thema’s maatschappijleer voor vmbo · 2018-09-05 · dit is het antwoordenboek voor leerlingen...

23
Thema’s Maatschappijleer voor VMBO KGT Werkboek 2018-2019 ANTWOORDENBOEK VOOR LEERLINGEN Criminaliteit

Upload: others

Post on 16-Jul-2020

8 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Thema’s Maatschappijleer voor VMBO

KGT

Werkboek 2018-2019

ANTWOORDENBOEK VOOR LEERLINGEN

Criminaliteit

Page 2: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Inleiding Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau. Dit antwoordenboek heeft de volgende uitgangspunten:

• Het is bedoeld om in de klas uit te delen, zodat leerlingen zelf hun antwoorden kunnen nakijken.

• De antwoorden zijn -in vergelijking met de Docentenhandleiding I- ontdaan van alle opmerkingen, uitleg, toelichtingen en illustraties. Het is zo gemaakt dat de leerling zo snel mogelijk kan zien of zijn antwoord juist is.

• Vragen en opdrachten waarin wordt gevraagd naar een mening van de leerling, of waarin leerlingen iets moeten beschrijven uit hun eigen situatie, krijgen als standaardantwoord ‘Eigen uitwerking leerling’.

• Er is naar gestreefd de antwoorden per hoofdstuk op één A4-tje te laten passen.

Deze uitgave is uitdrukkelijk alleen bedoeld voor intern gebruik op uw school.

Page 3: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit H1 Wat is criminaliteit? 1. - Veel mensen hebben ermee te maken: veel mensen zijn slachtoffer van criminaliteit.

- Er wordt verschillend gedacht over de oplossingen: sommigen zien meer in het voorkomen van criminaliteit, anderen denken juist dat alleen zwaardere straffen zullen helpen.

- De media berichten vaak over criminaliteit: kranten en tv besteden veel aandacht aan sensationele criminaliteit zoals moorden, liquidaties en ramkraken.

- Criminaliteit is in de politiek vaak aan de orde. 2. MISDRIJVEN, omdat het om ernstige strafbare feiten gaat, zoals een vechtpartij en diefstal. 3. - Bij misdrijven word je door de politie verhoord en komt er meestal een rechtszaak. Bij een

overtreding krijg je alleen een boete of slechts een vermaning. - Op misdrijven staan strengere straffen, bij een overtreding krijg je hooguit een bekeuring. - Bij misdrijven krijg je een strafblad, bij een overtreding niet.

4. Voorbeeldantwoord:

WEL crimineel, omdat: ze heeft gestolen en dat is een misdrijf. 5. a. In Maleisië krijg je straf als je een heilige plek niet respecteert. In Nederland is dat niet zo.

* b. Voorbeeldantwoord: - In Nederland zijn de straffen voor het dealen in drugs laag. In een land als Indonesië

kun je er de doodstraf voor krijgen. - In Nederland is homoseksualiteit toegestaan. In veel Afrikaanse landen staat er echter

een zware straf op. In Nigeria zelfs de doodstraf. 6. Voorbeeldantwoord:

Bijvoorbeeld het verbod op trouwen met meer dan een persoon. Mensen moeten zelf kunnen beslissen met hoeveel mensen ze getrouwd willen zijn.

* 7. a. Materieel gevolg: er worden spullen gestolen.

Niet-materieel gevolg: je bent een tijdlang angstig en gespannen. b. Voorbeelden van argumenten:

Materiële schade is erger, want het kan om veel geld gaan. Niet-materiële schade is erger, want mensen kunnen heel lang psychisch last hebben van een overval.

8

Stelling Juist / onjuist Uitleg 1. “Asociaal gedrag is ook altijd crimineel

gedrag.” onjuist De wet verbiedt asociaal gedrag niet.

2. “Crimineel gedrag is ook altijd asociaal gedrag.”

juist Want bij strafbaar gedrag wordt er geen rekening gehouden met anderen.

3. “Als je iets strafbaars doet, ben je crimineel.”

onjuist Alleen als het om misdrijven gaat. Overtredingen vallen niet onder de definitie van criminaliteit.

