nnck jubileum

2
Prijs € 1,- | Vrienden NNO gratis Stefan Vladar | Dirigent Stefan Vladar studeerde piano aan de Wiener Musikhochschule bij Renate Kramer-Preisenhammer en Hans Petermandl. In 1985 won hij als jongste deelnemer het Internationale Beethoven Pianoconcours in Wenen. Onder leiding van dirigenten als Claudio Abbado, Riccardo Chailly, Seiji Ozawa en Edo de Waart speelde hij met de Wiener Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest, het Chicago Symphony Orchestra, het Tonhalle- Orchester Zürich en het Chamber Orchestra of Europe. Sinds 2008 is Stefan Vladar chef-dirigent van het Wiener KammerOrchester. Verder dirigeerde hij de Wiener Symphoniker, de Württembergische Philharmonie, het Mozarteum Orchester Salzburg, de Essener en Stuttgarter Philharmoniker en het Bruckner Orchester Linz. Stefan Vladar is regelmatig te gast bij het NNO. Emiliya Ivanova | Sopraan Emiliya Ivanova studeerde in Sofia en volgde masterclasses bij Renato Bruson, Bernadette Manca di Nissa, Sonia Ganassi en Richard Bonynge. Zij won prijzen op het Nationale Zangconcours Hristo Brambarov in Sofia en het Concours van het Theatro Lirico Sperimentale A. Belli in Spoleto. Zij maakte haar debuut als Pamina in Mozarts Die Zauberflöte aan het Muziektheater in Sofia en zong verder rollen in opera’s van Mozart, Verdi, Jommelli, Sigismondi, Donizetti, Händel en Bizet in Sofia, Varna, Spoleto en Bonn. Katharina Goeldner | Mezzosopraan Katharine Goeldner zong de titelrol in Bizets Carmen bij de New York City Opera en verscheen in Mozarts Cosi fan tutte (Santa Fe), Verdi’s Nabucco (Dallas, Antwerpen), J. Strauss’ Die Fledermaus (Metropolitan Opera), R. Strauss’ Ariadne auf Naxos (Madrid, Salzburg, Toulouse, Lyon, Parijs), R. Strauss’ Der Rosenkavalier (Toulouse, Lyon, Sevilla), Offenbachs Les contes d’Hoffmann (Metropolitan Opera). Ze trad recentelijk op bij de Lyric Opera of Chicago en de Florida Grand Opera als Suzuki in Puccini’s Madama Butterfly. Ze gaf concerten met het Mozarteum Orchester Salzburg, de Wiener Symphoniker en het Konzerthausorchester in Berlijn. Andrej Popov | Tenor De Russische tenor Andrej Popov studeerde in Sint- Petersburg bij Igor Morozov. Na zijn studie werd hij aangesteld bij het Mariinskitheater in Sint-Petersburg, waar hij sindsdien een breed scala aan rollen op zich nam. Hij zong daarnaast op de voornaamste podia in onder meer Londen, Washington, Stockholm, Peking, Moskou, Tokio, Parijs, Helsinki en Brussel, en bovendien op verschillende festivals. Aan de Metropolitan Opera in New York verscheen hij als politie-inspecteur in Sjostakovitsj’ De neus en als de idioot in Moessorgski’s Boris Godoenov. Voor zijn optredens en cd-opnames ontving hij verschillende prijzen. Panajotis Iconomou | Bas Panajotis Iconomou begon zijn zangcarrière bij het Tölzer Knabenchor en studeerde later aan de National Opera Studio in Londen. Hij maakte zijn operadebuut als Sarastro bij Opera Holland Park in London. Hij zong onder meer in Verdi’s I masnadieri, Un ballo in maschera en Rigoletto, Mozarts Die Entführung aus dem Serail en Don Giovanni en Puccini’s La Bohème. Hij nam deel aan John Eliott Gardiners Bach Cantata Pilgrimage en werkte met dirigenten als Jean-Claude Malgoire, Hans Graf, Giovanni Antonini, Frans Brüggen en Gustav Leonhardt. Hij zong eerder Bachs Matthäus- en Johannes-Passion bij het NNO. NNCK Het Noord Nederlands Concertkoor (NNCK) is een projectkoor dat bijeenkomt wanneer het NNO werken programmeert voor koor en orkest. Het bestaat uit circa honderd geselecteerde zangers uit de drie noordelijke provincies, geleid door Louis Buskens en Leendert Runia. Dit seizoen viert het zijn 20-jarig bestaan. Het repertoire van het NNCK omvat een gevarieerde verzameling werken, van barok tot hedendaags en van klassiek tot populair. Het NNO en NNCK treden soms op in het buitenland, zoals in 2007 in Parijs en in 2009 in Perugia, Italië. Het koor heeft meegewerkt aan diverse cd-opnames en openluchtopera’s van het NNO. Louis Buskens | Koordirigent Louis Buskens is hoofdvakdocent koordirectie in Groningen en Tilburg en vaste dirigent van het Brabant Koor en het Noord Nederlands Concertkoor. Hij studeerde in Tilburg blokfluit, schoolmuziek en koordirectie. Hij maakte naam als uitvoerend dirigent, assistent-dirigent en koordirigent van grootschalige werken. Hij werkte samen met dirigenten als Jos van Immerseel, Frans Brüggen, Reinbert de Leeuw, Ed Spanjaard, Marc Soustrot, Simon Preston, Valery Gergiev, Hartmut Haenchen en Wayne Marshall. De onder zijn leiding staande koren werkten samen met orkesten in Nederland en België, zongen voor radio en televisie en zijn op vele cd’s te beluisteren. PROGRAMMA ROSSINI STABAT MATER 20-JARIG JUBILEUM NNCK

Upload: marketing-nno

Post on 24-Mar-2016

243 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

NNCK jubileum

TRANSCRIPT

Page 1: NNCK jubileum

Prijs € 1,- | Vrienden NNO gratis

Stefan Vladar | DirigentStefan Vladar studeerde piano aan de Wiener Musikhoch schule bij Renate Kramer-Preisenhammer en Hans Petermandl. In 1985 won hij als jongste deelnemer het Internationale Beethoven Pianoconcours in Wenen. Onder leiding van dirigenten als Claudio Abbado, Riccardo Chailly, Seiji Ozawa en Edo de Waart speelde hij met de Wiener Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest, het Chicago Symphony Orchestra, het Tonhalle-Orchester Zürich en het Chamber Orchestra of Europe. Sinds 2008 is Stefan Vladar chef-dirigent van het Wiener KammerOrchester. Verder dirigeerde hij de Wiener Symphoniker, de Württembergische Philharmonie, het Mozarteum Orchester Salzburg, de Essener en Stuttgarter Philharmoniker en het Bruckner Orchester Linz. Stefan Vladar is regelmatig te gast bij het NNO.

Emiliya Ivanova | Sopraan Emiliya Ivanova studeerde in Sofia en volgde masterclasses bij Renato Bruson, Bernadette Manca di Nissa, Sonia Ganassi en Richard Bonynge. Zij won prijzen op het Nationale Zangconcours Hristo Brambarov in Sofia en het Concours van het Theatro Lirico Sperimentale A. Belli in Spoleto. Zij maakte haar debuut als Pamina in Mozarts Die Zauberflöte aan het Muziektheater in Sofia en zong verder rollen in opera’s van Mozart, Verdi, Jommelli, Sigismondi, Donizetti, Händel en Bizet in Sofia, Varna, Spoleto en Bonn.

Katharina Goeldner | Mezzosopraan Katharine Goeldner zong de titelrol in Bizets Carmen bij de New York City Opera en verscheen in Mozarts Cosi fan tutte (Santa Fe), Verdi’s Nabucco (Dallas, Antwerpen), J. Strauss’ Die Fledermaus (Metropolitan Opera), R. Strauss’ Ariadne auf Naxos (Madrid, Salzburg, Toulouse, Lyon, Parijs), R. Strauss’ Der Rosenkavalier (Toulouse, Lyon, Sevilla), Offenbachs Les contes d’Hoffmann (Metropolitan Opera). Ze trad recentelijk op bij de Lyric Opera of Chicago en de Florida Grand Opera als Suzuki in Puccini’s Madama Butterfly. Ze gaf concerten met het Mozarteum Orchester Salzburg, de Wiener Symphoniker en het Konzerthausorchester in Berlijn.

Andrej Popov | Tenor De Russische tenor Andrej Popov studeerde in Sint-Petersburg bij Igor Morozov. Na zijn studie werd hij aangesteld bij het Mariinskitheater in Sint-Petersburg, waar hij sindsdien een breed scala aan rollen op zich nam. Hij zong daarnaast op de voornaamste podia in onder meer Londen, Washington, Stockholm, Peking, Moskou, Tokio, Parijs, Helsinki en Brussel, en bovendien op verschillende festivals. Aan de Metropolitan Opera in New York verscheen hij als politie-inspecteur in Sjostakovitsj’ De neus en als de idioot in Moessorgski’s Boris Godoenov. Voor zijn optredens en cd-opnames ontving hij verschillende prijzen.

