ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief
DESCRIPTION
Han Admiraal gaat in deze lezing in op de relatie tussen het gebruik van de ondergrond en duurzame ontwikkelingTRANSCRIPT
Factsheet
Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief
Dames en heren. De Britse historicus Simon Schama schrijft in zijn boek
‘The Embarrassment of Riches’ over de Nederlandse cultuur ten tijde van
de Gouden Eeuw. Een niet onbelangrijke periode uit onze vaderlandse
geschiedenis. In deze eeuw werd de welvaart gelegd waar we nu nog van
profiteren en het zal duidelijk zijn dat veel van wat Amsterdam ons te
bieden heeft uit deze tijd of later afkomstig is. Het is de tijd waarin met
name de zeevaart bijdroeg aan die welvaart. Het is de tijd van de VOC.
Schama spreekt in zijn boek over hetgeen typerend is voor de Nederlandse
cultuur en wat ons onderscheidt van andere landen.
Op de eerste plaats is daar de strijd met het water. Nederland werd letterlijk
overspoeld door water en kende vele vloeden die de wijsheid van het zich
nederzetten in een rivierdelta regelmatig betwistte. Uniek was, dat in de strijd
tegen het water iedereen gelijk was. Je komaf was niet echt bepalend of
onderscheidend. Als het water kwam, verdronk iedereen tegelijk. Het is in deze
tijd dat het voor Nederland typerende stelsel van waterschappen is ontstaan.
Organisaties die de burgers gingen beschermen tegen het water. Organisaties
die de strijd aanbonden met het water. Het waren ook organisaties waar een
direct verband bestond tussen de gelden die zij inden en wat zij als tegenprestatie
te bieden hadden. De strijd tegen het water verbond ons en verbindt ons nog
steeds. Gekoppeld aan de strijd tegen het water ontstond het fenomeen dijk,
polder en dus ook inpoldering en landaanwinning. De inmiddels bij iedereen
bekende typering ‘God created the World, but the Dutch their own’ vindt zijn
oorsprong in deze tijd. Wij hebben dus niet alleen een traditie als het gaat om
water, het zoeken, vinden en creëren van nieuwe ruimte is daar een direct
afgeleide van.
Opvallend genoeg wordt in onze tijd de VOC door bestuurders en met name onze
Minister-President nogal eens opgevoerd om de burgers te motiveren. Motiveren
om weer ondernemend te worden. Ondernemend zoals we in de Gouden Eeuw
waren en die ons land een voor die tijd een ongekende welvaart opleverde.
Ontegenzeggelijk waren de lieden van de VOC ondernemend. Het waren
zeevaarders die op ontdekkingsreis gingen. Zij verkenden de wereld om zich
heen en gingen op zoek naar nieuwe mogelijkheden. En ze deden dat in veel
gevallen in het algemeen belang, of in ieder geval in het belang van de mensen
1
Lezing uitgesproken tijdens
de Dag van het Ondergronds
Bouwen op 31 januari 2008
in Amsterdam door Han
Admiraal.
2
die achter hen stonden. In die tijd was het ook gebruikelijk om de kaapvaart te
legaliseren. Er werden kaperbrieven verstrekt, waardoor het hier niet meer ging
om een ordinaire schurkendaad, maar om een legaal handelen. De regelgeving
paste zich als het ware aan de nieuwe ontwikkelingen aan, omdat deze een
enorme voorspoed beloofde voor allen. In dit laatste ligt wat mij betreft een
wijze les voor de overheid nu, in de zin dat regelgeving op dit moment nieuwe
ontwikkelingen alleen maar lijkt tegen te houden. Dus de burger mag best
ondernemend worden, er moet alleen wel een moderne variant op de kaperbrieven
bedacht worden om dit mogelijk te maken. Toch verdient het ondernemende
karakter van de VOC een nadere precisering. Dit ondernemen was namelijk op
zichzelf weer een afgeleide van een tweetal andere waarden die kenmerkend
zijn voor de Nederlander. Ik doel hierbij op exploratie en adaptie. Nederlanders
zijn ontdekkingsreizigers, steeds weer op zoek naar nieuwe werelden, nieuwe
kansen. Tegelijk hebben we ook van de strijd met het water geleerd dat we ons
steeds opnieuw moeten aanpassen aan de omstandigheden. Het zijn deze
waarden die naar mijn mening veel meer benadrukt zouden moeten worden.
Waarom? Omdat de komende jaren het uiterste van ons zullen vergen, zeker in
termen van adaptie. De klimaatverandering, wat er ook aan ten grondslag mag
liggen, betekent in ieder geval meer water. Water dat ook een plaats moet
krijgen, want inmiddels weten we ook dat de natuur zich niet op alle fronten laat
temmen. Hoeveel ruimte er nodig is voor het water is becijferd door de Commissie
Waterbeheer 21e eeuw. De commissie verwacht dat voor het hoofdsysteem tot
2015 ongeveer 40 duizend hectare aan ruimte voor retentie en afvoer nodig is.
