organisatiewetenschappen - carrièreperspectieven

OrganisatiewetenschappenCarrièreperspectieven

Beste studenten Organisatiewetenschappen,

Heeft u zich ooit afgevraagd wat de toekomst u zou kunnen bieden op een uiterst beweeglijke arbeidsmarkt? Wij, als studievereniging POLIS, willen hier graag ons licht op schijnen. We zijn in contact getreden met alumni en hebben hen gevraagd hun ervaringen te delen. Welke beroepsrel-evante competenties die ze op de studie hebben meegekregen, hebben ze nu het meeste aan? Wat was hun eerste werkgever en welke functie bekleden/bekleedden ze daar? Allemaal vragen die worden beantwoord door zowel recent afgestudeerden, als alumni, die al jarenlang actief zijn binnen verschillende organisaties.

Veel leesplezier en onthoud, dit is pas het topje van de ijsberg aan mogelijkheden.

Martijn van Loovoorzitter Interne Communicatie Commissie 2013-2014

Stefan Oude Rengerink Afgestudeerd in 2012

Stefan begon zijn carrière bij KPN Corporate Market BV als Management trainee. Hierin vervulde hij diverse rollen, waaronder Projectmanagement Intern, Projectcoördinatie Intern en Organisa-tie Advies ‘Governance’ Intern.

Over welke beroepsrelevante competenties moet een net afgestudeerde (Bachelor) student Organisatiewetenschappen volgens jou beschikken?

“De benodigde competenties hangen uiteraard af van de rol welke je in de toekomst wil gaan bekleden. Een rol op het gebied van projectmanagement vraagt (bijvoorbeeld) om leidinggevende kwaliteiten, het kunnen behouden van overzicht, doelgerichtheid, en aandacht voor medewerkers. Een rol in de context van organisatie advies vraagt om analytisch vermogen, een frisse blik, en communicatieve vaardigheden.

Bovenstaande lijst is een beperkte opsomming van competenties welke een afgestudeerd stu-dent OW zou kunnen helpen in de wereld van projecten en organisatie advies. Het zijn echter vrij algemene competenties welke je niet alleen binnen de studie OW op kan doen. Ik ben dan ook van mening dat men zich, naast het ontwikkelen van competenties binnen de studie, vooral moet richten op persoonlijke ontwikkeling op een breder vlak (studie gerelateerde activiteiten e.d.).”

In een professionele omgeving speelt studieachtergrond een steeds kleinere rol, je maakt met name het verschil met jouw eigen persoonlijkheid en unieke inbreng.

Eva van den Heuvel Afgestudeerd in 2011

Na haar studie, kwam Eva terecht bij Dutch als ondersteuning bij projectmanagement. Dit heeft ze voor verschillende organisaties gedaan, waaronder KPN. Nu vervuld ze de functie van Extern Adviseur, Projectmanagement over meerdere organisaties, trainer en coach bij Breaking Habits.


“Je moet inzicht hebben in hoe organisaties functioneren en waarom ze zo functioneren. Je hebt het analytische vermogen om snel zaken met elkaar in verband te brengen en je kunt makkelijk complexe dingen versimpelen en terug brengen naar de kern. Je begrijpt waarom mensen be-paald gedrag vertonen en voorziet wanneer iets leidt tot weerstand.

Je ziet dat een organisatie enkel en alleen bestaat uit de mensen die er werken en dat zij de oorzaak zijn van het succes of falen van een organisatie.

Het belangrijkste van allemaal is dat je inziet dat een organisatieverandering altijd gepaard gaat met een gedragsverandering en dat mensen alleen maar meebewegen wanneer ze de wil hebben om mee te bewegen!”

Marieke Moorman Afgestudeerd in 1995

Wat is uw functie en binnen welke organisatie bent u momenteel actief?

“Ik ben burgemeester van de gemeente Bernheze.”

Kunt u een korte beschrijving geven van uw loopbaan tot op heden?

