schoolplan 2015-2018 - lely lyceum...1.7 positionering van de school 7 2. missie en visie 2.1 missie...
TRANSCRIPT
Schoolplan 2015-2018
Amsterdam, 17 december 2014
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 2
Inhoudsopgave
Inleiding 4
1. Schoolgegevens
1.1 School 5
1.2 College van bestuur 5
1.3 Raad van toezicht 5
1.4 Schoolgrootte 5
1.5 Organisatie 6
1.6 Organogram 7
1.7 Positionering van de school 7
2. Missie en visie
2.1 Missie en visie van SGR 8
3. Onderwijs
3.1 Algemeen 9
3.2 Taalbeleid 9
3.3 Vaksecties 10
3.4 Speerpunten 2015-2018 10
3.4.1 vmbo 11
3.4.2 havo/vwo 11
3.4.3 TTO 11
3.4.4 Exellius 12
3.4.5 Kwaliteit en rendement 12
3.5 Opleidingsschool 12
3.6 Leerlingenzorg 13
3.6.1 Passend Onderwijs 13
3.6.2 Visie op studiebegeleiding en leerlingbegeleiding 13
3.6.3 De mentor 14
3.6.4 De leerlingbegeleider 14
3.6.5 Ongeoorloofd verzuim en te laat komen 14
4. Personeel
4.1 Visie 15
4.2 Landelijke ontwikkelingen/CAO 15
4.3 Personeelsbestand 16
4.4 Functiemix 21
4.5 Gesprekscyclus 21
4.6 Deskundigheidsbevordering 21
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 3
5. Bedrijfsvoering
5.1 Ondersteunende processen 23
5.2 ARBO/Veiligheid 24
5.3 Risicomanagement 27
6. Financiën
6.1 Meerjarenbegroting met sluitende exploitatie 29
6.2 Planning- & Controlcyclus 31
6.3 Budgettering 32
6.4 Vermogenpositie 32
7. Communicatie
7.1 SGR op de kaart 34
7.2 Ouders en leerlingen 34
7.3 Netwerken 35
8. Verantwoording
8.1 Medezeggenschap 36
8.2 Raad van toezicht 36
8.3 Stakeholders 37
8.4 Inspectie 38
Bijlage:
1. Overzicht Meerjarenbeleidsplan 40
2. Overzicht Meerjarenbegroting 41
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 4
Inleiding
Het schoolplan 2015-2018 is het (strategisch) beleidsplan van de school met betrekking tot
onderwijsbeleid, personeelsbeleid, bedrijfsvoering, financieel beleid, communicatie,
risicomanagement en verantwoording. Met dit document verwoordt de school haar missie en visie
en onderbouwt het de beleidsvorming en beleidsplanning.
Het schoolplan is gebaseerd op het schoolplan 2013-2016 dat in december 2012 is vastgesteld
door het college van bestuur na instemming van de MR en accordering van de Raad van Toezicht.
In dit plan wordt het gewijzigde beleid verwoord met name op het gebied van onderwijs,
financiën en bedrijfsvoering.
Eind 2016 zal een nieuw schoolplan 2017-2020 worden opgesteld.
College van bestuur SGR
drs. M. Schoon
mevrouw drs. E.W.M. van Nieuwenhuizen
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 5
1. Schoolgegevens
1.1. School
Openbare Stichting Scholengemeenschap Reigersbos
Ravenswaaipad 3
1106 AW Amsterdam
De school omvat:
vwo
havo
vmbo-t
vmbo-k, sector economie, afdeling handel en administratie
1.2. College van bestuur
De openbare stichting scholengemeenschap Reigersbos heeft tot doel de instandhouding van
scholengemeenschap Reigersbos (SGR). De stichting wordt bestuurd door een college van
bestuur bestaande uit een voorzitter en een lid. Het college van bestuur vormt het bevoegd
gezag van de stichting.
Het college van bestuur bestaat uit:
drs. M. Schoon (voorzitter)
Mw. drs. E.W.M. van Nieuwenhuizen (lid)
1.3. Raad van toezicht
De raad van toezicht houdt toezicht op de uitvoering van de taken en de uitoefening van de
bevoegdheden door het college van bestuur en staat het college van bestuur met raad
terzijde.
De leden van de raad van toezicht zijn:
mevr. drs. M. van der Zwaag (voorzitter)
drs. J.H. van der Aa
mevr. S. Farouk
mevr. B. Heimans
drs. E. Spek
1.4. Schoolgrootte
SGR telt ongeveer 800 leerlingen. In de afgelopen jaren heeft SGR het volgende beeld te
zien gegeven qua leerlingen (op teldatum):
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aantal 755 807 812 802 809 829
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 6
1.5. Organisatie
Het college van bestuur is eindverantwoordelijk voor de strategische koers en heeft de
integrale leiding binnen de scholengemeenschap. Het bestuur wordt daarbij ondersteund
door vier afdelingsleiders en het hoofd stafbureau. Het college van bestuur legt
verantwoording af aan de raad van toezicht.
De voorzitter van het college van bestuur heeft specifieke verantwoordelijkheid voor de
portefeuilles: bedrijfsvoering, personeel en financiën. De voorzitter geeft leiding aan het
hoofd stafbureau, de hoofdconciërge en de systeembeheerder.
Het lid van het college van bestuur heeft specifieke verantwoordelijkheid voor de
portefeuilles onderwijs, leerlingenzorg en personeel. Het lid geeft leiding aan de vier
afdelingsleiders.
De voorzitter en het lid voeren gezamenlijk overleg met de medezeggenschapsraad.
De school kent een teamstructuur met 4 afdelingen die onder leiding staan van een
afdelingsleider. De afdelingsleider is onder verantwoordelijkheid van het lid van het college
van bestuur belast met de leiding van een bepaalde afdeling, zowel ten aanzien van het
onderwijs als ten aanzien van de personele ontwikkeling en de leerlingenzorg. Binnen de
schoolleiding, bestaande uit de leden van het college van bestuur en de afdelingsleiders
worden de onderwijsontwikkeling en de afstemming tussen de verschillende teams
besproken.
In wekelijkse bilateraal overleg bespreken de leden van het college van bestuur met de
verantwoordelijken binnen SGR de voortgang van beleid en uitvoering.
De afdelingsleiders zijn:
E. Baaijens, vmbo leerjaar 1 en 2
Mw. R.A. Clijdesdale, vmbo leerjaar 3 en 4
Mw. drs. E.G. di Lollo, havo/vwo leerjaar 1 tot en met 3 en TTO
Mw. drs. A. Kloeze, havo/vwo leerjaar 4 tot en met 6 en Exellius
Het hoofd stafbureau is:
H.J. Beerepoot
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 7
1.6. Organogram
Raad van Toezicht
College van Bestuur
Hoofd stafbureauHoofd conciërge
Systeembeheerder
Plan.& Organ. Financiën/PZ Leerlingenadm.
Conciërgerie
Afdelingvmbo leerjaar
1 en 2
Afdelingsleider vmbo leerjaar
1 en 2
Afdelingsleider havo/vwo
leerjaar 4 t/m 6 en Exellius
Afdelingsleider vmbo leerjaar
3 en 4
Afdelingsleider havo/vwo
leerjaar 1 t/m 3 en TTO
Afdeling vmbo leerjaar
3 en 4
Afdelinghavo/vwo
leerjaar 1 t/m 3 en TTO
Afdelinghavo/vwo
leerjaar 4 t/m 6 en Exellius
ORGANOGRAM SCHOLENGEMEENSCHAP REIGERSBOSDecember 2014
Onderwijsassist.
1.7. Positionering van de school
SGR heeft een sterke binding met het stadsdeel Amsterdam Zuidoost. Veel leerlingen van groep 8
van het basisonderwijs in Zuidoost verlaten het stadsdeel om elders in Amsterdam of daarbuiten
voortgezet onderwijs te volgen. Dit geldt met name voor de havo/vwo-leerlingen. Hierbij speelt
het imago van het stadsdeel Zuidoost een rol, maar ook de populariteit van
scholengemeenschappen en categorale gymnasia in de stadsdelen Zuid en Centrum.
Als brede school in Zuidoost bezint SGR zich constant op zijn strategische marktpositie. SGR wil
de school aantrekkelijk houden voor leerlingen en medewerkers. De school is voortdurend bezig
om de samenwerking met besturen voor primair onderwijs in Zuidoost te intensiveren.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 8
2. Missie en visie
2.1. Missie en visie van SGR
Missie • SGR is een brede openbare scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs van vmbo
t/m vwo.
• SGR bereidt jongvolwassenen ontwikkelingsgericht voor op hun toekomst door hen te
leren de regie te nemen in hun eigen leerproces, zelfinzicht te krijgen, talenten te
ontwikkelen, kansen te benutten en goede keuzes te maken.
• SGR behaalt goede leeropbrengsten en resultaten in een ontwikkelingsgericht
pedagogisch-didactisch klimaat en een veilige omgeving.
Visie
• Pro-actief leren staat centraal in alle afdelingen.
• Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften behalen door de geboden begeleiding
goede resultaten.
• Het onderwijs en de begeleiding zijn toekomstgericht: leerlingen verkrijgen zelfinzicht
zodat zij goede keuzes kunnen maken, gericht op hun vervolgopleiding en de wereld van
arbeid en beroep.
• In het vmbo staat het ondernemend leren centraal. Leerlingen zijn actief in hun
leerproces en werken doelgericht aan persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden. Vanaf
leerjaar 1 krijgen de leerlingen een doorlopend programma loopbaanoriëntatie en -
begeleiding dat hen leert zelfinzicht te verkrijgen en goede keuzes te maken.
• In het havo staat contextrijk leren centraal. Naast de reguliere opleiding biedt SGR
tweetalig onderwijs. Het tweetalig onderwijs vergroot de Engelse taalvaardigheid en de
kans op succes in onze internationaal georiënteerde samenleving.