Voor de regionale stroomgebieden is dat ongeveer 15 duizend hectare. Tussen
2015 en 2050 komt daar nog een kleine 20 respectievelijk 35 duizend hectare bij.
Even als vergelijking: de provincie Zuid-Holland kent op dit moment een omvang
van 282.735 hectare. De claim die door de Commissie Waterbeheer is neergelegd
beslaat dus 15-20% van het oppervlak van deze provincie. Het gaat hier overigens
om nieuwe ruimte die nodig is, laten we daar duidelijk over zijn. Ten tijde van de
Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, enige jaren geleden, is door het Ministerie van
VROM becijferd dat om aan alle ruimtelijke claims invulling te geven er een extra
provincie met de omvang van Zuid-Holland nodig is. De grootste claims komen
voort uit natuur en water. Maar er zijn ook andere claims. “Als iedereen zou gaan
wonen op een plek die hijzelf mocht uitzoeken, zou Nederland te klein zijn. Dan
moet er, blijkens een TNO-onderzoek, tot 2010, 35 procent meer ruimte worden
vrijgemaakt dan in de bestaande plannen gebeurt.”
Laat deze getallen even rustig op u inwerken. Niet alleen het perspectief van meer
water maakt dat we onze talenten op het gebied van exploratie en adaptie weer
moeten aanscherpen, ons land is, hoe gek het ook klinkt, overvol. Er is veel meer
ruimte nodig dan we hebben om aan alle wensen tegemoet te komen. Dat we dit
niet altijd als zodanig herkennen komt juist omdat er nog zoveel open ruimte is
voor natuur- en waterfuncties. De druk die op de beschikbare ruimte staat moet
dan ook zeker niet uitgelegd worden als de verhouding tussen bebouwd oppervlak
The Dutch Mariners
Wherever profit leads us,
To every sea and shore,
For love of gain the wide,
World’s harbours we explore
Joost van den Vondel
1639
3
en het nog niet bebouwde oppervlak. Met andere woorden: het feit dat er nog
bossen zijn, koeien rondlopen in de weide en bloembollen achter de duinen
gekweekt worden, zegt niets over het al dan niet aanwezig zijn van ruimtedruk.
Die ruimtedruk is er al en die is gigantisch als we de cijfers die ik net noemde in
aanmerking nemen. We zullen dus op zoek moeten naar nieuwe oplossingen,
naar nieuwe ruimte. Ons historisch en cultureel bepaald talent schiet ons daarbij
te hulp. Niet alleen zijn we al aan het denken over drijvende watersteden, ook de
ondergrond vormt een interessante optie. Nederland behouden betekent dat we
de strijd met het water weer moeten aanbinden en op zoek moeten naar nieuwe
mogelijkheden van landaanwinst. Bij dat laatste moeten we niet alleen denken
aan uitbreidingen in de Noordzee zoals de Tweede Maasvlakte, een industrie-
eiland voor de kust of Schiphol in zee. Landaanwinst kan ook plaatsvinden door de
ondergrond in te gaan, door letterlijk diep te gaan denken.
Wat maakt ondergronds bouwen nu zo bijzonder? Het simpele feit dat we in
staat zijn ondergronds én onderwater te bouwen. We zijn in staat nieuwe ruimte
te winnen in de ondergrond. Markant is dat historisch gezien dit ook al gebeurde
door kelders onder gebouwen. Alleen waren we toen nog niet zo goed in staat
deze waterdicht te maken. Tijdens mijn opleiding werd het voorbeeld van een
onder water gelopen kelder van een notariskantoor als schrikbeeld gebruikt om
ingenieurs in opleiding er vooral van te weerhouden kelders aan te leggen. De
tijd is nu echter gekomen voor een transitie in ons denken. We moeten ons oude
paradigma verlaten waarbij het maaiveld een soort van onoverbrugbare barrière
naar een andere wereld is. Onder onze voeten ligt een enorm potentieel aan
nieuwe ruimte. Ik heb het dan overigens uitsluitend over de laag van maaiveld
tot – 40 meter. Tot die diepte reiken de stations van de Noord-Zuidlijn. Het
diepste punt qua infrastructuur in Nederland is de Westerscheldetunnel die
plaatselijk op -60 meter ligt onder de Pas van Terneuzen. Doordat we technisch
nu ondergrondse objecten aan kunnen leggen die droog blijven, ontstaan er vele
nieuwe mogelijkheden. Mogelijkheden die we snel moeten gaan benutten. Er is
een zekere urgentie als het gaat om Nederland te behouden voor onszelf maar
ook voor toekomstige generaties.