Page 4: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

9 A

Situatie

M of O

Situatie

M of O

1. Je rijdt 50 km per uur op een opgevoerde brommer. O 5. Je rijdt op je 15e op een brommer O 2. Je veroorzaakt een zwaar ongeval omdat je geen

voorrang gaf. M

6. Je rijdt dronken op een brommer. M

3. Je rijdt 85 km per uur met je brommer. O 7. Je telefoneert terwijl je op een brommer rijdt. O 4. Je rijdt dronken op je brommer en veroorzaakt een

ongeluk. M 8. Je hebt een gestolen brommer gekocht. M

B Marcella had een boete van 956 euro kunnen krijgen.

Berekening: - Bestuurder brommer jonger dan 16 jaar: 240 euro. - Rijden zonder verzekering: 360 euro. - Bellen tijdens het rijden: 160 euro. - Door rood licht rijden: 160 euro. - Administratiekosten: 4 x 9 euro = 36 euro

10 A Een misdaad, omdat het een ernstig delict betreft en Mark M. vijf jaar cel heeft gekregen.

B Een rechtsstaat is een land waar: X grondrechten bestaan. X ook de politie zich aan de wet moet houden. de rechters de baas zijn.

C NIET-MATERIËLE, want: de rechter spreekt over de schade die het aanzien van de politie en de rechtsstaat heeft opgelopen.

11 Veel werkgevers willen geen werknemers met een strafblad. 12 A TIJDGEBONDEN begrip, want tot voor kort bestonden er nog helemaal geen drones en was

dus ook niet duidelijk wat strafbaar zou moeten zijn.

B Het vliegen met drones is strafbaar: - bij vliegvelden; - boven groepen mensen.

* C. Nee, want je kunt alleen straf krijgen als je een bestaande regel overtreedt.

Page 5: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit H2 Waarom worden mensen crimineel? 1. - Een slechte opvoeding.

- Biologische factoren. 2. Risicofactoren bij Holleeder:

- Een slechte opvoeding: zijn vader gebruikte geweld tegen hem. - Alcohol of drugs: vriendjes die drugs gebruikten.

* 3. Voorbeeldantwoord:

Door meer sociale controle wordt de pakkans groter.

* 4. a. Voorbeeldantwoorden: Jongeren zoeken spanning en avontuur, experimenteren met alcohol en drugs en zijn gevoelig voor groepsdruk.

b. Voorbeeldantwoord: Meisjes worden vaak opgevoed om mooi en lief te zijn, jongens moeten stoer en sterk zijn.

* 5. Bij illegaal downloaden horen de volgende begrippen:

- Minder strenge normen. - Groepsdruk. - Minder sociale controle. - Lage pakkans.

* 6. Voorbeeldantwoord:

Jongeren die in een grote stad wonen, een slechte opvoeding hebben gekregen, met foute vrienden omgaan, veel blowen en op school hun best niet doen. Uitleg: dat zijn risicofactoren en maatschappelijke omstandigheden die vaak samenkomen bij jongeren die een beetje ‘dwars’ zijn en rottigheid uithalen.

7. a. Eigen uitwerking leerling.

* b. Als leraren surveilleren is er sociale controle. Ze houden dan toezicht op de leerlingen. 8 1.: groepsdruk en alcohol; 2.: groepsdruk; 3.: drugs; 4.: groepsdruk, spijbelen; 5.: slechte

opvoeding; 6.: biologische factoren.

9 A - Een slechte opvoeding (“Alle mannen in mijn familie zijn verschrikkelijk, een ernstig gestoord zooitje”).

- Biologische factoren (Willem is “psychisch gestoord” net als zijn vader). B - Een slechte opvoeding (“Mijn vader was een verschrikkelijke man”).

- Groepsdruk (“Zo waren we dit gewend in de Jordaan”). - Drugs (“veel vrienden gingen aan de heroïne”).

C Voorbeeldantwoorden: JA, want je hebt geen schuld aan een slechte opvoeding. NEE, want criminaliteit is verboden, dus als je het toch doet verdien je straf.

10 A Voorbeelden van risicofactoren in de tekst:

- Een slechte opvoeding: weinig respect voor de politie bijgebracht. - Groepsdruk: haantjesgedrag. - Gebruik van alcohol en drugs.

B De stijging kan ook komen doordat er meer en strenger wordt gecontroleerd.

