nieuwsbrief caritas catholica vlaanderen vzw · 2019-05-09 · de ervaring van pasen is een...
TRANSCRIPT
71
NieuwsbriefCaritas Catholica Vlaanderen vzw
Afgiftekantoor Brussel 4 P4A9097
Tweemaandelijks bericht van Caritas Catholica Vlaanderen vzw
Een nieuwe lente
Nummer 71 • maart-april 2013
Tweemaandelijks tijdschrift verspreid bij bestuurders en directieleden van aangesloten instellingen.
Alles wat in dit blad te lezen staat, mag overgenomen worden, mits vermelding van de bron.
NieuwsbriefCaritas Catholica Vlaanderen vzw
Edito
Redactie & administratieCaritas Vlaanderen vzw
Liefdadigheidstraat 39 – 1210 Brussel
T 02 608 00 72 – F 02 608 00 75
Grafisch ontwerp & drukLicap cvba
Guimardstraat 1 – 1040 Brussel
T 02 509 96 83
www.licap.be
VerschijntTweemaandelijks tijdschrift
Oplage2450 exemplaren
Verantwoordelijke uitgeverDominic Verhoeven,
Directeur
Maatschappelijke zetel Caritas Vlaanderen vzw:
Liefdadigheidstraat 39 – 1210 Brussel
Inhoudstafel
EditORiaal p. 03
paasREflEctiE p. 04
caRitas in BElGië p. 06
pastORaal & idEntitEit p. 07
aRmOEdE p. 08
caRitas in EuROpa p. 12
sOlidaRitEit p. 17
GEzOndhEid & WElzijn p. 20
aankOndiGinGEn p. 24
puBlicatiEs p. 25
p. 0371Nieuwsbrief
Edito
Even zag het er slecht uit: het tekort over 2012 was niet 2,8 % zoals eerst vooropgezet, noch 3,0 % zoals verhoopt, maar 3,9 %, omwille van het meerekenen van de bijkomende Dexia-operatie. Heel even doemde het spookbeeld van de Europese boete op. Een blamage, die echter afgewend lijkt. De begrotingscontrole is afgerond, mét de gevraagde 1% structurele maatregelen. Europa zal – wellicht – tevreden zijn.
Ofschoon de ‘grotere ingrepen’ vooral betrekking hebben op de evolutie van het ambtenarenbestand, dragen ook de zwakkere groepen hun steentje bij: voor 100 miljoen besparingen bij de ziekenhuizen, en ook ontwikkelings-samenwerking wordt nog eens afgeroomd. We staan daarmee niet alleen in Europa (zie ook de bijdrage over Caritas Spanje in deze Nieuwsbrief) wat de situatie nog des te prangender maakt. Dat het zuiden des te erger wordt getroffen, snijdt politiek natuurlijk weinig hout wanneer de getroffenen geen stem hebben in het debat, en nog minder een stem kunnen uitbrengen bij de volgende verkiezingen.
In vergelijking met andere Europese landen, waar we sinds kort ook Cyprus aan toe mogen voegen (en straks mogelijks Slovenië als volgende dominosteen,) moet echter gezegd worden dat de te leveren inspanning beperkt bleef. De gemiddelde Belg en de hardwerkende Vlaming voelen het effect van de besparingen slechts in beperkte mate. Onze regering die nochtans niet onmiddellijk een beeld oproept van een enthousiaste ploeg die eensgezind een nieuw beleid uitstippelt, slaagt er toch in het schip van de economie niet te ver uit koers te laten gaan. We mogen echter niet uit het oog verliezen dat daartoe wel heel wat brandstoffen worden verbruikt, die later niet meer kunnen ingezet worden: de last van de vergrijzing wordt blijvend voor ons uitgeschoven. De testballon om de opzij gezette reserves voor de pensioenen van de Vlaamse ambtenaren aan te wenden voor scholenbouw was in die optiek een schoolvoorbeeld van hoe creatief kan gedebudgetteerd worden.
