reincarnatie dubbelganger oehms

7

Click here to load reader

Upload: marvin10

Post on 05-Aug-2015

11 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: reincarnatie dubbelganger oehms

1 Copyright Publications.

Publication without permission not allowed.

Gedachten over tijd: hoe verleden en toekomst in het heden werken

De karmische dubbelganger en reïncarnatie-onderzoek Door Heide Oehms We herinneren ons een gebeurtenis, bijvoorbeeld een vergadering met een bepaalde groep mensen van vorig jaar. Het is voor ons voorbij. Wij kunnen het ons in herinnering brengen, maar het is niet meer aanwezig. Nu zijn wij aanwezig bij het beleven van een huidige situatie of gebeurtenis. Wij ervaren ons in het beleven, wij bespeuren onze gemoedstoestand en nemen onze medemensen waar of juist niet, zijn in meerdere of mindere mate met onze aandacht erbij. En wij weten; al in het volgende moment is wat wij nu beleven, verleden tijd. Wij kunnen het ons herinneren, wanneer wij wakker genoeg daarbij aanwezig waren. Maar vaak moet men tot zijn grote schrik vaststellen dat men net nog een gesprek, een discussie had, en dat daar korte tijd later nog slechts enkele fragmenten van in de herinnering opgeroepen kunnen worden. Veel gebeurtenissen zijn ook volkomen uit de herinnering verdwenen. En juist deze hiaten in het geheugen kunnen aanleiding tot misverstanden worden, want in deze ‘lege ruimten’ kan maar al te snel de karmische dubbelganger sluipen en uit het oorspronkelijke misverstand een hevige strijd laten ontstaan. De tijd verstrijkt, of we het ons nu kunnen herinneren of niet We hebben niet alleen in ons huidige leven met het fenomeen tijd van doen. Degenen die een inkijk in de eigen vroegere levens hebben, weten dat deze ontwikkelingen niet alleen een herinnering aan vroegere gebeurtenissen zijn, maar dat het ook zo lijkt alsof je met delen van je ziel in deze gebeurtenissen terug verplaatst wordt. Men beleeft tot de zintuigindrukken aan toe, de oude toestanden opnieuw in het hier en nu. Men beleeft de pijn, het verdriet, de vreugde, de verhevenheid van een gebeurtenis, zeer reëel en niet alleen in de herinnering. En toch is het gemetamorfoseerd: alleen de wezenlijke handelingen en gebeurtenissen van een leven treden naar voren. We weten dat we in het hier en nu in een bepaalde ruimte met ons huidige bewustzijn aanwezig zijn en tegelijkertijd in een vroeger bewustzijn ondergedoken zijn. We beleven daarbij, dat de tijd in dergelijke toestanden geen rol meer lijkt te spelen. De gelijktijdigheid van het verleden in het hier en nu doet ook de gelijktijdigheid van de toekomst vermoeden, want karma betekent niets anders, dan dat het verleden nog aanwezig is en dat geen huidige gebeurtenis zonder gevolgen voor de toekomst blijft, aangezien ook de toekomst zich reeds manifesteert; die is er eigenlijk al, maar is ons net zo weinig bewust als de vergeten gespreksflarden. Door het werk aan het karma kunnen ook de tijden tussen het leven en zelfs vaak toekomstige gebeurtenissen waargenomen worden. In ons astraallichaam, in het etherlichaam, maar ook in het fysieke lichaam zijn resten van onze vroegere levens aanwezig. Samengevat kunnen we deze resten als karmische dubbelganger beleven. Dit wezen vormt zich uit het geheel van onze daden, onze belevenissen en ons lijden. Het is absoluut niet alleen maar negatief, maar is een wezen dat bestaat uit een mix van goede en slechte eigenschappen. Daarover straks meer.