Page 6: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

11 A 1: alcohol 2: een slechte opvoeding

* B Minder strenge normen: veel mensen zien het trucje niet als iets wat asociaal of crimineel is. * C Voorbeeldantwoorden:

Fietsendiefstal: dat kan biologische factoren hebben (kleptomanie of drang tot stelen) en er is vaak een kleine pakkans. Voetbalvandalisme: dat kan biologische factoren hebben (aanval van onbeheerste agressie) en omdat het vaak om groepen tegen elkaar gaat is de pakkans vaak klein.

Page 7: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit Ons beeld van criminaliteit 12 A-C Eigen uitwerking leerling. 13 A Voorbeeldantwoord:

De tekening gaat over: een bejaarde man die zich zo onveilig voelt dat hij denkt dat iedereen die aanbelt een inbreker is.

B Voorbeeldantwoord: De tekenaar wil zeggen dat: ondanks het feit dat mensen heel goed beveiligd zijn (kijk maar naar alle sloten op de deur) het gevoel van onveiligheid vaak groot is.

14 A Inge moet weten dat berichten over criminaliteit vaak meningen en/of vooroordelen bevatten.

Ook kan ze besluiten niet te kijken naar die programma’s op tv.

B Voorbeeldantwoord: Door de media-aandacht besteedt de politiek meer aandacht en geld aan de bestrijding van criminaliteit en letten mensen beter op.

Page 8: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit H3 De wetenschap over criminaliteit

* 1. Als je weet hoe crimineel gedrag ontstaat, kun je het beter aanpakken.

* 2. Voorbeeldantwoord: Freud zegt dat crimineel gedrag komt door psychische stoornissen. Daardoor kunnen sommige mensen hun driften niet beheersen en worden ze eerder crimineel.

* 3. Zij zijn dan bang een belangrijke binding (hun vriendin) te verliezen en stoppen daarom met hun

criminele gedrag.

* 4. Met de aangeleerd-gedragtheorie. De zoon neemt de normen en het gedrag van zijn vader over.

* 5. De uitspraak “Eens een dief, altijd een dief” past bij de ETIKETTERINGSTHEORIE, want als je één keer de fout in bent gegaan verwachten mensen dat je dat voortaan vaker of altijd zal doen.

* 6. Met de gelegenheidstheorie, want deze actie levert Finn een extra sinaasappel op terwijl de

pakkans klein is. De marktkoopman maakt het Finn wel erg makkelijk om te stelen.

* 7. Eigen uitwerking leerling.

* 8 Aangeleerd-gedragtheorie: Peter R. de Vries had ‘foute vrienden’ met wie hij rottigheid uithaalde. Bindingstheorie: door de band met zijn ouders bleef Peter R. de Vries uiteindelijk op het rechte pad.

* 9 1. Volgens de aangeleerd-gedragtheorie worden jongeren vaker crimineel als ze foute

vrienden hebben.

2. Volgens de bindingstheorie voorkomen onze bindingen dat we crimineel worden. 3. Als je geweten niet goed ontwikkeld is, is de kans groter dat je later crimineel wordt. 4. De ex-crimineel blijft zich crimineel gedragen als hij door zijn omgeving steeds het etiket

crimineel opgeplakt krijgt / anders wordt behandeld. 5. Volgens Freud hebben mensen twee oerdriften: seks en agressie. 6. Veel onderzoekers denken dat crimineel gedrag een gevolg is van een optelsom van

factoren.

* 10 De aangeleerd-gedrag-theorie, want de ouders vonden het geen probleem dat hun zoon handelde in verboden vuurwerk. Sterker, de moeder maakte het zelfs mogelijk dat hij er geld mee verdiende.

Page 9: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit H4 Opgepakt ... en dan? 1. Je bent een verdachte als: de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan. 2. Nee, ze mogen alleen fouilleren als ze vermoeden dat iemand een misdrijf heeft begaan. 3. Marion had NIET mogen weigeren mee te gaan naar het politiebureau, want de politie heeft het

recht iemand te arresteren. * 4. a. Vaakst opgelost: vuurwapen- en drugsmisdrijven en winkeldiefstal.

Voorbeeldantwoord: - De politie besteedt veel aandacht aan zware misdrijven die te maken hebben met

vuurwapens en drugs. - Winkeliers geven winkeldiefstal alleen aan als zij een dader betrapt hebben en

vasthouden. Daarom is het percentage zo verrassend hoog. b. Minst opgelost: diefstal uit auto.