De verkiezingen zijn dan nog wel een jaar van ons verwijderd, ze werpen hun schaduw ver vooruit. Terwijl de zesde staatshervorming nog heel wat werk vraagt, en de overheveling van een aantal bevoegdheden, en inzonderheid de usurperende, de nodige conflictstof in zich draagt, wordt openlijk gediscussieerd over de noodzaak van een volgende stap, dan wel de complete overdracht van alles naar de deelstaten. Moet Vlaanderen zijn autonomie kunnen opleggen aan de andere regio’s ? Of mag de inzet ook zijn: hoe kunnen we gestalte geven aan een land waar het goed is om wonen voor alle inwoners ? Als Caritas blijven we opteren voor een beleid waarin mensen centraal staan, en waarbinnen samenwerking en overleg belangrijke bouwstenen zijn. Hopelijk geeft de plotse opstoot van vervroegde verkiezingskoorts niet al te zeer aanleiding tot toenemende polarisatieretoriek, waarvan de gevolgen lang kunnen aanslepen en die het gesprek ‘the day after’ zwaar kunnen hypothekeren. Want dat heb-ben we al wel enkele keren meegemaakt.
Luk De Geest Dominic Verhoeven
voorzitter directeur
alWEER EEn hORdE GEnOmEn
p. 0471Nieuwsbrief
PaasrEflEctiE
Na Jezus’ dood hadden zijn
leerlingen zich bang teruggetrokken
in een bovenzaal in de stad. Ze
durfden niet buiten omdat ze
vreesden dat de jacht op zijn
volgelingen nu wel helemaal zou
open zijn. Geen één die ook maar
aan de verrijzenis leek te denken.
De vrouwen kwamen wél buiten: ze
hadden Jezus vlug-vlug in het graf
moeten leggen bij het invallen van
de duisternis van de sabbath, en
wilden nu hun laatste eerbetoon
afmaken. Ze merken dat de steen
weggerold is, en het graf leeg.
Wanneer ze terugkeren bij de
leerlingen met hun verhaal over de
verrijzenis, geloven die hen niet.
‘Beuzelpraat’, leest de vertaling.
Alleen Petrus en Johannes, de
beminde leerling, gaan terug.
Johannes ging het graf binnen, en
‘Hij zag en geloofde’ (Joh. 20,9).
De ervaring van Pasen is een overweldigende ervaring: mogen
voelen, zien, dat God er is voor ons, mensen, dat we ons ook
over de dood heen geborgen en gedragen mogen weten, dat
de dood niet het laatste einde is.
En toch hebben ook wij het steeds moeilijker om ‘zoiets’ te ge-
loven. We zoeken naar andere, betere, wetenschappelijke ver-
klaringen. Of desnoods naar complottheorieën. Anderzijds willen
we wel wat graag de ‘onsterfelijkheid’ binnen handbereik krijgen:
de medische wetenschap voegt steeds meer jaren toe aan het
leven. Alleen, hier is de mens de maat en de motor van de din-
gen. Wat we zelf doen, doen we dat altijd beter ? Allicht ligt
hier wel de knoop, bij de autonomie van de mens. We kunnen zo
moeilijk accepteren dat dingen ‘aan ons gebeuren’. En toch: we
hebben het leven gekregen, we hebben onze ouders gekregen,
onze capaciteiten… Voor het ene, noch voor het andere hebben
we zelf gekozen. Maar we kunnen het zo moeilijk toegeven.
Bij die autonomie ligt ook het pijnlijke punt met Pasen: we heb-
ben er helemaal niets voor moeten doen. Pasen is pure genade
(nog zo’n moeilijk en ouderwets woord). We krijgen het zo maar
cadeau. Zo lief heeft God zijn wereld en zijn mensen gehad.
Genade kan je niet afdwingen, niet manipuleren, niet afkopen.
Je kan er alleen voor openstaan. Je kan ze – gelukkig – ook
niet bewijzen. Je kan er alleen van getuigen. En ervan leven !
Zoals Paulus zei: wat wij verkondigen is de ‘dwaasheid van het
kruis’. God die zo zwak is dat Hij zich in Jezus laat kruisigen. Op
het eerste zicht onbegrijpelijk, en ongehoord. Maar juist daardoor
wordt Hij ónze God, met ons verbonden, wordt Hij in alle moeilijke
omstandigheden degene die zich over ons zal ontfermen: JHWH,
Ik-die-er-ben-voor-u. De almacht van God ligt in de machteloosheid
van de liefde. Dat is de genade van Pasen, die we ook onszelf en
allen rondom ons in deze Paastijd mogen toewensen !
Vanuit die machteloosheid van de liefde, vanuit de dienstbaar-
heid van het laatste avondmaal, mogen wij ook meebouwen,
meedragen aan dat verhaal van Gods liefde. Allelujah ! Hij is
verrezen ! Men zegge het voort !
