pensioenakkoord nader bezien
DESCRIPTION
Het Pensioenakkoord nader bezien: beschouwingen en berekeningenTRANSCRIPT
Het Pensioenakkoord nader bezien
www.edmondhalley.nl
Geachte relatie,
In het Pensioenakkoord van 17 december 2013 is afgesproken dat
de fiscale maxima van de aanvullende pensioenen verder omlaag
worden gebracht per 1 januari 2015. Daar waar in het
Regeerakkoord nog werd uitgegaan van maximaal 1,75% per jaar
uit te keren vanaf 67, is in het Pensioenakkoord uiteindelijk 1,875%
overeengekomen. Dit betekent een verdere verlaging van de al
eerder overeengekomen verlaging naar 2,15% per 1 januari 2014
met 0,275% per jaar.
Werknemers gaan dus vanaf 2015 per jaar 0,275 procent minder
pensioen opbouwen, wat overeenkomt met een verlaging van
zo’n 13% ten opzichte van wat in 2014 nog is toegestaan. Over een
periode van veertig jaar betekent dat een aanzienlijk lagere
pensioenopbouw. Een 25-jarige die begint met opbouwen kon in
de oude situatie tot 2014 40 maal 2,25% is 90% van het gemiddelde
salaris opbouwen. In de nieuwe situatie vanaf 2015 is dat 42 maal
1,875% is 78,75%. Voor meer inzicht in de effecten deden wij enkele
berekeningen.
Wij rekenden 4 maatmannen door van allen 25 jaar die aan het
begin van hun carrière staan:
► Maatman 1 : 25 jaar, startsalaris EUR 25.000, gemiddeld
carrièreverloop (3-2-1-0)
► Maatman 2 : 25 jaar, startsalaris EUR 32.000, laag carrièreverloop
(1-1-0-0)
► Maatman 3 : 25 jaar, startsalaris EUR 45.000, steil carrièreverloop
(5-4-3-1)
► Maatman 4 : 25 jaar, startsalaris EUR 60.000, steil carrièreverloop
(5-4-3-1)
Wij berekenden de pensioenresultaten op de pensioendatum,
inclusief de AOW-uitkering (enkele gehuwde), en zetten dit af
tegen het laatstverdiende salaris op de pensioendatum, en
hebben dat gedaan voor 3 regimes:
1. Het regime tot 2014: 2,25% middelloon en pensioenleeftijd 65
jaar;
2. Het nieuwe regime in 2014 conform de "Wet verhoging
AOW- en pensioenrichtleeftijd": 2,15% middelloon,
pensioenleeftijd 67 jaar en
3. Het Pensioenakkoord-regime: 1,875% middelloon,
pensioenleeftijd 67 jaar.
Verder is rekening gehouden met 2% algemene loonontwikkeling en inflatie en 1% indexatie. Voor
de onderlinge vergelijkbaarheid zijn de pensioenen in het huidige regime (65 jaar) uitgesteld naar 67
jaar met bovendien 2 jaar (extra) opbouw tussen 65 en 67.
De pensioenafbreuk historisch
gezien in een notedop:
De aloude norm wás 70
procent van het laatste salaris.
Het werd maximaal 90
procent van het gemiddeld
verdiende loon. Veertig jaar
lang mag een werknemer
maximaal 2,25 procent van
zijn pensioen opbouwen (40 x
2,25 procent opbouw per jaar
= 90 procent van het
gemiddeld verdiende loon).
Het opgebouwde pensioen
zou geïndexeerd worden, op
basis van loon- of
prijsindexcijfers.
Voor het indexeren van
opgebouwde pensioenen van
deelnemers, ex-deelnemers en
gepensioneerden is voorlopig
geen geld. Blijft over 90%
gemiddeld verdiende loon
zonder indexatie
De pensioenleeftijd schuift in
2014 op naar de 67-jarige
leeftijd. Dat betekent dat er
twee extra jaren zijn om
pensioen in op te bouwen.
Vanwege die extra jaren is
bepaald dat werknemers bij
een middelloonregeling niet
maximaal 2,25 procent per
jaar mogen opbouwen, maar slechts 2,15 procent. Een
vermindering van 0,1 procent.
In het pensioenakkoord is de
nieuwe norm vastgesteld op
78,75 procent. Over 42
dienstjaren is dat per jaar 1,875
procent. Dit is een verdere
vermindering van 0,275
procent t.o.v. 2014.
Het Pensioenakkoord nader bezien
www.edmondhalley.nl
In onderstaande figuur zijn de uitkomsten te zien voor de genoemde 4 maatmensen, waarbij
het resultaat gelijk is aan het pensioen op de pensioenleeftijd (67 jaar) plus de AOW
(enkelvoudig) afgezet tegen het laatstverdiende salaris. De relatieve effecten zijn het grootst
bij de carrièremakers, zo’n 22% ten opzichte van het huidige fiscale regime tot 2014.