- Diefstal uit auto’s krijgt geen voorrang van de politie. Ook gebeurt een autokraak vaak ’s nachts. Er zijn dan vrijwel nooit getuigen.

5. De officier kan seponeren, een schikking (boete) voorstellen of vervolgen. 6. Voorbeeldantwoord:

- Een verdachte weet dat hij onschuldig is en wil alleen maar vrijspraak. - Een verdachte vindt de voorgestelde boete te hoog.

7. Nee, alleen de rechter bepaalt of een verdachte schuldig is of niet.

8. De rechters bepalen welke straf iemand krijgt. 9 De juiste volgorde: 4, 2, 5, 1, 7, 3, 6 10 A Maximaal 110 dagen en 9 uur.

B Voorbeeldantwoorden: - De politie heeft veel werk aan het onderzoek en het zoeken naar bewijzen. - Justitie wil zo voorkomen dat de verdachte contact met de buitenwereld heeft. - Justitie wil zo voorkomen dat de verdachte vlucht.

11

Juist Onjuist 1. De politie heeft toestemming nodig om het huis van een verdachte te X

onderzoeken. 2. Als je tussen de 12 en 18 jaar bent en een licht misdrijf pleegt, kom je X

bij Halt terecht. 3. Het proces-verbaal wordt geschreven door de officier van justitie. X 4. Geweldsmisdrijven worden vaker opgehelderd dan drugsmisdrijven X

(bron 7 in je lesboek). 5. De officier schikt alleen bij lichte misdrijven. X 6. De politie mag altijd je tas en kleding onderzoeken om te kijken of je X

drugs bij je hebt. * 7. De officier van justitie bepaalt welke straf de verdachte krijgt. X

Page 10: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

* 8. Alle officieren van justitie samen, noemen we het Openbaar Ministerie X (OM).

Page 11: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

12 Eigen uitwerking leerling. 13

Voorbeeldantwoord: Zaak

Seponeren, schikken of vervolgen

Uitleg

1. Bij een voetbalwedstrijd gooit een groep van 20 ‘supporters’ stenen naar de politie. De politie weet één van hen te arresteren.

Vervolgen Er is opzettelijk en gericht met stenen gegooid. Dat is ernstig. Een fikse straf heeft ook een afschrikkende werking.

2. Een vuurwerkhandelaar heeft 600 kilo vuurwerk in zijn opslagplaats liggen, terwijl hij een vergunning heeft voor 200 kilo. Hij heeft dus 400 kilo te veel.

Schikken/ vervolgen

- Hij heeft zich niet gehouden aan de vergunning. Vanwege het ontploffingsrisico moet hij een flinke geldboete krijgen.

- De risico’s zijn zo groot dat rechter de straf moet bepalen. Laat hem ook maar een tijd werken in een brandwondencentrum.

3. De officier denkt dat iemand een gewapende overval heeft gepleegd. Bij zijn arrestatie vindt de politie vuurwapens in zijn huis. De politie had echter geen huiszoekingsbevel. Het bewijs is dus onrechtmatig verkregen.

Seponeren Het bewijs is onrechtmatig verkregen en dat keuren rechters daarom af als bewijs. Als er meer bewijs is, zal de officier natuurlijk wel overgaan tot vervolging.

Page 12: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit Veiligheid of vrijheid 14 A Voorbeeldantwoord:

Op het Binnenhof zitten de regering en de Tweede Kamer. De kans dat daar een aanslag plaatsvindt is veel groter dan bij het gemeentehuis van Utrecht.

* B Het argument dat politici allemaal zullen instemmen met heel strenge maatregelen. 15 A Omdat criminelen die te koop lopen met hun spullen worden aangepakt. B Omdat mensen onterecht lastiggevallen kunnen worden door de politie. 16 Voorbeelden van argumenten:

- Ik wil heel wat vrijheid inleveren voor een veiligere samenleving, omdat ik niet elke dag gestrest over straat wil lopen uit angst voor een overval of aanslag.

- Ik wil geen vrijheid inleveren voor een veiligere samenleving, want een samenleving zonder geweld is een illusie. Criminelen en terroristen blijven toeslaan, al controleer je iedereen en overal.

17 A De politie handelt hier niet neutraal, want: Typhoon werd aangehouden op basis van zijn

huidskleur. B - De politie mag je niet zomaar oppakken.