“Na mijn afstuderen heb ik een jaar gewerkt als wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit van Tilburg. Daarna ben ik aan de slag gegaan bij training- en adviesbureau Publiek Domein BV. Ik was coach/trainer voor managers en beleidsmedewerkers in de publieke sector, op het vlak van persoonlijke en professionele ontwikkeling. Ik heb een uitstap van een jaar gemaakt naar het lan-delijk partijbureau van de PvdA. Ik was campagnemedewerker van toenmalig minister-president Wim Kok, voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1998.

Van 2006 tot en met 2013 was ik wethouder van de gemeente Tilburg.”

Als u nu terugkijkt naar uw studietijd, wat heeft deze bijgedragen aan uw huidige werkzaam-heden?

“Mijn studie heeft me in de eerste plaats een netwerk opgeleverd waar ik nu, zowel zakelijk als privé, nog steeds plezier van heb. In praktische zin heb ik tijdens mijn studiejaren geleerd om samen te werken, te presenteren, snel fl inke hoeveelheden tekst tot me te nemen en hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden. Dat komt nu nog steeds van pas.”

Vakinhoudelijk heb ik in algemene zin kennis gekregen van hoe beleidsprocessen en beleidsnetwerken functioneren. Maar de meeste vakinhoudelijke kennis heb ik opgedaan na mijn studie, al werkende weg. Het is zaak dat levend te houden. Leren stopt dus niet na je studie.

Mariëlle de WitAfgestudeerd in 2013


“Dat ligt er maar net aan wat je wilt gaat doen. Met solliciteren is het is vooral belangrijk dat je weet welke competenties je bezit. Weet waarin je goed bent en waar voor jou de valkuilen liggen. Daar-naast is het belangrijk dat je concrete voorbeelden kunt geven van die competenties en valkuilen. Werk en/of commissie-ervaring is dus echt een pre.

Wanneer je universitair afgestudeerd bent, beschik je sowieso over een bepaald analytisch vermo-gen. Hop, die competentie heb je sowieso in je zak! Verder denk ik dat je competenties ook heel erg samenhangen met je persoonlijkheid. De een neemt gemakkelijk de leiding, terwijl de ander prettiger werkt wanneer hij duidelijke richtlijnen heeft. Zo heb je babbelaars die zich prima op hun gemak voelen tussen vreemde mensen en in grote groepen. Terwijl anderen liever de kat uit de boom kijken. Je hebt mensen die het grote plaatje zien en mensen die veel meer met details bezig zijn.

Ik denk niet dat je per se bepaalde competenties moet bezitten als afgestudeerde. Belangrijk is dat je ze kent en dat ze passen bij je baan. Weet wat je motiveert, weet wat je leuk vindt en welke werkomgeving bij je past. Wil je bij een groot bedrijf werken of pas je beter in een klein bedrijf? Past het beter bij je om in projecten te werken, met een kop en een staart, of ben je liever langdurig bezig met een bepaalde taak? Ben je een sociaal dier, of kom je beter uit de verf in kleine groepen. Elk bedrijf zoekt andere mensen. Het verschilt per functie welke competenties je nodig hebt.”

Welke was je eerste functie en bij welke werkgever?

“Management Trainee – Lidl Nederland. Hier werd ik opgeleid tot Rayonmanager. Met mijn com-petenties zat het wel goed, ik bezat wat ik nodig had voor de functie en ze zagen mij als iemand met potentie. Zelf zat ik er alleen totaal niet op mijn plek. Mijn persoonlijkheid matchte niet met de organisatiecultuur en ik kon mijn ei niet kwijt. Na veel wikken en wegen heb ik besloten ontslag te nemen. En nee, dat was geen gemakkelijke beslissing. Achteraf ben ik ontzettend blij dat ik die keuze heb gemaakt en ben ik van een groot internationale organisatie overgestapt naar een klein bedrijf. In plaats van 12000 medewerkers, werk ik nu met/bij een copywriter in Tilburg. Zij en ik, that’s it. Hier zit ik wel op mijn plek!”