• In het vwo staat de onderzoekende leerhouding centraal. Naast de reguliere opleiding
en het tweetalig onderwijs, biedt SGR een vwo-programma in Exellius, waarbij de
academische vaardigheden centraal staan.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 9
3. Onderwijsbeleid
3.1. Algemeen
SGR stelt zich de volgende doelen:
• Verzorgen van kwalitatief hoogstaand onderwijs
• Optimaliseren van de kansen op een geslaagde schoolcarrière
• Ontplooien van de talenten van de leerlingen
• Bevorderen van het welzijn van de leerlingen
• Minimaliseren van de kans op tussentijdse uitval
• Kansen bieden voor opstromen naar een hoger niveau
Om deze doelen te bereiken is het een voorwaarde dat de leerlingen zich tijdens hun
schoolloopbaan sociaal en emotioneel optimaal ontwikkelen. Daarom wordt op SGR veel aandacht
en zorg besteed aan de begeleiding van de leerlingen. De diverse vormen van studiebegeleiding
en leerlingbegeleiding richten zich op het succesvol doorlopen van de schoolloopbaan en op het
welzijn en welbevinden van de leerlingen. Het onderwijs en de begeleiding van de leerlingen zijn
gericht op het verkrijgen van zelfinzicht en het maken van goede keuzes. De leerlingen werken
met een portfolio waardoor zij inzicht krijgen in hun ontwikkeling en na afronding van hun
opleiding op SGR een goede keuze kunnen maken voor een vervolgopleiding.
De leerlingen worden voorbereid op hun participatie in een multiculturele en internationale
samenleving waarin de informatie- en communicatietechnologie een steeds nadrukkelijker plaats
inneemt. Wederzijds respect, tolerantie, openheid en sociale betrokkenheid zijn in de
samenleving van belang en daarom ook op SGR.
3.2. Taalbeleid
Vanaf schooljaar 2014-2015 is het examenprogramma voor het vak Nederlands vernieuwd. Vmbo-
examenkandidaten moeten voldoen aan referentieniveau 2F, havo-examenkandidaten aan niveau
3F en vwo-examenkandidaten aan niveau 4F.
Bij instroom van de leerlingen een leerjaar 1 blijkt dat een groot deel van de leerlingen kampt
met taalachterstanden.
Om ervoor te zorgen dat deze achterstanden geen struikelblok vormen bij het bereiken van het
vereiste referentieniveau en het behalen van het diploma heeft SGR een flink aantal maatregelen
genomen.
De voortgang van de taalontwikkeling wordt gemonitord door genormeerde toetsen.
Om taalachterstanden weg te werken, worden de volgende middelen ingezet:
• De docenten Nederlands ontvangen een rapportage op klasniveau en leerlingniveau
waarin het niveau van de taalbeheersing wordt weergegeven.
• In de onderbouw krijgen de leerlingen met taalachterstanden extra onderwijs met
behulp van het programma muiswerk en speciaal aangestelde taalcoaches.
• Ophoging van de lessentabel voor het vak Nederlands in zowel de onder- als bovenbouw.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 10
• Speciale taallessen in de bovenbouw van havo/vwo.
• Leesbevordering in samenwerking met de openbare bibliotheek van Reigersbos.
Naast het wegwerken van taalachterstanden, is het taalbeleid erop gericht de taalvaardigheid
van de leerlingen te vergroten. Daarbij gaat het niet alleen om de taalvaardigheid in relatie tot
de lessen Nederlands, maar ook om de specifieke taalvaardigheden bij specifieke vakken. Dit
alles in een samenhangende context (zie verder 3.4.3).
3.3. Vaksecties
De vaksecties vervullen een belangrijke rol binnen de school ten aanzien van de afstemming van
het onderwijs en de planning van het horizontale en longitudinale onderwijsaanbod.
Elke vaksectie is aan een afdelingsleider verbonden om goede afstemming en communicatie te
bewerkstelligen.
De sectie draagt jaarlijks zorg voor:
• De planning per leerjaar van de te behandelen leerstof, af te nemen toetsen en de
normering daarvan
• De begeleiding en beoordeling van nieuwe docenten
• De analyse van de resultaten per leerjaar
• De planning van de excursies en vakgebonden leerlingenactiviteiten
• De afspraken ten aanzien van de verslaglegging aan de desbetreffende
afdelingsleider
• De analyse van de examenresultaten CE en de verschillen tussen SE en CE
• De afspraken aangaande het toetsbeleid
• Het vaststellen van een vakspecifiek PTA
• Het vaststellen van een PTO (programma van toetsen in de onderbouw)
De sectievoorzitter heeft een coördinerende rol ten aanzien van de uitvoering van de gemaakte
afspraken die in de sectie gemaakt zijn.
3.4. Speerpunten 2015-2018
Het kader van de onderwijskundige ontwikkelingen is de profielversterking van SGR als brede
school. Deze profielversterking richt zich zowel op het vmbo als op het havo/vwo. De
onderliggende gedachte daarbij is dat een sterk havo/vwo van belang is voor het vmbo, zoals een
sterk vmbo van belang is voor het havo/vwo.
Het strategisch uitgangspunt is dat SGR zich dient te ontwikkelen ten aanzien van aanbod en
resultaten als een hoogwaardig alternatief voor het VO binnen de ring van Amsterdam.
De vijf speerpunten voor de schoolplanperiode 2015-2018 zijn:
1. vmbo
2. havo/vwo
3. TTO
4. Exellius
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 11
5. Kwaliteit en rendement
3.4.1. VMBO
In het VMBO staat ondernemend leren centraal. SGR wil de vmbo-opleiding versterken, zodat
zowel vmbo-k- als vmbo-t-leerlingen kunnen uitblinken en optimale ontwikkelkansen krijgen.
De maatregelen die hiervoor genomen zijn:
• De afdelingsstructuur is gewijzigd met ingang van schooljaar 2014-2015. De eerste twee
leerjaren van het vmbo zijn ondergebracht in een afdeling, dit geldt ook voor de laatste
twee leerjaren van het vmbo. Hierdoor is de doorlopende leerlijn in de vakken de
begleiding beter gewaarborgd.
• In het vmbo is de begeleiding uitgebreid met twee leerlingbegeleiders.
• Leerlingen actief betrekken bij en verantwoordelijk maken voor hun eigen leerproces
• In de bovenbouw van de vmbo-k-afdeling de sector economie en ondernemen aan bieden
die de leerlingen het grootst aantal doorstroommogelijkheden in het MBO biedt.
• De aansluiting van de vmbo-t-opleiding verbeteren door vakkenpakketten aan te laten
sluiten op sectoren in het MBO en binnen twee jaar een curriculum te ontwikkelen
waarbij de leerlingen in de bovenbouw ook een praktisch vak kunnen kiezen.
• De leerlingen een helder beeld te geven en ervaringen op te laten doen van de wereld
van arbeid en beroep door een sterk LOB-traject aan te beiden van leerjaar 1 tot en met
leerjaar 4.
• Leerlingen de kans geven ruime kennis, vaardigheden en zelfinzicht te vergaren om goed
toegerust te zijn voor de vervolgopleiding.
3.4.2. HAVO/VWO
De afdelingsstructuur is gewijzigd met ingang van schooljaar 2014-2015. De eerste drieleerjaren
van het havo en vwo in ondergebracht in een afdeling, dit geldt ook voor de leerjaren 4 tot en
met 6. Hierdoor is de doorlopende leerlijn in de vakken de begeleiding beter gewaarborgd.
Exellius is gezien de ontwikkeling ondergebracht bij de afdeling havo/vwo bovenbouw.
Het pedagogisch en didaktisch klimaat in de havo/vwo-afdelingen legt de nadruk op: zelfinzicht,
zelfontplooiing en keuzes maken. Keuzes voor het schooltype (havo of vwo), voor het profiel in
de bovenbouw en tot slot voor de keuze voor de vervolgopleiding.
In schooljaar 2014-2015 is een start gemaakt met de profilering van de havo-opleiding. Het
uitgangspunt daarbij is dat de havo-leerling geen zwakke vwo’er is maar een sterke denker en
doener. Bij deze leerlingen past ook een aparte didactiek en apart programma dat de komende
twee jaren ontwikkeld zal gaan worden.
Doel van de ingezette ontwikkelingen si het leerrendement verhogen en de opbrengsten te
vergroten.
3.4.3. TTO
In 2010 verwierf SGR de officiële certificering TTO-juniorscholl van het Europees platform.
Daarmee heeft het TTO-onderwijs zijn kwaliteitskeurmerk verworven. De komende jaren staan
de volgende thema’s centraal in de TTO-afdeling:
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 12
• Uitbereidingsmogelijkheden onderzoeken in zowel de onderbouw (meerdere vakken in
het Engels aanbieden) als de bovenbouw. Op dit moment krijgen de TTO-leerlingen na
leerjaar 3 extra uren Engels aangeboden en kunnen zij na 2 jaar opgaan voor het
Cambridge Advanced Certificat.
• Uitbreiding van de samenwerking met TTO-scholen in de omgeving
• Verstevigen van EIO
• Internationatiseringsprojecten ontwikkelen.
3.4.4. Exellius
In leerjaar 2014-2015 is de eerste lichting Exellius-leerlingen in leerjaar 3 beland. Gedurende dit
schooljaar wordt het curriculum uitgewerkt voor de bovenbouw van Exellius en het programma
van de onderbouw verstevigd. Aandachtspunten daarbij zijn:
• Onderbouwprojecten meten aan WON-standaarden
• Transparante opbouw in de onderbouwprojecten
• Doorlopende leerlijn academische vaardigheden naar de bovenbouw
• Deskundigheidsbevordering docenten
3.4.5. Kwaliteit en rendement
Sinds schooljaar 2013-2014 heeft SGR een basisarrangement voor alle afdelingen. Dit neemt niet
weg dat de opbrengsten en resultaten voortdurende gemonitord worden. Met name het geringe
aantal vwo-leerlingen in de bovenbouw en het onderbouwrendement vormen een risico.
De schoolleiding analyseert minstens 3 keer per jaar de opbrengsten en resultaten. Om het
onderbouwrendement te verbeteren worden de volgende acties ondernomen:
• Jaarlijks wordt kritisch gekeken naar de bevorderingsnormen om ervoor te zorgen dat in
de onderbouw strenger beoordeeld wordt dan de bovenbouw en de kansen van
leerlingen om op te stromen optimaal benut kunnen worden.
• Op basisschoolniveau (kwaliteit van de gegeven adviezen), op opleidingsniveau en
leerlingniveau worden jaarlijks analyses gemaakt in het najaar voor leerjaar 2 en
leerjaar 3, waarna bepaald wordt welke acties ingezet kunnen worden.
De examenresultaten worden ook jaarlijks geanalyseerd waarna een plan van aanpak wordt
opgesteld.
3.5. Opleidingsschool
Sinds schooljaar 2013-2014 is SGR aangesloten bij het samenwerkingsverband Opleidingsschool
ZAAM-ROCTOP. SGR werkt samen met de HvA, InHolland, de VU en de VO-scholen uit het
samenwerkingsverband. Elke schooljaar lopen 10 tot 15 studenten stage op SGR. De
Opleidingsschool SGR richt zich op het opleiden van studenten en de professionalisering van
docenten. SGR werkt aan het vergroten van kennis over onderwijs, het versterken van
pedagogische en didactische vaardigheid, het begeleiden van leerlingen en daarmee aan het
verbeteren van de prestaties van elk kind.
SGR is een uitstekende leerplek voor studenten die kennis en ervaring willen opdoen over het
docentschap op een school in een grote stad.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 13
De training die werkplekbegeleiders en schoolopleiders volgen zorgen voor professionalisering van
de docenten en verbetering van de kwaliteit van de leeromgeving van de leerlingen.
Door de samenwerking met andere opleidingsscholen, de hogere scholen en de studenten zal
uitwisseling van expertise plaatsvinden, hetgeen stimulerend is voor het ontwikkelingsgericht
pedagogisch-didactische leeromgeving.
De aandachtspunten voor de komende jaren zijn:
• SGR en de overkoepelende opleidingsschool ZAAM-ROCTOP hebben een
intentieverklaring getekend voor een samenwerkingsovereenkomt. De ambitie van SGR is
om eind schooljaar 2014-2015 officieel toe te treden tot de opleidingsschool ZAAM-
ROCTOP
• SGR is schooljaar 2014-2015 gestart met de training deskundigheidsbevordering voor de
docenten die studenten begeleiden. Na het behalen van deze basiscursus
werkplekbegeleiders is het de bedoeling dat docenten en schoolopleiders zich verder
bekwamen door middel van trainingen.
• Wanneer de schoolopleiders twee schooljaren met goed gevolg actief zijn geweest zal
de officiële Velon-certificering aangevraagd worden.
• SGR heeft zich ook tot doel gesteld naast opleidingsschool voor tweede-graads-docenten
ook opleidingsschool voor eerste-graads-docenten te worden.
3.6. Leerlingenzorg
3.6.1. Passend onderwijs
Met de wet passend onderwijs is met ingang van 1 augustus 2014 de zorgplicht ingevoerd. De
zorgplicht houdt in dat de scholen binnen een samenwerkingsverband samen de
verantwoordelijkheid krijgen om elk kind een zo goed mogelijke onderwijsplek te bieden. De
scholen binnen het samenwerkingsverband waarvan SGR deel van uitmaakt, hebben een
schoolondersteuningsprofiel opgesteld. De scholen hebben afgesproken meer ondersteuning te
bieden dan de wettelijk verplichte basisnorm. Deze ondersteuning voldoet aan de zogenaamde
Amsterdamse norm. De scholen ontvangen gelden om deze ondersteuning te kunnen bieden.
SGR heeft de gelden als volgt ingezet:
• twee extra leerlingbegeleiders benoemd voor de vmbo-afdelingen
• twee dagen per week een orthopedagoog aanwezig
• de schoolmaatschapelijk werker, vanaf 01-01-2015 de ouderkindadviseur 5 dagen per
week aanwezig
Met deze extra maatregelen willen wij ervoor zorgen dat de leerlingen die extra ondersteuning
nodig hebben, deze krijgen waardoor zij op SGR een diploma op maat kunnen behalen.
3.6.2. Visie op studiebegeleiding en leerlingbegeleiding
SGR stelt zich tot kernactiviteit het realiseren van kwalitatief hoogstaand onderwijs. De
inspanningen van de school zijn erop gericht dat de leerlingen zich door het behalen van een
passend diploma kwalificeren voor een vervolgopleiding.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 14
Om dit doel te realiseren is het een voorwaarde dat de leerlingen zich tijdens hun
schoolloopbaan sociaal en emotioneel optimaal ontwikkelen. De diverse vormen van
studiebegeleiding en leerlingbegeleiding richten zich daarom op het succesvol doorlopen van het
studieprogramma en op het welzijn en welbevinden van de leerlingen.
3.6.3. De mentor
De mentor vervult bij de studie- en leerlingbegeleiding een spilfunctie. In de schoolplanperiode zal
diens rol met betrekking tot het sturen op resultaten ontwikkeld worden.
3.6.4. De leerlingbegeleider
Uit ervaring is gebleken dat in de vmbo-afdeling de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen
groter is dan die in de havo/vwo-afdeling. In schooljaar 2014-2015 is de afdelingsstructuur
gewijzigd waarmee de afdelingen gegroepeerd zijn rond enerzijds de vmbo-opleiding en
anderzijds de havo/vwo-opleiding. Om ervoor te zorgen dat de vmbo-leerlingen voldoende
ondersteuning krijgen, zodat zij succesvol hun schoolloopbaan op SGR kunnen afronden, zijn met
ingang van schooljaar 2014-2015 twee leerlingbegeleiders aan de vmbo-afdelingen toegevoegd.
3.6.5. Ongeoorloofd verzuim en te laat komen
Ongeoorloofd verzuim en te laat komen leiden tot schadelijke gevolgen, zowel voor de leerlingen
die ongeoorloofd verzuimen en te laat komen, als voor de schoolorganisatie als geheel. Immers,
te laat komen heeft een storend effect op het goede verloop van de lessen en leerlingen die
ongeoorloofd verzuimen, lopen het risico van het ontstaan van leerachterstanden wat op zich
weer kan leiden tot schooluitval.
Daarnaast kunnen leerachterstanden leiden tot slechte schoolprestaties waardoor de
rendementen en de opbrengsten van de school als geheel nadelig kunnen worden beïnvloed,
waardoor de school het risico loopt door de Inspectie aangemerkt te worden als zwakke of zeer
zwakke school. De aanpak van ongeoorloofd verzuim en te laat komen is van essentiële betekenis
voor de betrokken leerlingen en voor de school.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 15
4. Personeelsbeleid
4.1 Visie
Het personeelsbeleid is erop gericht dat medewerkers functioneren in overeenstemming met de
missie en de visie van de school. Kernbegrip in het personeelsbeleid is de ontwikkeling van de
professionaliteit in stimulerende en veilige werkomgeving.
De volgende thema’s staan daarbij centraal:
• Visie op onderwijs geeft richting aan de school. Van personeelsleden wordt niet alleen
kennis, tijd en inzet gevraagd maar ook kwaliteit op pedagogisch en didactisch gebied.
• Een transparante, communicatieve werksfeer waarin iedereen zich veilig voelt
• Een ontwikkelingsgerichte sfeer waarin iedereen gestimuleerd wordt.
• In de gesprekscyclus bespreken leidinggevenden en de medewerker jaarlijks de doelen,
resultaten en activiteiten. Doordat de doelen verbonden zijn aan de doelen van de
school, levert deze cyclus een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs.
4.2 Landelijke ontwikkelingen/CAO
Er is in het voorjaar van 2014 een nieuwe CAO in het voortgezet onderwijs gesloten. Die komt op
hoofdlijnen op het volgende neer.
Loonsverhoging
Afgesproken is dat de lonen per 1 augustus 2014 structureel met 1,2% verhoogd worden. Indien
door het kabinet in 2015 meer dan 1,2% aan loonruimte beschikbaar wordt gesteld, dan zal ook
dit extra geld volledig ingezet worden voor een verdere loonsverhoging.
Levensfasebewust personeelsbeleid
Er is afgesproken dat de huidige seniorenregeling (BAPO) komt te vervallen. Daarvoor in de plaats
komt een regeling waarin verschillende mogelijkheden voor alle medewerkers zijn opgenomen,
zodat zij keuzes kunnen maken die bij hun levensfase en persoonlijke situatie passen. In de
nieuwe situatie krijgt iedere werknemer jaarlijks de beschikking over 50 klokuren die aangewend
kunnen worden voor verlof, werkdrukvermindering of bepaalde doelbestedingen in geld. Voor
werknemers die op 1 augustus 2014 de leeftijd van 52 jaar of ouder hebben bereikt, is een
overgangsregeling opgenomen.
Professioneel statuut
Partijen zijn van mening dat aandacht voor zeggenschap en medezeggenschap van groot belang is
voor goede verhoudingen binnen de schoolorganisatie. Daarom hebben zij vastgelegd dat in de
komende periode wordt gewerkt aan de uitgangspunten en kaders van een professioneel statuut,
dat in de praktijk van het voortgezet onderwijs kan worden toegepast.
Entreerecht afgeschaft
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 16
Ook is afgesproken dat het entreerecht (functiemix) nog één jaar in stand zal blijven, maar per
31 juli 2015 zal komen te vervallen.
4.3 Personeelsbestand
Het personeelsbestand van SGR wordt hierna in beeld gebracht (stand van zaken 1 januari 2014).
SGR heeft inclusief het CvB 90 personeelsleden. Daarvan vallen er 71 onder de definitie OP
(OnderwijsPersoneel). Dat is inclusief de 4 afdelingsleiders.
90
71
17
2
74,05
57,39
14,66
20
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
totaal OP OOP CvB
Personeel SGR
aantal
fte
45 45
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
man vrouw
Totaal man/vrouw
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 17
71
17
2
57,39
14,66
20
10
20
30
40
50
60
70
80
OP OOP CvB
Functieverdeling personeel
aantal
fte
De leeftijdsopbouw van het voltallige personeel is als volgt:
0 5 10 15 20
20-‐25
25-‐30
30-‐35
35-‐40
40-‐45
45-‐50
50-‐55
55-‐60
60-‐65
65-‐70
vrouw
man
totaal
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 18
72
18
0
10
20
30
40
50
60
70
80
vast tijdelijk
Dienstverband
62,64
84,6
11,4115,4
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
vast percentage tijdelijk percentage
Dienstverband in fte's
25
34
84
35,2
47,9
11,3
5,6
18,6
28,06
6,734
0
10
20
30
40
50
60
LB LC LD 13
Functieschalen OP
aantal
percentage
fte
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 19
90
44 4550
31
19
40
14
26
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
totaal vrouw man
Fulltime/parttime
aantal
parttime
fulltime
45
31
24
7
0
1411
2 10
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
vrouw OP OOP CvB
Fulltime/parttime vrouwen
aantal
parttime
fulltime
45
19 19
0
26
17
8
10
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
man OP OOP CvB
Fulltime/parttime mannen
aantal
parttime
fulltime
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 20
59
88
812
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
bevoegd percentage onbevoegd percentage
Docenten bevoegd/onbevoegd
59
2529
5
0
10
20
30
40
50
60
70
totaal 1e graads 2e graads 3e graads
Bevoegdheden
Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim wordt nauwlettend gevolgd. In het kalenderjaar 2011 gaf het ziekteverzuim
een percentage te zien van 7,5%. Dit is fors boven het landelijk gemiddelde (5.0-5.5%).
In 2012 is het ziekteverzuimpercentage gedaald en in 2013 weer gestegen door met name enkele
langdurige gevallen van ziekte.
Op maandbasis zien de gegevens er als volgt uit:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 totaal
2011 12,3 8,5 9,4 11,9 8,2 7,3 4,7 3,0 5,1 8,0 5,3 8,3 7,5
2012 4,6 5,6 3,9 4,7 3,9 5,2 2,0 1,5 1,5 4,0 4,0 7,9 4,1
2013 5,9 5,7 5,7 5,9 6,3 6,3 6,1 5,9 5,9 5,8 5,8 5,9 6,0 SGR beoogt de komende jaren het ziekteverzuim onder het landelijk gemiddeld te houden met
behulp van de gesprekscyclus en aanscherping van het beleid.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 21
4.4 Functiemix
In 2009 is de school gestart met het vergroten van de functiemix conform de afspraken in de
CAO. Er zijn competentieprofielen voor de docentfuncties LB, LC en de LD opgesteld. In deze
profielen zijn de bekwaamheden voor de LB-, LC- en LD- functie beschreven. Voor de LB-functie
zijn dit de landelijke bekwaamheidseisen. De LC- en de LD- functie hebben de LB-bekwaamheids
eisen als basis, met daarbij de uitbreiding die past bij de functiebeschrijving van de LC- en de
LD- functie.
Er is al eerder (landelijk) geconstateerd dat de functiemix in zijn bedoelde vorm financieel niet
uitvoerbaar is. In het voorjaar van 2014 hebben OCW, de Aob en de VO raad overeenstemming
bereikt over het omlaag brengen van de per school te behalen streefpercentages.
SGR heeft in het kader van de Functiemix het entreerecht toegepast (op basis van de CAO) per 1
oktober 2014. Dat recht houdt in dat docenten die meer dan 50% van hun lesgevende taak in de
bovenbouw van het havo/vwo hebben in schaal LD komen. Dat recht was van toepassing op vier
medewerkers (totaal 3,1 fte). Er blijft in de laatste fase van de Functiemix een beperkte ruimte
over.
Tot 2020 zal SGR jaarlijks de realisatie van de nieuwe streefcijfers blijven volgen en het CvB zal
daarover verantwoording afleggen aan de PMR.
4.5 Gesprekscyclus
Ten behoeve van de functionerings- en beoordelingsgesprekken op SGR zijn in schooljaar 2012-
2013 formats voor de verschillende personeelsgroepen ontwikkeld. SGR ziet de gesprekscyclus als
een belangrijk middel om te sturen op resultaten. De cyclus richt zich namelijk op het stellen
van doelen, het behalen van resultaten en de beoordeling daarvan.
De eerste fase van de meerjarige gesprekscyclus is in 2013 afgerond met een startgesprek. In
2014 hebben deze medewerkers een voortgangsgesprek gevoerd en in 2015 zal dat worden
opgevolgd met een evaluatief gesprek. Deze cyclus wordt in 2016 afgerond met een
beoordelingsgesprek.
In 2015 zal een nieuw format van de gesprekscyclus worden ontwikkeld dat meer recht doet aan
de laatste ontwikkelingen.
De gesprekscyclus zal vanaf 2016 een cruciale rol spelen in de functiemix.
4.6 Deskundigheidsbevordering
Onder deskundigheidsbevordering op SGR wordt verstaan; alle activiteiten die direct verband
houden met de professionele ontwikkeling van de medewerkers. Naast schoolbrede en
afdelingsgerichte deskundigheidsbevordering kunnen de medewerkers zich ook op individuele
basis bekwamen.
Schoolbreed wordt op regelmatige basis aandacht besteed aan het pedagogisch-didactisch
klimaat van de school. Daarnaast wordt hier op afdelingsniveau verder invulling aangeven. Ook is
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 22
deskundigheidsbevordering noodzakelijk zodra sprake is van wetswijzigingen. Voorbeelden
daarvan zijn de verplichte rekentoets en de nieuwe examens in het vmbo-kader. In verband met
ontwikkelingen op schoolniveau is ook deskundigheidsbevordering nodig. Voorbeelden daarvan
zijn het nieuwe LOB-programma in het vmbo van leerjaar 1 tot en met 4, de uitbreiding van het
pedagogisch-didactisch repertoire met Covey als uitgangspunt en het ondernemende leren in het
vmbo.
Ook het OOP ontwikkelt zijn deskundigheid. Vertegenwoordigers van het OOP nemen kennis van
de ontwikkelingen in het onderwijs. Daarnaast is het BHV-team in 2014 flink uitgebreid. Daarvoor
zijn de benodigde cursussen gevolgd.
In het schooljaar 2014-2015 is besloten voor de formatie en het rooster nieuwe software aan te
schaffen; dit zal ook tot deskundigheidsontwikkeling leiden van enkele medewerkers.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 23
5 Bedrijfsvoering
Onderwijsinstellingen zijn continu aan verandering onderhevig. De komende jaren zullen worden
gekenmerkt door maximaal gelijkblijvende bekostiging, waarbij dient te worden opgemerkt dat
de kans groot is dat er sprake is van verdere kabinetsbezuinigingen. De financiële middelen staan
dus onder druk. SGR vormt daarop geen uitzondering. Daarbij zal de komende jaren de
exploitatie van SGR in het teken staan van het bereiken van ‘normalisatie’: een sluitende
exploitatie. Dat vraagt continu om een scherpe blik op de baten, maar vooral beheersing van de
lasten.
Om in te spelen op deze en vele andere in- en externe ontwikkelingen spelen ondersteunende
werkprocessen een cruciale rol. Een goede interne dienstverlening draagt bij aan een stabiele
onderwijsorganisatie. Ook het op orde hebben van de interne processen is voorwaarde om de
hierboven genoemde uitdagingen het hoofd te bieden.
De organisatie is zich terdege bewust van deze turbulentie. Daarnaast zijn de maatschappij en
onze maatschappelijke context aan voortdurende verandering onderhevig. Dat vraagt om
continue verbetering van processen, verdere professionalisering en innovatie op alle terreinen.
De efficiency zal daardoor verder moeten toenemen.
5.1 Ondersteunende processen
In de komende jaren zal SGR de onderwijsondersteunende processen grondig tegen het licht
blijven houden. In 2012 is daar een begin mee gemaakt en dat heeft tot een aantal aanpassingen
in de processen geleid. In 2013 heeft op het gebied van financiën en personeel stroomlijning
plaatsgevonden van diverse processen. Dat heeft geleid tot een professionalisering van de P&C-
cyclus: onder meer sturing, monitoring en het opstellen van rapportages en prognoses.
Processen m.b.t. onder andere verlofaanvragen en registratie en werktijden zijn vereenvoudigd.
Voor een efficiënt en adequaat verloop van het onderwijs is een robuuste ondersteuning
onontbeerlijk. In de interne dienstverlening gaat SGR nieuwe uitdagingen aan om voor docenten
de noodzakelijke voorwaarden te scheppen die de moderne onderwijspraktijk vereist.
Voor een professionele en efficiënte interne dienstverlening is een goed overleg tussen alle
betrokkenen noodzakelijk. De komende jaren zal de dienstverlening verder worden
geprofessionaliseerd. In de eerste fase van de looptijd van dit nieuwe Schoolplan zullen er
professionalisering plaatsvinden van alle processen rond de formatie en het rooster. Ook zal de
digitale omgeving van SGR worden aangepast aan de eisen van deze tijd. Daarbij gaat het met
name om het uitbesteden van beheer. Interne servers worden vervangen door een virtueel
netwerk buiten SGR voor o.a. het mailverkeer. Ten behoeve van de nieuwe website is deze
outsourcing afgerond.
Ter monitoring en beoordeling van de ondersteunende processen en de kwaliteit van de
uitvoering ervan zullen onder meer de interim-controle en het jaarverslag van de accountant
nauwlettend worden gevolgd. Over de bevindingen en opvolgen daarvan wordt specifiek
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 24
verantwoording afgelegd aan de RvT. Tot slot dient de compliance van SGR (het voldoen aan wet-
en regelgeving) volledig in beeld gebracht te worden.
Gegeven de verantwoordelijkheidsverdeling binnen SGR is het college van bestuur
eindverantwoordelijk voor het gevoerde beleid en de prestaties van de instelling. Zij legt
hiervoor verantwoording en rekenschap af aan de raad van toezicht op basis van de
uitgangspunten en doelstellingen zoals geformuleerd in dit schoolplan. De feitelijke
beleidsbepaling vindt plaats binnen de schoolleiding, na instemming van de
Medezeggenschapsraad. Binnen de afgesproken kaders is het de verantwoordelijkheid van de
afdelingsleiders om de vastgestelde doelstellingen te realiseren. Deze zullen worden vastgelegd
in jaarplannen en staan centraal in bilaterale overleggen.
Eenzelfde systematiek gaat gehanteerd worden ten aanzien van de ondersteuning. Ook hier
zullen de verwachte prestaties worden vastgelegd in jaarplannen.
5.2 ARBO/Veiligheid
Een arbobeleidsplan is een van de verplichte documenten voor een school in het voortgezet
onderwijs. Het opgestelde arbobeleidsplan 2014-2016 is onlosmakelijk verbonden met andere
documenten binnen SGR. Dat zijn bijvoorbeeld dit Schoolplan en de Schoolgids, maar ook de
gedragscode en de klachtenprocedure.
Voor het arbobeleid gelden de volgende algemene uitgangspunten:
- SGR streeft een ongestoorde voortgang van het onderwijsproces na
- SGR biedt een veilige en gezonde omgeving en voorkomt of beheerst ongewenste
arbeidsbelasting van personeel en leerlingen
- SGR voldoet aan kwaliteitseisen voor het onderwijs
- SGR stelt beleidsdocumenten op en voert beleidsafspraken uit
SGR streeft naar optimale arbeidsomstandigheden voor het personeel en leerlingen. Het
arbobeleid is gericht op waarborging van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en
leerlingen en op het voorkomen of beheersen van ongewenste arbeidsbelasting (seksuele
intimidatie, agressie en geweld, pesten en overmatige werkdruk). Het bestuur organiseert het
werk op zo’n manier dat onaanvaardbare risico’s in principe zijn uitgesloten. Vermijdbaar
verzuim en arbeidsongeschiktheid worden zo veel als mogelijk tegengegaan. Seksuele
intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie worden actief bestreden.
Arbobeleid in essentie
Behalve op genoemde uitgangspunten is het arbobeleid uiteraard conform de CAO, de Arbowet-
en het besluit en andere relevante wet- en regelgeving.
Het arbobeleidsplan bevat een omschrijving van het beleid en van de hieruit voortvloeiende
activiteiten voor de komende jaren.
Preventieve zorg
Het college van bestuur wil risico’s voor veiligheid, gezondheid en ongewenste arbeidsbelasting
zo veel mogelijk voorkomen, dan wel beheersen. Bij de uitvoering van de benodigde maatregelen
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 25
wat zorg voor veiligheid, gezondheid en het voorkomen of beheersen van ongewenste
arbeidsbelasting van het personeel en de leerlingen betreft, wordt binnen SGR samengewerkt
met alle geledingen.
Voor de preventie en beheersing van arborisico’s zijn verschillende middelen beschikbaar. Naast
de dienstverlening van een arbodienst vormen ook een adequaat aankoopbeleid en
onderhoudscontracten onlosmakelijk schakels in de risicopreventie.
Bij de bouw, inrichting en verbouwing van het schoolgebouw verdienen de
arbeidsomstandigheden extra aandacht. Daarbij is en wordt in de toekomst uitdrukkelijk rekening
gehouden met de arboregelgeving.
Deskundige ondersteuning
Het college van bestuur laat zich bij zijn verplichtingen uit de Arbowet bijstaan door de
arbodienst. SGR heeft een contract met ArboVitale voor de verzuimbegeleiding. Elk jaar
evalueert het college van bestuur het contract met en de dienstverlening van de arbodienst. Zo
nodig wordt het bijgesteld.
Het arbobeleidsplan wordt opgesteld en telkens voor een periode van 3 jaar vastgesteld door het
college van bestuur, nadat de PMR instemming heeft verleend.
Bedrijfshulpverlening
Bedrijfshulpverlening (BHV) houdt in:
• Het voorbereid zijn op een noodsituatie en het nemen van passende maatregelen
wanneer deze situatie zich voordoet.
• Alarmeren van aanwezigen en ontruiming van een gebouw in noodsituaties.
• Het beperken en bestrijden van een beginnende brand.
• Het voorkomen en beperken van ongevallen en het verlenen van levensreddende
handelingen.
Vroegtijdig ingrijpen is in het belang van de continuïteit van SGR en beperkt de schade aan mens,
materiaal en milieu en gebouw.
Risico’s en huisvesting
Er bestaat een samenhang tussen de aanwezige risico’s en de bouwkundige/technische
brandbeveiligingsmaatregelen en voorzieningen die zijn getroffen om die risico’s te reduceren.
Risico’s elimineren is helaas onmogelijk, maar voor het omgaan met de overgebleven risico’s is
de BHV-organisatie opgezet.
De omvang van deze BHV-organisatie hangt dus af van de bouwkundige/technische
brandpreventieve en andere preparatieve maatregelen die in ons gebouw zijn getroffen. De
omvang wordt ook bepaald door het aantal aanwezigen in het gebouw.
Voor SGR betekent dit dat de BHV-organisatie vormgegeven dient te worden op basis van de
huidige huisvestingssituatie en de huidige activiteiten die in het gebouw plaatsvinden.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 26
BHV
Het bevoegd gezag is conform de Arbo-wet eindverantwoordelijk voor de veiligheid van de
medewerkers, leerlingen en bezoekers binnen onze school.
De verantwoordelijkheden zijn op twee manieren te onderscheiden in onze organisatie:
• De operationele verantwoordelijkheden en bevoegdheden tijdens een calamiteit ten
aanzien van het redden van personen, het verlenen van eerste hulp en de bestrijding
van een calamiteit liggen bij de BHV’ers.
• Voor de opzet en de instandhouding van de BHV-organisatie is het bevoegd gezag
eindverantwoordelijk.
Bij het opzetten van de BHV-organisatie zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
• De BHV-organisatie is zo georganiseerd dat hulp kan worden verleend bij alle
calamiteiten die op kunnen treden als gevolg van de dagelijkse activiteiten in het
gebouw. De betekent dat als er mensen in het gebouw zijn, er ook bedrijfshulpverleners
zijn.
• Voor het goed functioneren van een BHV-organisatie is het essentieel dat taken en
procedures geoefend worden. Deze oefeningen vinden plaats tijdens scholing en tijdens
simulaties in ons gebouw.
In ons gebouw kunnen situaties ontstaan die het noodzakelijk maken ons gebouw
zo snel mogelijk gedeeltelijk of geheel te ontruimen, omdat acuut gevaar ontstaat voor
aanwezigen.
De situaties kunnen een gevolg zijn van onder meer:
- brand
- gaslekkage
- bommelding
- andere voorkomende gevallen
Hiervoor is naast de genomen preventie- en preparatiemaatregelen een ontruimingsaanpak nodig.
Deze aanpak is een wegwijzer hoe te handelen indien ontruimen noodzakelijk is, waarbij het
voorkomen van paniek en de veiligheid van de aanwezigen het uitgangspunt is.
Een deskundige dienst (Trigion) verzorgt de vereiste opleiding en bijscholing van BHV-ers. Deze
opleidingen worden door SGR bekostigd. Eind 2013, begin 2014 is het aantal BHV’ers binnen SGR
uitgebreid.
De bedrijfshulpverlening (BHV) is de ‘organisatie’ die optreedt bij calamiteiten binnen SGR en
bestaat uit geschoolde personeelsleden. Tweede helft 2014 is de BHV-organisatie ingericht en
operationeel geworden. Door middel van diverse ontruimingsoefeningen zal de komende periode
verdere professionalisering van de BHV-organisatie plaatsvinden.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 27
Huisvesting
Gemeenten hebben zeggenschap over de gelden voor onderwijshuisvesting. De verwachting is dat
gemeenten in de komende vijf jaar alle middelen volledig onder verantwoording van de scholen
brengen. Visie op onderwijs is namelijk essentieel bij verbouw of nieuwbouw van scholen.
Het overnemen van de verantwoordelijkheid voor de gelden voor huisvesting gaat gepaard met
risico’s. Over de voorwaarden waaronder dat geschiedt, zal dus nauwgezet dienen te worden
onderhandeld, want het overnemen van een risico voor huisvesting is een risico dat SGR niet kan
dragen.
In 2014 is het meerjarenonderhoudsplan verder geactualiseerd en van een horizon van 25 jaar
voorzien. De uitvoering van de vervanging van diverse geveldelen is in 2014 afgerond. De
uitvoering is geheel binnen de door DMO beschikbare middelen gerealiseerd. Dat betekent dat
SGR geen eigen middelen heeft ingezet voor deze werkzaamheden. Dat zal het beleid blijven in
de komende jaren.
5.3 Risicomanagement
In dit meerjarenplan heeft het college van bestuur op basis van een generiek onderwijs
risicoregister van 24 risico’s de vier belangrijkste risico’s benoemd die SGR kunnen belemmeren
de beoogde doelstellingen te realiseren.
Risicomanagement sluit prima aan op de bredere professionalisering van de organisatie en
bedrijfsvoering, zoals de ontwikkeling van een meerjarenperspectief dat de consequenties van
ongewijzigd en nieuw beleid zichtbaar maken. Risicomanagement in het onderwijs is een
fenomeen dat voortkomt uit de ontwikkeling van meer autonomie in het onderwijs. De
toenemende beleidsvrijheid brengt namelijk ook een grotere verantwoordelijkheid met zich mee.
Door de groeiende dynamiek en complexiteit ontstaan niet alleen kansen, maar ook risico’s. Dat
vraagt om enerzijds een goede sturing en beheersing, maar anderzijds ook om adequaat intern
toezicht en transparante verantwoording, zowel verticaal, als horizontaal.
Bij risicomanagement staan het gestructureerd beoordelen, beheersen en bewaken van risico’s
die het behalen van geformuleerde doelstellingen kunnen bedreigen centraal. Er zijn vele
soorten risico’s. Een risico kan worden gedefinieerd als: de dreiging dat (en dus niet het gevolg
van) een actie, gebeurtenis of omstandigheid een negatief effect zal hebben op het vermogen
van een organisatie om de haar gestelde doelstellingen te realiseren. Dit zijn dus niet alleen
financiële, maar ook en vooral strategische risico’s. Niet alle risico’s zijn echter even relevant.
Van belang is die risico’s te identificeren die het behalen van de door SGR geformuleerde
doelstellingen kunnen bedreigen.
We spreken van risicomanagement wanneer het managen van risico’s op basis van
organisatiedoelstellingen wordt geïntegreerd in en gecoördineerd over de gehele organisatie.
Daarbij wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met de onderlinge relaties en afhankelijkheden
van de risico’s en beheersmaatregelen. Integraal risicomanagement betekent dat er sprake is
van:
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 28
• het beoordelen (identificeren en analyseren)
• het beheersen (elimineren, reduceren of accepteren)
• het bewaken (monitoren en rapporteren) van risico’s die het behalen van
organisatiedoelstellingen in de weg kunnen staan
Het college van bestuur heeft vier risico’s centraal gesteld. Die vier risico’s zijn:
1. Aanpassingsvermogen
2. Concurrentie
3. Financiële positie
4. Onderwijsinnovatie
Ad 1.
Het risico dat medewerkers niet in staat zijn om verbeteringen met betrekking tot gedrag,
processen en procedures te implementeren (interne participatie) in een zodanig tempo en op
zodanige wijze dat de gewenste cultuur- en organisatieveranderingen worden gerealiseerd
Ad 2.
