schatkaart - de karwij

14
Schatkaart Teken de weg naar het eiland op deze kaart. Volg deze aanwijzingen: 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Jantje komt thuis met een slecht rapport. “Hoe kan dit nu?”, vraagt zijn vader, “vorige keer had je allemaal goede punten!” “Het is de juf haar schuld”, antwoordt Jantje, “ik mocht niet meer naast Fredje zitten.” Je vertrekt in vakje ‘stuurwiel 12’. Je gaat eerst 1 pas naar beneden en dan 3 passen naar links. Plots kom je krokodil tegen en vlucht je weg, helemaal naar hokje ‘schatkist 9’. In de verte zie je een krokodil, dus ga je snel 3 passen naar links. Daar zie je plots een gevaarlijke zeerover, dus ga je snel 2 passen naar beneden. Daar zie je een haai, dus ren je zo hard als je kan naar ‘zon 3’, maar daar komt de gevaarli jke zeerover weer aan, dus ren je verder naar ‘kanon 3’. Je zet je reis verder: een pasje naar rechts, een pasje naar onder en nog een pasje naar rechts. Maar daar liggen allemaal omgevallen boomstammen waar je omheen moet. Je zet 2 passen naar rechts, 2 passen omlaag en 2 passen naar links. Dan ga je naar vakje ‘haak 4’. Nog 3 passen naar links en je bent aangekomen op het eiland.

Upload: others

Post on 18-Oct-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Schatkaart - de karwij

Schatkaart

Teken de weg naar het eiland op deze kaart. Volg deze aanwijzingen:

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Jantje komt thuis met een slecht rapport. “Hoe kan dit nu?”, vraagt zijn vader, “vorige keer had je allemaal goede punten!” “Het is de juf haar schuld”, antwoordt Jantje, “ik mocht niet meer naast Fredje zitten.”

Je vertrekt in vakje ‘stuurwiel 12’. Je gaat eerst 1 pas naar beneden en dan 3 passen naar links. Plots kom je krokodil tegen en vlucht je weg, helemaal naar hokje ‘schatkist 9’. In de verte zie je een krokodil, dus ga je snel 3 passen naar links. Daar zie je plots een gevaarlijke zeerover, dus ga je snel 2 passen naar beneden. Daar zie je een haai, dus ren je zo hard als je kan naar ‘zon 3’, maar daar komt de gevaarlijke zeerover weer aan, dus ren je verder naar ‘kanon 3’. Je zet je reis verder: een pasje naar rechts, een pasje naar onder en nog een pasje naar rechts. Maar daar liggen allemaal omgevallen boomstammen waar je omheen moet. Je zet 2 passen naar rechts, 2 passen omlaag en 2 passen naar links. Dan ga je naar vakje ‘haak 4’. Nog 3 passen naar links en je bent aangekomen op het eiland.

Page 2: Schatkaart - de karwij

Logicaquiz

Lees de zinnen goed. Duidt met + aan wat juist is en met – wat fout is. Let op: In een kolom kan steeds maar één plus staan. Voorbeeld

Lisa is 6 jaar. Bij Lisa zetten we een plus bij 6 jaar. We zetten een – bij 7 jaar en 8 jaar, want ze kan maar één leeftijd hebben. We weten ook dat niemand anders 6 jaar is (er mag maar één plus in een kolom staan), dus zetten we een – bij Emma en Laura in de kolom van 6 jaar.

Emma is ouder dan Laura. We weten dat Emma 7 of 8 jaar is. Ze is ouder dan Laura, dus moet ze 8 jaar zijn. We zetten een + bij Emma in de kolom van 8 jaar. Nu weten we ook dat Laura dus 7 jaar moet zijn.

Deze kinderen hebben elk een huisdier. Niemand heeft hetzelfde dier.

Tom houdt niet van honden en katten. Mo houdt niet van vogels. Ali heeft een kat. Vince heeft geen dier met twee poten. Het dier van Mo kan niet blaffen.

Hoe oud zijn ze en waar wonen ze? (Let op: hier moet je 2 keer een + zetten bij elk kind!) Kris woont in Asse. Hij is ouder dan negen jaar. An en Darja wonen niet in Hasselt. Darja is elf jaar. Een meisje van 10 woont in Brussel. Jens woont niet in Brugge. De jongen uit Hasselt is 9 jaar.