Weet wat je motiveert, weet wat je leuk vindt en welke werkomgeving bij je past.

In welke rollen heb je vooral gefunctioneerd?

“Adviseur intern, extern adviseur/consultant, projectmanagement binnen een organisatie, pro-jectmanagement over meerdere organisaties, overige, stafmedewerker uitvoerend (HR, Kwaliteit, Training, Projectsecretaris).

Tijdens het traineeship werd ik opgeleid tot Rayonmanager. Als Rayonmanager heb je de verant-woordelijkheid over een aantal winkels. Je bent dan verantwoordelijk voor eigenlijk alles wat er in een winkel speelt. Je controleert of processen goed verlopen, je bent een klankbord voor de filiaal-managers en stuurt hen aan. Ook ben je verantwoordelijk voor het personeelsbeleid. Eigenlijk sta je tussen het hoofdkantoor (regiokantoor) en de winkels. Het is een mix van een consultant, een manager en je houdt je bezig met HR.

Voor mijn huidige werk, bij Bureau Taalvast, ben ik vooral bezig met content management. Een interessant woord voor het bedenken en creëren van ‘inhoud’. We schrijven teksten voor bedrijven en helpen hen met het bedenken van bepaalde concepten. Hierin geven wij advies. Ik werk nu dus heel projectmatig. Elke klant is anders en de opdrachten die we krijgen verschillen heel erg van elkaar. Iets wat veel beter bij me past en hier kan ik mijn creativiteit kwijt!”

Guido Reuvers Afgestudeerd in 2012

Guido begon zijn carrière bij Epic als projectmanager / implementatiespecialist waarbij hij nog steeds actief is. Hier heeft hij zowel interne projecten geleid en ondersteund als externe projecten geconsulteerd als gecoördineerd.


Om te zorgen dat je in eerste instantie bij een bedrijf terecht komt, zal je goed de koppeling moeten maken tussen de be-drijfspraktijk en je eigen competenties.

“Dit in een overzichtelijke wijze presenteren aan potentiële werkgevers is van essentieel belang om snel een baan te vinden.

De belangrijkste competenties die OW-ers zouden moeten bezitten als gevolg van de opleiding zijn:

- Analytisch denkvermogen- Procesdenken- Multidisciplinaire kijk- Onderzoek- Kennis over veranderingsprocessen en bijkomende weerstanden.

Competenties waarover niet iedereen noodzakelijkerwijs beschikt na afstuderen maar wel belan-grijk zijn voor functies waar OW-ers doorgaans in terecht komen zijn:

- Scheiden van hoofd- en bijzaken- Communicatieve vaardigheden- Aansturen van mensen.”

Angela Bouwman Afgestudeerd in 2012

Als Junior Business Consultant begon Angela haar loopbaan bij Ordina, waarna ze als uitvoerend Service Expert Extern bij Philips terecht kwam. Nu vervult ze de taak van Junior implementatie-begeleider bij Stichting Dichterbij.


“Analytisch denkvermogen, communicatief vaardig, denken in processen (inter-relationeel), mul-tidisciplinaire kijk, desk research/quick scan (door snel papers te schrijven doe je de vaardigheid op van het snel tot je nemen en integreren van informatie), gevoel voor weerstand, coördineren, verslaglegging, tot de kern kunnen komen.

Waar hebben we het eigenlijk over?Waarom doen we dit eigenlijk?Spiegel, refl ectie. Deze vragen kunnen teruggeven.

Mijn manager zegt dagelijks tegen mij: ‘goede vraag’. Blijf je verbazen en dingen ter discussie stellen. Hoofd- en bijzaken kunnen scheiden. Doordat je tijdens de opleiding papers hebt moeten schrijven, heb je de vaardigheid opgedaan om informatie te kunnen stroomlijnen en tot een nieuw verhaal te maken.