Het risico dat acties van concurrenten in de onderwijsmarkt de concurrentiepositie benadelen
Ad 3.
Het risico dat de liquiditeit en solvabiliteit zich zodanig ontwikkelen dat de liquiditeitspositie in
gevaar komt
Ad 4.
Het risico dat de onderwijsinnovatie om aan de behoeften en verwachtingen van leerlingen,
ouders, vervolgonderwijs en beroepenveld op de langere termijn te voldoen niet in voldoende
mate wordt gerealiseerd
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 29
6 Financiën
Het formuleren, (doen) uitvoeren en bewaken van het financiële, economische en administra-
tieve beleid op basis van de strategische doelstellingen van SGR zal de komende jaren in het
teken staan van een strakke regie met een dito uitvoering.
De uitgezette koers en genomen beslissingen dienen centraal te staan in de planning- &
controlcyclus om integraal deel uit te maken van een tijdige, juiste en volledige in-
formatievoorziening. Deze informatievoorziening verschaft het college van bestuur en de totale
schoolleiding optimale beheers- en bestuursinstrumenten.
Door het inzicht in, overzicht van en toezicht op het financieel beleid kan tevens worden
nagegaan of de afspraken daadwerkelijk worden gerealiseerd.
6.1 Meerjarenbegroting met sluitende exploitatie
Het genormaliseerde resultaat van het saldo van baten en lasten in de afgelopen jaren van SGR
vertoonde een afnemend negatief beeld:
2009 € -748.000
2010 € -691.000
2011 € -650.000
2012 € -568.000
2013 € -350.000
In 2013 is, net als in 2012, een exploitatieresultaat gerealiseerd dat binnen de begroting viel. Met
behulp van tussentijdse rapportages, bezuinigingsmaatregelen en het creëren van
kostenbewustzijn zijn flinke stappen gezet op weg naar een sluitende exploitatie in 2015/2016.
De kostenbesparingen zullen worden gerealiseerd met het invoeren van budgetten, rapportages
etc. in diverse delen van de organisatie (afdelingen, secties en specifieke subsidies). In 2014 is
het kostenbesparingsprogramma verder voortgezet. In 2013 is het Treasurybeleid opgesteld.
Het genormaliseerde resultaat van 2013
De begroting van 2013 liet het volgende beeld zien (exploitatiesaldo en totaalresultaat):
2013 € -441.000 € -291.116
Het resultaat van 2013 is als volgt:
2013 € -421.000 € -279.000
Dat wijze waarop dit resultaat is bereikt wordt hieronder uiteengezet.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 30
In december 2013 zijn de extra middelen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) en het
Begrotingsakkoord conform de lumpsumsystematiek aan alle scholen toegekend. Deze middelen
waren incidenteel en worden in volgende jaren in beperkte vorm gecontinueerd.
De argumentatie bij deze eenmalige toekenning was met name de achterblijvende bekostiging bij
de voortdurende kostenstijgingen in de voorbije jaren. In totaal ging het om € 235.000. Omdat
SGR dat extra budget uitgekeerd heeft gekregen in december 2013 is besloten ongveer 2/3 van
die extra bekostiging, te weten € 160.000, te bestemmen voor de exploitatie van 2014 om te
voorkomen dat het resultaat van 2013 als veel te rooskleurig zou worden gezien. Het zou
namelijk geen goed beeld geven van de resultaatsontwikkeling van SGR over een periode van
meer jaren. Dat bedrag is dan ook in de begroting 2014 meegenomen.
Daarnaast heeft SGR eind 2012 besloten de komende jaren ongeveer € 750.000 in te zetten voor
de innovatie van het vmbo. In 2013 is daarvan € 89.000 daadwerkelijk besteed. Dat bedrag zal
worden onttrokken aan het eigen vermogen. In overleg met de accountant is besloten het restant
van dat budget, te weten € 661.000, op te nemen als bestemmingsreserve onderwijsinnovatie
(vmbo en profilering andere afdelingen).
Recapitulerend kunnen we stellen dat in 2013 het resultaat als volgt moet worden berekend:
Saldo van het boekjaar 2013 inclusief het volledige incidentele budget van € 235.000, waarvan €
75.000 al is meegenomen in het bovengenoemde resultaat van € -279.000 en inclusief de
besteding van middelen aan de innovatie van het vmbo van € 89.000 levert een resultaat op van €
-279.000 + € 160.000 - € 89.000 = € -208.000.
Eigen vermogen
SGR beoogt in 2016 een totaal aan reserves te hebben van ongeveer € 3.000.000. Dit vermogen
dient als weerstandsvermogen. Dit vormt een buffer voor risico’s die SGR in de toekomst kan
lopen. SGR staat op het standpunt dat de door de overheid genoemde signaleringswaarden in het
algemeen voor een eenpitter absoluut te laag is; daarnaast vormen de positionering en het
leerlingenaantal van SGR in het bijzonder twee redenen een hoger weerstandsvermogen aan te
houden.
In de meerjarenbegroting van SGR, zoals die hierna is opgenomen, is een aantal aannames
gedaan voor de komende jaren. In de bedrijfsvoering staat de soberheid centraal en de aannames
zijn aan de voorzichtige kant.
De aannames voor de meerjarenbegroting zijn de volgende:
• gelijkblijvend leerlingenaantal van 825 leerlingen; daarbij dient te worden
opgemerkt dat een klas extra ongeveer € 150.000 oplevert, maar ook ongeveer
€ 125.000 kost
• licht stijgende bekostiging als gevolg van verwachte maatregelen OCW
• stijgende personeelslasten, ophogen budget deskundigheidsbevordering en
opschaling in de loop der jaren
• stijging van de materiële lasten onder invloed van inflatie
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 31
Voorts is in de meerjarenbegroting rekening gehouden met:
- Taakstelling Lenteakkoord: -49,9 mln. euro in 2015, -67,8 mln. euro in 2016 en -59,3
mln. euro in 2017
- verhoging gpl in het kader van het Convenant Leerkracht t.b.v. professionalisering
van docenten: 8,5 mln. euro in 2015 en 8,6 mln. euro 2016
- verhoging lumpsum i.v.m. overheveling huisvestingsmiddelen Gemeentefonds: 110
mln. euro in 2015 en 2016
- verhoging lumpsum i.v.m. sectorakkoord klassenassistenten: 21 mln. euro in 2015 en
2016
- verhoging van de doelsubsidie t.b.v. de prestatiebox: van 26 mln. euro in 2015 tot
145 mln. euro in 2018
- de bekostiging van de maatschappelijke stages houdt op per 1 augustus 2015
- het afschaffen van gratis lesmateriaal voor ouders is weer teruggedraaid; de
bekostiging hiervoor zal gehandhaafd blijven op 275 mln. euro
De meerjarenbegroting 2015-2018 staat vermeld in bijlage 2.
6.2 Planning- & Controlcyclus
Het beleid van SGR blijft voor de komende jaren vragen om een strakke beheersing van de
financiën en een ‘in control’ blijven en op dat gebied. Voorwaarde nummer één om de beoogde
doelstellingen op financieel gebied te realiseren is een lean & mean planning- & controlcylus. De
planning- & controlcyclus is voor SGR de komende jaren een onmisbaar instrument voor goed en
slagvaardig bestuur en zal daarom een belangrijke plaats innemen in onze organisatie.
Vanaf het laatste kwartaal 2012 wordt gewerkt met financiële maand- en kwartaalrapportages.
De maandrapportages zijn gericht op de monitoring van de lasten/uitputting. Deze rapportages
zijn bestemd voor het college van bestuur en de volledige schoolleiding.
De kwartaalrapportages worden voorzien van een tekstuele toelichting. De kwartaalcijfers zullen
ook in de vergadering van de raad van toezicht worden geagendeerd; daarnaast onvangt de PMR
deze rapportages.
De opgave waar SGR voor staat in de komende jaren kan niet gerealiseerd worden zonder forse
kostenbesparingen. In 2012 zijn daarvoor de eerste stappen gezet. In 2013 is daar onverminderd
mee doorgegaan en er is een nota Inkoopbeleid vastgesteld. In 2014 is het positieve effect van
diverse nieuwe contracten voor het eerst zichtbaar.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 32
6.3 Budgettering
Een verdergaand kostenbesef en de continuering van besparingen zullen worden gerealiseerd met
het invoeren van budgetten, rapportages etc. in diverse delen van de organisatie (afdelingen,
secties en specifieke subsidies).
Met het lager in de organisatie leggen van de verantwoordelijkheid voor deelbudgetten wordt
bewerkstelligd dat het kostenbewustzijn groeit. Ook betekent het dat er keuzes kunnen worden
gemaakt binnen de begrote kaders. Dat zorgt voor eigenaarschap en een bewuste omgang met
eigen budgetten: er valt dus iets te kiezen.
De verdere implementatie van deelbudgetten gaat gepaard met een continue monitoring om de
vinger aan de pols te houden.
6.4 Vermogenspositie
De Commissie Vermogenspositie Onderwijsinstellingen (CVO), ook wel genoemd Commissie Don
naar haar voorzitter, ingesteld door de ministeries van OCW en Financiën, heeft in 2009
onderzoek gedaan naar de financieringsstructuur van de onderwijsinstellingen in Nederland. De
commissie heeft nieuwe signaleringsgrenzen gesteld met betrekking tot de vermogenspositie van
scholen en aanbevelingen gedaan ter verbetering van het financieel beheer. Eén van de
conclusies van de commissie was dat een aantal scholen een te hoge financiële buffer aanhoudt
voor het opvangen van risico’s.
De minister van OCW heeft in 2009 bij de aanbieding van het rapport de Tweede Kamer
toegezegd de Inspectie van het Onderwijs onderzoek te laten doen naar de financiële positie van
scholen. Het onderzoek moest gericht zijn op scholen die beschikken over middelen die nog niet
zijn ingezet ten behoeve van het onderwijsleerproces. SGR is ook in dit onderzoek betrokken.
In november 2011 is een rapport van de Inspectie van het onderwijs verschenen over de
financiële positie van SGR. In de conclusie schrijft de Inspectie het volgende:
“Bij het onderzoek is een analyse gemaakt van de financiële positie ultimo 2009. De
inspectie heeft en aantal specifieke factoren, die van invloed zijn op de feitelijke
hoogte van de financiële buffer van de Openbare Stichting SGM Reigersbos aan de hand
van de jaarrekening 2009 geïnventariseerd……….Uit de analyse volgt dat de financiële
buffer na de hiervoor vermelde correcties eind 2009 € 3.650.280 bedroeg; 53,65% van
de totale baten, inclusief rentebaten. De signaleringswaarde van de Commissie
Vermogenspositie Onderwijsinstellingen (CVO) voor de financiële buffer is 9,29%.
