photoshop les 2 werken met lagen, kleuren en transparantie · de werkbalk standaard, of het...

8
PhotoShop Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie Een digitale foto is een eigenlijk een simpel ding. Als je hem van heel erg dichtbij bekijkt is het niets meer dan een aantal rijen en kolommen van gekleurde beeldpunten (pixels) die samen, als je ze van een afstandje bekijkt, figuren gaan vormen. Deze gekleurde beeldpuntjes kun je natuurlijk één voor één een ander kleurtje geven als je bijvoorbeeld een stukje tekst in de foto wilt zetten, maar dat is veel te veel werk, en bovendien raak je het overzicht kwijt als je pixel voor pixel gaat veranderen. Daarom maken we gebruik van een geavanceerde beeldbewerker die nauwkeurig en snel deze functies kan verrichten: Photoshop. In Photoshop kun je afbeeldingen bewerken en aanpassen door de diverse toevoegingen en effecten die je wilt toepassen op aparte lagen uit te voeren. Een laag werkt als het ware als een transparante overheadsheet (zie afbeelding). Je kunt van alles op zo'n laag zetten, en die laag kun je vervolgens nog verschuiven, groter of kleiner maken, en met andere lagen van plaats verwisselen, zonder dat de originele afbeelding veranderd wordt. Als je dus iets niet goed doet, of de aanpassingen toch eigenlijk niet zo mooi vindt, dan hoef je dus alleen maar de betreffende laag weg te gooien, terwijl er niets met je originele afbeelding is gebeurd. Downloaden Allereerst ga je de benodigde afbeeldingen voor dit practicum downloaden. Het betreft een gezipt bestand dat je in c:\werkmap van je computer moet plaatsen. Pak daarna in de werkmap het bestand uit zodat de benodigde bestanden beschikbaar komen. 1 Download het gecomprimeerd bestand photoshop2.zip met de afbeeldingen en bewaar het in c:\werkmap, daarna unzippen en de bestanden staan gereed. Daarna kun je aan de slag met afbeeldingen, lagen, kleur en transparantie. 2 Start Adobe PhotoShop CS6 Je kunt het programma op school vinden bij het vak informatica onderdeel Adobe CS6. De verschillende gereedschappen die je nodig kunt hebben bij het bewerken van de beelden staan bij elkaar gegroepeerd in werkbalken en paletten.

Upload: others

Post on 07-Oct-2020

4 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: PhotoShop Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie · de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen. De paletten bevatten meestal specifiekere

PhotoShop

Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie

Een digitale foto is een eigenlijk een simpel ding. Als je hem van heel erg dichtbij bekijkt is het niets meer dan een aantal rijen en kolommen van gekleurde beeldpunten (pixels) die samen, als je ze van een afstandje bekijkt, figuren gaan vormen.

Deze gekleurde beeldpuntjes kun je natuurlijk één voor één een ander kleurtje geven als je bijvoorbeeld een stukje tekst in de foto wilt zetten, maar dat is veel te veel werk, en bovendien raak je het overzicht kwijt als je pixel voor pixel gaat veranderen.

Daarom maken we gebruik van een geavanceerde beeldbewerker die nauwkeurig en snel deze functies kan verrichten: Photoshop.

In Photoshop kun je afbeeldingen bewerken en aanpassen door de diverse toevoegingen en effecten die je wilt toepassen op aparte lagen uit te voeren.

Een laag werkt als het ware als een transparante overheadsheet (zie afbeelding).

Je kunt van alles op zo'n laag zetten, en die laag kun je vervolgens nog verschuiven, groter of kleiner maken, en met andere lagen van plaats verwisselen, zonder dat de originele afbeelding veranderd wordt.

Als je dus iets niet goed doet, of de aanpassingen toch eigenlijk niet zo mooi vindt, dan hoef je dus alleen maar de betreffende laag weg te gooien, terwijl er niets met je originele afbeelding is gebeurd.

Downloaden Allereerst ga je de benodigde afbeeldingen voor dit practicum downloaden. Het betreft een gezipt bestand dat je in c:\werkmap van je computer moet plaatsen. Pak daarna in de werkmap het bestand uit zodat de benodigde bestanden beschikbaar komen.

1 Download het gecomprimeerd bestand photoshop2.zip met de afbeeldingen en bewaar het in c:\werkmap, daarna unzippen en de bestanden staan gereed.

Daarna kun je aan de slag met afbeeldingen, lagen, kleur en transparantie.

2 Start Adobe PhotoShop CS6

Je kunt het programma op school vinden bij het vak informatica onderdeel Adobe CS6.

De verschillende gereedschappen die je nodig kunt hebben bij het bewerken van de beelden staan bij elkaar gegroepeerd in werkbalken en paletten.

Page 2: PhotoShop Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie · de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen. De paletten bevatten meestal specifiekere

De werkbalken bevatten meestal de zaken die je gedurende je gehele project nodig hebt, zoals opslaan in de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen.