De kernvraag lijkt te zijn: wat weerhoudt ons nog? Auke van der Woud beschrijft
in zijn boek ‘Een nieuwe wereld, het ontstaan van het moderne Nederland’ hoe
tunnels nieuwe impulsen gaven aan infrastructuur: “In 1870 was de berg voor
het dubbele spoor tussen Parijs en Turijn open. De postdienst over de pas van de
Mont Cenis was verleden tijd: de koetsen die met tien paarden of met vijftien,
twintig muilezels waren bespannen, afhankelijk van het jaargetij. De tunnel
bewees dat de nieuwe infrastructuur van de spoorwegen voortaan geen
technisch maar hoogstens een financieel probleem zou zijn. Gebrek aan
economisch perspectief was inderdaad de reden waarom veel plannen die na de
opening van de Mont Cenistunnel werden gemaakt, niet levensvatbaar waren:
plannen voor een tunnel onder de straat van Gibraltar, voor een ijzeren tunnel
Postkoetsdienst over de Mont Cenis
4
door de Bosporus die bij Istanbul moest worden afgezonken, voor een tunnel
door de Sont ter verbinding van Denemarken met Zweden.” Zo’n 140 jaar geleden
lagen de plannen van ingenieurs al klaar voor verbindingen die pas in onze tijd
tot stand zijn gekomen. De tunnel tussen Denemarken en Zweden is er gekomen,
de Øresundverbinding werd in 2000 geopend. In Istanbul wordt op dit moment
gewerkt aan de tunnel onder de Bosporus om Europa met Azië te verbinden. De
tunnel onder de straat van Gibraltar, daar wordt nog over gesproken maar ook
Afrika en Europa zullen met elkaar verbonden worden. De vraag is alleen nog of
het een tunnel of een brug zal worden.
Er lijkt dus een groot perceptiegat te zitten tussen de plannen van ingenieurs, de
mogelijkheden van financiering en het gevoel van urgentie dat de verwezenlijking
van deze plannen nodig maakt. Daar ligt nu juist het grote probleem. Als er geen
urgentie is dan lijkt het ook qua besluitvorming allemaal niet zo hard te lopen.
De eerder genoemde Commissie Waterbeheer 21e eeuw maakt in haar
eindrapport hier al een opmerking over. Zij waarschuwt dat er nu al proactief
opgetreden moet worden voor wat betreft ruimtelijke reserveringen, willen we
straks niet te laat zijn. Dames en heren, het gevoel van urgentie is verworden tot
de brug die de kloof tussen nu en straks, tussen korte termijn en lange termijn
moet overbruggen. Dat maakt het debat over duurzaamheid ook zo enorm
lastig. We zijn inmiddels zo gewend aan de eendimensionale instrumentele
rationaliteit –ik bedoel het louter op kosten afwegen- waarmee alles benaderd
wordt, dat we het vermogen kwijt geraakt zijn om vanuit een meer morele
benadering onze behoefte vast te stellen. De enige uitzondering hierop vormt
misschien wel de aanschaf van kunst door de overheid. Daar wordt qua
argumentatie vaak succesvol gewezen op het genot dat toekomstige generaties
aan een bepaald kunstwerk zullen beleven als tegenargument voor het vaak niet
begrijpen van de noodzaak van een investering door de huidige generatie. Vele
wetenschappers, waaronder de Amerikaanse econoom Amitai Etzioni, de
Amerikaanse filosoof John Rawls, maar ook de Amsterdamse hoogleraar Dorien
Pessers, wijzen er op dat ons handelen niet uitsluitend bepaald wordt door de
De Øresund verbinding werd in 2000 geopend
5
eendimensionale economische rationaliteit die op dit moment door de overheid
als norm wordt gehanteerd voor de beoordeling van projecten. Wanneer er
gesproken wordt over duurzaamheid dan gaat het niet zozeer over de vraag of
we op korte termijn ons eigen leven prettiger kunnen maken, of dat we binnen
de huidige ambtstermijn voldoende kunnen scoren voor een herverkiezing. Het
gaat over de vraag of we bereid zijn nu offers te brengen om ook toekomstige
generaties een Nederland te kunnen bieden waar het goed leven, werken, wonen
en recreëren is. Om dat te bereiken zal Nederland de komende vijftig jaar
ingrijpender moeten veranderen dan de afgelopen vijfhonderd jaar. Dat is de
achtergrond van de Urgenda. Een urgentie agenda die concrete doelen stelt voor
de komende veertig jaar, om van Nederland een duurzame proeftuin te maken.
Nederland is een unieke delta door zijn uitzonderlijke hoge concentratie van
mensen en activiteiten, grotendeels onder de zeespiegel op een deels slappe
bodem. Dit biedt veel economische voordelen, maar zorgt ook voor een enorme
druk op de ruimte, zoals we al gezien hebben. Het geeft ook een concentratie
van problemen: verkeerscongestie, luchtverontreiniging, geluidsoverlast,
wateroverlast en verrommeling. Weet u wat ons toekomstperspectief is voor
2037: één miljoen meer mensen, aanzienlijk meer huizen, 50 procent meer
auto’s, drie keer zoveel vliegtuigen en nog minder ruimte. Het wassende water
komt van alle kanten op ons af. Als dit perspectief niet voldoende is om een
‘sense of urgency’ te krijgen dan weet ik het niet. Er moet dus een visie komen
die veel verder gaat dan die door het huidige kabinet wordt neergelegd. Reden
voor de initiatiefnemers van de Urgenda, ik ben zelf één van de ondertekenaars
ervan, om met een agenda voor de toekomst te komen. Een agenda die concreet
aangeeft wat over één jaar, twee jaar, drie jaar, vier jaar, enzovoort bereikt moet
zijn. Bereikt moet zijn willen we het eindbeeld van over 50 jaar kunnen halen. Ik
noem u een willekeurig aantal voorbeelden: over één jaar is er een nieuw
deltaplan klaar om in 2032 klimaat- en waterrobuust te zijn. Over drie jaar zijn
alle campussen van universiteiten klimaatneutraal. Over vijf jaar zijn er duizend
CO2-neutrale straten in Nederland. Over vijftien jaar is intensief ondergronds
ruimtegebruik gemeengoed.
Over vijftien jaar hoor ik u al denken, we zijn nu toch ook al bezig met het
ondergronds gaan. U heeft gelijk, Nederland is bezig onder de grond te gaan. De
Engelse architect Lord Norman Foster deed ooit de uitspraak dat er maar twee
oervormen voor verblijf van de mens zijn: de tent en de grot. In Nederland hebben
we al genoeg tenten gebouwd, het wordt nu tijd voor de grot. Grotten die we zelf
maken, door ruimte te creëren in de ondergrond. Maar ook dat moet dan wel
duurzaam plaatsvinden. Daarmee doel ik dan niet op het gebruik van duurzame
bouwmaterialen. Het ondergronds ruimtegebruik kan in zichzelf pas duurzaam
zijn als, we rekening houden met de functie en de al aanwezige functies in de
ondergrond. Net zo goed als er een gebrek is aan een visie op macroniveau over
een duurzame toekomst voor Nederland, ontbreekt het veelal op lokaal-niveau
ook aan enige visie op de ondergrond. Er is geen ondergrondse ordening in ons
Urgendaperspectief voor 2037
6
land als afgeleide op die visie. Het Centrum Ondergronds Bouwen heeft in 2004
een rapport uitgebracht over de ondergrondse ordening. Daarin werd een
onderscheid gemaakt naar een vijftal functies om het gebruik van de ondergrond
te schematiseren: de transportfunctie met accent op infrastructuur, de
productiefunctie, de draag- en verblijfsfunctie, de bergingsfunctie en de
archieffunctie. Tevens werd geconstateerd dat er vele onopgeloste knelpunten
zijn als het gaat om de vraag welke ontwikkeling we waar in de ondergrond
willen laten plaatsvinden. Als voorbeeld noem ik u twee van deze vraagstukken.
Het eerste komt voort uit het gegeven dat de ondergrond letterlijk de drager is
van het leven bovengronds. Processen in de ondergrond voltrekken zich op een
totaal ander schaalniveau dan het leven bovengronds. Denk aan de tijd die nodig
was om bomen en planten om te vormen tot olie en gas dat wij nu exploiteren
uit de bodem. De ondergrond is ook een belangrijke leverancier van schoon
water. Iets wat bijna vergeten was totdat het grootschalig opbergen van afval in
de bodem leidde tot een saneringsopgave waar we nu nog steeds mee bezig zijn.
Kennis over de ondergrond en afwegingen ten aanzien van het gebruik zijn dus
van groot belang. Tegelijk moeten ook andere afwegingen gemaakt worden.
Bijvoorbeeld die tussen transport en energie. Het zoeken naar alternatieve
energiebronnen maakt dat er op dit moment grootschalig gebruik gemaakt
wordt van de bodem voor bijvoorbeeld koud/warmte opslag. Dit leidt ertoe dat
er onder kantoorgebouwen maar ook woningen, honderden meters diep, buizen
de bodem in gaan. Moet u zich eens voorstellen wat dit betekent. We kennen in
ons land een autonome groei van kabels en leidingen in de ondergrond. Dit heeft
tot een enorme chaos geleid die we nu onder controle proberen te brengen. In de
eerste meter van de ondergrond hebben we als het ware een horizontaal laken
van kabels en leidingen over ons land getrokken. Het halen van energie uit de
bodem leidt er nu toe dat er aan dit laken nog eens verticale lamellen worden
gehangen die honderden meters diep gaan. Het grootste probleem is dat dit
allemaal volstrekt autonoom geschiedt, zonder enige afstemming. Het gebrek
aan visie op een ordening van de ondergrond leidt ertoe dat niemand zich druk
maakt over de vraag of deze ontwikkeling op termijn het aanleggen van tunnels
voor bijvoorbeeld nieuwe transport- en vervoerssystemen volledig onmogelijk
maakt. Waar men zich wel druk over maakt is de vraag hoe dicht de nieuwe
energiesystemen naast elkaar mogen worden aangelegd om te voorkomen dat
ze elkaar gaan beïnvloeden. Afsnoepen van elkaars energie dus, daar kunnen we
wel regelgeving voor verzinnen, op microniveau. Het grotere geheel verliezen we
uit het oog, terwijl nu juist de ondergrond om een geheel andere benadering qua
ordening vraagt dan de bovengrond. U begrijpt wellicht mijn zorg, willen we over
vijftien jaar inderdaad kunnen spreken over intensief ondergronds ruimte gebruik
als gemeengoed, dan moet nu een visie op de ondergrond gaan ontstaan en een
systeem van ordening, inclusief ruimtelijke reserveringen. Gebeurt dat niet, dan
zal ondergronds ruimtegebruik beperkt blijven tot incidenten en vanzelf
ophouden, omdat binnen de door onszelf gecreëerde chaos vanuit het korte
termijn denken, ieder perspectief van een langere termijn onmogelijk is gemaakt.
Gebeurt dat niet, dan zal
ondergronds ruimtegebruik
beperkt blijven tot incidenten
en vanzelf ophouden, omdat
binnen de door onszelf
gecreëerde chaos vanuit
het korte termijn denken,
ieder perspectief van een
langere termijn onmogelijk is
gemaakt.
7
De Urgenda vraagt niet om een sleurende en trekkende overheid met nieuwe
nota’s, regels en plannen, maar om een responsieve overheid die verbindt en
verleidt, stimuleert en voorwaarden schept, verbindingen legt en barrières
opheft. Een overheid met een visie op de ondergrond, een visie die het mogelijk
maakt om over vijftien jaar daadwerkelijk te kunnen spreken van intensief
ondergronds ruimtegebruik. Maar wat is intensief ondergronds ruimtegebruik
nu eigenlijk? Ik wil u aan de hand van een drietal invalshoeken schetsen welke rol
intensief ondergronds ruimtegebruik kan vervullen binnen de opgave van
Nederland als duurzaam-heidsproeftuin. Achtereenvolgens zullen we kijken
naar het ‘bouwen als nooit te voren’, ‘bouwen waar het niet kan’ en ‘nieuw
stedelijk weefsel’.
Als er één ding duidelijk is geworden uit de Urgenda dan is het wel dat we
moeten gaan ondernemen als nooit tevoren. De komende vijftig jaar zal
Nederland meer en ingrijpender veranderen dan de vijfhonderd jaar ervoor. Dat
vraagt om een totaal andere benadering van de bouwopgave en de wijze waarop
deze tot stand komt. Dat vraagt om enorm pro-actief handelen en vooruit
denken. Een goed voorbeeld van een dergelijke gebiedsontwikkeling is natuurlijk
het Zuid-as project. De onderkenning dat er aan de zuidkant van Amsterdam
een enorme ruimtelijke barrière is ontstaan door de weg- en spoorinfrastructuur,
maar dat er tegelijkertijd een enorm ruimtelijk potentieel is om daar het nieuwe
Central Business District te creëren, zoals zoveel grote steden dat wereldwijd
kennen, ligt hieraan ten grondslag. Nu hoor ik u denken wat is er nu zo bijzonder
aan het bouwen van wat kantoorgebouwen boven een snelweg. Ik kan u
verzekeren dat dit een ongekende sprong voorwaarts is in ons denken. Een
sprong die voor velen nog te hard gaat. Ik noem u als voorbeeld het op dit
moment grote probleem van het volgtijdelijk bouwen. Binnen de huidige
regelgeving lijkt het onmogelijk om spoor en weg in een tunnel te brengen, die
tunnel geschikt te maken voor de gebouwen erboven en deze dan in een later
stadium te bouwen. Allerlei regels op het gebied van eigendomsrecht tot
aansprakelijkheid verzetten zich hiertegen, terwijl het toch allemaal zo logisch
lijkt. Hier moeten dus gewoon door de overheid nieuwe kaperbrieven worden
verstrekt om deze handeling legaal te maken. Het gaat immers om een handelen
dat ons allemaal ten goede komt. Dat ten grondslag ligt aan een nieuwe
duurzame Gouden Eeuw. Gelukkig zijn er ook initiatieven die wel slagen en die
getuigen van een visie, lef en organisatie die aansluit of zelfs vooruitloopt op het
nieuwe denken. Ik noem u de integrale leidingtunnel die aangelegd is onder de
Mahlerlaan. Het unieke van deze leidingtunnel is niet alleen het bundelen van
leidingen die voorheen allemaal een eigen plek in de ondergrond hadden en ook
nog naast elkaar lagen, het gaat om het pro-actieve denken dat hieraan ten
grondslag ligt. Als we dan een ontwikkelingsuitdaging aangaan als de Zuid-as,
dan zorgen we ook gelijk voor innovatie als het gaat om het aanleggen van de
vele navelstrengen waaraan het moderne zakenleven verbonden moet worden.
Een gelijksoortig initiatief is te vinden in Arnhem waar een dergelijke tunnel is
Zuid-as project, Amsterdam
8
aangelegd als onderdeel van de aanleg van een ondergrondse parkeergarage en
vooruitlopend op de verdere ontwikkeling van ‘Arnhem Centraal’. De gebouwen
die daar nog gebouwd gaan worden kunnen letterlijk inprikken op de tunnel
waarin alle functies al zijn voorzien inclusief aardwarmte en een ondergronds
afvaltransportsysteem. De vuilniszakken gaan de gebouwen uit en komen in een
leiding terecht die ze afvoert naar een locatie waar ze in containers terecht-
komen en afgevoerd worden. Zowel de ontwikkeling in Amsterdam als in Arnhem
konden er komen doordat er een visie is ontwikkeld en lef werd getoond door een
voorinvestering te doen. Een voorinvestering die leidt tot meer vestigingskwaliteit
voor het nieuwe gebied. Een voorinvestering die als het ware een drager is voor
de nieuwe ontwikkeling en waarmee voorwaarden voor nieuwe ontwikkeling
geschapen worden. Het is bouwen als nooit tevoren, het gaat om megaprojecten.
Tijdens het internationaal congres hebben we met een aantal van dergelijke
projecten kennisgemaakt. Het gaat om megaprojecten voor megasteden. Het
gaat niet om megalomane projecten. Grote projecten, bouwen als nooit tevoren
is de opgave waar we voor staan. Een opgave die voortkomt uit de complexiteit
waarbinnen we ruimte moeten laten ontstaan binnen het perspectief van
duurzame ontwikkeling en klimaatrobuustheid.
Intensief ondergronds ruimtegebruik biedt ook de mogelijkheid om te bouwen
waar het eigenlijk niet kan. Ik bespreek een aantal markante cases met u. Drie
van deze cases komen uit de regio Arnhem. Die regio is als geen ander bezig met
het vraagstuk van benutting van de bestaande ruimte, versus het behoud van
natuurwaarde. Het Park de Hoge Veluwe kent het Museonder waarbij alleen de
bovengrondse entreepartij zichtbaar is en het museum zelf een aantal lagen de
ondergrond in gaat. Het behoud van het Park Bronbeek is ook van vitaal belang
voor de recreatie van de stad en de leefbaarheid in het algemeen. Het ligt als een
groene long tegen de stad aan. De bouw van het Nederlands Watermuseum in
dit park is volledig ondergronds gebeurt. Langs de Rijnoever staat als jaren een
Interieur ondergrondse uitbreiding ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem
9
gebouw van Rietveld voor de monumentale stuwwal van het Veluwemassief. De
Artez Hogeschool had echter behoefte aan nieuwe ruimte voor de faculteit Dans
en Muziek. Deze ruimte is ondergronds gevonden waarbij een prachtige
architectonische afwerking is bereikt voor het object zelf en er tegelijkertijd
geen enkele afbreuk wordt gedaan aan de stuwwal en het bestaande gebouw
van Rietveld. Daarin ligt mijns inziens de grote kracht van ondergronds
ruimtegebruik. Het maakt bouwen mogelijk waar het eigenlijk niet meer kan.
Belangrijker nog het voegt een geheel eigen kwaliteit ondergronds toe. De grot-
ten die wij gaan maken kunnen van een zodanig hoogwaardige kwaliteit zijn dat
het een genoegen is om ondergronds te verblijven.
Interessant is dat de oervorm die ten grondslag ligt aan met name het ontwerp
van de Artez Hogeschool terug te brengen is naar dat van de Yao Dongs in China.