Dominic VerhoevenDirecteur Caritas Vlaanderen vzw
hij zaG En GElOOfdE
paasREflEctiE
p. 0571Nieuwsbrief
pERsBERicht naaR aanlEidinG Van
dE kEuzE Van paus fRanciscus
De deelorganisaties van Caritas in België zijn blij met
de verkiezing van paus Franciscus, die reeds sinds
vele jaren een doorleefd getuigenis aflegt van een
man die liever dient dan gediend te worden, naar het
beeld van Christus zelf.
Samen met Caritasorganisaties uit andere landen en
met andere solidariteitsacties hopen de Belgische
Caritasorganisaties dat het pontificaat van paus
Franciscus I blijvend zal getuigen van het streven
van de Kerk naar een meer rechtvaardige en broe-
derlijke wereld.
Ze drukken de wens uit dat hij als ‘pontifex’, als brug-
genbouwer, het beeld zal uitdragen van een Kerk die
open staat voor de tekenen van de tijd, een Kerk ook
die open staat voor dialoog, niet alleen met andere
godsdiensten en overtuigingen, maar ook met ieder-
een, mannen en vrouwen, die hunkeren naar een
blijde boodschap die levensvreugde biedt, maar met
respect voor hun eigen persoonlijk geweten.
Ze hopen dat paus Franciscus ook binnen de Kerk
bakens zal uitzetten die zullen leiden tot een grotere
collegialiteit en communio bij de uitoefening van het
leergezag.
Zelf zullen de deelorganisaties van Caritas in België
hun inspanningen verder zetten met het oog op ver-
nieuwing en herbronning, waaraan zowel Kerk als
wereld dringend nood hebben. Ze wensen paus Fran-
ciscus I een vruchtbaar pontificaat, dat zowel hem
als het volk Gods voldoening mag schenken.
Caritas in België, Brussel, 21 Maart 2013
haBEmus papam
fRansciscum i
Op 13 maart ll. kozen de kardinalen, in opvolging
van Benedictus XVI die onverwacht was afgetreden,
de Argentijnse jezuiet van Italiaanse herkomst, Jor-
ge Bergoglio, tot nieuwe paus. Van hem was weinig
bekend, behalve dat hij in 2005 de laatst overgeble-
ven challenger van Ratzinger was geweest, en dat
hij als aartsbisschop van Buenos Aires liever tussen
de mensen bleef wonen, en met het openbaar ver-
voer naar het bisschoppelijk paleis kwam.
Die ongewone gewoonheid blijft hij vooralsnog ook
na zijn verkiezing tot bisschop van Rome uitstralen.
Fransciscus pleit voor eenvoud en dienstbaarheid
en draagt dat ook zelf uit. Hij blijft liever in Sancta
Martha gehuisvest, om ’s morgens en ’s avonds met
de andere bezoekers te kunnen eten. Hij wast op
Witte Donderdag de voeten van vrouwen en mos-
lims en legt van in het begin van zijn pontificaat sys-
tematisch de klemtoon op de zorg voor de armen.
De Kerk is slechts een middel, geen doel op zich:
ze moet dan ook niet teveel met zichzelf bezig zijn,
maar wel met het in praktijk brengen van Christus’
boodschap. En daar ook van getuigen: een kerk die
in haar sociale werken niet van Christus gebaart,
is niet meer dan een doorsnee NGO.
Het pontificaat van Franciscus I is slechts enkele
weken oud, maar de nieuwe paus heeft alvast dui-
delijk eigen accenten gelegd. Toch is er ook conti-
nuïteit. De eerste encycliek van paus Benedictus,
Deus Caritas Est, legde de theologische fundering
voor de christelijke caritas. Nu volgt de oproep om
dit handen en voeten te geven, door de handen vuil
te maken en met de voeten in de modder te gaan
staan. Maar vooral ook met eenvoud, vreugde en
hoop, gaudium et spes. Vijftig jaar na Vaticanum II
blijken de conciliebesluiten helemaal niet vermolmd.
p. 0671Nieuwsbrief
Pastoraal & idEntitEitcaritas in BElgië
Caritas, wereldwijd actief in 180 landen,
ijvert vanuit een evangelische inspiratie
voor de uitbouw van een rechtvaardige
en solidaire wereld. Deze zorg, waarbij
de waardigheid van de mens centraal
staat, vertaalt zich in talloze initiatieven
in verschillende domeinen: opvang van
vluchtelingen en daklozen, ondersteuning
van het vrijwilligerswerk, de strijd tegen
armoede en sociale uitsluiting, noodhulp
bij natuurrampen, gezondheids- en
welzijnsvoorzieningen, ...