De paletten bevatten meestal specifiekere gereedschappen, gericht op één taak. Het werkgebied waarop

getekend wordt noem je de canvas, zoals je al eerder hebt gezien in les 1 van Photoshop.

In de afbeelding zie je de Engelse benamingen. Het is handig dat je zowel met de Engelse als met de Nederlandse aanduiding overweg kan. De verschillende paletten kun je activeren via het rolmenu Venster of Window van de menubalk.

Page 3: PhotoShop Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie · de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen. De paletten bevatten meestal specifiekere

3 Zorg ervoor dat het palet lagen zichtbaar is. Als het palet lagen niet zichtbaar is kun je dit zichtbaar maken met | Venster | Lagen |

We gaan een collage van een landschap maken door verschillende afbeeldingen te combineren tot één geheel. De afbeeldingen bestaan uit verschillende formaten. Je leert onder andere hoe je die verschillende formaten toch kunt opnemen in één afbeelding van Photoshop.

De benodigde afbeeldingen staan in de map photoshop2 van de werkmap.

We gaan een landschap opbouwen uit verscheidene lagen. Er zal hierbij met name aandacht besteed worden aan het nut van lagen en transparantie. Sla je werk regelmatig op onder de naam landschap.psd.

PSD staat voor PhotoShop Document (en bevat de ‘broncode’ van je afbeelding in lagen en dergelijke).

4 Maak een nieuw document aan van 640x480 pixels. Kies de achtergrondkleur wit. | Bestand | Nieuw | Gegevens invullen | OK |

5 Open de gedownloade bestanden en importeer ze in je document door ze er in te slepen. Wacht echter nog met het importeren van de bestanden 'muur.tif' en 'vogel.gif.

Page 4: PhotoShop Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie · de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen. De paletten bevatten meestal specifiekere

Zorg ervoor dat je de verschillende 'afbeeldingen' binnen photoshop als venster uitvoert. Enkel dan kun je

de verschillende afbeeldingen met het gereedschap Verplaatsen (V) verwerken: | Venster | Ordenen | Zweven in venster |

6 Open het bestand muur.tif. Om het bestand 'muur.tif' met zijn bijgevoegde transparantie te importeren naar je document klik je eerst met de linker 'Ctrl' toets ingedrukt in je “Kanalen palette” (Channels) op 'Alpha 1'. Zo heb je een selectie gemaakt van de muur die we willen gebruiken. Sleep de

inhoud van deze selectie met het verplaatsgereedschap (V) in je document.

Page 5: PhotoShop Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie · de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen. De paletten bevatten meestal specifiekere

7 Open het bestand vogel.gif. Om de 'vogel.gif' afbeelding naar je document te kunnen slepen moet je 'vogel.gif' eerst omzetten van geïndexeerd kleurgebruik naar RGB kleurgebruik, zodat de gebruikte kleurenschema's bij elkaar passen. | Afbeelding | Modus | RGB-kleur | en sleep daarna de vogel in je document.

Als het goed is heb je nu zeven nieuwe lagen (exclusief de 'Achtergrond' laag). Om wat overzicht te krijgen in je document geef je eerst alle lagen een relevante naam.

8 Geef elke laag een relevant naam. Daartoe dubbelklik je op de naam van een laag en pas je de naam aan. Vervolgens ga je lagen groeperen in een “Lagengroep”. Zo’n nieuwe map (groep) kun je aanmaken door onderin je “Lagenpalette” op het pictogram “Nieuwe groep maken” te klikken. Sleep nu je achtergrond afbeeldingen in de zojuist aangemaakte “Achtergrondmap”.

Page 6: PhotoShop Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie · de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen. De paletten bevatten meestal specifiekere

Voor elke laag zie je een icoontje van een oog staan, wat aangeeft of je laag weergegeven wordt of niet. Door op dit icoontje te klikken kun je lagen verbergen of juist weer tonen. Om overzicht te houden in de volgende stappen is het makkelijk om te zorgen dat je alleen de laag toont waarmee gewerkt wordt.

9 Je gaat met een “Laagmasker” het zand in de 'zand' laag vrijstaand maken (dus los van de blauwe lucht). Zet alle 'oogjes'uit, behalve van de 'zand' laag'. Zorg dat in je “Lagenpalette” de ‘zand’ laag ook daadwerkelijk geselecteerd is voor je verder gaat. Selecteer in je canvas het gedeelte dat je zichtbaar wil laten (het zand onderin dus) met het “Rechthoekig selectiekader (M)”. Druk daarna onderin je “Lagenpalette” op “Laagmasker toevoegen” om van je selectie een masker te maken.

Je ‘zand’ laag is voor de helft transparant (doorzichtig) geworden; de lucht in de foto is nu verborgen en zou dus later terug gehaald kunnen worden!

Met maskers kun je veel dingen vrijstaand maken zonder daadwerkelijk pixels van je afbeelding te verwijderen. Dit ga je nu ook doen bij de ‘vlinder’ laag.

