sophietje 6

181
SOPHIETJE HET LEVENSVERHAAL VAN SOPHIETJE BOASBERG 1928 - heden DOOR: LOUK HESEMANS

Upload: louissmi

Post on 06-Jun-2015

1.117 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: SOPHIETJE 6

SOPHIETJE

HET LEVENSVERHAAL VANSOPHIETJE BOASBERG

1928 - heden

DOOR: LOUK HESEMANS

Page 2: SOPHIETJE 6

LOUK HESEMANS

HET LEVENSVERHAAL VAN

SOPHIETJE BOASBERG

VERANTWOORDING

4

Page 3: SOPHIETJE 6

Dit boekje is tot stand gekomen door veel te praten en te luisteren met Sophietje. Haar geheugen laat haar wel eens in de steek. Dat heeft te maken met oorlogstrauma’s, shocktherapie en leeftijd. Maar door onophoudelijk maar weer te vragen en te vragen, kwamen er toch steeds meer herinneringen naar boven.

Ik heb de vrijheid genomen om tussen het levensverhaal van Sophietje door, in cursief geschreven stukjes, wat toelichting te geven op namen of gebeurtenissen. Afbeeldingen zijn bijna allemaal uit particulier archief. Erg oud soms en kwalitatief niet zo best. Hiervoor onze verontschuldigingen. Verder is er gebruik gemaakt van gegevens die op internet te vinden zijn .

Ik wens u veel leesplezier en hoop dat u deze aanpak niet als storend zult aanvaarden.

Louk Hesemans

5

Page 4: SOPHIETJE 6

© 2008 Louk Hesemans, HolwerdNiets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming.

INHOUD 6 Voorwoord Louk Hesemans

7 Hoofdstuk I

6

Page 5: SOPHIETJE 6

Hoe het begon

13 Hoofdstuk IIWitte de

Withstraat

18 Hoofdstuk IVValeriusstraat

25 Hoofdstuk VSchooltijd

31 Hoofdstuk VIDe gevolgen van Jood zijn

38 Hoofdstuk VII Onderduikperiode

42 Hoofdstuk VIII Verder na de oorlog

48 Hoofdstuk IXDe verpleging

52 Hoofdstuk XMannen in haar leven

57 Hoofdstuk XIGezin en

Vakantie

68 Hoofdstuk XIIHaar activiteiten

76 Hoofdstuk XIIILintjesregen

81 Hoofdstuk XIVGedichten

92 NawoordLouk Hesemans

92 StamboomFamilie

BoasBerg

93 Bronnen

VOORWOORD

7

Page 6: SOPHIETJE 6

Het verhaal van Sophietje moest een keer verteld worden. Het is het levensverhaal van een vrouw die het niet gemakkelijk heeft gehad in haar leven. Maar zich heel goed realiseert

dat ieder huisje zijn kruisje heeft en dat zij daarop geen uitzondering maakt.

Wat wel uniek is dat ik, schrijver van dit boekje, een groot deel van haar levensloop van zeer dichtbij heb meegemaakt. We zijn allebei opgevoed in het zelfde kindertehuis in Amsterdam en hebben elkaar nooit uit het oog verloren. Het contact is altijd gebleven en wordt door beiden zeer gewaardeerd.

Dat ik dit verhaal mocht opschrijven en dat Sophietje mij alles toevertrouwde vond ik een hele eer en ik ben haar daar zeer erkentelijk voor.

Ik hoop dat we nog jaren mogen genieten van het leven en dat we af en toe dit boekje samen ter hand nemen, om nog even in het verleden te duiken en om herinneringen aan dat leven op te halen.

Louk Hesemans

I HOE HET BEGON

8

Page 7: SOPHIETJE 6

Het begon allemaal met de geboorte van Sophia, Marie op 6 december 1928, zes pond zwaar, in de Boerhaavekliniek te Amsterdam.

Herman Boerhaave was arts, anatoom, botanicus, scheikundige, humanist en onderzoeker. Stond in zeer hoog aanzien. Was rector magnificus van de universiteit leiden. Wereld beroemd tot in China toe. Zelfs Tsaar Peter de Grote consulteerde hem.

Haar ouders woonden in deze stad aan de Bronkhorststraat. Vader was handelsvertegenwoordiger in drukwerk, Felix, Alexander, Herman, Marie Boasberg Moeder Frederika de Wind en haar broertje Coenraad, Maria was drie jaar oud op de dag dat Sophietje, zoals we haar noemen, werd geboren. Vader Boasberg had nog een broer, die overleed op 26 jarige leeftijd. Moeder Frederika de Wind kwam uit een groot Joods gezin, zij had 9 broers en zusters, waarvan er velen later zouden omkomen in concentratiekampen. Zus Lies, van Frederika, zou nog invloed hebben op het leven van Sophietje.

Een belangrijke rol in het leven van Sophietje was weggelegd voor oma Noothoven van Goor zoals iedereen haar noemde. En niemand weet meer waarom. Oma Boasberg was al twee keer eerder getrouwd, een keer met Zalm, daarna met Noothoven van Goor een notaris uit Amsterdam. Deze notaris kwam uit een zeer gegoede familie uit Amsterdam. Er behoorden beeldende kunstenaars, schrijvers en uitgevers tot de familie. Nadat oma’s man was overleden, raakte ze ook nog eens haar hele kapitaal kwijt tijdens de beurskrach van 24 oktober 1929.

Op die bewuste donderdag in 1929 begonnen de aandelenkoersen in New York extreem te dalen. In

9

Page 8: SOPHIETJE 6

paniek verkochten beleggers hun aandelen, na een kleine opleving daalden de koersen nog verder, tot het dieptepunt bereikt werd in 1932. Het zou tot 1954 duren eer de koersen weer op het peil van voor 1929 kwamen. Het gevolg van deze crisis was onder andere dat financiële hulp aan bepaalde landen stopgezet werd, zo ook de hulp van Amerika aan Duitsland. Duitsland leed nog steeds onder de herstelbetalingen die zij moesten voldoen, afgesproken volgens het Verdrag van Versailles, na het verliezen van de eerste wereldoorlog.(1914-1918) Duitsland begon net weer een beetje op te krabbelen. Toen de beurskrach van New York ook de Duitse economie verder deed ineenstorten, greep Hitler (1889-1945) onmiddellijk zijn kans. Via een gesmeerde propagandamachine wist hij zichzelf en zijn partij zeer populair te maken. Hitler won steeds meer zetels in het parlement. Na zijn verkiezingsoverwinning in 1933 werd hij door Rijkspresident Paul Von Hindenburg benoemd tot rijkskanselier van Duitsland. Onmiddellijk begon hij zijn lang gekoesterde plannen uit te voeren: zoals het naar zich toe trekken van alle macht, door het verzwakken van de rol van het parlement, het weren van Joden uit het openbare leven en voorbereiding van het Duitsland op een veroveringsoorlog. Langzamerhand ontwikkelde hij zich tot een dictator. In dat klimaat van crisis in Duitsland en grote armoede was de tijd rijp voor de opkomst van Hitler. Hij beloofde werk. Deze opkomst van Hitler en het weren van Joden uit het openbare leven had later weer gevolgen voor deze bevolkingsgroep in geheel Europa, dus ook in Nederland voor Sophietje en haar familie.

10

Page 9: SOPHIETJE 6

Na het overlijden van haar man van Noothoven van Goor was oma dankbaar dat zij nog aan de man kwam met Boasberg, al was hij dan misschien niet helemaal haar niveau. Ze was een prompte, statige vrouw, een knappe verschijning. Ze had een prachtige voornaam: Marretje. Ze kregen twee zoons waar de vader van Sophietje er één was. Over opa Boasberg werd nooit gesproken. Sophietje weet dan ook helemaal niets over haar opa. Sophietje logeerde wel eens bij haar oma. Ze weet nog dat oma haar ’s avonds een gevulde chocolade reep gaf, die naast haar bed legde en zei: “die mag je morgen op eten, als je wakker wordt”. En ze vergeet nooit de grote hond die er lag. Zij mocht daarop zitten. Het was een hond, die een paar jaar voor de geboorte van Sophietje was overleden, maar die oma toch om zich heen wilde hebben en daarom had ze de hond op laten zetten. Sophietjes vader Felix Boasberg was niet eerder getrouwd, maar had uit een eerdere relatie een onwettige dochter Felicitas. Deze Felie, zoals ze genoemd werd, was elf jaar ouder dan Sophietje. In de oorlog kreeg Felie van een Duitse luftwaffenofficier een kindje, dat verdronk op drie jarige leeftijd. Daarna trouwde Felie met een Belg, Elie Luicks. Felie is in Amerika overleden. Wanneer? Dat weet Sophietje niet. Sophietje heeft haar nog wel eens ontmoet o.a. op een bruiloft van één van de kinderen van Koen, haar broer.

Koen had het wel gezien in Nederland. Na 25 jaar getrouwd te zijn vertrok hij met vrouw en 10 kinderen naar Israël. Het huwelijk dat was gesloten in 1949 na zijn terug keer uit Indonesië, was niet veel meer. Ans, zijn vrouw, ging met vijf kinderen weer terug naar Nederland. Later zijn de andere vijf kinderen ook weer terug gegaan naar hun vaderland. Maar ondertussen wonen er toch weer een paar in Israël. Koen heeft van alles gedaan in

11

Page 10: SOPHIETJE 6

Nederland en Israël. Hij was o.a. banketbakker en werkzaam bij de Tarvo meelfabrieken. Hij werd lid van de Noorse broeders een sekte en volgde de wens ga heen en vermenigvuldig u letterlijk op.

Deze beweging (sekte) werd begin 1900 gegrondvest door Johan Oscar Smith (1871-1943) Deze “Gemeente” groeide langzaam, zo rond 1950 bestond zij uit ca duizend personen verdeeld over Noorwegen en Denemarken. Er vond een uitbreiding naar Nederland en Duitsland plaats en in 1960 waren er enkele ‘gemeenten’ in deze landen. De beweging kwam in 2001 negatief in het nieuws. Maar de rechter trok de aanklachten in, ondanks tientallen getuigenissen over kindermishandeling, wegens verjaring. Nu zullen er ongeveer 30.000 leden zijn, verdeeld over 55 landen. De naam Noorse Broeders heeft plaats gemaakt voor: De Christelijke Gemeente”. Per land gewoon vertaald in de landstaal. Het eerste grote conferentieoord in Nederland was in Delden. Het inkomen kwam vooral uit werkzaamheden die de leden van de Noorse Broeders, zonder salaris, deden voor allerlei bedrijfjes die op de een of andere manier verbonden waren met de beweging.

In Israël wilde Koen Nederlandse groente zoals lof en dergelijke kweken, maar dat werd uiteindelijk geen groot succes. Heeft tussendoor nog een boek geschreven met de titel: “Vanuit het standpunt van God bekeken”. Maar uiteindelijk werd hij yogaleraar en nu op 83 jarige leeftijd is hij dat nog steeds. Moshe, zo noemt Koen zich sinds zijn verblijf in Israël en Sophietje hebben nog steeds een goed contact. Sophietje is met haar dochter Daniëlle een aantal keren in Israel geweest.

Sophietje was anderhalf jaar oud toen haar moeder op 36 jarige leeftijd stierf. Ze had borstkanker en daar was in die tijd geen kruid tegenop gewassen.

12

Page 11: SOPHIETJE 6

Daar zat vader Boasberg dan met twee kleine kinderen. De ruim vier jaar oude Koen en het kleine meisje Sophietje. Vader was niet in staat, mede doordat hij de kost moest verdienen, voor twee kinderen te zorgen. Maar er werd een oplossing gevonden. Vader en zoon konden terecht bij oma. Maar Sophietje niet. Dat zou te druk worden voor oma. Er moest gezocht worden naar een andere oplossing. In de krant zag vader Boasberg een annonce, waarin twee dames te kennen gaven dat zij een particulier kindertehuis waren begonnen en dat nieuwe kinderen, tegen een redelijke vergoeding, van harte welkom waren. Dus vader naar de dames en na een kort gesprek kon Sophietje daar direct terecht. Mede hierdoor heeft Sophietje zich haar hele leven achtergesteld gevoeld. Waarom mocht zij niet naar oma? Het leven in het kindertehuis zou sporen nalaten. Haar hele leven werd er door beïnvloed.

13

Page 12: SOPHIETJE 6

Felix Boasberg 1888-1960 Frederika de Wind 1894-1930

Felie (halfzusje) Sophietje in de wieg Met Koen in het ledikant

14

Page 13: SOPHIETJE 6

Oma Klaphaak Oma Noothoven van

Goor

Samen met Koen Beurskrach 1929

15

Page 14: SOPHIETJE 6

Herman Boerhaave 1668-1738 Noorse broeders

Koen (Moshe) met vrouw Ans en kinderen

II WITTE DE WITHSTRAAT

Sophietje kwam in de zomer van 1930, anderhalf jaar oud, terecht in het kindertehuis aan de Witte de Withstraat in Amsterdam. De twee vriendinnen die dit kindertehuis

begonnen, in de Anna Vondelstraat, vlak achter het Vondelpark in Amsterdam, waren: Susanne van der Wolf en Cato Wildschut. Zoals er in die tijd gezegd werd: “zij waren van goeden huize”. Vader van

16

Page 15: SOPHIETJE 6

Susanne Adriana van der Wolf was directeur van de grote textielgroothandel Wijers aan de Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam. Cato Wildschut kwam uit een zeer deftige advocatenfamilie in Utrecht. Susanne werkte als secretaresse en To werkte niet, die zocht eigenlijk nog steeds naar werk. Maar wat ze precies wilde doen wist ze niet. Ze was artistiek, tekende en schilderde en speelde goed piano. Ze waren elkaar tegen gekomen bij gemeenschappelijke vrienden en het klikte, tussen die twee. Het was geen lesbische relatie, maar ze hadden wel veel gemeen. Ze hielden beide van spiritisme, waren zeer belezen, muzikaal en ze waren allebei alleen. Dat was de reden waarom ze besloten samen te gaan wonen in de Anne Vondelstraat in Amsterdam. Ook hebben ze samen wel reisjes gemaakt. Onder andere naar Zwitserland. Daar hielden zij nog een gemeenschappelijke vriendin aan over, Bertha Harmsen een onderwijzeres uit Den Haag. Die logeerde vaak bij de dames.

Omdat de moeder van Susanne ging scheiden en bij hen ging inwonen, wilden ze wel wat groter wonen en ze huurden een woning in de Witte de Withstraat. Moeder Klaphaak was gescheiden van haar man, Willem van der Wolf en dat was in die tijd een grote schande. Zij werd dan ook vanaf dat moment als paria beschouwd door de elite van Amsterdam en werd ook nooit meer uitgenodigd voor welk evenement of gebeurtenis dan ook. Haar man hield dit alles behoorlijk warm door te verkondigen dat zij er vandoor was gegaan. Dat een groot deel van de huwelijksellende aan hem lag werd uiteraard verzwegen.