- Iedereen heeft recht op een gelijke behandeling. C Voorbeeldantwoord:

Met ‘een dikke error in de Nederlandse samenleving’ bedoelt Typhoon dat het in Nederland vaak voorkomt dat mensen met een donker uiterlijk gediscrimineerd worden.

D Eigen uitwerking leerling. 18 Voorbeeldantwoord:

Volgens mij hoort VERVOLGEN er niet bij, want de andere drie is iets dat politieagenten mogen doen, maar vervolgen is iets waar de officier van justitie over gaat.

Page 13: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit Anders straffen: HALT 19 A De meeste jongens vinden het stoer en spannend om vuurwerk af te steken. Veel meisjes

vinden het juist eng en gevaarlijk.

B Het doel van een Halt-straf is dat jongeren zich beter gaan gedragen. Excuus aanbieden hoort bij de straf omdat je dan tegen het slachtoffer eerlijk moet zeggen dat je spijt hebt.

20 Voorbeeldantwoorden:

Als ik bij Halt zou werken, dan geef ik Frenk deze straf: - Werkstraf van 13 uur: schoonmaken van straten en tuinen. - Excuus aanbieden aan eigenaren vuilniscontainers. - (eventueel nog) Een werkstuk maken over alcohol.

Als ik bij Halt zou werken, dan geef ik Kim deze straf: - Werkstraf van 9 uur. - Terugbetalen van de kasverschillen. - Excuusbrief aanbieden aan de bedrijfsleider. - (eventueel nog) Een werkstuk maken met als onderwerp: je hebt een eigen winkel en je

merkt dat personeel steelt. Hoe vind je dat dan en hoe ga je ermee om? 21 A Voorbeeldantwoord:

Politiemedewerkers moeten ongestoord hun werk kunnen doen. Zeker als iemand in levensgevaar is of als er sprake is van een noodsituatie.

B Voorbeeldargumenten: - JA, want: anders kunnen hulpverleners hun werk niet goed doen. - NEE, want: agressie is altijd fout, maakt niet uit tegen wie.

Page 14: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit H5 Schuldig of onschuldig? 1. Voorbeeldargumenten:

- TE HOOG, omdat hij inziet dat hij heel stom is geweest. Een taakstraf van 40 uur is dan zwaar genoeg.

- PRECIES GOED, omdat hij voor de eerste keer in de fout ging. Dan is een gevangenisstraf veel te zwaar.

- TE LAAG, omdat hij met een mes probeerde te steken. Johan moet daarvoor de gevangenis in.

2. Als een getuige liegt, kan een onschuldige (verdachte) gevangenisstraf krijgen.

Een verdachte hoeft niet aan zijn eigen veroordeling mee te werken. 3. De officier van justitie wil de schuld van de verdachte bewijzen.

De advocaat wil de onschuld van een verdachte aantonen. 4. Een uitspraak van de rechtbank noemen we een vonnis. 5. De officier is de rechtszaak begonnen omdat hij besloot tot vervolgen. De rechter bepaalt daarna

of iemand schuldig is en een straf verdient.

* 6. De vragen die de rechter stelt: 1. Gaat het om een strafbaar feit? 2. Heeft de verdachte het gedaan? 3. Is de verdachte strafbaar?

* 7. Een haartje of peuk geeft aan dat de verdachte op de plek van het misdrijf was, maar bewijst niet

dat hij het misdrijf heeft gepleegd.

* 8. a. De rechter geeft tbs als een persoon geestelijk gestoord is en een gevaar voor de samenleving (ontoerekeningsvatbaar) is. Hij wordt dan opgenomen in een speciale kliniek.

b. Vier jaar gevangenisstraf met tbs kan een zwaardere straf zijn, omdat iemand die naar een tbs-kliniek moet niet weet hoe lang hij daar moet blijven.

9 A

C

A

B

Page 15: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

B Dat de verdachte niet echt slim is. Of: Dat de verdachte zijn advocaat verkeerd begrijpt.

Page 16: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

10 Uitspraak Persoon 1. “Ik wil tot slot nog zeggen dat het mij spijt.” verdachte 2. “Ik kan niet met zekerheid zeggen dat het de verdachte was.” getuige 3. “Ik acht het ten laste gelegde bewezen.” rechter 4. “Gezien de ernst van het misdrijf vind ik dat de verdachte een hoge straf verdient.” officier van justitie 5. “Ik hoop dat de rechter rekening wil houden met de persoonlijke omstandigheden

van de verdachte.” advocaat

* 11

Voorbeeldantwoorden:

A In de rechtszaal probeerde de advocaat de rechter te overtuigen dat de verdachte geen gevaarlijke crimineel was.

