the academic study choice of moroccan-dutch …...ma-thesis onderwijskunde faculty of social and...

95
Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students Amsterdam, August 2012 Fadie Hanna Student number: 5921635 First assessor: Dr. M. Alkan Second assessor. prof. Dr. M. Volman

Upload: others

Post on 27-Jun-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

Ma-Thesis Onderwijskunde

Faculty of Social and Behavioural Sciences

The academic study choice of

Moroccan-Dutch male students  

 

 

 

Amsterdam, August 2012

Fadie Hanna

Student number: 5921635

First assessor: Dr. M. Alkan

Second assessor. prof. Dr. M. Volman

 

Page 2: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

Ma-Thesis Onderwijskunde

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

De academische studiekeuze

van Marokkaans-Nederlandse

mannen

Amsterdam, augustus 2012

Fadie Hanna Studentnummer: 5921635

Begeleider: Dr. M. Alkan

Tweede beoordelaar: Prof. Dr. M. Volman

Page 3: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

Abstract

This in-depth interview study explores why Moroccan-Dutch male students choose

for a particular academic program at university level. Interviews were conducted

under 15 individuals studying economics, sociology, and law. For the purposes of the

study, a conceptual model was designed, based on the Expectancy-Value Theory,

which included the following elements: attainment value, self-efficacy, parents, and

ethnicity. According to the outcomes of this study, the differences observed in the

attainment value relates to the specific academic choices made by the students.

Sociology students mention their personal and social values as the reason for their

choice of this study area. Better job opportunities and economic gains were mentioned

by the students who have chosen economics and law. Data indicates that a low

academic self-efficacy influences the attainment value. This leads to lower

educational expectation and aspirations among Moroccan-Dutch male students. The

academic self-efficacy is negatively influenced by ethnicity because of stereotyping

and discrimination. Parental influences on self-efficacy were found to be positive. The

results also show that there is a significant link between the ethnicity of students and

their attainment value of a university study.

.

Page 4: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

Woord Vooraf

Augustus 2012

In de afgelopen vier jaar heb ik tijdens mijn studie Onderwijskunde aan de

Universiteit van Amsterdam veel geleerd op het gebied van Onderwijs, Beleid en

Onderzoek. Voor deze kennis ben ik het docententeam van de opleiding

Onderwijskunde erg dankbaar.

Graag wil ik ook één docent in het bijzonder bedanken: Dr. M. Alkan, bij wie ik

de eerste vijf en laatste vierentwintig studiepunten heb gehaald. Meneer Alkan heeft

mij begeleid met vijf modulen, waarbij Race and Ethnic Relations in Education voor

mij een zeer waardevolle module is geweest. Wat ik tijdens deze module heb geleerd

is onbeschrijfelijk. Hartelijk dank daarvoor! Ook wil ik Meneer Alkan bedanken voor

het geduld, het vertrouwen en het geloof dat hij de afgelopen vier jaar in mij heeft

gehad.

Verder gaat mijn dank uit naar Igino en Athra voor het veelvuldig lezen van

mijn scriptie en het corrigeren van mijn ‘taalfouten’. Ook Zawdie, die mij

ondersteund heeft bij het schrijven van het onderzoeksvoorstel voorafgaand aan deze

thesis, hartelijk dank. Daarnaast wil ik Niels niet vergeten te bedanken. Graag wil ik

mijn ouders, Marjit en Jacob, bedanken voor hun steun, liefde en opvoeding. Ik hoop

dat zij ‘extra trots’ op mij zullen zijn nu ik ook mijn universitaire diploma heb

behaald.

Tot slot, wil ik op deze plaats Tessa bedanken. Dankzij haar steun, super veel

vertrouwen, groot geloof en al haar liefde voor mij heb ik deze studie succesvol weten

te doorlopen.

Fadie Hanna

Page 5: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

Inhoudsopgave

1. Inleiding ................................................................................................................ 1

1.1 Aanleiding onderzoek .......................................................................................... 1

1.2 Insteek onderzoek ................................................................................................ 3

1.3 Vraagstelling van dit onderzoek .......................................................................... 4

1.4 Doelen van dit onderzoek .................................................................................... 4

1.5 Methodologische uitgangspunten van dit onderzoek ........................................... 5

1.6 Conceptueel raamwerk ......................................................................................... 5

1.7 Opbouw van het onderzoek ................................................................................. 5

2. Theoretisch kader ................................................................................................ 7

2.1 Literatuur overzicht .............................................................................................. 7

2.2 Roep om onderzoek ........................................................................................... 10

2.3 De Expectancy-Value Theory ............................................................................ 10

2.4 Conceptueel Model ............................................................................................ 12

2.4.1 Subjective Academic Training Value ......................................................... 14

2.4.1.1 Attainment Value ................................................................................. 14

2.4.2 Persoonlijke Identiteit ................................................................................. 16

2.4.2.1 Self-efficacy for academic achievement .............................................. 16

2.4.3 Sociale identiteit.......................................................................................... 18

2.4.3.1 Etnische identiteit................................................................................. 18

2.4.3.1.a Stereotypen en stereotype-bedreiging ........................................... 20

2.4.3.1b Discriminatie .................................................................................. 20

2.4.4 Socializers ................................................................................................... 22

2.4.4.1 Cognitieve beïnvloeding van ouders .................................................... 22

2.4.4.2 Affectieve beïnvloeding van ouders .................................................... 24

2.5 Samenvatting...................................................................................................... 25

3. Onderzoeksopzet ............................................................................................... 27

Page 6: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

3.1 Methodologie ..................................................................................................... 27

3.2 Respondenten ..................................................................................................... 28

3.3 Vooronderzoek en issuelijst-ontwerp ................................................................ 29

3.4 Opzet van het interview ..................................................................................... 32

3.5 De invloed van de etnische afkomst van de onderzoeker .................................. 32

3.6 Data-analyse ....................................................................................................... 33

4. Resultaten ........................................................................................................... 35

4.1 Attainment value in relatie met studiekeuze ...................................................... 35

4.1.1 Studenten sociale wetenschappen ............................................................... 36

4.1.2 Studenten economie .................................................................................... 38

4.1.3 Studenten rechten ........................................................................................ 40

4.1.4 Keuze universiteit in relatie tot studiekeuze ................................................... 41

4.2 Academisch self-efficacy in relatie tot attainment value ................................... 42

4.2.1 Academische self-efficacy in relatie met attainment value ........................ 43

4.2.2 Ervaringen met middelbare school vakken in relatie tot attainment value . 45

4.3 Etnische identiteit............................................................................................... 46

4.3.1 Stereotype en stereotype-bedreiging in het algemeen in relatie tot

academische self-efficacy .................................................................................... 47

4.3.2 Discriminatie in relatie tot academische self-efficacy ................................ 49

4.4 Ouders in relatie tot academische self-efficacy ................................................. 51

4.4.1 Cognitief ..................................................................................................... 51

4.4.1.1 Onderwijssysteem ................................................................................ 52

4.4.1.2 Universiteit is de norm ......................................................................... 54

4.4.1.3 Belang van onderwijs in relatie tot academische self-efficacy ............ 55

4.4.1.4 Verwachtingen van ouders in relatie tot academische self-efficacy .... 56

4.4.2 Affectief ...................................................................................................... 58

4.4.2.1 Affectieve band van ouders in relatie tot academisch self-efficacy .... 58

Page 7: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

5. Conclusie en discussie ....................................................................................... 60

5.1 Conclusie............................................................................................................ 60

5.2 Discussie ............................................................................................................ 67

5.3 Suggesties voor vervolg onderzoek ................................................................... 68

5.4 Aanbevelingen voor het voortgezet onderwijs en universiteiten ....................... 69

6. Samenvatting ..................................................................................................... 72

7. Literatuur overzicht .......................................................................................... 74

Bijlage.……………………………………………………………………...…….82

Page 8: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

1

1. Inleiding

Dit onderzoek heeft als doel om in kaart te brengen waarom Marokkaans-Nederlandse

mannen kiezen voor een bepaalde academische studie. Het in kaart brengen van de

achterliggende redenen voor de studiekeuze gebeurt aan de hand van het analyseren

van sociaalpsychologische factoren. De hoofdvraag luidt:

Hoe beïnvloedt de attainment value de academische studiekeuze van

Marokkaans-Nederlandse mannen?

In de eerste paragraaf volgt de aanleiding voor dit onderzoek. In paragraaf 1.2 staat de

insteek van dit onderzoek centraal. Daarna komt in paragraaf 1.3 de vraagstelling van

dit onderzoek aanbod. De doelen van dit onderzoek worden kenbaar gemaakt in

paragraaf 1.4. Gevolgd door een toelichting van de methodologische uitgangspunten

van dit onderzoek in paragraaf 1.5, waarna het conceptueel raamwerk staat

beschreven in paragraaf 1.6. Dit hoofdstuk sluit af met paragraaf 1.7, waarin de

indeling van dit onderzoek toegelicht wordt.

1.1 Aanleiding onderzoek

Momenteel telt het Hoger Onderwijs 643.000 studenten. Van deze groep studenten

volgt één-derde een academische studie (Merens, Hartgers, & Hermans, 2010). Het

grootste gedeelte van deze academische studenten volgt een studie aan één van de

veertien overheidsgesubsidieerde universiteiten (Allen, Coenen, Kaiser, & de Weert,

2007).

Uit cijfers blijkt dat van de gehele academische populatie 4,5% te categoriseren

is als lid van een etnische minderheidsgroep (Allen et al., 2007). Verder komt naar

voren dat vrouwen bij zowel de etnische minderheden als bij de etnische meerderheid

in aantallen beter vertegenwoordig zijn dan mannen. Zo valt op te maken dat

gezamenlijk onder Turkse-Nederlanders en Marokkaanse-Nederlanders negen procent

van de vrouwen tussen 19-24 jaar studeert aan de universiteit. Voor mannen met

dezelfde etnische achtergrond ligt het percentage lager, namelijk op 6% (Merens et

al., 2010; Figure 3.5, p. 52). Onder Surinaamse-Nederlanders en Antilliaanse-

Nederlanders uit dezelfde leeftijdscategorie zijn vrouwen ook beter vertegenwoordig

dan mannen, namelijk 17% tegen 12%. Een soortgelijke verdeling van de studenten

populatie op basis van sekse en etniciteit is ook in het Hoger Beroeps Onderwijs terug

Page 9: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

2

te vinden (Merens et al., 2010; Figure 3.4, p. 51).

Kijkend naar de studiekeuze van de groep academische studenten in zijn

geheel dan valt uit de cijfers op te maken dat ruim 40% kiest voor een economische

studie of rechten en dat minder dan drie procent voor een technische studie kiest

(Centraal Bureau voor de Statistiek [CBS], 2010; p. 67). Echter wanneer de data

geanalyseerd wordt op basis van etniciteit dan lijkt het dat de etnische

minderheidsgroepen in vergelijking met Nederlanders veel eerder kiezen voor een

economische studie of rechten (Jennissen & Hartgers, 2006; Jettinghoff, Chitan, &

Grootscholte, 2010; Kregten & Moerkamp, 2008). Zo zou 24% van de etnische

minderheden kiezen voor een economische studie, tegen 14% van de Nederlanders.

Bij rechten is een overeenkomstige verdeling te zien tussen etnische minderheden en

Nederlanders, namelijk 18% tegen 11% (Wolff, 2007). Voor de Marokkaans-

Nederlandse academische studenten geldt dat 35% van deze groep kiest voor rechten

en 17% voor een economische studie. Er zijn geen cijfers gevonden die een weergave

geven van de man-vrouw verhouding van deze percentages.

Het gevolg van ‘oververtegenwoordiging’ van etnische minderheden en dus

ook van Marokkaans-Nederlandse mannen in economische en rechten studies is dat

andere studies zoals op het gebied van onderwijs (Grootscholte & Jettinghoff, 2010),

landbouw, taal, kunst (Jennissen & Hartgers, 2006) en techniek (Gelderblom, de

Konig, & de Hartog, 2008) ondervertegenwoordigd zijn door hen. De

ondervertegenwoordiging van deze groep studenten heeft onder ander geleid tot

vragen als ‘waarom verschillen etnische minderheden in hun studiekeuze van hun

Nederlandse leeftijdsgenoten’ en ‘waarom kiezen etnische minderheden niet voor een

studie....vergeleken met hun Nederlandse leeftijdsgenoten.’ Deze vragen zijn vaak

gesteld, door onder andere universiteiten en hogescholen, maar nog niet naar

tevredenheid beantwoord (Gelderblom et al., 2008; Grootscholte & Jettinghoff, 2010;

Jettinghoff et al., 2010; Nouta et al., 2011). Dit onderzoek heeft daarom als doel om

een bijdrage te leveren aan het beantwoorden van de behoefte die ontstaan is vanuit

het hoger onderwijs.

Naast de aandacht voor studiekeuze vanuit het hoger onderwijs is er sinds een

aantal jaar vanuit de samenleving ook aandacht voor het onderwerp studiekeuze.

Vooral de oorzaken van verkeerde studiekeuzes en de economische gevolgen daarvan

kunnen rekenen op de nodige belangstelling van onder andere de media en de politiek

(Meijers, Kuijpers, & Winters, 2010). Verwonderlijk is deze aandacht niet, wetend

Page 10: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

3

dat ongeveer 25 procent van de leerlingen uit het middelbaar onderwijs een verkeerde

studiekeuze maakt bij de overgang naar het hoger onderwijs. Deze verkeerde

studiekeuze resulteert veelal in studie-uitval en studie-switch, wat de Nederlandse

samenleving jaarlijks 5,7 miljard euro kost. 1

Overigens blijkt uit cijfers dat naar verhouding het percentage studie-uitval

tussen Marokkaanse-Nederlanders en Nederlanders bij de studies economie en

rechten gelijk is (Crul & Wolff, 2001).

Logischerwijs hebben universiteiten veel aandacht voor de studiekeuze (en het -

proces) van deze leerlingen, aangezien het bestaansrecht van de opleidingen en de

toewijzing van subsidies mede afhankelijk is van de instroom en het aantal geslaagde

studenten (Meijers, et al., 2010).

Al met al kan gesteld worden dat zowel vanuit het hoger onderwijs als de

samenleving er behoefte is aan het beter in kaart brengen van de studiekeuze. Dit

onderzoek voorziet in die behoefte door zich te richten op de academische

studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen.

1.2 Insteek onderzoek

Hoewel het voor de hand ligt de om de vragen uit de voorgaande paragraaf te

gebruiken als startpunt voor onderzoek suggereert Eccles (1994) dat dit type

comparatieve onderzoeksvragen naar studiekeuze leiden tot een bias in de uitkomsten.

Hiermee wordt bedoeld dat wanneer de keuze van de ene sociale groep2 vergeleken

wordt met de keuze van een andere sociale groep dit waarschijnlijk zal leiden tot

onjuiste resultaten. Dit komt doordat één van de twee sociale groepen als maatstaf

gebruikt wordt. Een voorbeeld van bias in resultaten als gevolg van comparatieve

onderzoeken zijn de onderzoeken naar de studiekeuze van vrouwen (Eccles, 1994).

Tijdens deze onderzoeken zijn de keuzes van vrouwen met mannen vergeleken,

waarbij de mannen het als uitgangspunt dienden. Deze comparatieve studies hebben

volgens geresulteerd in bias uitkomsten. Vertaald naar deze context betekent het dat

dit onderzoek naar de studiekeuze van etnische minderheden, in dit geval

Marokkaans-Nederlandse mannen, niet van comparatief karakter is. Oftewel de

studiekeuze van Marokkaanse-Nederlanders wordt niet vergeleken met andere sociale

groepen zoals Nederlandse mannen.

Page 11: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

4

1.3 Vraagstelling van dit onderzoek

De achtergrond van de probleemstelling en de insteek van het onderzoek die in de

vorige paragrafen zijn besproken hebben geleid tot de volgende vraagstellingen:

Hoofdvraag:

Hoe beïnvloedt de attainment value de academische studiekeuze van

Marokkaans- Nederlandse mannen?

In het onderzoek wordt de attainment value onderzocht in relatie tot de academische

self-efficacy van de studenten. En, de academische self-efficacy wordt benaderd

vanuit twee factoren; namelijk, etnische identiteit en ouders (zie conceptueel model,

p. 13). Dit betekent dat de relatie tussen de attainment value en de studiekeuze wordt

bestudeerd aan de hand van de volgende deelvragen:

1) Wat is de invloed van de academische self-efficacy op attainment value?

2) Hoe beïnvloedt de etnische identiteit de academische self-efficacy?

3) Hoe beïnvloeden de ouders de academische self-efficacy?

1.4 Doelen van dit onderzoek

Aan de hand van dit onderzoek wordt beoogd zicht te krijgen op de factoren die van

invloed zijn op de academische studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen.

Specifiek draait het in dit onderzoek om sociale factoren (etnische identiteit en

ouders) en psychologische factoren (attainment value en self-efficacy). Deze hebben

invloed op de studiekeuze. De resultaten die voortkomen uit dit onderzoek kunnen

waardevol zijn voor decanen, studieloopbaanbegeleiders en studieadviseurs die

Marokkaans-Nederlandse mannen begeleiden bij het maken van een academische

studiekeuze. Tevens kunnen universiteiten de resultaten uit dit onderzoek gebruiken

als ‘input’ voor het vormen van beleid met betrekking tot het aantrekken van

studenten uit minderheidsgroepen, in het bijzonder Marokkaans-Nederlandse mannen.

Verder heeft dit onderzoek als doel een bijdrage te leveren aan de verdere

ontwikkeling van theorie op het gebied van onderzoek naar studiekeuze van

Marokkaanse-Nederlanders. Vanwege het tekort aan wetenschappelijk onderzoek

naar de academische studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen is dit

onderzoek van exploratief karakter. Dit betekent dat dit onderzoek als doel heeft om

een algemeen beeld te krijgen van de sociaalpsychologische factoren die van invloed

Page 12: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

5

zijn op de academische studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen. De

resultaten die voortvloeien uit dit onderzoek kunnen aanleiding geven voor vervolg

onderzoek onder de groep Marokkaanse-Nederlanders.

1.5 Methodologische uitgangspunten van dit onderzoek

Tijdens dit onderzoek zijn 15 Marokkaans-Nederlandse mannelijke studenten

betrokken geweest. Zij zijn geworven door middel van de ‘sneeuwbaltechniek’.

Respondenten zijn studenten sociale wetenschappen (5), economie (5) of rechten (5)

die in hun derde of vierde studiejaar zitten.

Bij de respondenten zijn diepte-interviews afgenomen. De interviews vonden

plaats in een afgesloten omgeving. Gedurende de interviews is gebruik gemaakt van

een reeds ontwikkelde issuelijst (zie bijlage). De issuelijst, die in drie fasen is

ontwikkeld, heeft respondenten de gelegenheid geboden om vanuit het eigen

perspectief en ervaring informatie te delen over hun studiekeuze.

De interviews zijn opgenomen door de onderzoeker, verbatim getranscribeerd

en vervolgens op drie niveaus geanalyseerd met behulp van MAXQDA 10. Op basis

van de analyse zijn de onderzoeksvragen beantwoord.

1.6 Conceptueel raamwerk

Om de vraagstelling van dit exploratieve onderzoek systematisch in goede banen te

leiden is vanuit de Expectancy-Value Theory (Eccles, 2005) een conceptueel model

uitgewerkt. De Expectancy-Value Theory is een motivatietheorie die een

sociaalpsychologische verklaring geeft voor de studie- (en beroepskeuze) van het

individu.

Ter afbakening van dit onderzoek is gekozen om het conceptueel model uit te

werken aan de hand van de volgende componenten: etnische identiteit, ouders,

academische self-efficacy en attainment value. De vragen, zoals geformuleerd in de

issue-lijst, zijn ontwikkeld op basis van de literatuur behorende tot deze componenten.

1.7 Opbouw van het onderzoek

In hoofdstuk 2 komt het theoretisch kader aanbod, dat bestaat uit een

literatuuroverzicht over de studiekeuze van etnische minderheden. Tevens wordt een

conceptueel model geïntroduceerd dat centraal zal staan binnen dit onderzoek. Dit

Page 13: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

6

conceptueel model is ontwikkeld op grond van de Expectancy Value Theory in

combinatie met aanvullende literatuur. De hoofdvraag en deelvragen van dit

onderzoek zijn geformuleerd in hoofdstuk 3. Aansluitend op de onderzoeksvragen

volgt een beschrijving van de onderzoeksmethode. Hoofdstuk 4 geeft de gevonden

resultaten van dit onderzoek weer. De onderzoeksresultaten worden gepresenteerd in

de volgorde van de geformuleerde onderzoeksvragen. In hoofdstuk 5 volgen de

conclusies, de discussie en suggesties voor verder onderzoek. Tevens volgen er

aanbevelingen voor het werkveld.

Voetnoten 1 DePers.nl [online krant] (2010). Studieswitch kost miljarden. Gevonden op 20

september 2011, http://depers.nl/binnenland/502410/Studieswitch-kost-

miljarden.html. 2 Met sociale groep wordt bedoeld de groep waar het individu zich toe rekent. Dit kan

bijvoorbeeld een mannengroep zijn.

Page 14: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

7

2. Theoretisch kader

Om te onderzoeken welke sociaalpsychologische factoren leiden tot een academische

studie onder Marokkaans-Nederlandse mannen, is het noodzakelijk eerst een idee te

hebben van welke concepten ten grondslag liggen aan het maken van een studiekeuze.

In dit hoofdstuk wordt om deze reden eerst een overzicht gegeven van onderzoeken

die gedaan zijn naar de studiekeuze van etnische-minderheden. Paragraaf 2.2 gaat in

op het wetenschappelijke belang van dit onderzoek. Gevolgd door 2.3 met een

toelichting van de Expectancy-Value Theory. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met

paragraaf 2.4 die in eerste instantie het conceptueel model toelicht gevolgd door sub-

paragrafen die elk de relaties tussen de componenten verder uitdiepen. Deze

componenten zijn: 1) attainement value; 2) self-efficacy for academic achievement; 3)

etnische identiteit; 4) ouders.

Dit hoofdstuk sluit af met paragraaf 2.5, een samenvatting van het

theoretisch kader.

2.1 Literatuur overzicht

Met uitzondering van Moll (1992; 1993) zijn er vrijwel geen onderzoeken uitgevoerd

die zich gericht hebben op het achterhalen waarom Nederlandse etnische

minderheden kiezen voor een bepaalde studie (Adlouni & Hermsen, 2009; Mathot,

2009). Daarbij is vastgesteld dat het kleine aantal uitgevoerde onderzoeken over het

algemeen van biografisch aard is en/of dat een duidelijke theoretische raamwerk mist

(Matthys, 2010). Om deze redenen is het aannemelijk om te veronderstellen dat

vanuit een empirisch perspectief weinig bekend is over de studiekeuze van

Nederlanders met een niet-westerse achtergrond. Onderzoek dat zich uitsluitend heeft

gericht op de academische studiekeuze van Marokkaanse-Nederlanders is voor zover

bekend nog niet uitgevoerd.

Vanwege het tekort aan empirische studies over de studiekeuze van etnische

minderheden in Nederland is gekozen om voor het literatuuroverzicht van dit

onderwerp uit te wijken naar Engelstalige literatuur (Verenigde Staten en Groot

Brittannië). De onderzoeksresultaten uit deze landen kunnen waardevol zijn binnen de

Nederlandse context op basis van het idee dat Nederlandse etnische minderheden,

zoals andere etnische minderheden in de Westerse samenleving, vergelijkbare positie

en ervaringen hebben. Dit uitgangspunt maakt het aannemelijk dat Nederlandse

Page 15: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

8

minderheden, net als andere etnische minderheden in de Westerse samenleving,

soortgelijke barrières kennen op politiek en sociaal vlak, in economisch opzicht en op

het terrein van onderwijs (Graham & Hudley, 2005). Overigens is het belangrijk te

vermelden dat zelfs op internationaal niveau weinig bekend is waarom etnische

minderheden kiezen voor een bepaalde studie (Gushue & Whitson, 2006).

Onderzoekers uit zowel de Verenigde Staten als Groot Brittannië hebben zich

voornamelijk bezig gehouden met de barrières die etnische minderheden oplopen

tijdens het maken van een studiekeuze (Ball, Reay, & David, 2002; Cook, Heppner, &

O’Brien, 2002; Fouad & Byars-Winston, 2005; Gushue & Whitson, 2006a; Jacobs &

Eccles, 2000). Uit deze onderzoeken komt naar voren dat er een verschil is tussen de

manier waarop etnische minderheden en de etnische meerderheid een studiekeuze

maken. Het verschil lijkt te ontstaan door dat minderheden zich over het algemeen in

de lage sociale klasse bevinden, en een gebrek aan inzicht van de vele studie

keuzemogelijkheden hebben. Daarbij komt dat etnische minderheden te kampen

hebben met institutionele barrières zoals racisme en discriminatie (Gushue &

Whitson, 2006a). Met name racisme en discriminatie schijnen van invloed te zijn op

de studiekeuze van etnische minderheden. Volgens Cook et al. (2002) leiden racisme

en discriminatie tot sociale, psychologische, institutionele, politieke en economische

barrières met als gevolg dat etnische minderheden een ‘andere kijk’ hebben op de

werkelijkheid, dus ook op werk en onderwijs, vergeleken met de etnische

meerderheid. De ‘andere kijk’ op de werkelijkheid beïnvloedt op zijn beurt de studie-

en beroepskeuze van etnische minderheden (Gushue & Whitson, 2006a). Deze

veronderstelling is door meerdere empirische onderzoeken onderbouwd. Zo heeft

McWhiriter (1997) in haar onderzoek onder 1139 Mexicaans-Amerikanen en

Europese-Amerikanen geconcludeerd dat Mexicaanse-Amerikanen vaker

geconfronteerd worden door allerlei barrières op het vlak van racisme in vergelijking

met Europese-Amerikanen. Gainoir en Lent (1998) komen tot dezelfde conclusie. Dit

baseren zij een kwantitatief onderzoek uitgevoerd onder 164 Afro-Amerikanen. Tot

slot, onder Afro-Amerikaanse en Latina-Amerikaanse vrouwen komt eveneens naar

voren dat etniciteit de studiekeuze beïnvloedt (Gushue & Whitson, 2006b). Jacobs en

Eccles (2000) suggereren dat de negatieve invloeden van racisme en discriminatie

tijdens de middelbare school van invloed zijn op de self-efficacy van het individu. Het

individu reageert hierop door een lager zelfbeeld van zijn eigen competenties te

ontwikkelen. Dit lage zelfbeeld heeft op zijn beurt invloed op de studiekeuze. Om een

Page 16: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

9

voorbeeld te noemen: een individu met een laag zelfbeeld, kiest eerder voor een

minder uitdagende studie dan als deze een hoog zelfbeeld heeft.

