richtlijn_toegankelijkheid_-_raadsbrief
TRANSCRIPT
GEMEENTERAAD ENKHUIZEN
INFORMEREND
BRIEF VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
RICHTLIJN TOEGANKELIJKHEID OPENBARE RUIMTE
Aan de voorzitter van de gemeenteraad
Geachte voorzitter,
De Wet maatschappelijke ondersteuning schrijft ons als gemeente voor dat wij zorg
moeten dragen voor het ‘bevorderen van deelname aan maatschappelijk verkeer en
over het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch
psychisch of psychosociaal probleem’. Het gaat hier om een breed scala van
maatregelen. Wat betreft de deelname aan het maatschappelijk verkeer kan gedacht
worden aan de toegankelijkheid van de woonomgeving en openbare ruimten. De
deelname van mensen met een beperking aan het maatschappelijk verkeer zal
bevorderd worden als zij zich met hun rolstoel, of met welk hulpmiddel dan ook,
gemakkelijk kunnen bewegen in hun woonomgeving, en toegang hebben tot alle
openbare faciliteiten.
Via deze raadsbrief willen wij u informeren over de richtlijn toegankelijkheid
openbare ruimte. Deze richtlijn is een middel die wij gebruiken om de
toegankelijkheid van de openbare ruimte in Enkhuizen te bevorderen.
Goede toegankelijkheid
Toegankelijkheid is een lastig begrip. Wat voor de een toegankelijk is, kan voor de
ander als een belemmering worden ervaren. De straat Vissersdijk leek bij het
plaatsen van de lantarenpalen toegankelijk genoeg. Echter, iemand met een rolstoel
kon helaas niet meer van deze stoep gebruik maken. Maar het creëren van een zeer
brede stoep in de historische binnenstad, zodat 2 mensen in een rolstoel elkaar
kunnen passeren is niet realistisch én niet toegankelijk voor bijvoorbeeld de auto’s
die ook door deze straat heen willen rijden. De grote verschillen die kunnen
ontstaan bij het rekening houden met toegankelijkheid in Enkhuizen heeft er toe
geleid een richtlijn toegankelijkheid openbare ruimte te ontwikkelen.
De richtlijn toegankelijkheid openbare ruimte zal worden gebruikt door diverse
afdelingen van de gemeente Enkhuizen, als aanvulling op de ASVV 2012 en de
HIOR, waar natuurlijk ook al veel regels zijn opgenomen die in meer of mindere
maten invloed hebben op de toegankelijkheid van Enkhuizen. De richtlijn wordt
toegepast bij geplande herinrichting van de openbare ruimte. Op een gegeven
moment zal Enkhuizen bestaan uit delen die goed toegankelijk zijn en delen die
minder goed toegankelijk zijn. Op dat moment zal dan ook een keuze moeten
worden gemaakt om tussenliggende, minder toegankelijke gedeelte(n) her in te
richten. Wij zullen dan, mocht dit wenselijk zijn, voor deze extra herinrichting
additioneel budget aanvragen.
Groep Toegankelijk Enkhuizen
Naast de gemeente Enkhuizen zal deze richtlijn gebruikt worden door de Groep
Toegankelijk Enkhuizen, als kader bij het adviseren over en toetsen van de
toegankelijkheid van Enkhuizen. De Groep Toegankelijk Enkhuizen is een onderdeel
van de Wmo-raad en is actief sinds juni 2012. De Groep Toegankelijk Enkhuizen is
nauw betrokken geweest bij het ontwikkelen van de richtlijn toegankelijkheid
openbare ruimte.
Beoogd resultaat
Het beoogde resultaat van het vaststellen en in gebruik nemen van de richtlijn is
dat het meer eenduidig is voor het college, het ambtelijk apparaat én voor de Groep
Toegankelijk Enkhuizen wat we verstaan onder een goede toegankelijkheid en hoe
we hier in de gemeente Enkhuizen mee willen omgaan. Daarnaast willen we
bereiken dat Enkhuizen nog beter toegankelijk is voor al haar inwoners en
bezoekers.
In de bijlage vindt u de richtlijn toegankelijkheid openbare ruimte zoals deze is
vastgesteld door het college.
Enkhuizen, 18 maart 2014
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n
De secretaris, De burgemeester,
(R.M. Reus) (J.G.A. Baas)
Richtlijn ‘Toegankelijkheid openbare ruimte’
minimum kwaliteitsniveau gemeente Enkhuizen
Deze richtlijn ‘Toegankelijkheid openbare ruimte' is een uitgave van gemeente Enkhuizen.
De richtlijn bevat specifieke achtergrond informatie en technische criteria voor de uitvoering van de toegankelijkheid in de openbare ruimte voor mensen met een beperking. De criteria zijn zodanig beschreven dat de toegankelijkheidsambitie van de gemeente Enkhuizen in
meetbare waarden van toepassing is te verklaren.
Voor het van toepassing verklaren van de richtlijn is er een specifieke versie zonder alle overlappende criteria met het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) en de daarin benoemde ASVV 2012. Omdat die overlap vooral de ASVV 2012 betreft, dient de nieuwste
versie van de ASVV nog in het HIOR van toepassing verklaard te worden.
Colofon
BATZwolle Bouwadvies Toegankelijkheid
Anjerweg 26
8242 CS Zwolle
Telefoon: 038 – 422 77 94
Teksten: Frans Schuurman
Versie - maart 2014 De eigendomsrechten rusten bij BAT Zwolle. Met bronvermelding mogen delen uit de richtlijn worden gebruikt.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 3
Voorwoord
Een goede toegankelijkheid van de gemeente Enkhuizen is belangrijk. Voor alle inwoners van Enk-
huizen en natuurlijk ook voor alle bezoekers van Enkhuizen. Wij, het college van Burgemeester en
Wethouders van Enkhuizen, zijn dan ook vereerd dat sinds juli 2011 ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’
is opgericht. Deze werkgroep bestaat uit vrijwilligers die zeer betrokken zijn bij Enkhuizen en haar
inwoners. De werkgroep geeft regelmatig advies aan de gemeente Enkhuizen over haar toeganke-
lijkheid in de openbare ruimte.
Maar wat verstaan we onder een goede toegankelijkheid? Wat voor de één goed toegankelijk is, is
voor de ander niet goed genoeg. Denk aan iemand met een visuele beperking, of iemand die aan
een rolstoel gebonden is. Maar ook iemand die met een kinderwagen naar de winkel wil, kan opeens
letterlijk tegen obstakels aanlopen. We leven in een participatiemaatschappij, iedereen hoort, on-
danks zijn of haar beperkingen, mee kunnen doen met de samenleving. Een goede toegankelijkheid
is hier een voorwaarde voor.
Hoe kunnen we met een goede toegankelijkheid rekening houden in een stad als Enkhuizen? Enk-
huizen heeft sinds het jaar 1356 stadsrechten. Dit zegt iets over hoe de binnenstad is ingericht en
kan de mogelijkheden voor het toegankelijk maken van de stad beperken. Toch zijn er ook kansen.
De hierboven genoemde vragen hebben we proberen te beantwoorden in dit document. Deze richt-
lijn toegankelijkheid openbare ruimte omschrijft heel concreet en meetbaar hoe wij de toegankelijk-
heid in Enkhuizen willen zien. Daarnaast staat ook zeer nauwkeurig aangegeven welke delen van de
gemeente Enkhuizen nog meer aandacht behoeft als het gaat om toegankelijkheid. Het gaat hierbij
om onder andere de Westerstraat en de Molenweg.
De gebruikers van deze richtlijn zijn de ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’ en de gemeente Enkhuizen
zelf. De ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’ zal deze richtlijn gebruiken bij het adviseren over de toegan-
kelijkheid van de gemeente Enkhuizen. Zij gebruiken een versie van de richtlijn waarin ook de regels
die voortkomen uit de ASVV 2012 (Aanbevelingen Stedelijke Verkeersvoorzieningen) en de HIOR
(Handboek Inrichting Openbare Ruimte) staan omschreven. De gemeente Enkhuizen zal de richtlijn
gaan gebruiken bij de inrichting van de openbare ruimte en gebruiken de beknopte versie. In de be-
knopte versie staan alleen de regels die niet omschreven staan in de ASVV 2012 en de HIOR. De
ASVV 2012 en de HIOR worden standaard gebruikt bij de inrichting van de openbare ruimte. De
Richtlijn toegankelijkheid openbare ruimte is hier een oplegger voor.
Deze richtlijn heeft niet kunnen bestaan zonder de nauwe samenwerking tussen de ‘Groep Toegan-
kelijk Enkhuizen’ en de gemeente Enkhuizen. Wij willen dan ook de ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’
bedanken voor haar inzet, de samenwerking en de adviezen die hier uit voort zijn gekomen. Daar-
naast willen we Bouwadvies Toegankelijkheid bedanken voor ondersteunen van dit proces.
Enkhuizen, 25 februari 2014
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n
Namens dezen,
M.W. Olierook, wethouder
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 4
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 5
Inhoud
Voorwoord ....................................................................................................... 3
Inhoud ............................................................................................................ 5
1. Inleiding .................................................................................................. 6
2. Het begrip ‘Toegankelijkheid’ ..................................................................... 8
3. Ambitie toegankelijkheid ........................................................................... 9
4. Rollen en verantwoordelijkheden ............................................................. 10
5. Uitvoeringsniveaus ................................................................................. 11
6. Toegankelijkheidseisen ........................................................................... 13
6.1 Toegankelijkheidseisen aan voetpaden en trottoirs .............................. 14
6.2 Toegankelijkheidseisen aan voetgangersoversteekplaatsen .................. 18
6.3 Toegankelijkheidseisen aan fietspaden ............................................... 20
6.4 Toegankelijkheidseisen aan pleinen ................................................... 21
6.5 Toegankelijkheidseisen aan parkeren en GPA's ................................... 22
6.6 Toegankelijkheidseisen aan bushaltes ................................................ 24
6.7 Toegankelijkheidseisen wijk- en buurtparken (en natuurgebieden) ........ 26
6.8 Toegankelijkheidseisen aan straatmeubilair ........................................ 28
6.9 Toegankelijkheidseisen aan trappen ................................................... 30
6.10 Toegankelijkheidseisen aan hellingen in loopzones ............................ 32
Bijlage 1: Maatregelen voor mensen met een visuele beperking .......................... 34
Bijlage 2: Relevante toegankelijkheidseisen uit Bouwbesluit 2012 ........................ 37
Bijlage 3: Afkortingen en websites .................................................................... 38
Bijlage 4: Uitvoeringsniveaus op plattegrond van de stad ................................... 39
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 6
1. Inleiding
Voor u ligt de richtlijn ‘Toegankelijkheid openbare ruimte’ van de gemeente Enkhuizen. Deze richtlijn
is een aanvulling op het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) en geeft het minimum kwali-
teitsniveau voor de praktische uitvoering van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking.
AANLEIDING Op het gebied van zorg- en welzijn is er de laatste jaren een kanteling gaande in het
denken, de uitvoering en de financiering. Het kabinet spreekt van een participatiemaatschappij. Een
maatschappij waarin zonder tussenkomst van de overheid gezamenlijke initiatieven van burgers ont-
staan om zelf knelpunten op te lossen. Van individuele burgers wordt verwacht dat ze zoveel moge-
lijk hun eigen mogelijkheden benutten en moeilijkheden oplossen (Eigen regie en Eigen kracht) of
ondersteuning organiseren uit het eigen netwerk.
Bij die denkwijze vormt de gebouwde omgeving een belangrijke voorwaarde om daadwerkelijk te
kunnen participeren en de eigen mogelijkheden optimaal te kunnen benutten. Onder die voorwaarde
kunnen mensen langer zelfstandig functioneren met voldoende kwaliteit van leven. Met prestatieveld
5 vraagt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van gemeenten dat zij met inclusief beleid,
op algemene collectieve wijze, de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig func-
tioneren bevorderen.
