rappor t - rijksdienst voor het cultureel erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na chr. 700 voor chr. 320...

31
150 na Chr. 150 na Chr. 700 voor Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. 6500 voor Chr. R A P P O R T Adviesbureau Archeologisch RAAP-RAPPORT 2570 Plangebied Copernicusstraat 13 Gemeente Wijchen Archeologisch vooronderzoek: een archeo- logische begeleiding (protocol proefsleuven)

Upload: others

Post on 28-Aug-2021

3 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

150 na Chr.150 na Chr.

700 voor Chr.700 voor Chr.

320 na Chr.320 na Chr.

250 na Chr.250 na Chr.

1650 na Chr.1650 na Chr.

2200 voor Chr.2200 voor Chr.

3750 voor Chr.3750 voor Chr.

6500 voor Chr.6500 voor Chr.

RA

PP

OR

T

A d v i e s b u r e a u A r c h e o l o g i s c h

RAAP-RAPPORT 2570

Plangebied Copernicusstraat 13Gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeo-logische begeleiding (protocol proefsleuven)

Page 2: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570

Plangebied Copernicusstraat 13Gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeo-logische begeleiding (protocol proefsleuven)

G. Zielman

RAAP Archeologisch Adviesbureau BV, 2012

Page 3: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR
Page 4: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

Colofon

Opdrachtgever: Ventimon

Titel: Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente Wijchen; archeologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

Status: eindversie

Datum: 10 oktober 2012

Auteur: G. Zielman MA

Projectcode: WYCP

Bestandsnaam: RA2570_WYCP.indd

Projectleider: G. Zielman MA

Projectmedewerkers: niet van toepassing

ARCHIS-vondstmeldingsnummer: 419919

ARCHIS-waarnemingsnummer: nog niet verleend

ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 52046

Autorisatie: drs. S.W. Jager

Bevoegd gezag: gemeente Wijchen

ISSN: 0925-6229

RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V.

Leeuwenveldseweg 5b

1382 LV Weesp

Postbus 5069

1380 GB Weesp

telefoon: 0294-491 500

telefax: 0294-491 519

E-mail: [email protected]

© RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2012

RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade

voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

Page 5: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

4

Samenvatting

In opdracht van Ventimon heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau een archeologische begelei-

ding uitgevoerd in verband met de uitbreiding van een kantoorpand aan de Copernicusstraat 13 in

de gemeente Wijchen. Het primaire doel van was het vaststellen van de archeologische waarde

van het terrein.

De resultaten van de archeologische begeleiding bevestigen de archeologische verwachting,

namelijk dat er in de ondergrond van het plangebied archeologische resten schuilgaan, en dat uit

de oudere Prehistorie (Steentijd) en de IJzertijd/Romeinse tijd. Tijdens het veldwerk zijn echter

geen archeologische grondsporen aangetroffen. Dit houdt in belangrijke mate verband met het

feit dat daarvoor de funderingsleuven niet diep genoeg werden aangelegd. Gelet op de vondsten

die in de bovengrond werden aangetroffen, moet ter plekke wel rekening worden gehouden met

grondsporen.

Op basis van de resultaten van het veldonderzoek is aanbevolen om bij toekomstige bodemingre-

pen in de omgeving rekening te houden met de aanwezigheid van archeologische resten in de

ondergrond. Ten aanzien van de huidige bouwwerkzaamheden worden geen verdere aanbevelin-

gen meer gedaan, aangezien het graven van de funderingssleuven reeds heeft plaatsgevonden en

er geen verdere verstoring van de bodem plaatsvindt.

Op basis van de bevindingen van dit onderzoek kan contact opgenomen worden met de gemeente

Wijchen (contactpersoon drs. mw. E. van der Linden).

Page 6: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

5

Inhoud

Samenvatting ........................................................................................................................................ 4

1 Inleiding ............................................................................................................................................ 6

1.1 Kader ............................................................................................................................................... 6

1.2 Administratieve gegevens ................................................................................................................. 8

1.3 Archeologische en (cultuur)landschappelijke context ......................................................................... 8

1.4 Archeologische verwachting ........................................................................................................... 10

2 Doel van het onderzoek ............................................................................................................ 11

3 Methoden ........................................................................................................................................ 12

4 Resultaten ...................................................................................................................................... 15

4.1 Fysisch-geografisch onderzoek ....................................................................................................... 15

4.2 Grondsporen en structuren ............................................................................................................. 15

4.3 Vondsten ........................................................................................................................................ 18

4.4 De vindplaats .................................................................................................................................. 18

5 Conclusies en aanbevelingen ................................................................................................ 20

5.1 Conclusies ..................................................................................................................................... 20

5.2 Aanbevelingen ................................................................................................................................ 21

Literatuur .............................................................................................................................................. 22

Gebruikte afkortingen ..................................................................................................................... 22

Verklarende woordenlijst ............................................................................................................... 22

Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen ............................................................................ 24

Bijlage 1: Profielkolommen en boring ...................................................................................... 25

Bijlage 2: Sporenlijst ....................................................................................................................... 28

Bijlage 3: Vondstenlijst ................................................................................................................... 29

Page 7: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

6

1 Inleiding

1.1 KaderIn opdracht van Ventimon heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in juni 2012 een archeologische

begeleiding uitgevoerd in verband met de uitbreiding van een kantoorpand in de gemeente Wijchen

(figuur 1). Het veldwerk is uitgevoerd op 6 juni 2012. De uitwerking vond plaats tussen 18 en 20 juni

2012. Tijdens het onderzoek is op een prettige wijze samengewerkt met dhr. L. Smits (Ventimon) en

de contactpersoon van de gemeente Wijchen, drs. mw. E. van der Linden. De onderzoeksdocumen-

tatie en het vondstmateriaal zullen worden overgedragen aan het depot van de provincie Gelderland.

Buijs Ballotstraat

CelsiusstraatGagelvensew

eg

N847

A326

W o e z i k s v e l d

WijchenD e B e r e n d o n c k

Knooppunt Lindenholt

Bijsterhuizen Noord

Hoogbroek

Teersdijk

HENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHENHEN

180 181

425425

42742642

642

7

© O

penS

treet

Map

.org

ond

er C

C-B

Y-SA

2.0

lice

ntie

181180

Figuur 1. De ligging van het plangebied (gearceerd); inzet: ligging in Nederland (ster).