In het opnieuw beleven van vroegere gebeurtenissen, verweven imaginatie en inspiratie zich met elkaar en in het versmelten met de toenmalige gebeurtenis is reeds een intuïtief element aanwezig. Men bevindt zich in een bijna tijdloze toestand en beleeft, hoe de betrekkingen tussen de afzonderlijke incarnaties zich in een kwalitatieve verhouding ten opzichte van het rijk der eeuwigheid bevinden. Het is de Akasha-kroniek, waarvan we de hoogste ‘laag’ in de kosmos in de sterrenwereld kunnen aanschouwen, waarvan de persoonlijke varianten echter door ieder met zijn incarnatie mee naar de aarde gebracht worden. Dit deel van de eeuwigheid, de ‘duur’, is in ons astraallichaam afgedrukt en wordt van daaruit in het etherlichaam, het ‘tijdslichaam’, overgedragen. Nu is datgene wat eeuwigheid geworden is, weer onderworpen aan de wetmatigheden van de tijd en daarmee aan de mogelijkheid van omvorming: wij beleven het als het verleden en bespeuren vaak, voordat we er zekerheid over hebben, dat er iets uit de verre tijd in het hier en nu zich opdringt en erkend wil worden. Wij schrijden vanuit de eeuwigheid in de ruimte en de tijd en vragen hier op aarde naar de toekomst. De toekomst veroorzaakt steeds een zeker onbehagen. Men zou in de toekomst willen kijken en handige oplossingen te pakken willen krijgen. Dat is weliswaar begrijpelijk en ook in principe mogelijk, maar alleen dan zinvol, als men zich op basis van geestelijke inspanning een overzicht gecreëerd heeft. De toekomst kan precies zo ervaren worden als het verleden. Zij is er zoals het gepland staat, maar laat veranderingen van het algemene voorontwerp door de menselijke vrijheid toe. Daarom raakt de vraag naar de toekomst enorm aan de vraag naar de vrijheid van de mensen. Wanneer deze reeds aanwezig is – en dat drukt zich ook in de geboortehoroscoop uit in bepaalde neigingen, mogelijkheden en onmogelijkheden-, waar blijft dan de vrijheid van het zelf je leven vormgeven? Sommige zaken staan vast en zijn door de ontwikkelingen in vroegere levens bepaald. Toch is er een vrijheidskader

Page 2: reincarnatie dubbelganger oehms

2 Copyright Publications.

Publication without permission not allowed.

binnen het grote plan gegeven, dat beslissingsmogelijkheden toelaat. Maar bovenal ligt het vrijheidskader daarin, hóe ik mijn daden volbreng, met welke motivatie en in welke stemming. Men kan een karmische opgave vastbesloten en welgemoed op zich nemen of men verdringt deze en beklaagt zich mismoedig over zijn lot. Klagen is zeker in veel gevallen op zijn plaats en werkt ook bevrijdend, maar het moet geen grondstemming worden. Zo kunnen wij de toekomst medevormgeven. Het is als bij een kunstwerk: het materiaal is daar, wij kunnen ermee aan de slag. Zijn wij behendige kunstenaars, dan zullen wij de toekomst aankunnen en ervan kunnen leren, zijn wij niet zo bedreven, dan laten we ons door onze tegenslagen ophouden. Om dat laatste niet te laten gebeuren, daarin ligt onder andere de menselijke vrijheid. Wat heeft het heden nog met het verleden te maken? Maar net zoals de toekomst niet vaststaat, zo is het verleden niet eenvoudigweg afgesloten. Ook het verleden kan veranderd worden. Het is weliswaar moeilijk voor te stellen, maar het vergeven door Christus leidt tot een omvorming van het persoonlijke karma uit het verleden en dat betekent, dat ook de uiterlijke feiten een andere kwaliteit krijgen. (1) De tijd heeft met het fysiek-ruimtelijke beleven te maken en zoals Rudolf Steiner zegt; zij is geschapen: “ De schepping van de ruimte is het werk van de hoogste hiërarchieën, wij moeten de ruimte dus vooropstellen. Wij moeten ons de hoogste Triniteit echter niet ruimtelijk voorstellen, want de ruimte is hun schepping. (..) maar de hoogste geestelijke gebeurtenissen bij de mensen verlopen tijdloos. De activiteiten van de Triniteit zijn tijdloos. Over het ontstaan van de tijd valt moeilijk te spreken: in het woord ‘ontstaan’ is al het begrip van de tijd samengevat; men zou eerder moeten zeggen ‘het wezen van de tijd’ en daarover valt niet zo makkelijk te praten. Er zou geen tijd zijn, als alle wezens zich in dezelfde ontwikkelingsfase bevonden. Door het samenwerken van een groot aantal hogere en lagere wezens ontstaat tijd. In de tijdloosheid zijn verschillende ontwikkelingsniveaus mogelijk; door hun samenspel wordt tijd mogelijk.” (GA 110, vragenbeantwoording) Enkele vragen die al degenen bezighoudt die reeds enige tijd aan de kennis over vroegere levens werken, zou ik nog willen aanduiden. Een belangrijke vraag betreft de geringe tijdsperioden tussen de afzonderlijke incarnaties. Wij weten allemaal, dat Rudolf Steiner over lange tijdsperioden in de afzonderlijke fasen na de dood gesproken heeft en kortere tijdsperioden als uitzondering zag. De meesten onder ons doen echter de ervaring op, dat met name in de laatste eeuwen slechts enkele decennia en in de 20e eeuw vaak zelfs slechts enige jaren tussen de afzonderlijke levens in de geestelijke wereld doorgebracht