ONDERWERP Omdat het huidige Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) de toegankelijk-
heid maar beperkt meetbaar beschrijft, is daarom besloten het minimum kwaliteitsniveau in een spe-
cifieke richtlijn te beschrijven en deze in de HIOR te verankeren. De gemeente kan een soortgelijke
aanpak niet aan derden opleggen, maar hen wel stimuleren het zelfde te doen als burgers er gebruik
van gaan maken. Dit zal mogelijk in een later stadium worden opgepakt.
DOEL Door de toegankelijkheid goed in beeld te brengen, het in meetbare criteria te beschrijven,
heldere afspraken te maken en het onderwerp vanaf de start in de planvorming mee te nemen, zul-
len nieuwe projecten veel minder of geen belemmeringen opwerpen. Door een integrale aanpak kan
dit vrijwel budgettair neutraal, terwijl er sprake zal zijn van een beter eindproduct doordat er niet in
een laat stadium of achteraf iets aan een bestaand concept wordt toegevoegd.
De benodigde uitvoering van een goede toegankelijkheid kan conflicteren met het historische stads-
beeld. Omdat ook die waarde van groot belang is voor Enkhuizen, zal per keer een afweging ge-
maakt moeten worden en een next best oplossing vastgesteld.
BURGERINSPRAAK Gemeente Enkhuizen hecht
aan burgerinspraak. Op actieve wijze zal zij op stra-
tegische momenten plannen voorleggen aan de
‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’. Omdat het om een
(on)gevraagde adviesrol gaat zijn de adviezen niet
bindend. Wanneer een advies niet gehonoreerd kan
worden, zal dit besluit in een schriftelijke reactie
worden onderbouwd. Van dergelijke reacties zal
dossiervorming plaatsvinden om later op de argu-
mentatie terug te kunnen vallen.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 7
Wanneer werken zijn afgerond kan de ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’ op eigen initiatief de situatie
toetsen en bevindingen terugkoppelen. De onderlinge betrokkenheid zal ook blijken uit het elkaar op
de hoogte houden van komende werkzaamheden.
PROCES Om de toegankelijkheidsambitie SMART/meetbaar te verwoorden dient er een minimum
kwaliteitsniveau beschreven te zijn. BouwAdviesToegankelijkheid (BAT) heeft een onderlegger voor
dit doel geschreven, waardoor gemeenten met deze blauwdruk een eigen minimumniveau kunnen
samenstellen. Deze blauwdruk is voorgelegd aan de ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’. Hun opmerkin-
gen op de criteria vanuit het gebruikersperspectief, zijn verwerkt tot de eerste versie van de Enkhui-
zer richtlijn. Met die versie zijn gesprekken gevoerd met medewerkers van de afdelingen Stedelijke
ontwikkeling en Stedelijk beheer. Met het doorvoeren van hun opmerking is de definitieve versie ont-
staan.
Omdat er sprake is van 3 uitvoeringsniveaus heeft de ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’ op een stads-
plattegrond aangegeven welke straten binnen Enkhuizen tot uitvoeringsniveau ‘Hoog’ behoren. De
plattegronden zijn in bijlage 4 toegevoegd. Het HIOR wordt momenteel herschreven en daarin wordt
het van toepassing kunnen verklaren van het minimum kwaliteitsniveau meegenomen.
Omdat een groot deel van de criteria van het minimumniveau al zijn opgenomen in de ASVV 2012 en
deze richtlijn van toepassing wordt verklaard in de nieuwe versie van het HIOR, is er voor gekozen
ook een beknopte versie van de richtlijn op te stellen. In deze beknopte versie staan alleen de crite-
ria die niet in de ASVV 2012 staan vermeld of een afwijkende waarde hebben.
Als daar aanleiding toe is zullen de bevindingen en praktijkervaringen worden vertaald naar verbe-
terpunten. Eens per jaar zal er een update van de richtlijn plaatsvinden. Op deze manier en door het
toevoegen van praktijkvoorbeelden zal de richtlijn zo dicht mogelijk bij de dagelijkse praktijk komen
te staan. De nieuwste editie zal steeds gepubliceerd staan op website www.enkhuizen.nl.
LEESWIJZER In hoofdstuk 2 wordt het begrip ‘Toegankelijkheid’ beschreven met in hoofdstuk 3 de
daaruit voortvloeiende ambitie. In hoofdstuk 4 worden de verschillende rollen en verantwoordelijk-
heden rond toegankelijkheid benoemd. Dit kan beknopt omdat de structuur van het HIOR hierin al
voorziet. In hoofdstuk 5 staan drie verschillende uitvoeringsniveau beschreven.
Hoofdstuk 6 is het inhoudelijke deel van de richtlijn. De technische criteria zijn opgedeeld in 10 ver-
schillende onderdelen van de openbare ruimte en de onderdelen weer in aandachtsgebieden. Het
hoofdstuk is daarmee bruikbaar als meetlat, kennisbron en als checklist.
Achter elk item is te zien of het ‘Enkhuizer niveau’ ook voldoet aan de criteria van het Internationaal
Toegankelijkheidssymbool (ITS), de HIOR en de ASVV - versie 2012 (een CROW publicatie).
Bijlage 1 geeft een globaal overzicht van specifieke maatregelen en de voorzieningen voor mensen
met een visuele beperking en in bijlage 2 staat een opsomming van de toegankelijkheidsartikelen
van het Bouwbesluit welke invloed hebben op de openbare ruimte. In bijlage 3 staan de afkortingen
en belangrijke websites. In bijlage 4 staan de plattegronden weergeven met de straten en gebieden
met uitvoeringsniveau ‘Hoog’, zoals de ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’ dit heeft vastgelegd.
Dit handboek is bedoeld voor iedereen die bezig is met de inrichting van de openbare ruimte. De
criteria dienen gebruikt te worden bij inrichtingsplannen voor nieuwe openbare ruimte en renovaties.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 8
2. Het begrip ‘Toegankelijkheid’ Mensen willen kunnen participeren in sociale, economische en culturele activiteiten. Ze willen wonen,
werken, consumeren en recreëren. De toegankelijkheid van de gebouwde omgeving is hiervoor es-
sentieel. Dit hoofdstuk is een passage uit de aanbevelingsbrief van de CG-raad aan de minister voor
de verdere uitwerking van het begrip toegankelijkheid in het Bouwbesluit. Dit om er voor te zorgen
dat de bouwwetgeving betere voorwaarden schept voor zelfredzaamheid en participatie.
‘Toegankelijkheid van de gebouwde omgeving is de eigenschap van buitenruimten, gebouwen en
woningen die maakt dat mensen er kunnen doen wat ze volgens de bestemming moeten kunnen
doen’.
OVERAL Volgens deze definitie uit het ‘Handboek voor Toegankelijkheid’ is toegankelijkheid overal
aan de orde waar we iets te doen hebben. Buiten, waar we onderweg zijn, op de bus wachten, de
auto parkeren of een brief posten. Toegankelijkheid is aan de orde in gebouwen, waar we werken of
bezoeker zijn. Toegankelijkheid is aan de orde in de woning waar we ontspannen, eten, koken,
slapen, vrienden ontvangen en onszelf verzorgen.
IEDERS BELANG Op iedere plek willen we zo goed mogelijk kunnen doen wat we er te doen
hebben. Het houdt in dat we ons gezond en veilig voelen, ons kunnen verplaatsen, dat we er onze
handelingen kunnen verrichten, kunnen zien en horen wat we moeten kunnen waarnemen en
informatie begrijpen die we moeten begrijpen. Toegankelijkheid is aldus een kwestie van ergonomie
en heeft betrekking op vele omgevingsvariabelen, zoals bewegingsruimte, loopruimte, trappen,
liften, hellingen, hoogtes en noem maar op.
Toegankelijkheid is ieders belang.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 9
3. Ambitie toegankelijkheid Toegankelijkheid is de basis voor het functioneren van mensen in hun fysieke leefomgeving en raakt
talloze omgevingsvariabelen. De vraag is welke kwaliteit we mogen verwachten van openbare bui-
tenruimten, gebouwen en woningen en hoe deze kwaliteit meetbaar wordt gemaakt. De ontwikkeling
die het begrip de afgelopen decennia heeft doorgemaakt heeft geresulteerd in de volgende omschrij-
ving:
‘De gebouwde omgeving moet zodanig bruikbaar, veilig en gezond zijn vormgegeven en ingericht,
dat iedereen er onafhankelijk en gelijkwaardig kan functioneren. Plekken voor gezamenlijk gebruik
moeten hiertoe ‘toegankelijk’ zijn en plekken voor individueel gebruik ‘aanpasbaar’.
IEDEREEN, ONAFHANKELIJK en GELIJKWAARDIG Iedereen heeft behoefte aan bruikbaar-
heid, veiligheid en gezondheid. De ambitie is dan ook de gebouwde omgeving zodanig in te richten
we er feitelijk kunnen doen wat we er moeten kunnen doen, ongeacht de fysieke bouw, vaardighe-
den en beperkingen.
Obstakel is verwijderd Fietsen hinderen bij entree apotheek Versmalling Molenweg door: oprit, stoep en conniferen
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 10
4. Rollen en verantwoordelijkheden
In een realisatietraject van nieuwe openbare ruimte, volgen de initiatieffase, de definitiefase, de
ontwerpfase, de voorbereidingsfase en de uitvoeringsfase elkaar op. Na oplevering volgt de over-
dracht naar beheer en onderhoud. De initiatieffase heeft een plan van aanpak als resultaat en in de
definitiefase worden projectkaders en een Programma van eisen opgesteld. De tekeningen, de mate-
riaalkeuzes, het schrijven van het bestek en de aanbesteding volgen in de ontwerp- en voorberei-
dingsfase. Tijdens de uitvoering is er directievoering met het toezicht. Gemeente Enkhuizen kent on-
der andere de afdeling ‘Stedelijke ontwikkeling’ en de afdeling ‘Stedelijk beheer’.
WERKWIJZE Het eindresultaat van een project is van meerdere medewerkers en/of ingehuurde
krachten afhankelijk. De invoering van dit nieuwe onderwerp zal de nodige aandacht vragen voor de
borging in de werkprocessen. Het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) biedt hiervoor vol-
doende mogelijkheden omdat gemeente Enkhuizen de werkprocessen en verantwoordelijkheden erg
duidelijk in dit handboek beschrijft. Het opstellen van een minimum kwaliteitsniveau met borging in
de HIOR is daarom afdoende. In de ASVV 2012 worden al veel toegankelijkheidscriteria meegeno-
men en omdat deze richtlijn onderdeel van de nieuwe versie van het HIOR zal zijn, is er voor geko-
zen om ook een beknopte versie van de richtlijn te maken. In deze beknopte versie worden alleen de
criteria genoemd die niet in de ASVV 2012 staan. De toegankelijkheid zal gedurende het gehele
werkproces bij de reguliere kwaliteitstoetsen en evaluatiemomenten worden meegenomen.
INTEGRALE AFWEGING Tijdens de procesvoortgang dient de richtlijn ‘Toegankelijkheid openbare
ruimte’ in alle fases consequent te worden toegepast. Wanneer de beoogde uitvoering echter niet
mogelijk blijkt, dient besluitvorming in het ontwerpteam plaats te vinden. Bij dit besluit dient reke-
ning te worden gehouden met het feit dat de zwakste schakel in een route de bruikbaarheid van de
gehele keten (bv. straat) bepaald.
Zoals in hoofdstuk 5 bij uitvoeringsniveau ‘Hoog’ staat beschreven zal op locaties waar de uitvoering
niet mogelijk is, of het behouden van het authentieke stadsbeeld een hogere prioriteit heeft dan de
toegankelijkheid, vooraf en in samenspraak met de ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’ een (haalbaar)
wensniveau worden bepaald. Een wensniveau is dus situatie gebonden en zal voor elke situatie op-
nieuw besproken moeten worden. De ‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’ geeft in dezen een niet bin-
dend advies. Bij complexe situaties is het raadzaam een deskundige in te schakelen.