In 2012 vierde Caritas in Belgium haar 80-ja-
rig bestaan. De maatschappelijke opdacht om
mensen nabij te zijn, en in het bijzonder de
meest kwetsbaren in de samenleving, blijft on-
verminderd actueel.
In 2003 en 2004 reeds werd met affichecam-
pagnes zichtbaarheid gegeven aan het werk
van Caritas. De nieuwe affichecampagne, met
foto’s van Isabelle Pateer en Jan Bierkens, ves-
tigt opnieuw de aandacht op het brede werk-
veld van Caritas. Het is tegelijk een eerbetoon
aan alle medewerkers, professionelen én vrijwil-
ligers, die alle dagen hun schouders zetten on-
der de vele projecten en initiatieven van Caritas
dichtbij en ver weg.
In bijlage bij deze Caritas Nieuwsbrief vindt u
een set van 4 affiches die de werkvelden van
Caritas in de kijker zetten. Mogen wij u vragen
de affiches, liefst gegroepeerd, goed zichtbaar
op te hangen.
We hopen dat ze aanzet zijn tot reflectie en
een inspiratiebron mogen zijn voor eenieder om
de zorg voor de meest kwetsbaren gestalte te
geven.
affichEcampaGnE
caRitas in BElGium
p. 0771Nieuwsbrief
De pastorale commissie ouderenzorg van Zorgnet Vlaanderen publiceert in april een visietekst over pastorale zorg.
Met deze tekst wil de commissie de reflectie over pastorale en spirituele zorg voor ouderen voeden en beargumen-
teren. Op die manier kan dit document helpen om het beleid en de werking van de pastorale dienst in ouderenzorg-
voorzieningen te ondersteunen, te evalueren of op te starten. De doelgroep is bewust heel breed geformuleerd:
‘beleidsverantwoordelijken, pastores, diocesaan beleid, Caritas, Zorgnet Vlaanderen, theologische en pastorale oplei-
dings- en vormingscentra en de beroepsvereniging voor Katholieke pastores in de gezondheids- en welzijnszorg.’ De
visietekst is een heel lijvig document geworden. Om het geheel toegankelijk te maken, zijn aan het begin van de tekst
een aantal stellingen opgenomen, met telkens de verwijzing naar de juiste paragraaf in de tekst. De grote lijnen zijn
om die manier samengevat op twee bladzijden, handig voor wie met de tekst aan de slag wil.
Het eerste hoofdstuk biedt een inleiding in het thema spirituele zorg. Het kan als achtergrond dienen voor stafmede-
werkers, zorgverleners en leden van pastorale stuurgroepen of werkgroepen. Er wordt eerst stilgestaan bij de diverse
aspecten van spiritualiteit in de zorg. Daarna focust de tekst op de context van een christelijk geïnspireerd woonzorg-
centrum, met nadruk op interdisciplinaire samenwerking. Het hoofdstuk sluit af met enkele inspirerende benaderingen
voor spirituele zorg. Het tweede hoofdstuk is praktisch-theologisch opgevat. Het gaat in op de specifieke rollen van een
pastor, hierbij uitgaande van een breed profiel, en op de taak van een pastor. Er wordt aandacht besteed aan enkele
organisatorische aspecten, die onder meer relevant zijn bij de aanwerving van een pastor. Een pastor kan overigens
man of vrouw zijn, leek, diaken, religieuze of priester. In de visietekst gaat het over pastores die als professional
werkzaam zijn in de ouderenzorg. In het derde hoofdstuk worden een aantal beleidsmatige reflecties gemaakt rond
spiritualiteit en pastorale zorg. Beleidsmakers en professionals van woonzorgcentra staan in de spannings- verhouding
tussen economische en technische rationaliteit enerzijds, en medemenselijkheid en sociale rechtvaardigheid ander-
zijds. Geïntegreerde aandacht voor spiritualiteit helpt om verantwoord om te gaan met deze spanningsverhoudingen.
Daarnaast wordt er een analyse gemaakt van een onderzoek rond de spiritualiteit van ouderen in woonzorgcentra.
Pastores kunnen ertoe bijdragen om spiritualiteit een geïntegreerde plaats te geven op alle niveaus van de organisatie.