In tegenstelling tot de bevindingen van hierboven die een samenhang tussen

etniciteit en studiekeuze bevestigen, concluderen Fouad en Byars-Winston (2005) aan

de hand van een meta-analyse (op basis van 16 studies, 19.611 participanten) dat ras

noch etniciteit weinig tot geen invloed hebben op de studiekeuze. Tevens is Ball et al.

(2002) van mening dat etniciteit als onafhankelijke variabele onvoldoende verklaring

kan geven voor de studiekeuze van etnische minderheden. Om deze reden opperen

onderzoekers (Ball et al., 2002; Fouad en Byars-Winston, 2005) dat etniciteit in

combinatie met andere onafhankelijke variabelen gemeten moet worden om de

effecten op studiekeuze te kunnen verklaren.

Afgezien van de focus op barrières tijdens het maken van een studiekeuze, zijn

er ook onderzoeken gepubliceerd die de invloed van ouders op de studiekeuze van

etnische minderheden hebben bestudeerd. Zo heeft Fields (in McWhirter, 1997)

geconstateerd dat Afro-Amerikaanse en Mexicaan-Amerikaanse moeders, uit een

hoger sociaal milieu in vergelijking met Europese-Amerikaanse moeder uit het zelfde

milieu, een veel groter invloed hebben op toekomstige aspiraties, beroepen en

onderwijskeuze van hun kind. Tevens komt Gandar (in McWhirter, 1997), tot een

vergelijkbare constatering en voegt daarbij toe dat moeders van etnische minderheden

evenveel of meer invloed hebben op de studiekeuze in vergelijking met de vaders. Het

onderzoek van Gushue en Whitson (2006a) onder Afro-Amerikanen bevestigd dat

ouders een grote rol spelen in de studiekeuze die het individu maakt.

Naast de onderzoeken gericht op de effecten van barrières op studiekeuze en

de rol van ouders op de studiekeuze van etnische minderheden, is de discussie

ontstaan of en hoe cultuur een rol speelt op de studiekeuze van etnische minderheden

(o.a. Eccles, 2005; 2009; Gushue & Whitson, 2006b; Jacobs & Eccles, 2000; Neville

& Mobley, 2001). Uit de analyse van de diepte-interviews uitgevoerd bij Chinese

studenten komt naar voren dat deze groep studenten hun studiekeuze baseert op

‘behoefte’ van de gemeenschap (Eccles, 2005). Dit idee op beroeps- en studiekeuze

staat haaks op het idee van beroeps- en studiekeuze in de Westerse cultuur. In de

Westerse cultuur staan namelijk de interesse en het talent van het individu centraler

bij het maken van een beroeps- en studiekeuze dan de behoeften van de samenleving.

Het verschil in opvatting tussen culturen over studiekeuze geeft te kennen dat cultuur

Page 17: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

10

wel degelijk een belangrijke speelt in het maken van een studiekeuze (Fouad &

Byars-Winston, 2005).

2.2 Roep om onderzoek

Zoals eerder vermeld is er empirisch weinig bekend waarom etnische minderheden

kiezen voor een bepaalde studie. In nog minder mate is er empirische kennis waarom

Marokkaanse-Nederlanders kiezen voor een bepaalde academische studie. Het gebrek

aan empirische kennis over de studiekeuze van etnische minderheden heeft er toe

geleid dat meerdere onderzoekers (o.a. Ball., 2002; Gainor & lent, 1998; McWhirter,

1997; Eccles, 2009) pleiten voor meer onderzoek naar de studiekeuze van deze groep

studenten. Ook Nederlandse onderzoekers betogen voor meer onderzoek naar de

studiekeuze van etnische minderheden (Matthys, 2010; Moll, 1993). Verder stellen

Cook et al. (2002), Fouad en Byars-Winston (2005), Gushue en Whitson (2006a),

Neville en Mobley (2001) voor om gebruik te maken van complexere raamwerken in

onderzoeken, zodat de invloed van de omgeving inbegrepen is tijdens het uitvoeren

van onderzoek naar de studiekeuze van etnische minderheden.

Overigens veronderstellen Fouad en Byars-Winston (2005) dat de complexere

raamwerken niet gebaseerd moeten worden op Holland’s theory of Personalities in

Work Environmenst (Spokane, Lichetta, & Richwine, 2002), Super’s Development

Theory (Super, Savickas, Super, 1996) en de Theory of Work Adjusment (Dawis,

1996). Deze raamwerken lijken ongeschikt te zijn voor onderzoek naar de studiekeuze

van etnische minderheden, omdat deze raamwerken onvoldoende invulling geven aan

de barrières die etnische minderheden ondervinden tijdens het maken van een

studiekeuze (Fouad en Byars-Winston, 2005).

2.3 De Expectancy-Value Theory

Om dit exploratief onderzoek systematisch in goede banen te leiden is vanuit de

Expectancy-Value Theory (Eccles et al., 1983) een lineair model uitgewerkt (zie

figuur 1, bladzijde 13). Deze theorie van Eccles en collega’s is onder meer gebaseerd

op de Achievement Theory van Atkinson’s (1957), de Decision Making Theory

(Crandall, 1969), het Value-concept van Battle (1965), Deci (1975) Rokeach (1979)

en Feather (1982).

Page 18: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

11

De Expectancy-Value Theory is een motivatietheorie die een

sociaalpsychologische verklaring geeft voor studie- (en beroeps) keuze gedrag van

individuen. Deze motivatietheorie stelt dat de gemaakte studiekeuze door het individu

direct voortvloeit uit twee componenten, namelijk self-efficacy3 en values4. Beide

componenten worden met de jaren heen vorm gegeven door verschillende ervaringen

die een individu meemaakt (Eccles, 2005). Deze ervaringen zijn een gevolg van

allerlei sociale relaties die het individu aangaat en onderhoudt met de omgeving.

Vanwege de rol die ‘omgeving’ inneemt binnen het keuzeproces trekt de Expectancy

Value Theory een causaal verband tussen ‘socializers’, de sociale en persoonlijke

identiteit en de percepties behorende bij de studiekeuze (zie, Eccles, 2005: Figuur 7.1,

p. 106). Deze factoren spelen elk bewust en onbewust bi-directioneel een rol in de

mate van motivatie voor het maken van een bepaalde keuze (Eccles, 1994).

Beredenerend vanuit deze theorie is te stellen dat de mate van motivatie voor het

maken van een studiekeuze ontstaat door dat enerzijds de keuze afhankelijk is van de

mate waarin het individu denkt dat er een gewenst effect optreedt (self-efficacy) en

anderzijds door “de mate waarin het individu de verwachte waarde waardeert

(values)” (Janssen, Veldman, & Tartwijk, 2008, p. 5). Beide componenten worden

door allerlei ervaringen door de jaren heen gevormd zijn.

Afgelopen decennia zijn veel internationale onderzoeken naar studiekeuze

uitgevoerd met behulp van de Expectancy-Value Theory (Lau, Liem, & Nie, 2008).

Hiervan hebben de meeste onderzoeken zich voornamelijk gericht op het vinden van

verklaringen voor sekseverschillen in studie-, beroeps-, en modulekeuze (zie

Gallagher & Kaufman, 2005 voor een overzicht). Onderzoek vanuit het perspectief

van deze motivatietheorie heeft tot vruchtbare resultaten geleid (Watt & Richardson,

2007). In dit onderzoek is eveneens gekozen om gebruik te maken voor deze

motivatietheorie en wel om de volgende drie redenen: 1) De Expectancy-Value

Theorie helpt in kaart te brengen waarom een individu kiest voor de een studie ten

opzichte van andere studies (Matusovich, Streveler, & Miller, 2010); 2) Deze theorie

maakt het mogelijk om sociaalpsychologische factoren te analyseren die de

studiekeuze van het individu beïnvloeden; 3) Met behulp van deze theorie kan de

studiekeuze geanalyseerd worden vanuit het perspectief van degene die de keuze

maakt, het zogeheten ‘choice perspective’. Hiermee wordt tijdens dit onderzoek naar

de studiekeuze van Marokkaanse-Nederlanders mogelijke bias vermeden.

Page 19: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

12

Niet alle componenten uit de Expectancy-Value Theorie worden in dit

onderzoek bestudeerd, vanwege de simpele reden dat de theorie vele componenten

benoemt die van invloed kunnen zijn op het keuze gedrag van een individu. Dit

onderzoek zal zich om deze reden richten op de mogelijke invloed van ‘socializers’

(ouders), sociale identiteit (de rol van etniciteit), persoonlijke identiteit (self-efficacy)

en Subject Academic Training Value (attainment value) op de academische

studiekeuze van Marokkaanse-Nederlanders. Al hoewel deze variabelen afzonderlijk

besproken en geanalyseerd worden, zijn deze in werkelijkheid verweven en

verbonden met elkaar (Eccles, 2009). In de volgende paragraaf wordt het conceptuele

model dat ontwikkeld is op basis van de Expectancy-Value Theorie gepresenteerd en

toegelicht.

2.4 Conceptueel Model

Hierboven is beschreven dat de Expectancy-Value Theory meerdere componenten

benoemt die mogelijk van invloed zijn op de studiekeuze van het individu. Voor dit

onderzoek is een gemodificeerde versie van de Expectancy-Value Theory ontwikkeld

om de onderzoeksvragen systematisch te onderzoeken. Dit reeds ontwikkelde model

probeert antwoord te vinden op de vraag waarom etnische minderheden, in dit geval

Marokkaans-Nederlandse mannen, voor een bepaalde universitaire studie kiezen.5

Antwoord op deze vraag wordt gegeven door de volgende componenten te

bestuderen: ouders, etnische identiteit, academische self-efficacy en de attainment

value. Deze componenten zijn terug te vinden in figuur 1. Deze componenten zijn

gekozen, omdat zij volgens de Expectancy-Value Theory een significantere invloed

lijken te hebben op de studiekeuze ten opzichte van de andere componenten die tot de

zelfde theorie behoren.

Het is belangrijk om de volgende vier assumpties in acht te nemen die van

fundamenteel belang zijn om een beter begrip te ontwikkelen waarom een individu

voor een bepaalde studie kiest: 1) Het is belangrijk om te beseffen dat de keuze die

het individu maakt zowel bewust als onbewust gebeurt; 2) ‘Keuze’ is als een relatief

begrip gedefinieerd. Doordat ‘keuze’ een relatief begrip is, wordt door het individu de

ene keuzemogelijkheid serieuzer overwogen dan een andere keuzeoptie. Dit is onder

andere te wijten aan inaccurate informatie over de (studie)keuzemogelijkheden; 3)

Niet alle keuzemogelijkheden voor elk individu bekend zijn; 4) De

Page 20: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

13

keuzemogelijkheden spelen zich af in een breder en complexer sociologische realiteit

waardoor elk individu een eigen kijk ontwikkeld op de mogelijke keuze.

Overigens kiest een individu tussen twee of drie mogelijke opties. Kortom, het

maken van een studiekeuze is een dynamisch ontwikkelingsproces dat veranderbaar is

doordat het individu nieuwe ervaringen opdoet (Eccles, 2005).

Figuur 1 verbindt studiekeuze aan de component Subjective Academic

Training Value (SATV). De laatst genoemde component staat in verbinding met de

Persoonlijke Identiteit, wat op zijn beurt door de Sociale Identiteit en Socializers

beïnvloed wordt (Eccles, 2009). Deze onafhankelijk gepresenteerde componenten zijn

in werkelijkheid met elkaar verweven (Matusovich, Streveler, Miller, 2010). Zoals

eerder vermeld zijn de componenten bi-directioneel van aard, oftewel de

componenten beïnvloeden elkaar over en weer. De volgende sub-paragrafen lichten

de volgende componenten toe: 1) Subjective Academic Training Value, 2)

Persoonlijke Identiteit, 3) Sociale identiteit, 4) Socializers.

Figuur 1. Een conceptueel model ontwikkeld op basis van de Expectancy-Value Theory. De pijlen

duidden een directe relatie tussen Sociale Identiteit, Socializers en Persoonlijke Identiteit, die op haar

beurt direct effect heeft op Subjective Academic Training Value, die weer Choice beïnvloedt (zie

Eccles, 2005: Figure 7.1, p. 106).

Sociale

Identiteit

Etnische

Identiteit

Socializers

Ouders

Persoonlijke

Identiteit

Subjective Academic Training Value

Academische

Self-Efficacy Attainment

Value

Studiekeuze

Page 21: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

14

2.4.1 Subjective Academic Training Value

De definitie van Subjective Academic Training Value (SATV) is gelijk aan de

definitie van Subjective Task Value (STV), die op zijn beurt direct te herleiden is uit

de Expectancy-Value Theorie. Om deze reden is SATV gedefinieerd als de

beoordeling van het individu over de kwaliteit van de taak6 (zie voor een vergelijking

met STV, Eccles, 2005). De kwaliteit van een taak beïnvloedt de kans dat het individu

wel of niet kiest voor de taak (Eccles et al., 1983; Wigfield & Eccles, 1992; Eccles,

1994; Wigfield et al., 2009). Het individu beoordeelt de kwaliteit van een taak aan de

hand van vier variabelen: 1) attainment value, de value die het individu plaatst bij het

uitvoeren van een specifieke studie; 2) intrinsic value, het verwachte plezier van het

uitoefenen van een studie; 3) utility value, de studie past bij de lange of kort doelen

van het individu; 4) costs; de energie, moeite en barrières die het uitvoeren van de

studie met zich meebrengt.

Het causale verband tussen SATV en studiekeuze (Choice in figuur 1) is door

meerdere onderzoeken bevestigd (zie voor een overzicht, Eccles, Wigfield, &

Schiefele, 1998). Figuur 1 illustreert dit verband tussen studiekeuze en SATV. Het

verband tussen beide componenten (SATV en studiekeuze) is verklaarbaar doordat de

keuze die het individu maakt, beïnvloed wordt door de waargenomen

studiemogelijkheden, die op hun beurt beoordeeld worden op kwaliteit. Zoals

hierboven vermeld gebeurt het beoordelen van de kwaliteit aan de hand van de vier

variabelen: attainment value, intrinsic value, utility value en costs.

Ter afbakening richt dit onderzoek zich alleen op de relatie tussen studiekeuze

en de attainment value uit SATV. Voor de attainment value is gekozen om twee

redenen: 1) attainment value oefent de meeste invloed uit op de studiekeuze; 2)

attainment value hangt nauw verwant samen met persoonlijke identiteit. De laatst

genoemde component ligt in de lijn van dit onderzoek (Eccles, 2009). Deelvraag 3,

hoe beïnvloedt de academische self-efficacy de attainment value, probeert deze relatie

te verklaren. In sub-paragraaf 2.4.2 wordt deze deelvraag verder toegelicht.

2.4.1.1 Attainment Value

Voortbouwend op het werk van Battle (1966) over attainment value, definieert Eccles

(2005) dit construct als “de value dat het individu hecht aan een specifieke studie”

(p.109). Deze definitie is, zoals eerder aangehaald, nauw verweven met zowel de

persoonlijke als de sociale identiteit van het individu. Eccles (2005) meent dat een

Page 22: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

15

studie eerder gekozen wordt wanneer het individu overlap ziet tussen de studie en

zichzelf, oftewel raakvlak met de persoonlijke en sociale identiteit. Dit komt doordat

de studiekeuze het individu de mogelijkheid biedt te bevestigen ‘wie het individu is’

(Eccles, 2009). Deze definitie van de attainment value staat in grote lijnen gelijk met

de attainment value zoals gedefinieerd door andere onderzoekers als Conell en

Wellborn (1991) en Deci en Ryan (1985). Net als Eccles (2005) zien deze

onderzoekers dat motivatie en keuze afhangen van de mate een specifieke studie

voldoet aan de behoefte van het individu. Twee punten worden door Eccles hier aan

toegevoegd die van belang zijn om beter te begrijpen wat de rol van attainment value

is bij het maken van een studiekeuze: 1) Het belangrijk vinden van bepaalde values

ten opzichte van andere values vloeit voort uit wat de sociale groep, waar het individu

tot behoort, belangrijk vindt; 2) Elk individu vindt het belangrijk dat anderen, met

name die uit de zelfde sociale groep, waardering tonen voor de values van het

individu.

Beredenerend vanuit de attainment value en in acht nemend van de twee boven

genoemde punten, valt op te maken dat elk individu een studie verkiest die raakvlak

heeft met de persoonlijke en sociale identiteit. Beide identiteiten worden met de jaren

van jongs af aan gevormd doordat het individu beelden creëert van wie hij of zij is en

wil zijn. Deze beelden bestaan uit verschillende dimensies, zoals: 1) beelden van de

eigen capaciteiten; 2) beelden van lange termijn doelen; 3) schema’s van rol

verdelingen op basis van etniciteit, sekse en leeftijd; 4) values; 5) concrete korte

termijn doelen; 6) het ideale plaatje van wie het individu wil zijn. Dit allemaal bepaalt

de kern van de persoonlijke en sociale identiteit. Deze zes dimensies hebben op hun

beurt invloed op de value een individu plaatst bij de verschillende studiekeuze

mogelijkheden. De value die ergens geplaatst wordt de attainment value genoemd

(Eccles, 2005).

Op deze manier is het verklaarbaar dat wanneer etnische minderheden, dus

ook Marokkaanse-Nederlanders, op basis van hun persoonlijke en sociale identiteit

specifieke invulling geven aan deze dimensies dit kan leiden tot andere values

vergeleken met de etnische meerderheid. Wat resulteert in andere raakvlakken,

oftewel studiekeuze.

In figuur 1 is de relatie tussen de attainment value en de persoonlijke identiteit

geïllustreerd. Ook is te zien dat de persoonlijke identiteit beïnvloed wordt door de

sociale identiteit. Hierdoor lijkt er in ieder geval een indirecte relatie te bestaan tussen

Page 23: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

16

de sociale identiteit en de attainment value.

Zoals uit hierboven blijkt vervult persoonlijke identiteit een belangrijke rol in

het ontwikkelen van attainment value. De volgende sub-paragraaf zal dit nader

verklaren.

2.4.2 Persoonlijke Identiteit

Persoonlijke identiteit is een gevoel van eigenwaarde dat door het individu met de

jaren opgebouwd wordt. Het individu ontwikkelt hierdoor een gevoel individuele

autonomie en uniciteit. Hierdoor kan het individu zich onderscheiden van anderen uit

de ‘eigen groep’ (Hewitt 1997 in Hiltin, 2003). Persoonlijke identiteit is een breed en

complex construct bestaand uit een set van onderdelen als self-actualization, self-

efficacy, self-esteem, self-vertification, self-enhancement en self-discrepancies. Van al

deze componenten, die de persoonlijke identiteit herbergt, lijkt self-efficacy de meeste

invloed te hebben op de SATV en daardoor ook op de attainment value (Eccles,

2009). Om deze reden zal in dit onderzoek de focus liggen op de invloed van self-

efficacy (als onderdeel van de persoonlijke identiteit) op de attainment value (als

onderdeel van SATV).

2.4.2.1 Self-efficacy for academic achievement

Voor dat er antwoord wordt geven op de vraag wat de relatie tussen self-efficacy en

SATV is, wordt stil gestaan bij de definitie van de term self-efficacy, want net als bij

de persoonlijke identiteit betreft het om een brede en complexe definitie (Bandura,

2006). In dit onderzoek is gekozen voor de definitie van self-efficacy zoals

omschreven door Bandura (2006), namelijk als een gevoel van bekwaamheid om een

bepaald expliciet doel te kunnen bereiken. Self-efficacy strekt zich breder uit dan

enkel het gevoel van bekwaamheid of zelfvertrouwen van het individu. Het is een

complex en dynamisch begrip waarbij eveneens rekening gehouden dient te worden

met contextuele factoren. Een gevoel van bekwaamheid van het individu is niet alleen

een gevolg van eigenreflectie, maar tevens een gevolg van reacties van anderen en

vergelijking met anderen (Eccles, 2009). Self-efficacy kent net als persoonlijke

identiteit vele dimensies, zoals: “self-efficacy for leisure time skills, self-efficacy to

meet others’ expectations, social self-efficacy”, dit onderzoek legt de nadruk op “self-

efficacy for academic achievement”, of te wel het gevoel van bekwaamheid om een

academische studie succesvol af te ronden (Bandura 2006).Vertalend naar dit

Page 24: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

17

onderzoek betekent deze definitie de mate van bekwaamheid of zelfvertrouwen onder

Marokkaans-Nederlandse mannen om een universitaire studie succesvol af te ronden

van invloed is op de attainment value. Getracht wordt om deze relatie te begrijpen.

Dit gebeurt door antwoord te vinden op deelvraag 3: hoe beïnvloedt de academische

self-efficacy de attainment value?

Volgens Bandura (2006) speelt self-efficacy, dus ook academisch self-efficacy,

een belangrijke rol in het menselijk functioneren, omdat self-efficacy, zowel bewust

als onbewust, doorwerkt op het gedrag van het individu. Daarnaast heeft self-efficacy

ook effect op determinanten als aspiraties en doelen, en percepties van

belemmeringen en mogelijkheden binnen de sociale omgeving. Verder heeft self-

efficacy invloed op of het individu strategisch of onregelmatig te werk gaat,

optimistisch of pessimistisch in het leven staat. Op deze manier heeft self-efficacy vat

op de keuze die het individu voor bepaalde handelingen maakt, de mate van

doorzettingsvermogen, manier van denken en emotionele reacties op verschillende

keuzemogelijkheden. De invloeden van self-efficacy, zoals hierboven benoemd, zijn

onderbouwd door verscheidene meta-analyses (o.a. Boyer, Zollo, Thompson,

Vancouver, Shewring, & Sims, 2000; Moritz, Fetlz, Fahrbach, & Mack, 2000;

Stajkovic & Luthans, 1998).

Relevanter voor dit onderzoek zijn de onderzoeksresultaten, die gevonden zijn

door onderzoekers naar de effecten van self-efficacy op SATV. Zo heeft Sheu et al

(2009) aan de hand van een meta-analyse (bestaand uit 40 studies) geconcludeerd dat

self-efficacy invloed heeft op SATV. Tevens constateerde Gushue (2006) een

samenhang tussen self-efficacy en SATV, dit aan de hand van een sample van 128

Latina/o middelbare scholieren. Bong (2001) trekt eveneens een soortgelijke

conclusie. Dit na dat zij een longitudinaal onderzoek uitgevoerd had onder 168

vrouwelijke Koreaanse studenten. De relatie tussen self-efficacy en SATV was

midden jaren negentig van de vorige eeuw al getrokken (o.a. Eccles et al., 1998; Lent,

Brow, & Hackett, 1994; Wigfield et al., 1997). Het verband tussen SATV en self-

efficacy is terug te zien in figuur 1.

Zoals eerder opgemerkt is self-efficacy niet een vaststaand kenmerk maar een

veranderlijk construct van individuen (Schunk & Pajares, 2002). Ouders (als

onderdeel van socializers) en etniciteit (als onderdeel van sociale identiteit)

beïnvloeden daarbij het zelfbeeld van het individu en daarmee ook de academische

self-efficacy. De volgende twee sub-paragrafen richten zich om deze reden op de

Page 25: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

18

componenten etniciteit en ouders in relatie tot self-efficacy. Als eerst komt de

etnische identiteit aanbod gevolgd door de component ouders.

2.4.3 Sociale identiteit

Sociale identiteit refereert naar de gemeenschappelijkheden die individuen onderling

bezitten in een groep en de verschillen die er zijn tussen individuen van andere

groepen (Hogg in Hiltin, 2003). De sociale identiteit is opgebouwd uit de identiteit

van groepen waartoe een individu kan behoren, te denken aan: sekse, etniciteit,

cultuur, religie en sociale klasse (Eccles, 2009). Aangezien dit onderzoek zich richt op

de studiekeuze van Marokkaanse-Nederlanders zal de focus liggen op etnische

identiteit7 en de manier waarop dit invloed uitoefent op de academische self-efficacy.

2.4.3.1 Etnische identiteit

Wakefield en Hudley (2007) omschrijven etnische identiteit als een toegeschreven of

als een zelf geïdentificeerde verbondenheid met een groep. De verbondenheid met een

groep is gebaseerd op onder andere het familie verleden, gedeelde taal, cultuur, religie

of nationaliteit. Toeschrijving of zelf identificatie tot een etnische groep gebeurt bij

geboorte en door middel van socialisatie. Door dat het proces van toeschrijving of zelf

identificatie bij geboorte start spreekt Banks (2006) van leden die onvrijwillig lid

worden van een groep.

Overigens dient etniciteit, of te wel etnische identiteit, niet verward te worden

met cultuur of culturele identiteit (van der Veen, 2001). Waar het bij cultuur gaat om

verschillen tussen groepen, zoals op het gebied van taal, religie en gebruiken, draait

het bij etniciteit om het interactieproces waarin culturele karaktereigenschappen

benoemd en beoordeeld worden in het interactieproces (Sekuliç, 2008).