Page 8: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

7

Geologische perioden Archeologische perioden

Hol

ocee

nPl

eist

ocee

n

Pre

hist

orie

ChronozoneTijdvak TijdperkDatering Datering

tabel1_standaard_GeoBioArcheo_RAAP_2010

Paleolithicum(Oude Steentijd)

Mesolithicum(Midden Steentijd)

Neolithicum(Nieuwe Steentijd)

Middeleeuwen

Nieuwe tijd

Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C)

Romeinse tijd

IJzertijd

Bronstijd

LaatMiddenVroeg

Vro

eg

LaatMiddenVroegLaatMiddenVroegLaatMiddenVroegLaatMiddenVroeg

LaatVol

AB

KarolingischMerovingisch laatMerovingisch vroeg

Ottoons

Subboreaal

Atlanticum

BoreaalPreboreaal

Denekamp

Hengelo

Moershoofd

Odderade

Eemien

Wei

chse

lien

Ple

nigl

acia

alV

roeg

G

laci

aal

Laat

G

laci

aal

Laat

Mid

den

Vro

eg

Belvedère/Holsteinien

Elsterien

Brørup

Saalien II

Saalien I

Glaciaal x

Bølling

AllerødLate Dryas

Vroege Dryas

Vroegste Dryas

VroegSubatlanticum

LaatSubatlanticum

Oostermeer

Holsteinien

- 1795

- 1500- 1250- 1050- 900- 725- 525- 450

- 1650

- 270- 70 na Chr.- 15 voor Chr.- 250- 500- 800- 1100- 1800- 2000- 2850- 4200- 4900/5300- 6450- 8640- 9700

- 35.000

- 12.500

463.000

- 250.000

- 16.000

Midden

Jong A

Jong B

Oud

Laat

- 9700

- 450 voor Chr.

- 0

- 3700

- 7300- 8700

- 1150 na Chr.

- 11.050- 11.500- 12.000

- 60.000

- 71.000

- 30.500

- 114.000- 126.000- 236.000- 241.000- 322.000

- 384.000- 416.000

- 13.500- 12.500

- 336.000

Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.

Page 9: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

8

Het onderzoek was nodig, aangezien bij de uitvoering van de plannen mogelijk archeologische

resten zouden worden verstoord. Het plangebied maakt deel uit van een zgn. ‘terrein van hoge

archeologische waarde’ (AMK-terrein 12415). Gelet op de geringe omvang van het plangebied

en het feit dat booronderzoek ter plekke niet de meest geschikt methode is, heeft de gemeente

Wijchen bepaald dat een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven de meest

geëigende aanpak is. Met het oog op de aanleg van funderingssleuven is besloten om het onder-

zoek uit te voeren in de vorm van een archeologische begeleiding (conform het protocol IVO-proef-

sleuven). Indien bij het uitgraven van de sleuven archeologisch waardevolle zaken aan het licht

zouden worden gebracht, die worden bedreigd bij de verdere werkzaamheden, dan zouden deze,

na overleg met het bevoegd gezag, middels een opgraving veilig kunnen worden gesteld.

Voorafgaand aan de uitvoering van het proefsleuvenonderzoek is, conform de Kwaliteitsnorm voor

de Nederlandse Archeologie (KNA), een Programma van Eisen (PvE) opgesteld (Ilson, 2012). Dit

PvE diende als leidraad voor het onderzoek.

De archeologische begeleiding is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroeps-

groep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumentenzorg). De KNA (versie 3.2),

beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl),

geldt in de praktijk als richtlijn. RAAP beschikt over een opgravingsvergunning, verleend door de

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Zie tabel 1 voor de dateringen van de in dit rapport genoemde geologische en archeologische peri-

oden. Enkele vaktermen worden achterin dit rapport beschreven (zie verklarende woordenlijst).

1.2 Administratieve gegevensGemeente: Wijchen

Plaats: Wijchen

Plangebied: Copernicusstraat 13 te Wijchen

Centrumcoördinaten: 180.519/425.815

ARCHIS-vondstmeldingsnummer: 419919

ARCHIS-waarnemingsnummer: nog niet verleend

ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 52046

1.3 Archeologische en (cultuur)landschappelijke contextHet plangebied ligt op een rivierduin, een landschappelijke zone waarbinnen veel archeologische

vindplaatsen bekend zijn. Het plangebied maakt deel uit van een ‘terrein met hoge archeologische

waarde’ (AMK-terrein 12415). Deze kwalificatie is gebaseerd op de aanwezigheid van sporen van

bewoning uit de Late IJzertijd en/of de Romeinse tijd. Tijdens een archeologisch veldonderzoek

zijn fragmenten aardewerk uit de Late IJzertijd en/of Romeinse tijd gevonden, evenals Romeinse

dakpanfragmenten (Scholte Lubberink & Oude Rengerink, 1992). Daarnaast zijn ook enkele vuur-

steenafslagen, waarschijnlijk uit het Mesolithicum, van het rivierduin afkomstig. De dichtstbijzijnde

Page 10: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

9

180600180000 180200 180400 180800 18100

18100

4264

0042

6200

42640042660042

6600

42560042540042

5400

4256

00

4258004258

00

42620042600042

6000

4252

00

180800

425200

180000 180200 180400 180600

186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186186

171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171171

172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172172

173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173173

174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174174

175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175175

176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176176

177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177177

178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178178

179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179179

180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180180

181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181181

182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182182

184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184184

387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387387

468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468468

470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470470

474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474474

475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475475

477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477477

478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478478

AMK-terrein met aandachtszone van 50m

hoog

middelmatig

grens plangebied

laag

ontzandingen

legendaarcheologie

vindplaats

catalogusnummer177

verwachting

overig

2012m

200

1:7500

3000 100

LBS1/wycp_figs

Figuur 2. Het plangebied geprojecteerd op de archeologische beleidskaart van de gemeente Wijchen (Goossens & Flokstra 2009).

Page 11: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

10

archeologische waarneming (figuur 2: catalogusnummer 180) laat zien dat sprake is van meerdere

archeologische complexen. In het wegcunet van de Copernicusstraat zijn voorts door de AWN ver-

schillende vondsten gedaan, waaronder twee vuursteenklingen en een kern uit het Mesolithicum

en aardewerk uit de Bronstijd, IJzertijd en Romeinse tijd.

