samenvatting wetenschappelijk denken
TRANSCRIPT
WETENSCHAPPELIJK DENKEN – SAMENVATTING
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding Doel
1. Historische aspecten in WD en interacties met Geneeskunde2. wetenschappelijk denken als methode3. wetenschappelijk denken als sociaal verschijnsel en als houding: relevantie
buiten fundamenteel onderzoek4. voorbeelden van medische relevante wetenschappelijke ontdekkingen5. wetenschap: waarden, integriteit en fraude6. wetenschappelijke informatie7. research initiatie: eerste stappen
Methode : Verschillende denkniveaus Niveau D : denken ( waarheid, denken over en in wetenschap) Niveau K : Kunst : waarneming ~ werkelijkheid ? (Magritte, Escher). Wat
we zien wordt bepaald door het perspectief waaruit we kijken Niveau W : Wetenschap
Waarneming : o wat je ziet is afh. van hoe en voorkenniso waarneming is niet beperkt tot de wereld rondom ons
(cfr. Priemgetallen, Verhulst, Mandelbrot) Waar en objectief Rationeel, toeval Vooruitgang risico’s
Niveau G : Geneeskunde Ouder dan de wetenschap Geneeskunst
Niveau T : Tijd Historische reconstructie : subjectief Grote persoonlijkheden + tijdgenoten die bijdragen tot
doorbraak Grote thema’s blijven actueel
Hoofdstuk 2: Het voorwetenschappelijke wereldbeeld
1
Inleidingo Scheiding tussen denken doen, theorie praktijk, natuurfilosofie
mechanische kunsteno Respect voor natuurlijke harmonie experimenteno Denken : contemplatief en niet experimenteelo Waarheid in de ideeën en niet in de weernemingo Zuiverheid en onveranderlijkheid der ideeëno Toevalligheid en onvolmaaktheid van het leveno Denken is een dissectie van ideeën
Denkniveau Do Socrates (470-399 v.C.)
Charismatisch filosoof en leraar Dialoog : these antithese synthese Constructief scepticisme
o Plato (428-347 vC) DUALISME: idee vs werkelijkheid leerling van socrates begaafd schrijver Ideeënwereld voorafgaand aan de fysieke wereld Mathematische verbanden Ideeënwereld (zuiver, onaantastbaar) dagelijks leven
Denkniveau Wo Aristoteles
Actief in Plato’s academie Dialectische stijl zoals plato Analytisch-deductief volgens categorische syllogismen Observaties + formalismen Causaliteitsbegrip Natuurlijke harmonie Wereldbeeld : holistisch(= eigenschappen bepaald door relatie met
geheel) , monistisch (= 1 beginsel ter verklaring van de verschijnselen), bezielde natuur
Dissecties, 1e wetenschapper en bioloog 4 elementen Causaliteit : elk verschijnsel heeft 4 oorzaken Waarneming !! Teleologisch Metafysica (bovenzintuigelijke gronden van de dingen):
planeetbeweging Geen evolutie, vitalisme ipv materialisme Onveranderlijkheid van de sterrenhemel Logica : A = B , C = A B = C
Denkniveau G : Voorwetenschappelijke Geneeskunde1. Ziekten en verandering van levensgewoonten
Nomade vestigen : monocultuur, domesticatie van dieren, later : verstedelijking pest, cholera, tyfus, difterie,…
2. Kenmerken van voorwetenschappelijke geneeskunde
2
Eerste geneeskunde : 3000 vC : rituele genezingen Westerse geneeskunde :
Asclepius en Hippocrates Chirurgie zonder onderliggende anatomie 1: Oorzaak = subject, evenwicht in de
combinatie van de 4 kardinale humeuren kwijtsanguine, choleriek, melancholieke, flegmatische (bloed:vurig - gele gal:nors - zwarte gal: melanch.- Slijm: kalm)
2: Externe oorzaak : stand hemellichamen combinatie: Miasmetheorie (aderlating en
laxatie) kwalijke dampen: malaria:slechte geur = Georganiseerde poging tot vinden van een
humanistisch alternatief om de ziekte uit de samenleving uit te stoten
Voorwetenschappelijke Geneeskunde : bijdragen op naam
Nauwkeurigheid, terughoudendheid, boekstaving en kritische ingesteldheid : belangrijk !