10 Selecteer met behulp van het “Gereedschap Snelle selectie (W) - kies daarna snelle selectie of toverstaf” het witte gebied om de vlinder heen. Zoals eerder beschreven zal het geselecteerde gebied zichtbaar blijven en alles wat niet geselecteerd is wordt verborgen onder het masker. In dit geval willen we precies het omgekeerde. Ga daarom na het selecteren van het witte gebied naar: | Selecteren | Selectie omkeren | waardoor de selectie zich omdraait. Nu de vlinder zelf is geselecteerd maak je pas van je selectie een masker met de “Laagmasker toevoegen” knop.

Je ziet dat de buitenkant van de vlinder nu transparant is geworden.

Er zijn meerdere manieren om maskers toe te passen. Selecteer nu in je “Lagenpalette” de ‘vliegtuig’ laag want ook die ga je vrijstaand maken. Dit is door de drukke achtergrond helaas niet goed mogelijk met het "Gereedschap Snelle selectie (W) ofwel het “Magic Wand Tool”, vandaar dat we het vliegtuig met een zogenaamd ‘snelmasker’ vrijstaand gaan maken.

11 Klik onderin je Gereedschap (Toolbox) op "Bewerken in Snelmaskermodus (Q)" ofwel “Edit in Quick Mask Mode (Q)”. Nu je in de “Quick Mask Mode” zit kun je over de afbeelding heen een gebied gaan tekenen van het gedeelte wat je wil selecteren. Dit kan met diverse gereedschappen uit de “Toolbox”, maak hier bijvoorbeeld gebruik van je "Penseel (B)" ofwel de “Brush Tool (B)”. Wanneer je tevreden bent over het aangegeven gebied zul je weer uit de “Quick Mask Mode” dienen te gaan door op "Bewerken in Standaarmodus (Q)" ofwel “Edit Standard Mode (Q)” te klikken. Het aangegeven gebied zal zo worden omgezet in een selectie waarvan je weer een masker kunt maken zoals eerder beschreven (“Laagmasker toevoegen” knop in het “Lagenpalette”).

Page 7: PhotoShop Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie · de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen. De paletten bevatten meestal specifiekere

Het laatste object wat nog vrijstaand gemaakt moet worden is de ‘ballon’ laag. Deze luchtballon heeft een mooie ronde vorm die makkelijk op weer een andere manier te maskeren is.

12 Maak met behulp van het "Lasso (L)" gereedschap (eventueel magnetisch) de ballon vrij en gebruik weer de knop "Laagmasker toevoegen" uit het "Lagenpalette".

13 Nu ben je aan de afronding en kun je alle losgeknipte afbeeldingen ergens op een willekeurige locatie in beeld (op de canvas) plaatsen. Echter aangezien de afbeeldingen qua grootte niet echt bij elkaar passen kun je deze nu nog schalen en roteren met behulp van | Bewerken | Vrije transformatie | ofwel de “Free Transform” optie, zoals je eerder in les 1 hebt gezien.

Indien je de ‘lucht’ laag nog wat te donker vindt kun je deze (of iedere andere laag of “groepslaag”) transparanter maken door in je “Lagenpalette” bij "Dekking" ofwel “Opacity” de waarde te verlagen.

Uiteindelijk is het de bedoeling dat je tot het volgende resultaat bent gekomen (of nog komt ;-)

Als de afbeelding helemaal naar je wens is sla je het geheel nog eenmaal op als landschap.psd. Dit psd-bestand (photoshop bestand) bevat nog alle afzonderlijke lagen en kun je gebruiken als je de afbeelding nog wilt bewerken.

14 Sla nogmaals de afbeelding op als landschap.psd via | Bestand | Opslaan |

Page 8: PhotoShop Les 2 Werken met lagen, kleuren en transparantie · de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen. De paletten bevatten meestal specifiekere

Tot slot ga je de afbeelding nogmaals opslaan als een landschap.jpg dus een .jpg-bestand. Daarbij worden alle lagen verwerkt tot één geheel. Je verkrijgt dus één bestand zonder afzonderlijke lagen. De bestandsomvang zal daarbij ook veel kleiner worden.

Een reclamebureau levert het .jpg-bestand aan de klant. Het .psd-bestand blijft bij het reclamebureau. Als de klant dan nog wijzigingen wil in het ontwerp, dan is daar weer het .psd-bestand voor nodig.

15 Maak van de afbeelding een .jpg-bestand met als naam landschap.jpg. | Bestand | Opslaan als ... | Indeling JPEG | Opslaan |

16 Vergelijk ook nog even de schijfgrootte van landschap.psd en landschap.jpg en noteer het resultaat. Hoeveel % is landschap.jpg van landschap.psd?

Met Photoshop kun je afbeeldingen bewerken die je bijvoorbeeld later in een game of animatie verwerkt: