ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

11
Factsheet Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief Dames en heren. De Britse historicus Simon Schama schrijft in zijn boek ‘The Embarrassment of Riches’ over de Nederlandse cultuur ten tijde van de Gouden Eeuw. Een niet onbelangrijke periode uit onze vaderlandse geschiedenis. In deze eeuw werd de welvaart gelegd waar we nu nog van profiteren en het zal duidelijk zijn dat veel van wat Amsterdam ons te bieden heeft uit deze tijd of later afkomstig is. Het is de tijd waarin met name de zeevaart bijdroeg aan die welvaart. Het is de tijd van de VOC. Schama spreekt in zijn boek over hetgeen typerend is voor de Nederlandse cultuur en wat ons onderscheidt van andere landen. Op de eerste plaats is daar de strijd met het water. Nederland werd letterlijk overspoeld door water en kende vele vloeden die de wijsheid van het zich nederzetten in een rivierdelta regelmatig betwistte. Uniek was, dat in de strijd tegen het water iedereen gelijk was. Je komaf was niet echt bepalend of onderscheidend. Als het water kwam, verdronk iedereen tegelijk. Het is in deze tijd dat het voor Nederland typerende stelsel van waterschappen is ontstaan. Organisaties die de burgers gingen beschermen tegen het water. Organisaties die de strijd aanbonden met het water. Het waren ook organisaties waar een direct verband bestond tussen de gelden die zij inden en wat zij als tegenprestatie te bieden hadden. De strijd tegen het water verbond ons en verbindt ons nog steeds. Gekoppeld aan de strijd tegen het water ontstond het fenomeen dijk, polder en dus ook inpoldering en landaanwinning. De inmiddels bij iedereen bekende typering ‘God created the World, but the Dutch their own’ vindt zijn oorsprong in deze tijd. Wij hebben dus niet alleen een traditie als het gaat om water, het zoeken, vinden en creëren van nieuwe ruimte is daar een direct afgeleide van. Opvallend genoeg wordt in onze tijd de VOC door bestuurders en met name onze Minister-President nogal eens opgevoerd om de burgers te motiveren. Motiveren om weer ondernemend te worden. Ondernemend zoals we in de Gouden Eeuw waren en die ons land een voor die tijd een ongekende welvaart opleverde. Ontegenzeggelijk waren de lieden van de VOC ondernemend. Het waren zeevaarders die op ontdekkingsreis gingen. Zij verkenden de wereld om zich heen en gingen op zoek naar nieuwe mogelijkheden. En ze deden dat in veel gevallen in het algemeen belang, of in ieder geval in het belang van de mensen 1 Lezing uitgesproken tijdens de Dag van het Ondergronds Bouwen op 31 januari 2008 in Amsterdam door Han Admiraal.

Upload: enprodes-management-consultancy-bv

Post on 26-Mar-2016

219 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Han Admiraal gaat in deze lezing in op de relatie tussen het gebruik van de ondergrond en duurzame ontwikkeling

TRANSCRIPT

Page 1: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

Factsheet

Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

Dames en heren. De Britse historicus Simon Schama schrijft in zijn boek

‘The Embarrassment of Riches’ over de Nederlandse cultuur ten tijde van

de Gouden Eeuw. Een niet onbelangrijke periode uit onze vaderlandse

geschiedenis. In deze eeuw werd de welvaart gelegd waar we nu nog van

profiteren en het zal duidelijk zijn dat veel van wat Amsterdam ons te

bieden heeft uit deze tijd of later afkomstig is. Het is de tijd waarin met

name de zeevaart bijdroeg aan die welvaart. Het is de tijd van de VOC.

Schama spreekt in zijn boek over hetgeen typerend is voor de Nederlandse

cultuur en wat ons onderscheidt van andere landen.

Op de eerste plaats is daar de strijd met het water. Nederland werd letterlijk

overspoeld door water en kende vele vloeden die de wijsheid van het zich

nederzetten in een rivierdelta regelmatig betwistte. Uniek was, dat in de strijd

tegen het water iedereen gelijk was. Je komaf was niet echt bepalend of

onderscheidend. Als het water kwam, verdronk iedereen tegelijk. Het is in deze

tijd dat het voor Nederland typerende stelsel van waterschappen is ontstaan.

Organisaties die de burgers gingen beschermen tegen het water. Organisaties

die de strijd aanbonden met het water. Het waren ook organisaties waar een

direct verband bestond tussen de gelden die zij inden en wat zij als tegenprestatie

te bieden hadden. De strijd tegen het water verbond ons en verbindt ons nog

steeds. Gekoppeld aan de strijd tegen het water ontstond het fenomeen dijk,

polder en dus ook inpoldering en landaanwinning. De inmiddels bij iedereen

bekende typering ‘God created the World, but the Dutch their own’ vindt zijn

oorsprong in deze tijd. Wij hebben dus niet alleen een traditie als het gaat om

water, het zoeken, vinden en creëren van nieuwe ruimte is daar een direct

afgeleide van.

Opvallend genoeg wordt in onze tijd de VOC door bestuurders en met name onze

Minister-President nogal eens opgevoerd om de burgers te motiveren. Motiveren

om weer ondernemend te worden. Ondernemend zoals we in de Gouden Eeuw

waren en die ons land een voor die tijd een ongekende welvaart opleverde.