Ondertussen werkt de commissie op verschillende fronten verder. Enerzijds worden enkele teksten van de pastorale
commissie voor algemene en psychiatrische ziekenhuizen (PAPZ) vertaald naar de ouderenzorgcontext (het advies
over pastorale competenties, en het statuut van de pastor in het christelijk geïnspireerd ziekenhuis). Anderzijds werkt
de commissie aan een pastoraal advies over levensmoeheid bij ouderen. Uit de tweedaagse vorming die vorig jaar in
oktober over dit thema werd georganiseerd bleek de noodzaak om verder te werken op de vraag welke rol pastores
kunnen en moeten spelen in het ondersteunen en begeleiden van levensmoeë bewoners. Het is alvast duidelijk dat
dit bij uitstek een ‘grens-overschrijdende’ uitdaging is: over de grenzen van de pastorale zorgdiscipline naar andere
zorgdisciplines in de voorziening, maar ook over de grenzen van de voorziening heen, want levensmoeheid is finaal
gezien een maatschappelijk probleem.
Pieter VandecasteeleStafmedewerker Pastoraal & Identiteit
spiRitualitEit En pastORalE zORG
in EEn chRistElijk GEïnspiREERd WOOnzORGcEntRum
Pastoraal & idEntitEit
p. 0871Nieuwsbrief
Grote verschillen
De kwaliteit van de door CM onderzochte websites varieert enorm.
50 procent van de ziekenhuizen vermeldt niet eens de helft van de
noodzakelijke informatie en scoort dus ruim onvoldoende. Justaert:
‘Deze ziekenhuizen maken van hun website dus geen volwaardig
communicatieinstrument voor de patiënt. Ik denk nochtans dat de
patiënten recht hebben op deze informatie en ook verwachten dat
ze deze vinden. Heel wat ziekenhuiswebsites in ons land zijn toe
aan een inhaalbeweging.’
honoriarumsupplementen onduidelijk
Bij de financiële informatie is er vooral onduidelijkheid over de ho-
norariumsupplementen die artsen aanrekenen. Daarover zwijgt
volgens CM 48 procent van de websites. In 59 procent van de
gevallen is er geen informatie over regelingen voor beschermde
patiënten zoals mensen die recht hebben op de verhoogde tege-
moetkoming of het Omnio-statuut.
Het ziekenhuis is verplicht om een opnameverklaring voor te leg-
gen. Deze bevat belangrijke informatie over de keuze van de arts,
het kamertype en de financiële gevolgen daarvan. Nochtans geeft
53 procent van de websites daarover geen informatie.
Beter scoren de websites dan weer als het gaat over voorschot-
ten op verblijfskosten (te vinden op 69 procent van de websites),
kamersupplementen (67 procent) en toelichting bij de ziekenhuis-
factuur (65 procent).
Op meer dan driekwart van de ziekenhuiswebsites staan de pati-
entenrechten opgesomd. ‘Goed nieuws’, vindt Justaert, ‘maar een
woordje uitleg lijkt ons op zijn plaats. Dat gebeurt slechts in de
helft van de gevallen.’
patiëntvriendelijk
Niet alleen de informatie werd in de CM-studie beoordeeld, maar
ook de gebruiksvriendelijkheid. Van de ziekenhuizen in Vlaanderen
en Brussel kregen er vijf een onderscheiding als ‘meest patiënt-
vriendelijke website’: www.aznikolaas.be van AZ Nikolaas in Sint-
Vijf ziekenhuizen krijgen van CM
een onderscheiding voor hun
patiënt vriendelijke website.
‘We hopen daarmee
andere ziekenhuizen te
stimuleren om de kwaliteit
van hun website te verbeteren’,
zegt CM-voorzitter Marc Justaert.
‘Want de helft scoort
qua informatie ondermaats.’
cm zEt in Op patiënt-GERichtE cOmmunicatiE
BEkROninG VOOR Vijf ziEkEnhuisWEBsitEs
armoEdE
p. 0971Nieuwsbrief
Niklaas, www.jessazh.be van het Jessa Ziekenhuis
in Hasselt, www.azdamiaan.be van AZ Damiaan in
Oostende, www.azsintblasius.be van AZ Sint-Blasius
in Dendermonde en www.azgroeninge.be van AZ
Groeninge in Kortrijk.
patiëntgerichte communicatie
Dat de CM inzet op communicatie in de zorgsector,
is volgens Caritas Vlaanderen een goede zaak. “We
merken al te vaak dat het ontbreken van informatie
of communicatie die niet naar de mensen gericht
is, voor problemen zorgt.”, zegt Dominic Verhoeven,
directeur van Caritas Vlaanderen. “Mensen hebben
geen of weinig informatie over de financiële gevol-
gen van hun keuzes of hebben geen idee van het
zorgtraject dat ze doorlopen. Dat zorgt er voor dat
mensen de gezondheidszorg liever mijden. Bij men-
sen die wel in contact komen met zorgvoorzieningen
zorgt dit gebrek van weer vaak voor een financiële
kater achteraf.”
