taal- en spraakontwikkeling π π π π klanken oefenen...ze lacht en probeert het nog een keer. als...
TRANSCRIPT
-
Taal- en spraakontwikkeling 111
Taal- en spraakontwikkeling
π Klanken oefenen
Mila is 8 weken oud en ik hoor haar af en toe ex-
perimenteren met klinkerklanken. Ik ga met haar
op de bank zitten en leg haar op mijn schoot met
haar gezicht naar me toe. Ik wacht even om Mila
de gelegenheid te geven te wennen aan deze nieu-
we positie en contact met mij te maken. Ik vraag
haar of we klanken zullen oefenen. Ze kijkt me
belangstellend aan en balt haar vuistjes. Alsof ze
haar vuistjes nodig heeft om geluid te maken, drukt ze
een ‘eueu’-klank uit haar mondje. Ik trek mijn wenkbrauwen
hoog op en zeg dat ik dat een heel bijzondere klank vind. Ze
lacht en probeert het nog een keer. Als ze dezelfde klank nog een keer
maakt, kopieer ik hem. Nu kijkt Mila me verwonderd aan. Haar uitdruk-
king houdt het midden tussen: ‘Jij kan het niet hetzelfde zeggen als ik’ en ‘Hoe
kun jij nou hetzelfde zeggen?’ Ik vraag haar of ze nog meer soorten klanken heeft en ze lijkt
zich te herstellen. Ze concentreert zich en drukt haar vuistjes tegen haar borst. Haar mondje
gaat open maar er komt geen geluid uit. Ik vraag haar waar haar geluidje nou gebleven is en
ze lijkt zichzelf dezelfde vraag te stellen. Wanneer er plotseling weer geluid uit haar mondje
komt, lijkt ze er zelf even van te schrikken. Ze vindt het kennelijk heel belangrijk dat ze weer
weet hoe het moet want de concentratie is snel terug en de geluidjes volgen elkaar op.
π π π
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 111 19-4-2010 15:44:22
Babysignalen - K. Soeting
-
112 Babysignalen
Thomas is 4 maanden oud en kan al verschillende klinkerklanken maken. Als hij in de box
ligt, hoor ik hem brabbelen. Ik buig me over hem heen en spreek hem zachtjes aan. Ik vraag
hem welke klanken hij aan het oefenen is. Thomas lijkt midden in een oefenreeks en de
‘eueu’- en ‘aaa’-klanken volgen elkaar in rap tempo op. Ik kijk hem verwonderd aan en zeg
dat ik dat wel heel knap vind van hem! Hij lacht naar me en kijkt vervolgens heel tevreden.
Alsof hij blij is dat hij nu voor eens en voor altijd duidelijk heeft gemaakt hoe deze klanken
volgens hem uitgesproken horen te worden. Als ik daarna zachtjes een ‘ôôô’-klank maak,
kijkt Thomas verrast op. Hij trekt zijn wenkbrauwen hoog op en probeert zijn mondje in
dezelfde stand te zetten. Wanneer hij geluid maakt klinkt het meer als ‘mmmmm’ dan als
‘ôôô’. Ik juich zijn poging hoe dan ook toe.
Aïsha (10 maanden) en Leon (11
maanden) zitten aan tafel na het
eten. Ze kunnen allebei al een
paar woorden zeggen en ik ga
klanken met ze oefenen om hun
articulatievermogen te vergro-
ten. Ik laat een lange ‘eeeeeee’
horen en Leon doet me meteen
na. Aïsha kijkt me vragend aan
en kijkt vervolgens naar Leon
wanneer die nog een ‘eee’ laat
horen. Mijn volgende klank is
‘aaaa’ en die kent Aïsha blijkbaar
wel want ze zegt het meteen na.
Leon volgt ook en de ‘mmmmm’-klank kennen ze allebei weer. Als ik een rollende ‘rrrrrrr’
voor in mijn mond laat horen, kijken ze geconcentreerd naar mijn mond. Leon probeert het
na te doen, maar zijn ‘rrr’ komt van achter uit zijn keel, het lijkt meer op een ‘ghghghg’. Ik
zeg tegen hem dat ik het knap vind dat hij het zo goed probeert. Ik ga nu klinkers en mede-
klinkers combineren en laat een ‘mamamamama’ horen. Deze klankencombinatie kennen
ze en ik hoor hem van beide kanten terugkomen. Als ik er ‘mimimimimi’ van maak, kijkt
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 112 19-4-2010 15:44:29
Babysignalen - K. Soeting
-
Taal- en spraakontwikkeling 113
Leon verwonderd op. Hij kijkt naar mijn mond en dan maakt hij dezelfde klanken. Hij kijkt
er heel trots bij!
Een kind gaat vanaf ongeveer 6 weken vocaliseren – klanken maken die niet hetzelfde zijn als huilen. Om de taalontwikkeling te stimuleren, heeft het kind een aanbod nodig van alle verschillende klanken die er zijn. Het kind heeft het oefenen van klanken enerzijds no-dig om de variaties te leren kennen, en anderzijds – voor de spraakontwikkeling – om de spieren in de mond die nodig zijn om de klanken te kunnen maken, te trainen. Het over en weer kopiëren van klanken suggereert een gesprek waardoor het kind ook kennismaakt met de beginselen van communicatie. Door tijdens deze uitwisseling van klanken te spelen met intonatie, neemt het kind deze variaties ook meteen mee in de oefening.
π Pruttelen/bellen blazen
Noah (5 maanden oud) zit in een
wipstoel en ik ga tegenover hem
zitten. Ik zorg dat mijn gezicht
maximaal vijftig centimeter van
zijn gezichtje is, zodat hij goed
kan zien wat ik met mijn mond
doe als ik geluiden maak. Ik
laat mijn lippen op elkaar tril-
len. Noah kijkt verrast naar mij
en meteen daarna naar mijn
mond. Als ik stop, kijkt hij mij
heel even aan en dan weer naar
mijn mond. Alsof hij denkt: daar
kwam dat geluid toch net vandaan? Ik laat mijn lippen weer even op elkaar trillen en heel
even kijkt hij alsof hij denkt: zie je wel! Vervolgens concentreert hij zich op de beweging die
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 113 19-4-2010 15:44:31
Babysignalen - K. Soeting
-
114 Babysignalen
ik maak met mijn mond en ik zie dat hij zijn lippen stijf op elkaar drukt. Als dan zijn lippen
ook gaan trillen omdat hij zijn uitademing tussen zijn lippen door perst, krijgt hij een ver-
raste blik in zijn ogen. Dat voelt gek!
Evie is 6 maanden oud en brabbelt veel. Ze combineert soms al klinkerklanken met mede-
klinkers. Ze heeft net ontdekt hoe ze kan bellen blazen met haar eigen speeksel. Ik zie dat
ze daarmee bezig is als ze in de schommel zit en ik ga op mijn hurken voor haar zitten. Ik
laat mijn lippen op elkaar trillen en ze kijkt me verrukt aan alsof ze denkt: leuk hè! Jij kan
het dus ook! Ze houdt haar hoofdje een beetje scheef en haalt diep adem voor een heel lange
reeks prutteltjes achter elkaar.
Ik zie dat ze nu haar tong tussen
haar lippen houdt en dat maakt
het geluidje net even anders. Als
haar lucht op is, haalt ze weer
diep adem voor een volgende
reeks. Ze spettert haar speeksel
alle kanten op en heeft zoveel
plezier dat ze er nog heel lang
mee doorgaat.
Marylynn is 12 maanden oud en
kan al een paar woorden zeggen.
Om haar te laten oefenen met
hard en zacht blazen en de spieren in haar mondje te ervaren, pak ik een potje bellenblaas.