B Als een crimineel door de rechter schuldig wordt bevonden, loopt hij het risico dat hij naar de gevangenis moet.

C De advocaat van de crimineel is het niet eens met het vonnis dat is uitgesproken. D In het vonnis staat dat de crimineel naar de gevangenis moet.

12 Eigen uitwerking leerling.

* 13 1. Gaat het om een strafbaar feit? JA, namelijk doodslag. 2. Heeft de verdachte het gedaan? JA, de rechtbank vindt dat bewezen. 3. Is de verdachte strafbaar? NEE, hij was ontoerekeningsvatbaar. 4. Straf: vrijspraak.

14 A De rechter kan alle drie vragen met ‘ja’ beantwoorden.

B Voorbeeldantwoorden: ZWAARDERE straf, want een taakstraf van 150 uur is te weinig voor wat ze gedaan heeft. LICHTERE straf, want ze heeft niet de bedoeling gehad iemand te verwonden en doden. Of: LICHTER, want ze is door alle gebeurtenissen al genoeg gestraft. DEZELFDE straf, want ze wordt zo wel gestraft, maar ook weer niet heel heftig.

Page 17: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit H6 Hoe krijgen we de criminaliteit omlaag? 1. De straf als afschrikking en wraak. 2. AZ wilde dat de supporters gingen inzien dat ze met de scheldwoorden mensen kwetsen. 3. a. Eigen uitwerking leerling.

b. Verbetering van het gedrag, want de persoon is dood. 4. Met een boete bereik je de volgende doelen: afschrikking en gedrag verbeteren. 5. a. Bij lik-op-stukbeleid worden daders al na een paar dagen veroordeeld tot een straf.

* b. Bij veel delicten is eerst een grondig onderzoek naar bewijzen nodig. Dat lukt niet in een paar dagen.

6. Door sociale controle probeer je te voorkomen dat er criminaliteit plaatsvindt. 7. Voorbeeldantwoord:

Preventie hoort er niet bij, want daarbij gaat het om criminaliteit voorkomen. De andere drie hebben te maken met straffen.

8. a. Linkse partijen willen vooral dat de overheid preventieve maatregelen neemt.

b. Een uitspraak van een rechtse politicus, want die zijn voorstander van een harde aanpak. 9 1.: veiligheid van de samenleving, wraak; 2.: gedrag verbeteren; 3.: wraak, veiligheid van de

samenleving; 4.: afschrikken, gedrag verbeteren, veiligheid van de samenleving; 5.: afschrikken, gedrag verbeteren

10 A Als je ontoerekeningsvatbaar bent. Of: als je moeite hebt je driften te beheersen.

B Gevaarlijke mensen kunnen dan een tijdlang geen misdrijven plegen. C Voorbeeldantwoorden:

- Kijkers kunnen nu zien dat tbs geen slappe straf is. - Kijkers kunnen nu zien dat tbs’ers kunnen veranderen.

11 A Krantenkop 1 (Koos A.) gaat over repressie.

Krantenkop 2 (app Buurt-Alarm) gaat over preventie. B Voorbeeldantwoord:

Krantenkop 2, omdat het CDA graag wil dat burgers elkaar helpen. 12 Voorbeeldantwoord:

De tekening gaat over: de vraag of gevangenisstraf helpt om iemands gedrag te verbeteren. De tekenaar wil zeggen dat: veroordeelden in de gevangenis verkeerd gedrag van elkaar leren. Ik vind: Eigen uitwerking leerling.

13 Eigen uitwerking leerling.

Page 18: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit Softdrugs: stoppen met het gedoogbeleid? 14 A Omdat de gezondheidsrisico’s van harddrugs veel groter zijn dan die van softdrugs.

B Door coffeeshops verloopt de verkoop gecontroleerd en hoeven mensen niet bij criminele dealers te kopen.

C Blowen is niet onschuldig, want: - het kan de hersenen onherstelbaar beschadigen; - het is schadelijk voor de longen; - het kan psychische problemen versterken; - het kan tot verslaving leiden.