Etnische identiteit is een constitutief element van de sociale identiteit, dat op

haar beurt een basis vormt voor stabiele onderwijsdoelen en onderwijsinteresses

(McWhirter, 1997; Gainor & Lent, 1998; Cook et al., 2002; Fouad & Byars-Winston,

2005). Ook de etnische identiteit is opgebouwd uit verschillende componenten die

(in)direct in relatie staan met self-efficacy: 1) Verbondenheid, een positieve band

hebben met de etnische groep waartoe het individu tot behoort; 2) Besef van racisme,

de negatieve gedachten kennen over de eigen etnische groep; 3) groepsprestaties,

inzicht hebben in de prestaties van de etnische groep (Oyserman, Harrison, & Bybee,

2001).

Page 26: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

19

Recentelijke resultaten (o.a. Gushue, 2006; Wakefield & Hudley, 2007; Walker

& Tracey, 2011) tonen een positieve correlatie tussen de etnische identiteit en self-

efficacy. Deze studies laten zien dat een sterk positief bewustzijn van de etnische

identiteit de kans vergroot op academische prestaties, motivatie en self-efficacy. Een

sterk, positief etnische identiteit is dat het individu kennis heeft over zijn etnisch

verleden en een duidelijk beeld heeft van hoe de etnische identiteit invloed heeft in

het dagelijks leven (Wakefield & Hudley, 2007). In het geval van de onderzoeksgroep

kan dit betekenen dat Marokkaanse-Nederlanders zich bewust zijn van het feit

waarom hun ouders naar Nederland zijn geïmmigreerd. Daarnaast zich bewust zijn

van de gevolgen die kleven aan de Marokkaans-Nederlandse identiteit binnen de

samenleving. De samenhang tussen etnische identiteit (als onderdeel van de sociale

Identiteit) en self-efficacy (als onderdeel van persoonlijke identiteit) is in figuur 1

geïllustreerd.

Ondanks een toename van empirisch bewijs (zie voor een overzicht Graham &

Hudle, 2007) dat de invloed van etnische identiteit op self-efficacy ondersteund, is er

in mindere mate consensus over hoe de etnische identiteit invloed uit oefent op self-

efficacy (Graham & Hudley, 2007). Dit onderzoek probeert om deze reden ook

antwoord te geven op de vraag hoe de etnische identiteit self-efficacy beïnvloedt

(deelvraag 1).

Wel is overeenstemming over het idee dat etnische minderheden en daarmee

ook Marokkaanse-Nederlanders, binnen de Westerse samenleving, gepositioneerd zijn

aan de onderkant van de sociale ladder. Mede hierdoor kampt deze groep met

barrières die van invloed zijn op de self-efficacy, waarbij racisme en discriminatie de

voornaamste barrières zijn (Graham & Hudley, 2005). Hieronder zal om deze reden

de focus liggen op de component ‘besef van racisme’ in relatie met self-efficacy.

Deze component is eveneens opgedeeld in drie onderdelen: 1) stereotypen en

stereotype-bedreiging; 2) discriminatie; 3) leraar verwachting in de vorm van self-

fulfilling prophecies. In dit onderzoek wordt in gegaan op de eerste twee

componenten. Dit vanwege de beperkingen van dit onderzoek. De relatie van elke

onderdeel met self-efficacy wordt hierna toegelicht. Belangrijk om te vermelden dat

deze twee onderdelen onderling in relatie met elkaar staan, maar dat deze ondanks dat

deze apart benoemt worden.

Page 27: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

20

2.4.3.1.a Stereotypen en stereotype-bedreiging

Stereotypen zijn binnen een cultureel gedeelde overtuigingen over eigenschappen en

gedragingen van een bepaalde groep. Dit kunnen zowel positief als negatief gedeelde

overtuigingen zijn (Smith & Hung, 2008). Een voorbeeld van een stereotype idee is

dat vrouwen minder aanleg hebben voor wiskundige vakken in vergelijking met

mannen; maar ook dat Japanners heel goed zijn in wiskunde. Over het algemeen zijn

stereotypen negatief van aard, dat geldt ook voor de doelgroep in dit onderzoek. Zo is

het algemene beeld over Marokkaanse Nederlanders, namelijk crimineel, asociaal en

agressief. Binnen het onderwijs heerst er eveneens een negatief beeld over

Marokkaanse Nederlanders, namelijk lui en minder intelligent dan Nederlanders (El

Hadoui, 2008). Het negatieve beeld van een groep wordt door de cultuur op

verschillende manieren aan elkaar overgedragen, hierbij valt te denken aan onder

andere massa media, omgeving, leeftijdsgenoten en leraren (Smith & Hung, 2008).

Wanneer een individu zich bewust is van het negatieve beeld dat er is over de eigen

groep wordt dit verschijnsel gelabeld als stereotype-bedreiging (Steele, 1997).

Stereotype-bedreiging heeft mogelijk op twee manieren effect op motivatie,

competentie en self-efficacy, namelijk het individu kiest ervoor om nog harder te

werken met als doel het negatieve stereobeeld te ontkrachten. Stereotype-bedreiging

kan ook zorgen voor een tegenovergesteld effect, namelijk dat het individu minder

moeite doet en energie stopt in school, daarnaast het belang van onderwijs of de taken

daarvan bagatelliseert.

Meerdere onderzoeken (o.a. Schmader, Major, Gramzow, 2001; Steele &

Aronson 1995; Steele, 1997; Walton & Cohen, 2003) bevestigen de relatie tussen

stereotype-bedreiging en self-efficacy. Recentelijk nog de meta-analyse (van 76

onderzoeken) van Nguyen en Ryan (2008) bevestigd dat met name negatieve

stereotype beelden een impact hebben op de self-efficacy van etnische minderheden

en die van vrouwen.

2.4.3.1b Discriminatie

Stereotyperende beelden kunnen leiden tot discriminatie. Met discriminatie wordt

bedoeld een negatief of schadelijk gedrag uitten naar een persoon op basis van het

behoren tot een bepaalde groep (Graham & Hudley, 2005). Vertaald naar dit

onderzoek betekent het negatief of schadelijk gedrag van anderen jegens

Marokkaanse-Nederlanders. Hierbij wordt in dit onderzoek de nadruk gelegd op

Page 28: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

21

persoonlijke ervaringen of percepties van negatief of schadelijk gedrag op basis van

etnische kenmerken.

Discriminatie komt voor in verschillende contexten en neemt verschillende

vormen aan, zoals: duidelijk, bewust en herkenbaar; maar ook subtiel, onbewust en

onherkenbaar. De laatste vorm is beter bekend als ‘micro-agressie’ (Graham &

Hudley, 2005). Een voorbeeld hiervan binnen de schoolcontext is het verbaasd

opkijken van docenten wanneer een leerling, behorend tot een niet westerse etnische

groep, hoog scoort op een toets en of er vanuit gaan dat deze score gehaald is door af

te kijken of andere vormen van fraude.

Een consequentie van discriminatie is dat dit kan resulteren in een negatief

effect op o.a. de self-efficacy. Individuen die het gevoel hebben dat zij

gediscrimineerd worden of het doelwit hiervan zijn verliezen eerder het

zelfvertrouwen in hun academische mogelijkheden (Graham & Hudley, 2005).

Hoewel de meeste onderzoeken (zie Graham & Hudley, 2005 voor een overzicht) die

deze aanname bevestigen uitgevoerd zijn onder volwassenen, zijn er inmiddels ook

onderzoeken afgenomen onder middelbare scholieren die dit idee evenzeer

bevestigen. Onderzoek uit de Verenigde Staten laat zien dat donkere middelbare

scholieren, het gevoel hebben dat zij zwaarder gestraft worden op school voor de

zelfde overtreding dan hun blanke klasgenoten. Dit kan leiden tot het wantrouwen van

leraren, school en uiteindelijk tot lagere schoolprestaties en schooluitval (Graham &

Hudley, 2005).

In Nederland is door Ketner (2008) onder Marokkaanse-Nederlanders

onderzoek uitgevoerd naar ervaringen met discriminatie. Op basis van 80 interviews

met jongeren in de leeftijd 13 tot en met 20 jaar zijn een viertal strategieën gefilterd

die toegepast worden als manier om te gaan met discriminatie: 1) Ontkennen. Het

ontkennen van discriminatie betekent dat het individu aangeeft niet het idee te hebben

dat er sprake is van racisme en discriminatie; 2) Accepteren beeld. Hiermee wordt

bedoeld dat het individu aangeeft dat discriminatie behoort tot de eigenschappen van

de mens, oftewel het is normaal dat het gebeurt; 3) Accepteren gebeurtenis. Dit

betekent dat het individu de eigen etnische groep eveneens verantwoordelijk stelt voor

de discriminatie; 4) Distantiëren van negatieve imago: het individu geeft te kennen

zichzelf niet te herkennen in het negatieve beeld dat heerst, het individu geeft aan dat

het geschetste beeld niet overeenkomt met het eigen beeld van de etnische groep, de

Page 29: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

22

media wordt aangewezen als hoofdschuldige van het negatieve beeld van de eigen

etnische groep.

2.4.4 Socializers

Leraren, leeftijdsgenoten, media, ouders, broers en zussen zijn voorbeelden van

socializers. Deze groepen beïnvloeden elk de ontwikkeling van de persoonlijke

identiteit van het individu (Eccles, 2009). In dit onderzoek ligt de focus op de

beïnvloeding van ouders op de persoonlijke identiteit. Hiervoor is gekozen vanwege

de centrale rol die ouders innemen bij de ontwikkeling van de persoonlijke identiteit

van het kind (Jacobs & Eccles, 2000). Ouders lijken zelfs tijdens de puberteit,

wanneer het kind minder tijd doorbrengt met de ouders, een belangrijke rol te spelen

bij de ontwikkeling van de persoonlijke identiteit van het kind (Pomerantz, Grolnick,

& Price, 2005). Aangezien ouders de persoonlijke identiteit beïnvloeden, kan

aangenomen worden dat zij ook de academisch self-efficacy beïnvloeden. Deze

aanname wordt ondersteund door Meunier, Roskam en Browne (2011). De relatie

tussen ouders en academisch self-efficacy is terug te zien in figuur 1.

De beïnvloeding van ouders is te categoriseren onder de volgende drie

noemers: de gedragsmatige beïnvloeding van ouders, de cognitieve beïnvloeding van

ouders en de affectieve beïnvloeding van ouders (Pomerantz et al., 2005).

Gekozen is om in dit onderzoek de aandacht te vestigen op de cognitieve en

affectieve beïnvloeding van de ouders op de academische self-efficacy. Deze beide

constructen worden in de volgende twee paragrafen nader toegelicht. Eerst komt de

cognitieve beïnvloeding van ouders aanbod. Daarna volgt de affectieve beïnvloeding

van ouders.

2.4.4.1 Cognitieve beïnvloeding van ouders

Met cognitieve beïnvloeding wordt de gedachte die ouders hebben over de

academische capaciteiten van hun kind bedoeld. In andere woorden waar denken

ouders dat hun kind academisch gezien toe in staat is. De onderwijs aspiraties die

ouders hebben voor hun kind valt ook onder deze noemer. Dat deze cognitieve

factoren invloed hebben op onderdelen behorend tot de persoonlijke identiteit als

motivatie, gevoel van competentie en self-efficacy is sinds 1950 veelvuldig

aangetoond (Pomerantz et al., 2005). Behalve de hoge academische verwachtingen en

aspiraties die ouders hebben, speelt de nauwkeurigheid van de inschatting die ouders

Page 30: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

23

maken ook een rol. Zo lijkt dat wanneer ouders een nauwkeurige inschatting maken

van de academische capaciteiten van hun kind, dit positief invloed heeft op onder

andere de motivatie, gevoel van competentie en academisch self-efficacy. Over het

algemeen is het zo dat ouders de capaciteiten van hun kind overschatten.

Naast de gedachte die ouders hebben over de academische capaciteiten van hun

kind is de waarde die zij hechten aan onderwijs ook van invloed op de self-efficacy

(Pomerantz et al., 2005). Het beperkte aantal onderzoeken die zich gericht heeft op de

relatie tussen de waarde die ouders hechten aan onderwijs en self-efficacy toont aan

dat naarmate ouders onderwijs belangrijk vinden dit positief samenhangt met het

academische self-efficacy. Wel lijkt de positieve samenhang vooral af te hangen van

het geslacht van de ouder en het kind. Naar voren is gekomen dat met name de self-

efficacy van vrouwen positief beïnvloedt wordt wanneer hun vader veel waarde hecht

aan onderwijs.

Onderzoek specifiek gericht op de groep Marokkaans-Nederlandse ouders en de

onderwijsaspiraties die zij hebben voor hun kinderen en de waarde die zij hechten aan

onderwijs is voor zover bekend nog niet uitgevoerd. Wel is er onderzoek (o.a.

Booijink, 2007; Smit, Driessen, & Doesborgh, 2005) gedaan naar de

onderwijsaspiraties en de waarde van onderwijs onder Nederlandse-etnische

minderheden, waaronder ook Marokkaans-Nederlandse ouders zich bevonden. Uit

deze onderzoeken is gebleken dat ouders van etnisch minderheidsgroepen hoge

onderwijsaspiraties hebben voor hun kinderen en het belang van onderwijs

onderstrepen. Booijink (2007) heeft aan de hand van interviews kunnen vaststellen

dat ouders van mening zijn dat zij goede voorwaarden moeten scheppen om het

onderwijs van hun kind te ondersteunen. Ouders geven aan dat zij hun kinderen op

tijd naar bed sturen en nooit ongeoorloofd te laten verzuimen. Internationaal

onderzoek (o.a. Jacobs & Eccles, 2000; Ogbu, 1987) bevestigd evenzo het beeld dat

ouders van etnische minderheden onderwijs belangrijk vinden en hoge aspiraties

koesteren voor de schoolopleiding van hun kinderen.

Hoewel de effecten van cognitieve beïnvloeding van ouders zijn vastgesteld is

niet duidelijk hoe dit mechanisme precies werkt (Pomerantz et al., 2005). Het kan zijn

dat ouders handelen naar de academische verwachtingen, onderwijs aspiraties en

waarde van onderwijs die zij hebben. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot een specifiek

gedrag van de ouder naar het kind toe. Een andere verklaring kan zijn dat ouders op

Page 31: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

24

een andere manier met het kind communiceren. Dit onderzoek probeert hier antwoord

op te vinden door deelvraag 2: Hoe beïnvloeden ouders de academische self-efficacy?

2.4.4.2 Affectieve beïnvloeding van ouders

De relatie tussen de ouders en kinderen neemt vaak een centrale plek in tijdens de

ontwikkeling van het individu. Zelfs wanneer kinderen in de puberteit meer tijd

doorbrengen met onder andere leeftijdsgenoten, blijft de relatie tussen ouder en kind

een essentiële rol innemen tijdens de ontwikkeling van de persoonlijke identiteit van

het kind (Pomerantz et al., 2005). Een goede relatie tussen ouders en kinderen heeft

positief effect op onderdelen van de persoonlijke identiteit, waaronder de

academische self-efficacy. Ook leidt een goede relatie tussen ouders en kinderen bij

het individu tot het eerder bereid zijn om te voldoen aan de wensen van de ouders.

Onderzoeken (Ketner, 2008; Pels, 2000) naar de affectieve band tussen ouders en hun

kinderen onder Marokkaanse-Nederlanders toont aan dat de kinderen een sterke

verbondenheid voelen met hun ouders.

De goede band tussen ouders en kind kan zorgen voor een gevoel van familie

verantwoordelijkheid (Pomerantz et al., 2005). Familie verantwoordelijkheid is te

onderscheiden in drie vormen. Dit kan zijn dat een individu zich verantwoordelijk

voelt om binnen het huishouden de ouders te ondersteunen. Hier kan onder andere

gedacht worden aan het ondersteunen bij het halen van boodschappen. Een tweede

vorm betreft het respecteren en het volgen van de wensen van de familie. In het

bijzonder de wensen van de ouders. Een voorbeeld hiervan is dat de ouders de wens

hebben dat het individu zich houdt aan de religieuze normen en waarden. Tot slot kan

het ook zijn dat het individu zich verantwoordelijk voelt om in de toekomst

ondersteuning te bieden aan de ouders.

Het is aannemelijk dat wanneer het individu zich verantwoordelijk voelt tot

minstens één van deze vormen er een gevoel van plicht ontwikkeld wordt dat

resulteert in een positieve stimulans op de persoonlijke identiteit (Pomerantz et al.,

2005). Een gevolg hiervan is dat deze individuen meer inzet tonen om academisch te

presteren (Fuligni, 2001). Daarnaast komt naar voren dat leerlingen met een hoog

verantwoordelijkheidsgevoel naar hun ouders toe meer tijd spenderen aan studie.

Tevens lijken zij hogere onderwijsverwachtingen en aspiraties te hebben (Fuligni,

Yip, & Tseng, 2002). Overigens het feit dat een individu een hoge mate van familie

verantwoordelijkheid heeft en zich meer inzet leidt niet per definitie tot betere

Page 32: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

25

leerprestaties, oftewel hogere cijfers.

2.5 Samenvatting

In dit hoofdstuk is uit het literatuuroverzicht naar voren gekomen dat er binnen de

Nederlandse grens een tekort is aan wetenschappelijk onderzoek die betrekking heeft

op de academische studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen. Het tekort aan

Nederlandse onderzoeken heeft geleid tot een literatuuroverzicht op basis van

Engelstalige onderzoeken. Hoewel de Engelstalige onderzoeken uitgevoerd zijn in

een andere context kunnen de resultaten van die onderzoeken waardevol zijn voor de

Nederlandse context op basis van de lage sociale en etnisch-culturele positionering

van minderheden in de Westerse-samenleving. Dit uitgangspunt maakt het

aannemelijk dat Nederlandse minderheden, net als andere etnische minderheden in de

Westerse samenleving, soortgelijke barrières kennen op economisch, politiek, sociaal

vlak en op het gebied van onderwijs.

De onderzoeken die zijn uitgevoerd naar studiekeuze van etnische minderheden

hebben zich voornamelijk gefocust op barrières die etnische minderheden oplopen

tijdens deze periode. Barrières, zoals racisme en discriminatie schijnen van invloed te

zijn op de studiekeuze van etnische minderheden.

De roep naar wetenschappelijk onderzoek komt zowel uit binnen- als

buitenland. Hierbij zijn onderzoekers van mening dat het bestuderen van de

studiekeuze van etnische minderheden moet gebeuren aan de hand van complexere

theoretisch raamwerken. Daarbij is het van belang dat er rekening gehouden dient te

worden met institutionele barrières, zoals discriminatie en racisme.

Om gehoor te geven aan de oproepen van voorgaande onderzoeken is op basis

van de Expectancy-Value Theory een conceptueel model ontwikkeld. De Expectancy-

Value Theory is een motivatietheorie die een sociaalpsychologische verklaring geeft

voor de studiekeuze van het individu. Het uitgewerkt conceptueel model bestaat uit de

volgende componenten: attainment value (onderdeel van SATV), academisch self-

efficacy (onderdeel van persoonlijk identiteit), etnische identiteit (onderdeel van

sociale identiteit) en ouders (onderdeel van socializers).

De relatie tussen de componenten kan als volgt in het kort worden beschreven.

Het individu maakt een studiekeuze op basis van afwegingen. Deze afwegingen zijn

gebaseerd op de mate de studie voorziet in de behoefte van het individu. De

attainment value wordt beïnvloed door de self-efficacy, dus ook door de academische

Page 33: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

26

self-efficacy. Ouders en de etnische identiteit hebben op hun beurt invloed op de self-

efficacy, dus ook op de academische self-efficacy.

Aan de hand van theoretisch kader worden in het volgende hoofdstuk de

onderzoeksvragen en de methode van dit onderzoek voorgelegd.

Voetnoten 3 Succesverwachting; binnen de Nederlandse literatuur is self-efficacy ook wel

bekend als cognitief zelfvertrouwen (Peetsma & Van der Veen, 2008). 4 Values zijn abstracte idealen, die diep gelokaliseerd binnen iemand beliefsystem

(zie Rokeach, 1968 voor uitgebreide uitleg over het beliefsystem), over hoe men

denkt of niet denkt dat men zich moet gedragen (Rokeach, 1979). Deze values zijn

niet specifiek gekoppeld aan bepaalde attitude, object of situatie en beïnvloeden

het gedrag van het individu (Jacobs & Eccles, 2000). Het Nederlandse woord voor

values is waarde. Beide woorden worden door elkaar gebruikt binnen dit

onderzoek. 5 De focus ligt in dit onderzoek op studenten sociale wetenschappen, economie en

rechten. In hoofdstuk 3 volgt de toelichting voor deze keuze. 6 Het begrip taak dient breder opgevat te worden dan alleen in de context van het

uitvoeren van een taak. Binnen de Expectancy-Value Theorie betekent taak onder

andere ook beroep, module en studie (Eccles, 1994). De laatste betekenis is voor

dit onderzoek het geval. 7 Binnen dit onderzoek staat de term etnische identiteit ook gelijk aan de raciale

identiteit van het individu. Het aan elkaar gelijk stellen van beide constructen is

mogelijk wanneer ervan uitgegaan wordt dat beide constructen onlosmakelijk aan

elkaar verbonden zijn (Wakefield & Hudley, 2007). Raciale identiteit is het

toewijzen van het individu op uiterlijke kenmerken. Vertalend naar dit onderzoek

betekent het dat Marokkaanse-Nederlanders zowel toegeschreven worden op basis

van etnische als uiterlijke kenmerken worden toegeschreven tot groep

Marokkaanse-Nederlanders.

Page 34: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

27

3. Onderzoeksopzet

Hoofdvraag:

Hoe beïnvloedt de attainment value de academische studiekeuze van

Marokkaans- Nederlandse mannen?

In het onderzoek wordt de attainment value onderzocht in relatie tot de academische

self-efficacy van de studenten. En, de academische self-efficacy wordt benaderd

vanuit twee factoren; namelijk, etnische identiteit en ouders (zie conceptueel model,

p. 13). Dit betekent dat de relatie tussen de attainment value en de studiekeuze wordt

bestudeerd aan de hand van de volgende deelvragen:

1) Hoe beïnvloedt de academische self-efficacy de attainment value?

2) Hoe beïnvloedt de etnische identiteit de academische self-efficacy?

3) Hoe beïnvloeden ouders de academische self-efficacy?

In dit hoofdstuk worden de methodologische aspecten van dit onderzoek uiteengezet.

Paragraaf 3.1 bespreekt de overwegingen die ten grondslag liggen aan de gekozen

onderzoeksopzet. Vervolgens komt in paragraaf 3.2 de beschrijving van de

onderzoeksgroep. Daarna wordt in paragraaf 3.3 beschreven hoe de issuelijst is

ontworpen. Gevolgd door paragraaf 3.4 waarin de opzet van het diepte-interview

uitgelegd is. In paragraaf 3.5 komt de invloed van de etnische achtergrond van de

onderzoeker aanbod. Paragraaf 3.6 sluit dit hoofdstuk af met een toelichting over de

data analyse.

3.1 Methodologie

Gekozen is voor een exploratief onderzoeksdesign. Voor deze keuze liggen drie

redenen ten grondslag. Ten eerste zijn de geformuleerde onderzoeksvragen van

samenhangend aard. Ten tweede is er weinig empirische kennis beschikbaar over de

academische studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen. Tot slot heeft dit

onderzoek een verkennend doel, want er zijn vooraf geen hypothesen opgesteld. Door

middel van dit exploratief onderzoek kunnen theorieën en hypothesen ontwikkeld en

getoetst worden (Creswell, 2008). Op deze manier wordt aangesloten op de doelen die

geformuleerd zijn in de inleiding van dit onderzoek.

Page 35: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

28

Het exploratief onderzoek is uitgevoerd door middel van diepte-interviews. Dit

zijn individuele interviews die aan de hand van een issuelijst worden afgenomen.

Deze interviewvorm biedt de mogelijkheid om bij respondenten op zoek te gaan naar

gevoelens en gedachten die ten grondslag liggen aan specifieke gedraging (Patton,

1987). In het kader van dit onderzoek betekent het dat de onderzoeker op zoek is

gegaan naar de gevoelens en gedachten die hebben geleid tot de academische

studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen. Daarnaast bieden diepte-

interviews respondenten de mogelijkheid hun gedachten te formuleren vanuit hun

eigen perspectief en ervaringen. Het doel hiervan is om tijdens de gesprekken te

reflecteren op gedane uitspraken en, of daarop terug te kunnen komen. Een ander

belangrijk aspect die diepte-interviews met zich mee brengen, is dat deze leiden tot

informele gesprekken met respondenten. Het doel van informele gesprekken is om

eerder het vertrouwen van de respondent te winnen. Doordat het vertrouwen

gewonnen wordt zal de respondent zich makkelijker en meer open opstellen voor het

gesprek, met als resultaat kwalitatief betere antwoorden. Met name gevoelige

onderwerpen zoals etnische vraagstukken vragen een informeel diepte-interview

(Patton, 1987).

3.2 Respondenten

De 15 respondenten zijn geselecteerd op basis van de volgende criteria:

1) Geslacht: Man.

2) Etnische identiteit: Marokkaans-Nederlands, waarbij de respondent in

Nederland geboren is.

3) Academische studierichting: sociale wetenschappen, economie of rechten.

4) Studiejaar: derde of vierde.

Gezien de specifieke kenmerken die de onderzoeksgroep heeft, is gekozen voor

de sneeuwbalsteekproef (Hoyle, Harris, & Judd, 2002). Op deze manier heeft de

onderzoeker via zijn netwerk respondenten benaderd met informatie over het

onderzoek en een verzoek tot deelname. Tevens is gevraagd naar één of meer

respondent die zij kennen, met de kenmerken die voor dit onderzoek belangrijk zijn.

Aan deze respondenten is weer op hun beurt gevraagd of zij weer anderen kennen.

Het werven van respondenten leverde geen problemen op.

Wanneer een respondent ingestemd had met medewerking maakte de

onderzoeker met elke respondent een eigen afspraak. De dataverzameling vond plaats

Page 36: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

29

in de laatste week van april 2012 en de eerste week van mei 2012. Er deden 15

mannelijke respondenten, in de leeftijd 22 tot 28 jaar, mee aan dit onderzoek. De

etniciteit van de respondenten is door hen zelf vastgesteld. Alle respondenten zijn in

Nederland geboren en getogen. Daarentegen zijn de ouders van alle respondenten in

Marokko geboren. Het onderscheid in Berberse of Arabische achtergrond is in de

analyses niet meegenomen.

De respondenten studeerden aan de Vrije Universiteit (11), Universiteit van

Amsterdam (2), Universiteit Leiden (1) of Nyenrode Business Universiteit (1).

Respondenten zaten in de eindfase van hun Bachelor of in hun Master. Voor analyse

doeleinden zijn respondenten geselecteerd behorende tot de studierichtingen: sociale

wetenschappen, economie en rechten. Uit elk van deze studierichtingen zijn vijf

respondenten geworven. De twee laatst genoemde studies zijn geselecteerd vanwege

het relatief groot aantal Marokkaanse-Nederlanders dat kiest voor een economische of

een rechten studie (Wolff, 2007). Binnen de sociale wetenschappen zijn

Marokkaanse-Nederlanders relatief minder goed vertegenwoordigd en daarom is voor

deze studierichting gekozen.

Bijna alle respondenten (13) hebben het profiel Economie & Maatschappij

gevolgd in het voortgezet onderwijs. Eén respondent heeft het profiel Cultuur &

Maatschappij gevolgd en één heeft op een internationale middelbare privéschool les

gevolgd. Op deze privéschool wordt het onderwijs niet aangeboden vanuit profielen.

Tien van de vijftien respondenten zijn via het reguliere Voorbereidend

Wetenschappelijk Onderwijs (VWO) doorgestroomd naar de universiteit. Twee

respondenten hebben via het Joke Smit College (volwassenenonderwijs) de weg naar

de universiteit gevonden. Twee anderen zijn na het behalen van hun Hoger

Beroepsonderwijs-Propedeuse overgestapt naar de universiteit. Eén respondent heeft

zijn middelbaar onderwijs genoten op een privéschool alvorens over te stappen naar

de universiteit.

3.3 Vooronderzoek en issuelijst-ontwerp

Er is gebruik gemaakt van een issuelijst gedurende het interview met de respondenten.

Een issuelijst is een lijst met (specifieke) vragen of onderwerpen die geëxploreerd

dienen te worden tijdens het interview. Het voordeel van een issuelijst is dat deze bij

een (relatief) grote afname van interviews voor systematiek en afbakening zorgt, maar

Page 37: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

30

daarbij de respondent de gelegenheid om vanuit het eigen perspectief en ervaringen

informatie te delen (Patton, 1987).

De ontwikkeling van de issuelijst is in drie fasen verlopen. In de eerste fase is

aan de hand van literatuuronderzoek een conceptueel model ontwikkeld, bestaand uit

een vijftal dimensies. Dit conceptueel model rust op de Expectancy Value Theory

(Eccles, 2005). De vijf componenten zijn verder uitgediept aan de hand van literatuur.

1) Studiekeuze (Eccles, 2005)

- De respondent geeft hier te kennen welke studie hij volgt en aan welke

universiteit hij studeert. Tevens licht hij toe wat de redenen zijn geweest om

voor de desbetreffende universiteit te kiezen.

2) Subjective academic task value – attainment value (Eccles, 2009)

- De keuze voor een bepaalde studie gaat gepaard met een aantal verwachtingen

die betrekking hebben op waarden die de respondent belangrijk vindt.

Gekozen is om vragen te stellen die betrekking hebben op persoonlijke

waarden, maatschappelijke status/positie, financiële waarden en toekomst

perspectief.

3) Persoonlijke identiteit – Academisch zelfvertrouwen (Bandura, 2006)

- Waarden die de respondent heeft, wordt medebepaald door de persoonlijke

identiteit (Eccles, 2009). Uit de vele componenten, die de persoonlijke

identiteit bevat, is gekozen voor academische self-efficacy van Bandura

(2006). De keuze is hierop gevallen, omdat op basis van het theoretisch kader

(hoofdstuk 2) is vastgesteld dat deze component een groot invloed heeft op

SATV (Sheu et al., 2009). Deze insteek resulteert in vragen over het

academische zelfvertrouwen van de respondent om op academisch niveau

succesvol te presteren (Bandura, 2006).

- Twijfels over bepaalde academische vaardigheden als taal en wiskunde komen

eveneens aanbod (Bandura, 2006). Twijfels over bepaalde academische

vaardigheden kunnen er toe leiden dat een respondenten niet kiest voor een

specifieke studie.

4) Sociale identiteit – Etniciteit (Wigfield & Wagner, 2005)

- Respondenten wordt gevraagd naar de beeldvorming over hun etnische groep

(Steele, 1997). Gebleken is namelijk dat het bewust zijn van het negatieve

beeld over de eigen etnische groep van invloed is op de self-efficacy (Walker

& Tracey, 2011).

Page 38: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

31

- Discriminatie tegen de etnische groep heeft eveneens invloed op de self-

efficacy van respondenten (Graham & Hudley, 2005). Is dit ook het geval bij

Marokkaanse-Nederlanders en hoe heeft dit effect op hun academisch

zelfvertrouwen?

5) Socializers – Ouders (Pomerantz, Grolnick, & Price, 2005)

- Ouders beïnvloeden onderwijs- en carrièreaspiraties. Dit gebeurt onder andere

doordat ouders verwachtingen naar hun kinderen uit toe spreken. Hier gaat het

om te achterhalen of, en welke academische verwachtingen ouders hebben

uitgesproken naar hun kinderen toe.

- De waarden die ouders hechten aan onderwijs speelt een rol op de self-

efficacy van kinderen. Hoe belangrijk was onderwijs volgens ouders van de

respondenten?

- Is er een direct verband tussen onderwijs- en carrièreaspiraties van ouders op

de studiekeuze? (Jacob & Eccles, 2000).

- De band tussen ouder en kind, oftewel de affectieve band, is eveneens van

invloed op de onderwijs- en carrièreaspiraties van kinderen. Hoe heeft de band

tussen ouder en kind invloed op de self-efficacy van kinderen?

(Zie voor de uitwerking van deze punten in de issuelijst, bijlage)

Het theoretisch kader heeft geleid tot een eerste concept-issuelijst. In de tweede fase

is een test-interview afgenomen, waar de eerste concept-issuelijst is gebruikt als

gespreksleidraad. De respondent kreeg zowel tijdens als na het interview de

gelegenheid om commentaar te leveren op de vragen. Bruikbare informatie is op deze

manier naar voren gekomen. Het commentaar is verwerkt in een tweede concept-

issuelijst. Zo zijn vragen verwijderd die in grote lijn dezelfde soort antwoorden

opleverden. Tevens zijn stellingen eruit gehaald, omdat deze een te suggestief sturend

effect hadden. Deze twee aanpassingen hebben geleid tot een verbeterde en kortere

versie.

In de derde fase is tweede versie van de issuelijst opnieuw onderzocht door het

afnemen van een tweede test-interview. Tijdens dit test-interview kwam naar voren

dat de issuelijst genoeg bruikbare informatie opleverde voor de analyse. De

onderzoeker heeft ook opmerkingen verwerkt met betrekking tot zijn

interviewtechniek. Zo heeft de interviewer te horen gekregen om de respondent nog

meer de tijd geven om een antwoord te formuleren, alvorens de vervolgvraag te

stellen.

Page 39: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

32

3.4 Opzet van het interview

De interviews werden individueel afgenomen in een afgesloten omgeving op de Vrije

Universiteit Amsterdam (11), bij de onderzoeker thuis (3) en bij één respondent thuis

(1). De interviews duurden gemiddeld anderhalf uur (kortste interview 50 minuten,

langste interview 117 minuten). Factoren als levenservaring en bereidheid tot praten

van de respondent beïnvloedde de duur van het gesprek. Bij het interview waren er

geen andere personen aanwezig, hierdoor kon de respondent openlijk spreken.

Voor het starten van het interview legde de onderzoeker de gang van zaken uit:

het doel van het onderzoek en het benadrukken van de vertrouwelijkheid van het

interview. De onderzoeker sloot dit gedeelte af met de vraag of de respondent nog

vragen had. Bij het aanzetten van de voicerecorder startte het werkelijke interview

met de vraag welke studie de respondent momenteel volgende. Gevolgd door vragen

behorende bij de dimensies. Bij de overgang van de ene dimensie naar de andere

dimensie werd dit aangegeven aan de respondent. Het interview werd afgesloten met

de vraag of de respondent zelf nog wat wilde vragen of opmerken. Respondenten

waren gedurende het interview voorzien van een fles water of ander drankje. Dit om

spreekvermoeidheid tegen te gaan.

De onderzoeker had tijdens het interview de taak om de gesprekken te

structureren. Dit gebeurde door het stellen van hoofdvragen, om van daaruit

vervolgvragen te stellen op specifieke punten die de respondent naar voren bracht.

Tijdens de interviews zijn kleine aantekeningen gemaakt waarop de onderzoeker later

terug wilde komen. Niet alle vragen zijn letterlijk gesteld op de manier zoals ze in de

issuelijst geformuleerd staan. Tevens is de volgorde van vragen weleens veranderd.

Hier lagen verschillende redenen aan ten grondslag, zoals het terug komen op eerder

gedane vragen of door het verhaalverloop van de respondent.

3.5 De invloed van de etnische afkomst van de onderzoeker

“Met de invloed van de etnische afkomst van de onderzoeker worden die

systematische verschillen in de antwoorden van respondenten bedoeld die ontstaan

wanneer onderzoekers van verschillende afkomst exact dezelfde vragen stellen aan

respondenten met eenzelfde afkomst” (van Heelsum, 1997, p. 46). Dit fenomeen,

beter bekend als het ‘interviewer-effect’ op basis van de etnische achtergrond, is door

Page 40: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

33

een groot aantal studies aangetoond (Dotinga, Eijnden, Bosveld, & Garretsen, 2005),

zowel bij één op één interviews, telefooninterviews als bij afname van vragenlijsten

(zie voor overzicht van studies Lawrence & Huffman, 2010).

De etnische afkomst van de onderzoeker lijkt met name van invloed te zijn op

de response wanneer de onderzoeker vragen stelt over etnisch-specifieke onderwerpen

(Larwrence & Huffman, 2010). Dit zijn onderwerpen die de respondenten verbinden

met etnische topics of met het lidmaatschap van een etnische groep. Topics

gerelateerd aan ervaringen met discriminatie en racisme zijn voorbeelden van etnisch-

specifieke onderwerpen. Het verschil tussen de etnische afkomst van de onderzoeker

en de respondent in combinatie met etnisch-specifieke onderwerpen kan leiden tot

antwoorden die minder dichtbij de ‘waarheid’ staan (Weeks & Moore, 1981), “terwijl

de kans op meetfouten toeneemt wanneer de interviewer uit een andere etnische groep

komt” (van Heelsum, 1997, p. 46).

Een eenduidige verklaring voor het ontstaan van interviewer-effecten is er niet.

Zo wordt enerzijds gesuggereerd dat respondenten geneigd zijn om sociaal wenselijke

antwoorden te geven in het bijzijn van ‘anderen’.8 Anderzijds is er de verklaring dat

respondenten niet hun mening verbergen maar verschillende meningen hebben

ontwikkeld en dat de interviewer een bepaalde mening (on)bewust ontlokt. (Lawrence

& Huffman, 2010).

Vertalend naar dit onderzoek betekent het dat de etnische kenmerken van de

onderzoeker hem in staat hebben gesteld om het vertrouwen van de respondenten te

winnen, de respondenten ‘beter’ te begrijpen en specifieker door te vragen op etnisch-

specifieke onderwerpen. Oftewel, de etnische achtergrond van de onderzoeker heeft

een positieve bijdrage geleverd aan de uitspraken van respondenten.

Overigens hebben dezelfde leeftijd en geslacht van de onderzoeker eveneens

een positief effect gehad op de interviews met de respondenten (van Heelsum, 1997).

3.6 Data-analyse

De onderzoeker nam de interviews zelfstandig af met de respondenten. De interviews

werden (met toestemming van de respondent) met de voicerecorder opgenomen en

zijn door de onderzoeker volledig getranscribeerd. Dit heeft geresulteerd in 183

pagina’s aan transcripties. Voor de verwerking van de data, en het garanderen van de

anonimiteit, zijn de namen van alle respondenten vervangen door een nummer en een

Page 41: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

34

letter. Zo geldt bij citaten van respondenten die een economische studie volgen E1 tot

en met E5. Citaten van respondenten met een rechten studie zijn gelabeld van R1 tot

en met R5. De respondenten die worden geciteerd met een sociale studie geldt S1 tot

en met S5.

Tijdens dit onderzoek is gebruik gemaakt van het data-analyse programma

MAXQDA 10. Dit programma dient als ondersteuning voor de bestudering van

kwalitatief materiaal zoals, transcripties, memo’s en plaatjes (Creswell, 2008). Met

behulp van MAXQDA 10 zijn de transcripties op drie niveaus gecodeerd. In eerste

instantie zijn de interviews gecodeerd op basis van de vijf dimensies die voortvloeien

uit het conceptueel model: studiekeuze, attainment value, academische self-efficacy,

etniciteit en ouders. Deze dimensies zijn onderverdeeld in componenten die

geformuleerd zijn aan de hand van het theoretisch kader. Zo bestond bijvoorbeeld de

dimensie etniciteit uit de componenten stereotype threat, discriminatie en self-

fulfilling prophecy. Vervolgens is er ‘in vivo’ gecodeerd, wat wil zeggen dat de

onderzoeker de subcodes gedistilleerd heeft uit de data zelf (Matthys, 2010). Zo

bestaat de component discriminatie uit ‘discriminatie op de middelbare school’ en

‘discriminatie in het hoger onderwijs’.

Tevens zijn de cases (interviews) gecategoriseerd op studierichting. Op deze

manier is het mogelijk geweest om de uitspraken van de respondenten overzichtelijk

weer te geven voor de onderzoeker. Hierdoor is de onderzoeker in staat geweest om

de uitspraken van respondenten beter te vergelijken. Zowel binnen dezelfde

studeerrichting, als over de hele onderzoeksgroep.

Het resultaat van de analysen komt in het volgende hoofdstuk aanbod.

Voetnoten 8 In deze context zijn ‘anderen’ mensen met andere uiterlijke of etnische kenmerken.

Page 42: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

35

4. Resultaten

In dit hoofdstuk zullen de resultaten van het onderzoek besproken worden. Het doel

hierbij is een antwoord te vinden op de vraag hoe de academisch self-efficacy en de

attainment value invloed hebben op de academische studiekeuze van Marokkaanse-

Nederlanders. Antwoord op de hoofdvraag wordt gegeven middels het beantwoorden

van de drie deelvragen. Er zijn bij de analyse in totaal 661 uitspraken gelabeld,

waarvan 205 uitspraken gedaan zijn door de studenten sociale wetenschappen. De

studenten economie nemen 212 uitspraken voor hun rekening. De overige 244

uitspraken zijn gedaan door studenten rechten.

De volgorde van dit hoofdstuk is ingedeeld op basis van de geformuleerde

deelvragen. Allereerst zullen in paragraaf 4.1 de uitspraken worden weergegeven die

antwoord geven op de vraag hoe de attainment van de Marokkaans-Nederlandse

studenten invloed heeft gehad op de studiekeuze. Paragraaf 4.2 geeft antwoord op de

deelvraag hoe de academische self-efficacy invloed heeft gehad op de attainment

value. In paragraaf 4.3 wordt antwoord gegeven op de deelvraag hoe de etnische

identiteit van de studenten invloed heeft gehad op de academische self-efficacy. Dit

hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 4.4, waarin uitspraken worden

weergegeven die antwoord geven op de deelvraag hoe ouders de academische self-

efficacy beïnvloeden.

4.1 Attainment value in relatie met studiekeuze

Het doel van deze paragraaf is om antwoord te vinden op de hoofdvraag hoe de

attainment value van invloed is geweest op de studiekeuze. Tussen de

studierichtingen zijn er verschillen in uitspraken gevonden. Om deze reden worden de

uitspraken per studierichting apart weergegeven. Door de studenten zijn er 230

uitspraken gedaan die gerelateerd zijn aan de component attainment value. Hiervan

zijn 79 uitspraken gedaan door studenten sociale wetenschappen. Studenten economie

hebben 82 uitspraken gedaan. De overige 69 uitspraken zijn gedaan door studenten

rechten.

Page 43: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

36

Deze paragraaf is als volgt ingedeeld: sub-paragraaf 4.1.1 bespreekt de

uitspraken behorend tot de studiegroep sociale wetenschappen. Vervolgens zijn de

uitspraken van de studenten economie in sub-paragraaf 4.1.2 aan de beurt. Deze

paragraaf sluit af met de presentatie van de uitspraken van studenten rechten in sub-

paragraaf 4.1.3.

4.1.1 Studenten sociale wetenschappen

Studenten sociale wetenschappen geven aan dat hun interesse in maatschappelijke

vraagstukken invloed hebben gehad op hun keuze voor deze studierichting. Met name

de maatschappelijke vraagstukken rondom hun etnische groep lijken hun interesse te

hebben opgewekt voor de sociale wetenschappen. Door deze studierichting te kiezen

proberen studenten een beter begrip te ontwikkelen over de maatschappelijke

vraagstukken die er zijn. Tevens ziet deze groep studenten het als hun taak om na het

afronden van de studie maatschappelijk een bijdrage te leveren. Dit door op macro

niveau invloed uit te oefenen op beleid dat gericht is op maatschappelijke

vraagstukken met betrekking tot hun etnische groep. Eén student koos voor deze

studierichting vanwege de veronderstelling dat dit een relatief makkelijke studie was.

Op basis van deze uitspraken komt naar voren dat de etnische identiteit van deze

studenten direct invloed heeft gehad op de attainment value. Dit komt doordat

studenten op basis van hun sociale identiteit raakvlak ervaren met de inhoud van de

studierichting sociale wetenschappen.

De maatschappelijke status van de studierichting heeft daarentegen geen

invloed gehad op de keuze voor deze richting. Studeren op universitair niveau brengt

al die maatschappelijke status met zich mee. Overigens geldt eveneens voor studenten

Persoonlijke waarde beïnvloedt de studiekeuze

“De Marokkanen kwestie. Waarom Marokkanen veel overlast

veroorzaken? Waarom komen Marokkanen zo vaak negatief in het nieuws? Dit

vond ik interessante vraagstukken.” (S3)

“Veel onderzoeken worden afgestemd op beleid. Ik denk dat ik daar een

rol in kan spelen. Plus denk ik dat ik nieuwe dingen aan het licht zal brengen die

niet eerder al zijn besproken.” (S4)

Page 44: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

37

economie en rechten dat de maatschappelijke status geen invloed heeft gehad op de

keuze.

Ook de financiële vooruitzichten hebben geen invloed gehad op de keuze voor

sociale wetenschappen. Dit is niet verwonderlijk aangezien studenten aangeven dat

een studie in deze richting niet zal leiden tot dezelfde financiële beloning als bij een

keuze voor economie en rechten. Met financiële vooruitzichten kan gedacht worden

aan bijvoorbeeld een hoog salaris of een leaseauto. Deze uitspraken wijzen er op dat

de groep sociale wetenschap studenten in vergelijking met de andere twee studie

groepen het financiële vooruitzicht in mindere mate heeft laten meewegen bij het

maken van een studiekeuze.

Wat wel een significante rol speelt bij de keuze voor deze studierichting is

‘zekerheid’. Studenten geven aan dat zij behoefte hebben aan ‘baangarantie’. De term

‘zekerheid’ wordt door vier van de vijf studenten genoemd. Studenten sociale

wetenschappen geven aan dat de behoefte naar ‘baangarantie’ en ‘zekerheid’ een

gevolg is van discriminatie tegen Marokkaanse-Nederlanders op de arbeidsmarkt.

Aangezien studenten spreken van discriminatie op basis van etnische kenmerken

beïnvloedt de etnische identiteit eveneens de attainment value, want studenten sociale

wetenschappen hechten veel waarde aan ‘zekerheid’ en ‘baangarantie’. Deze waarde

beïnvloeden op hun beurt de keuze voor een studie. Zo vertellen twee studenten dat de

overstap van het HBO naar de universiteit een manier was om de ‘zekerheid’ op een

baan te vergroten. Uitgegaan wordt dat een universitaire diploma leidt tot meer

baanmogelijkheden dan een HBO diploma. Tevens hebben dezelfde twee studenten

ervoor gekozen om na hun studie sociologie te kiezen voor een minor docentschap.

Hiervoor is gekozen vanuit de gedachte dat wanneer zij geen baan kunnen vinden het

docentschap als een goed tijdelijk alternatief dient. Twee andere studenten overwegen

om na hun bachelor sociologie een master studie te volgen in een meer bestuurlijke

richting. Reden hiervoor zijn de verhalen die zij te horen krijgen van ‘anderen’ over

hoe lastig het is om een baan te vinden na het afgerond te hebben van sociologie. Met

‘anderen’ wordt in deze context bedoeld Marokkaanse-Nederlanders en andere

etnische minderheden. Eén student heeft andere prioriteiten.

Page 45: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

38

4.1.2 Studenten economie

Bij vier van de vijf studenten is de keuze voor een economische studierichting

gebaseerd op hun interesse in de vakken economie en wiskunde in combinatie met het

feit dat zij zichzelf goed vonden in beide vakken. Eén student geeft te kennen dat hij

gekozen heeft voor economie, omdat hij geen idee had wat te gaan studeren. Deze

student is door zijn vrienden overgehaald om dezelfde economische te volgen als zij.

De studenten economie geven verder aan dat de maatschappelijke status die

voortvloeit na het afronden van de studie geen invloed heeft gehad op hun

Persoonlijke waarde beïnvloedt de studiekeuze

“Ik ben een Marokkaan, de kans op een baan is klein en daarom moet ik

zo breed mogelijk studeren.” (E4)

“De baanzekerheid, een kans op een baan, dat was het eerste waar ik

aandacht, dat was het belangrijkste voor mij.” (E2)

Hiërarchisch denken over keuzeprofielen uit het voortgezet onderwijs

“..iemand die N&G doet snap je die is veel slimmer dan iemand die E&M

doet. Dat beeld had ik, en heb ik nog steeds. Iemand die een studie geneeskunde

doet moet wel slimmer zijn. Wiskunde B is moeilijker dan wiskunde A. Dat beeld

heb ik eigenlijk nog steeds. Iemand die econometrie studeert is denk ik slimmer

dan iemand die sociologie studeert. Zwart-wit gezegd. Dat hoeft niet per se te

zijn, maar dat beeld had ik..” (E5)

‘Harder werken’ om de zekerheid op een baan te vergroten.

“Kijk om deze reden [het Marokkaans-zijn] moet je ook zo veel mogelijke

diploma’s binnen halen. Zo hoog mogelijk komen. Je verkleint de kans om niet

aangenomen te worden. Als Piet [sollicitant] met de dezelfde cv komt als Iliass

[sollicitant] dan zou Hendrik [werkgever] voor Piet kiezen. Zoals ik er voor zei,

als allochtoon [Marokkaan] zal je altijd harder moeten werken, twee keer meer

je best moeten doen. Als hij twee 7’s heeft moet jij vier 7’s hebben. Als hij één

master heeft dan moet jij twee masters hebben om toch dat voordeel van de

twijfel te krijgen, net dat stapje hoger, net een stapje hoger dan je concurrent

[Nederlander].” (E1)

Page 46: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

39

studiekeuze. Wat opvalt op basis van een aantal uitspraken is het hiërarchisch denken

over de keuzeprofielen in het voortgezet onderwijs. Profielen natuur & techniek

(N&T) en natuur & gezondheid (N&G) genieten de hoogste status. Daarentegen

wordt het profiel cultuur en maatschappij (C&M) gelabeld als een ‘pretpakket’ of in

de bewoording van één student ‘een profiel voor vrouwen’. Het hiërarchisch denken

beïnvloedt hierdoor (on)bewust de status van bepaalde studies. Oftewel studies, zoals

bouwkunde en geneeskunde die voortvloeien uit de profielen N&T en N&G genieten

een hoge status in vergelijking met studies als Engels en Nederlands die te koppelen

zijn aan het profiel C&M.

De financiële vooruitzichten voortvloeiend na afloop van een economische

studie is voor studenten een belangrijke factor geweest om te kiezen voor deze

studierichting. Oorzaak voor het belang dat zij hechten aan de financiële

vooruitzichten is te herleiden naar de eigen financiële situatie en die van de ouders.

Deze groep studenten geeft specifiek te kennen dat hun ouders niet de middelen

hebben gehad om financieel een bijdrage te leveren tijdens hun onderwijsloopbaan.

Een andere afweging die studenten hebben gemaakt bij hun keuze is de kans op

‘baangarantie’. Studenten economie (maar ook sociale wetenschappen en rechten)

geven aan dat zij behoefte hebben aan ‘zekerheid’ in de vorm van ‘baangarantie’. Om

de ‘zekerheid’ op een baan te vergroten kiezen deze studenten voor een studie die

breed opgebouwd is. Op deze manier biedt de studie de kans om in verschillende

functies aan de slag te gaan. Het belang dat gehecht wordt aan ‘zekerheid’ is in de

vorige sub-paragraaf (4.1.1) beschreven.

Sommige studenten geven te kennen dat naast de keuze voor een studie als

economie het ook van belang is om ‘harder te werken’. Het ‘harder werken’ is van

belang om de kans op uitsluiting op de banenmarkt, vanwege de etnische achtergrond,

te verkleinen. Hier wordt in sub-paragraaf 4.3.2 uitgebreid op ingegaan. Net als bij de

uitspraken van de studenten sociale wetenschappen valt op te maken dat de etnische

identiteit invloed heeft op de attainment value.

Page 47: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

40

4.1.3 Studenten rechten

De uitspraken van de studenten rechten geven een beeld weer van uiteenlopende

persoonlijke ervaringen die hebben geleid tot hun studiekeuze. Eén student heeft op

basis van het belang dat hij hecht aan de relatie met zijn broer gekozen voor rechten.

Een andere student geeft te kennen dat persoonlijke ervaringen met het rechtssysteem

ten grondslag liggen aan het opwekken van zijn interesse voor rechten. Verder is er

een student die te kennen geeft dat hij voor rechten heeft gekozen vanwege zijn

desinteresse in de overige studies die gekoppeld zijn aan het keuzeprofiel E&M. Wel

heeft de student overwogen om de gezondheidsrichting op te gaan, maar heeft daar

van af gezien. Reden voor het afzien waren de kosten die zijn afgewogen tegen de

baten. Hij moest namelijk extra bètavakken volgen. Ook is er een student die gekozen

heeft voor de studie rechten op basis van het advies van zijn ‘beste vriend’. De ‘beste

vriend’ gaf te kennen dat de studie rechten goed aansloot bij de interesse van de

student. Gezien dit feit heeft de ‘beste vriend’ een studieadvies gegeven vanuit het

idee dat de studie rechten het meest raakvlak vertoont met de persoonlijke identiteit

van de student. Eén student heeft voor rechten gekozen vanuit het idee dat hij een

studie moet afronden om gemakkelijker aan een baan te komen.

Gelijk aan de voorgaande twee studierichtingen heeft de maatschappelijke

status die gekoppeld is aan de studierichting rechten geen invloed gehad op de

studiekeuze. Wat betreft de financiële vooruitzichten die voortvloeien na het afronden

van de studie rechten kan deze groep in tweeën verdeeld worden. Drie studenten die

aangeven dat deze vooruitzichten geen invloed hebben gehad op hun studiekeuze en

Persoonlijke waarde beïnvloedt de studiekeuze

“Omdat mijn broer dat [rechten] gekozen heeft, heb ik dat ook gekozen.

Ik wilde zelf al, mijn hele leven doen wat mijn broer doet. Ik had zo iets, we

belanden samen in de goot of wat dan ook. Dus hij heeft rechten gekozen en ik

nu ook. Ik heb er geen spijt van.” (R4)

“Eigenlijk vond ik de gezondheidssector veel leuker en interessanter,

maar aangezien ik E&M [economie & maatschappij] heb gekozen moest ik

vakken erbij doen, dus scheikunde en dat soort dingen doen, en dat kost veel

tijd.” (R5)

Page 48: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

41

twee studenten die aangeven dat zij wel hierdoor in hun keuze zijn beïnvloed.

Evenals bij de studenten sociale wetenschappen en economie wordt veel waarde

gehecht aan ‘zekerheid’. Het vinden van een baan na de studie is van essentieel

belang. Zij geven eveneens te kennen dat gezien hun etnische achtergrond minder

zekerheid hebben op het vinden van een baan na hun studie. Sub-paragraaf 4.1.1 heeft

de waarde die gehecht wordt aan ‘zekerheid’ toegelicht.

4.1.4 Keuze universiteit in relatie tot studiekeuze

Analyse

De keuze voor een universiteit is ook aanbod gekomen.9 Dit is gebeurd door de vraag

te stellen: “Waarom heb je gekozen voor deze universiteit?” Aangezien het overgrote

deel van de studenten in Amsterdam studeert, Vrije Universiteit (11) of Universiteit

van Amsterdam (2), is gekozen om alleen de uitspraken van deze studenten te

analyseren.

Etnische identiteit in relatie tot keuze universiteit

“Ik zei van Appie [een vriend van R5], VU of UVA? Hij zei: VU moet je

doen! Zeker, VU is meer multicultureel. Dus je hebt Marokkanen, Turken,

Surinamers, Antilianen en Nederlanders, dan daar op de UvA. Ik heb liever alle

smaken dan alleen maar Nederlanders, want op mijn middelbare school was het

ook heel gemengd. Ik kon het goed vinden met die Hollanders en die

Marokkanen en het was leuk een. Ik dacht van ik wil meer multicultureel dan wat

de UvA biedt.” (R5)

Verhouding tussen etnische minderheden en Nederlanders

“..ja de mentaliteit die allochtonen hebben is toch van ze helpen elkaar

meer, bij Nederlander is dat toch meer ja, ik eerst en de rest mag stikken. (E4)

Wantrouwen jegens Nederlanders

“..en verder is het toch dat je het gevoel bij Nederlanders hebt dat ze

meer back stabbers zijn dan allochtonen.” (E4)

Page 49: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

42

Uit de 27 uitspraken komt naar voren dat naast praktische redenen, als de

reisafstand en de locatie van het gebouw, de etnische samenstelling van de universiteit

van invloed is geweest op hun keuze.

Vier redenen zijn te onderscheiden op de vraag waarom de etnische

samenstelling van invloed is geweest op de keuze voor een universiteit. Een eerste

reden is dat studenten positieve ervaringen hebben met een multi-etnische scholen.

Met positieve ervaringen wordt door studenten een ‘prettige sfeer’ of ‘gezellige sfeer’

bedoeld. Deze positieve ervaringen zijn opgedaan tijdens de middelbare school, waar

zij onderwijs hebben gevolgd in een multi-etnische omgeving. Een tweede reden is

dat studenten aangeven dat etnische minderheden niet worden geaccepteerd door

Nederlanders. Ten grondslag aan de afwijzing ligt volgens de studenten hun etnische

achtergrond. Als derde reden wordt de vertrouwensband tussen etnische minderheden

aangekaart. Volgens de studenten zijn etnische minderheden (en dus ook

Marokkanen) eerder geneigd elkaar te ondersteunen gedurende de onderwijsloopbaan

dan Nederlanders. Oftewel er heerst een sterker vertrouwen in andere etnische

minderheden dan Nederlanders. Tot slot zijn er ook enkele studenten die spreken van

wantrouwen jegens Nederlanders toe.

De twee studenten die voor de UvA hebben gekozen geven aan dat zij ‘te veel

vrienden’ hebben op de VU. Het grote aantal vriendschappelijke relaties zorgt voor

afleiding tijdens de studie en kan hierdoor volgens beide studenten een negatief

invloed hebben op de studieprestaties.

4.2 Academisch self-efficacy in relatie tot attainment value

Hieronder volgt de analyse van de uitspraken die studenten hebben gedaan met

betrekking tot academisch self-efficacy. Het doel van deze paragraaf is om antwoord

te vinden op de deelvraag hoe academisch self-efficacy de attainment value

beïnvloedt. Net als in de voorgaande paragraaf (4.1) zijn er tijdens deze analyse

verschillen gevonden bij de studenten tussen de drie studierichtingen. De verschillen

tussen de studierichtingen worden wanneer zij aan de orde komen expliciet benadrukt.

Het totaal aantal uitspraken betrof 104. De studenten sociale wetenschappen hebben

27 uitspraken gedaan. De studenten economische studies 33 en de studenten rechten

44.

Page 50: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

43

Deze paragraaf is opgedeeld in drie sub-paragrafen: 4.2.1 behandeld de

academisch self-efficacy in relatie tot attainment value; 4.2.2 gaat in op de ervaringen

met middelbare school vakken in relatie tot attainment value.

4.2.1 Academische self-efficacy in relatie met attainment value

Toen aan studenten gevraagd werd hoe zeker zij er van waren dat zij, academisch

gezien, in staat waren om überhaupt een universitaire studie succesvol af te ronden,

antwoordden 10 van de 15 studenten dat zij daar vooraf niet zeker van waren. Emoties

als ‘angst’ en ‘bang’ worden door twee studenten expliciet benoemd. Deze emoties

Lage academische self-efficacy beïnvloedt de strategie van de student

“Ja, ik had geen referentiekader, ik kende niemand die de universiteit had

gedaan. Voordat ik hier [universiteit] kwam, kende ik niemand. Dan heb je van

die verhalen, het is voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, je bent op jezelf

aangewezen. Ik had niet het zelfvertrouwen van het lukt me wel. Ik doe het wel

even. Nee, het was voor mij een hele andere wereld die ik niet kende. Ik had

niemand die me daarbij kon begeleiden. Ik dacht ik ga die sprong net niet

maken. Ik doe het wat safer, dus ik combineer het met werk en studeren. Dus dat

is de reden dat ik niet direct van de middelbare school naar de universiteit ben

gegaan.” (R2)

Sociale identiteit beïnvloedt de academische self-efficacy

“..weet je wat het is, kijk ik zat op een voetbalclub en ik was de enige die

VWO deed, bij mij in de buurt was ik één van de weinigen die VWO deed, ik

dacht dit is niks voor ons [Marokkaanse-Nederlanders]. Dat gevoel krijg je

gewoon. Ja waar zit jij, roc, roc, roc, roc. Waar zit jij?..Ja, VWO..ow..” (E2)

Etnische peer-group beïnvloedt de academische self-efficacy positief

“Ja dat ik er niet alleen voor stond, maar dat mijn vrienden ook mee

gingen studeren. Ik dacht samen staan we sterker. Als ik daar in mijn eentje ga

zitten en ik ga die tentamens maken dan zou het me niet gaan lukken. Maar nu is

het allen voor één en één voor allen. Zo is het altijd gegaan. Dat heeft me zeker

ook geholpen. Dat heeft bij mij ook bijgedragen aan die zelfverzekerdheid. Ik sta

er niet alleen voor, we zijn nu met zijn drieën.” (S2)

Page 51: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

44

veroorzaken een laag gevoel van academische self-efficacy. Het lage gevoel heeft er

toe geleid dat een vijf studenten vanuit een strategische oogpunt een HBO opleiding

hebben overwogen als tussen- of vervolgstap na het VWO. Eén student heeft mede

door een lage academische self-efficacy gekozen voor een HBO opleiding.

Er worden drie verklaringen gegeven als oorzaak voor de lage academische

self-efficacy. Ten eerste is de lage academische self-efficacy het gevolg van een

afwezig referentiekader binnen de eigen omgeving. Hiermee wordt bedoeld dat

binnen het gezin en de familie er geen personen waren die de studenten konden

informeren over het studeren op universitair niveau. Door de afwezigheid van een

referentiekader zijn de studenten niet in staat geweest om een reëel beeld te creëren

van het studeren aan de universiteit. Het gevolg is dat studenten geen goede

inschatting hebben kunnen maken van hun eigen vaardigheden in verhouding tot de

vereiste vaardigheden van de universiteit. Ten tweede komt naar voren dat de

oververtegenwoordiging van Marokkaanse-Nederlanders in het middelbaar

beroepsonderwijs (MBO), bij sommige studenten het gevoel heeft gecreëerd dat

studeren aan de universiteit niet deel uit maakt van de eigen etnische identiteit. Mede

hierdoor is het idee ontstaan dat Marokkaanse-Nederlanders niet het academische

niveau hebben om succesvol de universiteit te doorlopen. Dit beeld zorgt voor een

lage academische self-efficacy onder de studenten. Tot slot geven drie studenten aan

doordat zij voor de tweede keer een nieuwe academische studie zijn begonnen heeft

geleid tot een lage academische self-efficacy. Deze drie studenten waren er namelijk

niet zeker van dat zij het academisch niveau aan konden.

Van de vijftien studenten zijn er vijf die aangeven dat zij wel een hoge mate van

academische self-efficacy hadden bij aanvang van hun eerste studiejaar. De hoge

mate van academische self-efficacy is beïnvloed doordat studenten samen met

vrienden gezamenlijk aan dezelfde studie zijn gestart. Deze samenwerkings-strategie

heeft hun kansen om een academische studie succesvol af te ronden vergroot. Hieruit

kan opgemaakt worden dat de etnische peer-groep positief invloed heeft gehad op de

academische self-efficacy.

Page 52: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

45

4.2.2 Ervaringen met middelbare school vakken in relatie tot attainment value

Aan studenten is gevraagd welke ervaringen zij op de middelbare school hadden met

zaak- en exacte vakken11. Uit de uitspraken komt naar voren dat met name studenten

sociale wetenschappen een matige beheersing hadden van de schoolvakken wiskunde

en economie. De matige beheersing heeft gezorgd voor een lage affiniteit met beide

vakken. Zaakvakken als geschiedenis en maatschappijleer behoorden wel tot hun

sterke punten. Dit resulteerde weer op haar beurt in een hoge affiniteit met beide

vakken. Studenten economie geven aan dat zij zich zeer capabel vonden in de vakken

economie en wiskunde, echter niet in de exacte vakken. Mede hierdoor hebben zij niet

gekozen voor de profielen N&T of N&G. De studenten die rechten studeren geven

aan dat met name hun zeer matige beheersing van het Engels aanleiding vormde om

na de middelbare school een studie te kiezen waar de studiestof zo veel mogelijk in

het Nederlands werd aangeboden. Om deze reden is niet gekozen voor een

economische studie, die over het algemeen in de Engelse taal aangeboden wordt.

Overigens geven twaalf van de vijftien studenten te kennen dat zij destijds bij

het maken van een studiekeuze niet vaardig genoeg waren in het Engels. De drie

studenten die zich zelf wel vaardig genoeg vonden waren studenten sociale

wetenschappen.

Met betrekking tot de beheersing van de Nederlandse taal geven, op twee na,

allen te kennen zich vaardig genoeg hierin te hebben gevoeld. De twee studenten die

twijfelden aan hun Nederlandse taalvaardigheden refereerden naar de

Witte middelbare school heeft negatief invloed op de academische self-

efficacy

“Ik had het gevoel dat waar een Nederlander één keer een tekst leest dat

ik twee of drie keer moest lezen voordat ik het begreep. Schrijven was ook een

probleem, nog steeds. Het blijft lastig.” (R1)

“Daar even kijken [Nederlandse taal], ik was daar goed in. Maar af en

toe onder elkaar zit er straattaal in je. Het is gewoon een taal. Daar had ik geen

twijfels over. Ik kon best wel goed schrijven en natuurlijk op een paar punten na,

zoals spelling en DT dat je af en toe twijfelt maar dat is normaal. Natuurlijk lees

je het even na. Maar docenten hebben nooit gezegd dat het niet goed was.” (R5)

Page 53: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

46

‘taalachterstand’ die zij opgelopen hebben vanwege het Arabisch/Berbers als

moedertaal. Opvallend is dat deze twee studenten les hebben gevolgd op een witte

middelbare school. Dit in tegenstelling tot de rest van de studenten die hun onderwijs

genoten hebben op een multi-etnische middelbare school. De lage mate van

academische self-efficacy in de Nederlandse taal heeft er voor gezorgd dat beide

studenten meer ingezet hebben om hun taalachterstand weg te werken. De relatie

tussen de multi-etnische school en academische self-efficacy komen in de volgende

paragraaf (4.3) aan de orde.

4.3 Etnische identiteit

In deze paragraaf wordt ingegaan op de relatie tussen de etnische identiteit en de

academische self-efficacy. Tijdens het analyseren van de data, behorend bij deze

component, zijn geen verschillen gevonden tussen de drie studierichtingen. Om deze

reden wordt in deze paragraaf geen onderscheid aangebracht tussen de

studierichtingen. In totaal zijn er 111 uitspraken gedaan die in relatie staan met deze

dimensie. De studenten sociale wetenschappen hebben 37 uitspraken gedaan, de

studenten economie 40 uitspraken en de studenten rechten 34 uitspraken.

Deze paragraaf bestaat uit de volgende sub-paragrafen: 4.3.1 kijkt naar hoe

stereotype en stereotype-bedreiging invloed hebben gehad op de academisch self-

efficacy; 4.3.2 analyseert hoe discriminatie invloed heeft gehad op de academisch

self-efficacy.

Page 54: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

47

4.3.1 Stereotype en stereotype-bedreiging in het algemeen in relatie tot

academische self-efficacy

In totaal zijn er 25 uitspraken gelabeld die betrekking op deze sub-paragraaf. Door

elke student is er minstens één uitspraak gedaan gerelateerd aan stereotype en

stereotype-bedreiging. Op de vraag hoe de studenten de beeldvorming rondom

Marokkaanse-Nederlanders ervaren antwoordt iedereen dat het algemene beeld over

hun etnische groep negatief is. Marokkaanse-Nederlanders worden geassocieerd met

woorden als ‘dieven’, ‘agressief’, ‘uitkeringstrekkers’, ‘straatterroristen’, ‘dom’ en

‘asociaal’. De term ‘kut-Marokkanen’ komt in vijf uitspraken terug. Drie studenten

geven aan dat zij het idee hebben dat Marokkaanse-Nederlanders tot de onderklasse

van de Nederlandse samenleving behoren. Uit deze uitspraken kan opgemerkt worden

dat deze groep studenten zich bewust is van het negatieve beeld over hun eigen

etnische groep. Het bewust zijn van de negatieve beeldvorming wordt stereotype-

bedreiging genoemd.

Van de vijftien studenten wijden acht studenten de negatieve beeldvorming rond

Marokkaanse-Nederlanders aan de media. Een klein deel van de studenten ziet de

verantwoordelijkheid van de negatieve beeldvorming weggelegd bij de eigen etnische

groep.

Stereotype leidt tot lager academische self-efficacy

“Wij onderschatten onszelf met daar zijn we niet goed in.” (R2)

“..je moet die achterstand wegwerken die Marokkanen hebben ten

opzichte van Nederlanders.” (R3)

Negatief stereobeeld als motiverende factor op de academische self-efficacy

“Ik gebruik die negatieve energie [stereotype beelden over Marokkaanse-

Nederlanders].” (S1)

“..elk negatief ding dat op je pad komt, is meer een motivatie om beter je

best te doen.” (S5)

“Ik wil blijkbaar bewijzen dat het wel goed kan gaan. Dat is het denk ik

ook de reden voor het succes, hoe gek dat ook klinkt.” (E5)

Page 55: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

48

Andere studenten zien dat het negatieve beeld over Marokkaanse-Nederlanders

aan het stagneren is. Verklaringen voor die stagnatie worden gezocht enerzijds door

positieve invloeden van bekende Marokkaanse-Nederlanders, zoals politici, artiesten

en topsporters. Anderzijds door een verschuiving van de negatieve aandacht naar

onder andere de economische crisis en de immigratie van Poolse arbeiders.

Wanneer studenten gevraagd wordt hoe de negatieve beeldvorming invloed

heeft op de academische self-efficacy komen drie verklaringen naar voren. In eerste

instantie leidt tot het tot onderschatting van de eigen vaardigheden onder

Marokkaanse-Nederlanders. Dit resulteert in het minder snel aangaan van uitdagende

taken12. Ten tweede stellen drie studenten dat Marokkaans-Nederlandse studenten

minder hoge prestatie eisen van zichzelf stellen. In andere woorden: ze nemen genoeg

met ‘zesjes’ voor hun tentamina. Tot slot komt uit de uitspraken bij zeven van de

vijftien studenten naar voren dat de negatieve beeldvorming leidt tot het idee dat zij

een ‘achterstand’ hebben ten opzichte van Nederlanders. Met ‘achterstand’ wordt

verwezen naar een ‘achterstand’ in algemene zin en een ‘taalachterstand’ in

Nederlands en Engels.

Twee studenten geven twee verklaringen voor de achterstand, namelijk het lage

opleidingsniveau van de ouders en de ‘zwarte basisschool’. Beide verklaringen

behoren tot het stereotype denken over etnische minderheden en achterstanden10.

Laag geschoolde ouders beheersen de Nederlandse taal onvoldoende, hierdoor kunnen

zij geen bijdrage leveren aan de Nederlandse taalontwikkeling van hun kind. ‘Zwarte

basisscholen’ staan over het algemeen bekend om het hoge percentage kinderen met

een niet-westerse achtergrond, de taalachterstanden en het slechte onderwijs.

Naast dat het stereotype beeld de academische self-efficacy negatief beïnvloedt,

werkt het motiverend en stimulerend op de academische self-efficacy. Een aantal

studenten geeft aan dat de negatieve beeldvorming als ‘energie’ dient om te presteren

op academisch niveau. Zij proberen namelijk door goede prestaties de vooroordelen

die er zijn over Marokkaanse-Nederlanders te ontkrachten en zichzelf te bewijzen.

Page 56: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

49

4.3.2 Discriminatie in relatie tot academische self-efficacy

Nadat studenten werd gevraagd of zij gediscrimineerd zijn op basis van hun etnische

achtergrond zijn er 86 uitspraken gelabeld. Deze uitspraken zijn in twee categorieën te

onderscheiden: discriminatie in het onderwijs en discriminatie in de samenleving.

Vijftig van deze uitspraken hebben betrekking op de eerste categorie, discriminatie in

het onderwijs. De overige 36 uitspraken behoren tot de tweede categorie. Van de 50

Micro-agressie op de middelbare school

“..een geschiedenis docent die telkens van die grappen maakt.

Marokkaanse dit, Marokkaanse dat; van die grappen. Het is maar hoe je

daarmee omgaat als leerling. Dat was niet de hele tijd leuk.” (R3)

“..weet je die onderliggende toon, dus discriminatie daar kan je niets

tegen beginnen. Je voelt het wel maar je kunt er niets aan doen. Vaak is het ook

een zogenaamde grap maar ja als je er wat van wil zeggen dan kan je er niets

aan doen.” (R5)

Vermijdingsstrategie

“..ik probeer het niet gelijk te linken aan het Marokkaan-zijn. Misschien

is dat de waarheid die ik niet voor ogen wil zien.” (E5)

‘Harder werken’ als gevolg van discriminatie

“.. je hebt een achternaam, een Arabische naam, een ander uiterlijk, dus

je zal altijd twee keer harder moeten werken voor het zelfde resultaat.” (E2)

Multi-etnische middelbare school als beschermende factor voor

discriminatie

“Kijk op de middelbare school had ik niet het gevoel dat ik meer mijn

best hoefde te doen, want ik hoefde alleen rechtsom en linksom me heen te kijken

en ik zag hoofddoeken en tulbanden. Je had alles. We hadden in het eerste jaar

twee Nederlandse meisjes maar uiteindelijk hadden we nog maar één in 6 VWO.

Ik had dus niet het gevoel dat ik daar beter moest doen, zeker niet om het

Marokkaans-zijnde.” (E3)

Page 57: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

50

uitspraken zijn 34 uitspraken gebaseerd op ervaringen op de middelbare school. De

overige 16 uitspraken betreffen een situatie in het Hoger Onderwijs. Hieronder volgt

eerst een analyse van discriminatie in de samenleving, vervolgens de analyse

discriminatie in het onderwijs. Daarna volgen de resultaten behorend tot de deelvraag

van deze sub-paragraaf.

Van de vijftien studenten zijn tien studenten er van overtuigd dat Marokkaanse-

Nederlanders gediscrimineerd worden. Twee anderen geven aan dat er discriminatie is

tegen Marokkaanse-Nederlanders, maar plaatsen een kanttekening bij het woord

discriminatie. Zij vervangen het woord discriminatie met ‘vooroordelen’ en

‘voorzichtigheid’. Eén student geeft aan dat door zijn Nederlandse uiterlijk hij in

mindere mate gediscrimineerd is. Ook zijn er twee studenten die stellen dat

Marokkaanse-Nederlanders niet gediscrimineerd worden. Eén van deze studenten

geeft aan dat hij niet gelooft dat er discriminatie is tegen Marokkaanse-Nederlanders,

maar dat het ook kan zijn dat hij ‘de waarheid niet onder ogen wil zien’. Het niet

onder ogen willen zien van de waarheid duidt op een vermijdingsstrategie als manier

om met discriminatie om te gaan. De tweede student definieert discriminatie als een

duidelijke, bewuste en herkenbare uiting. Vanuit deze definitie komt hij tot de

constatering dat hij geen ervaringen heeft met discriminatie.

Zowel op de middelbare school als in het hoger onderwijs benoemen studenten

ervaringen met discriminatie. De uitspraken die de middelbare school betreffen,

benoemen de docent als voornaamste agressor. Docenten maakten voornamelijk

discriminerende grappen en opmerkingen over de groep Marokkaanse-Nederlanders.

Met name deze vorm van discriminatie, die bekend staat als micro-agressie, komt

regelmatig voor. Studenten geven aan dat bij deze vorm van discriminatie zij zich niet

of nauwelijks kunnen verweren, hetgeen resulteert in een gevoel van machteloosheid

en acceptatie van discriminatie. Eén student liet weten dat zijn medescholieren

eveneens zich schuldig maakte aan discriminatie tegen hem.

In het hoger onderwijs zijn twee studenten mede vanwege de discriminerende

sfeer die er heerste op de opleiding overgestapt naar een andere opleiding. Andere

studenten geven aan dat zij gemeden worden door Nederlandse medestudenten bij het

vormen van groepen tijdens werkcolleges op de universiteit. Ook onderhouden hun

docenten minder goed contact met hen in vergelijking met hun Nederlandse

studiegenoten.

Page 58: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

51

Op de vraag hoe de ervaringen met discriminatie invloed hebben op de

academische self-efficacy zijn door de studenten negentien uitspraken gedaan. Op één

na, vertellen alle studenten dat zij ‘harder werken’ als reactie op discriminatie. De

term ‘harder werken’ komt twaalf keer terug in de negentien uitspraken. Het ‘harder

werken’ is een strategie om de kans van uitsluiting op de arbeidsmarkt, vanwege de

etnische achtergrond, te verkleinen. Dit betekent meer inzet tonen om het vertrouwen

van anderen te winnen, maar ook het behalen van meer en hogere diploma’s.

Belangrijk om te vermelden dat het ‘harder werken’ gerelateerd is aan Nederlanders.

Oftewel Marokkaanse-Nederlanders moeten ‘harder werken’ dan Nederlanders voor

dezelfde hoeveelheid succes.

Uit de uitspraken komt verder naar voren dat de studenten die op een multi-

etnisch middelbare school les hebben gevolgd, tijdens deze periode niet het gevoel

hebben gehad dat zij ‘harder hoefden te werken’ vanwege hun etnische achtergrond.