Ik blaas eerst een paar keer zelf en een flinke reeks met bellen vult de ruimte. Marylynn
grijpt ernaar en kraait van opwinding. Ik nodig haar uit om bij me te komen zitten en houd
het blaasstokje voor haar mondje. Langs haar gezichtje blaas ik met haar mee en wanneer
er een bel komt, slaat Marylynn hem meteen stuk. Ik doop het stokje nog een keer in het
sop en moedig haar aan het ook een keer te proberen. Ik zie hoe ze haar mondje probeert te
tuiten, maar ze duwt haar onderlip te ver naar voren. Hierdoor blaast ze naar boven. Ik tik op
mijn lippen en zeg tegen Marylynn dat ze goed moet kijken hoe ik mijn mond houd. Als ik
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 114 19-4-2010 15:44:32
Babysignalen - K. Soeting
-
Taal- en spraakontwikkeling 115
haar kort in haar gezichtje blaas, knippert ze even met haar ogen. Ik spoor haar aan om het
nog een keer te proberen en nu tuit ze haar lippen beter. Ze blaast en er ontstaat een klein
belletje. Ik vind het geweldig knap en dat zeg ik tegen Marylynn.
Pruttelen en bellen blazen stimuleert de ontwikkeling van de spieren rond de mond die nodig zijn om te leren spreken. Pruttelen zorgt ervoor dat het kind voelt hoe het de spieren in de mond kan gebruiken. Door het geluid wat het kind ermee maakt, wordt het kind zich bewust van het effect dat het kan hebben op zijn omgeving.
π Voorwerpen en dieren benoemen
Tobias is 8 maanden oud en heeft veel belangstelling voor
boekjes. Ik pak een boekje met afbeeldingen van dieren
en ga bij hem op de grond zitten. Op de voorkant van het
boekje staan foto’s van een poesje en een eendje. Ik wijs
ze aan en vraag Tobias wat hij ziet. Hij zet zijn vinger-
tje op het plaatje van het poesje en zegt ‘mmmmm’.
Ik complimenteer hem en zeg: ‘Goed zo! Een poes-
je zegt miauw.’ Ik sla het boekje open en vraag
Tobias wat hij op het eerste plaatje ziet. Hij
kijkt naar de foto en vervolgens naar mij.
‘Een hondje,’ zeg ik, ‘waf waf.’ Hij kijkt weer
naar het boekje en wijst naar het hondje.
‘Een hondje,’ zeg ik nog een keer, ‘waf waf.’
Dan wijs ik naar het plaatje ernaast: ‘En wat is
dat?’ Tobias volgt mijn vinger en zegt ‘mmmmm’. ‘Goed zo,
de poes zegt miauw’, zeg ik. Tobias kijkt me lachend aan en dan
weer naar het boekje. ‘Mmow!’, zegt hij terwijl hij met zijn vin-
gertje op het plaatje tikt.
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 115 19-4-2010 15:44:33
Babysignalen - K. Soeting
-
116 Babysignalen
Jarino heeft zich bij de speelgoedkast opgetrokken en ziet achterin de kast een bal liggen.
Hij kan er net niet bij. Hij zegt een paar keer achter elkaar ‘bah,’ en kijkt afwisselend naar
mij en in de kast. Ik vraag hem wat hij in de kast gezien heeft en ga naast hem op de grond
zitten. Ik wijs in de kast en vraag hem nog een keer wat het is. Als ik ben uitgesproken, wijst
hij ook in de kast en zegt nog een keer ‘bah’. ‘Is dat de bal?’, vraag ik en ik articuleer heel
duidelijk. Jarino lacht naar me, ik heb hem begrepen. ‘Wil je de bal pakken?’, vraag ik hem.
Jarino gaat op zijn tenen staan en strekt zijn arm ver uit in de kast. Hij kan er net niet bij. Ik
reik ook naar de bal en tik hem kort aan. De bal gaat rollen en raakt het handje van Jarino.
Hij staat te trappelen op zijn voeten en zegt drie keer ‘bah’ achter elkaar. Iedere keer als hij
het zegt, zeg ik ‘balll’ waarbij ik vooral de nadruk leg op de ‘l’.
Leon is 11 maanden oud en heeft veel belangstelling voor vooral kleine dingetjes. Hem
vallen details op die anderen vaak niet direct zien. Als ik Leon verschoond heb en hem op
de commode laat staan, zie ik
dat hij naar mijn hals kijkt. Hij
reikt naar het steentje aan mijn
ketting. ‘Ketting’, zeg ik. ‘Dat is
een ketting.’ Hij kijkt even naar
mijn gezicht op en vervolgens
weer naar de ketting. Hij draait
het steentje een paar keer om en
buigt voorover om de vorm met
zijn mondje af te tasten. ‘Vind
je de ketting mooi?’, vraag ik
aan Leon. ‘Ketting’, zeg ik nog
een keer.