Ontegenzeggelijk waren de lieden van de VOC ondernemend. Het waren

zeevaarders die op ontdekkingsreis gingen. Zij verkenden de wereld om zich

heen en gingen op zoek naar nieuwe mogelijkheden. En ze deden dat in veel

gevallen in het algemeen belang, of in ieder geval in het belang van de mensen

1

Lezing uitgesproken tijdens

de Dag van het Ondergronds

Bouwen op 31 januari 2008

in Amsterdam door Han

Admiraal.

Page 2: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

2

die achter hen stonden. In die tijd was het ook gebruikelijk om de kaapvaart te

legaliseren. Er werden kaperbrieven verstrekt, waardoor het hier niet meer ging

om een ordinaire schurkendaad, maar om een legaal handelen. De regelgeving

paste zich als het ware aan de nieuwe ontwikkelingen aan, omdat deze een

enorme voorspoed beloofde voor allen. In dit laatste ligt wat mij betreft een

wijze les voor de overheid nu, in de zin dat regelgeving op dit moment nieuwe

ontwikkelingen alleen maar lijkt tegen te houden. Dus de burger mag best

ondernemend worden, er moet alleen wel een moderne variant op de kaperbrieven

bedacht worden om dit mogelijk te maken. Toch verdient het ondernemende

karakter van de VOC een nadere precisering. Dit ondernemen was namelijk op

zichzelf weer een afgeleide van een tweetal andere waarden die kenmerkend

zijn voor de Nederlander. Ik doel hierbij op exploratie en adaptie. Nederlanders

zijn ontdekkingsreizigers, steeds weer op zoek naar nieuwe werelden, nieuwe

kansen. Tegelijk hebben we ook van de strijd met het water geleerd dat we ons

steeds opnieuw moeten aanpassen aan de omstandigheden. Het zijn deze

waarden die naar mijn mening veel meer benadrukt zouden moeten worden.

Waarom? Omdat de komende jaren het uiterste van ons zullen vergen, zeker in

termen van adaptie. De klimaatverandering, wat er ook aan ten grondslag mag

liggen, betekent in ieder geval meer water. Water dat ook een plaats moet

krijgen, want inmiddels weten we ook dat de natuur zich niet op alle fronten laat

temmen. Hoeveel ruimte er nodig is voor het water is becijferd door de Commissie

Waterbeheer 21e eeuw. De commissie verwacht dat voor het hoofdsysteem tot

2015 ongeveer 40 duizend hectare aan ruimte voor retentie en afvoer nodig is.

Voor de regionale stroomgebieden is dat ongeveer 15 duizend hectare. Tussen

2015 en 2050 komt daar nog een kleine 20 respectievelijk 35 duizend hectare bij.

Even als vergelijking: de provincie Zuid-Holland kent op dit moment een omvang

van 282.735 hectare. De claim die door de Commissie Waterbeheer is neergelegd

beslaat dus 15-20% van het oppervlak van deze provincie. Het gaat hier overigens

om nieuwe ruimte die nodig is, laten we daar duidelijk over zijn. Ten tijde van de

Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, enige jaren geleden, is door het Ministerie van

VROM becijferd dat om aan alle ruimtelijke claims invulling te geven er een extra

provincie met de omvang van Zuid-Holland nodig is. De grootste claims komen

voort uit natuur en water. Maar er zijn ook andere claims. “Als iedereen zou gaan

wonen op een plek die hijzelf mocht uitzoeken, zou Nederland te klein zijn. Dan

moet er, blijkens een TNO-onderzoek, tot 2010, 35 procent meer ruimte worden

vrijgemaakt dan in de bestaande plannen gebeurt.”

Laat deze getallen even rustig op u inwerken. Niet alleen het perspectief van meer

water maakt dat we onze talenten op het gebied van exploratie en adaptie weer

moeten aanscherpen, ons land is, hoe gek het ook klinkt, overvol. Er is veel meer

ruimte nodig dan we hebben om aan alle wensen tegemoet te komen. Dat we dit

niet altijd als zodanig herkennen komt juist omdat er nog zoveel open ruimte is

voor natuur- en waterfuncties. De druk die op de beschikbare ruimte staat moet

dan ook zeker niet uitgelegd worden als de verhouding tussen bebouwd oppervlak

The Dutch Mariners

Wherever profit leads us,

To every sea and shore,

For love of gain the wide,

World’s harbours we explore

Joost van den Vondel

1639

Page 3: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

3

en het nog niet bebouwde oppervlak. Met andere woorden: het feit dat er nog

bossen zijn, koeien rondlopen in de weide en bloembollen achter de duinen

gekweekt worden, zegt niets over het al dan niet aanwezig zijn van ruimtedruk.

Die ruimtedruk is er al en die is gigantisch als we de cijfers die ik net noemde in

aanmerking nemen. We zullen dus op zoek moeten naar nieuwe oplossingen,

naar nieuwe ruimte. Ons historisch en cultureel bepaald talent schiet ons daarbij

te hulp. Niet alleen zijn we al aan het denken over drijvende watersteden, ook de

ondergrond vormt een interessante optie. Nederland behouden betekent dat we

de strijd met het water weer moeten aanbinden en op zoek moeten naar nieuwe

mogelijkheden van landaanwinst. Bij dat laatste moeten we niet alleen denken

aan uitbreidingen in de Noordzee zoals de Tweede Maasvlakte, een industrie-

eiland voor de kust of Schiphol in zee. Landaanwinst kan ook plaatsvinden door de

ondergrond in te gaan, door letterlijk diep te gaan denken.

Wat maakt ondergronds bouwen nu zo bijzonder? Het simpele feit dat we in

staat zijn ondergronds én onderwater te bouwen. We zijn in staat nieuwe ruimte

te winnen in de ondergrond. Markant is dat historisch gezien dit ook al gebeurde

door kelders onder gebouwen. Alleen waren we toen nog niet zo goed in staat

deze waterdicht te maken. Tijdens mijn opleiding werd het voorbeeld van een

onder water gelopen kelder van een notariskantoor als schrikbeeld gebruikt om

ingenieurs in opleiding er vooral van te weerhouden kelders aan te leggen. De

tijd is nu echter gekomen voor een transitie in ons denken. We moeten ons oude

paradigma verlaten waarbij het maaiveld een soort van onoverbrugbare barrière

naar een andere wereld is. Onder onze voeten ligt een enorm potentieel aan

nieuwe ruimte. Ik heb het dan overigens uitsluitend over de laag van maaiveld

tot – 40 meter. Tot die diepte reiken de stations van de Noord-Zuidlijn. Het

diepste punt qua infrastructuur in Nederland is de Westerscheldetunnel die

plaatselijk op -60 meter ligt onder de Pas van Terneuzen. Doordat we technisch

nu ondergrondse objecten aan kunnen leggen die droog blijven, ontstaan er vele

nieuwe mogelijkheden. Mogelijkheden die we snel moeten gaan benutten. Er is

een zekere urgentie als het gaat om Nederland te behouden voor onszelf maar

ook voor toekomstige generaties.

De kernvraag lijkt te zijn: wat weerhoudt ons nog? Auke van der Woud beschrijft

in zijn boek ‘Een nieuwe wereld, het ontstaan van het moderne Nederland’ hoe

tunnels nieuwe impulsen gaven aan infrastructuur: “In 1870 was de berg voor

het dubbele spoor tussen Parijs en Turijn open. De postdienst over de pas van de

Mont Cenis was verleden tijd: de koetsen die met tien paarden of met vijftien,

twintig muilezels waren bespannen, afhankelijk van het jaargetij. De tunnel

bewees dat de nieuwe infrastructuur van de spoorwegen voortaan geen

technisch maar hoogstens een financieel probleem zou zijn. Gebrek aan

economisch perspectief was inderdaad de reden waarom veel plannen die na de

opening van de Mont Cenistunnel werden gemaakt, niet levensvatbaar waren:

plannen voor een tunnel onder de straat van Gibraltar, voor een ijzeren tunnel

Postkoetsdienst over de Mont Cenis

Page 4: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

4

door de Bosporus die bij Istanbul moest worden afgezonken, voor een tunnel

door de Sont ter verbinding van Denemarken met Zweden.” Zo’n 140 jaar geleden

lagen de plannen van ingenieurs al klaar voor verbindingen die pas in onze tijd

tot stand zijn gekomen. De tunnel tussen Denemarken en Zweden is er gekomen,

de Øresundverbinding werd in 2000 geopend. In Istanbul wordt op dit moment

gewerkt aan de tunnel onder de Bosporus om Europa met Azië te verbinden. De

tunnel onder de straat van Gibraltar, daar wordt nog over gesproken maar ook

Afrika en Europa zullen met elkaar verbonden worden. De vraag is alleen nog of

het een tunnel of een brug zal worden.

Er lijkt dus een groot perceptiegat te zitten tussen de plannen van ingenieurs, de

mogelijkheden van financiering en het gevoel van urgentie dat de verwezenlijking

van deze plannen nodig maakt. Daar ligt nu juist het grote probleem. Als er geen

urgentie is dan lijkt het ook qua besluitvorming allemaal niet zo hard te lopen.

De eerder genoemde Commissie Waterbeheer 21e eeuw maakt in haar

eindrapport hier al een opmerking over. Zij waarschuwt dat er nu al proactief

opgetreden moet worden voor wat betreft ruimtelijke reserveringen, willen we

straks niet te laat zijn. Dames en heren, het gevoel van urgentie is verworden tot

