samen leven: hoe het was en hoe het zou kunnen zijn
TRANSCRIPT
BOEKBESPREKINGEN
Samen leven: hoe het was en hoe het zou kunnen zijn
Zwart, C. &Middel, B (2005).Omvormen van jezelf en de wereld om je heen: Een uitnodigingtot de ontwikkelkunde. Assen: Van Gorcum.
Geert Wels
In dit theoretische boek geven Zwart enMiddel hun visie
op hoe je de samenleving kan beschouwen. Bij de intro-
ductie helpen ze de lezer duidelijkheidshalve bij de opzet,
en beschrijven ze hoe je het best de rode draad doorheen
de verschillende hoofdstukken kan blijven zien. Ze star-
ten met voorlopige werkdefinities van wat ‘ontwikkel-
kunde’ is. Het gaat er om dat ontwikkelkunde in de
kern steeds gaat over omvorming, transformatie, waar
elke mens, elke relatie, elke groep, elke organisatie elk
bedrijf en elke samenleving voortdurend mee te maken
heeft. Hieraan worden vijf hoofdstukken gewijd (2 tot 6).
In hoofdstuk 7 wordt dan getoond hoe de beroepskracht
of de leek hiermee aan de slag kan, waarna in het achtste
hoofdstuk een balans wordt opgemaakt, waarbij de
auteurs terugkijken op zowel de theorie als de praktijk
van ontwikkelkunde. En dan pas wordt de uiteindelijke
definitie van ontwikkelkunde gegeven, zijnde: ‘Ontwik-
kelkunde omvat (de theorie en praktijk van) inclusieve
zelfsturing in het polaire spanningsveld van bestendiging
en verandering.’ Ontwikkelkunde wordt in het negende
hoofdstuk zowel op macro-, meso- als microniveau uit-
gelegd. Met als afsluitend hoofdstuk een uiteenzetting
over de goede wil, als schakel in het proces van menswor-
ding, waar ontwikkelkunde zich in specialiseert.
Naar mijn aanvoelen hebben de auteurs bijzonder veel
in een boek willen steken. Enerzijds een hele geschiedenis
(soms vertrekkend van de farao’s of de Grieken) van het
ontstaan van een gemeenschap. Anderzijds gaan ze uit
van een aantal wetmatigheden van gemeenschappen
(soms ook het universum of ‘de mensheid’), die ze in
een aantal stellingen poneren, soms zeer gedetailleerd,
maar niet altijd even diepgaand onderbouwd als je zou
verwachten van een dergelijk werk. Zoals de veronder-
stelling dat de samenleving voldoende middelen heeft om
iedereen van een basisinkomen te voorzien, of dat een
‘loonslaaf’ terecht zijn inkomen als een vaststaande rea-
liteit kan beschouwen. Of de veronderstelling dat licha-
melijk gebonden energie zich doorheen de levensloop
omzet in mentaal gebonden energie.
Tijdens een eerste lezing van het werk zijn er diverse
interessante oneliners opgevallen, zinnen die leuk zijn om
verder over na te denken. (bijvoorbeeld: ‘De essentie van
ondernemerschap is niet om zoveel mogelijk geld te ver-
dienen, maar om de klant te geven waar hij behoefte aan
heeft’). Anderzijds is het me niet duidelijk wie als doel-
groep geviseerd is. De auteurs hebben een zeer rijke taal,
kunnen soepel doorheen de tijd laveren en weten precies
wanneer ze een betoog moeten beeindigen om een nieuw
debat te openen. Maar of dit nu een werk is in het kader
van een sociologisch onderzoek, dan wel voor een indi-
viduele veldwerker of planningsdeskundige een ontbre-
kend boek is, blijft me onduidelijk. Misschien komt er
een vervolg aan dit eerder filosofisch verhaal, want naar
het einde van het boek werden de auteurs steeds meer
concreet met hun ideeen over de (Nederlandse) samen-
leving en beleidsvoering.Correspondentieadres: dr. Geert Wels, WELS International, Bra-bantsebaan 83, B-3271-Zichem, Belgie.
E-mail: www.wels.be.
Psychologie en Gezondheid, jaargang 2007 (2007) 35:102
DOI 10.1007/BF03071773
13