Hoe de bodemopbouw er in het plangebied uitziet, is niet precies bekend. Op perceelnummer

761 op de Woeziksestraat, vlak ten noorden van het plangebied, zijn door de AWN boringen

gezet (ARCHIS-waarneming 47726). Hieruit blijkt dat ter plekke een esdek aanwezig is (vanaf

30-70 cm -Mv). Dit plaggendek heeft een dikte van 20-50 cm en bevat houtskool en fragmenten

aardewerk. Op een diepte van 120-160 cm -Mv is bewerkt vuursteen in het rivierduin aangetroffen.

1.4 Archeologische verwachting Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Wijchen maakt het plangebied deel uit van

een zone waaraan een hoge archeologische verwachting is toegekend (Goossens & Flokstra,

2009: zie figuur 2). Op grond van archeologische vondsten en waarnemingen in de nabije omge-

ving kunnen ter plaatse sporen van bewoning uit de IJzertijd/Romeinse tijd worden verwacht (zoals

plattegronden van huizen, spiekers, greppels, kuilen en paalkuilen), terwijl verder een bouwwerk

uit de Romeinse tijd niet kan worden uitgesloten. In het geval van oudere bewoning (uit de Steen-

tijd) moet allereerst worden gedacht aan de neerslag van kampementen, zoals (haard)kuilen.

Page 12: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

11

2 Doel van het onderzoek

De doelstelling van het onderzoek was het vaststellen van de archeologische waarde van het plan-

gebied, of anders gesteld: te bepalen of er ter plekke archeologische resten in de ondergrond

zouden schuilgaan die daadwerkelijk bedreigd werden bij de uitvoering van de grondwerkzaam-

heden. Het onderzoek vloeide voort uit de eisen die de bevoegde overheid stelt aan de aanvraag

voor een omgevingsvergunning.

In het PvE zijn de volgende specifieke onderzoeksvragen geformuleerd (Ilson, 2012):

1. In welke mate is de bodem in het plangebied verstoord?

2. Hoe is de bodemopbouw (laagopeenvolging en bodemhorizonten)?

3. Zijn er aanwijzingen voor een archeologische vindplaats?

4. Welke materiaalcategorieën zijn aanwezig? Wat is de vondstdichtheid/ruimtelijke verspreiding?

Hoe is de conserveringstoestand? Wat is de typologische datering?

5. Zijn archeologische grondsporen aanwezig? Zo ja, wat is hun aard, datering, diepteligging,

kwaliteit (gaafheid en conservering) en ruimtelijke verspreiding?

6. Is sprake van een behoudenswaardige vindplaats?

7. Dient een doorstart naar het protocol opgraven plaats te vinden?

8. Wat kan op basis van de resultaten van de archeologische begeleiding worden gezegd over de

archeologische verwachting in de wijdere omgeving?

9. Hoe kunnen de aangetroffen archeologische resten worden gewaardeerd?

Deze vragen hebben niet alleen betrekking op de aard en de omvang van het archeologische com-

plex, maar ook op de datering, economische bestaansbasis, landschappelijke inbedding en de

regionale (culturele) betekenis ervan. Al deze elementen dienen tijdens het archeologisch onder-

zoek onderzocht en verklaard te worden.

Page 13: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

12

3 Methoden

Afmetingen opgravingsputEr zijn vier sleuven met een breedte van ca. 2,2 m breed aangelegd (figuren 3 en 4). De gezamen-

lijke oppervlakte van de gegraven sleuven bedraagt ca. 124 m².

Opgravingsvlakken en profielenIn alle proefsleuven is met een graafmachine op banden en met een gladde bak één opgravings-

vlak aangelegd. Daarbij is de bovengrond laagsgewijs verdiept tot op het niveau waarop de funde-

ringen zouden worden opgetrokken (resp. 0,9 m en 0,7 m -Mv). Grondsporen werden daarbij niet

aan het licht gebracht. Voor de profielwanden zijn de volgende vlaknummers gereserveerd: 101

(noordprofiel), 102 (oostprofiel), 103 (zuidprofiel) en 104 (westprofiel).

Om te beoordelen of er sprake was van een vuursteenvindplaats is, wanneer de ongeroerde onder-

grond werd aangesneden, iedere 5 m de inhoud van een vak van 0,5 x 0,5 m (in totaal ca. 10 liter

zand) gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 2 mm. De sporen en bodemlagen zijn in een

reeks genummerd vanaf S1000. Van de westprofielen in de sleuven zijn foto’s genomen. Deze

opnames zijn gemaakt in het midden van het westprofiel van iedere sleuf. Alle vlakken zijn gete-

kend met behulp van een GPS.

Van de profielen in de funderingsleuven zijn vier profielkolommen verspreid over het plangebied

gedocumenteerd met het oog op het vastleggen van de bodemopbouw in het plangebied. De

Figuur 3. De situatie na afloop van de aanleg van de sleuven.

Page 14: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

13

4258

30

180510

3

180530180520

4444444444444444444444444444444444444444444444444

425830

4258

1042

5820

2

1

3333333333333333333333333333333333333333333333333

1111111111111111111111111111111111111111111111111

3333333333333333333333333333333333333333333333333

9999999999999999999999999999999999999999999999999

22222222222222222222222222222222222222222222222228888888888888888888888888888888888888888888888888

1111111111111111111111111111111111111111111111111

4

5555555555555555555555555555555555555555555555555

2222222222222222222222222222222222222222222222222

5555555555555555555555555555555555555555555555555

6666666666666666666666666666666666666666666666666

4444444444444444444444444444444444444444444444444

begrenzing put

putnummer1111111111111111111111111111111111111111111111111

werkputten

legenda

425810425820

180510

4258

00

2012

0

LBS1/wycp_figs 180520 180530

ontgravingsdiepte (in cm + NAP

profielnummer

boring

overig

grens plangebied

800

820

locatie profiel

1111111111111111111111111111111111111111111111111

zeefvak

zeefvaknummer5555555555555555555555555555555555555555555555555

profielen

p1111111111111111111111111111

10

1:200m

5

425800

P)

Figuur 4. Ligging van de funderingssleuven, de gedocumenteerde profielen, de boring en de zeefvakken.

Page 15: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

14

profielen zijn doorgezet tot in de top van het rivierduin. De beschrijving van de onderscheiden

lagen is gedaan aan de hand van de Nederlandse Norm NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-

instituut, 1989).