Het gezin aan de Witte de Withstraat had natuurlijk zoals dat behoorde in die dagen een huishoudelijke

17

Page 16: SOPHIETJE 6

hulp. Toen de hulp op een dag haar baan opzegde waren de dames daar niet blij mee. Op de vraag: “waarom ga je bij ons weg”. Vertelde de hulp: “ik ben in verwachting, maar niet getrouwd en mijn vriend wil er niets van weten en is er onmiddellijk vandoor gegaan toen ik hem dit nieuws vertelde”. De dames schrokken van dit verhaal. Maar ze reageerden spontaan met de opmerking: “daar komt niets van in, jij krijgt je kind, jij blijft hier en wij zorgen er met zijn allen voor”. En aldus gebeurde en zo was Eta het eerste kindje dat bij de dames in huis kwam. Kort na de geboorte van Eta kwamen er nog twee kinderen in huis een jongen en een meisje. Zo is het eigenlijk vanaf dat moment altijd blijven gaan. Susanne zegde haar baan op en het kindertehuis werd belangrijk. Kinderen kwamen en kinderen gingen, soms voor korte tijd, soms voor een heel lange tijd. In het totaal zijn er uiteindelijk 168 kinderen te gast geweest bij Tante Su en Tante To, zoals de dames door de kinderen genoemd werden. Eta was tien jaar toen Sophietje erbij kwam. Sophietje heeft veel van deze 168 kinderen meegemaakt tijdens haar lange verblijf in het kindertehuis. Omdat de kinderen kwamen en ging, heeft ze daarmee nooit echt een band mee gekregen. Soms kwam ze nog wel een kind tegen, zoals Elly Gieselbach, een meisje dat ruim een jaar bij haar in het kindertehuis is geweest rond 1936. Haar moeder was niet getrouwd en moest werken. Later ontmoette ze Elly weer bij Louk thuis, omdat ze alle twee in Nieuwkoop woonden en Sophietje bij Louk op visite kwam. Met hem Louk heeft Sophietje haar hele leven, tot vandaag toe, contact gehouden. Het was Loukie die op 26 april 1937, negen dagen oud bij haar in het kindertehuis kwam. Maar daarover later misschien meer.

18

Page 17: SOPHIETJE 6

Tante Su kwam uit een redelijk groot gezin. Drie broers. Willem, de oudste genoemd naar zijn vader, Johannes en Anton en een zuster Lies. Willem had een aantal textielzaakjes in Amsterdam, echt van die volkszaakjes, maar ze liepen uitstekend en hij was geen onbemiddelde man. Hij was getrouwd met, toevallig ook, een Lies en samen hadden ze drie kinderen. Willie, Lida en Wim. Bijna van de ene dag op de andere werd Lies krankzinnig en moest opgenomen worden. Wat moest hij nu beginnen? De oplossing was dichtbij, de kinderen gingen naar zijn zuster Susanne. De voogdijraad was bij deze plaatsing betrokken. Dat was het begin van een lange samenwerking. De raad vroeg steeds vaker of de dames aan een huisvesting wilde bijdragen. Want er waren altijd wel “gevallen” die geholpen moesten worden. Tante Su haar tweede broer Johannes was oberkelner in “ ’t Goude Hooft” in Den Haag.

In die tijd een zeer chique restaurant, gebouwd in 1660. Maar er was al in 1423 sprake van een taveerne op deze plek. Een historisch pand.

Zijn dochter Loes kwam na een echtscheiding ook bij haar tante terecht en de zoon Loekie van haar derde broer Anton kwam bij zijn tante in huis op jonge leeftijd. Anton was een niet zo geestelijk sterk persoon, hij werkte als kelner in de Amsterdamse Horeca. Zijn zoontje Loekie pleegde op 10 jarige leeftijd zelfmoord. Hij had dus waarschijnlijk de geestelijke zwakheid van zijn vader geërfd. Van haar kindertijd weet Sophietje niet zo veel meer. Hoe dat komt? Dat wordt later in dit verhaal wel duidelijk.

19

Page 18: SOPHIETJE 6

Tante Su Spelen maar met wie?

Oma Klaphaak Op het strand met oma

Sophietje 3 jaar Samen met Elly Gieselbach

20

Page 19: SOPHIETJE 6

Eta met haar gezin. Het eerste kindje in het kindertehuis

Tante Su Tante To Tante Berta

21

Page 20: SOPHIETJE 6

III VALERIUSSTRAAT

Het is opvallend dat Sophietje steeds weer zegt niet zo veel meer over haar verleden te weten, maar naarmate je met haar praat en door vraagt komen er toch steeds weer dingen naar

boven die een inzicht geven in haar leven in Amsterdam. Ze woonden in de Witte de Withstraat in Amsterdam, maar gezien de toekomstplannen werd dit huis te klein. Sophietje is met tante Su op huizenjacht geweest. Op huizenjacht in Amsterdam betekende toen, dat je ging wandelen in de buurt waar je wilde wonen en goed uitkeek. Want in die tijd was het de gewoonte als een eigenaar een huis te huur had, dat het via een bordje voor de ramen kenbaar werd gemaakt. Zo kwamen ze terecht in de Valeriusstraat en tot het eind toe 1968 was het kinderhuis op nummer 26 van deze straat gehuisvest, met als laatste kind Peter Boersma. Ruim veertig jaar bestond dit particuliere kindertehuis dus. Sophietje weet nog dat bij de verhuizing in 1937 Loukie in een kastlade werd gelegd en dat zij er voor moest gaan zitten, zodat er niets kon gebeuren. Zijn linkerbeentje was verbrand, omdat in het ziekenhuis de kruik was opengegaan.

22

Page 21: SOPHIETJE 6

Het huis bestond uit twee bovenverdiepingen, een hoop trappen dus. Op de eerste verdieping de keuken en drie kamers. De ene kamer was de huis/eetkamer met een groot balkon over de gehele breedte, waarvan je neerkeek op de tuinen van de Valeriusstraat en de aangrenzende van Breestraat. Deze kamer had een doorgeefluik naar de keuken en een kolenhaard. Kolen werden gestort in een kast op het balkon. Kolenleveranciers liepen de trappen op met grote zakken antraciet. En ’s winters werden iedere dag de kolenkitten gevuld met antracietjes nr. 2, om de kachels brandende te houden. De voorkamer, met een klein balkon, was de “mooie” kamer, waar de kinderen niet mochten komen, dan alleen maar bij zeer bijzondere gelegenheden. Als ouders of familie op bezoek kwamen, bij pianoles, met Sinterklaas en met Kerstmis. In deze kamer stond de andere kolenhaard. Dat was dus de gehele verwarming van het huis. Later kwam er nog een elektrisch kacheltje bij.’s Winters kon je de ijsbloemen van de ramen boven likken en dat deden de kinderen dan ook. Verder nog een kleine zijkamer, meestal gebruikt voor de baby’s die er waren. Boven vijf kamers. Vier voor de kinderen en een kamer met een groot balkon over de gehele breedte aan de achterzijde van het huis. Een kamer waar Sophietje nooit mocht komen. En als dat toch eens gebeurde vond ze dat maar een benauwende, enge kamer, helemaal volgepropt met van alles. Er hing een raar sfeertje in die kamer, vond ze . De dames waren zeer esoterisch ingesteld. Zo hielden op de kamer boven seances en ze gingen ook om met de Rozenkruisers. Sophietje weet zich nog te herinneren dat zij met een aantal kinderen ook bij bijeenkomsten (soort zondagsschool?) is geweest. Maar wat er nou precies gebeurde weet ze echt niet meer.

23

Page 22: SOPHIETJE 6

De Rozenkruisers zoals de Tantes dat beleefden, putte eigenlijk uit de zelfde inspiratie bron als bij Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, waar zij zich ook mee bezig hielden. Het was volgens de tantes een spirituele beweging die zich richtte op naar vernieuwingzoekende natuur filosofische groeperingen. Zij waren zoekende en lieten zich beïnvloeden door Jan de Boer een huisvriend. Na hun dood vonden we vele geschriften en boeken die te maken hadden met de Rozenkruisers, antroposofie en theosofie. De ideologie van de Rozenkruisers kwam ook terug in de vrijmetselarij,. De huidige Rozenkruisers is geen directe opvolging van het oude genootschap. Nog steeds wordt gezocht naar de waarheid, die men zelf moet vinden en die door geen meester of ingewijde overgedragen kan worden. Het Lectorium Rosecrucianum of de Internationale School van de Gouden Rozenkruisers baseert zich op oeroude traditie van mysteriescholen . Sinds 20 juni 1960 officieel erkent als kerkgenootschap. Men probeert de weg naar het doel van het bestaan te vinden.

Op de vier slaapkamers hebben in de meest drukke tijd en dat waren toevallig de oorlogsjaren wel veertien kinderen geslapen, allemaal in hun eigen bedje. De kleine zijkamer voor, werd steeds vaker gebruikt als logeerkamer. Er stond een opklapbed. Tante Bertha, de vriendin van de tantes, sliep daar ook als zij kwam logeren. Een aardig mens weet Sophietje zich te herinneren. Zij hielp ook altijd mee met de afwas, maar als de pannen aan de beurt waren, moest ze net altijd even weg.

Ze aten allemaal, de kinderen en volwassenen, aan de grote eettafel in de achterkamer. Je moest tijdens het eten stil zijn en je bordje leeg eten.

24

Page 23: SOPHIETJE 6

Sophietje weet zich nog te herinneren dat ze op een dag pannenkoeken zouden krijgen als toetje. Maar eerst moest ze haar bordje leeg eten. Maar ze lustte echt geen spinazie. Ze at haar bordje niet leeg dus kreeg ze ook geen pannenkoeken. Nu op vergevorderde leeftijd kan zij zich daarover nog steeds boos maken. O, nog een inval. Op het gasfornuis in de keuken werd regelmatig de krultang warm gemaakt. Want Sophietje had prachtig lang, zwart haar en daar moesten regelmatig pijpenkrullen in gezet worden. Die stonden haar toch zo mooi. Tante Su deed dat altijd. Wat ook nog een mooie ervaring was, van Sophietje, haar dromerij over de slagerij in de Witte de Withstraat. Daar woonden ze recht tegenover. Ze keek altijd gefascineerd naar de gehaktmolen. Ze vond dat bijna een wonder. Toen haar later op de lagere school eens gevraagd wat ze wilde worden zei ze tegen haar juffrouw onmiddellijk:”slagersvrouw”.

25

Page 24: SOPHIETJE 6

Sophietje op het balkon Met z’n allen op het balkon

Madeleine met Günther Loes met Madeleine

26

Page 25: SOPHIETJE 6

Betty, Bram en Annie Prins

Zondagmorgen Rozenkruisers Embleem Rozenkruisers

27

Page 26: SOPHIETJE 6

Sinterklaas 1944. Van links naar rechts: Annie, Bettie, Bram, Meneer Prins, Sinterklaas de vader van Olga van der Horst?, Edmond, Tante To, Helma met dochter Madeleine. In de voorkamer Valeriusstraat Amsterdam.

28

Page 27: SOPHIETJE 6

Sophietje, Wil, Badman, Trees, ? Loes, Sophietje, Loes, Lida, Wil, ?, Trees, ? Wim, Lida,?, Wim,? Paul, Loukie, Edmond, ? ?,?,Paul. Edmond en Loukie

Edmond, Nol (Vader van Loukie), Loes, Willie, Sophietje & Loukie, Sophietje Lida

29

Page 28: SOPHIETJE 6

Zandvoort het station Sophietje en Wil

Natuurlijk de haringkraam op het strand

30

Page 29: SOPHIETJE 6

Zandvoort blauwe tram Zandvoort Kerkstraat

O, het is een zaligheid, als je van de duinen glijd

31

Page 30: SOPHIETJE 6

Edmond en Sophietje Louk, Paul, Peter en Edmond

Op het hek in Bergen 1948 Peter het laatste

kind in huis

32

Page 31: SOPHIETJE 6

Bello het treintje in Bergen Bergen het strand

De duinen in Bergen aan Zee; Jan de Boer (“De man van het Gesticht”)

33

Page 32: SOPHIETJE 6

Gezicht op Bergen; Jan de Boer

Bergen het huis met de pilaren Bergen de kerkruïne

34

Page 33: SOPHIETJE 6

Noordwijk Zandvoort

De wringer en de wasmachinemaar ook de kachel behoorde tot het zware werk, want de wasdag was zwaar, maar al het poets werk ook

IV SCHOOLTIJD

35

Page 34: SOPHIETJE 6

Sophietje ging niet naar de kleuterschool. Dat was in die jaren nog niet verplicht en de tantes vonden dat niet nodig. De kinderen konden zich met elkaar wel thuis vermaken.

Sophietje is geboren in december, dus een vroege leerling, want in haar tijd was de peildatum om naar school te mogen april 1934. Sophietje zou in dat jaar zes worden en mocht dus naar de lagere school. Ze ging naar de openbare school in de Cornelius Crusemanstraat, ook de naamgever van de school.

Jantje Brugman schiet opeens in haar gedachten. Een stout jongetje uit de 2de klas, waar Sophietje een beetje verliefd op was. Ze heeft ook goede herinneringen aan juffrouw Ploos van Amstel, haar juffrouw uit de 1ste en 2de klas. Daar moet nog een foto van zijn meent Sophietje. Ook weet ze nog heel goed dat ze nooit mee mocht met schooltripjes. Die waren te duur. Die kosten wel een kwartje! Ook van haar vaders kant was geen bijdrage te verwachten, vaak betaalde hij haar verblijf in het kindertehuis zelfs niet. Hoe de situatie precies zat weet ze niet. Maar waar zoveel monden gevoed werden kon deze er ook wel bij. Er waren wel vaker kinderen geweest van wie de ouder niet betaalden of konden betalen. Maar daar is nooit een punt van gemaakt. O Ja, Sophietje vertelde ook nog een verhaal over spijbelen. In de hoogste klas spijbelde ze met Willie en Lida van der Wolf de nichtjes van tante Su. Lekker naar de Hema en de Bijenkorf. Tante Su had Sophietje voor haar verjaardag dat jaar een fiets beloofd. Maar ze werden betrapt, in de stad door een tante. Dat zal zuster Lies van tante Su wel geweest zijn. Die vertelde het door, zij kregen straf en Sophietje kreeg geen fiets van Tante Su. Als ze haar schoolwerk niet goed deed, dan riep tante Su: ”Je

36

Page 35: SOPHIETJE 6

hersens gebruiken”en voor dat ze het wist had ze de daarbij behorende tik al te pakken. Zo heeft ze nog heel wat tikken gehad. Maar voor de rest staken haar herinneringen weer even voor dit moment, maar na het stellen van enige vragen, komen de herinneringen weer boven. Ze moest, zo jong als ze was meehelpen in huis. Soms ook in de vakantie, maar dan verdiende ze er wat mee. Zelfs erg veel, vond Sophietje soms wel een rijksdaalder. Maar daar moest ze dan ook erg veel voor doen. Daarom vergeet ze ook nooit dat trappenhuis. Zie je, de herinneringen blijven toch komen. Twee lange trappen, met een zware loper op iedere trap en koperen roeden, die allemaal, net als de voordeurbel en de brievenbus zeer regelmatig gepoetst moesten worden. Met schoonmaken begon Sophietje een keer onderaan en zo werkte ze naar boven. Ze kreeg natuurlijk op haar kop, want door deze werkwijze viel al het vuil weer naar beneden. Maar al doende leert men. Maar de zwaarste dagen waren toch als al het koperwerk en het uitgebreide zilveren bestek gepoetst moest worden en dan ook nog eens met de traplopers naar het platte dak om ze op het dak uit te kloppen met een mattenklopper. Ze heeft er nu nog een hekel aan. Dat werk was eigenlijk, als je het goed bekijkt, met een rijksdaalder nog slecht betaald. En dan die maandagse wasdag. Wat een werk. De was koken op het fornuis, wringen, spoelen, ophangen om te drogen, aan lange lijnen die buiten het balkon aan uitstekende beugels waren vastgemaakt. Soms wat extra bleekwater bij het waswater,m maar bijna altijd een zakje blauw. Dan later nog alles strijken. En dat alles voor ongeveer veertien, vijftien man. Tante kreeg trouwens wel de eerste wasmachine, een Hoover. Maar daarna moest alles door de mangel. Tjonge wat een klus. Sophietje vindt dat ze het nu maar gemakkelijk

37

Page 36: SOPHIETJE 6

heeft in deze moderne tijd met alle werkbesparende apparatuur. Sophietje werd degelijk, bijna Spartaans opgevoed. Maar daar zegt ze zelf van: “dat heeft me geen kwaad gedaan. Op deze wijze werd ik toch gehard voor het leven dat volgde”.