Hippocrates (430 vC) Gedragsregels : Eed van H Aandacht voor relatie ziekte dieet, omgevingsfactoren Nauwkeurige observatie Diagnose, prognose Eenvoudige behandeling Chirurgisch ingrijpen : laatst Geneeskunst geneeskunde
Celsus (10-37) Vat medische kennis samen : De Re Medica Beschrijving van ontstekingsverschijnselen : rubor,calor,dolor,tumor
Galenus (129-216) Lijfarts van Keizer Marcus Aurelius Productief schrijver Teleologisch: functies dankzij ontwerper-god Geen dissecties op mensen, wel op geiten, varkens en apen Talent in voorspellen van ziekteverloop Visie op de bloedsomloop
o Oorsprong van venen in levero Hartactiviteit in diastoleo Doorlaatbaarheid van intraventriculair hartseptumo Geen doorloop van bloed via longeno Dubbele richting van longveneno Geen arteriële connectie tussen hart en longo Rete mirabile (zuivering van bloed)
BesluitAntropocentrisch (mens centraal) en teleologisch (verklaring in het doel)
3
Theorie > waarnemingHoofdstuk 3 : Eerste wetenschappelijke revolutie
Nieuwe inzichten door waarneming, instrumenten, veranderingen op alle niveau’s
1. Veranderingen in het wetenschappelijk denkenDenkniveau D
Descartes (1596-1650)o Grondlegger van rationalismeo DUALISME; Onderscheid tussen lichaam en geest monisme van
Aristoteleso Systematische twijfel : scepticisme (= geen absolute zekerheden) en
demystificatieo Cogito, ergo sumo Denkt unificerend : over wetenschapo Object waarneming
Bacon (1151-1626)o Scepticismeo Twijfelt aan dogma’s van aristoteleso Experiment voorop, belang van waarnemingo Experiment = Natuur op de pijnbanko Waarneming via inductieve logica (van klein naar grote algemeenheid)o Wetenschappelijk denken buiten het onderzoek en als antwoord op
maatschappelijke problemeno Naïef positivist: wetenschap is antwoord op alles
2. Veranderingen in de wetenschapDenkniveau W
Werktuigen instrumenten Wiskunde ~waarneming Meten = weten Deductie en toegepaste wiskunde Optica microscoop, telescoop Macrokosmos : Val van aritothelische kosmologie Microkosmos : val van galenische fysiologie Ptolemeus (100-170)
Geocentrisme, aarde centraal Almagest
Copernicus (1473-1543) Aar
de draait om zon : heliocentrisme De
revolutionibus orbium coelestium Ver
werpt Aristoteles en Ptolemeus niet geheel : cirkelbeweging Ge
okinetisch Brahe (1546-1601)
Twijfel over onveranderlijkheid van Aristoteles
4
Grote schat van gegevens nagelaten Keppler (1571-1630)
Gebruikt waarnemingsmateriaal van Brahe 3 wetten voor planeetbeweging Harmonices Mundi Harmonisch ideaal van zijn ontdekkingen Ontwerpt telescopen Aanhanger van Galilei bij zijn problemen met de kerk
Galilei (1564-1642) Fysische verschijnselen ~ wiskunde Supernova onveranderlijkheid van Aristoteles Aanhanger van copernicus Nieuwe theorie over getijden : Dialectiek van Plato : Simplicio =
Geocentrische visie (ptolemeus en aristoteles) Dialoog omtrent de 2 belangrijkste wereldsystemen Levenslange gevangenisstraf belang van onderzoek vrij van dogmatisme
Huygens (1629-1695) Praktische instrumenten : slingeruurwerk Kansberekening Wetten van centrifugale kracht Golfkarakter van licht en lichtbreking Technische inzichten theoretisch onderbouwd
Newton (1642-1727) Belangrijkste 17e E wetenschapper Differentiaal en integraalrekening Spectrale samenstelling licht Universele theorie van zwaartekracht ‘Know how’ i.p.v. ‘know why’ (Aristoteles) Philosophiae Naturalis Principia Mathematica = bekroning van
de hele 17e eeuwse ontwikkeling3. Veranderingen in de geneeskundeDenkniveau G
Eerste medische school : Salerno, boekdrukkunst, einde van de lekengeneeskunde, diploma om geneeskunde uit te oefenen
Vesalius (1514-1564) Dissecties op mensen en keek nauwkeurig De Humani Corporus Fabrica : Renaissance anatomie
Intermezzo : Niveau K : Renaissance : meer directe waarneming van de werkelijkheid preoccupatie tov de werkelijkheid in de middeleeuwen zie bv Vermeers’ zicht op Delft tov middeleeuws stads-schilderijen:idee
William Harvey (1578-1657) Veneuze kleppen : éénrichtingsstroom Hoeveelheid bloed per tijd uit arterie leverproductie en
orgaanconsumptie Eenvoudige proeven met dichtdrukken van venen
5
Theorie van de bloedsomloop Voorspelt een arterieel-veneuze connectie De Motu Cordis