Afwerking en behandeling van sporen en vondstenDe grondsporen zijn gefotografeerd, ingemeten en op de vlaktekening ingetekend. Vervolgens zijn

enkele grondsporen gecoupeerd en in profiel getekend op schaal 1:20.

BemonsteringEr was vanwege het ontbreken van relevante sporen geen aanleiding om monsters te nemen voor

macrobotanisch onderzoek.

Afwijkingen en aanpassingen van de onderzoeksstrategieHet PvE ging oorspronkelijk uit van vijf smalle funderingsleuven (met een breedte van 1 m en

diepte van ca. 0,8 m). In het veld bleek daarentegen dat de fundering van het toekomstige kantoor-

pand uit (bredere) poeren zou gaan bestaan. In de praktijk zijn dus geen vijf smalle sleuven (van 1

m breed), maar vier bredere sleuven (van 2,2 m breed) aangelegd. Afgezien hiervan is tijdens het

veldonderzoek niet afgeweken van de onderzoeksstrategie zoals die in het PvE is omschreven.

Page 16: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

15

4 Resultaten

4.1 Fysisch-geografisch onderzoekGeologie en geomorfologieHet plangebied ligt volgens de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Wijchen op

een rivierduin. Vanwege de gunstige ligging en goede bewoonbaarheid werden rivierduinen al

vanaf het Laat Paleolithicum als woonplaats, begraafplaats en/of akkergrond gebruikt. Vrijwel alle

vindplaatsen in het pleistocene rivierterrassenlandschap liggen binnen deze eenheid (Goossens &

Flokstra, 2010).

In overeenstemming met de bestaande bodemkundige kennis van het gebied werd tijdens het veld-

onderzoek aan de basis van het ophogingpakket en het plaggendek intact, matig grof zand (rivier-

duinzand) aangetroffen. Door middel van een boring (5) is vastgesteld dat het rivierduinzand hier

op bruine, siltige klei rust. Op grond van de beschikbare geologische en bodemkundige kaarten

gaat het om een met komklei opgevulde laatglaciale restgeul van de Maas, die overeenkomt met

geulen die buiten het rivierduin (ca. 250 m ten noorden van het plangebied) gekarteerd zijn (Pons,

1966, code Sb6).

BodemopbouwDe bodemopbouw kan op basis van de gedocumenteerde profielkolommen (bijlage 1) als volgt

worden beschreven. Sinds het terrein in de jaren ’90 van de vorige eeuw bebouwd raakte, bestaat

de bovengrond in het plangebied tot 0,7-0,8 m -Mv uit opgebrachte grond (o.a. ophogingszand en

baksteengranulaat). Aan de basis hiervan is de bodem echter nog intact, met aan de onderzijde

van de donkerbruingrijze (recente) bouwvoor (S1002) een ca. 0,3 m dikke oude akkerlaag (S1001)

(figuren 5, 6 en 7). In het noordoosten van het plangebied rust de recente bouwvoor op een restant

van een humeuze, (eveneens sterk gebioturbeerde) fossiele bouwvoor (S1008). De ongeroerde

rivierduinafzettingen (S1000) komen voor vanaf een diepte van 7,7-7,8 m +NAP en bestaan uit

lichtgeelgrijs, matig grof zand (C-horizont).

4.2 Grondsporen en structurenTijdens het proefsleuvenonderzoek zijn geen grondsporen aan het licht gebracht, maar wel

antropogeen gevormde lagen (bijlage 2). De grondlagen in het opgravingsvlak behoorden tot de

(recente) bouwvoor en de oude akkerlaag (figuur 5). Het is mogelijk dat in de diepere ondergrond

van het plangebied grondsporen aanwezig zijn, aangezien het opgravingsvlak namelijk 0,2-0,3 m

hoger dan het niveau lag waarop sporen worden verwacht (i.c. de ongestoorde ondergrond).

Page 17: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

16

4258

30

180510

10101010101010101010101010101010101010101011111111111111111111111111111010101010101010101010101010101010101010101111111111111111111111111111

180530180520

002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002002999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999

425830

4258

1042

5820

1001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001100110011001

1002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002100210021002

1008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008100810081008

999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999

425810425820

180510

4258

00

2012

0

LBS1/wycp_figs 180520 180530

recente bouwvoor/plaggendek

grens plangebied

spoornummer

recente verstoring

oude akkerlaag

legendasporen

fossiele bouwvoor

1001

overig10

1:200m

5

425800

k

Figuur 5. Resultaten onderzoek.

Page 18: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

17

Figuur 7. Boring 5.

Figuur 6. Profiel 4.

Page 19: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

18

4.3 VondstenTijdens het proefsleuvenonderzoek zijn fragmenten aardewerk en vuursteen gevonden (bijlage 3)

AardewerkDe aardewerkscherven betreffen zowel fragmenten van handgevormd aardewerk (N=18) als frag-

menten van gedraaid aardewerk (N=5). Een aantal scherven van handgevormd aardewerk is

besmeten, hetgeen wijst op een datering in de IJzertijd of de Romeinse tijd. Het overige deel van

het handgevormde aardewerk is op grond van morfologische kenmerken (vorm, magering, ver-

siering) niet nauwkeuriger te dateren dan Neolithicum t/m Late Middeleeuwen. De fragmenten

gedraaid aardewerk zijn afkomstig uit de recente bouwvoor en bestaan uit roodbakkend gegla-

zuurd aardewerk en steengoed uit de Nieuwe tijd.

VuursteenEr zijn vijf fragmenten vuursteen aangetroffen. Het gaat om vier splinters en één afslag die op

basis van het ontbreken van diagnostische kenmerken niet nauwkeuriger gedateerd kunnen

worden dan Mesolithicum t/m Bronstijd.

Ruimtelijke verspreiding van de vondstenOp basis van de spreiding van het vondstmateriaal en het geringe oppervlakte van het plange-

bied is het niet mogelijk een vondstconcentratie (kern en periferie) aan te geven. Gezien de frag-

mentatie van de scherven en de afgeronde randen ervan is het aannemelijk dat de verspreiding

(oudtijds) door ploegactiviteiten is veroorzaakt. Er moet daarbij serieus rekening mee worden

gehouden dat het aardewerk uit de ondergrond afkomstig is (en niet met grond van elders is

aangevoerd).