Wat wel leuk was van de periode in het kindertehuis, dat waren de vakanties. Ieder jaar huurden de dames, de hele maand augustus, een huis aan de kust. Zandvoort, Noordwijk of Bergen. De vakanties in Zandvoort vergeet ze nooit meer. Dan waren ze allemaal op het strand. Soms kwamen er zelfs ouders naar dit vakantieadres toe in de weekenden en die deden dan lekker mee met de spelletjes die op het strand gespeeld werden. In het eerste jaar van de oorlog konden ze nog naar Zandvoort. In het tweede jaar werd daar van afgeweken, want toen mocht je niet meer in het kustgebied op vakantie. Toen zijn ze allemaal naar een groot tentenkamp in Nunspeet geweest. In de herinnering van Sophietje was dit een vakantiekamp van de Rozenkruisers. Na de oorlog werd deze traditie voortgezet, in Bergen, in het huis van Jaap Schoen en zijn zuster, aan de Lindelaan. Er was één uitzondering op deze jarenlange traditie en wel in 1948. Het jaar van de Oranjefeesten in verband met de troonswisseling Wilhelmina/Juliana. Voor het eerst gingen overburen mee, de Familie Verwijs en werd de vakantie omdat zij dat wilden in Laren (N-H) gevierd. De vakantie eindigde traditioneel altijd met de verjaardag van Koningin Wilhelmina op 31 augustus.

De dames van het kindertehuis hadden het wat hoog in de bol. Alle kinderen moesten piano leren spelen. Maar dat lukte natuurlijk niet. Tante To gaf les in de voorkamer. Deed je het niet goed dan

38

Page 37: SOPHIETJE 6

kreeg je een tik op je vingers. Sophietje vond dat allemaal niet zo prettig en het piano spelen was op die manier niet echt leuk. Maar als ze zat te oefenen in de voorkamer met de schuifdeuren dicht, zodat ze niet gestoord werd, dan droomde ze. Ze droomde dat ze prachtig kon spelen, voor volle zalen en dan stond ze zelfs op van de pianokruk om te buigen voor haar denkbeeldig publiek. Dan pas was ze echt iemand. Sophietje moest ook regelmatig mee naar het concertgebouw. Net als alle kinderen, als ze een bepaalde leeftijd hadden bereikt. De kinderen werden met klassieke muziek opgevoed. Sophietje weet nog wel dat er soms acht platen aan weerskanten werden afgespeeld om een symfonie te beluisteren. Ze mocht toen ze wat groter was de grammofoon wel bedienen, naaldje controleren, anders eerst een nieuwe uit het kleine metalen doosje halen, dan de slinger erin en opdraaien, voorzichtig de plaat er opleggen, aanzetten, arm met naald op de plaat zetten en dan luisteren. Prachtig maar toch wel een verantwoordelijk klusje hoort. Sophietje was een van de weinige kinderen die dit mochten doen. Ze weet nog dat de tantes veel platen hadden, in kleine zwarte koffertjes. Ze hielden veel van Weber. Later kregen ze radiodistributie. Had je vier zenders. Meestal werd geluisterd naar Hilversum vier, de klassieke zender.

Dit alles behoorde bij een goede opvoeding, evenals een bezoek aan het Rijksmuseum. Ook herinnerd Sophietje nog dat er vaak op zaterdagavond een krant of een theedoek op tafel werd gelegd en dat zij dan pinda’s in de dop kregen die ze mochten pellen en opeten. Dat was nadat de kinderen allemaal in de teil, in de keuken hun wekelijkse wasbeurt hadden gekregen. Een heel grote teil, af en toe bijgevuld met heet water,

39

Page 38: SOPHIETJE 6

uit de ketel die op het gasfornuis stond. En er werd echt niet voor ieder kind geheel schoon water genomen. Vaak las Tante Su, die dat heel goed kon, als de kleintje hun pyjamaatjes aanhadden, voor uit een van de bekende kinderboeken als: Alleen op de Wereld, Kruimeltje, Om twee schitteroogjes en In de Zoete Suikerbol. Soms moesten de kinderen ervan huilen, zo zielig was het verhaal dan. Vooral van W. G. van de Hulst werd veel voorgelezen, ook verhalen uit zijn kinderbijbel.

W.G. van de Hulst (28-10-1879 tot 31-08-1962) was onderwijzer en schoolhoofd. Hij werd een bekende kinderboekenschrijver. Hij schreef ook schoolboeken en kinderbijbels. Zijn boeken hadden een sterk Christelijke inslag.

Die boeken zijn nu nog in omloop. Echte klassiekers. Nog een voorbeeld van de eisen die de tantes aan de kinderen stelden. De kinderen moesten allemaal examen doen voor het Lyceum. Van niet één kind weet Sophietje dat hij of zij het gehaald heeft. Het hoogste dat de meisjes soms bereikt hebben was de MMS. Maar de meeste kinderen kwamen niet verder dan de ULO of de Ambachtsschool. Waar natuurlijk niets mis mee was. Maar ja volgens de tantes geen niveau. Sophietje, die in het kindertehuis Fifi werd genoemd moest dat toelatingsexamen ook doen, ze zakte daarvoor en ging naar de Christelijke ULO, de van Loonschool, in de Hondecoeterstraat. Ze heeft maar één jaar ULO gedaan. Toen was het afgelopen. De oorlog zou haar tol eisen. Vlak voordat zij naar de middelbare school ging is Sophietje gedoopt. Haar vader was Gereformeerd en hij wilde dat zijn dochter gedoopt werd. En dat gebeurde dus in de Waalkerk, waar in de oorlog haar broer Koen zou onderduiken.

40

Page 39: SOPHIETJE 6

Een zeer fraai, architectonische kerk. Gebouwd in 1936 en in 1989 afgebroken omdat de gemeente haar intrede deed in de Maarten Lutherkerk aan de Dintelstraat. De kerk aan de Waalstraat was gebouwd in de stijl van de “Nieuwe Zakelijkheid”. Architect was B.T. Boeijinga. De kerk speelde een zeer positieve, grote rol in de oorlog. Rond de kerk was een verzetsgroep gevormd. Henk Dienske één van de ouderlingen, herbergde Joodse onderduikers, waaronder dus ook Koen, de broer van Sophietje. Dienske was tot aan zijn arrestatie op donderdag 20 april 1944 provinciaal leider van de LO Noord Holland en Amsterdam. Via de kerk werden ook op het platteland onderduikadressen gezocht en gevonden. Dienske werd ‘de meneer uit de Waalstraat’ genoemd. Hij had ook regelmatig contact met ‘Bolhoed’, Gerrit van de Veen. Een verzetsstrijder uit Amsterdam, die door de bezetters werd gefusilleerd in de Overveense duinen. De Kennemerduinen genaamd. In de meidagen van 1945 werden 422 mensen die ter dood waren gebracht gevonden. De meesten waren pas vlak voor het einde van de oorlog omgebracht. Onder hen slechts één verzetsvrouw: Hannie Schaft. Over haar leven is een film gemaakt met de titel: Het meisje met de rode haren”. Later is er een straat naar Gerrit van der Veen en een school naar Hendrik Dienske, als eerbetoon, in Amsterdam genoemd.

De dames in het kindertehuis waren niet echt kerks, maar ze vonden dat de kinderen toch de Christelijke beginselen moesten kennen en de kinderen die er kwamen kregen dan ook min of meer een Christelijke opvoeding. Of via godsdienstlessen, zoals Sophietje op de Openbare School of zoals andere kinderen die naar de Christelijke lagere School gingen. Ook veel kinderen gingen naar de Zondagsschool. En er

41

Page 40: SOPHIETJE 6

werd vaak uit de kinderbijbel van W.G. van der Hulst voorgelezen. Prachtige verhalen toch?

42

Page 41: SOPHIETJE 6

2de klas Juf. Ploos van Amstel Detail Sophietje

Sophietje 1938 Schoolfoto 6de klas

43

Page 42: SOPHIETJE 6

Spijbelen door Amsterdam De Dam … en naar de Bijenkorf

W.G. van de Hulst In de Soete Suikerbol

44

Page 43: SOPHIETJE 6

H. van Loonschool Concertgebouw

Rijksmuseum De oude

grammofoon

V DE GEVOLGEN VAN JOODS ZIJN

Tegen een vriendinnetje Jetty Wolfsberger had Sophietje verteld dat ze Joods was. Naïef? Ja, maar het gebeurde. De ouders van Jetty waren NSB ‘ers,

Jetty wist niet beter. Jetty vertelde over het Joods zijn van Sophietje aan het schoolhoofd en die kon

45

Page 44: SOPHIETJE 6

niet anders doen dan het bevel opvolgen:” Voor Joden verboden”. Het schoolhoofd riep Sophietje tussen de middag bij zich en vertelde haar dat ze niet langer op school mocht komen. Haar lerares Frans heeft Sophietje toen naar haar vader gebracht. Dit had verregaande gevolgen. Want toen Sophietje in 1946 weer naar school wilde, om haar opleiding af te maken, werd dat geweigerd, omdat ze te oud was. Ze kon dus niet verder leren, helaas.

Sophietje werd van school gestuurd omdat ze Jodin was. Het was zo in die dagen als je een Joodse moeder had en ook je grootouders waren Joods, dan was je van het foute “ras “. Hitler had dat zo bepaald en velen volgden hem in dit waanidee. Het was Sophietje nooit verteld dat ze van Joodse afkomst was. Daar werd nooit over gesproken en het speelde ook helemaal niet in haar directe omgeving. Tot dat de oorlog kwam. Ze kwam er achter op een zondagmiddag. Haar vader haalde haar op uit de Valeriusstraat en ze gingen met de tram naar Artis. Sophietje wilde graag de leeuwen zien. Dat vond ze machtige dieren. Maar ze werden bij de ingang tegengehouden. Ook weer met de woorden: “verboden voor Joden”.

Dit verbod kwam je overal in de stad steeds meer tegen. Joden mochten niet naar cafés, restaurants, later ook niet naar het theater en bioscopen. Veel winkels waren al verboden voor Joden. Alle joodse medewerkers op scholen, banken, orkesten en overheidsdiensten werden ontslagen, omdat de Duitsers dit verbod hadden uitgevaardigd. En bij niet naleven, waren er zware sancties te verwachten. Je kon opgepakt worden en gevangen gezet. Een voorbeeld van een sanctie was bijvoorbeeld het sluiten van de Universiteit Leiden, omdat Rudolf Cleveringa, op dat moment decaan,

46

Page 45: SOPHIETJE 6

protesteerde tegen deze maatregelen . Tijdens het college-uur van Meijers, de ontslagen professor, die al dertig jaar bij de universiteit werkzaam was. Op 26 november 1940, formuleerde Cleveringa zijn afkeuring over dit ontslag van Meijers De dag daarna staakten de studenten. Cleveringa heeft in de oorlog twee keer vastgezeten, een keer na deze rede in het Oranjehotel te Scheveningen en een keer in Vught als gijzelaar.

Het Oranjehotel in Scheveningen was in de tweede Wereldoorlog de gevangenis waar Nederlanders die zich op wat voor manier ook tegen de Duitsers verzet hadden, opgesloten werden voor verhoor en berechting. 734 gevangenen van het Oranjehotel zijn in de oorlog om het leven gekomen. Voor de meeste gevangen was het verblijf niet langdurig en werd gevolgd door of vrijlating, of verdere gevangenschap meestal in Duitsland of zij werden geëxecuteerd. O.a. op de Waaldorpsevlakte een uitgestrekte strandvlakte bij Scheveningen die door zandverstuivingen zijn “gezicht” kreeg. Na de oorlog werden hier oorlogsmisdadigers, zoals Anton Mussert, leider van de NSB ter dood gebracht.

Het zou alleen maar erger worden. Vanaf mei 1942 moesten alle Joden een Davidster dragen. De Joden moesten in bepaalde wijken wonen. Huizen werden gevorderd. Meubilair ingepikt en afgevoerd naar Duitsland. Geweld tegen joodse bezittingen en personen nam steeds meer toe. Tegen een rijksdaalder vergoeding kon je in die dagen een Jood aangeven. Ja, geloof het of niet, maar er waren genoeg mensen die dat op hun geweten hebben. Uiteindelijk, volkerenmoord en zouden alle Joden afgevoerd worden, meestal via Westerbork, met treinen naar concentratiekampen in Duitsland en Polen. Dat er meer dan 100.000 Joden uit

47

Page 46: SOPHIETJE 6

Nederland omkwamen was mede te danken aan de medewerking van de Nederlandse ambtenaren en een deel van de bevolking. In landen waar de Duitsers actief of passief verzet ontmoetten, mislukte de Jodenvervolging of werd deze aanzienlijk vertraagd.

Sophietje mocht Artis niet in. Ze snapte hier helemaal niets van. Enige uitleg was wel op zijn plaats geweest, maar die kreeg ze niet. Ze keerden maar weer om en gingen naar huis. Ook dit was geen beste ervaring voor Sophietje. Vanaf dit moment moest ze binnen blijven. Amsterdam werd te gevaarlijk. Zeker ook omdat er in de Valeriusstraat NSB’ers maar ook SS’ers woonden. Er was al eens Gestapo aan de deur geweest, bij het kindertehuis, om twaalf uur ’s nachts. Ze belden, klopten en schreeuwden: “Of er soms een Baasberger im Haus war?” Deze naam leek wel verdacht veel op de achternaam van Sophietje Boasberg. Maar door de totaal verkeerde uitspraak kon deze vraag ontkennend worden beantwoord.” Nee, er woonde niemand met een dergelijke achternaam op dit adres”, werd gezegd. Gelukkig dropen ze af. Maar vanwege het nu wel zeer concrete gevaar moest er voor Sophietje een onderduikadres gezocht worden. Eerst verbleef ze nog een tijdje bij haar vader. Voor het eerst sinds haar moeder was overleden. Maar dat werd niets. Er werd een zolderkamertje aan de Amsteldijk gevonden. Na veertien dagen moest ze daar alweer weg. Tante Su kreeg enorme ruzie met de vader van Sophietje, want ze had via een huisvriend, dokter Brouwer, de grootvader van de kinderen Annie, Bettie en Bram Prins, een zeer betrouwbaar adres gekregen om onder te duiken. Maar vader Boasberg vond dat maar niets, Via zijn zoon had hij een veel beter adres gekregen in IJmuiden. Waarom IJmuiden? Een zeer gevaarlijk

48

Page 47: SOPHIETJE 6

spergebied, waaruit bijna alle bewoners werden geëvacueerd om dat het een gevaarlijk oorlogsgebied kon worden.