EVALUATIES Met name bij de eerste projecten zal er na afloop van elke fase terug worden geke-
ken naar leermomenten die vertaald worden naar verbeterpunten voor de ontwikkeling van verge-
lijkbare nieuwe projecten. Ook de resultaten van de reguliere en mogelijk extra kwaliteitstoetsen zul-
len bij de evaluaties worden betrokken.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 11
5. Uitvoeringsniveaus
Gemeente Enkhuizen heeft de nodige openbare ruimte, waar de inwoners, bezoekers en toeristen
zich verplaatsen langs voetpaden, trottoirs, fietspaden, wegen, pleinen en parken. Ook het buitenge-
bied is openbare ruimte met verbindingswegen, erfontsluitende wegen en natuur. Voor het bepalen
van een minimaal kwaliteitsniveau is de openbare ruimte opgedeeld in 3 uitvoeringsniveaus, als het
om toegankelijkheid gaat. Een basis uitvoeringsniveau voor de gehele stad, dat in centrumgebieden
wordt opgeplust naar uitvoeringsniveau ‘Hoog’. Voor het buitengebied is uitvoeringsniveau ‘Laag’
vastgesteld. Het toekennen van uitvoeringsniveaus aan de openbare ruimte volgt uit overleg met de
‘Groep Toegankelijk Enkhuizen’. De eisenpakketten dienen als hulpmiddel en niet als doel. De situa-
tie dient immers op het werkelijke gebruik te zijn afgestemd. Wie komen er en wat heeft men nodig?
Bij conflicterende belangen gaat de verkeersveiligheid altijd boven ‘Toegankelijkheid’.
UITVOERINGSNIVEAU 'BASIS' De openbare ruimte is zo uitgevoerd dat mensen er zelfstandig
en gelijkwaardig gebruik van kunnen maken. Zo vallen de voetpaden/trottoirs, oversteekplaatsen,
pleinen, wijk- en buurtparken onder dit uitvoeringsniveau.
Voor mensen met een visuele beperking is er op actieve wijze voorzien in zoveel mogelijk gidslijnen.
Geleidelijnen liggen alleen op bushaltes naar gidslijnen richting de woonbuurten.
UITVOERINGSNIVEAU 'HOOG' Uitvoeringsniveau ‘Hoog’
kenmerkt zich door extra aandachtspunten en aanvullende
en/of verscherpte eisen. Het gaat daarbij om bredere loop-
routes, meer rustbanken en bredere en flauwere trottoirop-
ritten en hellingbanen.
Voor mensen met een visuele beperking is er een sluitend
net van gids- en geleidelijnen tot het openbaar vervoer en
naar en tussen belangrijke publiekstrekkers. De straten met
uitvoeringsniveau ‘Hoog’ zijn op de plattegronden van bijla-
ge 4 met rood aangeven. Buiten deze zones ligt er een ge-
leidelijn van bushaltes naar belangrijke publiekstrekkers als
bibliotheek, buurtcentra, apotheek, stadskantoor e.d..
Rond een gebouw in uitvoeringsgebied ‘Basis’ (bv. een apo-
theek) kan uitvoeringsniveau ‘Hoog’ nodig zijn. Tijdens de
startfase van projecten daarom een moment inbouwen
waarop met logisch nadenken wordt bepaald of het aantal
verplaatsingen noodzaakt tot een opschaling.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 12
WENSNIVEAU Waar de authenticiteit van het oude stadscentrum of verkeersveiligheid, conflicteert
met de belangen van de toegankelijkheid zal met een wensniveau worden gewerkt. De vestingwallen
zullen bv. onder dit wensniveau vallen.
In dergelijke situaties zal de projectleider (een niet bindend) advies inwinnen bij de ‘Groep Toegan-
kelijk Enkhuizen’ voor het vaststellen van het wensniveau. Per situatie is het wensniveau dus maat-
werk en dient uitvoeringsniveau ‘Hoog’ optimaal te benaderen.
UITVOERINGSNIVEAU 'LAAG' Buiten de bebouwde kom is het niet altijd mogelijk en ook niet
nodig om aan het basisniveau te voldoen. De grote verbindingswegen en erfontsluitende wegen bui-
ten de bebouwde kom en de natuurgebieden vallen daarom onder dit lage uitvoeringsniveau. De
wegen buiten de bebouwde kom zijn in onderhoud en beheer van het Hoogheemraadschap Hollands
Noorderkwartier en vallen daarmee buiten de invloedsfeer van de gemeente. Als ze puur voor auto-
verkeer zijn bedoeld, kunnen binnen bebouwde kom ook delen van wijkontsluitingswegen onder uit-
voeringsniveau ‘Laag’ vallen. In natuurgebieden zal ten minste één bruikbare route volgens uitvoe-
ringsniveau ‘Basis’ zijn uitgevoerd, waarlangs men een representatieve beleving van het hele gebied
kan krijgen.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 13
6. Toegankelijkheidseisen
1 Voetpaden en trottoirs
2 Voetgangersoversteekplaatsen
3 Fietspaden
4 Pleinen
5 Parkeren
6 Bushaltes
7 Wijk- en buurtparken en natuurgebieden
8 Straatmeubilair
9 Trappen
10 Hellingen
Er zijn verschillende landelijke richtlijnen in omloop met toe-
gankelijkheidscriteria voor de openbare ruimte. Gemeente
Enkhuizen heeft er voor gekozen om aan het Handboek In-
richting Openbare Ruimte (HIOR) een specifieke richtlijn
‘Toegankelijkheid openbare ruimte’ toe te voegen. Alle uit te
voeren werken in de openbare ruimte dienen hier in principe
aan te voldoen. Afwijken van de richtlijn volgt uit een onder-
bouwde keuze. De gemeente wil derden stimuleren deze
richtlijn ook te gebruiken voor aansluitend particulierterrein
met toegang tot gebouwen met een openbare functie.
De aspecten zien, horen, tasten, verplaatsen en gebruiken
worden als leidraad gebruikt. Om het gebruik van de criteria
te vergemakkelijken zijn ze opgebouwd in modules. Door mo-
dules samen te voegen kan er voor iedere situatie een op
maat gesneden informatie/eisenpakket worden samen ge-
steld. De modules zijn:
Tips
Bij veel modules staan tips. Deze zijn niet bedoeld als vrij-
blijvend hoger uitvoeringsniveau, maar willen de aandacht
vestigen op zaken die in de praktijk worden vergeten of
bieden beproefde slimme oplossingen.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 14
6.1 Toegankelijkheidseisen aan voetpaden en trottoirs
Uitvoeringsniveau: Basis Betekenis tekens zie bijlage 3
Definitie - Loopzones zijn onder te verdelen in: voetpad (vrijliggend) en trottoir (met-
een naast de rijbaan). Een route is een aaneenschakeling van loopzones.
- Looproutes zijn bedoeld voor voetgangers (met rollator), kinderwagens, rol-
stoelen, scootmobielen en ander rollend materieel.
ITS
HIO
R
ASVV 2
012
Voor-
waarden
- Loopzones verbinden alle woningen met de hoofdroutes naar voorzieningen
en de wijkontsluitende voet- en fietspaden.
- Ruimte voor / situering van loopzones is niet ondergeschikt aan snelverkeer.
- Alleen over korte afstanden is elkaar niet te kunnen passeren aanvaardbaar.
- Alleen bij éénzijdige bebouwing is 1 loopzone aan 1 kant v/d weg afdoende.
- In woonerf zijn geen specifieke loopzones (lastig bij visuele beperking.
n
n
n
n
n
–
–
–
–
–
–
–
–
x
x
Zien Verlichting In elke situatie is de verlichting afgestemd op hetgeen mensen er willen zien. n n n
Kleurcon-
trast
Obstakels in loopzones uitvoeren met voldoende kleurcontrast met de omlig-
gende elementen. Het gehele obstakel of tussen 1,40 en 1,60 m hoogte een
opvallende band van ≥0,04 m.
x
x
–
–
x
–
Tekens Symbolen conform Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990. n – –
Horen Nvt Nvt n n n
Tasten Routege-
leiding
- Bij hoofdroutes tijdens het ontwerp op actieve wijze bruikbare gidslijnen
realiseren door middel van vorm en / of materiaalkeuze (zie bijlage 1).
- Gidslijnen zoveel mogelijk gestrekt en niet onderbroken door obstakels.
- Voorwaarden scheppen op min. risico op hinderlijk gestalde fietsen / auto's.
- Geleidelijnen alleen van OV-haltes naar dichtstbijzijnde bruikbare gidslijn.
n
n
n
n
–
–
–
–
x
x
x
x
Verplaat-
sen
Loopzone - Vrije breedte: ≥ 1,80 m (incidenteel 1,50 m). Hierbij letten op ruimte voor
overgroeiende heggen en struiken.
- Vrije breedte: plaatselijke vernauwing ≥ 1,20 m over maximaal 20 m lengte.
- Vrije breedte: incidentele (weinig gebruikt) route ≥ 1,20 m.
- Vrije breedte: puntversmalling ≥ 1,00 m over maximaal 0,50 m lengte.
- Haakse bocht: Breedte van beide loopzones ≥ 0,90 m en opgeteld ≥ 1,95 m.
Voor een scootmobiel is deze maat ≥ 2,35 m. Zie plaatje 3 op bladzijde 15.
- Vrije hoogte: ≥ 2,30 m (luifel, reclamebord, zonnescherm, verkeersbord).
- Keerruimte: Tenminste eens per 100 m een draaicirkel van Ø 2,10 m.
x
x
– 0,90
x
x
x
–
–
–
–
–
–
–
–
–
x
x
– 0,90
x
x
x
x
Trottoirop-
ritten
- Bij uitwerken van looproutes bepalen waar oversteekbewegingen zullen zijn.
- Op die plekken voorzien in trottoiropritten bij hoogteverschil in oversteek.
- In woonwijken bij voorkeur verhoogde kruisingen toepassen.
- Verkeerdrempels kunnen als gelijkvloerse oversteek dienen (zie 6.2).
- Bij kruispunten met verhoogd trottoir de looproutes naar alle richtingen met
trottoiropritten/verlaagde trottoirbanden mogelijk maken. Eisen trottoiroprit:
- Hellingshoek flauwer dan 1:10 (Hoogteverschil maximaal 0,10 m).
- Helling breder dan 1,2 m en het schuine vlak niet bol aanleggen.
- Onderaan de trottoiroprit geen klik (maximaal 0,01 m) toepassen.
- Hoogteverschil maximaal 0,10 m (ivm. benodigde hellinglengte).
Ver volg op bladzijde 16
n
x
n
n
n
x
x
x
n
–
–
–
–
–
–
–
–
x
–
x
–
–
x
x
x
x
x
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 15
1 1000 2 max 20 m lengte 3 4 1500 5 1800
Fietssluis: x+y = ≥ 1,95 m. x en y ≥ 0,90 m /bij scootmobielen x ≥ 1,50 m Oprit met voldoende lengte en zonder klik (bij tekening rechts boven is dit met a en b aangegeven)
Dwarshelling ≤ 1:50
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 16
Vervolg van bladzijde 14 Betekenis tekens zie bijlage 3
Vervolg
verplaat-
sen
Vervolg:
Trottoirop-
ritten
- Het trottoir bovenaan de oprit nog ≥ 1,2 m. Een verlaagde trottoirband toe-
passen wanneer deze breedte niet beschikbaar is. Hierdoor kan meteen na
de trottoirband hellend naar beide zijkanten worden gewerkt (≤ 1:10).
- Bij een oversteek de opritten recht tegenover elkaar situeren. Op minder
drukke kruispunten kan de oprit in de lijn van diagonaal van kruising. Hier-
door van 4 naar 8 opritten en meestal is er meer ruimte bovenaan de oprit.
x
–
x
–
x
x
Fietssluis Bij fietssluizen (fietsen weren in voetgangerszones):
- Hekken onderling op ≥ 1,50 m afstand (≥ 0,90 m bij handbewogen rolstoel).
- Naast beide hekken nog ≥ 0,90 m padbreedte breedte.
- De 'overlap' van de hekken maximaal 0,30 m.