worden. En dan wordt je geconfronteerd met de beschrijving van lange kamalokatijden die Rudolf Steiner geeft. Een derde van het zojuist geëindigde leven zou deze toestand duren. Daarna volgt nog een opstijgen door de planetensferen in het devachan, waar wij al snel honderden jaren verblijven. De ervaring toont, dat deze verblijfsperioden in de regel toch wezenlijk korter zijn. Wanneer men de toestanden tussen de levens opzoekt, beleefd men na negatieve handelingen in het vorige leven vaak een toestand van eenzaamheid en troosteloosheid, van waaruit men maar zeer geleidelijk het contact met de eigen engel weer oppakt. Het is een belevenis in de eeuwigheid van de duisternis, omdat lange tijd het perspectief ontbreekt om weer uit deze situatie te komen. Maar als men weer om zich heen kan kijken en het contact met de engel opgepakt is, wordt de toegang tot hogere regionen verleend en na een relatief kort oponthoud waar een uitrusten, leren en voorbereiden plaatsvindt, wordt men weer naar de aarde gestuurd. Na een bewust geleid leven is het kamaloka een relatief kort oponthoud. (2) Dat wil zeggen, dat de ziel af en toe nog verbindingen onderhoudt met de mensen en plaatsen die zij verlaten heeft. Na een door de ziel zelf voorgenomen beoordeling van het voorgaande leven in aanwezigheid van de engel, volgt snel het opstijgen in lichte hogere werelden. Het schijnt niet met de leeftijd te maken te hebben, maar hangt eerder met het inzicht en de leergierigheid van de gestorvene samen. Dat betekent dus, dat wanneer iemand op zijn 75e gestorven is, en daarvoor zeer bewust aan zichzelf gewerkt heeft, hij dan niet 25 jaar met de terugwaartse beleving bezig hoeft te zijn. Zijn wezenlijke fouten, zijn falen kan hij snel erkennen. En het besluit tot een vereffening doet in hogere regionen krachten groeien. Juist het waarnemen van de periodes tussen de incarnaties toont, dat in de toestand van de duur, in het rijk van de eeuwigheid, tijd geen rol speelt. Alles wordt intensief beleefd. (Al kan dit zich ook met fasen van bewusteloosheid afwisselen.)

De geestelijk nog niet ontwaakte ziel

tussen slang en karmische dubbelganger

Page 3: reincarnatie dubbelganger oehms

3 Copyright Publications.

Publication without permission not allowed.