Dit in tegenstelling met de uitspraken van de twee studenten die les hebben gevolgd

op een voornamelijk homogene samengestelde middelbare school. Hieruit kan

geconstateerd worden dat de multi-etnische middelbare school voor het merendeel

van deze studenten een beschermende factor is geweest voor discriminatie.

4.4 Ouders in relatie tot academische self-efficacy

In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de deelvraag hoe ouders de

academische self-efficacy beïnvloeden. Er zijn door de studenten in totaal 161

uitspraken gedaan die betrekking hebben op deze deelvraag. De studenten sociale

wetenschappen hebben 39 uitspraken gedaan. Voor de studenten economie zijn 60

uitspraken genoteerd. Bij de studenten rechten zijn 62 uitspraken gesignaleerd.

Tussen de drie studierichtingen zijn tijdens de analyse geen verschillen gevonden.

Deze paragraaf is als volgt opgebouwd: 4.4.1 gaat in op de cognitieve rol die

ouders hebben gespeeld op de academische self-efficacy; 4.4.2 analyseert de

affectieve rol van ouders op de academische self-efficacy.

4.4.1 Cognitief

Wanneer studenten gevraagd werd of hun ouders direct invloed hebben gehad op de

studiekeuze, antwoorden allen hier negatief op. Het totaal van de uitspraken was 131.

Om de verschillende uitspraken te onderscheiden zijn deze gecategoriseerd onder de

volgende koppen: onderwijssystem, universiteit is de norm, het belang van onderwijs

Page 59: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

52

in relatie tot academisch self-efficacy en verwachtingen van ouders in relatie tot de

academische self-efficacy.

4.4.1.1 Onderwijssysteem

Uit de gesprekken met de studenten is naar voren gekomen dat geen van hen, bij de

studiekeuze, direct beïnvloed is door zijn ouders. Studenten geven aan dat ouders hen

vrij lieten in hun studiekeuze.

Ook blijken ouders geen actieve inbreng gehad te hebben tijdens het

studiekeuzeproces. Met actieve inbreng tijdens het studiekeuzeproces kan gedacht

worden aan het samen bezoeken van opendagen, aspiraties en ambities uitvoerig

bespreken en studieopties voorleggen en tegen elkaar afwegen. Wel geven zes

studenten aan dat zij van hun ouders het advies hebben gekregen om een studie te

kiezen op basis van werkgelegenheid.

Er worden door de studenten twee reden benoemd voor de lage actieve inbreng

van hun ouders tijdens de studiekeuze. Ten eerste wordt het gebrek aan kennis over de

werking van het Nederlandse onderwijssysteem als reden benoemd. Daarbij speelt

eveneens mee dat de meeste ouders laag of nauwelijks geschoold zijn. Hierdoor zijn

studenten in de veronderstelling dat hun ouders niet in staat waren om hen goed te

Geen direct invloed van ouders op studiekeuze

“Totaal niet, gewoon doen waar je prettig bij voelt.” (E2)

De bijdrage van ouders aan de studiekeuze

“Onze ouders zijn 1e of 2de generatie en hun kinderen gaan voor het

eerst naar de universiteit, zij zijn al blij dat je studeert. Het systeem begrijpen ze

niet goed. Mijn vader was ook bezig met werken, 5 dagen in de week, die weet

ook niet dat ik begeleid moet worden, je moet een keuze maken. Wij worden

gezien dat wij al van het begin een keuze moeten maken, en het moet een goede

keuze zijn, het moet geaccepteerd worden, die druk is er ook.” (E4)

Verschil in referentiekader tussen ouders en kinderen

“Hoe ga je dat aan je ouders vertellen? Hoe ga je vertellen waarmee

economie te maken heeft? Nee uiteindelijk begrepen ze wel wat ik ging

studeren..” (E4)

Page 60: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

53

begeleiden bij het maken van een studiekeuze. Deze veronderstelling is gebaseerd op

het idee dat hun ouders niet dezelfde onderwijsroute hebben bewandeld als zij zelf.

Hun ouders kunnen hierdoor niet persoonlijke ervaringen met ze delen die betrekking

hebben op het maken van een studiekeuze.

De tweede reden die door studenten wordt gegeven is het feit dat hun ouders in

een andere omgeving zijn opgegroeid en hierdoor minder verstand hebben van het

Nederlands onderwijssysteem. Ook zijn de ouders van de studenten in een andere

omgeving opgegroeid. Hierdoor hebben de studenten een ander referentiekader

ontwikkeld dan hun ouders. Het verschil in referentiekaders heeft het overleg tussen

ouders en kinderen bemoeilijkt. Mede hierdoor hebben studenten geen uitvoerige

gesprekken gehad met hun ouders over studeren. Met uitvoerige gesprekken wordt

onder andere bedoeld gesprekken over aspiraties en levensdoelen.

Met name de studenten sociologie gaven aan dat het ingewikkeld was de studie

sociologie te vertalen naar het Arabisch of Berbers. Drie rechten studenten geven aan

dat hun ouders wel begrepen wat zij gingen studeren, maar dat dit vanwege het

beroepsbeeld is dat gekoppeld is aan de studie rechten, namelijk advocaat. De ouders

hadden echter geen beeld van de inhoud van de studie rechten en de hoeveelheid

mogelijkheden die voortvloeien na het afronden van deze studie.

Page 61: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

54

4.4.1.2 Universiteit is de norm

Op de vraag of ouders een voorkeur hadden voor een specifiek beroep of studie

antwoorden zeven studenten dat hun ouders weleens het beroep van arts of de studie

geneeskunde hebben laten vallen. Een beroep als arts staat bij ouders hoog

aangeschreven vanwege het menselijke karakter van het beroep, namelijk het helpen

van mensen. Het helpen van mensen wordt gezien als het verrichten van een goede

daad binnen de islam. Ouders hechten vanuit een religieus perspectief veel waarde

aan het helpen van mensen en dus ook aan beroepen die raakvlak hebben met hun

godsdienst. Naast een beroep als arts, vertellen vier studenten dat hun ouders een

beroep als docent zagen zitten. Ook het onderwijzen van mensen is vanuit religieus

perspectief een hoog gewaardeerd beroep. Daarentegen is een beroep in de

advocatuur minder snel in trek bij ouders. Als argument wordt aangekaart dat het

Nederlands rechtssysteem op sommige punten in strijd is met de wetten van de islam.

Ondanks de beroepsbeelden lieten ouders hun kinderen vrij in het maken van

een studiekeuze, want ouders vinden niet zozeer de studierichting belangrijk maar het

onderwijsniveau. Oftewel het studeren aan de universiteit. Waarom ouders het studeer

niveau belangrijk vinden komt in de volgende sub-paragraaf aanbod.

Studiekeuze ouders vanuit religieus perspectief

“Hij zei dan kan je als Moslim heel veel mensen helpen. Voor het

hiernamaals, zo zag mijn vader het. Niet eens vanuit een financieel perspectief

zo was mijn vader niet.” (E2)

“Geen advocaat. Dat komt meer omdat ze denken dat je als je advocaat

wordt dat je dan misdadigers moet verdedigen en dan ga je volgens de

Nederlandse wetten moeten werken en dat gaat in sommige gevallen tegen je

godsdienst in.” (S2)

Universiteit is de norm

“Nee, nee, ik denk dat zij ook tevreden zouden zijn als ik een voltijd

studie had gedaan planologie of wat dan ook.” (E4)

Page 62: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

55

4.4.1.3 Belang van onderwijs in relatie tot academische self-efficacy

Op één student na geven alle studenten aan dat hun ouders onderwijs heel belangrijk

vinden en dat dit zeer expliciet van jongs af naar ze is gecommuniceerd. Eén student

geeft te kennen dat onderwijs belangrijk is, maar dat dit alleen impliciet naar hem

werd uitgesproken. Dit gebeurde doordat ouders vol trots over school prestaties tegen

anderen, zoals familie, spraken. Uit de uitspraken valt verder op te maken dat alles

moest wijken voor school. Zo is in vijf uitspraken terug te lezen dat studenten tijdens

de middelbare schoolperiode geen bijbaan mochten hebben. De focus moest alleen

gericht zijn op school. Alle studenten geven verder aan dat ouders hoge onderwijs

aspiraties voor hen hadden. Zowel het belang van onderwijs als de hoge

onderwijsaspiraties hebben een positief invloed gehad op de academische self-

efficacy van de studenten. Door studenten wordt namelijk aangegeven dat onderwijs

voor hen eveneens van groot belang is geworden. Oftewel studenten hebben dezelfde

waarde en hoge onderwijsaspiraties als die van hun ouders geïnternaliseerd. Het grote

Belang van onderwijs volgens de ouders

“..[onderwijs is]het allerbelangrijkst; en dat weet ik, omdat ik sinds de

eerste dag dat ik naar school ga te horen krijg van school is alles. School en niks

anders. Ik mocht zelfs niet werken en dan zag ik buurjongens die moesten werken

van hun ouders. Ik mocht niet werken van mijn ouders, ik mocht niks anders dan

school, dat is het enige wat ze van mij verwachten. Tot de dag van vandaag..”

(E2)

Belang van onderwijs volgens de vader

“..even kijken, na dat ik gestopt was had ik een grote preek gehad van

mijn vader, 3 uur lang. Op een gegeven moment zei hij van ja, weet je wat, doe

wat je wilt als je maar niet stopt met school. Als je stopt met school dan ga je het

huis uit..” (R3)

Belang van ouders volgens de moeder

“Ja heel belangrijk, mijn moeder had zoiets van zonder studie kom je

nergens, kijk maar naar mensen in je omgeving zonder studie die zonder werk

zitten of in de gevangenis zitten.” (S4)

Page 63: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

56

belang dat studenten hierdoor aan het onderwijs hechten beïnvloedt de academische

self-efficacy op een positieve manier.

Zeven van de vijftien studenten benadrukken dat vooral hun vader het belang

van onderwijs naar ze toe heeft geëxpliciteerd. In vier gevallen was het de moeder

(binnen het gezin) van de student die expliciet het belang van het onderwijs

benoemde. De overige uitspraken betroffen expliciete voorbeelden waarbij gesproken

wordt van ‘mijn ouders’.

Twee verklaringen worden door studenten genoemd op de vraag waarom hun

ouders veel waarde aan onderwijs hechten. Zo benadrukt de overgrote meerderheid

dat de ouders ‘een beter leven’ voor hun kinderen willen. Het leiden van een ‘beter

leven’ was voor ouders reden van emigratie. Ouders zijn zich tevens bewust van hun

lage maatschappelijke positionering binnen de Nederlandse samenleving. Het behalen

van een diploma, een goede opleiding, berust daarom op het idee dat dit de

maatschappelijke positionering van hun kinderen zal verbeteren. De reden van

migratie van hun ouders vormt voor studenten motiverende factor die de academische

self-efficacy positief beïnvloedt. Een tweede verklaring is omdat ouders niet willen

dat hun kind op het ‘verkeerde pad’ terecht komt. Hiermee wordt bedoeld dat ouders

niet willen dat hun kinderen het criminele pad opgaan. Deze verklaring heeft

eveneens een positief invloed op de academische self-efficacy.

4.4.1.4 Verwachtingen van ouders in relatie tot academische self-efficacy

Ouders hebben een algeheel beeld van de onderwijsvorderingen

“Hij wist ook niet waarom ik die onvoldoendes gehaald. Hij dacht

gewoon cijfers niet goed, dus te moeilijk maar hij wist niks van mijn manier van

leren.” (R3)

Ouders hebben hoge verwachtingen

“Mijn vader zei van die capaciteit die je hebt en de manier waarop jij er

mee omgaat is verwaarloosbaar te noemen.” (E2)

Page 64: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

57

Er zijn door de studenten 33 uitspraken gedaan die gerelateerd zijn aan de

verwachtingen van ouders over de academische prestaties en onderwijs aspiraties. Uit

de geanalyseerde gesprekken komt naar voren dat het merendeel van de ouders geen

specifiek beeld had van de academische mogelijkheden van hun kind, hierbij valt te

denken aan het weten in welke vakken het kind goed en minder goed is. Aan kennis

over de persoonlijke interesses van hun kind ontbrak het eveneens bij ouders.

Als verklaring wordt door studenten het lage opleidingsniveau van de ouders

genoemd. De studenten zijn namelijk in de veronderstelling dat de ouders vanwege

het lage opleidingsniveau niet alles tot in details kunnen overzien en begrijpen. Een

andere verklaring is het ‘vertrouwen’ dat ouders in hun kind hadden. In andere

woorden: ouders waren ervan overtuigd dat hun kinderen zich goed gedroegen en de

juiste beslissingen namen.

De ouders van de studenten waren over het algemeen wel goed op de hoogte

van de schoolvorderingen die hun kinderen maakten. Hiermee wordt bedoeld dat

ouders in grote lijnen wisten of hun kinderen wel of niet goed presteerden op school,

maar ook of hun kind overging en in welk jaar zij zich bevonden. Het feit dat ouders

op hoogte waren van de vorderingen komt doordat merendeel van de ouders alle

rapportgesprekken op de middelbare school bezochten; en niet omdat leerlingen

uitvoering gesprekken met hun ouders onderhielden over hun eigen

onderwijsvorderingen. Ouders hebben dus dankzij gesprekken met docenten een goed

overzicht weten te behouden van schoolvorderingen die gemaakt werden. De

vorderingen van de studenten die ouders in grote lijnen bijhielden zijn tevens de basis

voor de hoge verwachtingen die zij van hun kind hadden. De hoge verwachtingen zijn

door zeven ouders expliciet naar hun kinderen uitgesproken. Het hebben en het

uitspreken van de hoge verwachtingen heeft positief invloed gehad op de academische

self-efficacy van de studenten.

Ouders hebben zich gedurende de onderwijscarrière meer druk gemaakt om de

inzet die hun kinderen toonden dan hun academisch denkvermogen. Bij uitspraken

van vijf studenten is te lezen dat hun ouders ontevreden waren over de inzet die hun

kinderen toonden tijdens het studeren.

Page 65: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

58

4.4.2 Affectief

Een totaal van 28 uitspraken zijn gelabeld. Van dit aantal uitspraken zijn negen

uitspraken gemaakt door studenten sociale wetenschappen. De studenten economie

hebben elf uitspraken gedaan in relatie tot dit onderwerp. Acht uitspraken zijn

gemaakt door rechten studenten.

4.4.2.1 Affectieve band van ouders in relatie tot academisch self-efficacy

Het woord ‘trots’ wordt 24 keer genoemd in de 28 uitspraken die betrekking hebben

op de vraag wat studenten voor hun ouders willen beteken door het behalen van hun

diploma. In de overige vier uitspraken spreken studenten in termen van ‘niet willen

teleurstellen’. Het trots maken van de ouders is voor zeven studenten belangrijk,

omdat studenten met het WO-diploma hun ouders willen ‘terugbetalen’ voor de jaren

die zij hebben geïnvesteerd. Het migratieverleden wordt door twee studenten

aangedragen als reden voor de ‘drive’ om hun ouders trots te maken. De overige acht

studenten willen met het WO-diploma hun ouders laten zien dat zij succesvol zijn

geworden. Met succesvol bedoelen studenten dat zij de prestaties van hun ouders

hebben overtroffen, die niet of nauwelijks geschoold zijn.

Studenten geven te kennen dat de trotse houding van hun ouders positief

invloed heeft gehad op hun academische self-efficacy. De trotsheid van de ouders

resulteert bij vier studenten in een gevoel van steun die zij van hun ouders hebben

ontvangen gedurende hun persoonlijke ontwikkeling en onderwijscarrière. Drie

studenten ervaren de trotsheid als een blijk van vertrouwen die hun ouders in ze

hebben. Dit is eveneens van positief invloed op de academische self-efficacy. Bij één

student creëert de trotsheid een positieve druk op het behalen van een WO-diploma.

Trots maken van ouders

“.. en dat al het hard werken en energie die me ouders in me hebben

gestoken voor iets is geweest. Ik wil geen teleurgestelde gezichten zien.” (S4)

Trots maken van ouders positief invloed op de academische self-efficacy

“..dat ook, ze zien ook dat ik studeer. Ik krijg een boost van..” (E2)

“Als je ouders trots zijn, dan ben je niet stuk te krijgen, dan ga je met

een goed gevoel naar buiten.” (E3)

Page 66: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

59

Twee studenten ervaren de steun van hun ouders als beschermende factor tegen

negatieve invloeden van buiten af. Negatieve invloeden zijn in dit geval

discriminerende barrières die studenten tegenkomen gedurende hun levensloop. De

rol van discriminatie op de academische self-efficacy is in sub-paragraaf 4.3.2 aan de

orde gekomen.

Voetnoten 9 De keuze voor een universiteit staat gelijk aan de keuze voor een opleiding wanneer

ervan uitgaan wordt dat elke universiteit een unieke studie aanbiedt. 10 Studenten verwijzen in de gesprekken over ‘achterstanden’ naar de beelden die er

heersen over etnische minderheden, daarmee dus ook naar Marokkaanse-

Nederlanders. 11 Zaakvakken zijn: aardrijkskunde, geschiedenis, levensbeschouwing, filosofie,

maatschappijleer, economie, management & organisatie en verzorging. 12 In deze context kunnen taken breed worden opgevat. In andere woorden specifieke

studies of het reageren op bepaalde vacaturen.

Page 67: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

60

5. Conclusie en discussie

In het vorige hoofdstuk zijn de resultaten van het onderzoek besproken. Dit hoofdstuk

trekt op basis van die resultaten conclusies. In paragraaf 5.1 wordt antwoord gegeven

op de hoofdvraag: Hoe beïnvloedt de attainment value de academische studiekeuze

van Marokkaans-Nederlandse mannen? Hierna volgen de conclusies met betrekking

tot de drie deelvragen. Daarna behandeld paragraaf 5.2 de limitaties en beperkingen

van dit onderzoek. Vervolgens worden in paragraaf 5.3 een aantal suggesties

gepresenteerd voor vervolg onderzoek. Paragraaf 5.4 sluit af met aanbevelingen voor

het voortgezet onderwijs en universiteiten.

5.1 Conclusie

Hoofdvraag:

‘Hoe beïnvloedt de attainment value de academische studiekeuze van Marokkaans-

Nederlandse mannen?’

In dit onderzoek is onderzocht hoe de persoonlijke, maatschappelijke en financiële

waarde, als onderdeel van de attainment value, invloed hebben gehad op de

academische studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen. De resultaten in dit

onderzoek tonen aan dat er verschillen in attainment value zijn en dat dit geleid heeft

tot de differentiatie in studiekeuze. Met deze resultaten wordt aangesloten op de

veronderstelling dat er een relatie bestaat tussen de attainment value en de

studiekeuze zoals die geformuleerd is door Eccles (2005; 2009).

Tussen de drie studiegroepen zijn de volgende drie significante verschillen in de

attainment value vastgesteld. Bij studenten sociale wetenschappen is geconstateerd

dat de persoonlijke waarde invloed heeft gehad op de studiekeuze. Sturend in de

persoonlijke waarde is de interesse in met name maatschappelijke vraagstukken met

betrekking tot de eigen etnische groep. Hieruit wordt geconcludeerd dat de sociale

identiteit, Marokkaans-Nederlandse, invloed heeft gehad op de affiniteit van de studie

inhoud. Deze grote affiniteit heeft geleid tot een studiekeuze in de sociale

wetenschappen. Dit resultaat sluit eveneens aan bij de aanname dat de attainment

value beïnvloed wordt door de sociale identiteit (Eccles, 2009).

Page 68: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

61

Onder studenten economie is vastgesteld dat de financiële waarde meer invloed

heeft gehad op de studiekeuze dan de persoonlijke waarde. Vanuit de attainment value

is te stellen dat studenten economie hun keuze hebben gebaseerd op vooraf gestelde

lange termijn doelen. Immers, het beeld bij hen is dat het afronden van een

economische studie resulteert in het uitoefenen van een beroep dat voorziet in deze

financiële vooruitzichten.

In tegenstelling tot de twee voorgaande studierichtingen is bij studenten rechten

geen eenduidige lijn gevonden in de uitspraken met betrekking tot de persoonlijke en

financiële waarde. Zo geeft het ene deel studenten rechten aan beïnvloed te zijn door

de persoonlijke waarde en het andere deel noemt de financiële vooruitzichten als

voornaamste reden voor de keuze.

Een andere uitkomst in dit onderzoek, met betrekking tot deze component, is dat

de maatschappelijke waarde onbewust invloed heeft gehad op de studiekeuze. Dit

wordt gesteld op basis van de constatering dat vooral studenten economie en rechten

hiërarchisch denken over keuzeprofielen in het voortgezet onderwijs. Profielen natuur

& techniek (N&T), natuur & gezondheid (N&G) en economie & maatschappij

(E&M) genieten namelijk een hogere status dan cultuur en maatschappij (C&M).

Oftewel studies, zoals bouwkunde, geneeskunde en bedrijfseconomie die gekozen

worden op basis van de profielen N&T, N&G en E&M genieten een hogere status in

vergelijking met studies als Engels en Nederlands die voortkomen uit het profiel

C&M. Het hiërarchisch denken beïnvloedt hierdoor ook onbewust de

maatschappelijke/status van bepaalde studies die voortvloeien uit de specifieke

keuzeprofielen. Deze uitkomst ligt in lijn met de veronderstelling van Eccles (1994),

namelijk dat bij het maken van een studiekeuze het individu zowel bewust als

onbewust beïnvloed wordt door omgevingsfactoren. Tevens komt op basis van deze

uitkomst naar voren dat het hiërarchisch denken een gevolg is van de waarde die deze

etnische groep hecht aan de profielen in het voortgezet onderwijs. Hierdoor kan

geconcludeerd worden dat de sociale identiteit invloed heeft op de attainment value,

want het hechten van waarde aan bepaalde studies is eveneens een direct gevolg van

wat de sociale groep, in dit geval de etnische groep, belangrijk vindt (Eccles, 2005).

Page 69: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

62

Deelvraag 1:

‘Hoe beïnvloedt de academische self-efficacy de attainment value?’

Op basis van de gepresenteerde onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat de

mate van academische self-efficacy van de student in een bepaald schoolvak eveneens

leidt tot verschillen in de attainment value. Deze bevinding is ook in meerdere

onderzoeken bevestigd (o.a. Eccles et al., 1998; Gushue, 2006; Sheu et al., 2009).

De resultaten van dit onderzoek tonen tevens twee manieren aan hoe de

academische self-efficacy invloed heeft op attainment value. In de eerste plaats heeft

de mate van self-efficacy van studenten in een bepaald schoolvak invloed op de

affiniteit met dat schoolvak. Oftewel, een hoge mate van self-efficacy in een bepaald

schoolvak zorgt voor hoger affiniteit daarmee (Bandura, 2006). Logischerwijs geldt

dat een lage academische self-efficacy leidt tot een lage affiniteit. De mate van

affiniteit met een schoolvak heeft vervolgens invloed op de waarde die de student

hecht aan dit schoolvak. Deze waarde stuurt de student dan richting een studiekeuze

(Eccles, 2005). In de resultaten is dit terug te zien in uitspraken van studenten sociale

wetenschappen en economie. Zo komt naar voren dat studenten sociale

wetenschappen niet sterk waren in de schoolvakken economie en wiskunde, maar wel

in de schoolvakken geschiedenis en maatschappijleer. Dit heeft geleid tot het idee dat

de laatste twee genoemde vakken ‘beter passen’ bij hen als individu. Oftewel, zoals

Eccles (2009) veronderstelt zijn de vakken onderdeel van het individu geworden en

bevestigen wie het individu is. Studenten economie geven daarentegen aan dat zij

vooral sterk waren in de vakken economie en wiskunde, hetgeen heeft gezorgd dat zij

dit ‘leuke’ schoolvakken zijn gaan vinden en dus affiniteit hebben met studies die

hierop aansluiten.

Ten tweede leidt de mate van self-efficacy tot een studiekeuze op basis van een

strategische afweging. Hiermee wordt bedoeld dat het individu op basis van zijn

belemmeringen een studiekeuze maakt. Dit speelt namelijk onder een aantal studenten

rechten. Zo geven zij aan dat zwakke beheersing van het schoolvak Engels een rol

heeft gespeeld bij de studiekeuze. Een lage self-efficacy in Engels heeft bij hen

gezorgd dat zij hun keuze mede gebaseerd hebben op een studie die over het

algemeen Nederlandstalig wordt aangeboden. Volgens de opvattingen van Bandura

(2006) heeft de academische self-efficacy uitgemond in een strategische afweging.

Page 70: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

63

Overigens tonen de resultaten aan dat twee derde van de studenten een lage

academische self-efficacy hadden voordat zij begonnen aan hun eerste academische

studiejaar. Het gevolg van de lage academische self-efficacy is geweest dat ruim één

vijfde van de studenten overwogen heeft om een HBO opleiding als tussen- of

vervolgstap te nemen na het VWO. Geconcludeerd kan daarom worden dat een lage

self-efficacy de korte en lange termijn doelen, maar ook de onderwijs aspiraties van

deze groep heeft beïnvloed. Deze conclusies sluiten naadloos aan bij de self-efficacy

theorie van Bandura (2006) en tal van onderzoeken (o.a. Boyer et al., 2000; Moritz et

al., 2000) die dit bevestigd hebben.

Deelvraag 2

‘Hoe beïnvloedt de etnische identiteit de academische self-efficacy?’

De etnische identiteit in dit onderzoek is beschouwd op basis van twee dimensies,

namelijk stereotype en stereotype-bedreiging, en discriminatie. Vanuit deze dimensies

wordt geconcludeerd dat de lage academische self-efficacy onder studenten het

gevolg is van stereotype over Marokkaanse-Nederlanders en discriminatie jegens deze

groep. De negatieve invloeden van beide dimensies resulteren in onderschatting van

de eigen academische vaardigheden onder deze groep studenten. Onderzoeken (o.a.