Panajotis Iconomou | Bas Panajotis Iconomou begon zijn zangcarrière bij het Tölzer Knabenchor en studeerde later aan de National Opera Studio in Londen. Hij maakte zijn operadebuut als Sarastro bij Opera Holland Park in London. Hij zong onder meer in Verdi’s I masnadieri, Un ballo in maschera en Rigoletto, Mozarts Die Entführung aus dem Serail en Don Giovanni en Puccini’s La Bohème. Hij nam deel aan John Eliott Gardiners Bach Cantata Pilgrimage en werkte met dirigenten als Jean-Claude Malgoire, Hans Graf, Giovanni Antonini, Frans Brüggen en Gustav Leonhardt. Hij zong eerder Bachs Matthäus- en Johannes-Passion bij het NNO.

NNCK Het Noord Nederlands Concertkoor (NNCK) is een projectkoor dat bijeenkomt wanneer het NNO werken programmeert voor koor en orkest. Het bestaat uit circa honderd geselecteerde zangers uit de drie noordelijke provincies, geleid door Louis Buskens en Leendert Runia. Dit seizoen viert het zijn 20-jarig bestaan. Het repertoire van het NNCK omvat een gevarieerde verzameling werken, van barok tot hedendaags en van klassiek tot populair. Het NNO en NNCK treden soms op in het buitenland, zoals in 2007 in Parijs en in 2009 in Perugia, Italië. Het koor heeft meegewerkt aan diverse cd-opnames en openluchtopera’s van het NNO.

Louis Buskens | Koordirigent Louis Buskens is hoofdvakdocent koordirectie in Groningen en Tilburg en vaste dirigent van het Brabant Koor en het Noord Nederlands Concertkoor. Hij studeerde in Tilburg blokfluit, schoolmuziek en koordirectie. Hij maakte naam als uitvoerend dirigent, assistent-dirigent en koordirigent van grootschalige werken. Hij werkte samen met dirigenten als Jos van Immerseel, Frans Brüggen, Reinbert de Leeuw, Ed Spanjaard, Marc Soustrot, Simon Preston, Valery Gergiev, Hartmut Haenchen en Wayne Marshall. De onder zijn leiding staande koren werkten samen met orkesten in Nederland en België, zongen voor radio en televisie en zijn op vele cd’s te beluisteren.

PROGRAMMAROSSINI STABAT MATER2 0 - j a r i g j u b i l e u M N N C K

Page 2: NNCK jubileum

DoNDErDAG 17 jANuArI | 20.00 uur

inleiding om 19.00 uurDrachten | De Lawei

VrIjDAG 18 jANuArI | 20.15 uur

inleiding om 19.00 uurGroningen | De Oosterpoort

Dirigent Stefan VladarSopraan Emiliya IvanovaMezzosopraan Katharina GoeldnerTenor Andrej PopovBas Panajotis IconomouKoor NNCK inst. Louis Buskens

Henry Purcell: Rejoice in the LordIn 1660 kwam het puriteinse schrikbewind van Oliver Cromwell in Engeland ten val, de monarchie en de Anglicaanse Kerk werden in ere hersteld. De muziek bloeide op met een ongekende creatieve energie. Londen bruiste van de nieuwe muziek voor de kerk, de adellijke paleizen en kapellen, de theaters en zelfs de kroegen. In dit stimulerende klimaat groeide Henry Purcell als koorknaap op. Hij volgde John Blow op als organist van de Westminster Abbey en later werd hij organist van de Chapel Royal. Voor deze instellingen componeerde Purcell in zijn

korte leven (hij werd zesendertig) een hele reeks anthems: koorwerken op een Engelse tekstpassage uit bijbel of liturgie, enigszins vergelijkbaar met de motetten in de katholieke kerkmuziek. Rejoice in the Lord alway stamt uit zijn vruchtbare tijd als organist van de Chapel Royal. Het stuk schijnt zijn bijnaam ‘Bell Anthem’ al in een vroeg stadium te hebben verkregen, en dat is geen wonder: in de instrumentale prelude is het plechtstatige klokgelui alomtegenwoordig. Het dalende octaaf in de bas verwijst naar de typisch Engelse traditie van het ‘wisselluiden’, waarbij een dalende toonladder wordt verkregen door

een reeks diatonisch gestemde klokken na elkaar tot klinken te brengen.