Caritas Vlaanderen zet in 2013 zelf ook actief in
op patiëntgerichte communicatie in de zorg- en wel-
zijnssector. Meer informatie krijgt u daarover in een
volgende nieuwsbrief.
Thijs SmeyersStafmedewerker Armoede en Armoedebestrijding
Caritas Vlaanderen | Caritas in Belgium
VERplichtE
dERdEBEtalERsREGElinG VOOR dE mEEst kWEtsBaREn
Vandaag de dag zijn in eerste instantie de patiënten zelf die aan
een arts om een derdebetalersregeling moeten vragen. Artsen
zijn verplicht hier positief op te antwoorden, indien patiënten met
verhoogde tegemoetkoming of het Omnio-statuut dit vragen. Hier-
door moeten ze aan de huisarts enkel het remgeld betalen. De
rest van het honorarium wordt rechtstreeks afgerekend tussen de
arts en het ziekenfonds.
Goed nieuws: er is eindelijk een
beslissing gevallen in verband met
de verplichte toepassing van de
derdebetalersregeling. Het slechte
nieuws is echter dat de verplichting
pas ingaat op 1 januari 2015,
door het ontbreken van apparatuur
die helpt om de administratie voor
artsen binnen de perken te houden.
Vanaf 2015 moet de derdebetalersregeling verplicht moet worden toegepast voor, zo zegt minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid Laurette Onkelinx, “twee groepen die op het vlak van de zorgtoegankelijkheid tot de meest kwetsbare
behoren”. Deze twee groepen zijn enerzijds de rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming en anderzijds de
rechthebbenden op het statuut chronische aandoening. De regeling zal gelden voor alle geneeskundige verstrekkingen
die aan deze twee groepen worden toegediend. “Natuurlijk blijft het mogelijk dat een arts ook buiten deze verplichting
de derdebetalersregeling wil toepassen, wanneer hij vindt dat een patiënt hier recht op heeft.”, aldus de minister nog.
Eén uitzondering van de verplichting, zijn de huisbezoeken die door huisartsen afgelegd worden. “De reden hiervoor
is tweeledig, enerzijds willen we het aantal huisbezoeken terugdringen tot enkel de noodzakelijke bezoeken. Door die
uit te sluiten van de derdebetalersregeling, verhogen we de drempel voor een huisbezoek. Anderzijds kregen we van
de artsen ook bemerkingen. Zij zeggen dat het toepassen de derdebetalersregeling tijdens een huisbezoek een grote
administratieve last met zich meebrengt. Daarom kozen we ervoor om voor huisbezoeken geen verplichting op te
leggen. We willen wel benadrukken dat een huisarts de derdebetalersregeling steeds vrijwillig kan blijven toepassen.”
Vandaag ziet de overheid dat patiënten makkelijker naar een arts in een ziekenhuis gaan (vaak op de spoedafdeling),
in plaats van contact op te nemen met een huisarts. Hier zijn verschillende redenen voor, zoals het ontbreken van
een echte huisarts of het gebrek aan informatie over wachtdiensten. Een niet te onderschatten reden ligt ook in de
financiële aard. Na een bezoek aan bijvoorbeeld een spoedafdeling kan je immers zonder betaling naar huis. Je krijgt
achteraf een factuur, vaak meteen vergezeld van het betalingsbewijs voor het ziekenfonds. Hierdoor kan je zelfs eerst de
tegemoetkoming van het ziekenfonds bekomen, waarna je enkel het remgeld bijpast en het totale factuur overschrijft.
p. 1071Nieuwsbrief
Bij de huisarts moet je meteen het totale bedrag
ophoesten, wat niet altijd evident is. Louis Ide (N-VA)
ziet de verplichte derdebetalersregeling als een goed
instrument tegen deze evolutie. “Door de realisatie
van de algemene derdebetalersregeling voor de huis-
arts, maak je de stap naar de huisarts veel aanlok-
kelijker dan de rechtstreekse stap naar de specialist.
Het is de bedoeling de patiënt zoveel mogelijk aan te
sporen naar de huisarts te gaan.”, aldus Ide tijdens
de bespreking van de wet, toen nog wetsvoorstel, in
de Commissie Sociale Aangelegenheden.
