuur en Milieu cc: Staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu W. Mansveld Minister van Wonen en Rijksdienst S. Blok
Contact : Maurits Hekking (De Groene Zaak): 06 4611 9723, [email protected] Erik te Brake (VNO-‐NCW): 06 4627 1963, [email protected]‐mkb.nl
Geachte leden van de Commissie Infrastructuur en Milieu, Op 5 februari a.s. is een Algemeen Overleg gepland over duurzaam inkopen. MVO Nederland, de Groene Zaak, NEVI, VNO-‐NCW, MKB-‐Nederland en Social Enterprise NL onderschrijven het belang van duurzaam inkopen zeer. Overheidsinkopers kopen jaarlijks voor tientallen miljarden euro in. Innovatie en groene groei kunnen een impuls krijgen wanneer overheden op een slimme manier hun inkoop vormgeven, en daarbij niet alleen kijken naar de laagste aanschafprijs. Om het duurzaam inkopen in Nederland verder te professionaliseren hebben wij al in 2011 een advies aangeboden, dat door het kabinet en de politiek breed is aanvaard. Dit advies geeft overheden 11 concrete aanbevelingen1 waarmee zij beter gebruik kunnen maken van de innovatieve krachten in het bedrijfsleven en zo via eigen inkoop bijdragen aan duurzame economische bedrijvigheid tegen lagere kosten over de gehele levensduur. Duurzaam inkopen is daarmee een strategisch instrument dat direct kan bijdragen aan groene groei, de doelen van het Energieakkoord en zeker ook financiële doelstellingen van het kabinet. Sinds dit advies hebben het Rijk en medeoverheden inspanningen verricht om de aanbevelingen op te volgen en duurzaam inkopen te professionaliseren.2 Wij hebben echter ook een groot aantal zorgpunten, omdat vier jaar na ons advies nog te weinig ten goede is veranderd in de praktijk:
• Wij constateren dat al vanaf 2012 een steeds grotere groep overheden een steeds lagere prioriteit geeft aan duurzaam inkopen. Bestuurlijk commitment ontbreekt! Sinds 2010 is de focus op duurzaam inkopen bij alle overheden met gemiddeld 42% afgenomen volgens enquêtes van Ecorys3. Deze afname is zorgelijk en bevestigt dat duurzaam inkopen bestuurlijk en in de praktijk wegzakt. Ook bij het Rijk in de eigen organisatie is duurzaam inkopen weggezakt volgens 27% van de ondervraagden.
1 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-‐en-‐publicaties/rapporten/2011/06/24/advies-‐duurzaam-‐inkopen-‐juni-‐2011.html 2 Bijvoorbeeld de pilots in het kader van de Green Deal Circulair Inkopen, de voorbeelden zoals beschreven in de praktijkgids ‘Duurzaam Inkopen doe je zo’. Ook is de ondersteuning via de PIANOosite in lijn gebracht met het advies. 3 Ex post beleidsevaluatie duurzaam inkopen, november 2013, Ecorys, p.39.
2
• En waar het wel aandacht krijgt, is duurzaam inkopen nog te veel een bureaucratisch proces van afvinken en stapelen van eisen, waarbij weinig ruimte is voor innovatieve en duurzame oplossingen. Op het vlak van MVO zijn er meer dan 50 verschillende certificaten die gevraagd kunnen worden, die lang niet altijd relevant of onderscheidend zijn. Duurzaamheid wordt te weinig gewaardeerd; uiteindelijk is toch aanschafprijs doorslaggevend, zelfs bij toepassing van Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI).
• De nodige kennis en ervaring ontbreken vaak om een goede invulling te geven aan functioneel specificeren, de toepassing van EMVI, gunnen op levensduurkosten, marktconsultaties en innovatiegericht aanbesteden. De ex-‐post evaluatie door Ecorys laat zien dat deze vormen van aanbesteden nog maar op kleine schaal worden toegepast. Van de aanbestedende diensten doet 10 % aan innovatiegericht aanbesteden, 7% aan aanbesteden op levensduurkosten en maar 9% past regelmatig marktconsultaties toe.
• Er zit ook te veel variatie in de wijze van toepassing van duurzaamheidseisen bij diverse overheden, waardoor bedrijven steeds opnieuw veel kosten moeten maken om aan alle eisen te voldoen. Gebrek aan uniformiteit leidt tot extra kosten.