Dubbelganger Het thema dubbelganger, of zoals men tegenwoordig ook in navolging aan Carl Jung zegt, schaduw, laat iedereen die zich tot aan de drempel van de geestelijke wereld waagt, niet onberoerd. Degenen die haar overschreden hebben, weten uit eigen ervaring over de dubbelganger te berichten. Op basis van mijn eigen ervaring geef ikzelf toch liever de voorkeur aan het woord dubbelganger, omdat deze meer gedifferentieerde beschrijvingen mogelijk maakt. Het wezen begeleidt ons weliswaar als een schaduw, maar heeft een eigen dynamiek die een schaduw niet heeft. Deze schaduwachtige dubbelganger kan men ook de karmische dubbelganger noemen of de kleine wachter aan de drempel. Daarnaast heeft ieder mens een luciferische dubbelganger in zijn astraallichaam en een ahrimanische dubbelganger in zijn etherlichaam. (3) Deze demonische wezens met een eigen ik moeten onderscheiden worden van de karmische dubbelganger, die een schepping is van onze goede en slechte daden in vorige levens. Rudolf Steiner beschrijft de drie gestalten op vele plaatsen en de meeste lezers zijn er vermoedelijk enigermate mee bekend. Toch wil ik nog even aan enkele belangrijke teksten kort herinneren, om dan tot belevenissen in de praktijk over te gaan, hoe deze gestalten individueel ervaren kunnen worden: “Als een afzonderlijk wezen staat naast de mens zijn lagere natuur, (…) Dat noemt men bij alle inwijdingen de ‘hellevaart’. Men moet daar deelgenoot worden van de machten van de onderwereld, afdalen in de diepten der wereld, omdat de mens nu eenmaal daar deel van uitmaakt en zijn hogere natuur slechts half in hem leeft. (…)Het beeld van Christus in Gethsemane staat voor ons, hoe hij de angst beleefd in buitengewoon hoge mate, en die wijzelf moeten ondervinden op de weg tot inzicht – de angst, die bij hem het bloedzweet op het voorhoofd veroorzaakt-.(…) Wij moeten om zo te zeggen in staat zijn, om geen angst te hebben voor de angst.(…) Een schaamtegevoel, dat als een verbranden werkt. (…)De voorbereiding van de leerling in het occulte moet erop gericht zijn, dat hij zonder enige vrees de verschrikkelijke blik uithoudt (…) De ontmoeting met de wachter op de drempel is een tragedie, een strijd om het bestaan met betrekking tot alles wat men denkt te weten (…) Deze levenscatastrofe moet zich voltrekken, wil men de wachter ontmoeten.” (GA 131) Individuele ervaringen De vraag doet zich voor, hoe vind een ontmoeting met de kleine wachter in de praktijk in een concreet geval nu plaats? In ieder geval op zeer individuele wijze. Door aanwijzingen van Rudolf Steiner weten wij, dat alle mensen in de 20e eeuw over de drempel van de geestelijke

wereld gaan c.q. gegaan zijn, al is het voor een groot deel van de mensheid eerder onbewust. Daarom kunnen wij ervan uitgaan, dat zeer veel mensen al een meer of minder bewuste waarneming van hun karmische dubbelganger hebben gehad. Aangezien de wereld en de mensen sinds Rudolf Steiner’s beschrijvingen veranderd zijn, moet in de tegenwoordige tijd van andere veronderstellingen uitgegaan worden. Er zijn compleet andere generaties; wij, ook als we reeds van een oudere leeftijd zijn, zijn een ander slag mensen. Wij zijn met andere krachten geboren en hebben vaak genoeg van deze beschreven ervaringen in onze jeugd gehad. Natuurlijk zijn er ook wel eens mensen die zeggen dat ze hun karmische dubbelganger niet kennen. Deze samengestelde gestalte van de karmische dubbelganger hoeft niet als compacte figuur op te treden. Afzonderlijke incarnaties met hun wandaden hebben een bijzonder uitgesproken krachtwerking achtergelaten. Men kan zich dat voorstellen als een elektro-magnetisch krachtveld in de wezensdelen die destijds erbij betrokken waren.

Ziel die bewust de dubbelganger en de demonische werelden

tegemoet treedt. Zij straalt door haar geestelijke waarnemingsorganen, de chakraʹs, licht uit en kan hierdoor aan

de omvorming van deze wezens werken. Aan de hand van het voorbeeld van een jonge vrouw die ik enkele jaren geleden leerde kennen, wil ik proberen dit duidelijk te maken. Zij vertelde mij van verre avontuurlijke reizen in verre landen, die zij alleen of

Page 4: reincarnatie dubbelganger oehms

4 Copyright Publications.

Publication without permission not allowed.

