thema 1 onderweg samenvatting - deladder.nl · aardrijkskunde kijk je goed om je heen. ......

17
Meander | Samenvatting | groep 5 | © Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 9 Aardrijkskunde Waarom is een nieuwe wijk hier gebouwd en niet daar? Wat voor gebouwen staan er? Waarom staan ze juist op die plek? Huizen, boerderijen, fabrieken en kantoren staan niet zomaar ergens. Bij aardrijkskunde kijk je goed om je heen. Je wilt ontdekken waarom iets juist op die plek is. Plattegrond Een plattegrond is een tekening van bovenaf. Daarop kun je goed zien hoe een ruimte is ingericht. Een kaart is een tekening van een groter gebied. Een plattegrond of een kaart teken je op schaal. Je tekent iets kleiner dan het werkelijk is. In de legenda staat wat alles betekent. Met een plattegrond of kaart kun je goed de weg vinden. Thema 1 Onderweg Samenvatting Begrippen aardrijkskunde Alles wat je kunt leren over hoe de wereld eruitziet. wijk Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten. buurt Een groep huizen die bij elkaar staat, noem je een buurt. ruimte Elke plaats waar je kunt zijn en kunt bewegen. inrichten De manier waarop je alles een plek geeft. plattegrond Een tekening van bovenaf waarop je kunt zien wat er in een ruimte staat. Dat kan de klas zijn, maar ook de straten en gebouwen in een dorp of stad. schaal Je tekent iets kleiner dan het werkelijk is. Het eerste getal geeft de verkleinde maat aan. Het tweede getal de werkelijke maat. Bij een schaal van 1 : 100 is elke centimeter op de plattegrond in het echt 100 centimeter. legenda Een lijst met uitleg over de tekens en kleuren op een kaart. kaart Een kaart van een land of van de wereld is een soort tekening daarvan. Je kunt erop zien waar rivieren, wegen, steden enzovoort liggen.

Upload: phamxuyen

Post on 26-Feb-2019

219 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Meander | Samenvatting | groep 5 |

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 9

Aardrijkskunde

Waarom is een nieuwe wijk hier gebouwd en niet daar? Wat voor gebouwen staan er? Waarom staan

ze juist op die plek? Huizen, boerderijen, fabrieken en kantoren staan niet zomaar ergens. Bij

aardrijkskunde kijk je goed om je heen. Je wilt ontdekken waarom iets juist op die plek is.

Plattegrond

Een plattegrond is een tekening van bovenaf. Daarop kun je goed zien hoe een ruimte is ingericht. Een

kaart is een tekening van een groter gebied. Een plattegrond of een kaart teken je op schaal. Je tekent

iets kleiner dan het werkelijk is. In de legenda staat wat alles betekent. Met een plattegrond of kaart

kun je goed de weg vinden.

Thema 1 Onderweg

Samenvatting

Begrippen

aardrijkskunde Alles wat je kunt leren over hoe de wereld eruitziet.

wijk Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere

buurten.

buurt Een groep huizen die bij elkaar staat, noem je een buurt.

ruimte Elke plaats waar je kunt zijn en kunt bewegen.

inrichten De manier waarop je alles een plek geeft.

plattegrond Een tekening van bovenaf waarop je kunt zien wat er in een ruimte staat. Dat kan

de klas zijn, maar ook de straten en gebouwen in een dorp of stad.

schaal Je tekent iets kleiner dan het werkelijk is. Het eerste getal geeft de verkleinde

maat aan. Het tweede getal de werkelijke maat. Bij een schaal van 1 : 100 is elke

centimeter op de plattegrond in het echt 100 centimeter.

legenda Een lijst met uitleg over de tekens en kleuren op een kaart.

kaart Een kaart van een land of van de wereld is een soort tekening daarvan. Je kunt

erop zien waar rivieren, wegen, steden enzovoort liggen.

Samenvatting

Meander 5 • samenvatting • © Malmberg 's-Hertogenbosch

thema 1

506860_strips.indd 1506860_strips.indd 1 07-11-2008 09:40:5807-11-2008 09:40:58

Meander | Samenvatting | groep 5 |

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 2 van 9

Landschappen

Nederland is een land met verschillende landschappen, zoals rivieren, bossen, duinen, heide en

weilanden. Dorpen en steden zijn niet zomaar ergens gebouwd. Mensen hebben eerst goed naar het

landschap gekeken. Zo ligt Nijmegen, een van de oudste steden van Nederland, aan een rivier. De

bewoners hadden daardoor water, ze konden makkelijk vis vangen en ze reisden over de rivier.