Paracelcus (1493-1541) De betere van Celsus Eigen waarneming Wijst ieder dogmatisme radicaal af Praktische leven Verbrandt in het openbaar boeken van Galenus en Avicenna Chemische kennis Beschrijft groot aantal ziekten nauwkeurig Dicht bij patiënt (Hippocrates) Combineert theorie en praktijk Chemotherapie Hygiëne Bombast
Hoofdstuk 4: Wetenschappelijk denken als methode1. Het standaardbeeld
Denkniveau D : waarneming, rationele onderneming, antropocentrisme ↓Denkniveau W
Expertise Literatuur Hypothese Protocol Labo Controle experiment (Claude Bernard) Model ( muis) Waarneming : kijken, meten, empirisch Variabelen : afhankelijk of onafhankelijk Labo schrift Stalen Herhaalbaarheid Betrouwbaarheid Nauwkeurigheid Analyses : wiskundig, statistisch en chemisch, fysisch Theorie Werkhypothese Wetmatigheden Besluiten Publiceren (+patenteren) Reproduceren
Denkniveau DStandaardbeeld van wetenschappelijk onderzoekEnkelvoudig ervaringsfeiten (herhaalbaar !!) algemene empirische wetmatigheden : inductieEmpirische wet theorie : deductieTheorie hypothese over werkelijkheid
6
Hypothese confronteren via nieuwe waarneming : nieuwe empirische feiten : confirmatie
1. Inductie/Generalisatiea. Waarnemingen volgens kansmechanisme : deterministisch (syteem gaat van
directe oorzaak direct over in andere toestand) stochastisch (systeem gaat volgens bepaalde kans over in andere toestand)
b. Incomplete karakter van verificatie, ten hoogste confirmeerbaarc. Waarde van rockbottom of knowledge ?
2. Van empirische wetmatigheid naar theoriea. Deductieb. Theorie als dynamisch geheelc. Kern van de theorie staat buiten discussied. Op het grensvlak van de theorie gebeurt de hypothesevorming
3. van theorie naar nieuwe empirische wettena. hypothesevorming vanuit theorieb. verificatieprincipe als beslissend criterium : Wiener Kreis
logisch positivisme (=richting in de wetenschapsleer die het gebied van het weten beperkt tot dat wat met zintuigen kan waargenomen worden, staat tegenover metafysica), antidogmatisch. (Auguste Comte)+ historie: religie=>metafysica=>wetenschap
2. Tekortkomingen van het standaardbeeld Niet verifieerbaarheid van empirische wetten Onafhankelijk karakter van primaire waarnemingsfeiten Demarcatieprobleem (=uitbreiding tot alle sectoren van het menselijk handelen)
3. Wetenschapsvisie van Karl Popper (1902-1944) Logic der forschung Positivist, maar geen Wiener Kreis 3 stellingen :
o Inductie speelt in WD nauwelijks een rolo Zuivere feiten, die theorie-onafhankelijk zijn, bestaan nieto Een theorie is wetenschappelijk als ze falsifieerbaar is
Elke uitspraak binnen zijn context : demarcatie Zelfkritiek Wetenschappelijke kennis groeit via fouten trial&error Falsificatie als dynamisch principe Creatieve aspect van wetenschap : context of discovery (toevallige observaties,
nieuwe verbanden) vs context of justification Samenvatting wetenschap :
o Ontleent haar richting aan natuurwetteno Verklarend door verwijzing naar natuurwetteno Toetsbaar aan de empirische wereldo Voorlopige conclusieso Wetenschappelijke kennis is falsifieerbaaro Falsifieerbaar:er is een mogelijkheid dat het niet klopt
+ Popper :
7
o Kritisch denken dogmatismeo Groeit via pogingen om fouten te makeno Objectieve kennis is kennis die onder kritiek kan gesteld wordeno Empirische toetsing door poging tot falsificatieo Geen rockbottom of knowledge, enkel voorlopige conclusieso Theorie>hypothese>experiment>resultaten…>theorie
4. Empirische cyclus van de hedendaagse onderzoekspraktijk Theorievorming uit resultaten, theorie is het vertrekpunt Hypothesevorming : deductie : afleiden van bijzondere beweringen vanuit de
theorie rekeninghoudend met de nieuwste waarnemingen Confirmatie vs falsificatie : experimenten kunnen de zwakte van theorie
ontmaskeren : error in ‘trial and error’ Toetsing : nieuwe hypothese confirmeren of falsifiëren Verticale lijn : verworven kennis nieuwe kennis Horizontale lijn : wetenschapsdomein labo Ontdekking vs rechtvaardiging : ontdekking = nieuwe hypothese, maar
ontdekking moet onderbouwd zijn. Onderbouwing = justification, een onderzoeker die meent gelijk te hebben moet nog gelijk krijgen!