Het is dus met name het wetenschappelijk onderwijs dat je helpt met werken. Wat OW-specifi ek is, is het aantal papers dat je moet schrijven, inter-relationeel, intra-relationeel (processen en relaties tussen en binnen organisaties (h)erkennen, instituties (de omgeving die invloed uitoefent)).”

Cristel van de Ven Afgestudeerd in 1996

Wat is uw functie en binnen welke organisatie bent u momenteel actief?

“Ik ben mede-eigenaar en oprichter van Factor Vijf, bureau voor organisatieontwikkeling. Met Fac-tor Vijf voeren we onderzoeks- en adviesopdrachten uit voor (voornamelijk) grote bedrijven als DSM, Philips, ING en NS over duurzame inzetbaarheid, vernieuwing van werkrelaties en arbeids-voorwaarden. We verbinden belangen van medewerkers en organisatie door meer in te zetten op dialoog op de werkvloer. We zijn een netwerkorganisatie, hebben geen formeel kantoorpand, maar we werken bij opdrachtgevers en ‘in the cloud’. We werken veel samen met andere bureaus en met een aantal zzp’ers.”

Kunt u een korte beschrijving geven over uw loopbaan tot op heden?

“In 1996 ben ik begonnen met werken bij het bedrijf Hay Group. Hay Group is een wereldwijd opererend organisatieadviesbureau. Klanten komen uit de publieke en private sector, dit zorgde voor uiteenlopende uitdagingen, zoals vraagstukken rondom functiewaardering, beloning en pen-sioendossiers. Ik ben begonnen als business-analist en ben vervolgens doorgegroeid naar Junior Consultant en naar Consultant. In 2001 werd ik HR Manager bij Isotis NV. Isotis is een internation-aal biomedisch bedrijf. Ik was betrokken bij de bouw van de organisatie en het bijbehorende HR-beleid. Het bedrijf bestond uit 220 medewerkers met 18 verschillende nationaliteiten. Na het besluit om de organisatie te verplaatsen naar de Verenigde Staten, was ik vanuit HR verantwoordelijk voor de afbouw van de Nederlandse organisatie.

Vanaf 2002 werkte ik bij TNO Quality of Life, onderdeel Arbeid. Mijn functie daar was Senior Ad-viseur en onderzoeker op het op het terrein van diversiteit, levensfasebewust personeelsbeleid en innovatief HR beleid. Ik heb bij TNO verschillende adviestrajecten uitgevoerd bij onder andere KLM, gemeente Emmen en Philips. Ook was ik er portefeuillehouder Markt van de Business Unit Arbeidsparticipatie. In deze rol was ik verantwoordelijk voor de coördinatie van alle commerciële activiteiten van de business unit en lid van het MT.

Na vijf jaar TNO was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Die werd mij geboden door Randstad HR Solutions, waar ik als leidinggevende kon meebouwen aan de start van een Randstad-adviestak. Per 2007 werd ik er managing-consultant. Ik was manager van een groep van 9 (senior) HR con-sultants. Mijn team gaf advies aan profi t en not-for-profi t organisaties over duurzame inzetbaar-heid, strategische personeelsplanning, HR optimalisatie, en leiderschaps- en talentontwikkeling. Wederom bij grote opdrachtgevers als NS, Erasmus MC en Philips.

Inmiddels had ik een stevige persoonlijke expertise opgebouwd op het terrein van diversiteit, du-urzame inzetbaarheid, mensen leiderschapsontwikkeling en nieuwe arbeidsrelaties. Deze exper-tise en het netwerk van opdrachtgevers en collega’s, dat ik door de jaren heen heb opge-

Tijdens de studie heb ik geleerd om conceptueel en analytisch te denken.

bouwd, zet ik ook in mijn huidige baan weer volop op. Ik heb nu een zogenoemde ‘hybride arbeidsrelatie’. Ik werk niet vast bij één bedrijf, maar heb meerdere betrekkingen. Het merendeel van mijn tijd besteed ik aan mijn werk bij Factor Vijf. Maar daarnaast doe ik ook promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam, en geef ik regelmatig gastcolleges bij verschillende universiteiten en managementschool, zoals de UU, de Tu/e, de AoG School of Management (gelieerd aan de RUG) en bij Schouten & Nelissen University. Verder publiceer ik regelmatig over dit onderwerp in vakbladen. Die afwisseling in mijn werk, en de vrijheid die hoort bij het eigen ondernemerschap, vind ik heerlijk.”