D Voorbeeldantwoorden: Voordeel: het drugstoerisme leidt tot veel buitenlandse bezoekers. Dat is goed voor de economie van Amsterdam. Nadeel: door het drugstoerisme heeft de GGD veel meer werk en door gebruikers die stoned zijn wordt de stad onveiliger.

E Voorbeelden van conclusies: - In de groep van 15-25 jaar wordt verhoudingsgewijs veel meer geblowd. - In alle groepen is het percentage verslaafden even groot, namelijk 1 procent. - In de groep van 46-65 jaar zijn maar heel weinig cannabisgebruikers.

15 A Dat criminelen er geen geld meer aan kunnen verdienen.

B Voorbeeldantwoorden: Ja, want de overheid gaat het regelen, dus blijkbaar is ze ook voor het gebruik van wiet. Nee, want de overheid doet het om de criminaliteit te bestrijden, niet omdat ze wiet normaal

vindt. 16 Eigen uitwerking leerling.

Page 19: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit Samenvatting Hoofdstuk 1 Als je geen rekening houdt met anderen vertoon je asociaal gedrag. Dat is niet verboden. Strafbaar gedrag wel; dat betekent dat je wetsregels overtreedt. Een overtreding is een strafbaar feit dat minder ernstig is. Als je voor een misdrijf wordt opgepakt, kun je worden verhoord of zelfs vastgehouden door de politie. Er gelden zwaardere straffen voor en je krijgt een strafblad. Met criminaliteit bedoelen we alle misdrijven die in de wet staan. Criminaliteit is tijdgebonden, dat betekent dat onze ideeën over wat strafbaar zou moeten zijn, veranderen. Criminaliteit is ook plaatsgebonden, dat betekent dat wat in Nederland is toegestaan in een ander land strafbaar kan zijn.

* Als mensen strafbare feiten plegen, kan er sprake zijn van materiële en van immateriële schade. Hoofdstuk 2 Bij het plegen van strafbare feiten door jongeren kunnen risicofactoren een rol spelen, zoals een slechte opvoeding, groepsdruk, alcohol en drugs, biologische factoren en spijbelen.

* Er zijn ook algemene omstandigheden die crimineel gedrag kunnen versterken: de normen zijn minder streng geworden, er is minder sociale controle en de pakkans is kleiner. In grote steden is de kans groter dat je met criminaliteit in aanraking komt dan elders. Jongens komen vaker met de politie in aanraking dan meisjes. Ook jongeren tussen de 16 en de 23 jaar plegen vaker misdrijven dan andere leeftijdsgroepen. Politiecijfers zijn nuttig, maar worden wel sterk beïnvloed door dingen waar de politie voorrang aan geeft. Hoofdstuk 3

* Volgens de persoonlijkheidstheorie van Freud is criminaliteit een gevolg van stoornissen. Als je geweten niet goed genoeg ontwikkeld is, kun je je oerdriften niet beheersen en is de kans op crimineel gedrag groter. Volgens de bindingstheorie houden bindingen mensen op het rechte pad. Volgens de aangeleerd-gedragtheorie worden misdadigers niet zo geboren, maar nemen zij crimineel gedrag over van foute vrienden (of familieleden). De etiketteringstheorie gaat ervan uit dat ex-criminelen zich gaan gedragen naar het etiket dat zij krijgen opgeplakt van de omgeving. Volgens de gelegenheidstheorie kiezen mensen steeds wat het voordeligst voor ze is. Hoogstwaarschijnlijk gaat het bij criminaliteit om een combinatie van al deze factoren. Hoofdstuk 4 Je bent een verdachte als de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan. De politie mag je dan fouilleren, arresteren en je huis doorzoeken. Na het onderzoek schrijft de politie een proces-verbaal. Verdachten tussen 12 en 18 jaar die van een licht misdrijf worden verdacht, kunnen naar Halt gestuurd worden. Er komt dan geen rechtszaak en je krijgt geen strafblad. Bij gewone zaken wordt het proces-verbaal naar de officier van justitie gestuurd. Deze kan de zaak seponeren (dus geen verdere stappen ondernemen), een schikking voorstellen of de verdachte voor de rechter brengen (vervolgen). De politie mag soms bijzondere maatregelen nemen om de criminaliteit aan te pakken. Zo’n maatregel roept veel discussie op.