Om te onderzoeken of sprake was van een vuursteenconcentratie (die zou kunnen wijzen op een

kampement uit de Steentijd) is de oude akkerlaag (c.q. fossiele bouwvoor) om de 5 m in vakken

van 0,5 x 0,5 x 0,04 m (globaal 10 liter grond) over een zeef met een maaswijdte van 2 mm

gezeefd. Daarbij werden in één vak (figuur 4, vak 2) twee splinters en een afslag gevonden. Het

zeven van twee vakken aan weerszijden hiervan heeft verder geen vuursteenmateriaal opgele-

verd, zodat ook wat betreft het vuursteen niet gesproken kan worden van een vondstconcentratie.

4.4 De vindplaatsInterpretatieTijdens het onderzoek is opnieuw bevestigd dat in de landschappelijke zone waarin het plange-

bied ligt, rekening gehouden moet worden met de aanwezigheid van archeologische resten, en

dat uit uiteenlopende tijdvakken. Het aangetroffen vuursteenmateriaal kan als bewerkingsafval uit

de Steentijd worden beschouwd en kan als een aanwijzing worden beschouwd dat toentertijd het

gebied ook al in trek was bij de mens. Het handgevormde aardewerk wijst erop dat het plangebied

in ieder geval in de IJzertijd/Romeinse tijd in gebruik is geweest (als akker en/of erf). Aangezien er

geen vlak kon worden aangelegd waarop zich sporen zouden kunnen aftekenen, is het niet mogelijk

Page 20: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

19

uitspraken te doen in hoeverre zich in de ondergrond grondsporen bevinden. De kans hierop (of in

de directe omgeving) is echter groot, gelet op het geborgen aardewerk.

Gaafheid van de vindplaatsAangezien de oude bouwvoor en fossiele akkerlaag in het plangebied nog grotendeels intact zijn,

mag worden aangenomen dat eventuele archeologische grondsporen in de ondergrond goed

bewaard zijn. Wel moet rekening worden gehouden met afgetopte sporen als gevolg van ploe-

gen. Eventueel aanwezige vuursteenvindplaatsen in het gebied zullen grotendeels door ploegen

zijn verstoord, zodat de grootste hoeveelheid vondstmateriaal zich in de oude akkerlaag bevind

en alleen eventueel aanwezige dieper ingegraven grondsporen (zoals bijvoorbeeld haardkui-

len) bewaard zijn gebleven. Dit kan ook gezegd worden voor sporen bewoning uit de IJzertijd/

Romeinse tijd. Ook zullen de sporen waarschijnlijk gebioturbeerd zijn, aangezien de oude akker-

laag is doorgraven door mollen.

Conservering van de vindplaatsDit aspect heeft alleen betrekking op organisch materiaal. Gelet op de bodemstelling ter plekke

en de relatief hoge ligging mag worden aangenomen dat er, behoudens in diep ingegraven grond-

sporen die tot in het grondwater reiken, geen voorwerpen van organisch materiaal bewaard zijn.

Dit geldt mutatis mutandis voor archeobotanische resten, verkoold materiaal uitgezonderd. Hier-

over kunnen geen verdere uitspraken worden gedaan, aangezien tijdens het veldonderzoek alleen

vondsten van anorganisch materiaal zijn aangetroffen.

WaarderingOmdat het opgravingsvlak niet op het niveau kon worden aangelegd waarop sporen zouden

kunnen worden opgetekend, is een waardering van de vindplaats volgens de criteria van de KNA

niet mogelijk. Wel moet er serieus rekening mee worden gehouden dat de ondergrond grondspo-

ren en andere relevante archeologische zaken bevat. De aanwezigheid van vondsten wijst hierop.

Page 21: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

20

5 Conclusies en aanbevelingen

5.1 ConclusiesOp basis van de resultaten van de archeologische begeleiding aan de Copernicusstraat 13 in de

gemeente Wijchen is bevestigd dat ter plaatse sprake is van archeologische resten in de onder-

grond, en dat uit de Prehistorie (Steentijd) en de IJzertijd/Romeinse tijd. Op de specifieke onder-

zoeksvragen in het PvE kunnen de volgende antwoorden worden gegeven:

1. In welke mate is de bodem in het plangebied verstoord?

De bodemopbouw in het plangebied is grotendeels intact. De vastgestelde verstoringen hebben

betrekking op landbouwactiviteiten ter plekke, waarbij de top van de minerale ondergrond (rivier-

duin) is verploegd. De meest recente verstoring bestaat uit een smalle leidingsleuf.

2. Hoe is de bodemopbouw (laagopeenvolging en bodemhorizonten)?

De bovengrond bestaat tot 0,7-0,8 m -Mv uit een opgebracht pakket. Aan de basis hiervan bevindt

zich een recente bouwvoor, met daaronder een oude akkerlaag. De minerale ondergrond bestaat

uit rivierduinzand (C-horizont).

3. Zijn er aanwijzingen voor een archeologische vindplaats?

Een oude akkerlaag, handgevormd aardewerk en vuursteenvondsten zijn aanwijzingen dat ter

plaatse rekening moet worden gehouden met archeologische resten in de ondergrond.

4. Welke materiaalcategorieën zijn aanwezig? Wat is de vondstdichtheid/ruimtelijke verspreiding?

Hoe is de conserveringstoestand? Wat is de typologische datering?

Tijdens het onderzoek zijn bewerkt vuursteen en aardewerkscherven aangetroffen. Het aardewerk

is enigszins afgerond en vergruisd, hetgeen het gevolg kan zijn van ploegactiviteiten en circulatie

in de bouwvoor. Een deel van het handgevormde aardewerk stamt op basis van typologische ken-

merken uit de IJzertijd of de Romeinse tijd. Het vuursteenmateriaal kan niet nauwkeuriger geda-

teerd worden dan Mesolithicum t/m Bronstijd.

5. Zijn archeologische grondsporen aanwezig? Zo ja, wat is hun aard, datering, diepteligging,

kwaliteit (gaafheid en conservering) en ruimtelijke verspreiding?

Aangezien het onderzoek niet dieper reikte dan de oude akkerlaag (met inachtneming van het

bovenstaande) is de aanwezigheid van archeologische grondsporen weliswaar waarschijnlijk maar

(helaas) niet bewezen.