De Vesting IJmuiden omsloot het gehele havengebied en de ten Noorden van IJmuiden gevestigde Hoogovens. Door moedwillige vernielingen en afzinken van schepen werd de haven praktisch onbereikbaar gemaakt. Rondom IJmuiden werden 950 bunkers gebouwd. Daaruit blijkt wel dat dit een zeer belangrijke Vesting was. De Duitsers dachten dat de geallieerden wel via Engeland, de Nederlandse kust wilden bereiken, vandaar de enorme verdedigingswerken van Den Helder tot en met Hoek van Holland.

Terug naar ons verhaal. Broer Koen van Sophietje zat ondergedoken in de Waalkerk in Amsterdam. Koen had een vriend Jaap Sierman, helaas ook al overleden, die kwam met dat adres in IJmuiden. Toen vader Boasberg bericht kreeg dat zijn kinderen op transport moesten naar Westerbork, was onmiddellijke actie noodzakelijk.

Vanuit Westerbork, waar bijna alle Joden werden “verzameld”vertrok iedere dinsdag van maart 1943 tot en met 13 september 1944 een trein via Assen, Groningen en Nieuweschans met ca duizend slachtoffers naar de vernietigingskampen in Polen. 102.000 mensen kwamen er niet meer terug. Slechts vijfduizend hebben dit overleefd.

Jaap Sierman heeft toen heel brutaal met een SS speldje op zijn revers, Sophietje met een hoofddoekje om, met de trein naar IJmuiden gebracht. Sophietje had zowaar in de trein nog sjans met een jongen die vlak bij haar zat. De trein stopte in IJmuiden. Een nieuwe periode brak aan.

49

Page 48: SOPHIETJE 6

Voor Joden verboden Speciale Joden wijken

Artis Amsterdam Spannend de leeuwen

50

Page 49: SOPHIETJE 6

Oranje Hotel Professor Cleveringa Oranje Hotel gevelsteen

Razzia’s Verzamelen

51

Page 50: SOPHIETJE 6

Executieplaats Kennemer duinen

Monument Kamp Westerbork Op weg naar de trein

Bijna vertrektijd naar … Vernietigingskamp

52

Page 51: SOPHIETJE 6

IJmuiden Spergebied Eén van de bunkers IJmuiden

Waalkerk 1936 B.T Boeijinga architect Afbraak Waalkerk 1968

Gerrit v.d. veen de “Bolhoed” Hannie Schaft

53

Page 52: SOPHIETJE 6

De Waaldorpsevlakte Scheveningen Executie

VI ONDERDUIKPERIODE

Bij het station stond een man in uniform. Dat vond Sophietje best een beetje eng. Gelukkig bleek het de vader van het gezin te zijn, van het gezin waar ze zou

onderduiken. Hij was havenmeester van IJmuiden, bij de grote zeesluizen. IJmuiden was, juist vanwege de haven, een gevaarlijk spergebied. De meeste bewoners werden dan ook geëvacueerd naar andere dorpen en steden. Vaak ver weg in het land. Havenmeester van Loo, woonde met zijn gezin op het sluiseiland, eigenlijk een enclave in dat gebied. En daardoor redelijk veilig. Het was een zeer groote gezin, met negen kinderen en het tiende kindje werd in de oorlog geboren. De oudste dochter werd naar familie in de kop van Noord-Holland gestuurd en Sophietje nam gedurende de oorlog haar plaats in. Men wist toen nog niet dat het jaren zou duren. Sophietje moest vanaf het begin vader en moeder zeggen. Dat was wel even wennen, verder dan Tante Su en Tante To, de dames van het kindertehuis en papa tegen haar

54

Page 53: SOPHIETJE 6

biologische vader, was ze niet gekomen. De havenmeester zat bij de binnenlandse strijdkrachten en hij luisterde stiekem naar de Engelse radio.

Daarop kon je ook Radio Oranje horen. Deze zender vanuit Londen, ondergebracht bij de BBC, was het kanaal waarmee de Nederlandse regering in ballingschap, contact hield met de Nederlandse burgers. Verder werd deze zender gebruikt voor het doorgeven van berichten in code voor het verzet en richtte af en toe de Koningin het woord tot het volk om ze een hart onder de riem te steken.

Ondanks zijn positie in het verzet en zijn houding in de oorlog was de havenmeester toch altijd bang dat Sophietje betrapt zou worden. Dus mocht ze nooit uit, eigenlijk mocht ze zich nooit vertonen. Was ze soms opstandig en kwam ze toch even het huis uit om bijvoorbeeld een stofdoek uit te slaan, want ze moest daar wel erg hard werken, dan werd ze gestraft. Ze werd geslagen met de wandelstok. Van Loo heeft zijn zware uniformjas tot zijn grote verdriet moeten verkopen om aan eten te komen, want ook in IJmuiden sloeg de Hongerwinter toe. De vader van dit grote gezin was niet altijd even redelijk. Soms vlogen de borden eten tegen de muur. Achteraf begrijpt Sophietje de stress van deze man wel, een groot gezin, een zware baan in de haven en het verzet en dat allemaal in oorlogstijd en in een oorlogsgebied met grote risico’s. Maar het was op dat moment wel heel erg vervelend voor een puberend, eenzaam meisje.

Vaak werd ze opgesloten op zolder. Als er gevaar was voor razzia’s (de havenmeester hoorde dit uit de eerste hand) moest Sophietje zich verstoppen. Op de zolder. Ze heeft wel eens uren in een rol zeil gestaan. Soms lag er een plasje van angst op de

55

Page 54: SOPHIETJE 6

grond. Daar heeft ze nu nog steeds last van, haar tricker is o.a. claustrofobie. Sophietje moet de ruimte hebben. Ze moet onmiddellijk weg kunnen, vooruit of achteruit, direct het huis uit. De auto moet voor deur staan. Sommige bewoners zijn daardoor jaloers op haar, bekladden of bekrassen haar auto. Soms staat er Jood op de voorruit geschreven. Ja, mensen doen soms rare dingen.

In IJmuiden is ze nog eens heel erg bang geweest. Dat was op het moment dat de Iglo fabriek gebombardeerd werd. Daar was allemaal vlees opgeslagen. Doodsangsten heeft ze uitgestaan. Gelukkig gebeurde verder niets. De Russen die daar werkten kwamen na het bombardement, langs de deuren om te vragen of de vrouw des huizes voor hen vlees wilde braden, want overal rondom de fabriek lag vlees. Voor de moeite kregen de bewoners dan een flink stuk vlees. Een grote luxe in die tijd.

Sophietje werd na dit bombardement erg ziek. Oorzaak angst, stress? Men dacht dat het haar allemaal een beetje te veel geworden was. Ze kon niet plassen, niet meer praten. De mensen om haar heen waren bang dat ze dood zou gaan. Dat zou voor iedereen nog een extra portie ellende hebben betekend. Hoe laat je iemand begraven die ondergedoken is en voor een ander door gaat? Men bracht haar naar het ziekenhuis te Velsen. Een rooms-katholiek ziekenhuis, de nonnen zorgden heel goed en met veel liefde voor haar. Sophietje kwam er gelukkig weer boven op. Later, veel later zou zich dit alles toch weer herhalen. Sophietje had nu eenmaal ernstige psychische schade opgelopen.

Heel, heel af en toe zag ze haar vader in IJmuiden. Hij bracht kleren mee uit Amsterdam, uit het kindertehuis. Afdankertjes van de kinderen die er

56

Page 55: SOPHIETJE 6

uit gegroeid waren. In die tijd waren er veertien kinderen in het kindertehuis. Het grootste aantal dat ze ooit tegelijk in huis hadden gehad. Daar waren ook Joodse kinderen bij. En overdag kwamen er zelfs nog Joodse kinderen een hapje mee eten, omdat er geen voldoende voedsel was voor hen die waren ondergedoken. Ze hadden vaak geen distributiebonnen. Je moest namelijk een identiteitsbewijs hebben, dan kreeg je een distributiekaart en daarna kreeg je pas bonnen. Veel onderduikers hadden deze papieren uiteraard niet. Dus waren ze aangewezen op bonnen en hulp van anderen.

Nederland ging niet helemaal onvoorbereid de Tweede Wereldoorlog in. Ervaring uit de Eerste Wereldoorlog zorgde ervoor dat in 1937 het Rijksbureau voor de Voorbereiding van de Voedselvoorziening in oorlogstijd werd opgericht. De bedoeling hiervan was om Nederland in oorlogstijd zoveel mogelijk zelfvoorzienend te maken. O.a. door akkers te bebouwen met aardappelen en granen. Bij het begin van de oorlog lagen de distributiekaarten klaar bij 480 distributiediensten. Een dergelijke bon geeft iemand het recht een product te kopen waar op een bepaald moment niet genoeg van is. Eind 1944 was praktisch alles op de bon.

Sophietje hoorde later, dat Tante Su ook kleertjes had gegeven aan Felie haar halfzuster die een kindje had. Aan haar onderduiktijd die jaren duurde, kwam een einde met de bevrijding van Nederland . En hoe moest het nu verder met Sophietje?

57

Page 56: SOPHIETJE 6

58

Page 57: SOPHIETJE 6

Station IJmuiden Havenmeester van Loo

Verdediging kust Luisteren naar geheime zender

Radio Oranje; Wilhelmina Bevrijding

59

Page 58: SOPHIETJE 6

Distributiekaart Vel met distributiebonnen

VII NA DE OORLOG

Sophietje is na de oorlog niet direct terug gegaan naar Amsterdam. Moest ze terug naar haar vader? Moest ze terug naar het Kindertehuis? Ze wist het allemaal nog niet. De oorlog en

zeker de onderduiktijd hadden haar behoorlijk wat aangedaan. Daarom achtte men het beter als ze eerst eens een tijdje in een totaal ander gezin zou worden geplaatst. Dat werd het gezin van Dominee Van de Berg in de Snelliusstraat te IJmuiden. Het was een gezin met drie kinderen. Of Sophietje daar nu echt opgeknapt is weet ze niet. Ze was daar eigenlijk gewoon hulp in de huishouding. Maar ze vond het wel een goede ervaring na haar verblijf op haar onderduikadres. Zij is na de oorlog nog één keer, bij haar onderduikouders geweest, maar Van Loo en zijn vrouw vonden het allemaal veel te beladen en wilden geen verder contact meer. Sophietje heeft het echtpaar en de kinderen nooit meer gezien. Sophietje had last van “vreemde” aanvallen. Dominee Van de Berg dacht dat het misschien wel epileptische aanvallen waren, onderzocht werd dit niet. In die tijd werd ook voor

60

Page 59: SOPHIETJE 6

het eerst aan werk zoeken gedacht. Misschien was het wel mogelijk om te gaan werken in het Epileptisch Centrum in Heemstede. Sophietje heeft daar wel gesolliciteerd en gesprekken gehad. Maar vond het maar niets en is er dan ook niet verder op ingegaan. Ze was achttien jaar en moest zo langzamerhand haar leven weer op de rails zien te krijgen.

Plotseling kwam het bericht dat haar grootmoeder ernstig ziek was. Oma was gevallen en had haar bovenbeen gebroken. Daar deden ze in die tijd niets aan. Ze werd thuis bij haar vader verwacht om voor haar grootmoeder te zorgen. Sophietje heeft een hele tijd voorhaar oma gezorg, dat viel niet mee en was zwaar werk. Oma overleed en Sophietje trok bij haar vader in. Hij was helemaal alleen nu. Koen, haar broer, had de oorlog ook overleefd, maar die was op dat moment in dienst. In die dagen was er nog dienstplicht en moest iedere jongen in het leger. Koen was gelegerd in Amersfoort. Hij had zich volgens Sophietje aan gemeld bij de stoottroepen. Hij is ook nog twee keer in Nederlands Indië geweest, want daar werden na de Tweede Wereldoorlog politionele acties door het Nederlandse leger uitgevoerd.

Met twee politionele acties probeerde Nederland de onafhankelijkheid van haar kolonie nog tegen te houden. Het verliezen van Nederlands-Indië was een bijna onaanvaardbare gedachte voor velen. In 1945 na het einde van de tweede Wereldoorlog en ook vlak na de capitulatie van Japan, op 15 augustus van dat jaar, werd door de nationalisten onder leiding van Soekarno en Hatta de onafhankelijkheid af geroepen. 17 augustus is nog steeds de nationale feestdag van Indonesië. Op 21 juni 1947 was de eerste politionele actie en op 19 december 1948 werd de tweede actie uitgevoerd.

61

Page 60: SOPHIETJE 6

Uiteindelijk moest Nederland onder de druk van de Verenigde Naties en Amerika het onafwendbare erkennen. In 1949 werd de onafhankelijke Republiek Indonesië een feit. 95.000 dienstplichtigen werden naar Nederlands-Indië gezonden. Sommigen hebben daar wel drie jaar gezeten. In het totaal hebben 140.000 man, inclusief het KNIL( Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger opgericht in 1830 opgeheven in 1950) geprobeerd de onafhankelijkheid tegen te houden,

Het verblijf bij haar vader werd niets. De man was alleen en hij wilde dingen van zijn dochter die niet door de beugel konden. Omdat Sophietje daaraan geen gehoor aan wilde geven, vluchtte ze min of meer terug naar het kindertehuis. Daar was ze van harte welkom. Natuurlijk! Een goedkope hulp in de grote huishouding. Maar het was er wel vertrouwd en eigen. Daar ontmoette ze ook weer “de man van het gesticht”.Jan de Boer, een oude vriend van de dames. Hij gaf Tante To schilderles. Deze man is een verhaal apart en misschien komt zijn bijdrage wel als volgende geschiedenis uit de typemachine. Sophietje wilde weer naar school, haar afgebroken opleiding vervolgen. Dat ging helaas niet door, ze was te oud. Dan maar voorlopig bij de tantes blijven. Sophietje moest wel hard werken in deze grote huishouding, maar de leuke kant aan dit alles was, dat zij nu ook voor de kinderen mocht zorgen. Wassen, aankleden, spelletjes doen en wandelen Ze leerde via haar kerkbezoek dominee Van Limburg kennen, ze had in IJmuiden over geloven nagedacht en vond zich zelf terug in het Hervormde geloof. Volgde catechisatielessen en deed in de Koepelkerk in Amsterdam haar belijdenis.

De Koepelkerk ook wel de Ronde Lutherse Kerk genoemd werd door bouwmeester Adriaan

62

Page 61: SOPHIETJE 6

Dortsman in 1668 gebouwd. Deze kerk heeft geen toren want dat was verboden in die tijd, alleen de gereformeerden mochten een kerk met toren bouwen. Er werd een koepeldak vervaardigd met daarop een lantaarn (een heel klein torentje) met daarop de Lutherse zwaan. Het is het enige protestantse kerkgebouw met een cirkelvormig grondplan en daarom van groot architectonisch belang. In 1826 werd de koepelkerk in zijn oude vorm herbouwd na een spectaculaire brand in 1822.In 1935 werd de kerk afgestoten en kreeg een aantal zeer vreemde bestemmingen o.a. verkoopplaats voor tenten. In 1975 werd de kerk als congres- en concertzaal door het nabij gelegen Sonesta Hotel in gebruik genomen. Na een brand in 1993 was er wederom een restauratie noodzakelijk.

Zolang Sophietje nog niet precies wat ze wilde moest ze naar de Huishoudschool, de spinazieacademie zoals men die toen noemde, aan het Zandpad vlak bij het Vondelpark. Daar leerde je tenminste nog iets nuttigs, vonden de tantes. Ja, zakdoekenstrijken zonder één plooitje.