Stad en dorp

Mensen willen graag in de buurt van hun werk wonen. De meeste winkels vind je in de stad omdat

daar veel klanten wonen. In een stad wonen meer mensen dan in een dorp. Daarom zijn er in een stad

ook meer voorzieningen. De meeste vind je in het centrum van de stad.

Windrichtingen

Op een windroos zie je de windrichtingen: noord, oost, zuid en west. Een windroos op een kaart geeft

aan waar het noorden, oosten, zuiden en westen liggen.

Thema 2 Om ons heen

Samenvatting

Begrippen

landschap Een gebied met natuur, zoals bossen, heide of weiland.

platteland Gebied buiten de steden, met dorpen en boerderijen.

woonplaats De plaats waar iemand woont.

stad Grote plaats met veel huizen, mensen en winkels.

dorp Kleine plaats met niet zo veel huizen, mensen en winkels.

voorzieningen Dingen die mensen nodig hebben, bijvoorbeeld winkels, scholen en sportvelden.

centrum Het midden van een stad of dorp. Hier vind je de meeste voorzieningen.

windrichting Waar de wind vandaan komt: noord, zuid, oost of west.

Noordpool De bovenkant van de aarde.

Zuidpool De onderkant van de aarde.

Dit weet ik nu

thema 2

Dit weet ik nu

thema 2

Meander 5 • samenvatting • © Malmberg 's-Hertogenbosch

Samenvatting

506860_strips.indd 2506860_strips.indd 2 07-11-2008 09:41:1007-11-2008 09:41:10

Meander | Samenvatting | groep 5 |

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 3 van 9

Langs de kust

Nederland ligt voor de helft onder de zeespiegel. Heel vroeger woonden mensen dicht bij zee op terpen.

Langs de kust beschermen duinen en dijken ons tegen de zee. Duinen ontstaan doordat de zeewind

zand op een hoop blaast. Planten en bomen houden het zand vast. Waar geen duinen zijn, hebben

mensen dijken gebouwd. De waterkering in de monding van een rivier gaat helemaal dicht als het

zeewater gevaarlijk hoog staat.

Waterwegen

Rivieren en kanalen zijn waterwegen. Rivieren voeren regenwater en gesmolten sneeuw uit de bergen

af naar zee. Kanalen zijn door mensen gegraven. Ze zijn vaak kaarsrecht.

Polders

Hoe maak je een polder? Bouw een dijk om een plas water. Pomp daarna met een gemaal het water

eruit. Tot slot graaf je sloten in de polder waardoor het regenwater kan worden afgevoerd.

Flevoland en de Noordoostpolder zijn twee grote polders. Daar wonen mensen in nieuwe steden zoals

Almere. Veel grond wordt gebruikt voor landbouw.

Onder de loep

De Maas en de Rijn zijn twee grote rivieren die door Nederland naar zee stromen. Het water in de

Maas is vooral regenwater. Het water in de Rijn is regenwater en gesmolten sneeuw uit de bergen.

Na de bouw van de Afsluitdijk was de Zuiderzee een meer geworden: het IJsselmeer. De rivier de

IJssel is een afsplitsing van de Rijn. De IJssel stroomt naar het IJsselmeer.

In het westen van Nederland liggen twee grote havens, die van Amsterdam en Rotterdam.

Begrippen

dijk Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water.

duin Een heuvel van zand langs de zee.

zeespiegel Hoe hoog het zeewater staat.

riviermonding De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

waterkering Alles wat het water tegenhoudt: een dijk, een dam, een duin.

waterweg Een weg van water, waar boten op kunnen varen.

Thema 3 Waterland

Samenvatting

Meander | Samenvatting | groep 5 |

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 4 van 9

Thema 3 Waterland (vervolg)

Samenvatting

rivier Natuurlijke stroom water, zoals de Maas en de Rijn.

kanaal Door mensen gegraven waterweg.

polder Land dat lager ligt dan de zee en dat mensen met gemalen droog houden.

terp Heuveltje waar mensen vroeger op woonden. Zo waren ze beschermd als het land

overstroomde met water.

Waterland

Meander 5 • samenvatting • © Malmberg 's-Hertogenbosch

Dit weet ik nu

3

Les 1 Leven met de zeeNederland ligt voor een groot deel onder de zeespiegel. Er zijn allerlei dingen die ons tegende zee beschermen.• Vroeger bouwden mensen terpen om op te wonen.• Langs de kust beschermen duinen ons tegen de zee.• Waar geen duinen zijn, zijn dijken gebouwd.• En waar dijken niet handig zijn, zijn waterkeringen gemaakt die open en dicht kunnen.