6. Is sprake van een behoudenswaardige vindplaats?

Aangezien het opgravingsvlak niet kon worden aangelegd op het niveau waarop zich grondspo-

ren zouden kunnen aftekenen en derhalve geen uitspraken kunnen worden gedaan over de aan-

Page 22: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

21

of afwezigheid van grondsporen, is een waardering van de vindplaats volgens de criteria van KNA

niet mogelijk. Afgaande op de vondsten die tijdens de archeologische begeleiding zijn gedaan,

moet hier (of in de directe nabijheid) wel rekening gehouden worden met de aanwezigheid van

grondsporen e.d. Indien hiervan sprake is, kunnen ook meer concrete uitspraken over de behou-

denswaardigheid van het plangebied worden gedaan.

7. Dient een doorstart naar het protocol opgraven plaats te vinden?

Nee, de oude akkerlaag en eventuele onderliggende grondsporen kunnen in het kader van de hui-

dige bodemingrepen in situ bewaard blijven.

8. Wat kan op basis van de resultaten van de archeologische begeleiding worden gezegd over de

archeologische verwachting in de wijdere omgeving?

De aangetroffen archeologische vondsten (vuursteen en aardewerk),alsmede de waarneming van

een oude akkerlaag bevestigen opnieuw de archeologische waarde van het gebied en onderstre-

pen de archeologische status.

9. Hoe kunnen de aangetroffen archeologische resten worden gewaardeerd?

Aangezien geen sporen konden worden opgetekend, omdat het opgravingsvlak hiervoor te hoog

lag, is een waardering van de vindplaats volgens de KNA-criteria niet mogelijk.

5.2 AanbevelingenHet onderzoek heeft aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van archeologische resten in

het plangebied. Derhalve wordt aanbevolen bij toekomstige bodemingrepen in de omgeving reke-

ning te houden met het ter plekke aanwezige bodemarchief. Ten aanzien van de huidige bouw-

werkzaamheden worden geen aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek, aangezien het

graven van de funderingssleuven reeds heeft plaatsgevonden en vastgesteld is dat de diepere

ondergrond gevrijwaard is gebleven van aantastingen.

Op basis van de bevindingen van dit onderzoek kan contact opgenomen worden met de gemeente

Wijchen (contactpersoon drs. mw. E. van der Linden).

Page 23: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

22

Literatuur

Goossens, E. & L.M. Flokstra, 2009. Archeologiebeleid gemeente Wijchen. RAAP-rapport 1828.

RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.

Ilson, P.J., 2012. Programma van Eisen archeologische begeleiding (protocol IVO proefsleuven) uit-

breiding Copernicusstraat 13, gemeente Wijchen RAAP-PvE 1074. RAAP Archeologisch Advies-

bureau, Weesp.

Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104: classificatie van onver-

harde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft.

Pons, L.J., 1966. De bodemkartering van het land van Maas en Waal en een gedeelte van het Rijk

van Nijmegen. De bodemkartering van Nederland 22/Verslagen Landbouwkundige Onderzoekin-

gen 646. Wageningen.

Scholte Lubberink, H.B.G. & J.A.M Oude Rengerink, 1992. Wijchen-Groot Bijsterhuizen: een

archeologische kartering, inventarisatie en waardering. RAAP-rapport 63. RAAP Archeologisch

Adviesbureau, Amsterdam.

Gebruikte afkortingen

AMK Archeologische MonumentenKaart

ARCHIS ARCHeologisch Informatie Systeem

AWN Archeologische Werkgemeenschap Nederland

GIS Geografisch Informatie Systeem

GPS Global Positioning System

IVO Inventariserend VeldOnderzoek

KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

-Mv beneden maaiveld

N aantal

NAP Normaal Amsterdams Peil

S Spoornummer

SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer

Verklarende woordenlijst

afslag ‘Schilfer’ of ‘scherf’, door de mens afgeslagen van een stuk vuursteen.

antropogeenTen gevolge van menselijk handelen (door mensen gemaakt/veroorzaakt).

Page 24: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

23

archeologische verwachtingskaartEen kaart waarop in vlakken staat aangegeven waar archeologische vindplaatsen kunnen worden

verwacht. De kaart is het resultaat van een systematische analyse van relevante gegevens. De

analyse is statistisch onderbouwd en wordt uitgevoerd met een GIS.

bioturbatieVerstoring van bodemlagen door dieren (graven, woelen, eten).

C-horizontHorizont die niet (of weinig) is veranderd door bodemvorming; het oorspronkelijke

moedermateriaal.

esdekOud verhoogd bouwland, ontstaan door ophoging ten gevolge van bemesting. Voor de bemes-

ting werden plaggen of met zand vermengde potstalmest opgebracht. De term es is gangbaar

in Noord- en Oost-Nederland. In Midden-Nederland wordt gesproken van enk of eng en in Zuid-

Nederland van akker of veld.

geologieAardkunde, leer van de bouw en de ontwikkelingsgeschiedenis van de aardkorst en van de pro-

cessen die zich erin afspelen.

geomorfologieVerklarende beschrijving van de vormen van de aardoppervlakte in verband met de wijze van hun

ontstaan.

grondsporen Sporen van menselijke werkzaamheden in het verleden (kuilen, greppels, paalgaten), herkenbaar

als verkleuringen en verstoringen van de bodemstructuur.

horizontEen bodemlaag waarin zich bepaalde bodemkundige processen afspelen.

plaggendekOud verhoogd bouwland, ontstaan door ophoging ten gevolge van bemesting. Voor de bemesting

werden plaggen of met zand vermengde potstalmest opgebracht.

restgeulEen door afsnijding, verlaten en daardoor inactief deel van een rivier of geul, dat geen bedui-

dende rol meer speelt bij de afvoer van rivierwater.

rivierduinDoor uitstuiving uit een riviervlakte hierlangs ontstaan duin (in Nederland meestal Weichselien of

Vroeg Holoceen van ouderdom).

rivierterrasDoor een rivier verlaten en daarna versneden dalbodem.

siltGronddeeltjes ter grootte van 0,002 tot 0,05 mm.

spiekerOp palen geplaatst opslaghuisje voor granen.

PrehistorieDat deel van de geschiedenis waarvan geen geschreven bronnen bewaard zijn gebleven.

Page 25: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

24

Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen

Figuur 1. De ligging van het plangebied (gearceerd); inzet: ligging in Nederland (ster).

Figuur 2. Het plangebied geprojecteerd op de archeologische beleidskaart van de gemeente

Wijchen (Goossens & Flokstra 2009).

Figuur 3. De situatie na afloop van de aanleg van de sleuven.