63

Page 62: SOPHIETJE 6

Soekarno Politioneleaktie 1947

64

Page 63: SOPHIETJE 6

Politioneleaktie 1947 Politioneleaktie 1948

Boissevain transportschip Troepentransport

Koepelkerk Singel Amsterdam

65

Page 64: SOPHIETJE 6

Koepelkerk Jan de Boer

De huishoudschool (spinazieacademie), Zandpad Amsterdam

Met zijn allen in Bergen N-H 1948. Jacky, Astrid (Jacqueline), Olga, moeder van der Horst, tante To, Louk, Bep, Paul,Sophietje,Peter, Mevr. Verwijs, tante Su

66

Page 65: SOPHIETJE 6

Bobbie

Kuilen graven in het Bergense strand. : ?, Loes, Sophietje, Ferdinant?, Edmond de twee andere weet ik niet, misschien Boy?

VIII IN DE VERPLEGING

De zorg voor de kinderen en het verzorgen van haar grootmoeder deden Sophietje er toe besluiten in de verpleging te gaan. Dus solliciteren. Dat

was nog niet eens zo gemakkelijk, want Sophietje had eigenlijk te weinig vooropleiding gehad. Ze kwam terecht bij de TBC kliniek (Sanatorium) in Soest.

Na de oorlog lagen er heel wat mensen in tuinhuisjes, of in kamers voor de open ramen, te kuren. Soms kwamen ze terecht in een speciale kliniek, zoals die in Soest. Er was zelfs een heel grote kliniek voor TBC patiënten in Davos,

67

Page 66: SOPHIETJE 6

Zwitserland. Omdat veel mensen in en na de oorlog, door ondervoeding en dergelijk, te weinig weerstand hadden opgebouwd waren zij zeer vatbaar voor de TBC bacterie. TBC is een zeer besmettelijke bacteriële infectieziekte. De één stak de anders dus aan. Voor heel veel mensen heeft dit een groot deel van hun leven beheerst.

Daar in Soest ging Sophietje in opleiding. Tijdens de opleiding moesten de leerling-verpleegsters intern zijn. Met zijn zessen op een kamer. Maar de situatie duurde gelukkig niet al te lang, een klein jaartje. Lang genoeg bij zo weinig privacy. Eindelijk een eigen kamer, eindelijk een plekje voor haar zelf. Tijdens de opleiding is Sophietje vaak ziek geweest, ze moest helemaal alleen de gevolgen van de oorlog verwerken. Ook met alle nieuwe indrukken in dit ziekenhuis, moest de nog zo naïeve Sophietje leren omgaan. Ze was nog zo onwetend over alles wat er zich in het leven afspeelde, Ze kwam soms met rode oortjes de afdeling af. In het kindertehuis, maar ook tijdens haar puberteit in het onderduikadres had ze niet veel geleerd. Over te weinig dingen werd gesproken. Zeker seks was een onderwerp waar een taboe op rustte. In het kindertehuis moesten de kinderen keurig met hun handjes boven de dekentjes slapen. Als je vadertje en moedertje speelde, dan werd dat wel door een van de kinderen verklikt en kreeg je straf. Preutse tijd hoor, daar bij die tantes.

Dus al die kinderen en ook Sophietje hadden op dat terrein niets geleerd. Maar in het ziekenhuis waar mensen maanden, zo niet jaren lagen werden wel eens dingen gevraagd, waarvan Sophietje niet wist wat ze er mee aan moest. Van haar collega’s en vriendinnen heeft ze ook op dat terrein wel het een en anders opgestoken. Toen ze toch eens een

68

Page 67: SOPHIETJE 6

patiënt had “verzorgd” kreeg ze van hem bladmuziek voor de piano, want hij had gehoord dat ze zo graag piano speelde. Toen ze dat in al naïviteit tegen tante Su vertelde, werd Su zo boos, dat tante de muziek uit haar handen trok en over het balkon naar buiten smeet. Ach, ook weer een ervaring. Ja, toch? Al doende leert men en zo doe je levenservaring op. Na vier jaar moest zij haar opleiding ergens anders voltooien. Je mocht niet langer dan vier jaar in het zelfde ziekenhuis blijven voor je opleiding. Door haar ziek zijn, was Sophietje met haar theoretische opleiding niet verder gekomen dan het tweede jaar. Sophietje moest dus in een ander ziekenhuis haar opleiding afmaken. Ze dacht aan de omgeving van Haarlem. Het Elisabeth Gasthuis waar ze graag wilde werken, nam haar niet op wegens een te geringe vooropleiding. “Ze moest haar HBS diploma maar zien te halen”, was het advies. Sophietje zocht verder en het lukte. Ze werd zonder voorwaarden aangenomen bij het Diaconessenziekenhuis in Haarlem.

Dit ziekenhuis is samengegaan met de Mariastichting en heet vanaf l januari 1989 het Spaarne Ziekenhuis. Het oorspronkelijke Diaconessen huis waar Sophietje werkte werd gesticht in 1874 door freule Teding van Berkhout. In 1887 werd er een nieuw gebouw gezet aan de Hazepaterslaan en op 1 juni 1973 werd het ziekenhuis op de huidige locatie geopend, bestemt voor 365 bedden en 15 wiegen voor gezonde zuigelingen.

Zo weet Sophietje ook nog dat ze eens een keer helemaal van Haarlem naar Giethoorn is gefietst, 150 km Daar hield een evangelist de heer Pasman een bijeenkomst. Sophietje was geïnteresseerd in dit soort zaken. Zij wist haar religieuze weg nog

69

Page 68: SOPHIETJE 6

niet helemaal, haar Joodse achtergrond, haar gereformeerde vader, de opvoeding in het kindertehuis en het verblijf bij dominee Van de berg brachten haar in verwarring en ze was nog steeds op zoek naar haar juiste religieuze waarheid. Ze is er met een heel stel heen geweest en hebben geslapen in een molen, in het stro. Ook een leuk avontuur.

Mede door de ervaringen in Soest opgedaan kreeg haar leven in Haarlem een andere wending.

70

Page 69: SOPHIETJE 6

Soest Sanatorium Kuurhuisje

Blad Muziek Kuurhuisje

71

Page 70: SOPHIETJE 6

En maar rusten… soms jaren lang

Er moet goed gegeten worden De hele groep bij elkaar voor b een bootreisje

Zuster BoasBerg Even poseren patiënten en verpleegsters

72

Page 71: SOPHIETJE 6

Met een collega Diaconessenhuis Haarlem Directrice Soest

Fietsen geleerd van Ab Sonnevanck Hillegom

IX MANNEN IN HAAR LEVEN

73

Page 72: SOPHIETJE 6

Ervaring met vriendjes had Sophietje niet. Ja, ze was wel eens een beetje verliefd geweest op een jongetje opschool, maar vaste verkering of zoiets, was alleen maar iets waarvan je

droomde. Tot op een dag dat er door medewerkers van het Sanatorium een feestje werd georganiseerd. Tijdens dit feest leerde Sophietje Ab kennen. Hij kwam uit Groningen en lag in Soesterberg in dienst. Het leek wat te worden. Ze heeft hem zelfs mee genomen naar Amsterdam en voorgesteld aan tante Su. Hij was in dienst en droeg zijn militaire kloffie. Nadat tante Su haar een fiets had beloofd, maar Sophietje vanwege spijbelen dit cadeau niet kreeg, had Sophietje van haar verpleegsterssalaris in Soest een fiets gekocht. Ab heeft haar leren fietsen. Sophietje was zo bang dat zij bij iedere hoek afstapte. Later heeft ze het toch nog redelijk geleerd en hele einden gefietst. Maar nu doet ze alles per auto. Anderhalf jaar hadden ze verkering, maar toen maakte Ab het plotseling uit. En tot op de dag van vandaag weet Sophietje nog steeds niet waarom. Daarna heeft ze nog wel eens een vriendje gehad, maar nooit echt serieus. Sophietje heeft ook nog eens drie maanden gescharreld met een donkere jongen, maar uiteindelijk werd ook dat niets.

Sophietje heeft haar verpleegstersopleiding in Haarlem niet afgemaakt. Ze moest nog maar drie maanden. Waarom zij die opleiding zo abrupt afbrak had een voor haar goede reden. Ze leerde haar toekomstige man kennen. Ook deze ontmoeting begon met een door het Diaconessenhuis georganiseerd evenement. Het ziekenhuis wilde een bazaar organiseren, daar waren geld en goederen voor nodig.

74

Page 73: SOPHIETJE 6

Samengewerkt er met de PTT in Hillegom, dat kon vroeger nog allemaal. Sophietje ging samen met haar vriendin Jeanne op stap met een PTT ‘er. Haar begeleider langs de deuren in Hillegom was Chris Wevers. Hij woonde in de wijk Patrimonium. En hoe toevallig ook, in de zelfde wijk woonde Mien. Sophietje en Chris moesten de door hen opgehaalde gelden en goederen afleveren bij Mien thuis. Daar kregen ze natuurlijk naar goed Hollands gebruik een kopje koffie met een koekje. En tijdens de ook zo gebruikelijke koffiepraat kwam het onderwerp getrouwd zijn of trouwen aan de orde. Mien vertelde tijdens dit gesprek dat zij nog een ongetrouwde broer had, Teun. Ze vroeg zich af of deze jongen niet iets voor Sophietje was. Ach, die wist dat niet zo maar. Wat een idee. Maar Mien stelde voor een afspraakje bij haar thuis te maken en daarbij ook haar broer uit te nodigen. Zo gezegd, zo gedaan. En ja hoor, toen Sophietje ’s avonds op haar afspraakje kwam, was daar ook de 38 jarige Teun Daudey. Elf jaar ouder dan Sophietje. Een lange, stille, maar vriendelijke man. Het was toch allemaal wel spannend, niemand van de aanwezigen wist nou precies wat ze er van denken moesten. Er werd wel wat gepraat, maar meer nog gezwegen die avond. Maar toen Teun haar, na dit avondje naar de bus bracht zei hij: “ik wil wel verder met je”. Sophietje zei daarop: “Ik kan geen vlees braden en ook met geld kan ik niet zo goed omgaan. Maar ik wil wel kinderen”. Zo begon haar relatie met Teun begin januari 1957. Tante Su moest dit natuurlijk ook weten. Tante was in eerste instantie niet zo gecharmeerd van deze verbintenis. Ze had heel wat anders in gedachten voor Sophietje, dan zo maar een gewone huisschilder. Later bleek dat allemaal nogal mee te vallen en werd ze zelfs goede maatjes met opa Daudey, de vader van Teun.

75

Page 74: SOPHIETJE 6

Tijdens één van haar diensten in het Diaconessenziekenhuis krijgt Sophietje een telefoontje met de boodschap: “je schoonmoeder ligt in het ziekenhuis”. Ze was zeer verbaasd, ze had immers geen schoonmoeder. Maar opeens bedacht zij, dat het Teun zijn moeder wel eens kon wezen. En dat was ook zo. De moeder van Teun had een beroerte gekregen. Snel naar het ziekenhuis gebracht en na veertien dagen overleed zij. Opa Daudey en Teun waren toen alleen. En die twee waren beslist geen handige huishoudelijke types. Iedereen vond dat Sophietje maar snel moest trouwen. Dat was toch de beste oplossing, niet waar? Ja voor de familie van Teun! De directrice van het ziekenhuis ontraadde haar deze snelle beslissing en zei: “dat ze haar tijd moest nemen” . Kort na dit gesprek, waarover ze nog moest nadenken kreeg Sophietje een ernstige ontsteking aan haar grote teen en moest in het ziekenhuis opgenomen worden. Ze kreeg veel bezoek, vooral van de familie van Teun. Dagelijks drongen deze familieleden er op aan dat zij maar moest trouwen met Teun. Vaak met de opmerking: “als het niet door zou gaan, kon dat leiden tot de dood van Teun, door verdriet. Want het was toch zo een gevoelige man”. Sophietje was hier geroerd door en gaf toe. Van de huisarts mocht ze weer gaan werken, maar voorlopig wel voor halve dagen. Daar was het ziekenhuis het niet mee eens, dus zo was er weer een reden om op de “chantage”van de familie van Teun in te gaan en de verbintenis nu maar officieel te maken. Sophietje zei toen boos in het ziekenhuis: “dan ga ik helemaal bij jullie weg”. Dit werd niet geloofd want ze had geen woonadres. Maar Sophietje vond de oplossing, ze kon intrekken bij Chris Wevers in Hillegom, de jongen waarmee ze eerder voor de bazaar van het Diaconessenhuis geld en spullen

76

Page 75: SOPHIETJE 6

had opgehaald. In april 1957 hebben Teun en Sophietje zich verloofd en op 6 juni 1957 zijn zij getrouwd. Sophietje 28 en Teun 38 jaar. Ieder vanuit een ander adres. Sophietje uit het Patrimoniumplein 32 het adres van Chris en Teun van uit het huis van zijn zuster Mien aan de van Vlietstraat 46, beide te Hillegom. Teun was eigenlijk toen al een wat bezadigde man. Sophietje nam deze grote stap ook, omdat zij niet langer alleen wilde zijn. Zij zocht naar geborgenheid en zekerheid. En kon haar zorgende eigenschappen goed kwijt in dit gezin. Maar de belangrijkste rede was eerlijk gezegd dat zij zo graag kinderen wilde. Ze heeft in die periode, nadat ze het Diaconessenhuis in Haarlem,voorgoed had verlaten, in Hillegom nog een tijdje gewerkt in Sonnevanck, een tehuis voor chronisch zieke ouderen.

Na een jaar kregen zij hun eerste zoon Hans, zes jaar later hun tweede kindje ook weer een zoon Marius en nog weer eens vijf jaar later dan eindelijk de zo gewenste dochter. Daniëlle En zo bleef de gezinssamenstelling. Hieruit blijkt wel dat de oude Teun niet echt een opwindende vrijer was.

77

Page 76: SOPHIETJE 6

Haar eerste vriendje AB

Verloofd met Teun Daudey

78

Page 77: SOPHIETJE 6

Daar komt de bruid Het bruidspaar Daudey - BoasBerg

79

Page 78: SOPHIETJE 6

Het middelpunt Aankomst Krochtstraat De vaders

Bruiloftsgasten Dansen met opa Daudey

80

Page 79: SOPHIETJE 6

Thuis tussen de bloemen Opa Daudey met tante Su Dansen met tante Bep

X GEZIN EN VAKANTIE

Het is een heel gewoon gezin . Ze woonden eerst aan de Krochtstraat. Dit huisje konden ze kopen voor fl.6.000.- maar Teun vond dat maar eng en ze deden dat toch maar niet.