Les 2 WaterwegenWater is overal om ons heen. We gebruiken het, maar we beschermen ons er ook tegen.• Rivierdijken beschermen ons tegen hoog water van rivieren.• Rivieren en kanalen zijn handig om mensen en dingen te vervoeren.• Sloten zijn nodig om het water op peil te houden in de polder.• Polders zijn gemaakt omdat er meer land nodig was.

Les 3 Onder de loepplaatsen gebieden waterenAmsterdam Afsluitdijk Amsterdam-RijnkanaalRotterdam Ameland Biesbos

Schiermonnikoog IJsselTerschelling IJsselmeerTexel LekVlieland MaasWaddeneilanden Neder-Rijn

Nieuwe WaterwegNoordzeeNoordzeekanaalOosterscheldeRijnWaalWaddenzeeWesterschelde

thema 3

Dit weet ik nuDit weet ik nu

Samenvatting

Meander 5 • samenvatting • © Malmberg 's-Hertogenbosch

thema 3

506860_strips.indd 3506860_strips.indd 3 07-11-2008 09:41:2107-11-2008 09:41:21

Meander | Samenvatting | groep 5 |

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 5 van 9

Landbouw

Bijna alles wat je eet, komt van de landbouw. De akkerbouwer verbouwt bijvoorbeeld aardappelen,

tarwe of mais. Hij strooit eerst mest of kunstmest over de akkers. Dat is het voedsel voor de planten.

De veehouder houdt koeien voor de melk, kippen voor de eieren of varkens voor het vlees. Een boer

die koeien, varkens of kippen houdt, doet aan veeteelt.

Tuinbouw

De tuinbouwer zorgt voor groente en fruit. Voor veel planten is het in de herfst en de winter buiten te

koud. Daarom worden groente en fruit ook in kassen verbouwd. Daarin kunnen planten het hele jaar

door groeien. Dat heet glastuinbouw. Rozen bijvoorbeeld worden in kassen gekweekt. Ze groeien in zes

weken. Daarna worden ze gesneden en in koelcellen bewaard. Rozen worden op de veiling verkocht. In

Afrika kunnen rozen goedkoper worden gekweekt: het is er warmer en de arbeiders zijn goedkoper.

Het noorden

In Groningen wordt veel tarwe verbouwd. In Friesland zie je veel koeien. In Drenthe verbouwen de

boeren vooral aardappels en bloembollen. In Noord-Holland worden heel veel bloembollen verbouwd.

Het midden

In Zuid-Holland wordt groente in kassen verbouwd. In het gebied tussen de rivieren in Gelderland is

veel fruitteelt. In Utrecht zie je veel koeien.

Het zuiden

De boeren in Zeeland verbouwen vooral aardappels en suikerbieten. In Noord-Brabant houden boeren

veel varkens. In Limburg is veel fruitteelt.

Thema 4 Platteland

Samenvatting

Meander | Samenvatting | groep 5 |

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 6 van 9

Thema 4 Platteland (vervolg)

Samenvatting

Onder de loep

Meander | Samenvatting | groep 5 |

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 7 van 9

Begrippen

landbouw Het land bewerken en er bijvoorbeeld graan op verbouwen. Maar ook het houden van

vee is landbouw.

akkerbouwer Een boer die bijvoorbeeld graan, aardappelen of bieten verbouwt.

tuinbouwer Een boer die groente of fruit verbouwt, buiten of in de kas.

veehouder Een boer die vee houdt.

grasland Land waar koeien kunnen grazen.

veeteelt Het houden van vee.

mest Poep van dieren. Vaak is het vermengd met stro.

kunstmest Mest die in de fabriek gemaakt wordt.

kas Een glazen huis waarin de boer fruit of groente verbouwt.

glastuinbouw Het verbouwen van groente of fruit in kassen.

Thema 4 Platteland (vervolg)

Samenvatting

Platteland

Meander 5 • samenvatting • © Malmberg 's-Hertogenbosch

Dit weet ik nu

4

Les 1 Wat eten we?Alles wat je eet, komt van de landbouw. Niet iedere boer doet hetzelfde in de landbouw.• De akkerbouwer. Hij verbouwt iets op zijn akker. Denk aan tarwe of aardappels.• De tuinbouwer. Hij verbouwt groente of fruit.• De veehouder. Hij houdt dieren. Hij zorgt voor het vlees dat jij eet.

Les 2 Werken in de landbouwWerken in de landbouw gaat zo:• Een akkerbouwer onderhoudt zijn land goed. Daarom gebruikt hij mest.• Een veehouder zorgt goed voor zijn dieren. Omdat het ’s winters te koud is voor de dieren,staan ze in de stal.