Steele, 1997; Walton & Cohen, 2003) uitgevoerd onder Afro-Amerikanen bevestigen

dat beide dimensies negatief invloed hebben op de self-efficacy en daarmee ook de

academische self-efficacy.

Internalisatie van de gedeelde stereotype overtuigingen die binnen de

Nederlandse cultuur heersen over Marokkaanse-Nederlanders liggen ten grondslag

aan de lage academische self-efficacy. Uit de uitspraken komt namelijk naar voren dat

de stereotype overtuigingen die er heersen over onderwijsgerelateerde problematiek

van etnische minderheden eveneens door deze groep studenten gedeeld wordt. Zo

spreken studenten van een ‘achterstand’ die Marokkaanse-Nederlanders hebben ten

opzichte van Nederlanders. De verklaringen voor de ‘achterstand’ die zij hebben zijn

het opleidingsniveau van de ouders en het Nederlands als tweede taal. Op deze manier

hebben stereotype overtuigingen een negatief invloed op de academische self-

efficacy. Dat de mate van self-efficacy beïnvloed wordt door anderen komt overeen

met de opvatting van Eccles (2009) over hoe ‘anderen’ self-efficacy van het individu

beïnvloeden. Zij veronderstelt namelijk dat de self-efficacy een gevolg is van reacties

Page 71: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

64

van anderen en vergelijking met anderen. Met name studenten die op een ‘witte’

middelbare school les hebben gevolgd geven aan dat zij vanaf het eerste jaar van het

voortgezet onderwijs zich bewust waren van een ‘achterstand’. Studenten die les

hebben gevolgd op een multi-etnische middelbare school geven aan dat zij in een later

stadium in hun leven zich bewust zijn geworden van hun ‘achterstand’.

Op basis van de uitspraken kan ook geconcludeerd worden dat tijdens de

middelbare schoolperiode docenten zich schuldig hebben gemaakt aan discriminerend

gedrag. In de meeste gevallen betrof het om discriminatie in de vorm van micro-

agressie. Studenten vertellen namelijk dat docenten met name ‘grappen’ en

opmerkingen maakten over de etnische achtergrond en hun religie. Door de studenten

wordt aangegeven dat zij destijds niet in staat waren zich te verweren tegen deze

vorm van discriminatie. Ondanks dat studenten in dit onderzoek niet concreet

aangeven hoe deze vorm van discriminatie invloed heeft gehad op hun academische

self-efficacy, kan op basis van de veronderstellingen van Graham en Hudley (2005)

en van Jacobs en Eccles (2000) geconcludeerd worden dat dit van negatief invloed is

geweest op de academische self-efficacy.

Tevens kan aan de hand van de resultaten in dit onderzoek worden

geconcludeerd dat stereotype-bedreiging en discriminatie (on)bewust als motiverende

en stimulerende factoren dienen voor Marokkaanse-Nederlanders om ‘harder te

werken’. Met ‘harder werken’ bedoelen studenten dat zij meer inzet moeten tonen dan

Nederlanders, om net zo succesvol te zijn. Het ‘harder werken’ is een strategie die

door studenten wordt gebruikt om stereotypebeelden te ontkrachten, zichzelf te

bewijzen en om de kans op uitsluiting op de arbeidsmarkt en in de samenleving te

verkleinen. De strategie ‘harder werken’ als reactie op stereotype en discriminatie is

in onderzoek onder een Afro-Amerikaanse populatie ook gevonden (Steele, 1997).

Naast deze strategie komt in dit onderzoek naar voren dat studenten gebruik maken

van de strategie ontkennen en de strategie accepteren om om te gaan met deze

factoren. Deze strategieën zijn eveneens vastgesteld door Ketner (2008) nadat zij

Marokkaans-Nederlandse jongeren heeft geïnterviewd.

Verder kan op basis van de resultaten de conclusie getrokken worden dat de

etnische identiteit direct invloed heeft op de attainment value. Hiermee wordt

aangesloten op de opvatting van dat de attainment value zowel door de persoonlijke

identiteit als door de sociale identiteit beïnvloed wordt (Eccles, 2009). Deze conclusie

wordt getrokken op basis van twee constateringen die gedaan zijn in dit onderzoek. In

Page 72: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

65

de eerste plaats komt naar voren dat bij de keuze voor een universiteit de etnische-

samenstelling invloed heeft gehad op de keuze. Studenten geven aan dat de voorkeur

uit gaat naar een multi-etnische universiteit. Dit voorkeur is mede beïnvloed door de

positieve ervaringen die studenten hebben met multi-etnische basis- en middelbare

scholen. Ook de ervaringen die er zijn met discriminatie beïnvloeden de voorkeur

voor een multi-etnische universiteit. Studenten geven aan dat zij in een Nederlandse

omgeving minder geaccepteerd worden en dat zij minder vertrouwen hebben in

Nederlanders. Enkele studenten geven hierbij aan dat zij Nederlanders wantrouwen.

De tweede constatering heeft betrekking op de ervaringen met discriminatie op

de arbeidsmarkt. Deze ervaringen creëren een sterke behoefte aan

‘baangarantie’/‘zekerheid’. De behoefte aan ‘baangarantie’/’zekerheid’ wordt door

studenten verklaard vanuit de ervaringen die Marokkaanse-Nederlanders en andere

etnische minderheden hebben met discriminatie op de arbeidsmarkt. Het belang van

‘baangarantie’/‘zekerheid’ heeft zich bij studenten economie en rechten vertaald in

een keuze voor een studie die een breed studie programma aanbiedt. Dit brede aanbod

biedt studenten economie en rechten de kans om in verschillende sectoren aan de slag

te gaan, hetgeen de kans vergroot op het vinden van een baan. Studenten sociale

wetenschappen vergroten de ‘baangarantie’/’zekerheid’ gedurende hun studie door te

kiezen voor onderwijsgerelateerde minors, keuzevakken en/of bestuurlijk

georiënteerde vervolg opleidingen.

Beide constateringen bevestigen de veronderstelling dat etnische minderheden

als gevolg van institutionele barrières een ‘andere kijk’ op de werkelijkheid

ontwikkelen (Gushue & Whitson, 2006). Deze ‘andere kijk’ is tevens van invloed op

de studiekeuze zoals Cook et al. (2002) heeft vastgesteld. Verder sluiten deze

constateringen aan op onderzoeken (o.a. Gainor & Lent, 1998; McWhiriter, 1997) die

vastgesteld hebben dat discriminatie invloed heeft op de studiekeuze van etnische

minderheden.

Deelvraag 3:

‘Hoe beïnvloeden de ouders de academische self-efficacy?’

Onderzocht werd hoe ouders invloed hebben op de academische self-efficacy. Dit is

gebeurd op basis van twee dimensies, de cognitieve en de affectieve dimensie. De

conclusie die op basis van deze dimensies wordt getrokken is dat ouders, in

Page 73: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

66

tegenstelling tot de etnische identiteit, uitsluitend een positief invloed hebben gehad

op de academische self-efficacy van de studenten. Vanuit de cognitieve dimensie is

namelijk vastgesteld dat beide ouders veel belang hechten aan onderwijs. Ook hadden

zij hoge onderwijsverwachtingen van hun en hoge onderwijsaspiraties voor hun

kinderen. Tevens is naar voren gekomen dat ouders dit allemaal heel expliciet naar

hun kinderen toe hebben gecommuniceerd. Dit heeft een positief invloed gehad op de

academische self-efficacy van de studenten. Met deze bevindingen over de cognitieve

dimensie wordt aangesloten bij een lange reeks van onderzoeken (Pomerantz et al.,

2005). Ook bevestigt deze bevinding de conclusies die getrokken zijn door Booijink

(2007) en Smit et al. (2005), namelijk dat ouders van etnische minderheden hoge

onderwijsaspiraties voor hun kinderen hebben en onderwijs heel belangrijk vinden.

In overeenstemming met Ketner (2008) en Pels (2000) tonen de resultaten in dit

onderzoek aan dat studenten een sterke affectieve band hebben met hun ouders. De

sterke affectieve band speelt een belangrijke rol bij het verwezenlijken van die hoge

verwachtingen en onderwijsaspiraties. Dit gebeurt enerzijds doordat een sterke

affectieve band direct invloed heeft op de academische self-efficacy (Pomerantz et al.,

2005). Anderzijds laten studenten weten dat het afronden van een academische

opleiding hun ouders ‘trots’ maakt. Het ‘trots’ maken van de ouders heeft op deze

manier een stimulerend invloed op de academische self-efficacy, want studenten zijn

bereid meer tijd en aandacht aan hun studie te besteden (Fuligni, 2001). Verder kan

op basis van de resultaten aangesloten worden bij de stelling dat een sterke affectieve

band leidt tot het respecteren en volgen van de wensen van de familie. Voor de ouders

betekent dit het afronden van een academische opleiding (Pomerantz et al., 2005).

Eveneens is in dit onderzoek geconstateerd dat een sterke affectieve band met

de ouders resulteert in het overnemen en internaliseren van dezelfde waarde en

overtuigingen over onderwijs. Met deze constatering wordt aangesloten bij de

aanname dat ouders een centrale rol in nemen bij het ontwikkelen van de identiteit

van het kind (Jacobs & Eccles, 2000; Meunier et al., 2011). Zo heeft de internalisatie

van het belang van onderwijs een positief invloed op de academische self-efficacy.

Dit blijkt onder andere uit de uitspraken van studenten waarbij er verwezen wordt dat

hun ouders met een doel naar Nederland zijn geëmigreerd, namelijk voor een ‘beter

leven’ voor zichzelf en voor hun kinderen. Deze redenering wordt door studenten

gebruikt als motivatie om ‘ver te reiken in het leven’. Een academische opleiding

speelt volgens studenten een sleutelrol om dit levensdoel te bereiken.

Page 74: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

67

Overigens kan aan de hand van de analyse ook geconcludeerd worden dat

ouders geen direct invloed hebben gehad op de studiekeuze van de studenten. Deze

conclusie staat haaks op de bevindingen van Gushue en Whitson (2006). Verder komt

uit de resultaten van dit onderzoek naar voren dat studenten geen uitvoerige

gesprekken gevoerd hebben met hun ouders over onder andere hun studiekeuze en

onderwijsaspiraties. Hiervoor liggen twee oorzaken aan ten grondslag. Ten eerste

hebben de ouders van de studenten niet of nauwelijks onderwijs genoten. Bovendien

het onderwijs dat de ouders in het land van herkomst hebben gevolgd, vertoont geen

overeenkomsten met het Nederlands onderwijs. Hierdoor beschikten de ouders niet

over genoeg kennis om hun kinderen te begeleiden binnen het Nederlands

onderwijssysteem. Ten tweede hebben studenten een ander referentiekader

opgebouwd dan hun ouders, waardoor de communicatie tussen beide moeizaam

verliep. Het verschil in referentiekader komt goed naar voren in de opvattingen van

ouders over wenselijke beroepen. In deze opvattingen redeneren ouders vooral vanuit

een religieus perspectief over wat een wenselijk beroep is. Hierdoor komen zij uit op

beroepen als arts en docent. Beide beroepen staan hoog aangeschreven binnen de

islam, omdat deze beroepen een bijdrage leveren aan levens van andere mensen.

5.2 Discussie

In het voorgaande werden de conclusies uit dit onderzoek naar de academische

studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen beschreven. Op basis van de aldus

beschreven conclusies wordt in dit deel van het onderzoek nader ingegaan op een

vijftal beperkingen.

Ten eerste moet in acht genomen worden dat bij de ontwikkeling van het

conceptueel model niet alle componenten van de Expectancy-Value Theory zijn

toegevoegd. Hierdoor kan geen volledig beeld worden gegeven van factoren die de

studiekeuze beïnvloeden. Hetgeen betekent dat men de conclusies met

voorzichtigheid moet interpreteren. Tevens ook de componenten waar het conceptueel

model uit bestaat kent vele dimensies. Niet al deze dimensies zijn meegenomen in dit

onderzoek. Een voorbeeld hiervan is de component SATV. Deze component bestaat

naast de attainment value uit intrinsic value, utility value en costs. De afwezigheid

van deze dimensies heeft eveneens als gevolg dat het onbekend blijft hoe dit de

studiekeuze heeft beïnvloed.

Page 75: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

68

Ten tweede is de onderzoeksgroep in deze studie niet noodzakelijkerwijs

representatief voor alle universitair geschoolde Marokkaans-Nederlandse mannen met

een Economie & Maatschappij profiel. Daarnaast zijn de respondenten geworven uit

het persoonlijk netwerk van de onderzoeker en door middel van een

sneeuwbalsteekproef.

Ten derde hebben de respondenten in dit onderzoek op vrijwillige basis

meegedaan aan de interviews. Het kan zijn dat studenten zich intensief bezig hebben

gehouden met stereotype en discriminatie rond Marokkaanse-Nederlanders en dat dit

invloed heeft gehad op hun uitspraken.

Ten vierde betreft het hier niet om een comparatief onderzoek, hierdoor kunnen

de resultaten van dit onderzoek niet generaliseerd worden naar Marokkaans-

Nederlandse vrouwen, noch naar andere etnische minderheden in Nederland, of

etnische minderheden in andere samenlevingen.

Tot slot kan een kanttekening geplaatst worden bij de beperkte

interviewervaring van de onderzoeker. Wellicht dat een uitgebreidere ervaring zou

hebben bijgedragen aan betere gesprekken met de respondenten.

5.3 Suggesties voor vervolg onderzoek

Het exploratieve karakter van dit onderzoek heeft deels als doelstelling om aan te

zetten tot verder onderzoek in de richting van studiekeuze van etnische minderheden.

Dit onderzoek hoopt daarom een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van

onderzoek op het gebied van studiekeuze onder Marokkaanse-Nederlanders en andere

etnische minderheden. De voorkeur gaat uit naar complexere raamwerken, waarbij

theorieën uit de psychologische hoek en de sociologische hoek gecombineerd worden.

Hiermee wordt aangesloten op de vraag van andere onderzoekers (Cook et al.,2002;

Fouad & Byars-Winston, 2005; Gushue & Whitson, 2006; Neville & Mobley, 2001).

In eventueel toekomstig onderzoek kunnen onderzoekers ingaan op de

invloeden op studiekeuze door de dimensies die in dit onderzoek buiten beschouwing

zijn gelaten. Tevens kan de aandacht verlegt worden naar de invloeden van andere

componenten uit de Expectancy-Value Theory die in dit onderzoek niet aanbod zijn

gekomen. Gedacht kan worden aan de invloed van cultuur of media (Eccles, 2005).

Verder kan er onderzoek gedaan worden naar de academische studiekeuze van

Marokkaans-Nederlandse vrouwen. Dit onderzoek is van belang aangezien deze

groep vrouwen voor meer dan 50% deel uit maakt van de Marokkaanse-Nederlanders

Page 76: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

69

die op academisch niveau studeert. Om de kans op interviewer-effecten te verkleinen

is het raadzaam om het onderzoek uit te laten voeren door een onderzoekster met een

niet-westers etnische achtergrond. Concreet geformuleerd zou dit kunnen worden

geformuleerd in de volgende probleemstellingen: Hoe beïnvloedt de attainment value

de academische studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse vrouwen? Wat is de

invloed van de academische self-efficacy op attainment value? Hoe beïnvloeden de

ouders de academische self-efficacy? Hoe beïnvloedt de etnische identiteit de

academische self-efficacy?

Daarnaast zou onderzoek gericht kunnen worden op de studiekeuze van andere

etnische minderheden. Hierbij valt te denken aan Turkse-, Surinaamse- en

Antilliaanse-Nederlanders. Dit is uitermate zinvol, want op basis van de uitkomsten

kunnen onder andere middelbare school decanen en studieadviseurs van de

universiteit beter in spelen op de behoeften van etnische minderheden en hen beter

begeleiden bij het maken van een studiekeuze.

Tot slot, de resultaten van dit onderzoek hebben aangetoond dat door stereotype

en discriminatie de academische self-efficacy van Marokkaans-Nederlandse mannen

negatief is beïnvloed. Om deze conclusie te verifiëren en de relaties tussen beide

componenten beter te begrijpen is wetenschappelijk onderzoek nodig. Onderzoek kan

zich specifiek richten op de verschillen in academische self-efficacy tussen

Marokkaanse-Nederlanders van ‘witte’ en multi-etnische middelbare scholen. De

kennis die opgedaan wordt kan bijdragen aan het ontwikkelen van methoden om de

academische self-efficacy van Marokkaanse-Nederlanders te verhogen.

5.4 Aanbevelingen voor het voortgezet onderwijs en universiteiten

Hoewel dit onderzoek zicht gericht heeft op de studiekeuze van Marokkaans-

Nederlandse mannen is het uiteindelijke doel om op basis van deze conclusies en

mogelijk toekomstig onderzoek suggesties te doen voor verbetering van de

begeleiding van de studiekeuze van etnische minderheden. Tevens bieden de

resultaten (onderwijs)instellingen en instituten de gelegenheid om hun aanbod beter af

te stemmen op de studiebehoefte van etnische minderheden. De aanbevelingen zijn op

basis van de conclusies geformuleerd en verdeeld in aanbevelingen voor het

voortgezet onderwijs en de universiteiten.

Page 77: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

70

Aanbevelingen voortgezet onderwijs

1) Nascholing van docenten

Dit onderzoek heeft aangetoond dat discriminatie leidt tot een lage academische self-

efficacy onder Marokkaans-Nederlandse mannen. De lage academische self-efficacy

heeft op haar beurt invloed op de attainment value en daarmee ook op de studiekeuze.

Uit de uitspraken komt naar voren dat een deel van de ervaringen met discriminatie in

het voortgezet onderwijs worden opgedaan. Docenten nemen een belangrijk deel voor

hun rekening. Zij maken zich namelijk schuldig aan discriminatie in de vorm van

micro-agressie. Het is belangrijk dat docenten bewust zijn van hun gedachten,

opmerkingen en gedrag. Het bewust worden kan via nascholing waar docenten

gestimuleerd worden in het reflecteren op hun eigen opvattingen.

2) Assertiviteit en media training voor leerlingen

Op basis van de resultaten in dit onderzoek komt naar voren dat studenten de

stereotype over hun eigen etnische groep geïnternaliseerd hebben. Tevens hebben

studenten de strategieën acceptatie, ontkennen en ‘harder werken’ ontwikkeld om met

discriminatie om te gaan. Beide factoren resulteren in een lage academische self-

efficacy en hebben invloed op de attainment value. Belangrijk is daarom dat naast de

docenten ook studenten zich meer bewust worden van de invloeden van deze factoren.

Ook is het belangrijk dat studenten leren om assertieve strategieën toe te passen op

micro-agressie. Hiervoor kunnen assertiviteitstrainingen worden aangeboden die

onder andere ingaan op het omgaan met micro-agressie. Tevens is van belang dat

studenten media training volgen om zich beter bewust te worden van hoe stereotype

beelden worden gecreëerd, waarom dit gebeurt en welk invloed dit heeft op de

opvattingen van hen zelf en van anderen.

Aanbevelingen voor universiteiten

1) Curriculum sociale wetenschappen

Bevindingen met betrekking tot de attainment value wijzen uit dat de keuze van

studenten sociale wetenschappen beïnvloed is door dat de inhoud aansloot op de

persoonlijke interesse. Met name maatschappelijke vraagstukken gerelateerd aan de

eigen etnische groep zijn aanleiding geweest om te kiezen voor deze studierichting.

Opleidingen sociale wetenschappen kunnen in spelen op deze behoefte door enerzijds

te expliciteren dat binnen de opleiding aandacht besteed wordt aan dergelijke thema’s;

Page 78: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

71

en anderzijds door het belang te onderstrepen van Marokkaans-Nederlandse

beleidsmakers en onderzoekers. Tevens kunnen opleidingen sociale wetenschappen

binnen hun eigen curriculum meer ruimte bieden voor exploratie van dit type

‘problematiek’.

2) ‘Baangarantie’

De ervaringen die Marokkaanse-Nederlanders, maar ook andere etnische

minderheden hebben met discriminatie beïnvloedt de attainment value. Studenten

hechten namelijk veel waarde aan een studie met een hoge ‘baangarantie’ en geven te

kennen dat dit de studiekeuze heeft beïnvloed. Universiteiten kunnen voorzien in deze

behoefte door onder andere cijfers te publiceren van etnische minderheden die een

baan vinden na het afronden van de studie. Ook het gemiddelde startsalaris dat pas

afgestudeerde etnische minderheden verdienen kan van meerwaarde zijn en invloed

hebben op de studiekeuze.

3) ‘Multi-etnische universiteit’

Uit de resultaten komt naar voren dat studenten een keuze voor de universiteit

maken op basis van de etnische samenstelling. Oftewel, de etnische identiteit

beïnvloedt de attainment value. Zowel de positieve ervaringen met de multi-etnische

basis- en middelbare school liggen hier ten grondslag aan. Ook de ervaringen die

studenten hebben met discriminatie beïnvloeden deze keuze. Vrijwel homogeen

samengestelde opleidingen dienen rekening te houden met de factoren wanneer zij

Marokkaans-Nederlandse mannen willen werven voor hun opleiding.

Page 79: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

72

6. Samenvatting

Centraal in dit onderzoek is de vraag hoe de attainment value de academische

studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse mannen beïnvloed heeft. Tevens is

onderzocht hoe de academische self-efficacy invloed heeft op de attainment value en

hoe de academische self-efficacy beïnvloed wordt door de etnische identiteit en de

ouders.

De onderzoeksvragen zijn geformuleerd op basis van de van de Expectancy-

Value Theory (Eccles et al., 1983) en het gemodificeerd conceptueel model dat

ontwikkeld is. Dit gemodificeerd model bestaat uit vier componenten: 1) Subjective

Academic Task Value (attainment value); 2) persoonlijke identiteit (academische self-

efficay); 3) sociale identiteit (etnische identiteit); 4) socializers (ouders). Voor dit

onderzoek is de attainment value, de waarde die het individu hecht aan een studie,

opgedeeld in persoonlijke, maatschappelijke en financiële waarde.

Het doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen waarom Marokkaans-

Nederlandse mannen kiezen voor een bepaalde academische studie. De opbrengsten

van dit onderzoek kunnen van waarde zijn voor decanen, studieloopbaanbegeleiders

en studieadviseurs, die Marokkaans-Nederlandse mannen begeleiden bij het maken

van een academische studiekeuze. Tevens poogt dit onderzoek een bijdrage te leveren

aan verdere theorievorming rondom de studiekeuze van Marokkaans-Nederlandse

studenten. Een ander is het doel aanzetten van anderen tot vervolgonderzoek.

De data is gecollecteerd met behulp van diepte-interviews, deze zijn afgenomen

onder 15 Marokkaans-Nederlandse mannen. Voorwaarde voor de afname is het zijn

van een derde of vierdejaars student sociale wetenschappen, economie en rechten. De

studenten zijn via de sneeuwbalsteekproef geworven. Middels het kwalitatieve

analyse programma MAXQDA 10 is de data op drie niveaus geanalyseerd.

De resultaten die voortkomen uit de analyse laten een verschil zien in

attainment value tussen studenten. Dit verschil heeft geleid tot differentiatie in

studiekeuze. Studenten sociale wetenschappen kiezen vanuit persoonlijke waarde.

Daarentegen kiezen studenten economie eerder vanuit financiële waarde. Studenten

rechten kiezen enerzijds vanuit persoonlijke waarde en anderzijds vanuit financiële

waarde. Onder studenten economie en rechten heeft maatschappelijke waarde

onbewust invloed op de studiekeuze. Dit is het gevolg van het hiërarchisch denken

van studenten over keuzeprofielen in het voortgezet onderwijs.

Page 80: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

73

Ook de academische self-efficacy heeft invloed op de attainment value. De mate

van self-efficacy in bepaalde schoolvakken beïnvloedt de affiniteit van de student met

dat vak. Daarnaast leidt een lage academische self-efficacy tot het overwegen van het

HBO als vervolg- of tussenstap in plaats een universitaire opleiding. Uit de resultaten

blijkt eveneens dat een lage academische self-efficacy het gevolg is van stereotypen

over Marokkaanse-Nederlanders en discriminatie van deze groep. Studenten hebben

stereotype gedachten, die er heersen binnen de Nederlandse cultuur, geïnternaliseerd.

Dit komt onder andere in uitspraken van studenten terug, wanneer zij verwijzen naar

een ‘achterstand’ die zij hebben ten opzichte van Nederlanders. Verder komt naar

voren dat studenten op de middelbare school last hebben gehad van discriminerende

‘grappen’ en opmerkingen van docenten. Tegen deze vorm van discriminatie, ook wel

bekend als micro-agressie, konden studenten zich nauwelijks verweren. Om toch om

te gaan met stereotypering en discriminatie geven studenten ‘harder te gaan werken’.

Ouders hebben een positief invloed op de academische self-efficacy. Naast dat

de hoge verwachtingen en onderwijsaspiraties die zij voor hun kinderen hebben van

positief invloed zijn, speelt de affectieve band ook een belangrijke rol. Studenten

tonen meer inzet op school om hun ouder ‘trots’ te maken. Aan de andere kant leidt

een sterke affectieve band tot het internaliseren van de gedachten die ouders hebben

over onderwijs. Tevens kan geconcludeerd worden dat ouders geen directe invloed

hebben gehad op de studiekeuze.

Tot slot komt naar voren dat de etnische identiteit invloed heeft op de

attainment value. Ten eerste doordat studenten bij de keuze van een opleiding de

etnische samenstelling van de opleiding mee laten wegen in hun studiekeuze. Ten

tweede hebben de ervaringen met discriminatie op de arbeidsmarkt ervoor gezorgd

dat studenten veel waarde hechten aan ‘baangarantie’/’zekerheid’.

Deze bevindingen hebben geleid tot aanbevelingen voor het voortgezet

onderwijs en voor universiteiten. Bij beide zou meer aandacht uitgaan naar de

invloeden van de etnische identiteit op de attainment value, en daarmee dus de

studiekeuze.