Hoe moest hij dat opbrengen?Hij verdiende nog geen negentig gulden in de week. Moest hij misschien nog meer overwerken? Nee, hij zag het niet zitten. Later toen opa Daudey was overleden zijn ze verhuisd. Ze kregen aan de Leidsestraat 236, de weg van Hillegom naar Lisse, een huis

81

Page 80: SOPHIETJE 6

aangeboden van de kalkzandsteenfabriek van Herwaarden (opgericht in 1904) waar Teun in dienst was. Hij was samen met één collega onderhoudsschilder en had de zorg voor alle huisjes van de fabriek en dat waren er heel wat. Was hij klaar met het schilderen van het laatste huisje dan kon hij praktisch weer beginnen met het eerste. Daarnaast kluste hij veel bij. Hier en daar een behangetje plakken, schilderwerk voor kennissen en familie. Dat hield in dat hij veel van huis was, maar er aardig wat bijverdiende. Sophietje had de zorg voor haar gezin. Opa Daudey en Teun. Zij zorgde nog zes jaar voor opa Daudey voordat hij overleed. Opa kwam oorspronkelijk uit Lisse, waar Teun ook geboren is. Opa Daudey had een kleine herenkleding zaak. En het was beslist geen vetpot binnen dat gezin. In het eerste jaar van hun huwelijk, tijdens de vakantie ging ze samen met Teun fietsen in Bergen Noord-Holland. Ze vergeet dat nooit. Op en wat heuvelige weg, brak haar voorvork van de fiets, toen de heuvelige weg, scherp naar beneden liep. Ze ging over de kop. Het liep gelukkig allemaal goed af, maar het werd wel verder lopen. Sophietje was toen twee maanden zwanger. Haar eerste zoon Hans werd, in mei 1958 geboren en het leven ging gesappig, rustig verder zonder al te veel variatie. Het werd allemaal een beetje een sleur. Naast de muziek was er eigenlijk niet zoveel te doen. Ja de gebruikelijke verjaardagsfeestjes. Teun had een behoorlijk grote familie. Hij had acht broers en zusters uiteraard met aanhang. Die verjaardagsfeestjes waren zo een beetje de afwisseling in het dagelijkse bestaan. Als Teun vrij was en dat was niet al te vaak, dan zat hij te lezen. Sophietje heeft nog nooit iemand ontmoet die zo veel las als haar man. En hij wist jaren later zelfs

82

Page 81: SOPHIETJE 6

nog wanneer hij wat gelezen had, de titel, de schrijver en de inhoud van een boek.

Twee jaar nadat zoon Hans geboren werd, stierf Sophietjes vader Felix Boasberg. Op 13 oktober 1960, 72 jaar oud. Ze heeft nooit veel contact met hem gehad, daaraan was het verleden schuldig.

Ze was in haar huwelijk wel eens ziek geweest, net zoals iedereen. Maar na een galblaasaanval en de daarop volgende operatie, ging het helemaal mis. De zware operatie lukte goed, maar de gevolgen ervan waren niet zo best. Na het ontwaken uit de narcose is er van alles mis gegaan. Psychisch ging er van alles fout. Toen pas, na al die jaren kwamen de gevolgen van alle ellende uit de oorlog te voorschijn. Ze moest nu wel in behandeling. Dus was het gevolg van de operatie, misschien toch wel goed voor haar, Eindelijk kon ze iets aan haar verleden doen. Haar dochter was bijna vijf en het gezin kreeg gedurende haar verblijf in het ziekenhuis en later tijdens haar verblijf in de kliniek in Oegstgeest een gezinsverzorgster in huis. Negen maanden lang professionele hulp. Moet je nu eens om komen. Waar is het toch fout gegaan, dat je nu praktisch geen zorg meer kunt krijgen. Zeker niet voor zo een lange periode. Hoogstens voor een paar uur per dag, de rest moet je maar, met alle gevolgen vandien, oplossen met je familie, kennissen of buren. Mantelzorg noemen ze dat tegenwoordig. Volgens mij gaat al het beschikbare geld niet naar de zorg, maar naar directies en managementteams.

Tijdens haar verblijf gedurende bijna vier maanden in Vogelenzang konden ze Sophietje niet echt helpen. Ze kreeg daar wel elektroshocks toegediend, maar die hielpen niet echt. Sophietje denkt dat ze daardoor een deel van haar herinneringen is kwijt geraakt. Wie zal het weten..

83

Page 82: SOPHIETJE 6

Men kende de kliniek in Oegstgeest (Stichting 1940-1945) en daar werd Sophietje opgenomen en behandeld.

Stichting Centrum ’45 is het landelijke centrum voor de medisch-psychologische behandeling van onder andere oorlogsgetroffenen. Direct na de Tweede Wereldoorlog vroegen medici en psychiaters al aandacht voor de problemen van overlevenden uit het verzet, concentratiekampen en Joodse onderduikers. De locatie Oegstgeest waar Sophietje is geweest, werd in 1971 opgericht en bestaat uit een kliniek met 24 bedden en een dagkliniek met per dag 32 behandelplaatsen.

Haar verblijf daar was een zeer zware periode maar, het hielp. Ze hebben haar daar op de goede weg geholpen. Al kom je nooit meer echt van je oorlogstrauma’s af. Daar moet je mee leren leven. Dat gaat Sophietje best af. Wat ze daar geleerd heeft: was voor zich zelf op te komen. Ze durft nu dingen te vragen en dat was heel belangrijk in haar verdere leven. Maar het gevoel van opgesloten zijn blijft. Ze heeft via haar maatschappelijke werker ook een speciaal rolgordijn voor haar slaapkamer kunnen aanschaffen. Zij kan wel van binnen naar buiten kijken, maar niemand kan van buitenaf haar slaapkamer inkijken. Ook dit geeft een veilig gevoel. Verder werd het door alle gesprekken duidelijk, met haar psychiater, dat ze haar geluk niet kon vinden in haar huwelijk., Ze kon met Teun niet praten. Hij was erg gesloten en kon zich zeer moeilijk uitten. Dat was volgens de artsen ook de reden dat hij zich helemaal terug trok in zijn boeken. Maar voor Sophietje bleef het probleem bestaan. Ze kon niet echt haar zelf zijn en ze kwam ook niet aan haar zelf toe, terwijl dat toch noodzakelijk was om met het verleden te kunnen leven. Ze probeerde andere wegen, zo had ze nog

84

Page 83: SOPHIETJE 6

een kort tijdje een relatie met een getrouwde man. Ook hij kon haar niet dat geluk geven waarnaar ze zocht. En trouwens een dergelijke relatie is toch gedoemd te mislukken. Ze probeerde nog andere oplossing in te brengen om haar huwelijk te redden. Toen Marius 15 was en Danielle tien wilde ze nog wel een klein kindje hebben. Maar samen met Teun zat dat er niet in. Dus nam ze een jongetje Moestafa in huis, waar ze twee jaar voor zorgde. Ze was nu eenmaal gek op kleine kinderen. Dat zal ook wel een overblijfsel van het kindertehuis zijn, waar ze haar leven is begonnen. Al die kinderen hadden eigenlijk iemand nodig, maar ouders waren er vaak niet voor ze. Dat gemis heeft ook Sophietje gevoeld,. Daarom denkt zij zijn kinderen zo belangrijk in haar leven geweest en nog steeds.

Sophietje dacht lang na over het advies van haar psychiater maar zag het huwelijk met Teun niet meer zitten en zij vroeg echtscheiding aan. Op 2 maart 1982 was het zover. Een moeilijke beslissing, zeker in die tijd, je ging niet zomaar scheiden. Je trouwt toch vindt Sophietje om bij elkaar te blijven en dat is altijd oprecht haar bedoeling geweest. En wat zal de omgeving er van zeggen? Allemaal dingen die door haar gedachten gingen. Maar het kon echt niet anders. Teun legde zich uiteindelijk ook bij dit feit neer. Ze waren bijna 25 jaar getrouwd. Hans heeft nog een feestje georganiseerd. Zaaltje gehuurd, veel mensen uitgenodigd, familie, kennissen maar ook MC vrienden. Sophietje vond het allemaal wel wat hypocriet. Een feestje bouwen terwijl je weet dat je gaat scheiden. Maar Hans was bij de marine en hij zou naar Curaçao gaan en hij vond dit feest belangrijk. Ook tweede zoon Marius heeft een periode bij de marine gediend. Tijdens zijn verblijf met kerst in Curaçao stuurde zijn moeder, door de

85

Page 84: SOPHIETJE 6

plaatselijke slager, in vacuüm verpakte stukken kalkoen naar hem toe. Teun kreeg ieder jaar van zijn baas een kalkoen. Helaas stuurde Sophietje de kalkoen niet per luchtpost, maar over zee en toen de kalkoen eindelijk in februari aankwam, was hij mooi blauw maar niet meer te eten. Even als de meegezonden, traditionele “oud en nieuw ”salade, volgens recept van Tante Su uit het kindertehuis. Die salade wordt trouwens ieder jaar gemaakt ook door Louk. Het was allemaal zeer goed bedoeld toch? Na de scheiding ging Teun naar een pension. Vanaf het ogenblik dat hij daarvoor in aanmerking kwam is hij naar een bejaardenhuis vertrokken, waar hij tot aan zijn dood heeft gewoond. Sophietje bleef tot 1995 wonen in het huisje van de kalksteenfabriek Van Herwaarden. De huisjes waren oud en niet meer van deze tijd. Ze werden afgebroken. Ze moest er uit. Het heeft lang geduurd eer Sophietje een haar passend huis had gevonden aan de Willem de Zwijgerlaan, waar ze nu nog woont. Daniëlle is nog aan de Leidsestraat blijven wonen, want zij wilde ook een eigen huisje. Ze kreeg acht maanden later een piepklein flatje. Daar heeft ze twee jaar gewoond totdat ze het huisje kreeg, met een tuintje, waar ze nu nog steeds woont. Teun overleed in het bejaardenhuis toen hij 78 was. Op 7 november 1997. Sophietje heeft tot de laatste dag aan toe voor Teun gezorgd. Ze deed zijn was, haalde hem regelmatig op met de auto voor een kort bezoekje thuis of nam hem mee naar de verjaardagen van de kinderen. Dat zat nu eenmaal in haar karakter. Bij de crematie sprak Sophietje de volgende woorden

86

Page 85: SOPHIETJE 6

Lieve Teun,

Negenendertig jaar geleden, 5 juni 1957 zijn we samen in het huwelijksbootje gestapt,

om er iets moois van te maken. Jij werkte heel hard en samen gingen we naar de muziekvereniging H.H.K, waar we erg van genoten. Jij speelde klarinet en dat ben ik toen ook gaan doen. Je gaf me drie mooie kinderen, en toch ging er iets niet goed tussen ons. Na ruim 24 jaar zijn we uit elkaar gegaan. Maar tot aan de dag van vandaag, hebben we nog heel veel voor elkaar betekend en hielden wij toch van elkaar. Ieder op zijn eigen manier. We hebben jou tot de laatste minuten omringd, en dat gaf mij de kracht om in gedachten met jou door te gaan. Het toneelstuk dat ik moest spelen op de zelfde dag dat jij stierf, heb ik aan jou opgedragen, het was voor mij heel zwaar om dat te volbrengen, maar ik zag in gedachten jou vooraanzitten en je genoot.

Rust nu maar uit.

Sophietje had het in het begin niet gemakkelijk. Ze moest het doen met een uitkering. Dat was niet altijd gemakkelijk. Toch wilde zij zichzelf en haar

87

Page 86: SOPHIETJE 6

dochter, net als ze vroeger deden, wel eens trakteren. Bijvoorbeeld met een lekker diner. Op naar restaurant “de Nagtegaal” in Lisse en zonder dat ze zich van iemand iets aantrok bestelde ze twee kindermenu’s. Eerst keek de ober even vreemd op, maar hij had het stel door en het werd een zeer uitgebreid kindermenu. Maar na een jaar kreeg ze, ook weer via de WUV, een uitkering. Daar had ze recht op als oorlogsvervolgde en via maatschappelijk werk werd dit in orde gemaakt. Geen gemakkelijke procedure maar uiteindelijk kwam het voor elkaar en heeft ze daar tot vandaag aan toe plezier aan en voldoende zekerheid.

Ze waren beide blij met hun vrijheid. Teun omdat hij niets mee aan zijn hoofd had en lekker kon lezen. Sophietje omdat zij haar gang kon gaan en zich niet meer behoefde te ergeren aan de passieve houding van haar man. Ook met de kinderen had hij geen echte, hechte band, geen activiteit. Niemand heeft ooit een kwaad woord over hem laten horen. Het was een beste, brave, zeer belezen man. Werkzaam, maar saai, zo saai, zeker voor de actieve Sophietje. Volgens Sophietje heeft hij nooit een werkdag verzuimd bij Van Herwaarden.

Al dat zorgen en al die activiteiten waarbij ze betrokken was, waren min of meer ook een vlucht uit het werkelijke leven. Ze stond altijd voor een ander klaar. Of het nu de buren waren of de Spaanse gastarbeiders, die geen woord Nederlands spraken, Sophietje hiep waar ze kon. En altijd met plezier. Het zorgen voor, hield ook in dat zij graag honden heeft waar ze verantwoordelijk voor is. Een ander voordeel daarvan is dat ze in beweging blijft. De honden moeten toch een paar keer per dag worden uigelaten en dat doet ze graag. Zo blijft ze in beweging, zelfs nu nog iedere dag er een paar

88

Page 87: SOPHIETJE 6

keer op uit. Dat is ook wel nodig want ze is suikerpatiënt en op conditie blijven is belangrijk. De nodige weerstand opbouwen en behouden maakt je minder vatbaar voor allerlei ouderdomskwaaltjes. Het huwelijk was beslist niet zoals zij verwacht had. Teun was een beste man, Hij was niet erg actief, zeker niet met de kinderen. Sophietje heeft ze altijd intensief met de kinderen bezig gehouden. Zij voedde ze op en zij bracht hen belangrijke dingen bij zoals: de liefde voor de natuur. Dat vond ze heel belangrijk. De enige keren dat Teun zich redelijk actief opstelde was met de vakantie of een reisje met de Hillegomse Harmonie Kapel. Ze zijn met Daniëlle hun dochter een keer met vakantie naar Oostenrijk geweest. Dat was erg leuk. Sophietje was er ’s morgen altijd vroeg uit dat kwam door Daniëlle die was altijd zeer vroeg wakker. Dan ging ze het dorp in. Op een keer kwam ze zeer verontwaardigd thuis. Tegen Teun zei ze: “weet je wat ze tegen me zeggen, op straat? Kroeskop”. Teun zei: “ze zeggen Gruß Gott dat is de normale wijze hier om iemand te begroeten”. Ze moesten er allemaal hard om lachen. Ze gingen ieder jaar wel op vakantie. Teun was lid van de bond. De CNV, christelijke dus in de gezamenlijke eetzaal bidden voor het eten. Voorgegaan door de strenge maar rechtvaardige heer Gortemaker. Was wel even wennen. Via de Bond konden ze een behoorlijke korting krijgen op het huren van een bungalow. Ze gingen meestal voor een weekje. Met de trein en de fietsen werden door een kennis uit Sassenheim naar het vakantie adres gebracht. Een keer zijn ze met het busje gegaan, met de fietsen op het dak. En met vakantie gingen ze eerst naar het “Centrum” te Driebergen en later naar “het grote Bos” te Doorn. Deze vakanties waren best leuk. Sophietje was goed in spelletjes en speurtochten. Zo won ze vaak

89

Page 88: SOPHIETJE 6

de Bingo. En na een nachtelijke dropping of speurtocht in de omgeving van hun vakantieverblijf won ze ook vaak een prijs. Ook tijdens de vakantie kon ze het zorgen niet laten. Ze stond voor iedereen klaar. Een hoogte punt van de vakanties waren altijd de Bonte Avonden op de vrijdagavond. Sophietje ontbrak nooit als deelnemer op deze avonden. Ze speelde altijd heel naturel en eens heeft ze op het toneel een kip zitten afkluiven omdat ze dat zo lekker vond. Ja, het is me er eentje, die Sophietje.