Giovanni Battista Pergolesi: Messa di Sant’EmidioStierf Purcell al voortijdig, geen componist van enige statuur is zo jong gestorven als de Napolitaan Pergolesi. Hij was zesentwintig toen hij aan tuberculose bezweek. Nauwelijks was het nieuws van zijn dood wereldkundig geworden of er ontstond een hype rond de componist en zijn werken. Geen muziekstuk werd in de achttiende eeuw zo vaak herdrukt als zijn Stabat Mater. Zijn operaatje La serva padrona ontketende in Parijs zelfs een ware strijd tussen aanhangers van de traditionele gekunstelde Franse muziek en die van de meer natuurlijke werkende moderne Napolitaanse stijl. De laatste factie zegevierde. Pergolesi werd bovendien listig vermarkt. Om verkoopcijfers op te krikken kenden uitgevers weinig scrupules: de naam van de componist, geplakt op een willekeurige partituur, deed wonderen. Pas in de loop van de twintigste eeuw begon het grote schiften. Zoals de catalogus van Rembrandtwerken aanzienlijk kon worden uitgedund, zo bleek ook weinig aan Pergolesi toegeschreven muziek werkelijk van de eens zo populaire componist. Nu blijft er een lijstje van enkele tientallen werken over. Hiertoe behoort de vrij onbekende maar boeiende Messa di Sant’Emidio, ontstaan naar aanleiding van de verwoestende aardbeving die Napels in 1731 trof. Het stadsbestuur wees de heilige Emidius, beschermer tegen dit natuurfenomeen, aan als extra patroonheilige naast de aloude Januarius. Om de bijbehorende plechtigheid luister bij te zetten schreef Pergolesi zijn mis. Strikt genomen is het een ‘missa brevis’, bestaande uit een Kyrie en Gloria, maar met de beknoptheid valt het wel mee. In een half uur trekt een breed scala aan muzikale vormen en uitdrukkingsmiddelen voorbij, culminerend in een beklemmend ‘Qui tollis peccata mundi’.

Gioacchino Rossini: Stabat MaterNiet Pergolesi’s Stabat Mater klinkt na de pauze, maar dat van Rossini. Ook hij stopte vroegtijdig met componeren, niet omdat hij stierf, maar omdat hij financieel ruimschoots

binnen was. Tot zijn zevenendertigste had hij zijn onverzadigbare publiek verblijd met maar liefst negenendertig opera’s. Om aan de overstelpende vraag tegemoet te komen hergebruikte hij regelmatig muziek uit eerdere opera’s en zette hij medewerkers in voor de recitatieven en zelfs sommige aria’s. De laatste negenendertig jaren van zijn leven bracht hij door in onbekommerd rentenierschap, aanvankelijk in Bologna en later in Parijs, waar hij in zijn salon de beau monde ontving en waar hij zich eindelijk kon bezighouden met de belangrijke zaken in het leven. Zorgvuldig cultiveerde hij zijn kenmerkende bescheidenheid, onverschilligheid en legendarische cynisme. Niet minder legendarisch was zijn eetlust en zijn kookkunst, en nog vandaag de dag staat de Tournedos Rossini in de betere restaurants op het menu.Af en toe zondigde hij op zijn voornemen niet meer te componeren. Een van de voornaamste van zijn ‘péchés de vieillesse’ (‘zonden van de oude dag’) ontstond naar aanleiding van een reisje naar Madrid, waar kanselier Fernández Varela hem vroeg een toonzetting te leveren van het ‘Stabat Mater’, het Latijnse gedicht over de smart van de Maagd Maria bij de gekruisigde Jezus. Een religieus werk was wel het laatste wat men van Rossini verwachtte, maar hij accepteerde de opdracht en schreef zes delen. Liever lui dan moe vroeg hij zijn vriend Giovanni Tadolini het stuk af te maken en hij presenteerde het geheel aan Varela onder zijn eigen naam. Toen deze een paar jaar later stierf, verkochten zijn erfgenamen het werk aan muziekuitgever Aulagnier. Rossini onthulde echter dat niet alles van hem was en dat hij zijn eigen uitgever een volledig eigenhandig Stabat Mater had beloofd. Een slepende rechtszaak volgde, die Rossini won. Hij kwam zijn belofte na en voltooide het werk alsnog. De uiteindelijke partituur, met zijn sobere koordelen en solo’s in zuivere operastijl, werd in 1842 met groot succes in Parijs ten gehore gebracht. Voor Heinrich Heine was het Théâtre Italien bij die uitvoering veranderd in het voorportaal van de hemel.

Pepijn van Doesburg

BiOGRAfiEën

Voor DE PAuzEHenry Purcell (1659-1695)Rejoice in the Lord, Z 49 (ca. 1682-1685)

Giovanni Battista Pergolesi (1710-1736)Messa di Sant’Emidio in F (1732)- Kyrie- Gloria

NA DE PAuzEGioacchino rossini (1792-1868)Stabat Mater (1832-1841)- Stabat Mater dolorosa- Cuius animam- Quis est homo- Pro peccatis - Eia Mater- Sancta Mater- Fac ut portem- Inflamatus- Quando corpus morietur- In sempiterna saecula amen

ROSSINI STABAT MATER

2 0 - j a r i g j u b i l e u M N N C K

2 0 - j a r i g j u b i l e u M N N C K