Hoofdstuk 5 : Verschuivende grenzen van wetenschappelijk denken en onderzoekDenkniveau D1. Reductionisme
Ontologisch : herhalingsstructuur Wetenschappelijk:analyse van geheel door elementaire delen Samenstellende delen : causale relatie tot geheel Reductionische reeksen :
i. Alfa wetenschappen(letteren, geschiedenis,…)ii. Beta wetenschappen(exacte wetenschappen)
iii. Gamma wetenschappen(sociologie, psychologie) In principe : sociologische processen voorspellen vanuit een kennisstelsel
dat begint bij elementaire deeltjes ? Demarcatiecriterium : wetenschapsmethodiek : natuurwetenschappen :
verklaren, menswetenschappen : begrijpen = subjectief2. Het ontstaan van de wetenschappelijke geneeskunde
Betere onderzoeksmethoden, mijlpalen in de wetenschappelijke geneeskunde1883: Schleiden en Swann stellen algemene celtheorie op: universele
bouwsteen 1924: De Broglie ontdekt golfkarakter van elektronen1953: Watson en Crick ontdekken DNA1955: Sanger bepaalt aminozuursequentie van runder insuline1960: Kendrew en Perutz analyseren tertiaire structuur van myoglobine en
hemoglobine
3. De Tweede wetenschappelijke revolutie – 19e eeuwDenkniveau WGrotere mobiliteit Besef van grote diversiteit : verzamlingen, ordeningWetenschap toegankelijk: encyclopedieën
8
4 elementen voorgoed verlaten Mendelejev (1834-1907)
Functionele ordening tussen elementen volgens atoomgewicht
Voorspelde elementen Lavoisier (1743-1794)
Behoud van massa Chemische betekenis van verbranding Proeven met kaarsen in kolf Lucht is geen element maar mengsel 4 elementen
Aristoteles Universele betekenis van verbranding (ademhaling)
Darwin (1809-1882) Verzamelaar HMS Beagle Merkt kleine verschillen op Ontwikkeling van soorten : strijd om bestaan The Origin Of Species Natuurlijke selectie, blind toeval, strijd om bestaan Verdedigd door Thomas Henry Huxley Aristoteles : onveranderlijkheid van soorten
- Russell: Principa Mathematica met WhiteheadDenkniveau G
1. geneeskunde praktijka. stethoscoop, microscoop, thermometerb. x-ray foto’sc. ECGd. Bloeddrukmeter
2. Stand van kennis omtrent ziektena. Eerste medische behandeling van ernstige aandoeningenb. Invloed van Koch: microbiologische proeven(tbc, cholera…)c. Pasteur: hondsdolheid en vaccinsd. Narcosee. Sterilisatie
3. Opvattingen omtrent goede geneeskundea. Eerste Nobelprijs geneeskunde : Serumtherapie voor difterie van
Emile Von Behring4. Reductionisme en medische relevantie
Patiënt met aandoening centraal Erwin Schrödinger : What is Life:thermodynamisch leven? Max Delbrück, Salvator Luria en Francis Crick : Life Sciences Toenemende interactie tussen niveau W en G, steeds
grotere reductie
9
Hoofdstuk 6: Wetenschappelijk denken als sociaal verschijnsel en als attitudeDenkniveau D1. Sociale processen in wetenschappelijk denken; Thomas KuhnPopper benadruk rationele structuurKlassieke positivisten + Popper : wetenschap is versus zou moeten