de brug die de kloof tussen nu en straks, tussen korte termijn en lange termijn

moet overbruggen. Dat maakt het debat over duurzaamheid ook zo enorm

lastig. We zijn inmiddels zo gewend aan de eendimensionale instrumentele

rationaliteit –ik bedoel het louter op kosten afwegen- waarmee alles benaderd

wordt, dat we het vermogen kwijt geraakt zijn om vanuit een meer morele

benadering onze behoefte vast te stellen. De enige uitzondering hierop vormt

misschien wel de aanschaf van kunst door de overheid. Daar wordt qua

argumentatie vaak succesvol gewezen op het genot dat toekomstige generaties

aan een bepaald kunstwerk zullen beleven als tegenargument voor het vaak niet

begrijpen van de noodzaak van een investering door de huidige generatie. Vele

wetenschappers, waaronder de Amerikaanse econoom Amitai Etzioni, de

Amerikaanse filosoof John Rawls, maar ook de Amsterdamse hoogleraar Dorien

Pessers, wijzen er op dat ons handelen niet uitsluitend bepaald wordt door de

De Øresund verbinding werd in 2000 geopend

Page 5: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

5

eendimensionale economische rationaliteit die op dit moment door de overheid

als norm wordt gehanteerd voor de beoordeling van projecten. Wanneer er

gesproken wordt over duurzaamheid dan gaat het niet zozeer over de vraag of

we op korte termijn ons eigen leven prettiger kunnen maken, of dat we binnen

de huidige ambtstermijn voldoende kunnen scoren voor een herverkiezing. Het

gaat over de vraag of we bereid zijn nu offers te brengen om ook toekomstige

generaties een Nederland te kunnen bieden waar het goed leven, werken, wonen

en recreëren is. Om dat te bereiken zal Nederland de komende vijftig jaar

ingrijpender moeten veranderen dan de afgelopen vijfhonderd jaar. Dat is de

achtergrond van de Urgenda. Een urgentie agenda die concrete doelen stelt voor

de komende veertig jaar, om van Nederland een duurzame proeftuin te maken.

Nederland is een unieke delta door zijn uitzonderlijke hoge concentratie van

mensen en activiteiten, grotendeels onder de zeespiegel op een deels slappe

bodem. Dit biedt veel economische voordelen, maar zorgt ook voor een enorme

druk op de ruimte, zoals we al gezien hebben. Het geeft ook een concentratie

van problemen: verkeerscongestie, luchtverontreiniging, geluidsoverlast,

wateroverlast en verrommeling. Weet u wat ons toekomstperspectief is voor

2037: één miljoen meer mensen, aanzienlijk meer huizen, 50 procent meer

auto’s, drie keer zoveel vliegtuigen en nog minder ruimte. Het wassende water

komt van alle kanten op ons af. Als dit perspectief niet voldoende is om een

‘sense of urgency’ te krijgen dan weet ik het niet. Er moet dus een visie komen

die veel verder gaat dan die door het huidige kabinet wordt neergelegd. Reden

voor de initiatiefnemers van de Urgenda, ik ben zelf één van de ondertekenaars

ervan, om met een agenda voor de toekomst te komen. Een agenda die concreet

aangeeft wat over één jaar, twee jaar, drie jaar, vier jaar, enzovoort bereikt moet

zijn. Bereikt moet zijn willen we het eindbeeld van over 50 jaar kunnen halen. Ik

noem u een willekeurig aantal voorbeelden: over één jaar is er een nieuw

deltaplan klaar om in 2032 klimaat- en waterrobuust te zijn. Over drie jaar zijn

alle campussen van universiteiten klimaatneutraal. Over vijf jaar zijn er duizend

CO2-neutrale straten in Nederland. Over vijftien jaar is intensief ondergronds

ruimtegebruik gemeengoed.

Over vijftien jaar hoor ik u al denken, we zijn nu toch ook al bezig met het

ondergronds gaan. U heeft gelijk, Nederland is bezig onder de grond te gaan. De

Engelse architect Lord Norman Foster deed ooit de uitspraak dat er maar twee

oervormen voor verblijf van de mens zijn: de tent en de grot. In Nederland hebben

we al genoeg tenten gebouwd, het wordt nu tijd voor de grot. Grotten die we zelf

maken, door ruimte te creëren in de ondergrond. Maar ook dat moet dan wel

duurzaam plaatsvinden. Daarmee doel ik dan niet op het gebruik van duurzame

bouwmaterialen. Het ondergronds ruimtegebruik kan in zichzelf pas duurzaam

zijn als, we rekening houden met de functie en de al aanwezige functies in de

ondergrond. Net zo goed als er een gebrek is aan een visie op macroniveau over

een duurzame toekomst voor Nederland, ontbreekt het veelal op lokaal-niveau

ook aan enige visie op de ondergrond. Er is geen ondergrondse ordening in ons

Urgendaperspectief voor 2037

Page 6: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

6

land als afgeleide op die visie. Het Centrum Ondergronds Bouwen heeft in 2004

een rapport uitgebracht over de ondergrondse ordening. Daarin werd een

onderscheid gemaakt naar een vijftal functies om het gebruik van de ondergrond

te schematiseren: de transportfunctie met accent op infrastructuur, de

productiefunctie, de draag- en verblijfsfunctie, de bergingsfunctie en de

archieffunctie. Tevens werd geconstateerd dat er vele onopgeloste knelpunten

zijn als het gaat om de vraag welke ontwikkeling we waar in de ondergrond

willen laten plaatsvinden. Als voorbeeld noem ik u twee van deze vraagstukken.

Het eerste komt voort uit het gegeven dat de ondergrond letterlijk de drager is

van het leven bovengronds. Processen in de ondergrond voltrekken zich op een

totaal ander schaalniveau dan het leven bovengronds. Denk aan de tijd die nodig

was om bomen en planten om te vormen tot olie en gas dat wij nu exploiteren

uit de bodem. De ondergrond is ook een belangrijke leverancier van schoon

water. Iets wat bijna vergeten was totdat het grootschalig opbergen van afval in

de bodem leidde tot een saneringsopgave waar we nu nog steeds mee bezig zijn.

Kennis over de ondergrond en afwegingen ten aanzien van het gebruik zijn dus

van groot belang. Tegelijk moeten ook andere afwegingen gemaakt worden.

Bijvoorbeeld die tussen transport en energie. Het zoeken naar alternatieve

energiebronnen maakt dat er op dit moment grootschalig gebruik gemaakt

wordt van de bodem voor bijvoorbeeld koud/warmte opslag. Dit leidt ertoe dat

er onder kantoorgebouwen maar ook woningen, honderden meters diep, buizen

de bodem in gaan. Moet u zich eens voorstellen wat dit betekent. We kennen in

ons land een autonome groei van kabels en leidingen in de ondergrond. Dit heeft

tot een enorme chaos geleid die we nu onder controle proberen te brengen. In de

eerste meter van de ondergrond hebben we als het ware een horizontaal laken

van kabels en leidingen over ons land getrokken. Het halen van energie uit de

bodem leidt er nu toe dat er aan dit laken nog eens verticale lamellen worden

gehangen die honderden meters diep gaan. Het grootste probleem is dat dit

allemaal volstrekt autonoom geschiedt, zonder enige afstemming. Het gebrek

aan visie op een ordening van de ondergrond leidt ertoe dat niemand zich druk

maakt over de vraag of deze ontwikkeling op termijn het aanleggen van tunnels

voor bijvoorbeeld nieuwe transport- en vervoerssystemen volledig onmogelijk

maakt. Waar men zich wel druk over maakt is de vraag hoe dicht de nieuwe

energiesystemen naast elkaar mogen worden aangelegd om te voorkomen dat

ze elkaar gaan beïnvloeden. Afsnoepen van elkaars energie dus, daar kunnen we

wel regelgeving voor verzinnen, op microniveau. Het grotere geheel verliezen we

uit het oog, terwijl nu juist de ondergrond om een geheel andere benadering qua

ordening vraagt dan de bovengrond. U begrijpt wellicht mijn zorg, willen we over

vijftien jaar inderdaad kunnen spreken over intensief ondergronds ruimte gebruik

als gemeengoed, dan moet nu een visie op de ondergrond gaan ontstaan en een

systeem van ordening, inclusief ruimtelijke reserveringen. Gebeurt dat niet, dan

zal ondergronds ruimtegebruik beperkt blijven tot incidenten en vanzelf

ophouden, omdat binnen de door onszelf gecreëerde chaos vanuit het korte

termijn denken, ieder perspectief van een langere termijn onmogelijk is gemaakt.

Gebeurt dat niet, dan zal

ondergronds ruimtegebruik

beperkt blijven tot incidenten

en vanzelf ophouden, omdat

binnen de door onszelf

gecreëerde chaos vanuit

het korte termijn denken,

ieder perspectief van een

langere termijn onmogelijk is

gemaakt.

Page 7: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

7

De Urgenda vraagt niet om een sleurende en trekkende overheid met nieuwe

nota’s, regels en plannen, maar om een responsieve overheid die verbindt en

verleidt, stimuleert en voorwaarden schept, verbindingen legt en barrières

opheft. Een overheid met een visie op de ondergrond, een visie die het mogelijk

maakt om over vijftien jaar daadwerkelijk te kunnen spreken van intensief

ondergronds ruimtegebruik. Maar wat is intensief ondergronds ruimtegebruik

nu eigenlijk? Ik wil u aan de hand van een drietal invalshoeken schetsen welke rol

intensief ondergronds ruimtegebruik kan vervullen binnen de opgave van

Nederland als duurzaam-heidsproeftuin. Achtereenvolgens zullen we kijken

naar het ‘bouwen als nooit te voren’, ‘bouwen waar het niet kan’ en ‘nieuw

stedelijk weefsel’.

Als er één ding duidelijk is geworden uit de Urgenda dan is het wel dat we

moeten gaan ondernemen als nooit tevoren. De komende vijftig jaar zal

Nederland meer en ingrijpender veranderen dan de vijfhonderd jaar ervoor. Dat

vraagt om een totaal andere benadering van de bouwopgave en de wijze waarop

deze tot stand komt. Dat vraagt om enorm pro-actief handelen en vooruit

denken. Een goed voorbeeld van een dergelijke gebiedsontwikkeling is natuurlijk

het Zuid-as project. De onderkenning dat er aan de zuidkant van Amsterdam

een enorme ruimtelijke barrière is ontstaan door de weg- en spoorinfrastructuur,

maar dat er tegelijkertijd een enorm ruimtelijk potentieel is om daar het nieuwe

Central Business District te creëren, zoals zoveel grote steden dat wereldwijd

kennen, ligt hieraan ten grondslag. Nu hoor ik u denken wat is er nu zo bijzonder

aan het bouwen van wat kantoorgebouwen boven een snelweg. Ik kan u

verzekeren dat dit een ongekende sprong voorwaarts is in ons denken. Een

sprong die voor velen nog te hard gaat. Ik noem u als voorbeeld het op dit

moment grote probleem van het volgtijdelijk bouwen. Binnen de huidige

regelgeving lijkt het onmogelijk om spoor en weg in een tunnel te brengen, die

tunnel geschikt te maken voor de gebouwen erboven en deze dan in een later

stadium te bouwen. Allerlei regels op het gebied van eigendomsrecht tot

aansprakelijkheid verzetten zich hiertegen, terwijl het toch allemaal zo logisch

lijkt. Hier moeten dus gewoon door de overheid nieuwe kaperbrieven worden

verstrekt om deze handeling legaal te maken. Het gaat immers om een handelen

dat ons allemaal ten goede komt. Dat ten grondslag ligt aan een nieuwe

duurzame Gouden Eeuw. Gelukkig zijn er ook initiatieven die wel slagen en die

getuigen van een visie, lef en organisatie die aansluit of zelfs vooruitloopt op het

nieuwe denken. Ik noem u de integrale leidingtunnel die aangelegd is onder de

Mahlerlaan. Het unieke van deze leidingtunnel is niet alleen het bundelen van

leidingen die voorheen allemaal een eigen plek in de ondergrond hadden en ook

nog naast elkaar lagen, het gaat om het pro-actieve denken dat hieraan ten

grondslag ligt. Als we dan een ontwikkelingsuitdaging aangaan als de Zuid-as,

dan zorgen we ook gelijk voor innovatie als het gaat om het aanleggen van de

vele navelstrengen waaraan het moderne zakenleven verbonden moet worden.

Een gelijksoortig initiatief is te vinden in Arnhem waar een dergelijke tunnel is

Zuid-as project, Amsterdam

Page 8: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

8

aangelegd als onderdeel van de aanleg van een ondergrondse parkeergarage en

vooruitlopend op de verdere ontwikkeling van ‘Arnhem Centraal’. De gebouwen

die daar nog gebouwd gaan worden kunnen letterlijk inprikken op de tunnel

waarin alle functies al zijn voorzien inclusief aardwarmte en een ondergronds

afvaltransportsysteem. De vuilniszakken gaan de gebouwen uit en komen in een

leiding terecht die ze afvoert naar een locatie waar ze in containers terecht-

komen en afgevoerd worden. Zowel de ontwikkeling in Amsterdam als in Arnhem

konden er komen doordat er een visie is ontwikkeld en lef werd getoond door een

voorinvestering te doen. Een voorinvestering die leidt tot meer vestigingskwaliteit

voor het nieuwe gebied. Een voorinvestering die als het ware een drager is voor

de nieuwe ontwikkeling en waarmee voorwaarden voor nieuwe ontwikkeling

geschapen worden. Het is bouwen als nooit tevoren, het gaat om megaprojecten.

Tijdens het internationaal congres hebben we met een aantal van dergelijke

projecten kennisgemaakt. Het gaat om megaprojecten voor megasteden. Het

gaat niet om megalomane projecten. Grote projecten, bouwen als nooit tevoren

is de opgave waar we voor staan. Een opgave die voortkomt uit de complexiteit

waarbinnen we ruimte moeten laten ontstaan binnen het perspectief van

duurzame ontwikkeling en klimaatrobuustheid.

Intensief ondergronds ruimtegebruik biedt ook de mogelijkheid om te bouwen

waar het eigenlijk niet kan. Ik bespreek een aantal markante cases met u. Drie

van deze cases komen uit de regio Arnhem. Die regio is als geen ander bezig met

het vraagstuk van benutting van de bestaande ruimte, versus het behoud van

natuurwaarde. Het Park de Hoge Veluwe kent het Museonder waarbij alleen de

bovengrondse entreepartij zichtbaar is en het museum zelf een aantal lagen de

ondergrond in gaat. Het behoud van het Park Bronbeek is ook van vitaal belang

voor de recreatie van de stad en de leefbaarheid in het algemeen. Het ligt als een

groene long tegen de stad aan. De bouw van het Nederlands Watermuseum in

dit park is volledig ondergronds gebeurt. Langs de Rijnoever staat als jaren een

Interieur ondergrondse uitbreiding ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem

Page 9: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

9

gebouw van Rietveld voor de monumentale stuwwal van het Veluwemassief. De

Artez Hogeschool had echter behoefte aan nieuwe ruimte voor de faculteit Dans

en Muziek. Deze ruimte is ondergronds gevonden waarbij een prachtige

architectonische afwerking is bereikt voor het object zelf en er tegelijkertijd

geen enkele afbreuk wordt gedaan aan de stuwwal en het bestaande gebouw

van Rietveld. Daarin ligt mijns inziens de grote kracht van ondergronds

ruimtegebruik. Het maakt bouwen mogelijk waar het eigenlijk niet meer kan.

Belangrijker nog het voegt een geheel eigen kwaliteit ondergronds toe. De grot-

ten die wij gaan maken kunnen van een zodanig hoogwaardige kwaliteit zijn dat

het een genoegen is om ondergronds te verblijven.

Interessant is dat de oervorm die ten grondslag ligt aan met name het ontwerp

van de Artez Hogeschool terug te brengen is naar dat van de Yao Dongs in China.