Figuur 1:
Lagere premies?
Normaliter betekent een lagere pensioenopbouw ook lagere premies, en uiteindelijk dus ook
lagere uitkeringen. Dat eerste valt nog maar te bezien in de praktijk. De wetgever wil er in elk
geval alles aan doen om lagere premies af te kunnen dwingen, gezien de negen
premiewaarborgen die zijn gesteld. Het is goed voor te stellen dat sociale partners uiteindelijk
toch zo veel mogelijk geld fiscaal vriendelijk in de pensioenregeling kwijt willen, bijvoorbeeld
door het nabestaandenpensioen te optimaliseren, het toeslagenbeleid te verbeteren,
achterstanden en tekorten versneld weg te werken en nog meer van dergelijke opties.
Wij rekenden alvast uit met welk percentage de pensioenpremie omlaag kan, waarbij de
verschillende regimes worden vergeleken. Omwille van de eenvoud hebben wij hierbij het
nabestaandenpensioen buiten beschouwing gelaten. Becijferd is eerst het benodigde
kapitaal op de pensioenleeftijd in het ruimste regime en het regime dat is vergeleken. Het
verschil op de pensioendatum is uiteindelijk de slotwaarde van de lagere premies gedurende
de looptijd. Anders gezegd: de genoemde premiepercentages zijn de premies (als
percentage van de pensioengrondslag) die van jaar tot jaar zouden moeten worden
ingelegd om uiteindelijk bij een verondersteld rendement van 3% op het ruimste regime uit te
komen. Let wel: dit is de berekening voor de 25-jarige maatmens, en kan dus niet zomaar op
een bestand worden toegepast. Het geeft slechts een indicatie.
Het Pensioenakkoord nader bezien
www.edmondhalley.nl
Figuur 2
Als voorbeeld: stel dat voor deze 25-jarige momenteel in het huidige fiscale regime een
actuariële premie wordt betaald van 23% van de pensioengrondslag, dan is de premie
onder het nieuwe Pensioenakkoord vanaf 2015 grofweg 16,5% van de pensioengrondslag.
En nu?
Voor 99% van alle pensioenregelingen betekent het sowieso (weer) een aanpassing van de
pensioenregeling. Als het pensioenakkoord uiteindelijk tot wetgeving wordt verheven, en
daar ziet het nu dus wel naar uit, dan kunt u in 2014 wederom aan de slag om deze nieuwe
wijziging door te voeren. Ook nu zal dat weer in gezamenlijk overleg moeten met de sociale
partners. Bij verzekerde pensioenregelingen is hierbij vaak de Ondernemingsraad de
onderhandelingspartner, maar ook bij pensioenfondsen speelt de Ondernemingsraad sinds
augustus 2013 een prominentere rol.
Concreet betekent het dat als u voor 2014 een pensioenregeling heeft afgesproken met een
opbouwpercentage hoger dan 1,875% (ook beschikbare premieregelingen) u deze uiterlijk
op 31-12-2014 moet hebben aangepast. Het zal dan vooral gaan over de vraag hoe de
verlaging van de pensioenpremie gaat worden besteed, waarbij wij opmerken dat fiscaal
vriendelijke oplossingen of compensaties eigenlijk niet meer mogelijk zijn. Te denken valt wel
aan oplossingen als het verlagen van de werknemersbijdrage, financiering van toeslagen (in
de toekomst), optimaliseren van het partnerpensioen of simpelweg compensaties in de
loonsfeer of andere arbeidsvoorwaarden.
Het Pensioenakkoord nader bezien
www.edmondhalley.nl
De waarde van de pensioenregeling als arbeidsvoorwaarde neemt af. Bij gelijkblijvend
budget ontstaat er dus ruimte om eens goed te kijken naar andere arbeidsvoorwaarden in
combinatie met de specifieke behoeften van de moderne werknemer. Wij zijn van mening
dat veel meer op een integrale wijze moet worden gekeken naar de behoeften van mensen.
Concreet betekent dit dat in eerste instantie een aantal grote thema’s op elkaar moeten
worden afgestemd, zoals:
• Pensioen • Zorg • Wonen • Studie • Kinderen • Inkomen • Vrije tijd
Een integrale benadering betekent minimaal dat er sprake moet zijn van een
arbeidsvoorwaardenpakket dat al deze thema’s aan elkaar knoopt, en waarbij werknemers
in feite zelf de regie hebben over hun totale arbeidsvoorwaardenbudget. De hele simpele
basisgedachte hierbij is: “spaar wanneer je kan sparen en consumeer naar behoefte”.
Meer weten ?
Drs. Jeroen Tuijp, AAG
Partner bij Edmond Halley BV
[email protected] / 06-2797 9555
www.edmondhalley.nl