Kuhn (1922-1996) Wetenschappers houden zich aan gedragscodes Gedragscodes worden bepaald door paradigma Paradigma = dominant denkpatroon binnen domein Paradigma = sociaal fenomeen, geen rationele constructie Paradigma = denkkollektiv volgens Fleck Paradigma : modeloplossingen voor modelproblemen Training jonge vorsers = conditionering op paradigma Paradigma = methode om puzzels op te lossen Falsificatie werkt niet; de onderzoeker wordt getest Puzzeloplossend vermogen van het paradigma neemt af
totaal nieuwe denkwijze ontstaat : nieuw paradigma Revolutie = wisseling van paradigma Voorbeeld : beweging : Aristoteles Galilei Aristoteles is niet dom ! Ander paradigma Revoluties zijn irrationele, sociale processen Kennisvermeerdering wordt aangedreven door sociaal-
psychologische factoren Complementariteit van de 2 visies :
o Popper : houvast en oriëntatieo Kuhn : inzicht in sociale kant (conflictsituaties)o Voorbeeld : Barbara McClintock: paradigma: 1 gen =
1 enzyme, zij zegt: DNA herorganiseert : conflict !o Voorbeeld : Stanley Prusiner (prion)
2. Wetenschappelijk denken als attitude Dogmatisme : aanvaarding van ideeën op basis van gezagsprincipes Pseudo-wetenschap: onaantastbaarheid van wetmatigheden door
wetenschappelijkheid: niet passende waarnemingen=irrelevant, enkel bevestiging van de wetten door waarneming
Demarcatie criterium: falsifieerbaarheid van uitspraken, pseudo-wetenschap wil geen kritiek: falsifieert zijn uitspraken niet. Vb:frenologie, parapsychologie,…
Wetenschap antagoniseert met dogmatisme Darwin als inductor van een nieuw paradigma Poincaré (1854-1912)
i. Conventionalistii. Sterk anti-metafysisch: Vrij onderzoek
iii. Tolerant instrumentalismeiv. Ocham’s razor: eenvoudigheidsprincipe
Wetenschappelijk denken als attitude van de artsi. Ervaring opdoen
ii. Moderne middelen van informatiebeheeriii. Blokken vs studeren
10
iv. Zuivere redenering, kritisch denken, leren van foutenv. Dynamisch aspect van medische kennis
Hoofdstuk 7: Wetenschap en waarden1. Waarheid en wetenschap (Denkniveau D)
Waarheidsgehalte van theorieën : o Waarneming beïnvloed door theoretisch kadero Theorie = relatief en voorlopig
Wetenschappelijke waarheid : o Algemeen geldendo Toetsbaaro Niet absoluut
Wetenschappelijk onderzoek waarheid : kwaliteitscontrole Kwaliteitscontrole :
o Peer review : kritische evaluatie van onderzoeksresultaten door collega’s
o Validatie door replicatie2.Wetenschappelijk falen (denkniveau W)
Fouteno Theoretische tekorten : trial and erroro Vergissingeno Slecht onderzoek : reputatie ↓
Fraude : enkel indien bewezeno Selecteren van gegevenso Veranderen van resultateno Fabriceren van gegevenso Voorbeelden :
Falen door bewezen fraude : Summerlin: zwarte muizen verven Falen door subjectiviteit : Benveniste : sterk verdund antiserum
tegen IgE Falen door politieke inmenging : Lysenko:landbouw: zaden
vochtig en koud houden Falen door nationalisme : Frankrijk bleef achter op vlak van
ontwikkeling van straling: Blondlot: N-straling Falen door slordigheid : Imanishi-Kari, Weaver, Baltimore zaak
Plagiaat : overname van teksten, gedachten of redeneringen van anderen om deze te laten doorgaan voor eigen werk.