9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar Brussel Asse Hasselt Brugge

Jens

An

Kris

Darja

6 jaar 7 jaar 8 jaar

Lisa + - -

Emma - - +

Laura - + -

Tom

Vince

Mo

Ali

Iedereen moest een insect meenemen naar de klas. Plots komt Jantje binnen met zijn kat. De juf vraagt: “Jantje, je weet toch dat een kat geen insect is?” “Ja juf, maar al die vlooien die ze heeft wel hoor”, antwoordt hij.

Page 3: Schatkaart - de karwij

Zomerversjes

Vanmorgen had de zon geen kans,

want regenwolk Klettermans

hing wijd en breed boven de stad

en maakte alles kleddernat.

"Goed," zei de zon, "ik ga opzij.

Ik neem gewoon een dagje vrij."

Vul op elk lijntje een woord dat rijmt op het onderlijnde woord erboven. Eindelijk vakantie, wat een lol.

Alle kinderen gaan uit hun ……………….

De zee is een plek voor veel plezier.

De ijsman roept: 'IJsjes …………………..!'

Dan weet ieder, groot en klein

dat het nu zomer moet ……………………!

Vul de zinnen aan, zodat ze op de vorige zin rijmen.

En ik woon vanaf vandaag

in ………………………………………………………………………………………

Zelf getimmerd, zelf bedacht.

'k Mag hier slapen, ……………………..…………………………………………...

en het gras is de matras:

'k Wou dat het ……………………………………………………………………….

Zoek nu zelf rijmzinnen om het versje af te maken.

Warme zon op mijn gezicht.

…………………………………………………………………………………………

In mijn badje in de zon

…………………………………………………………………………………………

't Is leuker hier dan in de klas:

…………………………………………………………………………………………

Woorden die op een zelfde klank eindigen, noemen we rijmwoorden. Kans en Klettermans eindigen op -ans, dus rijmen ze. Bij versjes rijmen 2 opeenvolgende zinnen vaak.

Op safari komen de toeristen een tijger tegen. “Is hij gevaarlijk?” vraagt een dame aan de gids. “Nee hoor”, antwoordt de gids, “hij heeft net gegeten.” “Hoe weet u dat?” vraagt de dame. De gids antwoordt: “Omdat meneer Vandamme ontbreekt.”

Page 4: Schatkaart - de karwij

Waar is Wally?

Wally ging op reis naar een erg drukke stad. Kan jij hem vinden? Je kan hem herkennen aan zijn bril en zijn gestreepte trui. Trek een rode kring rond hem. Veel zoekplezier!

De juf zegt tegen Jantje: “Eén ding is zeker, van zo’n slecht rapport zal je vader grijs haar krijgen.” “Dan zal hij blij zijn,” antwoordt Jantje, “want nu is hij kaal.”

Page 5: Schatkaart - de karwij

Kleurenrooster

Los de bewerkingen op. Kleur daarna de oplossingen in het honderdveld.

Welke letter vormen de niet-gekleurde hokjes? ……………………………………………….. Schrijf 10 woorden op die met deze letter beginnen ........................................................ ..........................................................

........................................................ ..........................................................

........................................................ ..........................................................

........................................................ ..........................................................

........................................................ ..........................................................

59 + 2 = 12 + 50 =

6 x 5 = 2 x 11 =

61 – 3 = 30 + 11 =

50 + 10 = 4 x 6 =

20 + 22 = 20 + 6 =

40 – 7 = 82 – 11 =

7 x 3 = 2 x 20 =

40 – 9 = 69 – 10 =

28 + 15 = 80 – 1 =

45 + 3 = 10 x 7 =

46 + 30 = 50 + 25 =

5 x 5 = 7 x 5 =

60 – 7 = 70 + 7 =

32 + 12 = 76 – 8 =

7 x 7 = 8 x 4 =

18 + 5 = 33 + 6 =

26 + 26 = 40 + 29 =

5 x 10 = 89 – 23 =

100 – 22 = 8 x 10 =

59 + 8 = 48 + 2 + 7 =

50 + 1 = (3 x 10) + 4 =

Tip: Vul de linkse kolom van het honderdveld in, dan vergis je je niet.

“Papa, weet je nog dat ik 25 euro van je kreeg als ik niet moest blijven zitten?” vroeg Jantje. “Ja hoor Jantje, beloofd is beloofd”, zei vader. “Dan heb ik goed nieuws”, zei Jantje, “je mag je 25 euro houden.”

Page 6: Schatkaart - de karwij

Mijn reisalfabet

Dit is je reiskoffer. Voor je op vakantie kan vertrekken, moet je je koffer inpakken. Zoek bij elke letter van het alfabet iets dat je wil meenemen. Bij sommige letters staat al iets ingevuld.

a………………………. n……………………….

b………………………. o……………………….

c………………………. p……………………….

d………………………. quizboek

e………………………. r……………………….

f………………………. s……………………….

g………………………. t……………………….

h………………………. u……………………….

i………………………. v……………………….

j………………………. w……………………….

k………………………. xylofoon

l………………………. y……………………….

m……………………… z……………………….

Let op: Schrijf netjes en mooi op het lijntje!

“Mama, ik heb goed nieuws en slecht nieuws”, zegt Jantje. “Vertel me eerst het goede nieuws maar”, zegt moeder. “De school is afgebrand!” roept Jantje enthousiast. “En het slechte nieuws?”, vraagt moeder. Droevig zegt Jantje: “De rapporten zijn bewaard gebleven.”

Page 7: Schatkaart - de karwij

Mandala

Teken met een rode stift alle spiegelassen (= symmetrieassen) in deze mandala. Gebruik je lat hiervoor! Kleur de mandala daarna mooi in.

Een mandala is een cirkel die opgevuld is met symmetrische figuren. Kijk dus goed als je de symmetrieassen zoekt, want in deze mandala zijn er wel 8!

“Jantje, heb je je rekensommen gemaakt?”, vraagt de juf. “Nee”, antwoordt Jantje. “Dan zal ik toch eens met je vader moeten gaan praten”, zegt de juf. “Dat zal niet helpen”, zegt Jantje, “ik heb het hem al eens gevraagd maar hij wil ze ook niet maken.”

Page 8: Schatkaart - de karwij

Vakantierebus

Oplossing: …………………………………………………………………..

- n

_ _ _ _ _ _ _

b = gr

- n

- n -as

+ t -m

- k - k

_ _ _ _ _ _ _ _

+ +

_ _ _ _ _ _ _ _ _ !

+

Jantje kreeg zijn rapport van de juf. Hij had bij alle vakken maar 1 op 10. Hij was bang om het aan zijn ouders te tonen, dus gooide hij het in het water. Daarna ging hij naar huis. “Waar is je rapport?”, vroeg zijn moeder. Jantje antwoordde: “Alle eendjes zwemmen in het water …”

Page 9: Schatkaart - de karwij

Ik zie dubbel

Doorstreep de letters die dubbel zijn. Met de letters die overblijven kan je een woord vormen.

Dit woord blijft over : …………………………………………………………………………

Kleur de letters van dit woord op het toetsenbord.

g x b s e

f c k

m z

t i j r

b

i a h

n q z

e c j d

h

x m f q k g

De leerlingen moeten een grazende koe tekenen. Een paar seconden later is Jantje al klaar. De juf kijkt naar zijn blad en zegt: “Ik zie helemaal geen gras.” “Dat heeft de koe opgegeten”, antwoordt Jantje. “Waar is de koe dan?” vraagt de juf. “Ja,” zegt Jantje, “als al het gras op is, blijft die koe daar niet staan hoor.”

Page 10: Schatkaart - de karwij

Rekenmuren

De muren van dit vakantiehuisje zijn wel erg raar, er staan allerlei getallen op. Het getal op een steen is altijd de som van de 2 stenen eronder. Schrijf de juiste getallen op de lege stenen.

Maak nu zelf een rekenmuur. Schrijf eerst in potlood als je niet zeker bent.

Jantje komt thuis met een slecht rapport. “Bij zo’n rapport hoort een grote straf”, zegt zijn vader boos. “Dat vind ik ook”, zegt Jantje, “kom maar mee, ik weet de juf wonen”.