Het bestuur heeft de analyse van de financiële positie ultimo 2009, op verzoek van de
inspectie, aangevuld met informatie van belang voor het (verwacht) verloop van de
financiële buffer na 31 december 2009. Hierbij ging het om onder andere investeringen
(verricht en/of voorzien), exploitatieresultaten (over 2010 en toekomstige jaren) en
(toekomstige)onttrekkingen aan voorzieningen.
Op grond van de aanvullende informatie van het bestuur maakte de inspectie een
herberekening. Rekening houden met de verwachtingen van het bestuur bedraagt de
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 33
toekomstige financiële buffer (omstreeks) eind 2013 circa € 2.9 mln; circa 43% van de
totale baten, inclusief rentebaten. Hierdoor overschrijdt de financiële bufferde
signaleringswaarde van de CVO van 9,29% nog steeds”.
Het beleid van SGR is er nu op gericht om het saldo van baten en lasten in balans te brengen.
Vanuit de bekostiging van OCW dient SGR in de exploitatie jaarlijks kostendekkend te draaien.
Dat vereist een duurzame bedrijfsvoering. Voorwaarden voor een duurzame bedrijfsvoering zijn
een strakke planning- & controlcylus, kostenbewustzijn en efficiency. In de schoolplanperiode
van 2015 tot en met 2018 wordt dit beleid strikt gehandhaafd.
Op basis van de meerjarenbegroting zullen de reserves (publiek en privaat) zich als volgt
ontwikkelen.
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
3.903.259 3.695.505 3.622.053 3.471.712 3.387.271 3.307.403 3.189.018
SGR beoogt in 2018 een totaal aan reserves te hebben van ongeveer € 3.000.000. Dit vermogen
dient als weerstandsvermogen. Dit vormt een buffer voor risico’s die SGR in de toekomst kan
lopen. In een separaat document is de onderbouwing hiervan in beeld gebracht. Dit document is
ook aan de Inspectie gezonden, maar er is nooit een inhoudelijke reactie gekomen.
SGR staat op het standpunt dat de genoemde signaleringswaarde in het algemeen voor een
eenpitter absoluut te laag is; daarnaast vormen de positionering en het leerlingenaantal van SGR
in het bijzonder twee redenen een hoger weerstandsvermogen aan te houden.
In de jaren 2013-2018 zal extra budget vanuit de reserves, ongeveer € 750.000 worden ingezet
ten behoeve van de innovatie van het onderwijs (vmbo en profilering andere afdelingen).
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 34
7 Communicatie
7.1 SGR op de kaart SGR zal ook in de komende jaren krachtig blijven inzetten op de werving. Het leerlingenaantal is
van cruciaal belang om het onderwijs op peil te houden en de continuïteit te waarborgen.
Van essentieel belang daarbij zijn het continueren en benutten van de Masterclass SGR, het
verduurzamen van de persoonlijke contacten met de basisscholen en het bewerkstelligen van
natuurlijke binding van de kopklasleerlingen aan de school. Via de Masterclass en de
Voorlichtingsbijeenkomsten richt SGR zich daarnaast op het intensiveren van het contact met
groep-8 ouders/verzorgers. Daarin zijn de Groep8 Introductiedag en Open dag belangrijke
evenementen in de werving.
Voor de werving zijn de communicatie-uitingen van essentieel. De school kiest ervoor om de
nieuwe ontwikkelingen in de verschillende afdelingen steeds krachtiger naar buiten te profileren.
In 2014 is om deze reden, naast de algemene brochure van SGR en Exellius, een additionele
brochure ontworpen voor de Tweetalige Opleiding (TTO). In 2015 zullen de afdelingen vmbo en
havo hierin volgen met ook ieder een eigen brochure.
De website van SGR is een belangrijke informatiebron voor potentiële nieuwe leerlingen. De
website is in 2014 geheel vernieuwd en zal de komende jaren de profilering van de afdelingen
sterker gaan ondersteunen.
SGR uit zich op een tweetal wijzen naar buiten. Met de SGR-uitingen voor het volledige aanbod
en met Exellius-uitingen als het gaat om het vwo-aanbod.
7.2 Ouders en leerlingen
SGR hecht veel waarde aan een goed contact met de ouders van haar leerlingen omdat dit
contact veelal voorwaarde is voor een succesvolle schoolcarrière. Naast voorlichtingsavonden
organiseert de school avonden waarop ouders samen met hun kind het rapport bespreken met de
mentor. De voorlichtingsavonden zijn met name in leerjaar 1 goed bezocht. Vanaf leerjaar 2 is de
opkomst van ouders op de voorlichtingsavonden wisselend.
De nieuwe vwo-opleiding Exellius heeft een klankbordgroep van ouders opgericht die 6-wekelijks
bijeenkomt. De ouderopkomst bij de periodieke projectpresentaties door leerlingen is groot.
Uit het onderzoek naar de onderwijsbeleving van jongeren in Zuidoost blijkt dat de leerlingen
van SGR heel erg tevreden zijn over de betrokkenheid van hun ouders bij school.
SGR biedt voor ouders van haar leerlingen workshop-avonden aan, gericht op het stimuleren van
de ouderbetrokkenheid bij de schoolontwikkeling van hun kind. In 2014 is een start gemaakt met
het project ‘Huiswerk en Planning’.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 35
7.3 Netwerken
SGR opereert in diverse netwerken. SGR is lid van de VO-raad, de brancheorganisatie voor het
voortgezet onderwijs. Voorts is SGR actief binnen het netwerk van WON-scholen
(WetenschapsOriëntatie Nederland) en het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in de regio.
SGR onderhoudt diverse contacten met de gemeente Amsterdam. De dienst DMO is daarbij een
belangrijke actor. De gemeente is juridisch eigenaar van het gebouw en verstrekt diverse
subsidies.
Binnen de gemeente Amsterdam is SGR actief binnen het OSVO (vereniging van alle
schoolbesturen in het Amsterdamse voorgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs). Met
ingang van oktober 2013 bezet het lid van het CvB een bestuurszetel met de portefeuille
kernprocedure en vensters voor verantwoording.
Binnen het stadsdeel in het VO-overleg met Open Schoolgemeenschap Bijlmer, het Bindelmeer
College en Praktijkschool De Dreef. Met de besturen van de basisscholen is regelmatig contact
over de verbinding tussen basis- en voortgezet onderwijs.
SGR onderhoudt onder meer intensieve contacten met het AMC, ING en JINC ten behoeve van
stages, gastlessen en trainingen.
Om het persoonlijk contact met de basisscholen uit Zuidoost e.o. te versterken organiseert SGR
jaarlijkse bijeenkomsten voor basisschooldirecteuren, IB-ers en groep 7&8 leerkrachten in de
school. SGR onderhoudt daarnaast via digitale weg nauw contact met de basisscholen en neemt
op regelmatige basis persoonlijk contact op.
Tot slot onderhoudt SGR een goede relatie met de samenwerkingpartners van Exellius:
Universiteit van Amsterdam, het AUC (Amsterdam University College), het al genoemde AMC en
het Amsterdams Lyceum.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 36
8 Verantwoording
8.1 Medezeggenschap
SGR acteert binnen de wet- en regelgeving van het ministerie van OCW. Door de decentralisatie
van het afgelopen decennium hebben schoolbesturen de vrijheid gekregen decentraal onderdelen
van het beleid zelf in te richten. Voor een groot deel worden de spelregels weliswaar bepaald
door de CAO, maar er blijft daarnaast beperkte beleidsvrijheid over.
Bij de invulling en uitvoering van die beleidsvrijheid overlegt het college van bestuur met de
medezeggenschapsraad binnen de kaders van de WMS (Wet medezeggenschap op Scholen).
Daarbij heeft de medezeggenschapsraad advies- of instemmingsrecht. Los van de specifieke
bevoegdheid van de medezeggenschapsraad hanteert SGR de stelregel dat overleg altijd een
goede vorm is van samenwerking tussen bevoegd gezag en medezeggenschapsraad. Met begrip en
respect voor elkaars positie en verantwoordelijkheid kan in de beleidsvormende fase tot een
gezamenlijke visie worden gekomen.
Het college van bestuur acht het voor het goed functioneren van medezeggenschap van belang
dat er een optimale mate van transparantie is en dat de medezeggenschapsraad tijdig en volledig
wordt geïnformeerd. Op die wijze kan voor de komende jaren een constructieve samenwerking
worden gecontinueerd. In het afgelopen paar jaar is intensief samengewerkt met de MR om o.a.
het taakbeleid te moderniseren, een groot aantal documenten vast te stellen en ook de intern
verplichte documenten op orde te hebben.
8.2 Raad van toezicht
Raad van toezicht
In 2011 is er een scheiding aangebracht binnen SGR tussen bestuur en toezicht volgens de Wet
goed onderwijs, goed bestuur die in 2010 is ingevoerd. Het college van bestuur oefent zijn
werkzaamheden uit op basis van de statuten en het bestuursreglement, de wet en de
governancecode VO.
Het bestuursreglement is opgesteld, begin 2013 is het toezicht-/toetsingskader vastgesteld en de
informatievoorziening is adequaat ingericht.
De raad van toezicht heeft de volgende rollen:
1. bewaker van het normatieve kader: daarbij gaat het met name om de kwaliteit van het
onderwijs
2. werkgever van het college van bestuur
3. adviseur en klankbord voor het college van bestuur
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 37
8.3 Stakeholders
Om de belanghebbenden zo volledig mogelijk te informeren wordt daarnaast op de website van
SGR ook jaarlijks het jaarverslag en jaarplan gepubliceerd.
SGR heeft een klachtenregeling, die op de website staat. Met de regeling wordt beoogd een
zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend,
maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). De klachtenregeling is alleen van
toepassing als men met zijn klacht niet ergens anders terecht kan. Veruit de meeste klachten
over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders,
leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat
echter, gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar
tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op deze klachtenregeling.