Het aanwijzen en benoemen van voorwerpen en dieren in boekjes of in de omgeving stimu-leert het begrip dat alles een naam heeft en verbaal uitgedrukt kan worden. Het benoemen van dieren en hun geluiden stimuleert de taalontwikkeling; de klanken van dierengeluiden
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 116 19-4-2010 15:44:40
Babysignalen - K. Soeting
-
Taal- en spraakontwikkeling 117
worden gevormd door veel verschillende lettercombinaties. Daarnaast wordt ook de cog-nitieve ontwikkeling gestimuleerd omdat het kind leert dat bepaalde dieren en bepaalde geluiden bij elkaar horen. Herhaling van woorden bevordert het leren ervan en maakt het voor een kind makkelijker om op een later moment bepaalde klanksamenstellingen als woorden te herkennen.
π Liedjes zingen
Thomas (4 maanden) geniet duidelijk wanneer er muziek gespeeld wordt of wanneer ik voor
hem zing. Hij lacht, zwaait met zijn armen en maakt oogcontact. Als hij op de commode
ligt om verschoond te worden, pak ik zijn handen en zing ik ‘Klap eens in je handen’ voor
hem. Ik doe met zijn handen de bewegingen die erbij horen. Ik spreek de woorden duidelijk
gearticuleerd uit en zing langzaam om Thomas de gelegenheid te geven alle prikkels die
hij krijgt, te verwerken. Wanneer het liedje is afgelopen, krijg ik een brede glimlach van
Thomas en ik geef hem een knuffel. Dan pak ik Thomas zijn voeten en zing hetzelfde liedje
nog een keer waarbij ik de tekst aanpas naar ‘voeten’ en de bewegingen met de voeten doe.
Met Evie (6 maanden) ga ik op de bank
zitten en ‘Schuitje varen, theetje drinken’.
Ik zing langzaam en laat Evie zelf probe-
ren haar evenwicht te bewaren wanneer ik
haar van vóór naar achteren wieg. Evie scha-
tert het uit wanneer ik haar naar achteren laat
zakken en ik voel hoe ze haar buik en armspieren
aanspant om weer terug omhoog te komen. Als het
liedje afgelopen is en ik even wacht, voel ik hoe ze
zich naar achteren duwt. Ik vraag haar lachend of we
het liedje nog een keer zullen doen en ze kijkt me
lachend aan.
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 117 19-4-2010 15:44:41
Babysignalen - K. Soeting
-
118 Babysignalen
Marylynn (12 maanden) zit aan tafel en ik ga samen met haar het liedje ‘In de maneschijn’
zingen. Ik ga voor haar zitten en steek twee vingers op. Tussen iedere regel van het liedje
laat ik een pauze vallen om Marylynn de kans te geven de gebaren mee te doen of misschien
zelfs al de gebaren van de volgende regel te doen.
Liedjes zingen stimuleert veel verschillende ontwikkelingsgebieden. Bij een lied worden de woorden op een muzikale manier ten gehore gebracht en zijn hierdoor bij herhaling sneller herkenbaar en makkelijker te onthouden. Wanneer voor een kind gezongen wordt, verbindt het de tekst aan de melodie van het lied. De muzikale ontwikkeling wordt hiermee uiter-aard ook bevorderd. Wanneer er gebaren bij een liedje horen, wordt ook de motorische ontwikkeling gestimuleerd. Wanneer in het liedje voorwerpen of lichaamsdelen genoemd worden die aangewezen worden met gebaren, wordt de cognitieve ontwikkeling gestimu-leerd. Tot slot kan met samen zingen de sociale ontwikkeling groeien.
π Voorlezen
Jarino is 9 maanden oud en vindt het soms heel
moeilijk afscheid te moeten nemen van zijn ouders.