o Erkenning o Prioriteito Citeren van gepubliceerd werko Communicatie in onderling vertrouwen (ongepubliceerd werk)
3. Wetenschap en waarden (Denkniveau D) Waardevrij karakter van wetenschappelijke kennis Max Weber (1864-1920) Feiten, objectief waarden, subjectief DUALISME Wetenschap : feiten
11
MAAR : inherente waarden van de wetenschap !o Vrije informatie voorzieningo Eerlijkheido Nieuwsgierigheido Ruimdenkendheid
+ Effect van wetenschap op ons waardenbesef !!o Nieuwe technologieën : genetische predictie, nieuw inzichto Zelfbeeld : minder egocentrisch : evolutie, cosmologie,
onzekerheidsprincipeo Ethische uitdagingen :
Definitie van individu Cloneren Definitie gezondheid
Invloed van waarden op onderzoeko Onderwerpskeuzeo Vormingen van theorieën en hypotheseno Maatschappelijke consequenties van onderzoek
Manhattan project Paul Berg: Recombinant DNA: kanker repliceren Ian Wilmut: Cloneren IVF Euthanasie
o Maatschappelijke verantwoordelijkheid van de onderzoekero L. Pauling en B. Russel : ontwikkeling explosieven in wetenschap
maar tegen het misbruik van de wetenschap CONCLUSIE : Wetenschap is NIET waardevrij !!!4. Integriteit
Wetenschappelijke integriteiti. Sociale verantwoordelijkheid: aanmeldingsplicht binnen
onderzoeksgemeenschapii. Wistle Blowing
iii. Interne kwaliteitscontrole Persoonlijke integriteit
i. Openheidii. Zelfkritisch
iii. 100% eerlijk Taalkundige integriteit
i. Goede wetenschappelijke taal = helderheid en bondigheidii. L. Wittgenstein
1. Logica van de taal vaak verkeerd begrepen2. Tractatus logico-philosophicus3. Denkbare afbakenen van het ondenkbare4. Mathematische logische structuur van de taal5. Van dat waarover niet kan gesproken worden, moet men
zwijgeniii. Noam Chomsky
1. afwijzing van het bevariosme van Skinner
12
2. Geen geconditioneerde reflex voor de ontwikkeling van de taal door de opvoeding !
3. persoonlijk intellectueel wereldbeeld : zelf beslissen, oordelen, denken + eigen inzichten
IV. Bricmont&Sokal: ontmaskeren van postmodernistisch taalgebruikV. Garfield: ISI-Philadelphia; citatie-index Impactfactor
Hoofdstuk 8 : Wetenschappelijke informatie 1. Informatielawine
Miljoen artikels per jaar keuze op basis van kwaliteit Derec Price’s curve voor het aantal wetenschappelijke tijdschriften Slechts 100 tijdschriften : 20% van alle publicaties Slechts 100 tijdschriften: 40% van alle citaties ! Impactfactor : impactfactor van tijdschrift X in 1988 wordt verkregen door
deling van het totaal aantal citaties in 1988 van artikelen in tijdschrift X gepubliceerd in 1986 en 1987, door het totaal aantal artikelen dat tijdschrift X publiceerde in 1986 en 1987.
i. Nadelen : zelfcitaties en citaties in kleine groep + gevestigde bladen in voordeel boven nieuwe
2. Het terugvinden van wetenschappelijke informatie Pubmed
3. Gebruik van de facultaire bibliotheek Web of knowledge Pubmed EBM Uptodate Elsevier Sciencedirect Wiley Intersience Article Data Base V link Journal of Citation report Medline Current contents – Life sciences ISI : Institute of Scientific information Science citation index
4. Wetenschappelijke literatuurReview/overzicht research/onderzoekStructuur van Research artikel :
Titel Auteurs en labo Samenvatting Inleiding Materiaal en methoden Resultaten Discussie Bedankingen Literatuurlijst Voetnoten
13
Kritisch lezen = lezen los van de volgorde5. Wetenschappelijk lezen
Voorstudie Bibliotheek blijft belangrijk Wetenschappelijk lezen : thematisch en vergelijkend Aandacht voor verschillen Zoeken naar informatiegrens omtrent het onderwerp Discussie
6. Medline en Pub-Med Medline : geheel van medische literatuur Pubmed : de via internet beschikbare zoekmachine die toegang
verschaft tot Medline Zoeksessie voorbereiden Mesh-browser Boleaanse logica : AND/OR/NOT
7. Grafisch weergeven van wetenschappelijke informatie Menselijke geest : beter in herkennen van ruimtelijke structuren dan