Daar leven mensen al sinds 5000 jaar voor onze jaartelling ondergronds in door

hen zelf in de rotsen uitgehouwen woningen. Het grote atrium dat ze maken

zorgt voor voldoende daglicht toetreding en contact met het bovengrondse. Eén

van de kenmerkende aspecten van het ontwerp van de Artez Hogeschool vind ik

zelf het subtiele gebruik van zichtlijnen. Studenten die achterin een lokaal

dansoefeningen doen aan de rekstok kijken door ramen via het dak naar de

bomen op de stuwwal van het Veluwemassief. Deze zichtlijn ontneemt

onmiddellijk ieder gevoel van ondergronds zijn, op dezelfde manier als de boom

in het middenplein van de Yao Dong dat doet en ook de bomen die geplaatst zijn

in de Beurstraverse in Rotterdam dat doen. Ondergronds ruimtegebruik is dus

niet het verblijf in geheel door grond omsloten ruimten, het kent vele vormen en

kan een ‘fun’ beleving met zich meebrengen mits de architectonische opgave

juist wordt ingevuld. Een laatste voorbeeld van bouwen waar het niet kan is het

project Sijtwende bij Den Haag. Een rijksweg kan daar uiteindelijk aangelegd

Yao-Dong nabij Xian in China

Page 10: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

10

worden door het maken van een tunnel op maaiveld, een landtunnel die

bovendien een ontwikkeling van woon- en kantoorgebouwen mogelijk maakte.

Een mooi voorbeeld hoe een tunnel kan bijdragen tot een gebiedsontwikkeling

die er anders nooit was gekomen.

Ondergronds ruimtegebruik kan gaan bijdragen, en zal dat ook zeker moeten

gaan doen, aan een nieuw ondergronds stedelijk weefsel. Een stedelijk weefsel

met eigen ondergrondse knooppunten en verbindingen. Dat is zeker niet uniek.

De meest in het oog springende voorbeelden zijn Underground City in Montreal

en Toronto in Canada. Over Toronto gaat u straks nog meer horen en zien.

Toronto kent een ondergrondse stad van 500.000 vierkante meter met 1.200

verschillende winkels waar 2.500 mensen werken. Ondergronds worden er 50

kantoorgebouwen, zes grote hotels, twee warenhuizen, meer dan 20

parkeergarages en meerdere toeristische attracties met elkaar verbonden.

Dagelijks maken meer dan 100.000 mensen gebruik van deze ondergrondse

stad. De reden voor het ondergronds gaan in Montreal en Toronto had met het

klimaat te maken. Temperatuurextremen in Montreal, van -40oC ‘s winters tot

+40oC s‘ zomers, zijn geen uitzondering. Het klimaat als factor voor het

ondergronds brengen van het stedelijk weefsel. Het kan en Montreal laat ook

zien dat ook hier hoogstaande architectonische kwaliteit tot de belevingswaarde

kan bijdragen. Maar we hoeven niet zover van huis te gaan om ook in Nederland

voorbeelden te vinden, zij het op kleinere schaal. Terug naar Arnhem en de

prachtige parkeergarage die onder Arnhem Centraal is aangelegd. Markant hier

is het robuuste ontwerp met veel interactie tussen de gebruikers. Markant is ook

de toegang naar de parkeergarage vanuit de nabijgelegen Willemstunnel. Je rijdt

als automobilist Arnhem in, de tunnel in en je staat in de parkeergarage die

daarmee als toegangsportaal van formaat functioneert. Het visitekaartje voor

de stad wordt in één keer afgegeven aan de bezoeker. Een ander voorbeeld is de

tramtunnel in Den Haag. Een prachtige ondergrondse oplossing die vooral ook

verbindingen legt tussen diverse functies.

Dames en heren, ik kom tot een afronding. Ik heb u laten zien dat Nederland de

komende jaren moet gaan veranderen. Een verandering die veel van ons zal

vergen, omdat deze niet alleen ingrijpend, maar ook intensief zal zijn. Het is een

verandering die als transitie naar een nieuw paradigma wordt gezien. Ik sprak

met u over een andere rol van de overheid. Niet regulerend maar juist stimulerend,

niet reactief maar pro-actief. Het vraagt van ons om het korte termijn denken

om te ruilen voor een lange termijn toekomstperspectief. Een perspectief dat

beter aansluit bij een samenleving die bereid is zorg te dragen voor een duurzame

toekomst, waarin ook onze kinderen en onze kindskinderen plezierig kunnen

habiteren in deze prachtige rivierdelta, waar we ons ooit nedergezet hebben. Dat

intensief ondergronds ruimtegebruik daar een rol bij kan spelen heb ik u ook

laten zien. Er zijn in Nederland inmiddels vele tunnels geboord aangelegd. Een

boorproces dat steeds opnieuw eindigde met een doorbraak. Wat mij betreft

Underground pedestrian walkways in

Toronto, Canada

Page 11: Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief

11

Enprodes Management Consultancy B.V.

Heemraadssingel 245

3023 CD Rotterdam

T 010 244 99 00

F 010 244 97 25

[email protected]

Over EnprodesEnprodes Management Consultancy B.V. is gevestigd

in Rotterdam en in 2008 opgericht door Han Admiraal.