Wrevel was er overigens in die Commissie over de
termijn van de invoering van de verplichte derdebe-
talersregeling. Om de administratie voor huisartsen
binnen de perken te houden, werd de invoering van
de regeling gekoppeld aan de beschikbaarheid van
MyCareNet. Minister Onkelinx ziet een noodzaak
om over de MyCareNet apparatuur te beschikken
vooraleer de verplichting ingaat. “Op het huidige mo-
ment hebben veel artsen niet de mogelijkheid om
de verzekerbaarheid van patiënten na te gaan. Dit
wordt wel mogelijk met MyCareNet, dat medio 2014
beschikbaar zou zijn.” Vandaar de optie om pas te
verplichten in januari 2015. Vooral Mieke Vogels
(Groen) uitte tijdens de bespreking in de Commissie
hierover haar ongenoegen. “Heeft de minister de
indruk dat alles op alles wordt gezet om MyCareNet
zo snel mogelijk te introduceren, of gaan mutualitei-
ten of geneesheren op de rem staan? Als dit laatste
het geval is, dan moet de overheid daar maatre-
gelen rond nemen”. Minister Onkelinx antwoordde
door te beklemtonen dat MyCareNet op 1 januari
2014 in werking zal treden om de verzekerbaarheid
te verifiëren en op 1 juli 2014 voor de facturatie bij
de huisartsen – uiterlijk op 1 januari 2016 voor de
specialisten.
Nog een belangrijk detail: de verplichte toepassing
van de derdebetalersregeling bij voorgaande groe-
pen, geldt zowel voor geconventioneerde als voor
niet-geconventioneerde artsen. Waar velen de ver-
vaging tussen deze beide groepen een goede evolutie
zullen noemen, noemde Nele Lijnen (Open-VLD) dit
overigens een “stap in de verkeerde richting”.
Thijs SmeyersStafmedewerker Armoede en Armoedebestrijding
Caritas Vlaanderen | Caritas in Belgium
kiezen voor een slagkrachtig algemeen welzijnswerk
naaR EEn stERkE En GEpROfilEERdE WERkinGBinnEn En BuitEn dE zORGsEctORcaW?
Wat doe je als je de pedalen kwijt bent sinds het verlies van
je partner? Als je uit je schamel appartement bent gezet,
zonder job, geld of familie? Als je je schulden niet gebundeld
krijgt? Dan kun je terecht bij de hulpverleners uit het algemeen
welzijnswerk.
Het algemeen welzijnswerk bestaat uit de Centra voor Tele-
onthaal en de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW). Zij
staan in voor psychosociale hulp-en dienstverlening voor perso-
nen van wie de welzijnskansen bedreigd of verminderd zijn. Een
CAW zorgt met andere woorden voor eerstelijnswelzijnswerk,
zoals onder meer scheidingsbemiddeling, budgetbegeleiding,
zorg voor thuislozen en jongerenadvies.
De Vlaamse Regering keurde
op vrijdag 22 maart 2012 het
uitvoeringsbesluit van het decreet
algemeen welzijnswerk goed. Door
het goedkeuren van het besluit
wordt een kader uitgewerkt voor
de Centra Algemeen Welzijnswerk
(CAW) en de Centra voor
Teleonthaal. Daarnaast maakt het
werk van de hervorming van de
CAW’s. Zo zullen quasi alle CAW’s
fusioneren. “Dit plan verzekert
een schaalvergroting en een
efficiëntere organisatie, samen
met een toegankelijk, betaalbaar
en kwaliteitsvol aanbod van hulp-
en zorgverlening en een duidelijke
profilering naar alle burgers”, zegt
minister Jo Vandeurzen.
p. 1171Nieuwsbrief
centrale en toegankelijke eerstelijnshulp
Het algemeen welzijnswerk krijgt de mogelijkheid
om zijn maatschappelijke opdracht op de eerste lijn
volledig waar te maken. Een sterke en duidelijke
identiteit voor de CAW’s is een noodzakelijke voor-
waarde om de sector uit te bouwen en zichtbaar te
worden voor iedereen die nood heeft aan informa-
tie, begeleiding en opvang. “De CAW’s moeten de
nodige ruimte krijgen om hun aanbod uit te bouwen
op maat van lokale en regionale behoeften”, vertelt
minister Jo Vandeurzen. “Het is daarom belangrijk
dat de CAW’s uitgroeien tot slagkrachtige organi-
saties met een breed pallet aan hulp- en dienstver-
lening en met een sterke en geprofileerde werking
binnen en buiten de zorgsector. Dit betekent dat
heel wat CAW’s in Vlaanderen het komend jaar zul-
len fusioneren. Om het lokaal aanbod te verzeke-
ren zullen de CAW’s nauw samenwerken met de
OCMW’s”.