Page 81: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

74

7. Literatuur overzicht

Adlouni, K. & A, Hermsen, F. (2009). Het betere werk. Beroepsbeelden van

allochtone leerlingen. Variya, Nederlandse Stichting voor Psychotechniek.

Allen, J.P., Coenen, J.B., Kaiser, F., & de Weert, E. (2007). WO-Monitor 2004 en

2005: VSNU-kengetallen, analyse en interpretatie. Den Haag: De Vereniging

van Samenwerkende Universiteiten (VSNU).

Ball, S.J., Reay, D., & David, M. (2002). Ethnic Choosing: Minority ethnic students,

social class and higher education choice. Race Ethnicity and Education, 5 (4),

pp. 333-357.

Bandura, A. (2006). Guide to construction of self-efficacy scales. In F. Pajares & T.

Urdan (Eds.) Self-efficacy beliefs of adolscents, (Vol. 5., pp. 307-337).

Greenwich, CT; Information Age Publishing.

Banks, J.A. (2006). Cultural Diversity and Education. Foundations, Curriculum, and

Teaching. Boston: Pearson Education, Inc.

Barajas, H.L. & Pierce J.L. (2001). The Significance of Race and Gender in School

Success among Latinas and Latinos in College. Gender and Society, 15 (6),

pp. 859-878.

Bong, M. (2001). Role of Self-Efficacy and Task-Value in Predicting College

Students’ Course Performance and Future Enrollment Intentions.

Contemporary Educational Psychology, 26, pp. 553-570.

Booijink, M. (2007) Terug naar de basis: Communicatie tussen leerkrachten en

allochtone ouders in het primair onderwijs. ’s‐Hertogenbosch: KPC Groep.

Boyer, D. A., Zollo, J. S., Thompson, C. M., Vancouver, J. B., Shewring, K., & Sims,

E. (2000). A quantitative review of the effects of manipulated self-efficacy on

performance. Miami: American Psychological Society.

Centraal Bureau voor de Statistiek: Jaarboek onderwijs in cijfers 2010. Den Haag:

Grafimedia.

Clark, R., Anderson, N.B., Clark, V.R., & Williams, D.R. (1999). Racism as a

Stressor for African Americans. American Psychologist, 54 (10), pp. 805-816.

Cook, E.P., Heppner, M.J., & O’Brien, K.M. (2002). Career Development of Women

of Color and White Women: Assumptions, Conceptualization, and

Page 82: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

75

Interventions From an Ecological Perspective. The Career Development

Quarterly. 50, pp. 291-305.

Creswell, J. (2008). Educational Research Planning, Conducting, and Evaluating

Quantitative and Qualitative Research. New Jersey: Pearson Education Inc.

Dotinga, A., van Eijnden, R.J.J.M., Bosveld, W., & Garretsen, H.F.L. (2005). The

effect of data collection mode and ethnicity of interviewer on response rates

and self-reported alcohol use among Turks and Moroccans in the Netherlands:

an experimental study. Alcohol & Alcoholism, 40 (3), pp. 242-248.

Eccles, J. (1994). Understanding Women’s Educational and Occupational Choices:

Applying the Eccles et al. Model of Achievement-Related Choices.

Psychology of Women Quarterly, 18, pp. 585-609.

Eccles, J. (2005). Subjective Task Value and the Eccles et al. Model of Achievement-

Related Choices. In A.J. Elliot & C.S. Dweck (Eds.), Handbook of

Competence and Motivation (pp. 105-121). London: The Guilford Press.

Eccles, J. (2009). Who Am I and What Am I Going to Do With My Life? Personal

and Collective Identities as Motivators of Action. Educational Psychologist,

44 (2), pp. 78-89.

Eccles, J., Adler, T.F., Futtermanm R., Goff, S.B., Kaczala, C.M., Meece, J.L., et al.

(1983). Expectations, values and academic behaviors. In J.T. Spence (Ed.),

Perspective on achievement and achievement motivation (pp. 75-146). San

Francisco: Freeman.

Eccles, J., Wigfield, A., & Schiefele, U. (1998). Motivation to Succeed. In Eisenberg,

N (Ed.), Handbook of child psychology (pp. 1017-1095). New York: Wiley.

Fouad, N.A., & Byars-Winston, A.M. (2005). Cultural Context of Career Choice:

Meta-Analysis of Race/Ethnicity Differences. The Career Development

Quarterly. 53, pp. 223-233.

Fuligni, A.J. (2001). Family obligation and the academic motivation of adolescents

from Asian, Latin, and European American backgrounds. In A. J. Fuligni

(Ed.), Family obligation and assistance during adolescence: Contextual

variations and developmental implications (pp. 61-75). San Francisco: Jossey-

Bass.

Fuligni, A.J., Yip, T., & Tseng, V. (2002). The impact of family obligation on the

daily activities and psychological well-being of Chinese American

adolescents. Child Development, 73, pp. 302-314.

Page 83: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

76

Gainor, K.A. & Lent, R.W. (1998). Social Cognitive Expectations and Racial Identity

Attitudes in Predicting the Math Choice Intentions of Black College Students.

Journal of Counseling Psychology. 45 (4), pp. 403-413.

Gallagher, A.N. & Kaufman, J.C. (2005). Gender differences in mathematics: What

we know and what we need to know. In Gallagher, A.N. & Kaufman, J.C.

(Eds.) Gender differences in Mathematics. An Integrative Psychological

Approach (pp. 316-332). New York: Cambridge University Press.

Gelderblom, A., de Koning, J., & den Hartog, L. (2008). Allochtonen en keuze voor

Technische Opleidingen: Een Onbenut Potentieel. SEOR, 2.

Gonzales, M., Barr, D.A., & Wanat, S.F. (2010). Attrition From Premedical Studies

Among Latinas: Case Studies. Hispanic Journal of Behavioral Sciences, 32

(4), pp. 571-585.

Graham, S. & Hudley, C. (2005). Race and Ethnicity in the Study of Motivation and

Competence. In A.J. Elliot & C.S. Dweck (Eds.), Handbook of Competence

and Motivation (pp. 392-413). London: The Guilford Press.

Grootscholte, M., & Jettinghoff, K. (2010). Diversiteitsmonitor. Cijfers en feiten over

diversiteit in het po, vo, mbo, en op lerarenopleidingen. Een stand van zaken.

Den Haag; Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO).

Gushue, G.V. (2006). The Relationship of ethnic identity, career decision-making

self-efficacy and outcome expectations among Latino/ a high school students.

Journal of Vocational Behavior, 68 (1), pp. 85-95.

Gushue, G.V., & Whitson, M.L. (2006). The Relationship Among Support, ethnic

Identity, Career Decision Self- Efficacy, and Outcome Expectations in African

American High School Students. Journal of Career Development, 33 (2), pp.

122-124.

Gushue, G.V., & Whitson, M.L. (2006). The Relationship of Ethnic Identity and

Gender Role Attitudes to the Development of Career Choice Goals Among

Black and Latina Girls. Journal of Counseling Psychology. 53 (3), pp 379-

385.

Hadioui, El, I. (2008). Hoe de straat de school binnendringt. Utrecht: APS.

Heelsum, A.J. van (1997). De etnische-culturele positive van de tweede generatie

Surinamers. Amsterdam: Het Spinhuis.

Hiltin, S. (2003). Values As the Core of Personal Identity: Drawing Links Between

Two Theories of Self. Social Psychology Quarterly, 66 (2), pp. 118-137.

Page 84: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

77

Jacobs, J.E. & Eccles, J.S. (1992). The Impact of Mothers’ Gender-Role Stereotypic

Beliefs on Mother’s and Children’s Ability Perceptions. Journal of

Personality and Social Psychology, 63 (6), pp. 932-944.

Jacobs, J.E. & Eccles, J.S. (2000). Parents, Task Values, and Real-Life Achievement-

Related Choices. Intrinsic and Extrinsic Motivation, 5 (2), pp. 405-439.

Janssen, F., Veldman, I., & Van Tartwijk, J. (2008). Modelgestuurd leren van je

succes. Tijdschrift voor lerarenopleiders, 29 (2), pp. 4-13.

Jennissen, R.P.W. & Hartger, M.I. (2006). Allochtonen in het hoger onderwijs. Den

Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Jettinghoff, K., Chitan, R., & Grootscholte, M. (2010). Promoteams, Taalmentoring

en interculturele Competenties Leren van Lerarenopleidingen voor meer

Culturele Diversiteit voor de Klas. Den Haag: Sectorbestuur

Onderwijsarbeidsmarkt (SBO).

Ketner, S.L. (2008). Marokkaanse wortels, Nederlandse grond: exploratie, bindingen

en identiteit strategieën van jongeren van Marokkaanse afkomst. Proefschrift.

Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.

Kregten, A. van & Moerkamp, T. (2008). Meer Kleur Voor de Klas, wat kan

Nederlands leren van buitenlandse voorbeelden. Den Haag: Sectorbestuur

Onderwijsarbeidsmarkt (SBO).

Lau, S., Liem, A.D., & Nie, Y. (2008). Task-and self-related pathways to deep

learning: The mediating role of achievement goals, classroom attentiveness,

and group participation. British Journal of Educational Psychologie, 78, pp.

639-662.

Lawrence, C.N. & Huffmon, S.H. (2010). Can We Really Have a Conversation about

Race? Investigating Race-of-Interviewer Effects in the Contemporary South.

Gedownload op 14 juni 2012: http://www.cnlawrence.com/papers/ivr-fx.pdf

Lent, R.W., Brown, S.D., & Hackett, G. (1994). Toward a Unifying Social Cognitive

Theory of Career and Academic Interest, Choice, and Performance. Journal of

Vocational Behavior. 45, pp. 79-122.

Mathot, P.L. (2009). Arbeidsparticipatie van niet-westerse allochtonen. De rol van de

gemeente in het wegnemen van de belemmeringen die niet-westerse

allochtonen ondervinden op de arbeidsmarkt. Masterscriptie. Utrecht:

Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschappen (USBO).

Page 85: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

78

Matthys, M. (2010). Doorzetters. Een onderzoek naar de betekenis van de

arbeidersafkomst voor de levensloop en loopbaan van universitair

afgestudeerden. Amsterdam: Askant.

Matusovich, H.M., Streveler, R.A., & Miller, R.L. (2010). Why do Students Choose

Engineering? A Qualitative, Longitudinal Investigation of Students’

Motivational Values. Journal of Engineering Education, 10, pp. 289-303.

McWhirter, E.H. (1997). Perceived Barriers to Education and Career: Ethnic and

Gender Differences. Journal of Vocational Behavior, 50, pp. 124-140.

Merens, A., van den Brakel, M., Hartgers, M., & Hermans, B. (2011). Emancipatie

monitor 2010. Den Haag; Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Meunier, J.C., Roskam, I., & Browne, D.T. (2011). Relations between parenting and

child behavior: Exploring the child’s personality and parental self-efficacy as

third variables. International Journal of Behavioral Development, 35 (3), pp.

246-259.

Mol. A.E. (1992). “Ik ga studeren!’’. Een onderzoek naar studievoorlichting bij

autochtone en Surinaams/Antilliaanse leerlingen. Proefschrift: Amsterdam

Universiteit van Amsterdam.

Mol. A.E. (1993). Ervaringen van HAVO- en VWO-leerlingen met studievoorlichting:

verschillen tussen autochtone en allochtone leerlingen in ervaringen met

studievoorlichting en intentie om te gaan studeren. Amsterdam:

Wetenschapswinkel Universiteit van Amsterdam.

Moritz, S.E., Feltz, D.L., Fahrbach, K.R., & Mack, D.E. (2000). The relation of self-

efficacy measures to sport performance: a meta-analytic review. Journal of

Sport Behavior, 71 (3), pp. 280-294.

Neville, H.A. & Mobley, M. (2001). Social Identities in Contexts: An Ecological

Model of Multicultural Counseling Psychology Processes. The Counseling

Psychologist, 29, pp. 471-486.

Nguyen, H.D. & Ryan, A.M. (2008). Does stereotype threat affect test performance of

Minorities and Women? A Meta-Analysis of Experimental Evidence. Journal

of Applied Psychology, 93 (6), pp. 1314-1334.

Nouta J., Nessar A., Frencken H.M.J., & Rijst R.M. van der (2011). Eindrapport

onderzoek Studievoorlichting en diversiteit Universiteit Leiden. Leiden:

Universiteit Leiden, Sectie VWO-WO, ICLON.

Page 86: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

79

Ogbu, J.U. (1987) ‘Variability in minority school performance: a problem in search of

an exploration.’Anthropology & Education Quarterly, 18(4), pp. 117‐246.

Olsen, K. & Bilgen, I. (2011). The role of interviewer experience on Acquiescence.

Public Opinion Quarterly, 75 (1), pp. 99-114.

Oyserman, D., Harrison, K., & Bybee, D. (2001). Can racial identity be promotive of

acedemic efficacy? International Journal of Behavioral Development, 25, pp.

379-385.

Patton, M.Q. (1987). How to Use Qualitative Methods in Evaluation. California: Sage

Publications.

Peetsma, T. & Veen van der, I. (2008). Een tweede onderzoek naar de beïnvloeding

van motivatie bij vmbo-leerlingen. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.

Pels, T. (2000). Muslim Families from Morocco in the Netherlands: Gender

Dynamics and Fathers’ Roles in a Context of Change. Current Sociology, 48

(4), pp. 75-93.

Pomerantz, E.M., Grolnick, W.S., & Price C. E. (2005). The Role of Parents in How

Children Approach Achievement: A Dynamic Process Perspective. In A.J.

Elliot & C.S. Dweck (Eds.), Handbook of Competence and Motivation (pp.

259-278). London: The Guilford Press.

Rogers, M.E., Creed, P.A., & Glendon A.I. (2008). The role of personality in

adolescent career planning and exploration: A social cognitive perspective.

Journal of Vocational Behavior, 73¸ pp. 132-142.

Rokeach, M. (1968). Beliefs, attitudes and values. A theory of organization and

change. San Francisco; Josey-Bass.

Rokeach, M. (1979). Understanding Human Values. Individual and Societal. London:

Collier Macmillan Publishers.

Schmader, T., Major, B., & Gramzow, R.H. (2001). Coping with Ethnic Stereotypes

in the Academic Domain: Perceived Injustice and Psychological

Disengagement. Journal of Social Issues, 57 (1), pp. 93-111.

Schunk, D.H. & Pajares, F. (2002). The development of academic self-efficacy. In A.

Wigfield & J. Eccles (Eds.), Development of achievement motivation (pp. 16-

31). San Diego; Academic Press.

Sekuliç, D. (2008). Ethnic Group. In R.T. Schaefer (Ed.), Encyclopedia of Race,

Ethnicity, and Society (pp. 456-459). California: Sage Publications.

Page 87: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

80

Sheu, H., Lent, R.W., Brown, S.D., Miller, M.J., Hennessy, K.D., & Duffy, R.D.

(2009). Testing the choice model of social cognitive career theory across

Holland themes: A meta-analytical path analysis. Journal of Vocational

Behavior, 76, pp. 252-264.

Smit, F., Driessen, D., & Doesborgh, J. (2005) Opvattingen van allochtone ouders

over onderwijs: tussen wens en realiteit. Een inventarisatie van

verwachtingen en wensen van ouders ten aanzien van de basisschool en

educatieve activiteiten in Rotterdam. Nijmegen: ITS.

Smith, C.S. & Hung. L. (2008). Stereotype Threat. In R.T. Schaefer (Ed.),

Encyclopedia of Race, Ethnicity, and Society (pp. 456-459). California; Sage

Publications.

Stajkovic, A.D. & Luthans, F. (1998). Self-Efficacy and Work-Related Performance:

A Meta-Analysis. Psychological Bulletin, 124 (2), pp. 240-261.

Steele, C. (1997). A threat in the air: How stereotypes can shape the intellectual

identities of women and African Americans. American Psychologist, 52, pp.

613-629.

Steele, C. & Aronson, J. (1995). Stereotype Threat and the Intellectual Test

Performance of African Americans. Journal of Personality and Social

Psychology, 69 (5), pp. 797-811.

Turner, S. & Lapan, R.T. (2002). Career Self-Efficacy and Perceptions of Parent

Support in Adolescent Career Development. Career Development Quarterly,

51 (1), pp. 44-55.

Veen, I. van der. (2001). Successful Turkish and Moroccan Students in the

Netherlands. Leuven-Apeldoorn: Garant-Uitgevers.

Wakefield, W.D. & Hudley, C. (2007). Ethnic and Racial Identity and Adolescent

Well-Being. Adolescent Mental Health, 46 (2), pp. 147-154.

Walker, T.L. & Tracey, T.J.G. (2011). Perceptions of occupational prestige:

Differences between African American and White college students. Journal of

Vocational Behavior, 80 (1), pp. 76-81.

Walton, G. & Cohen, G. (2003). Stereotype lift. Journal of Experimental Social

Psychology, 39, 456-467.

Watt, H.M.G. & Richardson, P.W. (2007). Motivational Factors Influencing

Teaching as a Career Choice: Development and Validation of the FIT-Choice

Scale. The Journal of Experimental Education, 75 (3), pp.167-202.

Page 88: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

81

Watt, H.M.G. & Richardson, P.W. (2008). Motivations, perceptions, and aspirations

concerning teaching as a career for different types of beginning teachers.

Learning and Instruction, 18, pp. 408-428.

Weeks, F.M. & Paul, R.P. (1981). Ethnicity-of-Interviewer Effects on Ethnic

Respondents. The Public Opinion Quarterly, 45 (2), pp. 245-249.

Wigfield, A. & Eccles. J.S. (2000). Expectancy-Value Theory of Achievement

Motivation. Contemporary Educational Psychology, 25, pp. 68-81.

Wigfield, A., Eccles, J.S., Suk Yoon, K., Harold, R.D., Arbreton, A.J.A., Freedman-

Doan, C., & Blumenfeld, P.C. (1997). Change in Children’s Competence

Beliefs and Subjective Task Values Across the Elementary School Years: A3-

Year Study. Journal of Educational Psychology, 89 (3), pp. 451-469.

Wolff, R. (2007). Met vallen en opstaan: een analyse van instroom, uitval en

rendementen van niet-westers allochtone studenten in het Nederlandse

hoger onderwijs 1997-2005. Utrecht: ECHO.

Page 89: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

1  

BIJLAGE 1

Issuelijst diepte-interview studenten

Algemene informatie- voor zover nog niet bekend

• Naam

• Leeftijd

Achter de getallen staan de hoofdvragen, daarop is, onder

andere aan de hand van vervolgvragen doorgevraagd. De

vragen zijn gebaseerd op de literatuur behorend bij elk

afzonderlijke component van het reeds ontwikkelde model

(figuur 1).

1. Choice

Ik wil het als eerst met u hebben over uw studiekeuze.

1) Welke universitaire studie volgt u op dit moment?

2) Aan welke universiteit volgt u deze studie?

3) Waarom heeft u gekozen voor deze universiteit?

4) Kunt u de onderwijsroute beschrijven die u vanaf de

middelbare school tot nu toe hebt afgelegd?

2. Attainment Value

De keuze voor een bepaalde studie gaat gepaard met een

aantal verwachtingen die betrekking hebben op waarden

die u belangrijk vindt.

 

1) Deel- of voltijd? Indien deeltijd, hoezo? 4)VMBO/HAVO/doubleren profielkeuze/andere gevolgde studies/ samenstelling populatie middelbare school

5) Vanuit welk persoonlijk(e) oogpunt(en) heeft u destijds

voor ……. gekozen?

5) interesse in een bepaald vakgebied, mensen helpen e.d.

Page 90: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

2  

6) Wat voor toekomstplannen had u destijds ingedachte toen u

moest kiezen voor een studie?

7) Welke carrière mogelijkheden zag u voor zich?

8) In hoeverre telde toen bij uw keuze voor…….de

maatschappelijke status/positie mee die voortvloeit uit deze

studie?

9) Speelde financiële waarden ook een rol bij de keuze voor

deze studie?

10) Tussen welke studies twijfelde u?

Vervolgvraag:

Waarom koos u dan toch voor deze studie?

3. Self-Efficacy

Ik wil het nu met u hebben over uw academische

zelfvertrouwen dat u bij aanvang van uw studie had om op

universitair niveau te presteren.

3.1 Self-Efficacy for academic achievement

11) Voordat u aan deze studie begon, hoe zeker was u ervan

dat u, academisch gezien, in staat was om deze universitaire

studie succesvol af te gaan ronden?

Vervolgvraag:

Had u bepaalde twijfels met betrekking tot het presteren op

academisch niveau?

6) aanzien, respect van anderen, waardering 7) geld, huizen, auto`s 8) Indien participant niet bekend is met de term academisch zelfvertrouwen:  het gevoel van bekwaamheid om een bepaald expliciet onderwijsdoel te kunnen bereiken

Page 91: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

3  

Vervolgvraag:

Zo ja, welke?

Vervolgvraag:

Waar baseert u dat op?

Vervolgvraag:

Had u na de middelbare school het gevoel dat u academisch

gezien überhaupt een universitaire studie succesvol kon

afronden?

Vervolgvraag:

Waar baseert u dit gevoel op?

Vervolgvraag:

Heeft dit gevoel uw keuze beïnvloedt?

4. Ethnicity

Ik wil het nu met u hebben over de rol uw etnische achtergrond

gespeeld heeft bij uw studiekeuze.

4.1 Awareness of racism

4.1.1. Stereotype threat

12) Wat denkt u van de beeldvorming over Marokkanen in

Nederland?

13) Is er ook sprake van discriminatie tegen Marokkanen?

Vervolgvraag:

Kunt u ook concrete voorbeelden opnoemen?

9) Indien participant de betekenis niet kent: Stereotype: Een generaliserende mening over een groep van mensen, waarin alle individuen dezelfde (karakter)eigenschappen lijken te hebben.   Vooroordeel: Een vijandige of negatieve houding ten opzichte van een te onderscheiden groep van mensen. De houding is slechts gebaseerd op het feit dat deze mensen lid zijn van deze specifieke groep. Discriminatie: Een pijnlijke of negatieve actie tegen een persoon die tot een bepaalde groep behoord, gebaseerd op het feit dat deze persoon lid is van die specifieke groep.

Page 92: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

4  

14) Gezien deze omschrijvingen heeft u het gevoel dat u meer

uw best moet doen, dan een Nederlander, in deze samenleving

om succesvol te zijn?

Vervolgvraag:

Heeft u door de beeldvorming het gevoel gehad dat u meer uw

best moest doen op school dan uw Nederlandse

medeleerlingen?

15) Wat voor invloed hebben deze ervaringen gehad op uw

academische zelfvertrouwen?

Indien relevant:

U zegt dat u vrij zelfverzekerd bent. Hoe komt dat, ondanks het

beeld dat u net geschetst heeft.

4.1.2. Discrimination

16) Heeft u het gevoel gehad dat ‘dezelfde’ schoolregels voor

alle leerlingen gold?

Vervolgvraag:

Kunt u concrete voorbeelden opnoemen waar u door leraren,

directie, of medeleerlingen gediscrimineerd bent?

Indien relevant:

Weet u van andere leerlingen dat zij gediscrimineerd zijn door

leraren, docenten, of medeleerlingen.

16) Misplaatste opmerkingen over cultuur, godsdienst of gedrag. Minder uitdagend werk, lagere eisen.

Page 93: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

5  

5. Parents

Tot slot wil ik het met u hebben over hoe bij uw thuis wordt

gedacht over studeren, school en leren.

5.1 Cognitive

21) Hoe belangrijk vonden uw ouders het dat u ging studeren?

Vervolgvraag:

Hoe expliciet zijn ze daarin geweest? Hebben zij dat ooit zo

uitgesproken, of is dat een inschatting van u zelf?

Vervolgvraag:

Hoe dachten uw ouders over uw studiekeuze?

22) Wat voor beroepsbeeld hadden uw ouders voor u in

gedachten?

23) Hoe denken uw ouders tegenwoordig over uw studiekeuze

en studeren?

Vervolgvraag:

Hoe expliciet zijn ze daarin? Hebben ze dat ooit zo

uitgesproken of is dat een inschatting van u zelf?

24) Welke academische mogelijkheden zagen u ouders in u?

Vervolgvraag:

Hoe heeft dit effect gehad op uw academische zelfvertrouwen?

25) Als u kijkt naar het gezin/familie waar u uit komt; hoe

Indien eerst HBO, wat vonden ze ervan dat je HBO ging studeren.

Page 94: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

6  

bijzonder is het dat u studeert?

[niet bijzonder, normaal; of een kans]

Indien niet genoemd, kort inventariseren:

Heeft u broers of zussen die studeren?

Hebben uw ouders gestudeerd?

Indien relevant:

Hoe hebben uw broers of zussen uw studiekeuze beïnvloed?

Hoe hebben uw broers en zussen uw beeld over studeren

beïnvloed?

Indien relevant:

Hoe is uw beeld over studeren beïnvloedt?

26) Wat hoopt u na het afronden van uw studie voor uw ouders

te betekenen?  

Vervolgvraag:

Waarom wilt u dat voor uw ouders betekenen?

Vervolgvraag:

Verwachten uw ouders dat ook van u?

Vervolgvraag:

Hoe expliciet zijn uw ouders geweest in die verwachtingen? Of

is dat een inschatting van u zelf?

Vervolgvraag:

Is dit van invloed geweest op uw studiekeuze?

Afsluiting

28) Dit is het model waar u net vanuit bent bevraagd. Kunt u

vanuit dit model uw studiekeuze onderbouwen?

Page 95: The academic study choice of Moroccan-Dutch …...Ma-Thesis Onderwijskunde Faculty of Social and Behavioural Sciences The academic study choice of Moroccan-Dutch male students !!!!

7  

   

29) Heeft u zelf nog vragen of opmerkingen over het

interview?

Dank u wel voor uw medewerking!