Page 11: Schatkaart - de karwij

Doordenkertjes

Vorm zoveel mogelijk verschillende vierkanten door punten te verbinden (gebruik een lat!) Denk goed na, er zijn er meer dan je eerst denkt. Gebruik verschillende kleuren om duidelijk te maken hoeveel vierkanten je kon maken. Denk eraan: een vierkant heeft 4 even lange zijden en 4 even grote hoeken.

Ik kan … vierkanten maken.

Bert, Dieter, Daisy, Charlot, Jonas en Evelien hebben schelpen gevonden. Hoeveel schelpen heeft elk kind? Je kan de kader gebruiken als kladblad. Vul de antwoordzin in.

Bert: Ik heb drie keer zoveel schelpen als Daisy.

Dieter: Ik heb 5 schelpen meer dan Jonas.

Daisy: Ik heb de helft van Jonas.

Charlot: Ik heb 5 schelpen minder dan Daisy.

Jonas: Ik heb 20 schelpen.

Evelien: Ik heb evenveel schelpen als Charlot en Daisy samen.

Bert heeft … schelpen, Dieter heeft … schelpen, Daisy heeft … schelpen, Charlot heeft … schelpen, Jonas heeft … schelpen en Evelien heeft … schelpen.

“Jantje, noem de seizoenen eens op”, zegt de juf. Jantje antwoordt: “lente, herfst en winter.” “Waar blijft de zomer?”, vraagt de juf. “Dat heb ik me dit jaar ook afgevraagd”, antwoord Jantje.

Page 12: Schatkaart - de karwij

Schelpencode Probeer te ontcijferen wat de schelpen ons willen vertellen. Als je eerst de waarde van elke letter aanvult, gaat het makkelijker.

a = 1 h = 8 o = 15 v = 22

b = i = p = w =

c = j = q = x =

d = k = r = y =

e = l = s = z =

f = m = t =

g = n = u =

Schrijf je eigen naam in schelpencode : ………………………………………….

“Hoe vaak moet ik je nog vertellen dat je ’s morgens op tijd moet zijn?”, vroeg de juf. “Nog 13 keer”, zei Jantje. “Waarom nog 13 keer?”, vroeg de juf nieuwsgierig. Jantje antwoordde: “Omdat de vakantie dan begint.”

Page 13: Schatkaart - de karwij

Vakantieraadsel

Vul de hokjes in. Als je alle hokjes met een getal gevonden hebt, kan je onderaan een zin lezen.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

Let op: Er mag maar één letter in een hokje. Voorbeeld:

De juf van Jantje is ziek. Hij gaat haar bezoeken en komt al huilend buiten. “Is je juf zo erg ziek?”, vraagt zijn vader. “Nee,” zegt Jantje, “ze komt overmorgen al terug!”

Page 14: Schatkaart - de karwij

Doordenkertjes

Vorm zoveel mogelijk verschillende vierkanten door punten te verbinden (gebruik een lat!) Denk goed na, er zijn er meer dan je eerst denkt. Gebruik verschillende kleuren om duidelijk te maken hoeveel vierkanten je kon maken. Denk eraan: een vierkant heeft 4 even lange zijden en 4 even grote hoeken.

Ik kan … vierkanten maken.

Bert, Dieter, Daisy, Charlot, Jonas en Evelien hebben schelpen gevonden. Hoeveel schelpen heeft elk kind? Je kan de kader gebruiken als kladblad. Vul de antwoordzin in.

Bert: Ik heb drie keer zoveel schelpen als Daisy.

Dieter: Ik heb 5 schelpen meer dan Jonas.

Daisy: Ik heb de helft van Jonas.

Charlot: Ik heb 5 schelpen minder dan Daisy.

Jonas: Ik heb 20 schelpen.

Evelien: Ik heb evenveel schelpen als Charlot en Daisy samen.

Bert heeft … schelpen, Dieter heeft … schelpen, Daisy heeft … schelpen, Charlot heeft … schelpen, Jonas heeft … schelpen en Evelien heeft … schelpen.

“Jantje, noem de seizoenen eens op”, zegt de juf. Jantje antwoordt: “lente, herfst en winter.” “Waar blijft de zomer?”, vraagt de juf. “Dat heb ik me dit jaar ook afgevraagd”, antwoord Jantje.