• Voor veel planten is het te koud in de herfst en winter. Een tuinbouwer houdt daaromplanten in een kas. Dat heet glastuinbouw.

Les 3 Onder de loepprovincies plaatsenDrenthe ArnhemFlevoland AssenFriesland (Fryslân) Den Haag (’s-Gravenhage)Gelderland GroningenGroningen HaarlemLimburg LeeuwardenNoord-Brabant LelystadNoord-Holland MaastrichtOverijssel MiddelburgUtrecht ’s-Hertogenbosch (Den Bosch)Zeeland UtrechtZuid-Holland Zwolle

thema 4

Dit weet ik nuDit weet ik nu

Samenvatting

Meander 5 • samenvatting • © Malmberg 's-Hertogenbosch

thema 4

506860_strips.indd 4506860_strips.indd 4 07-11-2008 09:41:2807-11-2008 09:41:28

Meander | Samenvatting | groep 5 |

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 8 van 9

Transport

Producten die je in de supermarkt koopt, komen soms uit verre landen. Bananen uit Brazilië

bijvoorbeeld zijn weken met de boot onderweg geweest. De klant in de supermarkt betaalt niet alleen

voor het product maar ook voor het transport.

Vervoermiddelen

Goederen kun je vervoeren met vliegtuig, boot, trein of vrachtwagen. Welk vervoermiddel kies je? Dan

kijk je naar het soort product, de afstand, de prijs en de snelheid van het vervoermiddel. Producten

die snel bederven, zoals vlees, aardbeien of bloemen, kun je bijvoorbeeld beter met het vliegtuig dan

met de boot vervoeren.

Import en export

Er zijn bedrijven die geld verdienen met de import en de export van producten. Deze bedrijven vind je

vooral bij de haven van Rotterdam en het vliegveld Schiphol bij Amsterdam. Auto’s, speelgoed en

bananen zijn voorbeelden van importproducten. Snijbloemen, eieren, varkens en bloembollen zijn

exportproducten.

Onder de loep

Rotterdam heeft de grootste haven van Europa. In de haven komen veel producten aan die voor

andere landen, zoals Duitsland, bestemd zijn. Ze worden verder vervoerd met kleinere boten, met

vrachtwagens of met de trein.

Schiphol is het grootste vliegveld van Nederland. Schiphol ligt dicht bij Amsterdam.

Via het zuiden van Nederland gaan veel goederen naar België en Frankrijk.

Begrippen

transport Het vervoeren van goederen van de ene plek naar de andere. Bijvoorbeeld in

vrachtwagen, vliegtuig of boot.

product Iets wat je kunt kopen of verkopen.

goederenvervoer Het vervoer van dingen. Dus niet van mensen.

vervoermiddel Een middel om mensen of dingen van de ene plek naar de andere te brengen.

import Dingen uit het buitenland halen om ze in Nederland te verkopen.

Thema 5 Over de grens

Samenvatting

Meander | Samenvatting | groep 5 |

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 9 van 9

export Dingen naar het buitenland brengen om ze daar te verkopen.

goederen Spullen om te verkopen.

vaarweg Rivier of kanaal waar je op kunt varen.

Thema 5 Over de grens (vervolg)

Samenvatting

Over de grens

5Meander 5 • samenvatting • © Malmberg 's-Hertogenbosch

Dit weet ik nu

Les 1 Naar de supermarktProducten in de supermarkt komen van over de hele wereld.• Nederlandse producten gaan meestal van de fabriek naar een grote hal. Van die hal gaande producten naar de supermarkten.

• Buitenlandse producten zijn soms weken onderweg.• Klanten betalen niet alleen voor een product zelf. Ze betalen ook voor de reis die hetproduct gemaakt heeft.

Les 2 Varen, vliegen of rijden?Import en export zorgen voor veel goederenvervoer.Dat gebeurt met de boot en het vliegtuig.Of per trein of vrachtauto. Welk vervoermiddel je kiest, hangt af van:• hoe snel een vervoermiddel is• hoe duur een vervoermiddel is• hoe ver je iets moet vervoeren• hoe lang het product goed blijft

Les 3 Onder de loepplaatsen gebiedenAmsterdam SchipholArnhemBreda waterenHengelo MaasMaastricht Nieuwe WaterwegNijmegen NoordzeekanaalRotterdam RijnVenlo Waal

Westerschelde

thema 5

Dit weet ik nuDit weet ik nu

Samenvatting

Meander 5 • samenvatting • © Malmberg 's-Hertogenbosch

thema 5

506860_strips.indd 5506860_strips.indd 5 07-11-2008 09:41:3907-11-2008 09:41:39