doorzien van subtiele verbanden tussen getallen Uitzetten in grafiek = soort verteringsproces Bewijzen geen causaal verband, maar suggereren het Basis = onderliggende theorie = kwaliteit ! Grafisch misbruik (volledige waarden, oppervlakte,
Haeckel: biogenetische grondwet tekeningen: fraude) Grafische eenvoud 12 gouden regels :
1. Tabel met alle info2. Tabel met specifieke gegevens3. Type grafiek = belangrijk4. oorsprong 0,05. Beide assen benoemd, juiste eenheden6. veel gegevens in grafische eenvoud7. experimentele fout : error bars8. statistische info + verklaring in legenda9. legenda : titel10. legenda verklaart niet WAT hij moet zien, maar HOE
hij het moet zien11. Geen concluderende uitdrukkingen12. vergelijk finale figuur met oorspronkelijke tabel
Hoofdstuk 9: Onderzoek starten
14
Kiezen van onderzoekseenheid : persoonlijke affiniteit studieresultaten eigen literatuuronderzoek persoonlijke contacten onderzoeksplan
Theorie naar publicatie Basiskennis Literatuur lezen (Pubmed, 1 heel goed > massa) Hypothese vormen (kennisgrens, toetsbaarheid) Protocol (leren van technieken) Experimenten doen (goede uitvoering, essentie: onverwachte resultaat, falsificatie van
hypothese of technische fout?) Gegevens bijhouden (laboschrift) Gegevens analyseren (tabellen en grafieken, statistisch advies) Tabellen maken Figuren maken Resultaten opstellen Resultaten intern presenteren Resultaten aanvullen Manuscript opstellen Manuscript laten lezen Manuscript afwerken Manuscript opsturen Antwoorden op vragen Aanvaarding of weigering Drukproef nazien Verschijnen publicatie
Belangrijke definities : Antropocentrisch : verwijst naar opvattingen waarin mens als middelpunt en doel van scheppingCausaliteit : oorzakelijkheid. Betrekking van oorzaak en gevolgConventionalisme : Poincare: theorieën=voorlopige conventies ipv vaststaand gegevenDeductie : Redenering waarbij men uitgaande van het meer algemene, tot het bijzondere besluit. Van wetten en theorie naar een voorspelling van een nieuw empirisch feitDemarcatie : wetenschappen op basis van objectieve criteria scheiden van andere sociaal culturele verschijnselen. Pseudo-wetenschappen identificerenDeterministisch : systeem door een directe oorzaak naar een andere toestand overgaat stochastischDialectiek : dialoogvorm van Socrates : these antithese syntheseDogmatisme : ideeën aanvaard op basis van gezagsprincipesDualisme : neemt 2 tegenover elkaar of onafhankelijke beginselen ter verklaring van de verschijnselenFalsificatie : vaststellen van onjuistheid van een beweringsinhoudHolisme : eigenschappen van elementen worden bepaald door hun relatie met een groter geheelHypothese : als voorlopige waarheid aangenomen, nog te bewijzen veronderstelling. Een te falsifiëren stelling over een verschijnsel
15
Inductie : Redenering, uitgaande van het bijzondere, besluit tot het algemeneInstrumentalisme : wetenschapsleer waarbij theorieën worden beschouwd als navorsingsinstrument zonder bijzondere inhoud t.a.v. de waarheid. PoincarréMetafysica : leerstelsel dat zich richt op laatste bovenzintuigelijke gronden van de dingenMonisme : leerstelsel dat 1 beginsel aanneemt ter verklaring van verschijnselen dualismeParadigma: geheel van wetenschappelijke prestaties dat door onderzoekers in een bepaald domein op een bepaald moment in de ontwikkeling van een wetenschap als maatgevend wordt beschouwd. Kuhn en FleckPositivisme : gebied van het weten beperkt tot wat met de zintuigen kan worden waargenomen metafysicaReductionisme : Ontologisch : werkelijkheid opgebouwd uit aantal samenstellende elementen
Wetenschappelijk : kleine delen in causale relatie tot geheelScepticisme : denkhouding waarin men zich niet verbindt aan absolute zekerhedenStochastisch : proces waarin een systeem volgens een bepaalde kans van de ene toestand in de andere overgaat deterministischSyllogisme : logische redenering uit 3 delen: 2 premissen en 1 conclusieTeleologie : Gedrag van de dingen verklaren door hun doel. Socrates, plato, aristotelesVrij onderzoek : wetenschapper vrij van gezagsprincipes en sterk onderscheid tussen wetenschap en metafysica
16