Programma’s en projecten mogelijk maken door besluiten

te baseren op dialoog is de kernwaarde van waaruit

Enprodes werkt.

hoop ik op een doorbraak van een heel andere orde. Een doorbraak in ons denken,

waarbij we onze collectieve zelfgenoegzaamheid, die kenmerkend is voor een

samenleving in de top van de Maslov behoeftebevredigings- pyramide, inruilen

voor een meer op exploratie en adaptie gerichte rol. Een rol die ons niet zwaar zal

vallen, omdat deze aansluit bij ons cultureel bepaald zelfbeeld en traditie van

het vechten tegen het water, het inpolderen van nieuw land, van

ontdekkingstochten en nieuwe werelden vinden. In dat opzicht was de oproep

van DG Keijts van Rijkswaterstaat bij de opening van het internationale congres

voor een multifunctionele tunnel die energie oplevert en schone lucht uitblaast

een welkom toekomstbeeld.

Dames en heren, Nederland kan een voortrekkersrol vervullen op het gebied van

duurzaamheid, maar ook op het gebied van duurzaam habiteren in een natte

rivierdelta. We moeten dan nu wel echt iets gaan ondernemen met elkaar. De

Urgenda wijst ons een weg die verder gaat dan allemaal overstappen op

spaarlampen. Een weg die echt zal leiden tot een daadwerkelijk duurzaam

Nederland waarin het niet alleen voor ons, maar zeker voor toekomstige

generaties de moeite waard zal blijven om zich neer te zetten. Laten we die

uitdaging aangaan, die kansen benutten en onze traditie als ruimtewinners en

zelfscheppers eer aan doen.

Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

Kurt Lewin: We can predict social consequences for any im

provement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

char

les

han

dy: t

her

e is

no

per

fect

so

luti

on t

o an

ythi

ng

charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action

Kurt Lew

in: W

e can

predict so

cial co

nseq

uen

ces for a

ny im

provem

ent project: th

e less involvem

ent of th

ose a

ffected, the less likely w

ill be an

implem

enta

ble solu

tion

kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected,the less likely will be an implementable solution

margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.

Kurt Lewin: We can predict social consequ

ences for an

y improvem

ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

charles handy: there is no perfect solution to anything

kurt lew

in: w

e can predict social consequences for any im

provement project: the less involvem

ent of those affected, the less likely w

ill be an

implem

enta

ble solutio

n

Kurt Lewin: W

e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action

kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected,the less likely will be an implementable solution

margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, com

mitted citizen

s can chan

ge the world. in

deed, it is the only th

ing th

at ever has.

kurt lewin: w

e can predict social consequ

ences fo

r a

ny im

pro

vemen

t pro

ject: the less in

volvem

ent o

f tho

se affected, the less likely w

ill be an implem

entable solution

charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action

kurt lewin: we can predict social consequences for any improvem

ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

kurt lewin: W

e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.

kurt Lewin: W

e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.

margaret mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.

Kurt Lewin: We can predict social conseq

uen

ces for a

ny im

provement project: the less involvem

ent of those affected, the less likely will be an implementable solution

margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.

Kurt Lewin: W

e can predict social consequences for any improvem

ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action

margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, com

mitted citizen

s can ch

ange th

e world. In

deed, it is the o

nly th

ing th

at ever h

as.

kurt lewin: we can predict social consequences for any improvem

ent project: the less involvement of those affected, the less likely w

ill be an implem

entable solution

Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.

margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.

Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected,the less likely will be an implementable solution

Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely w

ill be a

n impl

emen

tabl

e so

luti

on

Kurt lewin

: we can

predict social consequ

ences for a

ny im

provem

ent pro

ject: the less in

volvem

ent o

f tho

se affected, th

e less likely will be an

implem

entable solution

Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful,

committed citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.

kurt Lewin: w

e can predict social consequences for any im

provemen

t project: the less involvement of those affected, the less likely w

ill be an implementable solution

charles handy: there is no perfect solution to anything

Kurt lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

Kurt Lew

in: W

e can predict social con

sequences for any im

provement project: the less involvem

ent of those affected, the less likely w

ill be an

implem

enta

ble solu

tion

Kurt Lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

Kurt Lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an

Kurt Lewin: W

e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action

Margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.

kurt lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an

kurt lewin: w

e can predict social consequences for any improvem

ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution

charles handy: there is no perfect solution to anything

charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action

margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.

charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action

Mar

gare

t m

ead:

Nev

er d

oubt

that a

small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it

is the only thing that ever has.

kurt lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an

charles handy: there is no perfe

ct s

olut

ion

to a

nyth

ing

charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action

Samenvatting

Exploratie en adaptie zijn basiswaarden voor de Nederlandse

samenleving. Deze waarden maken dat wij creatief kunnen

zijn in ons ruimtegebruik. Ondergronds ruimtegebruik past in

een lange traditie van VOC tot inpoldering. Het maakt ook

deel uit van de zoektocht naar een duurzame en

klimaat robuuste ruimtelijke ontwikkeling van ons land.

Over vijftien jaar is intensief

ondergronds ruimtegebruik

gemeengoed in Nederland

Urgenda