enkele keren met een vriendin ondernam als rugzaktoerist; te voet, liftend, ook dwars door de woestijn, altijd op eigen kracht. Zij had nooit angst, hoewel zij meer dan eens in gevaarlijke situaties terecht kwam. Als beroep koos zij een therapeutische bezigheid bij gedetineerden, die haar ook vaak in gevaar brachten: zij was met moordenaars en verkrachters onbewaakt in een ruimte. Nooit had ze angst! Op een zekere dag vond een gebeurtenis plaats, die eigenlijk niet eens een echte gebeurtenis was: zij zat ‘s avonds zoals gewoonlijk alleen in haar woning en maakte het zich gemakkelijk, toen zij plotseling door een panische angst werd gegrepen! Zulke belevenissen zijn helemaal niet zo ongewoon. Men doet ze alleen maar al te vaak af als psychische klachten. Maar dat is nu juist het probleem. In plaats daarvan zou men moeten zeggen: “Je karmische dubbelganger meldt zich, hij zou erkend en getransformeerd willen worden.” Een ander voorbeeld, hoe deze metgezel zich kenbaar maakt: met name voor het inslapen of bij het wakker worden kan hij als donkere onheilspellende gestalte opeens voor je staan. Een dergelijke belevenis, die zich al in de direct zichtbare wereld manifesteert, gaat met een enorme schrikreactie gepaard.

Andere vormen van het onvoorbereid verschijnen van de dubbelganger kunnen ook reeds het karmische schuldprobleem spiegelen. Zij treden als dreigende deelvoorstellingen op, bijvoorbeeld als een zwarte hand met een gesel of een mes, al naar gelang de aard van de wandaad die eraan ten grondslag ligt. Ook bijzondere angsten en fobieën kunnen aanwijzingen zijn voor de dubbelganger. Hij kleedt zich in vele vormen. Te onderscheiden van de karmische dubbelganger zijn de meest uiteenlopende demonische wezens. Deze hebben een eigen ik en kunnen daardoor zeer gevaarlijk worden, vooral als ze door een negatieve gebeurtenis uit vroegere tijden aan de dubbelganger gehangen hebben en zich op

deze wijze steeds weer toegang tot ons zieleleven en tot onze handelingen willen verschaffen. Wanneer zoiets niet erkent en opgepakt wordt, kunnen zware psychische stoornissen en depressies het gevolg zijn. Dan zijn er nog geesten en spoken. Dat zijn onopgeloste negatieve zieledelen uit vroegere incarnaties die in het astraallichaam kruipen en zich aan de huidige dubbelganger vastzetten. Rudolf Steiner spreekt in deze gevallen van de “onrechtmatige” dubbelganger. Op enkele kenmerken moet gewezen worden, die laten zien of een wezen direct bij de betreffende mens hoort, dus karmische dubbelganger is, of dat het zich om daarmee verbonden eigenschappen en wezens handelt, die alleen secundair met de betreffende mensen van doen hebben. In geen geval moet dat wat hier nu beschreven wordt dogmatisch opgevat worden. Het is puur bedoeld als hulp bij de interpretatie. Men moet in ieder geval de zaken afzonderlijk nagaan en het verdere gebeuren waarnemen: Alles wat frontaal op mij afkomt, hoort bij mij, is een deel van mij. Ook die verschijningen die ik in de imaginatie niet of alleen langzaam kan veranderen, hangen met mijn eigenschappen samen, zijn dus aspecten van de dubbelganger. –Demonische wezens grijpen eerder schuin van opzij aan. Wanneer zij aan mij voorbij trekken, kan ik daaraan zien, dat zij geen directe invloed op mij uit kunnen oefenen, maar dat er wél sprake is van indirect karma.- Wanneer men zijn kleine wachter aan de drempel voorop ziet gaan, is hij bereid om degene in de toenmalige gebeurtenis binnen te voeren om aan de verlossing van dit zieledeel te werken. Dubbelgangerwaarneming gedurende karmawerk Heel vaak speelt het volgende zich af: men wil een imaginatief gebouw betreden, maar er staat een – meestal donker verhulde- gestalte, die de toegang verspert. Men komt er pas langs, wanneer men met deze figuur contact zoekt. Óf deze maakt de weg vrij óf neemt de leiding over, waarmee dan onaangename inzichten boven tafel komen. Een vergelijkbare situatie doet zich als volgt voor: men loopt door een berglandschap in de schaduw van een berg en ontmoet iemand, die de weg verspert. Men komt niet op de lichtvolle plek die men zou willen bereiken en waarvan men weet, dat deze zich aan de andere kant van de berg bevindt. Of men treft zichzelf in een donkere kamer aan, met alleen een kleine lichtbron ergens achterin. Vlak voor zich duikt een afschrikwekkend beest op, een gigantische spin, of roofdieren, waardoor men omcirkelt wordt. In alle gevallen weet men, dat het met eigenschappen in zichzelf te maken heeft, die op dit moment een verder gaan verhinderen. Wat ook vaak voorkomt: men beleefd zichzelf in een bepaalde incarnatie, waaruit een sterke dubbelganger voortgekomen is. Men ervaart dit