- Sluislengte bij kissing gate: ≥ 1,75 m + lengte van het hek.
–
x
–
–
–
–
–
–
x
x
x
–
Loopop-
pervlak
- Stroef: met waarde 55 conform NEN 2873 ook in natte situatie.
- Vlak en egaal: Oppervlakteoneffenheden in hoogte ≤ 5 mm. Hobbelige op-
pervlakken zijn erg hinderlijk en oncomfortabel voor mensen die zich op wie-
len voortbewegen. Dit belang kan in tegenspraak zijn met de authentieke
bestrating in de binnenstad.
- Verhard en aaneengesloten (minimaal kwaliteit als bij 6.7 - loopoppervlak).
- Vrij van obstakels (zie o.a. 'Straatmeubilair' voor obstakelvrije zone).
- Maaswijdte roosters over één zijde of spleetbreedte ≤ 20 mm.
- Afschot dwars op de looprichting ≤ 1:50.
- Niveauverschil ≥ 0,02 m wordt gezien als trede (zie 6.9) en dient daarom
gecombineerd te worden met een hellingbaan (zie 6.10) of lift.
- Helling: In de looprichting zoveel mogelijk flauwer dan 1:25. Tot maximaal
1,00 m hoogteverschil is een hellingbaan mogelijk. Hoe groter het hoogte-
verschil, hoe flauwer de hellingshoek. Voor hellingshoeken en andere uitvoe-
ringseisen zie 6.10 (hellingen).
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
–
–
x
x
x
x
Bruggen Voor de uitvoeringseisen aan loopbruggen zie 6.7 – Bruggen.
Valbeveiligin Zie valbeveiliging bij 6.9 (trappen) en 6.10 (hellingen). x x
Scheidingen Bij een verhoogd trottoir minimaal 0,08 - 0,10 m hoogteverschil met wegdek
aanhouden. Tussen een fietspad en een trottoir geldt ≥ 0,05 m.
x
n
x
x
Loopafstand De loopafstand tussen zitelementen is locatie afhankelijk, maar ≤ 500 m. De
ASVV 2012 geeft ≤ 200 m.
– x
Gebruiken Nvt Nvt
Tip Wanneer een oversteek ook een parkeerstrook kruist, kunnen geparkeerde auto's de trottoiroprit blokkeren. Dit is te voorkomen door het trottoir ter plaatse van de trottoiroprit te verbreden tot de
rand van de rijbaan (zie foto op volgende bladzijde).
Tip Door buiten de loopzone ruimte voor afvalcontainers te houden, zullen ook die op de vuilophaaldag niet in de weg staan. Voor ondergrondse verzamelpunten zie hierboven bij ‘Loopoppervlak’.
Tip Flauwe inritbanden naar privé woonerven (1:10) kunnen tevens als oversteekmogelijkheid dienen.
Tip Trottoiropritten en eventuele gidslijn / geleidelijn niet combineren (routegeleiding daarbij zo gestrekt mogelijk laten en locatie trottoiroprit daar op afstemmen).
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 17
Loopzone uitvoeringsniveau 'Hoog'
In zones met uitvoeringsniveau ‘Hoog’ en bij loopzones met een hoge intensiteit van voetgangers,
dient de loopzone tevens aan onderstaande punten te voldoen:
- Vrije breedte ≥ 2,40 m en bij obstakels en versmallingen ≥ 1,80 m.
- Obstakel vrije looproute in winkelstraat ≥ 2,40 m breed.
Aandachtspunt: Straatmeubilair en andere obstakels zoveel mogelijk in 1 zone 'verzamelen',
waardoor er gestrekte obstakelvrije zone(s) ontstaan. Wens: Omdat gevels goed als gidslijn
kunnen dienen, heeft het de voorkeur de obstakelvrije zone langs de gevel te laten lopen. Om-
dat bij winkels uitstallingen in de weg zullen staan, dient dit per verordening geregeld te worden
en gehandhaafd. Advies ASVV 2012: “Daartoe de obstakelvrije zone in de bestrating markeren”.
Ook zorgen voor voldoende fietsklemmen om de gevels vrij te houden.
Wanneer uitstallingen langs de gevel mogen is de tweede keus een gidslijn in de obstakelvrije
zone. Om natte voeten te voorkomen is een afwateringsgoot geen goede combi (wel lijngoot).
- Een halfverharding is onvoldoende.
- In straten met trottoirs minimaal om de 100 m in een trottoiroprit voorzien of een verlaagde
trottoirband (uitvoering zie basisniveau).
- Hellingen met 0,10 tot 0,25 m hoogteverschil: 1:16.
Hellingen met 0,25 tot 0,50 m hoogteverschil: 1:20.
Trottoiropritten waar mogelijk 1:12.
- Voorzien in een trottoiroprit ter hoogte van de toegang van publiekstrekkende voorzieningen.
- Afstand tussen zitelementen ≤ 300 m (ASVV 2012 geeft ≤ 100 m).
- De loopzones geschikt maken om snel en adequaat sneeuw te kunnen ruimen.
- Het delen van de verkeersstrook volgens shared space principe, is minder wenselijk vanuit het
belang van mensen met een visuele beperking.
- De routegeleiding voor mensen met een visuele beperking voldoet aan de in bijlage 1 omschre-
ven PBT richtlijn ‘Routegeleiding' (in te zien op www.PBTconsult.nl/ontwerprichtlijnen). In stra-
ten welke op de plattegronden van bijlage 4 in rood zijn aangeven, ligt een sluitende keten van
routegeleiding. Dit houdt in dat:
- ontbrekende stukken gidslijn met geleidelijnen worden ingevuld,
- waar nodig de geleidelijn is voorzien van bijbehorende markeringen.
De PBT richtlijn ‘Routegeleiding’ wordt reeds door Prorail gehanteerd en heeft aan de CROW
publicatie over bushaltes (Addendum 233) ten grondslag gelegen. Ook in de nieuwe ASVV 2012
wordt naar de richtlijn verwezen.
Heg versmalt loopzone Zo parkeren auto’s niet voor trottoiroprit Bruikbaar model afvalverzamelpunt met rand
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 18
6.2 Toegankelijkheidseisen aan voetgangersoversteekplaatsen
Uitvoeringsniveau: Basis Betekenis tekens
zie bijlage 3
Definitie Een oversteekplaats in de hier bedoelde context, is op de rijbaan als zodanig
herkenbaar en voorzien van zoneaanduiding of zebra. Voor minder beduiden-
de oversteken geldt de maatvoering zoals aangegeven bij 6.1.
ITS
HIO
R
ASVV 2
012
Voorwaar-
den
- De oversteekplaatsen zijn bedoeld voor voetgangers (met rollator), kinderwa-
gens, rolstoelen, scootmobielen en ander rollend materieel.
- Een oversteek is de kortste afstand, veilig en met vrije zichtlijnen.
Zien Verlichting In elke situatie is verlichting afgestemd op hetgeen mensen er willen zien. n n –
Kleurcon-
trast
De bedieningsknop van voetgangerslicht e.d. in signaal kleur.
De zoneaanduiding met voldoende kleurcontrast op het wegdek aangeven.
–
–
–
x
–
–
Tekens Symbolen conform Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990. n n n
Horen Voor mensen met audiovisuele beperking is er geen extra voorziening nodig. n n n
Tasten Routegelei-
ding
In het uitvoeringsniveau ‘Basis’ worden alleen gidslijnen toegepast en geen
geleidelijnen. Het is wel een wens om het vinden van de oversteekplaatsen in
belangrijke doorgaande looproutes, met een gidslijn te vereenvoudigen en:
- Bij een vlakke overgang met de rijbaan dient de gidslijn wel over te gaan in
een waarschuwingsmarkering om te voorkomen dat men zonder het te weten
op de rijbaan komt te staan. Voor de uitvoering zie bladzijde 19.
- Een zoneaanduiding op de oversteek geeft veel duidelijkheid. Ook blindenge-
leidehonden zijn getraind ze als oversteekplaats te herkennen.
n
n
n
–
–
x
x
–
–
–
Verplaat-
sen
Loopruimte - Vrije breedte en eventuele trottoiroprit ≥ 1,80 m (HIOR 1,20 m).
- Eventuele trottoiroprit flauwer dan 1:10 *1] en ≥ 1,20 x 1,20 m bovenaan.
- Oversteeklengte zonder verkeersregelinstallatie: ≤ 7,0 m /of middengeleider.
- Aan weerskanten van de oversteek vrije ruimte om te keren ≥ 2,30 x 2,30 m.
- Belangrijke oversteken / drukke wegen voorzien van een middengeleider.
- Middengeleider in oversteek richting minimaal 2,00 m (HIOR 1,50 m).
- Loopzone middengeleider minimaal 1,80 m breed.
- Loopzone middengeleider vlak met beide rijbanen.
*1] Oversteektijd wordt sterk beïnvloed door hellingshoek oprit en klikdiepte.
x
x
n
n
n
n
n
n
n
–
x
–
–
–
–
–
x
n
x
x
–
–
–
x
x
–
n
Loopopp.vlak Zie eigenschappen bij 6.1.
Verplaatsen Eventuele voetgangerslichten afstemmen op ≤ 0,8 m/sec loopsnelheid.
VRI’s bij voorkeur met een rateltikker uitrusten.
n
n
–
–
x
–
Gebruiken Bedienings-
elementen
Eventuele gidslijn liefst in midden van de loopzone. Bedieningsknop voetgan-
gerslicht tussen 0,90 en 1,20 m hoogte en ± 0,50 m naast de geleidelijn.
x –
x
Tip Een rollator is bedoeld als steun. Optillen dient daarom niet nodig te zijn. Zeker niet met een bood-
schappentas. Daarom een gelijkvloerse oversteek op locaties waar veel mensen met tassen lopen.
Tip Bij een inritconstructie dient niet de zijstraat maar het kruisende trottoir visueel door te lopen.
Tip Rateltikkers kunnen bij verkeersregelinstallatie (VRI) alternatief voor gidslijnen dienen om de over-
steek /drukknop te vinden. Bij meerdere tikkers op één kruising klankonderscheid mogelijk maken.
Tip Met het plaatsen van verkeersspiegels kunnen gevaarlijke punten veiliger worden gemaakt.
Tip Verkeersdrempels kunnen als gelijkvloerse oversteek dienen (staat al in HIOR).
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 19
Voetgangersoversteekplaatsen uitvoeringsniveau 'Hoog'
In zones met uitvoeringsniveau 'Hoog' en bij een oversteek met hoge intensiteit van voetgangers,
dient de oversteek tevens aan onderstaande punten te voldoen:
- Vrije breedte ≥ 2,40 m breed ook bij een eventuele trottoiroprit.
- Eventuele trottoiroprit flauwer dan 1:12.
- De routegeleiding voor mensen met een visuele beperking voldoet in straten die in bijlage 4 in
rood zijn aangeven en op OV haltes, aan de in bijlage 1 omschreven uitvoering. Bij voetgangers-
oversteekplaatsen komt dit in grote lijnen neer op:
- De doorgaande routegeleiding voert met een geleidelijn naar de oversteek.
- Niet meer dan één rijbaan + één fietsstrook oversteken. Dus altijd middengeleider toepassen.
- Een waarschuwingsmarkering geeft de rand van de veilige loopzone aan en zo de overgang
naar de rijbaan (tussen rijbaan en waarschuwingsmarkering 0,15 m).
- In de looprichting is de waarschuwingsmarkering 0,60 m breed.
- De breedte van de waarschuwingsmarkering is afhankelijk van de lengte van de oversteek.
Men moet 5° kunnen afwijken zonder de waarschuwingsmarkering op de andere kant van de
oversteek te missen.
- Ook een middengeleider voorzien van waarschuwingsmarkeringen. Deze markeringen zijn
met een geleidelijn verbonden.
- De geleidelijn geeft de richting van de oversteek aan. De waarschuwingsmarkering kan dus
parallel aan de rijbaan liggen als er sprake is van een schuine oversteek.