Weer thuis stortte zij zich weer op haar gezin en haar activiteiten, Mogelijk zijn beide, wel een vlucht uit het werkelijke leven en een aanleiding niet al te veel over het verleden na te denken. Vakantie is voor haar nog steeds belangrijk. In het voorjaar en in het najaar gaat ze met Danielle naar Wateren in Drente. Ze huren daar dan voor een weekje een huisje. Meestal zo rond de 17de april, want dan gaan ze op visite bij Louk haar enige contact uit het kindertehuis die dan jarig is en een weekje in september en dan gaat Louk met Jantsje naar hen toe voor een lekker dagje uit een dineetje toe.

90

Page 89: SOPHIETJE 6

Het gezin in de Leidsestraat samen met Daniëlle geboren de ouders van Mustafa

91

Page 90: SOPHIETJE 6

Daniëlle aan de fles Marius, Danielle 2 jr.

en Hans

Met zijn drietjes bij de kerstboom Daniëlle en broer Marius

92

Page 91: SOPHIETJE 6

In therapie te Oegstgeest Stichting 1940-1945

12 ½ jaar getrouwd Communicatie via het bakkie

93

Page 92: SOPHIETJE 6

Vakantie in het grote Bos te Doorn via de Vakbond

94

Page 93: SOPHIETJE 6

Vakantie in Oostenrijk met Teun en Daniëlle

Regelmatig naar Israel met de auto naar mooie plekjes Lekker lezen op het strand

In het mooie landschap Op een kameel rijden is me ook wat

Dit is de nachtegaal te Lisse, met twee kindermenu’s

95

Page 94: SOPHIETJE 6

Ieder jaar in Wateren rond 17 april dan is Louk jarig en in september dan komt Louk met Jantsje hier een kort verblijf met diner als toetje

Daniëlle En de hond mag altijd

mee

Mooi landschap Lekker paardrijden

96

Page 95: SOPHIETJE 6

XI HAAR ACTIVITEITEN.

Naast haar gezin heeft Sophietje haar hele leven lang erg veel gedaan. Ze speelde piano, klarinet en mondharmonica. Toen ze Teun leerde

kennen speelde hij in de Hillegomse Harmonie, ook klarinet. Sophietje is muzikaal en kon door haar pianospel noten lezen, zodat zij het spelen snel onder de knie kreeg en mee liep in de Harmonie. Dat heeft ze 12 ½ jaar gedaan. Teun trouwens meer dan 25 jaar. Om naar en van de harmonie te komen kocht Sophietje een Solex. Teun had een Puch Maxi. Hij ging altijd naar zijn werk met de brommer. Later woonde hij praktisch tussen zijn werk en toen droeg hij altijd een overall. Bij de zoveelste tankbeurt van haar Solexje zei de garagehouder: “Dit brommertje wordt wel erg slecht mevrouw, u zou een andere moeten kopen”. Sophietje luisterde naar deze goede raad en kocht ook een Puch. Maar ze wilde meer. Ze proefde haar vrijheid, haar onafhankelijkheid en ze wilde een autootje. Bij een rijschool uit Lissen nam ze rijlessen en na vier keer afrijden had zij haar rijbewijs. Dus direct een auto gekocht. Een Renault. Of de duvel er mee speelde deze wagentjes brachten haar geen geluk. Ze werden allemaal total loss afgevoerd. De eerste keer gebeurde dat door een aanrijding van een passerende auto op de Leidsestraat met de streekbus van de ZHA. Die auto werd gelanceerd en vloog tegen haar, voor de deur geparkeerde, Renautje op. De accu lag los in haar tuin. Haar tweede auto werd stuk gereden door Marius, haar zoon. Die dacht in zijn jeugdige overmoed dat hij wel kon rijden met glad weer. Niet dus. Haar derde wagen ook weer een Renault

97

Page 96: SOPHIETJE 6

werd van achteren aangereden toen zij met Daniëlle de ventweg bij huis, op wilde draaien. De auto was net volgeladen met plantjes van de markt. De mevrouw die achter haar reed lette niet op en daar lagen dan even later alle plantjes op de ventweg en de auto kon afgevoerd worden. De vierde auto werd verwoest toen Sophietje moest stoppen voor een voorganger en de haar achterop rijdende chauffeur remde te laat met als gevolg dat deze auto boven op haar Renautje 5 vloog. Die kon dus ook naar de schroot. Dat was het dus en wat nu? De spaarpot was echt helemaal leeg. Gelukkig bood maatschappelijk werk uitkomst. Op medische gronden vanwege haar oorlogsverleden kreeg ze via de WUV een autootje toegewezen. De WUV wilde haar eerste een schakelwagen aansmeren, omdat die nu eenmaal goedkoper zijn dan een automaat. Maar dat lukte niet. Toch weer een bewijs dat Sophietje in het Centrum geleerd heeft voor zich zelf op te komen. Nu krijgt ze iedere vijf jaar een nieuwe auto en per jaar ook nog wat vergoeding voor de kilometers die ze maakt van de WUV. Ze rijdt in haar Suzuki Alto automaat en dat bevalt haar best.

De WUV is bedoeld voor personen die tijdens de tweede wereldoorlog werden vervolgd wegens hun ras, geloof, wereldbeschouwing of homoseksualiteit. In Nederland werden vooral Joden, Zigeuners, Jehova’s getuigen en communisten vervolgd.

De auto staat voor de deur en Sophietje voelt zich gelukkig met deze verworvenheid. Was Sophietje ook een gevoel van vrijheid gaf en de mogelijkheid om met anderen te communiceren was haar 27 MC bakkie. Dit werd in de jaren ’80 een populair communicatiemiddel en ook Sophietje heeft daar druk aan meegedaan. Dat heeft ze jaren gehad en

98

Page 97: SOPHIETJE 6

ze had contact over de hele wereld. Een grote antenne op het dak maakt dit bezit goed duidelijk aan anderen. Ze gingen ook vaak met deze nieuw verworven vrienden een dagje op stap. Dat was altijd bere gezellig en Sophietje heeft er goede herinneringen aan.

Soms werd de Harmonie Kapel uitgenodigd om een muzikaal optreden te verzorgen. Sophietje weet ook nog van een reisje naar Duitsland. De brandweer in een Beiers dorpje had feest en ze hadden de Hillegomse Harmonie Kapel uitgenodigd om de muziek te verzorgen. Dat was bar leuk. Sophietje dronk tijdens het feest sinas. Maar de omstanders vonden dat maar niets en ze zeiden, dat ze maar een biertje moest pakken. Nou dat was me wat. Ze hebben in Duitsland alleen maar van die halve liter pullen. Dus Sophietje aan het bier. Ze werd erg vrolijk van en begon te dansen. Erger nog, te walsen en bij ieder tafeltje waar ze aangezwierd kwam, nam ze een slok bier uit de pul die daar op tafel stond ze stond zomaar op haar kop. Op een gegeven moment stopte de muziek even en dat was voor de dirigent aanleiding om tegen Teun te zeggen: “Breng jij je vrouw even naar het hotel, want het lijkt er op dat het iets uit de hand loopt”. Dus Teun bracht Sophietje naar het hotel en stopte haar in bed. Hij ging weer terug naar de muziek. De volgende morgen vroeg hij, hoe ze zich voelde en of ze geen kater had? Nee, hoor ze voelde zich prima. Weet je dan nog hoe je thuis en in bed gekomen bent. Nee, dat wist ze niet meer. Maar ze wist nog wel dat het een heerlijk feestje was geweest. Sindsdien kan ze toch wel drank verdragen. Want op een ander feestje van de Harmonie zag ze eens zes glaasjes staan op vierkante voetjes. Die vond ze prachtig en ze wilde

99

Page 98: SOPHIETJE 6

ze wel hebben. “Nee, werd er gezegd die krijg je niet, maar je kunt ze wel verdienen.” Alle glaasjes werden gevuld, met rode wijn, port, sherry, witte wijn, cognac en whisky. Als ze alle gevulde glaasjes leeg dronk, mocht zij de lege glaasjes houden. Sophietje maakte een afspraak met Teun. Die zou met haar fiets naar huis gaan en zij zou zorgen dat ze thuis gebracht werd. Ze verwachtte wel dronken te zullen worden. Maar ze kwam thuis met haar zes glaasjes en was niet eens dronken. De glaasjes heeft ze nu nog steeds. Hoogtepunten voor de Hillegomse harmonie Kapel waren de jaarlijkse uitvoeringen met bal na, op muziek van een bekende ingehuurde band en het jaarlijkse bloemencorso, waarbij de harmonie altijd meeliep. Maar Sophietje niet. Die had geen tijd zij maakte op deze bijzondere dag altijd een flinke pan soep voor de hele buurt. En reken maar dat die aftrek vond.

Er werd bij de kalkzandsteenfabriek Van Herwaarden een muziekgroepje opgericht en daarvan maakte Sophietje deel uit. Zij speelde mondharmonica. Best leuk allemaal en zo had ze ook nog een verzetje om de dagelijkse sleur te doorbreken. Toen er in de fabriek een toneelclubje werd opgericht was Sophietje onmiddellijk van de partij. Ze had dat gevoel om toneel te spelen niet van een vreemde. Het zusje van haar moeder was Lies de Wind, een toneelspeelster en geen onbekende actrice ook.

Lies de Wind speelde in Tv-series als Swiebertje, Medisch Centrum West, Spijkerhoek, maar ook in soaps als: Onderweg naar Morgen en Goede Tijden, Slechte Tijden. Verder was ze nog bekend als de vrouw van commissaris Maigret in de serie met Jan Teulings, later werd deze serie gespeeld door Kees Brusse en Riek Schagen.

100

Page 99: SOPHIETJE 6

Sophietje heeft nog contact met nicht Loekie een dochter van Louis, de broer van Lies de Wind. Ook heeft ze nog familie van haar leren kennen uit Canada. Een verre neef van haar Maurice. Door deze ontmoeting leerde ze nog meer familieleden kennen, die in Nederland in Blaricum en Buitenveldert te Amsterdam wonen. Ze wist niet eens dat ze nog meer familie had. Maar die ontmoeting heeft niet geleid tot een echt innig contact.

Het toneelclubje bij van Herwaarden ging ter ziele. Maar Sophietje zat niet bij de pakken neer, zij meldde zich aan bij de toneelvereniging “Kunst Na Arbeid”. Daar heeft ze tot haar zeventigste gespeeld en ook nog jaren in het bestuur gezeten. Waarom ze er mee stopte? Regisseur Ger van Loon ging weg en Sophietje realiseerde zich: “ ik ben bijna zeventig en als ik straks mijn teksten niet meer kan onthouden, wat dan?”Tot nu toe is er geen sprake van, dat haar geheugen achteruit gaat, maar ze vond het veiliger om te stoppen vóór het geheugen haar in de steek zou laten. Ze vierden elk jaar met KNA ook sinterklaasfeest. Ieder jaar maakte ze samen met Daniëlle een prachtige surprise, elk jaar vroeg ze aan Louk of hij een Sinterklaasrijm wilde maken, met de opmerking: “dat kun je zo goed”.

Tijdens een dag voor het Welzijn van Hillegom stond zij in de kraam van KNA. Er kwamen mensen langs die zeiden: “er zou zoiets voor kinderen moeten zijn”. Sophietje zag een gat in de markt. Zij kan niet stil zitten en omdat zij de mening deelde dat er iets voor kinderen gedaan moest worden, heeft ze een kindertheater opgericht. Om één en ander goed voor te bereiden ging ze naar de kamer van Koophandel, die haar duidelijk maakte hoe ze het allemaal aan moest pakken en daarna naar de

101

Page 100: SOPHIETJE 6

Notaris die haar adviseerde een stichting op te richten. Al snel werd dat een feit. Ger de regisseur van KNA werd gevraagd regisseur te worden bij dit nieuwe theater. Zo werd kindertheater “Vooruitzien” een belangrijke stichting in Hillegom in 2000 opgericht door de 72 jarige Sophietje. Gewaardeerd door de jaarlijks 30 tot 50 meespelende kinderen, maar ook door de ouders. Er werken vele vrijwilligers mee om alles voor elkaar te krijgen . Want het blijft een geweldige klus, ieder jaar weer. Decors, kleding, verlichting, grime, geluid, rekwisieten, instuderen van teksten en liedjes en nog veel meer. Vanaf 2000 trekken zie ieder jaar twee keer een volle zaal in de Duinpan in De Zilk met hun uitvoering van een musical. In 2008 wordt de musical een sprookje van de gebroeders Grimm: ‘Repelsteeltje’. Mogelijk het jaar waarin Sophietje dit voor het laatst doet. Ze wordt tachtig in december 2008 en het valt haar allemaal wat zwaar. Ze doet alles de gehele administratie, de uitnodigingen, de ledenlijsten en alle correspondentie op de computer. Een hele prestatie om dat vanaf je tweeënzeventigste allemaal nog te willen leren en er volop gebruik van te maken. Mailen, chatten allemaal geen probleem meer voor Sophietje. Maar ook nu denkt ze alweer, wat ga ik dan doen?

102

Page 101: SOPHIETJE 6

Hillegomse Harmonie Kapel 80 jaar Alle muzikanten bijeen op deze foto

Voorspelen voor een beoordeling Klarinet studeren met Teun

103

Page 102: SOPHIETJE 6

Zelfs de hond krijgt zangles Sophietje als paukenist

Toneelspelen haar passie Ze kan alle rollen aan

104

Page 103: SOPHIETJE 6

Lies de Wind De ene rol na de andere…

… en weer een … en weer

105

Page 104: SOPHIETJE 6

Het ensemble Playback Corry van Gorp voor b Hillegom 55+ Groot Vanenburg

Leest hem de les… en dan hem ook maar

Tijdens de jaarmark in 1999 te Hillegom krijgt Sophietje de inval iets voor en met kinderen te gaan

106

Page 105: SOPHIETJE 6

doen

En dan start ze haar eigen Kindertheater “Vooruitzien“

Alle medewerkers bedanken Traktatie voor alle deelnemers

107

Page 106: SOPHIETJE 6

2008 het laatste jaar voor Sophietje ze neemt afscheid met het sprookje Repelsteeltje

XII LINTJESREGEN

Zo doet ze al jaren heel veel voor anderen en daarom heeft het hare majesteit Koningin Beatrix behaagd om Sophietje in 2007 een lintje te geven en

daar is zij beretrots op. Op vrijdag 27 april 2007 werd ze met een smoes uitgenodigd. Na een toespraak door de burgemeester kreeg ze haar lintje opgespeld. De burgemeester kreeg van Sophie een dikke zoen op beide wangen.

108

Page 107: SOPHIETJE 6

Op 27 april sprak burgemeester Mans van Hillegom de volgende woorden tot Sophietje:

Mevrouw Sophie, ik hoop dat u niet erg schrikt dat ik nu ook uw naam hier noem. Ik doe dat niet zonder reden. Ik denk dat heel veel Hillegommers u kennen en dan vooral vanwege het toneel. U bent jaren lang een actief lid en bestuurslid geweest van de toneelvereniging Kunst na Arbeid. Actief op het toneel (ik noem hier een van de talrijke voorstellingen ’Café op de pof’) en actief “back stage”met onder andere het opstarten van de KNA nieuwsbrief. “De Schijnwerper”Uw leeftijd in acht nemend besloot u op een bepaald moment uw deelname aan de toneelvereniging te gaan afbouwen. Toneel en

109

Page 108: SOPHIETJE 6

alles wat daarmee samenhangt, heeft echter uw hart gestolen en u besloot om het over een andere boeg te gooien en de jeugd een kans te bieden om ook in aanraking te komen met toneel, zang en dans. Dit was het begin van de oprichting (in 2000) van kindertheater “Vooruitzien”. Het theater is werkelijk een groot succes. Jaarlijks een stuk in studeren en twee avonden optreden, het is een enorme uitdaging. Voor de kinderen maar zeker ook voor U. Het is alom bekend dat toneelspelen een heel positief effect heeft op kinderen. En dat is ook bij deze theatergroep het geval. Met name deze ontwikkeling van de kinderen is voor u de grote stimulans om door te gaan.