Page 5: reincarnatie dubbelganger oehms

5 Copyright Publications.

Publication without permission not allowed.

spookachtige, opdringerige wezen vaak in de kleding van de betreffende tijd en men heeft zich ermee uiteen te zetten, moet het ondervragen en wordt door hem naar de plaats en de handeling van het ontstaan gevoerd en kan daarna beginnen, dit wezen te verlossen. Als doelgerichte oefening is een afdalende gang naar een keldergewelf of diepe grotten zeer geschikt. Daar kan dan een afgrond opduiken en in deze afgrond bevinden zich akelige wezens (de dieren uit de afgrond). Men kan testen of deze dieren willen toehappen, of ze krachtig en bedreigend zijn, of dat ze zich krachteloos terugtrekken. Is dat laatste het geval, dan heeft men reeds de eigenschap verworven over de afgrond te kunnen springen of vliegen. Wat staat er echter aan de overkant te wachten? Wordt men door een lichtdoorstraald wezen ontvangen of is het een afschuwelijke gestalte? Vaak komt men ook bij een deur die geopend moet worden. Wat verbergt zich hierachter? Het beruchte lijk in de kast? Alleen skeletten? Verschrikkelijke spinnenwezens? Spoken en geesten? Zeer individueel treden deze wezens de mensen tegemoet. In ieder geval is het van belang, zich diepgaand met de eigenschappen van deze gestalten bezig te houden, want ze wijzen altijd op een individuele gebeurtenis. Door alles, wat op deze wijze verschijnt, kunnen wij naar het ontstaansmoment van het wezen gevoerd worden en met de verlossing van het wezen en de omvorming van het karma beginnen. Ontmoetingen met Ahriman “Voor de mensen is toch het grootste deel van zijn eigen wezen onbewust. Van dit onderbewuste, dat wij in ons dragen, neemt onder alle omstandigheden een ander wezen bezit: (…) kort voordat wij geboren worden (…) neemt een ahrimanisch geestelijk wezen van ons bezit. Het is net zo goed in ons als onze eigen ziel. (…) Deze wezens hebben een extreem hoge intelligentie en een zeer sterk ontwikkelde wil, maar totaal geen gevoel. (…) En wij gaan met een dergelijke dubbelganger door het leven. (…) De elektrische stromen in ons zenuwstelsel zijn van ahrimanische aard. (…) De ahrimanische dubbelganger is de veroorzaker van alle fysieke ziekten. De luciferische dubbelganger is de veroorzaker van alle neurastenische en neurotische ziekteverschijnselen.” (Rudolf Steiner in GA 178) In de huidige tijd kunnen wij Ahriman niet ontlopen. Hij zit in ons lichaam en bindt ons aan de aarde, zolang wij leven. In alles wat materie wil worden, is hij aanwezig. De oerbeelden die de geesten van de vorm aan alle wezens ten grondslag leggen, worden door Ahriman gegrepen. En in het uiteenbarsten van geestelijke vorm ontstaat materie. In het proces van het voortbrengen van een kind, dat door hoge wezens geleid wordt, grijpt Ahriman in, om voor de ziel een aardelichaam te creëren. Hij is de rechtmatige heer