Voorts dienen klachten waarvoor een aparte regeling en proceduremogelijkheid bij een
commissie bestaat, langs die lijn te worden afgehandeld. Zo kan een klacht die moet worden
ingediend bij de commissie van beroep bij examens, niet via de klachtenregeling onderwijs
worden ingediend.
In de regeling zijn maximumtermijnen opgenomen. Het spreekt voor zich dat eenieder erbij
gebaat is dat een klacht zo zorgvuldig mogelijk, maar ook zo snel mogelijk, wordt afgehandeld.
De school participeert in het project Vensters voor Verantwoording.
Aan de hand van dit project laat SGR zien hoe gepresteerd wordt op de twintig belangrijkste
graadmeters van het onderwijs. Deze gevalideerde indicatoren vormen de eenduidige basis
waarmee scholen hun horizontale verantwoording (zoals aan ouders/verzorgers, basisscholen,
subsidieverstrekkers, bedrijfsleven) kunnen inrichten en zich kunnen vergelijken met andere
scholen (benchmarking).
De indicatoren zijn gegroepeerd over vijf domeinen waarin elke indicator als venster zichtbaar
is. In de content van de helft van de indicatoren (centrale indicatoren) wordt voorzien door de
inspectie en het ministerie. In de content van de andere indicatoren (decentrale indicatoren)
voorziet de school zelf.
De domeinen zijn:
1. Algemeen
2. Resultaten
3. Onderwijsbeleid
4. Kwaliteit
5. Bedrijfsvoering
De indicatoren zijn:
1. Aantal leerlingen
2. Slaagpercentage
3. Gemiddeld examencijfer
4. Doorstroom en Uitstroom
5. Tussentijdse uitstroom
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 38
6. Schoolplan
7. Structurele samenwerkingsverbanden
8. Kenmerken leerlingen
9. Profiel- en sectorkeuze
10. Zorgplan
11. Tevredenheid leerlingen
12. Tevredenheid ouders
13. Relatie toenemend en afnemend onderwijs
14. Resultaten externe evaluaties
15. Schoolklimaat en veiligheid
16. Marktaandeel en voedingsgebied
17. Onderwijstijd
18a en 18b. Personeel en ziekteverzuim
18c. Scholingsuitgaven
19a. Financiën
19b. Schoolkostenmonitor
20. Verhouding leerlingaantal – personeel
Met ingang van 2014-2015 gaat SGR ook tweejaarlijks bijeenkomsten organiseren waar de
schoolleiding in dialoog gaat met de belanghebbenden over de doelstellingen en de bereikte
resultaten.
8.4 Inspectie
SGR heeft een basisarrangement voor alle afdelingen. De vwo-afdeling heeft sinds 2013 een
basisarrangement. Gezien het geringe aantal vwo-leerlingen en het onvoldoende
onderbouwrendement hebben de opbrengsten en resultaten in deze afdeling onze voortdurende
aandacht.
Acties ter verbetering van het onderbouwrendement:
• Minimaal tweemaal per jaar wordt het onderbouwrendement geanalyseerd door de
voltallige schoolleiding op schoolniveau, afdelingsniveau, klasniveau en leerlingniveau.
• Op schoolniveau wordt een plan van aanpak gemaakt om het onderbouwrendement te
verbeteren. Korte en lange termijn acties worden daarbij benoemd.
• Per afdeling worden vervolgens risico’s benoemd en worden plannen van aanpak
gemaakt, waarbij korte en lange termijn acties worden benoemd. Deze acties kunnen
betrekking hebben op klasniveau en leerlingniveau.
Het bovenbouwrendement is voor alle afdelingen al vele jaren voldoende. Ook de
examenresultaten van de afdelingen vmbo-kader, vmbo-theoretisch en havo zijn voldoende. In de
vwo-afdeling is het resultaat niet jaarlijks gelijk, waardoor het 3-jaarsgemiddelde dat de basis
vormt voor het opbrengstoordeel in gevaar kan komen.
Acties ter verbetering van de examenresultaten
• Schoolbreed worden jaarlijks de examenresultaten geanalyseerd.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 39
• Op afdelingsniveau worden de resultaten geanalyseerd en de afdelingsleider maakt een
plan van aanpak op korte en lange termijn.
• Op sectieniveau worden de analyses van de resultaten besproken en wordt een plan van
aanpak gemaakt.
De inspectie hanteert vanaf 2016 een nieuw toezichtkader. Dat heeft een nieuw, meer geïntegreerd karakter. Het wordt gekenmerkt door meer maatwerk, meer diepgang en ook strenger financieel toezicht.
Het nieuw onderwijsresultatenmodel is aan een viertal veranderingen onderhevig:
• De inspectie hanteert absolute normen (scholen worden niet meer met elkaar
vergeleken)
• De inspectie hanteert een extra indicator voor onvertraagde voortgang onderbouw
• De beroepsvakken tellen mee bij het gemiddelde cijfer centraal examen
• De onderwijsresultaten worden niet alleen als onvoldoende of voldoende beoordeeld,
maar ook als goed
SGR gaat in 2015 onderzoeken wat deze veranderingen voor de opbrengsten en resultaten zullen
betekenen en maakt een plan van aanpak.
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 40
BIJLAGE 1 Overzicht Meerjarenbeleidsplan
Strategisch beleidsplan SGR
1. Voortzetten cyclus van gesprekken 2. Versterken pedagogisch-didactisch klimaat
1. VMBO2. HAVO/VWO3. TTO4. Exellius5. Kwaliteit en rendement
1. Gesprekscyclus2. Deskundigheidsbevordering
Missie en visie
• Brede Openbare scholen-‐gemeenschap
• Specifieke profielen in de afdelingen
• Leerlingen ontwikkelings-‐gericht voorbereiden op de toekomst
• Leerlingen zijn actief betrokken bij hun leerproces met het doel zelfinzicht te verkrijgen, talenten te ontwikkelen en keuzes te maken
• Veilige stimulerende leeromgeving
Onderwijs
Personeel
1. Onderwijsondersteunende processen2. ARBO/Veiligheid3. Risicomanagement
Bedrijfs-voering
1. Ontwikkelen doorlopend LOB-traject ; ondernemendleren; voorbereiden nieuw examenprogramma
2. Profileren3. Internationalisering en EIO-ontwikkeling4. Ontwikkelen van het volledige curriculum5. Opbrengsten en resultaten verder verbeteren
SGR 2015-2018
1. Meerjarenbegroting met sluitende exploitatie2. Planning & controlcyclus3. Budgettering4. Vermogenspositie
1. SGR op de kaart2. Ouders en leerlingen3. Netwerken
1. Medezeggenschap2. Raad van Toezicht3. Stakeholders4. Inspectie
1. Processen verder optimaliseren en borgen2. Professionaliseren beleid en uitvoering 3. Beheersen risico’s
1. Sluitende exploitatie in 20162. Verdere professionaliseren rapportages3. Decentraliseren financiële verantwoordelijkheden4. Robuust weerstandsvermogen
1. Versterken relatie stakeholders2. Versterken klankbordfunctie 3. Uitbreiden en op meer niveaus binnen SGR
1. Transparantie en samenwerking2. Verantwoording en verdere professionalisering3. Verantwoording en dialoog4. Verantwoording op basis van nieuw Inspectiekader
Financiën
Commu-nicatie
Verant-woording
BIJLAGE 2 Overzicht Meerjarenbegroting
Schoolplan 2015 – 2018 SGR / 17 december 2014 41
Meerjarenbegroting SGRbedragen in EUR
BATENRijksbijdragen OCW 6.597.027 6.745.940 6.893.391 6.914.304 6.981.258 7.027.043Overige overheidsbijdragen (excl. huisvestingssubsidie DMO bouw) 39.500 46.520 42.000 42.000 42.000 42.000Overige baten 241.952 256.098 283.773 288.500 278.500 288.500
Totaal baten 6.878.479 7.048.558 7.219.164 7.244.804 7.301.758 7.357.543
LASTENPersonele lasten Lonen en salarissen 5.287.562 5.342.060 5.333.535 5.385.226 5.439.628 5.510.870
Overige personele lasten 227.050 302.967 288.450 285.450 292.450 299.450Vermindering verrekening uitkeringskosten 50.000 59.703 50.000 50.000 50.000 50.000Personeelskosten (niet in dienst) 25.000 56.903 38.700 28.700 28.700 28.700Personeelskosten vervanging 60.000 99.698 100.000 100.000 100.000 100.000Nascholing 25.000 27.000 34.000 41.000 48.000 55.000HRM 31.800 31.784 35.000 35.000 35.000 35.000Overige personeelskosten 35.250 27.879 30.750 30.750 30.750 30.750
Afschrijvingen 200.181 188.149 190.000 190.000 190.000 190.000
Huisvestingslasten 464.158 440.093 472.004 468.870 475.894 483.081Dotatie voorziening groot onderhoud 40.000 40.000 40.000 40.600 41.209 41.827Schoonmaak 204.008 198.927 201.000 206.025 211.175 216.455Energie 120.800 98.073 115.000 115.000 115.000 115.000Huisvestingskosten subsidie DMO bouw -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐Overige huisvestingskosten 99.350 103.093 116.004 107.245 108.510 109.799
Instellingslasten 931.657 971.740 1.042.516 968.784 953.654 962.527Administratie 67.092 62.109 70.094 58.236 58.891 59.559Accountant en externe dienstverlening 39.940 40.650 38.850 39.627 40.419 41.228Leermiddelen 311.780 331.150 337.100 328.800 320.500 312.100Overige instell ingskosten 512.845 537.831 596.472 542.121 533.844 549.640
Totaal lasten 7.110.608 7.245.009 7.326.505 7.298.330 7.351.626 7.445.928
SALDO BATEN EN LASTEN Totaal saldo gewone bedrijfsvoering -‐232.129 -‐196.451 -‐107.341 -‐53.526 -‐49.868 -‐88.385
FINANCIËLE BATEN EN LASTENSaldo financiële baten en lasten 135.000 138.000 122.000 130.000 130.000 130.000
Totaal financiële baten en lasten 135.000 138.000 122.000 130.000 130.000 130.000
TOTAAL RESULTAATTotaal saldo boekjaar -‐97.129 -‐58.451 14.659 76.474 80.132 41.615
jaarbegroting 2017 jaarbegroting 2018jaarbegroting 2015 jaarbegroting 2016jaarbegroting 2014 eindprognose 2014