Daar leven mensen al sinds 5000 jaar voor onze jaartelling ondergronds in door
hen zelf in de rotsen uitgehouwen woningen. Het grote atrium dat ze maken
zorgt voor voldoende daglicht toetreding en contact met het bovengrondse. Eén
van de kenmerkende aspecten van het ontwerp van de Artez Hogeschool vind ik
zelf het subtiele gebruik van zichtlijnen. Studenten die achterin een lokaal
dansoefeningen doen aan de rekstok kijken door ramen via het dak naar de
bomen op de stuwwal van het Veluwemassief. Deze zichtlijn ontneemt
onmiddellijk ieder gevoel van ondergronds zijn, op dezelfde manier als de boom
in het middenplein van de Yao Dong dat doet en ook de bomen die geplaatst zijn
in de Beurstraverse in Rotterdam dat doen. Ondergronds ruimtegebruik is dus
niet het verblijf in geheel door grond omsloten ruimten, het kent vele vormen en
kan een ‘fun’ beleving met zich meebrengen mits de architectonische opgave
juist wordt ingevuld. Een laatste voorbeeld van bouwen waar het niet kan is het
project Sijtwende bij Den Haag. Een rijksweg kan daar uiteindelijk aangelegd
Yao-Dong nabij Xian in China
10
worden door het maken van een tunnel op maaiveld, een landtunnel die
bovendien een ontwikkeling van woon- en kantoorgebouwen mogelijk maakte.
Een mooi voorbeeld hoe een tunnel kan bijdragen tot een gebiedsontwikkeling
die er anders nooit was gekomen.
Ondergronds ruimtegebruik kan gaan bijdragen, en zal dat ook zeker moeten
gaan doen, aan een nieuw ondergronds stedelijk weefsel. Een stedelijk weefsel
met eigen ondergrondse knooppunten en verbindingen. Dat is zeker niet uniek.
De meest in het oog springende voorbeelden zijn Underground City in Montreal
en Toronto in Canada. Over Toronto gaat u straks nog meer horen en zien.
Toronto kent een ondergrondse stad van 500.000 vierkante meter met 1.200
verschillende winkels waar 2.500 mensen werken. Ondergronds worden er 50
kantoorgebouwen, zes grote hotels, twee warenhuizen, meer dan 20
parkeergarages en meerdere toeristische attracties met elkaar verbonden.
Dagelijks maken meer dan 100.000 mensen gebruik van deze ondergrondse
stad. De reden voor het ondergronds gaan in Montreal en Toronto had met het
klimaat te maken. Temperatuurextremen in Montreal, van -40oC ‘s winters tot
+40oC s‘ zomers, zijn geen uitzondering. Het klimaat als factor voor het
ondergronds brengen van het stedelijk weefsel. Het kan en Montreal laat ook
zien dat ook hier hoogstaande architectonische kwaliteit tot de belevingswaarde
kan bijdragen. Maar we hoeven niet zover van huis te gaan om ook in Nederland
voorbeelden te vinden, zij het op kleinere schaal. Terug naar Arnhem en de
prachtige parkeergarage die onder Arnhem Centraal is aangelegd. Markant hier
is het robuuste ontwerp met veel interactie tussen de gebruikers. Markant is ook
de toegang naar de parkeergarage vanuit de nabijgelegen Willemstunnel. Je rijdt
als automobilist Arnhem in, de tunnel in en je staat in de parkeergarage die
daarmee als toegangsportaal van formaat functioneert. Het visitekaartje voor
de stad wordt in één keer afgegeven aan de bezoeker. Een ander voorbeeld is de
tramtunnel in Den Haag. Een prachtige ondergrondse oplossing die vooral ook
verbindingen legt tussen diverse functies.
Dames en heren, ik kom tot een afronding. Ik heb u laten zien dat Nederland de
komende jaren moet gaan veranderen. Een verandering die veel van ons zal
vergen, omdat deze niet alleen ingrijpend, maar ook intensief zal zijn. Het is een
verandering die als transitie naar een nieuw paradigma wordt gezien. Ik sprak
met u over een andere rol van de overheid. Niet regulerend maar juist stimulerend,
niet reactief maar pro-actief. Het vraagt van ons om het korte termijn denken
om te ruilen voor een lange termijn toekomstperspectief. Een perspectief dat
beter aansluit bij een samenleving die bereid is zorg te dragen voor een duurzame
toekomst, waarin ook onze kinderen en onze kindskinderen plezierig kunnen
habiteren in deze prachtige rivierdelta, waar we ons ooit nedergezet hebben. Dat
intensief ondergronds ruimtegebruik daar een rol bij kan spelen heb ik u ook
laten zien. Er zijn in Nederland inmiddels vele tunnels geboord aangelegd. Een
boorproces dat steeds opnieuw eindigde met een doorbraak. Wat mij betreft
Underground pedestrian walkways in
Toronto, Canada
11
Enprodes Management Consultancy B.V.
Heemraadssingel 245
3023 CD Rotterdam
T 010 244 99 00
F 010 244 97 25
Over EnprodesEnprodes Management Consultancy B.V. is gevestigd
in Rotterdam en in 2008 opgericht door Han Admiraal.