Figuur 4. Ligging van de funderingssleuven, de gedocumenteerde profielen, de boring en de

zeefvakken.

Figuur 5. Resultaten onderzoek.

Figuur 6. Profiel 4.

Figuur 7. Boring 5.

Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.

Bijlage 1. Profielkolommen en boring.

Bijlage 2. Sporenlijst.

Bijlage 3. Vondstenlijst.

Page 26: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

25

Bijlage 1: Profielkolommen en boringkolomprofiel: WYCP-1beschrijver: GZ, datum: 6-6-2012, hoogte: 8,90, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, landgebruik: overige (cultuur), provincie: Gelderland, gemeente: Wijchen, plaatsnaam: Wijchen, opdrachtgever: Ventimon, uitvoerder: RAAP Oost

0 cm -Mv / 8,90 m +NAPLithologie: niet benoemd, niet benoemdBodemkundig: interpretatie: niet benoemdOpmerking: = S1006 = klinkerverharding

8 cm -Mv / 8,82 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: opgebrachte grondOpmerking: = S1005 = straatzand

30 cm -Mv / 8,60 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, oranjegrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: puinlaagArcheologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: = S1004 = rec. puinlaag

62 cm -Mv / 8,28 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, matig humeus, zwartgrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: opgebrachte grondOpmerking: = S1003 = recente ophoging

78 cm -Mv / 8,12 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig grofBodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: = S1002 = fossiele bouwvoor

94 cm -Mv / 7,96 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, bruingrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: oude akkerlaagOpmerking: = S1001 = cultuurlaag

108 cm -Mv / 7,82 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, lichtgeelgrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizontOpmerking: = S1000 = natuurlijke laag (rivierduin)

Einde kolomprofiel op 130 cm -Mv / 7,60 m +NAP

kolomprofiel: WYCP-2beschrijver: GZ, datum: 6-6-2012, hoogte: 8,93, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, landgebruik: overige (cultuur), provincie: Gelderland, gemeente: Wijchen, plaatsnaam: Wijchen, opdrachtgever: Ventimon, uitvoerder: RAAP Oost

0 cm -Mv / 8,93 m +NAPLithologie: niet benoemd, niet benoemdBodemkundig: interpretatie: niet benoemdOpmerking: = S1006 = klinkerverharding

8 cm -Mv / 8,85 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: opgebrachte grondOpmerking: = S1005 = straatzand

30 cm -Mv / 8,63 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, oranjegrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: puinlaagArcheologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: = S1004 = rec. puinlaag

48 cm -Mv / 8,45 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, matig humeus, zwartgrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: opgebrachte grondOpmerking: = S1003 = recente ophoging

54 cm -Mv / 8,39 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig grofBodemkundig: interpretatie: verstoordOpmerking: = S1007 = recente bouwvoor

76 cm -Mv / 8,17 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig grofBodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: = S1002 = fossiele bouwvoor

90 cm -Mv / 8,03 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, bruingrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: oude akkerlaagOpmerking: = S1001 = cultuurlaag

107 cm -Mv / 7,86 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, lichtgeelgrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizontOpmerking: = S1000 = natuurlijke laag (rivierduin)

Einde kolomprofiel op 120 cm -Mv / 7,73 m +NAP

Page 27: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

26

kolomprofiel: WYCP-3beschrijver: GZ, datum: 6-6-2012, hoogte: 8,95, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, landgebruik: overige (cultuur), provincie: Gelderland, gemeente: Wijchen, plaatsnaam: Wijchen, opdrachtgever: Ventimon, uitvoerder: RAAP Oost

0 cm -Mv / 8,95 m +NAPLithologie: niet benoemd, niet benoemdBodemkundig: interpretatie: niet benoemdOpmerking: = S1006 = klinkerverharding

8 cm -Mv / 8,87 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: opgebrachte grondOpmerking: = S1005 = straatzand

22 cm -Mv / 8,73 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, oranjegrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: puinlaagArcheologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: = S1004 = rec. puinlaag

56 cm -Mv / 8,39 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, matig humeus, zwartgrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: opgebrachte grondOpmerking: = S1003 = recente ophoging

64 cm -Mv / 8,31 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig grofBodemkundig: interpretatie: bouwvoorOpmerking: = S1002 = fossiele bouwvoor

92 cm -Mv / 8,03 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, bruingrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: oude akkerlaagOpmerking: = S1001 = cultuurlaag

126 cm -Mv / 7,69 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, lichtgeelgrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizontOpmerking: = S1000 = natuurlijke laag (rivierduin)

Einde kolomprofiel op 130 cm -Mv / 7,65 m +NAP

kolomprofiel: WYCP-4beschrijver: GZ, datum: 6-6-2012, hoogte: 8,86, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, landgebruik: overige (cultuur), provincie: Gelderland, gemeente: Wijchen, plaatsnaam: Wijchen, opdrachtgever: Ventimon, uitvoerder: RAAP Oost

0 cm -Mv / 8,86 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, donkerbruingrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)Opmerking: = S999

62 cm -Mv / 8,24 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig grofBodemkundig: A-horizont bestaand uit opgebracht pakket, interpretatie: verstoordOpmerking: = S1002 = fossiele bouwvoor

80 cm -Mv / 8,06 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, grijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: oude akkerlaagOpmerking: = S1008 = fossiele bouwvoor

90 cm -Mv / 7,96 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, bruingrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: oude akkerlaagOpmerking: = S1001 = cultuurlaag

116 cm -Mv / 7,70 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, lichtgeelgrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizontOpmerking: = S1000 = natuurlijke laag (rivierduin)

126 cm -Mv / 7,60 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, lichtgeelgrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizont, Fe-concretiesOpmerking: = S1009 = natuurlijke laag (rivierduin)

Einde kolomprofiel op 138 cm -Mv / 7,48 m +NAP

Page 28: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

27

kolomprofiel: WYCP-5beschrijver: GZ, datum: 6-6-2012, hoogte: 8,37, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, landgebruik: overige (cultuur), provincie: Gelderland, gemeente: Wijchen, plaatsnaam: Wijchen, opdrachtgever: Ventimon, uitvoerder: RAAP Oost

0 cm -Mv / 8,37 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, donkerbruingrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)Opmerking: = S999