- Bij VRI’s is een rateltikker aanwezig. Bij meerdere rateltikkers op één kruising met klankonderscheid.
- Wens: Bij grote oversteken met verhoogd trottoir, de geleidelijn niet over maar langs de trot-
toiroprit laten lopen. De waarschuwingsmarkering ligt dan naast de oprit. Bij drukke overste-
ken wordt deze oplossing lastiger toe te passen omdat 1 richting tegen de stroom in loopt.
- Een zebra maakt de oversteek veiliger. Omdat zebra’s niet binnen de ‘spelregels’ van een 30
km zone passen, daar de oversteek met zone aanduidingen uitvoeren.
zone aanduiding
Verkeersdrempel als gelijkvloerse oversteek
Voorbeeld plaatje uit ‘Richtlijn – routegeleiding’ met informatie over inrich-
ting van oversteek met geleidelijn en markeringsvlakken.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 20
6.3 Toegankelijkheidseisen aan fietspaden
Uitvoeringsniveau: Basis Betekenis tekens
zie bijlage 3
Voor-
waarden
Fietspaden zijn in deze richtlijn ‘Openbare ruimte’ opgenomen om de toegan-
kelijkheid voor gehandicaptenvoertuigen te waarborgen. Naast gehandicap-
tenvoertuigen zijn er 45 km auto’s. De maximale breedte van deze voertuigen
is respectievelijk 1,10 en 1,20 m.
ITS
HIO
R
ASVV 2
012
Zien Verlichting In elke situatie is de verlichting afgestemd op hetgeen mensen er willen zien. n –
Kleurcon-
trast
Objecten op de fietsroute in kleurcontrast met de omgeving of tenminste een
opvallende band (≥ 0,04 m breed) op hoogte tussen 1,4 en 1,60 m.
Autowerende paaltjes bovendien minimaal 0,70 m hoog.
n
n
–
x
Tekens Gebruik van leesbare en begrijpelijke symbolen conform Reglement Verkeers-
regels en Verkeerstekens 1990.
n –
Horen Nvt Nvt n n n
Tasten Nvt Nvt n n n
Verplaat-
sen
Vrije ruim-
te
Breedte vrij liggende fietspaden:
- Eén richting tot 150 fietsen per uur ≥ 2,00 m.
- Eén richting tot 750 fietsen per uur ≥ 3,00 m.
- Twee richtingen tot 50 fietsen per uur ≥ 2,50 m.
- Twee richtingen tot 150 fietsen per uur ≥ 2,50 tot 3,00 m.
- Twee richtingen > 150 fietsen per uur ≥tot 3,50 m.
Bij eventuele autowerende paaltjes minimaal 1,20 m vrije doorgang.
n
n
n
n
n
n
x
x
x
x
x
x
Oppervlak Hellingen conform eisen voor fietsen in de ASVV 2012. x x
Gebrui-
ken
Bedienings-
elementen
Minimale (sta)lengte op middengeleiders ≥ 1,80 m.
Bedieningsknop voetgangerslicht tussen 0,90 en 1,20 m hoogte.
n
n
x
x
Tip Let ook op minimale breedte voor strooivoertuigen.
Fietspaden uitvoeringsniveau 'Hoog'
Voor fietspaden zijn er bij het uitvoeringsniveau 'Hoog' geen specifieke kwaliteitseisen.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 21
6.4 Toegankelijkheidseisen aan pleinen
Enkhuizen kent weinig echte pleinen. Pleinen als het Koperwiekplein, het Boschplein en het Chi-
naplein, zijn geen pleinen waar ander eisen naar voren komen dan bij de hiervoor genoemde mo-dules van de openbare ruimte. Voor eventueel pleinen in de toekomst, in 6.4 de geldende eisen.
Uitvoeringsniveau: Basis Betekenis tekens zie bijlage 3
Voor-
waarden
Gebruikelijke routes over pleinen ook bruikbaar maken voor mensen met een
beperking. Afwijkingen hierop dienen onderbouwd te worden en gecommu-
niceerd met de projectmanager.
ITS
HIO
R
ASVV 2
012
Zien Verlichting In elke situatie verlichting afgestemd op hetgeen mensen er willen zien. n –
Kleurcon-
trast
- Objecten in looproute met voldoende kleurcontrast met de omgeving.
- Tenminste tussen 1,40 - 1,60 m hoogte een opvallende band van 0,04 m.
- Looproutes markeren door visueel waarneembare afwijkende verharding
(kleur en/of materiaal).
x
x
–
x
Tekens Symbolen conform de Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990. n –
Horen Nvt Nvt n n n
Tasten Routege-
leiding
Er is advies op maat nodig voor het leggen van gidslijnen op pleinen waar-
mee mensen met een visuele beperking hun weg kunnen vervolgen.
n –
Verplaat-
sen
Loopruimte - Vrije breedte looproute: ≥ 2,40 m.
- Vrije hoogte looproute: ≥ 2,30 m.
- Draairuimte: ≥ 2,0 x 2,0 m bv onder- en bovenaan helling ASVV: 2,1x2,1 m
- Gidslijnen niet onnodig onderbroken door geparkeerde auto's en fietsen ed.
- Bij terrasjes de maximale afmeting van terras in de bestrating weergeven.
-
x
x
n
n
–
x
x
–
–
Loopop-
pervlak
- Helling in looprichting flauwer 1:25 of hellingshoek volgens hoofdstuk 6.10.
- Hellingdwars op looprichting ≤ 1:50.
- Voldoende stroef met waarde 55 conform NEN 2873.
- Oppervlakteoneffenheden ≤ 0,005 m).
- Geen zachte ondergronden. Voor minimale kwaliteit voor verharding zie
‘Loopoppervlak bij 6.1 en 6.4.
- Spleten en maaswijdte van roosters e.d. over één zijde ≤ 0,02 m.
x
x
x
x
x
x
–
x
–
x
–
x
Loopafstand Minimaal één zitgelegenheid om de 100 m. Zie 6.8 voor uitvoering. n x
Gebruiken Nvt Nvt n n n
Tip
Pleinen uitvoeringsniveau 'Hoog'
Voor pleinen is maar één uitvoeringsniveau waardoor er bij uitvoeringsniveau 'Hoog' geen speci-
fieke uitvoeringseisen zijn. Voor de begeleiding van mensen met een visuele beperking zie het
hoge uitvoeringsniveau bij 'Voetpaden en trottoirs' en bij bijlage 1.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 22
6.5 Toegankelijkheidseisen aan parkeren en GPA's
Uitvoeringsniveau: Basis Betekenis tekens
zie bijlage 3
Voor-
waarden
Gehandicaptenparkeerplaatsen Algemeen (GPA) dienen goed verdeeld rond
winkelcentra gelokaliseerd te zijn, waardoor minimale afstanden ontstaan tot
veel bezochte objecten. De locaties in overleg met ‘Groep Toegankelijk Enk-
huizen’ vaststellen. Bij specifieke gebouwen waar veel bezoekers (hotspots)
met een parkeerkaart worden verwacht, voorzien in tenminste één GPA.
ITS
HIO
R
ASVV 2
012
Zien Verlichting In elke situatie is de verlichting afgestemd op hetgeen mensen er willen zien. n n n
Visuele
markering
Afmeting aangeven met duidelijke belijning.
Parkeervak aanduiden met kruismarkering of rolstoel pictogram 0,3 x 0,3 m.
x
x
–
–
–
–
Tekens Parkeerplaats aanduiden met verkeersbord E6 (conform Reglement Ver-
keersregels en Verkeerstekens 1990). Door het bord hoog te plaatsen kan
het tevens als baken dienen. Waar nodig in extra verwijsborden voorzien.
x
–
x
–
x
–
Horen Nvt Nvt n n n
Tasten Nvt Nvt n n n
Verplaat-
sen
Loopruimte Voor looproutes naar een GPA zie eisen bij '6.1 - Voetpaden en trottoirs'. x – x
Maximale
loopafstand
- Wanneer de GPA bedoeld is voor een specifiek gebouw, dient deze maximaal
op 50 m (liefst 25 m) van de hoofdentree gesitueerd te zijn.
In voetgangers gebieden is dit maximaal 200 m.
- Voor locaties rond voetgangersgebieden zie ‘Voorwaarden’ bovenaan bij 6.5.
- De route naar dichtstbijzijnde trottoiroprit maximaal 5,00 m over de rijbaan.
Bij drukke wegen in geheel niet over rijbaan, maar met een trottoiroprit
vanaf de GPA.
x
x
-
x
–
x
–
–
–
–
x
–
–
–
–
Hoogtever-
schillen
- De bij ‘Gebruiksruimte’ genoemde Ø 1,50 m (2 stuks) op parkeerniveau.
- Parkeervlak in beide richtingen niet te sterk aflopend om te voorkomen dat
de rolstoel weg gaat rijden (vlakker dan 1:50).
x
x
x
x
x
–
Gebrui-
ken
Gebruiks-
ruimten
Afmeting GPA is gebaseerd op een standaard auto 4,5 x 2,0 m.
- Bij deze autoafmeting op één lange en één korte zijde van het vak op zelfde
niveau een gebruiksruimte van 1,50 m breed buiten rijbaan en/of fietspad.
Parkeervak daarom 3,50 m x 5,00 m. Bij parallel parkeren 3,50 x 6,00 m.
- Een half verharding is niet afdoende.
x
x
x
x
x
x
x
–
–
–
x
–
Minimale
aantallen
Zie 'Maximale loopafstand' bij 'Verplaatsen'. Op parkeerterreinen 2% van het
totaal aantal parkeervakken als GPA uitvoeren met een minimum van één.
x
x
x
x
x
x
Betalen De parkeerbetaalautomaat dient bereikbaar te zijn volgens eisen van '6.1 -
Voetpaden en trottoirs'. Alle bedieningselementen tussen 0,70 m en 1,35 m+
en ≥ 0,50 m uit inwendige hoeken (ASVV 2102: tussen 0,90 en 1,20 m. HI-
OR: idem + maximale reikhoogte 1,45 m).
x
x
x
–
x
x
Tip Haaks parkeren heeft de voorkeur boven parallel parkeren. Bij een eenzijdige aanrijdroute heeft vis-
graad parkeren het voordeel dat men niet zover achterom hoeft te kunnen kijken bij het uitparkeren.
Tip Bij voldoende ruimte kan het parkeervak op trottoirniveau worden aangebracht. Met de auto is de
oprit veel makkelijker te nemen dan met de rolstoel. Ook hier het vak (3,50 x 5,00 m) met duidelijke
lijnen aangeven.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 23
Tip Voldoende verlichting in de parkeergarages om te voorkomen dat mensen in rolstoel in het 'schemer'
over het hoofd worden gezien bij het uitparkeren.
Tip In parkeergarages de GPA('s) nabij de lift situeren. NEN 1814 stelt ≤ 20 m.
Tip Bij parkeergarages een representatief aantal GPA's buiten de parkeergarage situeren omdat men
soms met hoge rolstoelbus komt. Ook kunnen niet alle mensen met een beperking, die zelf de auto
besturen, ver genoeg uit het autoraam kunnen reiken om de parkeerticket te kunnen pakken.
Tip In elke stad is het parkeerbeleid rond betalen op GPA's verschillend. Vaak is er nog verschil tussen
centrum en wijkwinkelcentra. Daarom is het voor mensen die niet bekend zijn in de stad fijn als op
een onderbord bij verkeersbord E6 staat aangeven of men moet betalen en hoeveel. Ook op par-
keerbetaalautomaat het betalingsbeleid kenbaar maken.
GPA's uitvoeringsniveau 'Hoog'
Voor Gehandicaptenparkeerplaatsen zijn er bij het uitvoeringsniveau 'Hoog' geen specifieke kwali-
teitseisen aan het parkeervak.
Bij specifieke bestemmingen met uitvoeringsniveau ‘Hoog’ (bijvoorbeeld bibliotheek) is de maxi-
male afstand van GPA tot entree ≤ 50 m.
Bij winkelcentra e.d. waar een GPA’s voor meerdere bestemmingen is bedoeld, dienen de onder-
linge afstanden ook op een maximale loopafstand afgestemd te zijn. Omdat dit in de praktijk niet
haalbaar zal zijn, dient de locatie en verdeling van GPA’s in overleg met de ‘Groep Toegankelijk
Enkhuizen vastgesteld te worden.
Verkeersbord E6
Oplossing met een verlaagd trottoir
Het gearceerde vlak geeft meer duidelijkheid
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 24
6.6 Toegankelijkheidseisen aan bushaltes
Uitvoeringsniveau: Basis Betekenis tekens
zie bijlage 3
Randvoor
waarden
In 2015 dient 48% van alle bushaltes bruikbaar te zijn voor iedereen. In de
landelijke richtlijn ‘CROW addendum 233’ wordt deze ambitie SMART gemaakt
met het benoemen van een minimum niveau waar bushaltes aan moeten vol-
doen. In deze CROW-richtlijn zijn aanwijzingen voor de routegeleiding voor
mensen met een visuele beperking gebaseerd op de PBT richtlijn ‘Routegelei-
ding' (zie bijlage 1).
Omdat de CROW richtlijn nog niet aan een nieuwe Europese richtlijn is aan-
gepast, dient tevens de nieuwe uitgave (nov. 2013) van PBT richtlijn ‘Route-
geleiding' van toepassing te zijn. De technische randvoorwaarden zijn:
ITS
HIO
R
CRO
W a
ddendum
233
- Het halteperron ligt 0,18 m hoger dan de rijbaan / insteekhaven.
- Er is routegeleiding voor mensen met een visuele beperking aanwezig.
- De in- en uitrij lengte van een haltekom is zodanig dat een bus op 0,05 m
van de halterand kan halteren. Hiervoor is ook een holle perronband nodig.
n
n
n
x
x
–
x
x
x
Zien Verlichting Het haltebord voldoende verlichten voor het lezen van de vertrekstaat. Het
halteperron zodanig verlichten dat reizigers zich veilig kunnen verplaatsen.
n – x
Visuele
markering
- Het halteperron is voorzien van een instapmarkering (0,6 x 0,9 m) in con-
trast kleur.
- Vanaf instapmarkering ligt een geleidelijn in contrast kleur naar een gidslijn
waarmee men de route kan vervolgen.
- De geleidelijn dient uitgevoerd te zijn volgens CROW addendum 233 en
daarom inclusief waarschuwings-, attentie- en object-markeringen.
- Op 0,30 m van de perronrand ligt een rij zwart-wit tegels.
n
n
n
n
x
x
–
x
x
x
x
x
Horen Nvt Nvt n n n
Tasten Bescher-
ming
Wanneer de looproute een fietspad of rijbaan kruist eindigt de geleidelijn en
is er voorzien in een waarschuwingsmarkering.
Bij hoogteverschil van ≥ 0,25 m of bij parallellopend fietspad, een hekwerk
plaatsen over de gehele lengte van het halte perron.
n
x
x
x
Route be-
geleiding
De geleidelijn voldoet aan de richtlijnen van CROW addendum 233.
De geleidelijn eindigt op een gidslijn waarmee men de route kan vervolgen.
n
n
x
x
Reliëf Braille aanduiding voor halteherkenning is een wens. n –
Verplaat-
sen
Loopruimte Nabij een halte paar ligt een bruikbare en veilige oversteek (op de heen- of
op de terugreis zullen mensen de weg moeten oversteken).
Over de gehele lengte van het pad en het halteperron dient een obstakelvrije
zone van ≥ 1,20 m breedte aanwezig te zijn.
x
x
Hoogtever-
schillen
Naar het verhoogde halteperron ligt een hellingbaan:
- tot 0,06 m hoogteverschil: 1:6
- tot 0,10 m hoogteverschil: 1:10
- tot 0,25 m hoogteverschil: 1:12
Oppervlakteoneffenheden in het loopoppervlak van het toegangspad en het
halteperron ≤ 0,005 m.
n
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 25
Gebrui-
ken
Elementen Op het halteperron of binnen 10 m van de instapmarkering voorzien in een
zitgelegenheid.
De vertrekstaat tussen 1,40 en 1,65 m hoogte met duidelijke cijfers van ± 5
mm hoogte.
n
n
x
x
x
Gebruiks-
ruimte
Een obstakelvrije draaicirkel Ø 1,50 m mogelijk maken ter hoogte van de plek
waar achterdeur van de bus zich bevindt tijdens het halteren. Daarbij reke-
ning houden met de uitrijplaat van de bus. De situering is gerelateerd aan de
instapmarkering door de afstand tussen de voor- en achterdeur van de bus.
n x
Gebruiks-
hoogte
Zithoogte bankje ± 0,45 – 0,50 m. x x
Tip
Uitvoeringsniveau 'Hoog'
Voor bushaltes geldt bij busstations en daar waar meerdere lijnen samen komen, het uitvoe-
ringsniveau 'Hoog'. Dit houdt in:
- Goede verwijzing naar de juiste halte.
- Tussen alle haltes ligt een sluitende keten van geleidelijnen met bijbehorende markeringen.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 26
6.7 Toegankelijkheidseisen wijk- en buurtparken (en natuurgebieden)
Uitvoeringsniveau: Basis (natuurgebieden vallen onder uitvoeringsniveau ‘Laag’) Betekenis tekens
zie bijlage 3
Randvoor
waarde
Natuurgebieden vallen onder uitvoeringsniveau ‘Laag’.
Nabij verzorgingshuizen e.d. is uitvoeringsniveau ‘Hoog’ wenselijk.
Wijk- en buurtparken vallen onder uitvoeringsniveau ‘Basis’.
ITS
HIO
R
ASVV 2
012
Zien Verlichting In elke situatie is de verlichting afgestemd op hetgeen mensen er willen zien. n n n
Horen Nvt Nvt n n n
Tasten Gidslijnen - Routegeleiding alleen met gidslijnen (duidelijke padafscheiding).
- Geen overgroeiend groen of struiken die het volgen van de rand van het pad
bemoeilijken. De rand van een pad is als gidslijn te gebruiken door het
klankverschil tussen verharding en grond/gras. Deze mogelijkheid vervalt
wanneer de geleidestok daarbij steeds in de begroeiing verstrikt raakt.
n
n
–
–
Verplaat-
sen
Loopruimte - Breedte hoofd looproute ≥ 1,80 m.
- Breedte secondaire looproute ≥ 1,20 m.
- Plaatselijke vernauwingen ≥ 0,90 m.
- Gecombineerd fiets-, wandelpad ≥ 3,00 m.
- Geen overhangende takken lager 2,30 m (niet met romp en hoofd tegen
takken lopen).
x
x
x
n
x
x
x
x
–
x
Loopop-
pervlak
- Minimaal een stabiele, gelijkmatige halfverharding (geen vervorming aan
oppervlak door rolstoelband).
- Bestand tegen doorgroei van onkruid. Tevens met padbreedte rekenen op
door- en overgroei op de rand van het pad pad in oorsprong 0,20 m bre-
der dan bedoeld. Maar ook actief onderhoud bij boomwortels die verharding
omhoog drukken.
- Hellingen conform '6.10 - Toegankelijkheidseisen voor hellingen'.
x
n
x
–
–
x
Loopaf-
stand
Om 500 m een zitgelegenheid. Goede verharding tot de zitgelegenheid en er
naast verharding zodat rolstoeler bij een gezelschap aan te kunnen sluiten.
n –
Gebruiken Nvt Nvt n n n
Bruggen Uitvoering - Brugdek even breed als pad.
- Bij het toepassen van een boogvorm is het eerste deel van de brug veel
steiler dan de rest. Ook deze hellingshoek ≤ dan de toegestane helling.
- Voor hellingshoek zie '6.10 - Toegankelijkheidseisen aan hellingen'.
- De leuningen beginnen ≥ 0,30 m eerder dan de brug om te voorkomen dat
mensen met een visuele beperking aan de verkeerde kant van de leuning
langs lopen.
- Geen brugdek toepassen met planken met tussenruimte. Na het aanbrengen
van split wordt het brugdek erg hobbelig.
n
x
x
x
–
–
–
x
x
–
Tip In teer ingewalste schelpen op asfalt ondergrond, benaderen de sfeer van los grind, maar de paden
zijn goed berijdbaar.
Tip Bij een halfverharding slijt omhoog gedrukt materiaal weg waardoor er geen hobbel ontstaat.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 27
Uitvoeringsniveau 'Laag'
Voor natuurparken geldt het lage uitvoeringsniveau. Dit houdt in:
- Tenminste 1 pad wat een representatief beeld van het gebeid geeft en over de gehele lengte
aan de uitvoeringseisen ‘Basis’ voldoet.
- Dit pad dient met een vorm van aanduidingen te volgen zijn.
- Liefst een rondgaand pad met doorsteekmogelijkheden om de route te kunnen inkorten.
Uitvoeringsniveau 'Hoog'
Voor paden op gemeentelijke grond in de directe nabijheid van verzorgingshuizen e.d. uitvoe-
ringsniveau ‘Hoog’ aan te houden (zie geselecteerde objecten op de plattegronden in bijlage 4).
Dit houdt in:
- Paden zonder abrupte hoogteverschillen.
- Hellingbanen flauwer dan 1:25.
- Liefst meerdere paden om mogelijkheid tot variatie te bieden.
- Bij grotere omlopen ook mogelijkheid tot doorsteek/afsnijden bieden voor momenten dat het
lopen acuut wat lastiger wordt.
- Zitbanken op ≤ 300 m afstand.
- Zitbanken op plekken waar wat te zien is en gelegen op schaduw én zon locaties.
- Verharding tot onder de zitbank en aan één zijde naast de zitbank verharding voor een rolstoel.
Zodanig dat men in een zelfde lijn naast elkaar kan zitten. Zie 6.8 – Zitbank.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 28
6.8 Toegankelijkheidseisen aan straatmeubilair
Uitvoeringsniveau: Basis Betekenis tekens
zie bijlage 3
Randvoor
waarde
Onder straatmeubilair valt ook de situering van straatlantaarns en verkeers-
borden.
ITS
HIO
R
ASVV
- Door objecten in één zone te plaatsen ontstaat een overzichtelijke en ge-
strekte obstakelvrije zone (staat in HIOR en ASVV 2012).
- Straatmeubilair niet in een obstakelvrije loopzone plaatsen.
x
x
x
x
Zien Verlichting Nvt n n n
Kleurcon-
trast
- Objecten in de looproute voorzien van kleurcontrast. Het gehele object of
door middel van een band ter hoogte van 1,40 - 1,60 m (min 0,04 m breed).
- Bedieningsknoppen in signaalkleur (afmeting bij voorkeur ≥ 0,02 x 0,02 m).
- Hoogte van objecten (paaltjes e.d.) ≥ 0,75 m en in signaalkleur of nabij de
top een reflecterende band rondom (minimaal 0,04 m breed).
x
x
–
–
–
x
Horen Nvt Nvt n n n
Tasten In de vormgeving scherpe hoeken en randen vermijden. x x
Verplaatsen Vrije hoogte Vrije hoogte bij bijvoorbeeld verkeersborden ≥ 2,30 m. x x
Gebrui-
ken
Gebruiks-
ruimte
- Vrije breedte langs meubilair (paaltjes e.d.) ≥ 1,00 m (ASVV ‘12 ≥ 1,50 m).
- Route naar gebruiksobjecten (zitgelegenheid, parkeerautomaat) zoals om-
schreven bij '6.1 – Gebruiksruimte'.
- Meteen voor gebruiksobjecten met bedieningselementen een obstakelvrij
opstelvlak ≥ 0,90 x 1,40 m. Aansluitend de vrije draairuimte ≥ 2,1 x 2,1 m.
x
x
x
x
–
–
Gebruiks-
hoogte
- Bedieningselementen tussen 0,70 en 1,35 m hoogte.
- Bedieningselementen ≥ 0,50 m uit inwendige hoeken / minder hoeven rei-
ken dan 0,50 m over de voetensteunen.
x
x
–
–
Herken-
baarheid
Gebruiksobjecten en bedieningselementen in voor de locatie karakteristieke
en daarmee herkenbare kleur en vormgeving uitvoeren.
– –
Zitbank Eisen - Zithoogte tussen 0,45 tot 0,50 m en zitdiepte ± 0,40 m.
- Een toegankelijke zitplaats bevat 2 arm- én een rugleuning.
- Naast of voor een bank een horizontaal opstelvlak voor een rolstoel ≥ 0,90 x
1,40 m. Route en opstelplek goed verhard.
x
–
x
x
x
x
Toilet Eisen Enkhuizen kent één openbaar toilet (bij HEMA). Dit toilet is ook bruikbaar
voor veel mensen met een beperking.
– –
Afvalver-
zamelpunt
Eisen Ondergrondse afvalverzamelpunten dienen zonder abrupt hoogteverschil en
obstakels bereikbaar te zijn. Voor de inworpklep een horizontaal vlak met
een draaicirkel Ø ≥ 1,50 m. Zie middelste tip op de volgende bladzijde.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 29
Tip
Aan weerskanten van een geleidelijn ligt een obstakelvrije zone. In gebieden met kwaliteit 'Hoog'
obstakels daarom buiten die zone plaatsen.
Tip Twee fabrikanten van ondergrondse afvalcontainer voor plaatsing in woonbuurten hebben een ‘ITS
product’ goedkeuring. Dit getekend dat de afvalcontainer bruikbaar is voor de meeste mensen met
een beperking.
Tip De prullenbak niet aan de zelfde kant als de opstelplek voor rolstoel. Hij staat in de weg, stinkt en
trek het wespen aan.
Uitvoeringsniveau 'Hoog'
Voor straatmeubilair geldt in winkelstraten dat obstakels met een geleidestok zijn te traceren.
Ook als het obstakel op een poot staat en de geleidestok aan de grond onder de breder vorm
doorsteekt.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 30
6.9 Toegankelijkheidseisen aan trappen
Uitvoeringsniveau: Basis Betekenis tekens zie bijlage 3
Randvoor
waarden
Binnen 50 m van elke trap dient het hoogteverschil ook met een hellingbaan
of lift overbrugd te kunnen worden.
ITS
HIO
R
ASVV x
Zien Verlichting In elke situatie is de verlichting afgestemd op hetgeen mensen er willen zien. n n n
Kleurcon-
trast
Over de volle trapbreedte voldoende kleurcontrast op de rand tussen pad en
eerste en laatste optrede. Zie bijlage 1 voor uitvoering (voelbaar markeren).
x
x
–
–
x
x
Horen Nvt Nvt n n n
Tasten Routegelei-
ding
- Trap liefst 'vindbaar' maken met gidslijn.
- De leuning begint 0,30 m eerder dan de rand van de bovenste trede.
x
x
–
–
x
x
Verplaat-
sen
Loopruimte - Vrije breedte tussen leuningen ≥ 1,20 m (ook ter plaatse van een bordes).
- Vrije hoogte boven klimlijn ≥ 2,30 m.
- Boven- en onderaan de trap een vrije ruimte ≥ 1,20 x 1,20 m.
- In loopzones onder een trap altijd een vrije hoogte onder een trap van ≥
2,30 m. Voor het deel van de trap waar deze hoogte niet wordt gehaald, de
loopzone met fysieke maatregelen om de trap heen leiden.
x
x
x
x
x
–
x
–
x
x
x
–
Hoogtever-
schillen
- Optrede ≤ 0,185 m (HIOR en ASVV ≤ 0,15 m).
- Aantrede ≥ 1xaantrede+2xoptrede= 0,60-0,65 m (HIOR en ASVV: ≥0,30 m)
- Maximale traphoogte zonder tussenbordes 4,00 m (HIOR en ASVV: 1,80 m).
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Loopopper-
vlak
- Voor materiaalkeuze en uitvoering zie eerste 6 aandachtstreepjes bij '6.1 -
'Verplaatsen' onderdeel 'Loopoppervlak'.
- Geen transparante treden en bordessen toepassen (ook geen rooster).
- Gesloten stootborden.
- Welhoek ± 15°.
x
x
x
x
–
–
–
–
–
x
x
x
Valbeveili-
ging
- Hoogte leuning tussen 0,85 en 0,95 m boven voorrand treden.
- Aan weerskanten van trap een leuning.
-Het te omvatten deel van de leuning ≤ 0,15 m (zie tekening).
- Over de gehele lengte is er 0,05 m ruimte rond de leuning.
- Beide uiteinden horizontaal ≥ 0,30 m voorbij de trede rand laten steken.
- De leuning liefst ook boven tussenbordessen door laten lopen.
x
x
x
x
x
–
–
–
–
–
–
–
x
x
–
x
x
x
Gebruiken Nvt Nvt n n n
Tip Tijdens momenten van gladheidbestrijding is er op trappen extra aandacht nodig.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 31
Uitvoeringsniveau 'Hoog' extra aandachtspunten:
- De minimale breedte 2,40 m.
- Maximale optrede 0,13 m.
- Voor de geleiding van mensen met een visuele beperking op de trappen is de PBT richtlijn 'Rou-
tegeleiding' van toepassing (zie bijlage 1).
Loopzone van trap wegleiden
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 32
6.10 Toegankelijkheidseisen aan hellingen in loopzones
Uitvoeringsniveau: Basis Betekenis tekens
zie bijlage 3
Definitie - Hellingen flauwer dan 1:25 *] worden niet als helling aangemerkt.
*] Realiseer u dat met de opgegeven hellingshoeken een hoogteverschil ≥ 0,30 m een
groot obstakel is voor mensen met weinig kracht en uithoudingsvermogen. Ook bij 1:25
kosten hoogteverschillen veel energie die men liever in het doel van de rit stopt.
ITS
HIO
R
ASVV 1
2
Randvoor
waarde
- Behalve bij tunnels dient binnen 50 m van elke hellingbaan het hoogtever-
schil ook met een trap (of lift) overbrugd te kunnen worden.
- Conform het Bouwbesluit maximaal 1,00 m hoogteverschil met hellingbaan
overbruggen. Dit betreft het totaal te overbruggen hoogteverschil. Hoger
dan 1 m is alleen geschikt voor elektrische rolstoel en scootmobiel.
- Bij hellingen steiler dan 1:25 dient binnen 50 m een trap aanwezig te zijn.
x
x
x
–
–
x
x
x
x
Zien Verlichting In elke situatie is de verlichting afgestemd op hetgeen mensen er willen zien. n n n
Kleurcontrast Nvt n n n
Horen Nvt Nvt n n n
Tasten Nvt Nvt n n n
Ver-
plaatsen
Loopruimte - Vrije breedte tussen leuningen ≥ 1,20 m.
- Boven en onderaan de hellingbaan een obstakelvrije ruimte:
- ≥ 1,20 x 2,00 m als men recht op de helling aan komt rijden.
- ≥ 2,10 x 2,10 m bij een aanrijdroute van opzij en bij bocht (HIOR 2 x 2 m)
- In bocht van hellingbaan dient loopzone horizontaal te liggen.
- Een bocht kost extra energie. Hellingbanen daarom zo gestrekt mogelijk.
- Geen dwarshelling op hellende vlakken toepassen (HIOR maximaal 1:50).
x
x
x
x
x
x
x
–
x
–
–
–
x
x
x
x
x
x
Hoogtever-
schillen
≤ 0,02 m kan zonder helling. Een afgeronde rand maakt oprijden lichter.
≥ 0,02 en ≤ 0,05 m: helling 1:6 (16,6%) (HIOR: alle helling oude formule).
≥ 0,05 en ≤ 0,10 m: helling 1:10. Zie ook 6.1 voor uitvoering trottoiroprit.
≥ 0,10 en ≤ 0,25 m: helling liefst 1:16 (6,25%), maar flauwer 1:12.
≥ 0,25 en ≤ 0,50 m: helling liefst 1:20 (5%), maar flauwer 1:16.
≥ 0,50 en ≤ 1,00 m: helling liefst flauwer 1:25, maar flauwer 1:20 *].
≥ 1,00 m: helling flauwer dan 1:25 (4%). Deze hellingshoek heeft voorkeur.
Eén en ander is af te lezen in de figuur op de volgende bladzijde.
*] Let op: Na iedere 0,50 m hoogteverschil is een horizontaal vlak van minimaal 1,50 m leng-
te nodig. Wanneer dit vlak tevens wordt benut voor het maken van een bocht ≥ 2,10 x 2,10
m. Omdat een helling flauwer dan 1:25 niet als hellingbaan wordt aangemerkt, is er bij 1:25
geen horizontaal vlak nodig. Daarom kritisch kijken of 1:25 een kortere helling biedt. De
hellingshoek is prettiger en het aanzicht is veel rustiger.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
–
±
±
±
±
±
±
x
x
x
x
x
–
x
x
x
x
x
x
x
x
Loopop-
pervlak
Voor materiaalkeuze en uitvoering zie eerste 6 aandachtstreepjes bij '6.1 -
'Verplaatsen' onderdeel 'Loopoppervlak'.
x –
x
Valbeveili-
ging
Verticaal hoogteverschil naast hellingbaan:
- ≥ 0,05 en ≤ 0,25 m: Voorzien in een opstaande rand ≥ 0,05 m.
- ≥ 0,25 m: Voorzien in een stabiele vrij te omvatten leuning tussen 0,85 en
0,95 m hoogte. Omtrek te omvatten deel ≤ 0,15 m (zie tekening bij 6.9).
- ≥ 0,50 m en ≤ 1,00 m: Aan weerskanten van de helling een afrijdbeveiliging
van ≥ 0,90 m hoog. Deze eis vervalt als de 'berm' flauwer is dan 1:16.
x
x
x
x
x
x
x
–
x
–
x
x
–
x
–
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 33
Tip
Uitvoeringsniveau 'Hoog' extra aandachtspunten:
- De minimale breedte 2,40 m.
- Bij hoogteverschil groter 0,10 m de hellingshoek flauwer 1:25.
- Voor de geleiding van mensen met een visuele beperking is PBT richtlijn 'Routegeleiding' van
toepassing (zie bijlage 1).
- Waar mogelijk de overgangen van vlak naar hellend markeren met kleurcontrast.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 34
Bijlage 1: Maatregelen voor mensen met een visuele beperking
LANDELIJKE RICHTLIJN PBTconsult heeft een richtlijn opgesteld met routegeleiding voor men-
sen met een visuele beperking. Dit in nauw overleg met belangrijke landelijke belangenbehartigings-
organisaties voor mensen met een beperking. Namelijk Iederin (voorheen CG-raad) en de Oogvere-
niging ondersteunen de uitwerking (het gaat niet om een commercieel product). Prorail past de richt-
lijn toe bij het aanbrengen van routegeleiding op alle treinstations in Nederland. Hieronder de hoofd-
lijnen uit de richtlijn. De gehele richtlijn is in te zien op www.PBTconsult.nl/ontwerprichtlijnen.
GEMEENTE ENKHUIZEN gaat bushaltes en straten in uitvoeringsniveau ‘Hoog’ (rood op de platte-
grond bijlage 4) voorzien van een sluitende routegeleiding. Vooral met gidslijnen en waar nodig ver-
bindende geleidelijnen. Bij uitvoeringniveau ‘Basis’ zal op actieve wijze worden voorzien in gidslijnen.
ASVV 2012 Ook in de ASVV 2012 wordt onderscheid gemaakt in onderstaande gebieden:
- Centrumgebied met compleet netwerk van gids- en geleidelijnen met bijbehorende markeringen.
- Op wijkontsluitende wegen, woonstraat e.d. wel gidslijnen, maar niet verbonden met geleidelijnen.
KLEURCONTRAST EN GELEIDESTOK
Bij voorzieningen voor mensen met een visu-
ele beperking gaat het om het kunnen:
- Oriënteren,
- Waarnemen,
- Gebruiken van informatie,
- Gewaarworden van gevaarlijke situaties.
Straatmeubilair met voldoende kleurcontrast
Verschillende visuele beperkingen met verschillende oplossingen:
- Blinde mensen moeten de route tastend met de geleidestok
kunnen volgen.
- Voor slechtziende mensen is voldoende kleurcontrast tussen
object en achtergrond belangrijk. De één heeft echter kokerfy-
sis terwijl anderen juist de randen van het blikveld scherp zien.
- Mensen met een geleidehond hebben een obstakelvrije zone
van ≥ 1,20 m nodig om naast hun hond te kunnen lopen. Dit
is erg belangrijk voor de onderlinge communicatie.
- Maar weinig mensen met een visuele beperking beheersen het
braille schrift. Aanduidingen in braille zijn dus niet efficiënt.
- Voor mensen met kleurenblindheid de combinatie van groen
en rood vermijden. Lantaarnpaal met voldoende kleurcontrast
Er is geen ideale oplossing waarmee alle bovenstaande gezichtsbeperkingen zijn gecompenseerd,
maar de PBT richtlijn biedt wel de meest optimale mix. De geleiding is op te delen in:
- Routegeleiding (gidslijn en geleidelijn).
- Attenderen op keuzes en veranderingen in de geleidelijn (attentievlak).
- Waarschuwen voor gevaar (waarschuwingsmarkering).
- Aanduiden van objecten (objectmarkering of een instapmarkering op bushaltes).
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 35
GIDSLIJN Een gidslijn is een aaneenschakeling van natuurlijke of reeds aanwezige structuren, die
voor mensen met een visuele beperking kan dienen voor het bepalen van richting en plaats. Een
gidslijn dient met de voet en geleidestok voelbaar te zijn en wordt niet speciaal aangelegd als route-
geleiding. Door ontwerp- en materiaalkeus kunnen gidslijnen wel op actieve wijze worden gereali-
seerd. Dit is conform de bedoelingen in ASVV 2012. Voorbeelden van een gidslijn: gevellijn, gazon-
rand, muurtje of voelbare verschillen in bestratingmateriaal. Opstaande randen zijn te volgen als ze
meer dan 0,05 m hoog zijn. Een trottoirband kan niet als gidslijn dienen. Gidslijnen gelden in uitvoe-
ringsniveau ‘Basis’ en ‘Hoog’. Bij ‘Hoog’ zijn ze met geleidelijnen verbonden tot een sluitende route.
GELEIDELIJN Geleidelijnen zijn specifiek aangelegde lijnen
met een ribbelpatroon. Er zijn 3 verschillende basistypen rib-
bels. Op de geleidelijn is het veilig en 0,60 m aan weerskan-
ten. Die zone is dus obstakel vrij en ligt nooit op een rijbaan
of fietspad. Geleidelijnen liggen daarom ook alleen in voet-
gangersgebieden. Ook markeringen om plaatsen van gevaar
en keuze aan te geven, zijn onderdeel van een geleidelijn. In
Shared space zones wordt verwacht dat gebruikers op elkaar
inspelen. Dat lukt mensen met een visuele beperking niet.
UITVOERINGSNIVEAU ‘HOOG’ Voor dit uitvoeringsniveau gleden voor de routegeleiding onder-
staande normeringen die in beknopte weergave zijn overgenomen uit de eerder genoemde richtlijn.
Omdat het een beknopte weergave betreft, dient de detailkennis bij de uitwerking van de routegelei-
ding uit de richtlijn gehaald te worden. Bij het ontwerpen van routegeleiding kan er vanuit worden
gegaan dat mensen met een visuele beperking nooit ongeoefend een route gebruiken.
ATTENTIEVLAK Een attentievlak is een extra attendering dat er iets in de
geleidelijn is op te merken. Het vlak van 0,60 x 0,60 m ligt in de geleidelijn
en wordt gevormd door de zelfde bestrating als omliggend. Op specifieke
plekken is een attentiemarkering maar 0,30 m x 0,60 m (zie richtlijn).
MARKERINGEN In een geleidelijn zijn markeringen opgenomen als ‘co-
des’ voor bepaalde functies. Er zijn 3 verschillende:
- De waarschuwingmarkering duidt de overgang aan naar een gevaarlijke
zone of het einde van de geleidelijn zonder dat deze overgaat in een gids-
lijn (eindemarkering).
Voor deze functie zijn de noppentegels.
- De objectmarkering (0,60 x 0,60 m) ligt naast een geleidelijn ter hoogte
van een object waar men belang in kan hebben (bv kaartjesautomaat).
Meteen er naast ligt in de geleidelijn een attentiemarkering.
Voor deze functie worden vlakke klanktegels gebruikt.
- De instapmarkering ligt alleen op busperrons aan het eind van een geleide-
lijn op de plek waar de bus met de voordeur stopt. Het materiaal is het
zelfde als een objectmarkering maar de afmeting is 0,90 x 0,60 m.
Let op! Dit overzicht is zeer beknopt omdat het in de richtlijn ± 30 bladzijden betreft.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 36
ONDERLINGE AANSLUITINGEN Als ze in elkaars verlengde liggen over-
lappen een gids- en een geleidelijn elkaar 0,60 m.
Men loopt midden op de geleidelijn en een gidslijn ligt op één van uitzwaai-
kanten van de geleidestok. Om rechtuit te kunnen lopen dient de geleidelijn
daarom op 0,60 m afstand van de gidslijn te liggen.
Wanneer de geleidelijn haaks of schuin op de gidslijn staat, volstaat een at-
tentiemarkering. In deze situatie is 0,30 x 0,60 m voldoende.
Bij een einde van een geleidelijn zonder vervolg op een gidslijn dient een
waarschuwingsmarkering (0,60 x 0,60 m) te liggen vooraf gegaan door een
attentiemarkering met 0,30 m lengte.
TRAPPEN Leuningen dienen dmv. een gids- of geleidelijn gemakkelijk te
vinden zijn. Een geleidelijn 0,60 m naast de leuning uit laten komen:
- Onderaan de trap (omhoog lopend) bij de linkerleuning.
- Bovenaan (omlaag lopend) op de rechter leuning. Bovenaan de trap bo-
vendien een waarschuwingsmarkering toepassen op 0,60 m voor de afstap.
De afstap bij de bovenste en onderste trede over de volle trapbreedte mar-
keren met voldoende kleurcontrast tussen verharding en trede. Bovenaan
bovendien een waarschuwingsmarkering. Advies: Op tussenliggende treden
alleen op de buitenste 0,30 m van de trede een opvallende lijn of stippen.
HELLINGBANEN Geleidelijnen kunnen doorlopen over hellingbanen. Bij hellingen steiler dan 1:20
in de geleidelijn, onder- en bovenaan de helling, op de knik een attentiemarkering van 0,30 m.
BUSHALTE Onderstaand een principe van de routegeleiding op een bushalte vanaf een gidslijn met
een gidslijn naar de instapmarkering.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 37
Bijlage 2: Relevante toegankelijkheidseisen uit Bouwbesluit 2012
Op 1april 2012 werd een nieuwe versie van het Bouwbesluit van kracht. Er zijn grote wijzigingen in
de inhoud. Het Bouwbesluit is niet bedoeld voor de openbare ruimte, maar geeft wel richtlijn op de
aansluiting van gebouwen op de openbare ruimte. Bovendien kunnen onderstaande afdelingen van
de wet als uitgangspunt voor de openbare ruimte dienen.
Hoogteverschillen Noodzaak: Vanaf 0,21 m hoogteverschil voorzien in een vaste hellingbaan of trap.
Trappen (afd. 2.5) Trap nieuwbouw: afd 2.5 woongebouw andere gebou-
wen vluchtweg
Minimale aantrede op klimlijn/haaks op voorkant trede
≥ 0,22 m ≥ 0,185 m ≥ 0.181
Minimale treebreedte op klimlijn ≥ 0,23 m ≥ 0,23 m ≥ 0,23 m
Minimale breedte van de trede ≥ 0,05 m ≥ 0,05 m ≥ 0,05 m
Maximale optrede ≤ 0,188 m ≤ 0,21 m ≤ 0,21 m
Leuning noodzaak
Leuning hoogte 0,80 m+ en 1,00 m+ boven klimlijn
Maximale totale traphoogte ≤ 4,00 m
Hellingbanen (afd.2.6) Minimale breedte: ≥ 1,10 m.
Maximaal te overbruggen hoogteverschil: ≤ 1,00 m (het totale hoogteverschil).
Hellingshoek 1:12 bij hoogteverschillen ≤ 0,25 m.
Hellingshoek 1:16 bij hoogteverschillen ≥ 0,25 en ≤ 0,50 m.
Hellingshoek 1:20 bij hoogteverschillen ≥ 0,50 en ≤ 1,00 m.
Aan de bovenzijde een horizontaal obstakelvrij bordes van 1,40 x 1,40 m.
Opstaande rand van ≥ 0,04 m hoogte als afrijbeveiling.
Bereikbaarheid gebouwen (afd. 6.10)
Bij gebouwen met een toegankelijkheidszone dient de openbare ruimte gekoppeld te zijn aan de en-
tree die de toegankelijkheidszone ontsluit. Dit geldt ook voor de route naar toegang(en) van een
woongebouw met een toegankelijkheidszone.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 38
Bijlage 3: Afkortingen en websites
Afkortingen
ASVV Aanbeveling Stedelijke Verkeersvoorzieningen (handboek voor het inrichten van openbare
ruimte binnen de bebouwde kom. Uitgegeven door het CROW, nieuwste uitgave 2012).
AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Financieringswet voor onverzekerbare ziektekosten
BB Bouwbesluit (bouwwetgeving voor gebouwen en bruggen e.d.)
BWT Bouw en woningtoezicht
CG-raad Chronisch zieken en gehandicaptenraad. Landelijke belangenbehartigingsorganisatie.
CROW Centrum voor Regeltechniek en Onderzoek in grond-, water- en wegenbouw en de Ver-
keerstechniek. CROW bundelt kennis en stelt richtlijnen op (zonder wettelijke status)
DO Definitief ontwerp
GPA Gehandicapten Parkeerplaats Algemeen
HIOR Handboek Inrichting Openbare Ruimte van gemeente Enkhuizen
HvT Handboek voor Toegankelijkheid uitgeven door de SDU. Dit handboek heeft het hoogste
aanzien van de Nederlandse informatiebronnen over toegankelijkheid
ITS Internationaal Toegankelijkheidssymbool
MO Afdeling Maatschappelijke Ondersteuning
NEN Nederlands norminstituut (NEN 1814 behandelt het onderwerp toegankelijkheid)
Nvt Niet van toepassing
PBT Projectbureau Toegankelijkheid
PvE Programma van Eisen
SO Schets ontwerp
VO Voorlopig ontwerp
VRI Verkeersregelinstallatie (stoplicht bij voetgangers oversteek)
Wmo Wet maatschappelijk ondersteuning
Kissing gate: Fietssluis uitgevoerd met een draaihek in de sluis
Tekens in tabellen
– onderwerp staat niet beschreven in HIOR, ASVV 2012 of ITS-criteria
x onderwerp staat wel beschreven en komt overeen met richtlijn Enkhuizen
n onderwerp is niet van toepassing
≥ Groter dan
≤ Kleiner dan
Websites
www.pbtconsult.nl
www.cg-raad.nl
www.oogvereniging.nl
www.crow.nl
www.enkhuizen.nl
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 39
Bijlage 4: Uitvoeringsniveaus op plattegrond van de stad Rode lijn: de hoofdroutes waarop kwaliteitsniveau ‘hoog’ van toepassing is.
Groene lijn: belangrijke openbare bestemmingen (station, winkels, kerk, wijkcentrum).
Blauwe lijn: gebouwen met een woonfunctie voor kwetsbare burgers.
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 40
Uitvergroting van het centrum
Toegankelijkheid openbare ruimte gemeente Enkhuizen
Gemeente Enkhuizen - 41
Uitvergroting Enkhuizen Noord