Als het moment daar is, neem ik hem op de arm en
zwaai samen met hem naar zijn vader. Vervol-
gens stel ik voor om een boekje te gaan lezen
en ik loop naar de kast. Ik pak een boekje over
een helikopter en ga met Jarino op de bank zit-
ten. Jarino is verdrietig maar wanneer ik op het
plaatje van de helikopter tik, wekt dat wel zijn
belangstelling. Ik sla het boekje open en begin
te lezen. Al heel snel slaat Jarino de volgende
bladzijde om, ik ben nog niet eens klaar met de
tekst die er staat. Ik besluit zelf een verhaaltje te
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 118 19-4-2010 15:44:42
Babysignalen - K. Soeting
-
Taal- en spraakontwikkeling 119
vertellen naar aanleiding van de plaatjes die we zien en pas me aan Jarino aan. Hij slaat de
bladzijden van voor naar achteren en door elkaar om. Uiteindelijk klapt hij het boekje dicht
en ik vraag hem of het boekje nu uit is. Jarino duwt het boekje opzij en laat zich van mijn
schoot afglijden om te gaan spelen.
Voorlezen stimuleert de taalontwikkeling omdat het kind woorden en zinnen in een ver-haaltje te horen krijgt. Het luistert naar de opbouw van zinnen en raakt vertrouwd met de klanken van de taal. Tijdens het voorlezen, leert het kind luisteren naar iemand anders en zich een beeld vormen bij wat er gezegd wordt. De fantasie en het inlevingsvermogen worden hiermee dus ook geprikkeld.
π Broodkorstjes eten
Suzia is 7 maanden oud en gaat
beginnen met brood eten. Ze zit
in een kinderstoel aan tafel en ik
trek een strookje van een kapje
brood en bied dat Suzia aan. Ze
kijkt ernaar en vervolgens naar
mij. Ik moedig haar aan het
brood aan te pakken en ze steekt
haar handje op. Ze pakt het
korstje aan en draait haar hand-
je een paar keer om en om. Dan
brengt ze haar handje naar haar
mond en begint aan het brood te
knabbelen en sabbelen.
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 119 19-4-2010 15:44:49
Babysignalen - K. Soeting
-
120 Babysignalen
Aïsha (10 maanden) eet al wat langer brood en krijgt een broodje met
smeerkaas, in stukjes gesneden. Ik zie dat Aïsha van ieder stukje het
korstje netjes weer teruglegt op haar bordje. Ik zeg tegen Aïsha dat
korstjes ook brood zijn en dat ze die ook op moet eten. Ik zeg dat ik
het heel knap vind dat ze haar broodje zo uit elkaar haalt
en de korstjes weer netjes teruglegt, maar dat ik toch wel
graag wil dat ze ze opeet.
Het eten van broodkorstjes traint de spieren in de kaken die zijn nodig voor een goede spraakontwik-keling. Daarnaast zijn korstjes natuurlijk ook erg lekker!
π Babygebaren
Marylynn van 12 maanden zit aan tafel en heeft de helft van haar broodje op. Ze treuzelt
een beetje met eten en ik zie haar blik zoekend over de tafel gaan. Als ze naar me opkijkt,
vraag ik haar of ze wat wil drinken en maak het gebaar voor drinken. Marylynn glimlacht
en zoekt de tafel weer af. Ik vraag het haar nog een keer en doe het gebaar duidelijk voor.
Ik vraag haar of zij dat ook kan met haar hand en doe het gebaar nog een keer. ‘Drinken,’
zeg ik, ‘wil je drinken?’ Marylynn kijkt gefascineerd naar mijn hand en tilt haar eigen hand
op tot vlakbij haar gezicht. Het gebaar is nog niet hetzelfde maar ik complimenteer haar
onmiddellijk: ‘Goed zo, je wilt drinken!’, terwijl ik het gebaar er ook weer bij maak. Ik bied
haar een beker aan en met mijn andere hand maak ik het gebaar voor ‘dankjewel’. Marylynn
is zo enthousiast geworden van mijn reactie dat ze haar linkerhand tegen haar kin aan zet
(bijna het gebaar voor ‘dankjewel’) en met haar rechterhand naar de beker reikt. Ik vind het
ontzettend knap en zeg dat tegen haar.
850092 BW opzet R U I M E R E versie DEF.indd 120 19-4-2010 15:44:50
Babysignalen - K. Soeting