Mevrouw BoasBergUw inzet voor de toneelvereniging maar zeker ook uw inspanningen om vooral de jeugd een podium te bieden zijn bijzonder waardevol. Uw jarenlange inzet voor de samenleving en de wijze waarop u anderen stimuleert verdient ons aller respect.

Het is mij daarom een eer en genoegen om u te mogen mededelen dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd om u een Koninklijke onderscheiding toe te kennen. U bent benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

110

Page 109: SOPHIETJE 6

In de Hoeksteen gebeurde het… in afwachting waarvan?

Ook de bediening wachtte maar af… en Jantsje dus ook

111

Page 110: SOPHIETJE 6

Nu zit de hele zaal in spanning Marius, Jantsje en Daniëlle ook

112

Page 111: SOPHIETJE 6

Naar voren komen… Toespraak burgemeester Mans

113

Page 112: SOPHIETJE 6

Een boeket hoort er bij Mans spelt het lintje op

Dit lintje dus En de eerste felicitatie

114

Page 113: SOPHIETJE 6

Alle geridderden op de foto Nog meer bloemen

Ook op het balkon werd alles gevolgd Dan natuurlijk de receptie

115

Page 114: SOPHIETJE 6

Bezoekers genoeg die dag Feestmuziek hoort erbij

Daarna lekker met z’n allen lunchen

XIV GEDICHTEN

Inleiding

Sophietje heeft vanaf de periode dat zij in Oegstgeest, Centrum ‘45zat voor behandeling van haar oorlogstrauma’s de opdracht gekregen van de haar behandelende arts, schrijf gedichten. Misschien kom je er achter door je te uiten wat je problemen zijn, wat voor gevoelens je hebt en

116

Page 115: SOPHIETJE 6

misschien help het schrijven bij het benoemen en oplossen van je problemen.

Dat viel allemaal nog niet mee. Dichten was en is toch iets voor schrijvers en dichters, maar voor een gewone huisvrouw? Nou ze heeft het toch geprobeerd en hierna volgen de resultaten.

Een fijn gesprekHoe teer en klein

Kan voor velen een verzuchting zijnDe wereld ziet vaak grauw en somberEn denkt men dan: “ik ga ten onder”

Vlucht dan eens naar iemand die je begrijptDan merk je dat alles veel lichter lijkt

117

Page 116: SOPHIETJE 6

Na en heel fijn gesprek met haar psychiater ontstond:

Jij bent mijn steunMijn hulp in nood

Dat brengt mij veraf van de DoodHoe eng dat misschien mag klinken

Ik zou me zelf soms willen verminkenDan kom jij plots weer in mijn levenJe geeft me liefde, inzicht en maakt

Me ook soms kleinDan ga ik van je weg

En vind ik het leven weer even fijn

118

Page 117: SOPHIETJE 6

Het leven geeft een bintenis met mens en dierEn wat maken we er van op de aarde hier

Een grote puinhoop, zonder meerEen oorlog hier, een rotsooi daar,

Groeien we nu ooit wel eens naar elkaar?We moeten worden als een kind,

Heel onbevangen en blijDan staan we dichter zij aan zij

119

Page 118: SOPHIETJE 6

Je moet jezelf wel kunnen zijnJe vrij voelen en fijn

Je niet voelen als en aangeschoten konijnDan pas kun je dichten

Dan pas is dat fijnDan kun je groot zijn

Maar ook klein

120

Page 119: SOPHIETJE 6

Ik als mens dreig vaak ten onder te gaan,Door bij alle dingen in de wereld stil te staan

Maar… ik sta er immers midden in

Waar is het eind, of een begin?O!! God, geef mij een open oor

Een zuiver hartEen goed geweten

Dan kunnen wij elkanders noodIets gaan verlichten

Tot in de Dood.

121

Page 120: SOPHIETJE 6

Het leven is zeer kort maar hevigDat leert ons elke dag maar weer

Wij werken hard en zijn steeds bezigDe Dood maakt met ons geen wetten meer,

Bij pijn en vreugde, bij leed en smartDe Dood heeft nog nooit consideratie met ons gehad.

122

Page 121: SOPHIETJE 6

De schoonheid der natuur,is overal te vinden,

Bij mens en dier, bij bloem en plant,Bekijk maar eens het mooie op het strand

De zee, het strand, de duinenrand.We zijn op de wereld voor pais en vree

Maar nergens maak je zoiets

123

Page 122: SOPHIETJE 6

Het sein staat op rood,ben vaak dicht bij de Dood

Is er iemand die mij helpt uit de nood?Ja, dan is er die man, die vrouw die ik lief

vindDan is er mijn kind, dat ik erg bemin

Maar niemand kan begrijpen,dat ik nu geen rustte vind

Het verleden was zwaar, ik was nog een kind,

Nu ben ik ouder en sta in het leven iets vertrouwder

Maar, O!!! was ik al die spanningen kwijt!Dan had ik voor een ander veel meer tijd

124

Page 123: SOPHIETJE 6

Ware Liefde komt van bovenNamaak liefde van benee

Wilt ge werkelijke liefde gevenLeef dan niet alleen

125

Page 124: SOPHIETJE 6

!Centrum ’45!Wat hebben wij elkaar te bieden

Hier in dit grote huis?Wat hebben wij elkaar te zeggen

Hier in dat grote huis?De één zegt dit, de ander datEn dat… is soms nogal wat.

Denk ik links, dan moet ik rechtsDenk ik laag, dan moet ik hoog

Vaak denk ik dan het blijft niet droogDan vallen er weer tranen

Wanneer zal ik dat eens gaan lerenMezelf niet de rug toe te keren

126

Page 125: SOPHIETJE 6

Met zijn allen op een bolOp die bol moeten wij gaan zien

Wat ’t Leven heeft te gevenBen je groot of ben je kleinAllemaal willen we wat zijnHeeft ’t Leven wat te bieden

Dat is nog de grote vraagZolang wij elkaar niet accepteren

Ga je steeds weer repeterenHeeft het leven nog wel zin.

127

Page 126: SOPHIETJE 6

Alles deert me,Alles raakt me,

Van alles ga ik overstagAngsten en verdriet

Bang zijn in het donkerBang zijn om alleen te zijn

Mijn botten doen mij vaak veel pijnGesprekken smeken om herhaling

Overal zoek ik een klankbordOveral grijp ik me vast

Maar met al die vastklemmende pogingenKom ik nog steeds niet los van angst

128

Page 127: SOPHIETJE 6

Niet alleenHet is een heel groot wonderEen kindje klein en teer

“t Ligt hier in mijn armen neerIk mag het gaan verzorgen

Van de avond tot de morgenIk mag het liefde gevenEen liefde zonder schijn

En als dit kindje nog eens ver wegVan mij zal zijn

Dat ik terug mag denkenAan alles wat ik hem heb mogen schenken

129

Page 128: SOPHIETJE 6

Wat is dat toch?

Wat deert me?Wat pijnigt me?

Wat kwelt mij toch zo?Soms ken ik mezelf

Soms ken ik mezelf nietInwendig heb ik dan echt verdriet

Dan weer is er een drang omHeel veel te willen

Iets goeds op te bouwenOm van te gaan houwen

Het gaat dan toch weer misIk zou willen weten wat dat in mij is

130

Page 129: SOPHIETJE 6

Rijp aan de bomenEen grauwe lucht

’t gezicht is heel mooitoch slaak ik een zucht

wat schuilt er achter die grauwe lucht?Een wereld vol haat

En venijn om ons heenDat geeft een leegteHet uitzicht is weg

Ga je dan op zoek naar een glimpje zonDan is er de glimlach van een kind

Die gelukkig dat leed van de Wereld niet kent.

131

Page 130: SOPHIETJE 6

Een mens heeft dingen in zijn levenWaardoor hij denkt het op te gevenDus niet meer verder durft bestaan

Plots zie je dan die heldere maandag en denkt dan:

”ik moet toch verder gaan”Dat tikje vreugde te gaan zienDat is een zegen, als je dat kan

Maar zo niet… Wat dan?

132

Page 131: SOPHIETJE 6

Een vredevuur dat moet gaan brandenWat mij betreft in alle landen

Dan is er VredeBlijdschap en geluk

Dan stralen de sterren onsVriendelijk toe

Dan geeft de Zon iets warms van binnenEn kunnen dan het leven opnieuw

beginnen

133

Page 132: SOPHIETJE 6

Het is goed te wetenDat wij een ander geen vreugde schenken

Door: HoogmoedZelfzucht of

VenijnVeel fijner is het,

Om een goed mens te zijn

134

Page 133: SOPHIETJE 6

‘t Luisteren naar… is een moeilijke taakdat ondervinden we maar al te vaakals we dat nu eens gaan proberen

kunnen we vaak van een ander nog leren

135

Page 134: SOPHIETJE 6

’t Leven lijkt soms zo somber en grauwen als ik dan denk hoe moet dat noudan komt er dat handje van een kind

dat mij toch zo teer beminddan krijgt alles veel meer waarde

en is het nog niet zo slecht op deez aarde

136

Page 135: SOPHIETJE 6

Soms maken we van ons leven een puinhoopWe denken zo zwaarEn zien ’t niet meer

Ineens komt dan die anderEn kruist er mijn pad

Waardoor ik gelukkig, me zelf vergatDan zie ik weer een straaltje zonneschijn

En vind ik ’t Leven ineens weer fijn

137

Page 136: SOPHIETJE 6

Het is vaak moeilijk te zeggen wat ik innerlijk beleefMaar, het is toch fijn als ik een ander iets geef

En kom ik tot die overwinningDan bruist er van binnen een heerlijk gevoel

Ik breng iets over bij een anderIk voel me dan de Sterke held

Het heeft me opgebeurdEn niet geveld

138

Page 137: SOPHIETJE 6

Stil! Word ik als er aan mij wordt gedacht

Stil! Word ik met zo een bloemenprachtAls ik even denk onder te gaan

Zijn er toch nog mensen die om me heen gaan staanDan word ik weer stil en huil; dan even

Vaak voel ik me alleenMaar met zo een geste… nee

139

Page 138: SOPHIETJE 6

Ik als mens dreig vaak ten onder te gaanDoor bij alle dingen in de wereld stil te staan

Maar… ik sta er immers midden inWaar is het eind, of een begin?O!! God, geef mij een open oor

Een zuiver hartEen goed geweten

Dan kunnen wij elkanders noodIets gaan verlichten

Tot in de DoodDoor bij alle dingen in de wereld stil te staan

140

Page 139: SOPHIETJE 6

NAWOORD

Dit is in het kort het leven van Sophietje zoals ik het heb opgetekend aan de hand van vele gesprekken. Een leven dat beheerst werd door haar achtergrond. Het kindertehuis en haar oorlogsverleden. Weet dat ik uit ervaring spreek ik heb veel van het zelfde meegemaakt. Het probleem van een kindertehuis verleden is dat je vele kinderen hebt mee gemaakt en net op het moment dat je er van ging houden of je er aan ging hechten verdwenen ze weer uit je leven. Dat heeft tot het gevolg dat jij je niet graag wilt binden aan iemand. Behalve dan aan hen die eigen zijn en vertrouwd, zoals man en kinderen. Maar dat slaat vaak weer door. Je wilt ze niet kwijt raken, niet missen en dat leidt dikwijls tot onbegrepen overbezorgdheid. Vaak ook tot een te nadrukkelijke drang om op zoveel mogelijk ogenblikken samen te zijn met hen. Vaak wordt dit door de gezinsleden als zeer belastend ervaren. Ook is het moeilijk om je te uiten, zeker bij de genen die heel dicht bij je staan. Om te praten over je oorlogsverleden is extra emotioneel als je dat doet aan mensen die zeer dicht bij je staan. Iedereen met een oorlogsverleden heeft bijna te kampen met het zelfde probleem. Men kan niet praten. Als je dan ook nog een partner hebt die je niet kan helpen niet kan verstaan, krijg je het zwaar in je leven en komen de psychische spanningen er uit op een moment dat je minder weerstand hebt. Daarnaast ervaren slachtoffers met een oorlogstrauma vaak weerstand bij hun naasten. Begin je er nu al weer over. We hebben het al zo vaak gehoord. Het is toch al zo lang geleden. Dan klap je dicht en zwijgt maar. Ook door het verraad in de oorlog en de wijze waarop je door mensen behandeld bent in het verleden, vaak gebruikt bent, zorgen voor

141

Page 140: SOPHIETJE 6

extra wantrouwen tegenover de mensen. Ook dat heeft invloed op je leven. Daarom is het een hele prestatie dat Sophietje zich zo goed door het leven heen heeft geslagen. Hieruit blijkt dat ze geleerd heeft van haar therapie en gesprekken met haar psychiater. Dat ze zo zorgzaam is geweest voor anderen, dat ze anderen zoveel heeft kunnen geven in haar verenigingsleven. Het is daarom terecht gezien haar verleden en niet alleen maar als sociaal burger, maar juist als kindertehuiskind met een zeer beladen oorlogsverleden dat het hare Majesteit behaagd heeft haar een lintje te geven. Zij heeft het oprecht verdiend en het is terecht een blijk van waardering voor Sophietje. Waardering van vele mensen waar ze mee heeft gewerkt en waarvoor zij zich heeft ingezet in haar lange leven. Niet allen maar voor man en kinderen, maar ook voor haar grootmoeder, opa Daudey, haar pleegkind Moestafa en de mensen waar zij in de verpleging voor gezorgd heeft. Zij realiseert zich heel goed dat het voor haar gezinsleden niet altijd gemakkelijk is geweest om te gaan met een echtgenote en moeder met een zo zwaar beladen verleden. En ook nog eens een moeder die zich daarover ook nog eens moeilijk kon uiten. Mijn ervaring is, schrijf het dan maar eens op of schrijf de kinderen een lange brief en je merkt dan dat er begrip ontstaat voor het feit waarom was mijn moeder toch zo. Ik hoop dat dit boekje er een beetje toe bijdraagt, dat er nog meer respect en liefde is voor een hele sterke lieve vrouw die proberende het beste te geven aan iedereen die zij lief had en heeft.

Louk Hesemans.

142

Page 141: SOPHIETJE 6

143

Page 142: SOPHIETJE 6

144

Page 143: SOPHIETJE 6

Bronnen:Gemeente Amsterdam;Gemeente Den Haag;Wikipedia;Spaarne Ziekenhuis;B&W plenair; M. Boasberg; NVKC; B. Mulder; Centrum’45; NOS; Tiscali.nl; E.Zaalberger; Gemeente IJmuiden; Stichting Tijdgeest; Archief Nrd.Holland; ’t Olde Lantschap; Burgerjaarkrant, Hillegom;NOS.Mocht ik iemand vergeten zijn dan hiervoor mijn verontschuldigingen aan.

145