40 cm -Mv / 7,97 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig grofBodemkundig: A-horizont bestaand uit opgebracht pakket, interpretatie: verstoordOpmerking: = S1002 = fossiele bouwvoor

60 cm -Mv / 7,77 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, bruingrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: oude akkerlaagOpmerking: = S1001 = cultuurlaag

70 cm -Mv / 7,67 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, lichtgeelgrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizontOpmerking: = S1000 = natuurlijke laag (rivierduin)

80 cm -Mv / 7,57 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, lichtgeelgrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenOpmerking: = S1009 = natuurlijke laag (rivierduin)

90 cm -Mv / 7,47 m +NAPLithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: = S1010

120 cm -Mv / 7,17 m +NAPAlgemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: zand, matig siltig, witgrijs, matig grof, interpretatie: rivierduinafzettingenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: = S1011

170 cm -Mv / 6,67 m +NAPAlgemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgrijs, compact (alleen zand en veen), interpretatie: oeverafzettingenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: = S1012

190 cm -Mv / 6,47 m +NAPAlgemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, matig siltig, lichtbruin, slap, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: = S1013

255 cm -Mv / 5,82 m +NAPAlgemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig fijn, interpretatie: beddingafzettingenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: = S1014

Einde kolomprofiel op 260 cm -Mv / 5,77 m +NAP

Page 29: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

28

Bijlage 2: Sporenlijst

SP

OO

RP

UT

VLA

KG

EC

OU

-P

EE

RD

INTP

R-

ALG

INTP

R-

SP

EC

BE

GIN

-D

ATE

IND

-D

ATTE

X-

TUU

RH

UM

US

GR

IND

FEM

NK

LEU

RG

EV

LB

IO-

TUR

BH

KH

LMFO

PU

INTP

UIN

OP

ME

RK

ING

999

11

NV

SV

SR

--

Zs2

-g1

-D

UY

UE

N0

00

0-

-

1000

110

4N

LGLG

N-

-Zs

1-

-FE

2LE

Y-

N0

00

0-

-

1001

110

4N

LGLG

C-

-Zs

2-

g1FE

1U

YLE

YJ

00

00

--

1002

110

4N

LGLG

BV

--

Zs2

-g1

-Y

U-

N1

00

1-

-

1003

110

4N

LGLG

OR

EC

EN

TR

EC

EN

TZs

2h2

--

ZY-

N0

00

0-

-

1004

110

4N

LGLG

PR

EC

EN

TR

EC

EN

TZs

2-

--

OY

LYN

00

06

rb-

1005

110

4N

LGLG

OR

EC

EN

TR

EC

EN

TZs

2-

--

LY-

N0

00

0-

-

1006

110

4N

LG-

--

Zs2

--

-N

VT

-N

00

00

-kl

inke

rver

hard

ing

1007

110

4N

LGLG

BO

--

Zs2

-g1

FE1

YU

UE

N0

00

0-

-

1008

41

NLG

LGB

V-

-Zs

2-

g1-

YU

EJ

00

00

--

1009

110

4N

LGLG

N-

-Zs

1-

-FE

9LE

Y-

N0

00

0-

-

INTPRALG (interpretatie algemeen)LG laagVS verstoring

INTPRSPEC (interpretatie specifiek (subinterpretatie))- niet van toepassingLGBO bouwvoor, recentLGBV bouwvoor, fossielLGC cultuurlaagLGN natuurlijke laagLGO ophogingslaagLGP puinlaagVSR recente verstoring

BEGINDAT (begindatering) / EINDDAT (einddatering)- niet ingevoerdRECENT recent

TEXTUUR (textuur vulling)Zs1 zand zwak siltigZs2 zand matig siltig

HUMUS (textuur bijmenging: humus)- geen humusbijmengingh2 matig humeus

GRIND (textuur bijmenging: grind)- geen bijmengingg1 zwak grindig

FEMN (ijzer en mangaan)- geen bijmengselsFE1 enkele Fe-vlekkenFE2 veel Fe-vlekkenFE9 Fe-concreties

KLEUR / GEVL (kleur / gevlekt)D donkerU bruinY grijsL lichtE geelZ zwartO oranjeNVT niet van toepassing

HK (houtskool)0 afwezig1 enkele spikkel

HLM (verbrande leem (huttenleem))0 afwezig

FO (fosfaat)0 afwezig

PUIN (puin)0 afwezig1 weinig fijn puin6 veel middelgrof puin

TPUIN (type puin)- nnbrb rood baksteen

Page 30: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR

RAAP-RAPPORT 2570Plangebied Copernicusstraat 13, gemeente WijchenArcheologisch vooronderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven)

29

Bijlage 3: Vondstenlijst

MATERIAAL (materiaalcode (ABR))KER KeramiekSVU Vuursteen

MATALG (materiaal algemeen (ABR))AFSLAG afslagAWH aardewerk, handgevormdGRSH grijsbakkend handgevormd aardewerkROOD roodbakkend geglazuurd aardewerkSPLINPIE splintered piece/piece esquilleeSTG steengoed

BEGINDAT /EINDDAT (begin- en einddatering)PREH PrehistorieNEO NeolithicumIJZ IJzertijdROM Romeinse tijdMEL Middeleeuwen laatMELB Middeleeuwen laat BNT Nieuwe tijdNTV Nieuwe tijd vroeg (A)NTM Nieuwe tijd midden (B)NTL Nieuwe tijd laat (C)

VONDST PUT VLAK SPOOR MATERIAAL MATALG BEGINDAT EINDDAT

1 1 104 1002 KER ROOD NT NTL

2 1 104 1001 KER STG NTM NTL

2 1 104 1001 KER GRSH NTV NTV

3 1 104 1001 KER AWH IJZ ROM

4 1 104 1001 SVU SPLINPIE PREH PREH

5 1 104 1001 KER AWH IJZ ROM

6 1 104 1001 SVU AFSLAG PREH PREH

6 1 104 1001 SVU SPLINPIE PREH PREH

6 1 104 1001 KER AWH NEO MEL

7 1 104 1001 KER ROOD MELB NTV

8 1 104 1001 SVU SPLINPIE PREH PREH

9 4 1 1008 KER AWH NEO MEL

Page 31: RAPPOR T - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed · 2016. 11. 6. · 150 na Chr. 700 voor Chr. 320 na Chr. 250 na Chr. 1650 na Chr. 2200 voor Chr. 3750 voor Chr. 6500 voor Chr. RAPPOR