Page 20: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Hoofdstuk 5 Als een verdachte voor de rechter moet komen, ontvangt hij een dagvaarding. De officier van justitie leest de aanklacht voor, er worden getuigen gehoord en de advocaat de verdachte probeert aan te tonen dat hij onschuldig is of een lichte straf verdient. De rechter doet uiteindelijk uitspraak, ook wel vonnis genoemd. Om zeker te weten dat een rechtszaak eerlijk verloopt, zijn rechters in Nederland onpartijdig en onafhankelijk.

* Een rechter moet drie vragen beantwoorden: gaat het om een strafbaar feit, heeft de verdachte het gedaan en is hij strafbaar? Als iemand geestelijk gestoord is, heeft hij geen schuld, maar kan hij wel tbs opgelegd krijgen. Hoofdstuk 6 De rechter kan een hoofdstraf opleggen, een boete, gevangenisstraf of een taakstraf en eventueel ook nog een bijkomende straf. Er zijn verschillende redenen om te straffen: om mensen af te schrikken, om het gedrag van de dader te verbeteren, om de samenleving veiliger te maken en om wraak te nemen. Ondanks alles is er toch nog veel criminaliteit. Mogelijke oplossingen zijn: zwaardere straffen, meer lik-op-stukbeleid, meer taak- en leerstraffen en preventie (door bijvoorbeeld camera’s te plaatsen). Linkse politieke partijen vinden vooral een preventieve aanpak van criminaliteit goed, terwijl rechtse politieke partijen vooral een repressieve aanpak willen: meer lik-op-stukbeleid en langer straffen van criminelen.

Page 21: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Criminaliteit Begrippenlijst Asociaal gedrag is geen rekening houden met anderen. Strafbaar gedrag is het overtreden van wetsregels. Een delict is een strafbaar feit. Een overtreding is een strafbaar feit dat minder erg is. Een misdrijf is een ernstig strafbaar feit. Een strafblad krijg je als je een misdrijf pleegt. Onder criminaliteit verstaan we alle misdrijven zoals die in de wet staan. Criminaliteit is plaatsgebonden, omdat wat in Nederland is toegestaan, in een ander land strafbaar kan zijn. Criminaliteit is tijdgebonden, omdat onze ideeën over wat strafbaar is veranderen.

* Materiële schade is schade die je kunt berekenen in geld.

* Niet-materiële schade is schade die je niet in geld kunt uitdrukken. Risicofactoren voor crimineel gedrag zijn omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.

* Met de pakkans bedoelen we de kans dat je wordt opgepakt.

* Volgens de persoonlijkheidstheorie is criminaliteit een gevolg van psychologische stoornissen.

* Volgens de bindingstheorie zorgen bindingen met familie, klasgenoten en vrienden ervoor dat je geen criminele dingen doet.

* Volgens de aangeleerd-gedragtheorie is crimineel gedrag aangeleerd en neem je het over van foute vrienden of van familieleden.

* Volgens de etiketteringstheorie gaat iemand zich crimineel gedragen wanneer hij of zij als een crimineel wordt gezien.

* Volgens de gelegenheidstheorie kiezen mensen steeds wat het voordeligst voor ze is. Een verdachte is iemand die volgens de politie waarschijnlijk iets strafbaars heeft gedaan. Een proces-verbaal is een speciaal politieverslag over het misdrijf en de verdachte. Een officier van justitie beslist wat er met een verdachte gaat gebeuren. Seponeren is dat de verdachte niet voor de rechter komt en geen straf krijgt.

Page 22: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Schikken is dat de verdachte een boete krijgt en niet voor de rechter hoeft te komen.

Page 23: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau

Met vervolgen bedoelen we dat de verdachte voor de rechter moet komen. Een dagvaarding is een oproep om voor de rechter te verschijnen. Een advocaat heeft als taak de verdachte te helpen.

* Tbs betekent terbeschikkingstelling. De dader komt dan in een tbs-kliniek. Het vonnis is de beslissing van de rechter. Hoofdstraffen zijn een geldboete, een gevangenisstraf of een taakstraf. Een bijkomende straf is bijvoorbeeld dat je je rijbewijs moet inleveren na dronken of te hard rijden. Repressie is onderdrukking. Bij een lik-op-stukbeleid worden de daders sneller veroordeeld. Preventie is het voorkomen van criminaliteit.