van leven en dood. Hij woont in ons skelet, in de stofwisseling en daarmee ook in de wil. Onrechtmatig wordt hij wanneer hij op het hart wil aangrijpen, de gevoelens laat verstarren en naar het hoofd opstijgt. Daar omnevelt hij het intellect en veroorzaakt in de mensen een materialistisch wereldbeeld. Wanneer men Ahriman als de geest van de zwaartekracht wil ontmoeten, zijn er natuurlijk uiteenlopende verschijningsvormen. Maar enkele belevenissen zijn zeer typerend: Men stijgt geestelijk af in de wereld van Ahriman en voelt een steeds zwaarder wordende last op zich drukken, alsof men complete gebergtes omhoog moet houden. Of: Ahriman groeit naast iemand in onmeetbare hoogte terwijl men ook hier een sterke druk gewaarwordt, waaraan men langs natuurlijke weg nooit zou kunnen ontsnappen. Alleen de hogere goede machten kunnen ons weer bevrijden. Daarom is het belangrijk, alleen in aanwezigheid van de eigen engel een dergelijke oefening te ondernemen! Wanneer men de werkzaamheid van Ahriman in het eigen lichaam wil waarnemen, kan men geestelijk schouwen, hoe het gehele onderste deel van de mens door een grote kop met de trekken van het door Rudolf Steiner in hout gesneden aangezicht van Ahriman gevuld wordt- in transparant donker. Met een lichte schrik wordt men gewaar: dit wezen vervloekt God de Vader vanuit mijn eigen lichaam. Het lichaam dat aan het leven met al zijn inspanningen gebonden is, biedt hiervoor het podium. Men moet er zeer op bedacht zijn, niet in angst te vluchten, maar vanuit een zekere bezonnen afstandelijkheid het gebeuren waar te nemen en de indringer weer ‘onder de voeten’ te sturen. Vandaar uit werkt hij weliswaar in het lichaam, maar moet daar echter als een hond aan de lijn gehouden worden. Deze wezens verschijnen echter niet alleen wanneer zij gevraagd worden, maar het ligt met name in hun aard, ongevraagd in de meditatie binnen te dringen en dan bedreigend en verwarrend op te treden. Het is dus zaak om in de geestelijke arbeid te leren deze indringers hun plaats te wijzen en ze aan hun opgaven te herinneren. Met betrekking tot het karma van de mensen is het belangrijk, zich duidelijk voor ogen te houden: de karmische dubbelganger wil verlost worden, maar Lucifer en Ahriman willen ons daar vanaf houden. Lucifer zou ons aan het verleden willen binden, in de vorm van illusoire dromen van een mooie wereld en van vermeend grote incarnaties (waarmee niet de goede en sterke incarnaties bedoeld worden, maar de speculatieve). Ahriman wil ons van het verleden afsnijden, wanneer hij ons influistert: “Leef alleen in het nu en houd je bezig met je toekomst. Het verleden doet er niet toe.” Daarmee houdt hij ons een illusie voor, dat wegkijken al voldoende is om karmische knopen op te lossen. Wij blijven echter

Page 6: reincarnatie dubbelganger oehms

6 Copyright Publications.

Publication without permission not allowed.

gebonden en opgesloten als wij hier aan gehoor geven. En dat heeft niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze medemensen en uiteindelijk voor de hele wereld betekenis. Want met een geaccepteerd en door Christus omgevormd karma worden we betere medewerkers aan de wereldontwikkeling. Groepsdubbelganger of Egregors Niet alleen de mens heeft een dubbelganger, maar iedere gemeenschap heeft met een of meerdere groepswezens te maken. Voor een spirituele of religieuze vereniging geldt dit des te meer. Een dergelijke ʹgroepsdubbelgangerʹ wordt ook wel ʹegregorʹ genoemd (een oud-Griekse afleiding uit het Hebreeuws). Ze ontstaan zoals bij alle mensen, ook door alle daden, gedachten, gewoonten, door gesprekken, activiteiten en alles wat deze mensen nog meer verbindt. Deze wezens kunnen zeer machtig worden, zodat zelfs wanneer de mensen binnen de groep veranderen, of het nu is door weggaan, sterven, opstappen of lid worden, de groepsdynamiek door blijft werken. Gewoonten, taboes, een bepaalde omgangscode die steeds meer verstarde vormen aanneemt, of machtsstrijd en onenigheden die lange tijd van het oorspronkelijke ideaal en doel afgeleid hebben, zijn sfeerbepalend. –Deze groepsdubbelgangers dragen veelal zeer ahrimanische trekken; demonische wezens kunnen daar op hun beurt weer in kruipen en de slechte situatie nog meer verergeren. – Rudolf Steiner beschrijft een dergelijk ahrimanisch wezen in samenhang met de katholieke kerk.