• Sinds 2011 is er geen enkele vorm meer van monitoring van de doelstelling van overheden om 50-‐100% duurzaam in te kopen in 2010-‐2015, zoals afgesproken in de destijds afgesloten convenanten met de koepelorganisaties VNG, IPO, UvW en VNSU, MBO-‐ en HBO-‐raad.
• Duurzaam inkopen is versnipperd over vier verschillende beleidsministeries (I&M, EZ, BZ en SZW) met een coördinerende rol voor Rijksinkoop bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Een centrale regie tussen de ministeries is onvoldoende. Er is nog te weinig afstemming en samenwerking binnen het dossier duurzaam inkopen dat door het ministerie I&M is opgezet en het dossier innovatiegericht inkopen waar EZ verantwoordelijk voor is, terwijl deze thema’s onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Daarnaast voelt geen enkel ministerie zich verantwoordelijk voor de coördinatie richting decentrale overheden.
• Uit een onderzoek van De Groene Zaak onder 10 provincies en 10 grote steden4 blijkt dat de inkopers zelf inschatten dat in de praktijk lang niet altijd duurzaam wordt ingekocht. De minimumeisen voor duurzaam inkopen worden door velen niet als echte duurzaamheidseisen gezien. De gemeenten en provincies zijn wel unaniem dat zij meer zouden willen dan alleen inkopen volgens minimumeisen. De nodige regie door het Rijk en bestuurlijke prioriteit, soms ook in de eigen organisatie, wordt echter gemist. IPO en VNG lijken echter de komende jaren duurzaam inkopen geen prioriteit te willen geven en vooral te sturen op de minimum duurzaamheidseisen, blijkt uit beleidsevaluaties.
• Tot slot is er veel kritiek vanuit het bedrijfsleven op de wijze waarop social return in de praktijk vorm krijgt: het leidt tot irreële stapeling van verplichtingen -‐ met name voor MKB bedrijven; het leidt in veel gevallen tot verdringing en niet tot duurzame banen en de vereisten zijn vaak niet afgestemd op het soort opdracht en de werkelijke beschikbaarheid van mensen. Daarnaast krijgen bedrijven die al mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst hebben te maken met social return eisen bij de gunning van opdrachten, bovenop de inzet die ze al plegen en bovenop de uitvoering van het sociaal akkoord.
4 http://degroenezaak.com/wp-‐content/uploads/2015/01/Rapport_DGZ_Duurzaam_Inkopen.pdf
3
Nieuw programma duurzaam inkopen 2020 Nu de convenanten tussen Rijk en medeoverheden aflopen, vragen ondergetekenden u om bij het kabinet aan te dringen om te komen tot een nieuw programma voor duurzaam inkopen voor de periode 2015-‐2020. Daarin wordt nauw samengewerkt met de markt en maatschappelijke organisaties, en worden nieuwe bestuurlijke afspraken gemaakt voor de periode tot 2020 tussen Rijk, VNG, IPO, UVW, VNSU, HBO-‐ en MBO-‐raad, en andere aanbestedende diensten. Voor de uitvoering moeten Rijk en medeoverheden voldoende menskracht en middelen beschikbaar stellen. Wij zijn graag betrokken bij het meedenken over de inhoud en de uitvoering van het programma. In ieder geval stellen wij vijf concrete acties voor:
1. Investeer in professionalisering en implementatie. Het Rijk moet veel zwaarder in zetten op overheidsbrede implementatie van duurzaam inkopen, dus ook richting decentrale overheden. Dit moet zich niet alleen richten op de inkopers, omdat deze sterk afhankelijk zijn van de (bestuurlijke) aandacht die dit onderwerp krijgt binnen hun organisatie. Daarvoor moet ingezet worden op professionalisering door samenwerken en van elkaar leren, via communities of practice en een kennisprogramma. Een Leadership Programma, aanvullend op bestaande scholingsactiviteiten, is wenselijk waarin overheden en koplopers uit het bedrijfsleven door middel van kruisbestuiving van elkaar kunnen leren. Hierbij moet ook ingezet worden op het versterken van de dialoog tussen marktpartijen en overheden, waarbij de focus ligt op een specifieke sector of categorie. Zo’n sectorale dialoog kan beter inzichtelijk maken welke innovatieve en duurzame producten de markt te bieden heeft, en op welke wijze die aansluiten bij behoeften van overheden. Ook kan in pilots gewerkt worden aan nieuwe vormen van duurzaam inkopen, zoals “winnen op waarde”. Daarbij ligt de prijs (inclusief gebruiksfase) vast, en strijden ondernemers om de beste kwaliteit, innovatie en milieuprestatie.