Als u nu terugkijkt op uw studietijd, wat heeft deze bijgedragen aan uw huidige werkzaam-heden? Denk hierbij aan praktische vaardigheden, vakinhoudelijke kennis en studie- en/of studentenverenigingsleven.

“Ik weet niet of je het praktisch kunt noemen maar tijdens de studie heb ik geleerd om conceptueel en analytisch te denken. Deze competenties zorgen ervoor dat ik nu gemakkelijk organisatievraa-gstukken kan doorgronden, en dit werkt goed wanneer je – zoals ik – bedrijven en instellingen adviseert over (in mijn geval) mensen organisatieontwikkeling.

De opleiding (toen nog) Beleid- en Organisatiewetenschappen (BOW) heeft mij veel relevante ken-nis geboden die ik later heb kunnen toepassen. Bijvoorbeeld de vakken over adviesvaardigheden, het sturen van veranderingen in organisatie, het uitvoeren van strategische branche- en organisa-tieanalyses en de wijze waarop beleid tot stand komt. Ook heb ik veel gehad aan een aantal keuze-vakken. Een keuzevak (bij Psychologie) in het bijzonder was dat van wijlen Prof. Dr. de Moor over de rationeel emotieve therapie: hoe mensen een verandering / dreiging percipiëren. Die kennis komt zeer van pas wanneer je mensen – in het kader van duurzame inzetbaarheid – bijvoorbeeld laat nadenken over hun loopbaan: waarom ziet de één daarbij vooral beren op de weg, en ervaart de ander met name engeltjes op zijn of haar schouder? Maar ook een keuzevak bij Economie dat ik volgde over fusies kwam later van pas, toen ik de integratie van twee verschillende bedrijven onderzocht. In mijn werk koppel ik maatschappelijke vraagstukken (bijv. die over vergrijzing en langer doowerken) aan vraagstukken op het niveau van de organisatie (bijv. over duurzaam inzet-baarheisbeleid) en het individu (bijv. over het zetten van een loopstap). De opleiding BOW was destijds ook breed opgezet. Dat zou je een zwakte kunnen noemen van de studie, maar ik ervaar dit juist als een groot pluspunt. Doordat ik tijdens de studie al hebben nagedacht over hoe bijv. de Europese Unie van invloed is op organisaties in Nederland, en wat de rol is van individuen binnen zo’n organisatie, kan ik nu ook gemakkelijk schakelen tussen deze niveaus.

Het verenigingsleven was van uitermate groot belang. Ik was bijv. actief in de redactie van PO-

LIS-Magazine, en mag nu nog steeds graag schrijven (bijv. wetenschappelijke artikelen, en artike-len in vakbladen als PW/De Gids of Tijdschrift voor HRM).

Wat nog belangrijker is van het studieverenigingsleven is het netwerk dat je opbouwt van (nog steeds!) goede vrienden.

Ik haal bovendien mijn werk/opdrachten vooral uit mijn netwerk, dus ook vanuit dat perspectief is actief betrokken zijn bij een vereniging van groot belang. Ik kom nog regelmatig BOW-ers tegen in het werkveld, als samenwerkingspartner of als opdrachtgever. Dat schept direct een band!”

Martijn van LooSuzanne van Haren

Hinke PefferAlex Pielaet

Liselotte van HeugtenGus Leo

Joris van ZijlJasper Verspaget

organisatiewetenschappen - carrièreperspectieven

Documents