Door misbruik in oude mysteriescholen gevallen wezen beheerst

een groep karmisch verbonden mensen. Niet alleen de kerk, maar ook iedere culturele vereniging en ook de antroposofische vereniging kan een dergelijk wezen voortbrengen. Aangezien echter iedere groepering

die met werkelijk grote idealen verbonden is, in de eerste plaats een hoge engel als groepsgeest heeft, moet men zichzelf de vraag stellen: welke betekenis heeft het voor deze engel, aartsengel of archai, wanneer de idealen niet vervuld worden en zich zelfs gedeeltelijk in het tegendeel verkeren? Wendt de engel zich af en zoekt andere werkterreinen? Of wordt hij door de donkerheid van de egregor aangetast en besmet? Ik zou dat als vraag willen laten staan, maar ertoe aanmoedigen, de waarneming in dit opzicht aan te scherpen. Voor de culturele ontwikkeling over grote tijdspannen, heeft het feitelijk bestaan van egregors ook een vergaande betekenis, want uit oude tijden en lang vergane culturen zijn deze geesten en spoken actief. Zij brengen in mensengroepen steeds weer de oude patronen naar boven die tot twist, strijd en oorlog voeren. Daar doet zich de vraag voor naar de mogelijkheid deze wezens te verlossen. En het is inderdaad mogelijk ook aan de omvorming van deze wezens op spirituele wijze te werken. Daartoe zijn echter occulte vaardigheden nodig en er is hier ook een langer kennisproces noodzakelijk, om de werkelijke verhoudingen van destijds te verklaren, voordat door kultisch-rituele handelingen de egregors verlost kunnen worden. De schilderijen zijn van de hand van Heide Oehms. Vertaling EC Bakker. Het artikel werd eerder gepubliceerd in het Duitse tijdschrift Lazarus, nummer 2-2003. Heide Oehms (1942) publiceerde in 1999 bij Verlag Urachhaus ‘Karma-Erkenntniss Warum?’. Het boek is in het Nederlands vertaald: ‘Ken je karma. Karma inzicht en zelfontwikkeling’, Uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist, 2000 (De uitgeverij ging failliet, maar het boek is via iedere boekhandel te bestellen dmv het ISBN-nummer (ISBN 90 6038 470 9) of direct bij de Amsterdamse boekhandel de Zaailing (www.zaailing.nl). Noten: 1. Heide Oehms stipt hier erg kort twee grote zaken aan omdat het artikel oorspronkelijk voor een antroposofisch tijdschrift geschreven is. Christus hangt altijd samen met de eigen verantwoordelijkheid (of je nu wel of niet kerkelijk bent heeft daar niets mee te maken). Christus is een zelfstandig wezen en tegelijkertijd dragen we allemaal de Christus-kracht in ons. Zelf spreek ik van de ʹIk-krachtʹ. Met de vergeving door Christus en, verderop in het artikel, de omvorming van het karma door Christus wordt onder andere gerefereerd aan een moment in het karma-onderzoek, dat men zoveel daden voor zich ziet die men goed zou willen maken en daarbij het sterke gevoel van onmacht beleefd dat het onmogelijk is om dit allemaal alleen te dragen. Hoezeer men ook wil. Bijvoorbeeld de vele doden die iemand in een incarnatie als een generaal op zijn geweten kan hebben. Men kan dan ervaren dat men dit niet alleen hoeft te dragen. Een kolossale

Page 7: reincarnatie dubbelganger oehms

7 Copyright Publications.

Publication without permission not allowed.

belevenis. Dat daardoor ook het verleden een andere dimensie krijgt is een moeilijke zaak. Heide Oehms had bij navraag niet direct een voorbeeld bij de hand. Daar komen we bij Zachariël hopelijk later nog op terug. 2. Kamaloka is de benaming voor de eerste fase na de dood, waar men zich met de eigen driften, passies en dergelijke uiteen te zetten heeft. 3. In de antroposofie is er geen goed en kwaad als tegenoverstelling. Christus houdt het midden tussen de twee krachten Lucifer, door de Grieken Diabolos genoemd, en Ahriman, in het Grieks Satanas. Zoals duidelijk moge blijken uit het artikel, doortrekken deze krachten de mens.