2. Gunnen op levenscycluskosten bespaart kosten. De nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn die nog in Nederland geïmplementeerd moet worden, schrijft voor dat in aanbestedingen levenscycluskosten moeten worden meegenomen (artikel 68). Het is van belang dat deze aanpak zo snel mogelijk in Nederland toegepast gaat worden. Uit onderzoek van Ecorys blijkt dat overheden nu nog maar in 7% van de gevallen Total Cost of Ownership standaard toepassen, waardoor overheden in latere jaren vaak onnodig hoge kosten moeten maken. Daarom is het ook gewenst dat de Europese methodiek voor het bepalen van de levenscycluskosten zo snel mogelijk beschikbaar komt. Nederland moet de Europese Commissie daartoe aansporen of zelf het voortouw hierin nemen.
3. Benchmark duurzaam inkopen voor groene groei. De uitvoering van duurzaam inkopen in
de praktijk van het Rijk en alle provincies, gemeenten, waterschappen en andere decentrale overheden moet weer gemonitord worden, door gebruik te maken van benchmarking (vergelijkbaar met de Transparantie Benchmark voor bedrijven). De kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van deze benchmark moeten periodiek (jaarlijks of elke twee jaar) naar de Tweede Kamer gestuurd worden, zodat transparant wordt hoe alle overheden op duurzaam inkopen scoren. De monitor geeft ook een ranking van aanbestedende diensten, eventueel gekoppeld aan een best in class. Het competitieve element van een benchmark
4
zal net als bij andere benchmarks zorgen voor een prikkel en dynamiek voor blijvende verbetering. De basis voor deze monitoring is reeds aanwezig.5 De benchmark kan ook gekoppeld worden aan streefcijfers over het aantal overheden dat daadwerkelijk professioneel duurzaam inkoopt en in de praktijk op een goede manier invulling geeft aan de aanbevelingen uit ons advies uit 2011.
4. Verminder bureaucratie. Overheden moeten stoppen met eindeloze afvinklijsten en niet
vragen naar grote hoeveelheden certificaten. Alleen om certificaten vragen wanneer de betreffende (functionele) eisen echt relevant zijn voor de opdracht en leiden tot onderscheidend vermogen in de markt. Geef ruimte aan marktpartijen om met duurzame innovaties te komen. Deze aanpak moet onderdeel zijn van de inzet op het verder professionaliseren van de inkoop.
5. Aanpassen social return beleid. Pas het social return beleid aan zodat de eerdergenoemde
knelpunten worden opgelost. Communiceer dit ook naar decentrale overheden. Waar social return toegepast wordt, moet dat passend en werkbaar zijn voor de opdrachtnemer (inclusief mkb) en mag dat niet leiden tot verdringing.
Nederland is haar internationale koploperspositie op het gebied van duurzaam inkopen kwijtgeraakt. Wij onderstrepen daarom de noodzaak voor hernieuwde aandacht voor dit onderwerp en vragen u er bij het kabinet op aan te dringen om vóór de zomer van 2015 te komen met een plan van aanpak voor het programma duurzaam inkopen 2015 – 2020. Hoogachtend,
Willem Lageweg Directeur MVO Nederland
Marga Hoek Directeur De Groene Zaak
Hans de Boer Voorzitter VNO-‐NCW
Michaël van Straalen Voorzitter MKB Nederland
Jan Willem van der Meer Directeur NEVI Netwerk
Mark Hillen Directeur Social Enterprise NL
5 Zie bijvoorbeeld “Factsheet Monitor Duurzaam Inkopen” (Rijksoverheid), “Implementatiecoach Duurzaam Inkopen” (PIANOo) en “Checklist professioneel Duurzaam Inkopen”(Pianoo), “Voortgangsrapportage Innovatiegericht Inkopen” (Min. EZ)