Programma’s en projecten mogelijk maken door besluiten
te baseren op dialoog is de kernwaarde van waaruit
Enprodes werkt.
hoop ik op een doorbraak van een heel andere orde. Een doorbraak in ons denken,
waarbij we onze collectieve zelfgenoegzaamheid, die kenmerkend is voor een
samenleving in de top van de Maslov behoeftebevredigings- pyramide, inruilen
voor een meer op exploratie en adaptie gerichte rol. Een rol die ons niet zwaar zal
vallen, omdat deze aansluit bij ons cultureel bepaald zelfbeeld en traditie van
het vechten tegen het water, het inpolderen van nieuw land, van
ontdekkingstochten en nieuwe werelden vinden. In dat opzicht was de oproep
van DG Keijts van Rijkswaterstaat bij de opening van het internationale congres
voor een multifunctionele tunnel die energie oplevert en schone lucht uitblaast
een welkom toekomstbeeld.
Dames en heren, Nederland kan een voortrekkersrol vervullen op het gebied van
duurzaamheid, maar ook op het gebied van duurzaam habiteren in een natte
rivierdelta. We moeten dan nu wel echt iets gaan ondernemen met elkaar. De
Urgenda wijst ons een weg die verder gaat dan allemaal overstappen op
spaarlampen. Een weg die echt zal leiden tot een daadwerkelijk duurzaam
Nederland waarin het niet alleen voor ons, maar zeker voor toekomstige
generaties de moeite waard zal blijven om zich neer te zetten. Laten we die
uitdaging aangaan, die kansen benutten en onze traditie als ruimtewinners en
zelfscheppers eer aan doen.
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any im
provement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
char
les
han
dy: t
her
e is
no
per
fect
so
luti
on t
o an
ythi
ng
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
Kurt Lew
in: W
e can
predict so
cial co
nseq
uen
ces for a
ny im
provem
ent project: th
e less involvem
ent of th
ose a
ffected, the less likely w
ill be an
implem
enta
ble solu
tion
kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected,the less likely will be an implementable solution
margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
Kurt Lewin: We can predict social consequ
ences for an
y improvem
ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: there is no perfect solution to anything
kurt lew
in: w
e can predict social consequences for any im
provement project: the less involvem
ent of those affected, the less likely w
ill be an
implem
enta
ble solutio
n
Kurt Lewin: W
e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected,the less likely will be an implementable solution
margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, com
mitted citizen
s can chan
ge the world. in
deed, it is the only th
ing th
at ever has.
kurt lewin: w
e can predict social consequ
ences fo
r a
ny im
pro
vemen
t pro
ject: the less in
volvem
ent o
f tho
se affected, the less likely w
ill be an implem
entable solution
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
kurt lewin: we can predict social consequences for any improvem
ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
kurt lewin: W
e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
kurt Lewin: W
e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
margaret mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.
Kurt Lewin: We can predict social conseq
uen
ces for a
ny im
provement project: the less involvem
ent of those affected, the less likely will be an implementable solution
margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
Kurt Lewin: W
e can predict social consequences for any improvem
ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, com
mitted citizen
s can ch
ange th
e world. In
deed, it is the o
nly th
ing th
at ever h
as.
kurt lewin: we can predict social consequences for any improvem
ent project: the less involvement of those affected, the less likely w
ill be an implem
entable solution
Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected,the less likely will be an implementable solution
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely w
ill be a
n impl
emen
tabl
e so
luti
on
Kurt lewin
: we can
predict social consequ
ences for a
ny im
provem
ent pro
ject: the less in
volvem
ent o
f tho
se affected, th
e less likely will be an
implem
entable solution
Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful,
committed citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.
kurt Lewin: w
e can predict social consequences for any im
provemen
t project: the less involvement of those affected, the less likely w
ill be an implementable solution
charles handy: there is no perfect solution to anything
Kurt lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Kurt Lew
in: W
e can predict social con
sequences for any im
provement project: the less involvem
ent of those affected, the less likely w
ill be an
implem
enta
ble solu
tion
Kurt Lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Kurt Lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an
Kurt Lewin: W
e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
Margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.
kurt lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an
kurt lewin: w
e can predict social consequences for any improvem
ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: there is no perfect solution to anything
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
Mar
gare
t m
ead:
Nev
er d
oubt
that a
small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it
is the only thing that ever has.
kurt lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an
charles handy: there is no perfe
ct s
olut
ion
to a
nyth
ing
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
Samenvatting
Exploratie en adaptie zijn basiswaarden voor de Nederlandse
samenleving. Deze waarden maken dat wij creatief kunnen
zijn in ons ruimtegebruik. Ondergronds ruimtegebruik past in
een lange traditie van VOC tot inpoldering. Het maakt ook
deel uit van de zoektocht naar een duurzame en
klimaat robuuste ruimtelijke ontwikkeling van ons land.
Over vijftien jaar is intensief
ondergronds ruimtegebruik
gemeengoed in Nederland
Urgenda