Concreet wil dit zeggen dat er in plaats van 25 ver-
schillende CAW’s, nog 11 gecentraliseerde centra
zullen overblijven. Maar leidt schaalvergroting niet
net tot een hogere drempel? “Daar hebben we zeker
rekening mee gehouden. De organisatievergroting
blijft verenigbaar met het aanbieden van hulpverle-
ning op mensenmaat. Ook in de nieuwe structuur
zullen alle burgers makkelijk een duidelijk en laag-
drempelig antwoord op hun welzijnsvraag vinden”,
belooft de minister.
stevig fundament
“Het nieuwe kader voor de CAW’s leidt inderdaad tot
een stevig fundament voor het algemeen welzijns-
werk in Vlaanderen”, beaamt Bert Lambeir, directeur
van het nieuwe CAW Oost-Brabant. “Het resulteert
in een heldere spreiding en een transparant basis-
aanbod van eerstelijnswelzijnswerk en zal gaande-
weg ook globaal de kwaliteit van de hulpverlening
naar een hoger niveau tillen. Het is voortaan duidelijk
waar CAW’s voor staan, en welke rol zij in het wel-
zijnslandschap te spelen hebben.”
samen met partners
Het bieden van een antwoord op de vele welzijns-
noden in een regio, is slechts mogelijk vanuit een
gedeelde zorg. Daarom betekent de fusie van de
CAW’s ook het verder uitbouwen van goede partner-
ships met andere organisaties en diensten in het
gezondheid- en welzijnslandschap. Om een lokaal en
regionaal aanbod te verzekeren, is een samenwer-
king met die vele partners met hun eigen rol en
expertise, noodzakelijk.
Partners voor het CAW zijn onder meer OCMW’s,
CLB, CGG, het netwerk tegen armoede, de eerste-
lijns gezondheidszorg, politie, en lokale overheden. In
een model van niet-vrijblijvende bovenlokale-samen-
werkingsverbanden zit volgens Bert Lambeir bijzon-
der veel potentieel. “Op die manier kunnen partners,
elk vanuit hun eigen expertise, werk maken van ge-
deelde zorg. Dat kunnen CAW’s niet alleen.”
Thijs SmeyersStafmedewerker Armoede en Armoedebestrijding
Caritas Vlaanderen | Caritas in BelgiumJo Vandeurzen
© Isabelle Pateer, Otherweyes
p. 1271Nieuwsbrief
Het INCLUSION-programma van
Caritas Europa wordt gefinancierd
vanuit Europese Progress-middelen.
Caritas Europa is daarmee één
van de zes Europese organisaties
die een structurele financiering
genieten in het kader van de
armoedeproblematiek.
Binnen dit INCLUSION-programma
heeft Caritas Europa zich reeds vele
jaren tot doel gesteld de National
Reform Programmes te monitoren
en de activiteiten van de lidstaten
te evalueren.
Hieronder vatten we de
belangrijkste bevindingen en
aanbevelingen van het pas
verschenen Shadow Report over
2012 voor U samen.
1. Voor de meeste landen zijn armoede en sociale uitslui-
ting belangrijke obstakels voor de verwezenlijking van de Europa
2020-doelstelling omtrent inclusieve groei. Alhoewel er positieve
maatregelen zijn genomen door meerdere lidstaten, is er weinig of
geen vooruitgang op het vlak van de toezeggingen door regeringen,
zowel wat de nationale doelen betreft als in termen van resultaten.
2. De factoren die armoede en sociale uitsluiting vergroten zijn
verergerd in veel landen. Ondanks positieve maatregelen in de
lidstaten zullen de stagnatie van het BBP en scherpe stijging van
de werkloosheid, en de maatregelen voor consolidatie van de
begroting, wellicht een negatieve impact hebben op de armoede-
bestrijding en de kans op armoede onder de bevolking vererge-
ren. In veel landen ondermijnen bezuinigingsmaatregelen de sociale
beschermingsmaatregelen, wat een dramatisch effect heeft op
mensen onder de armoededrempel, en nieuwe armoederisico’s
en een toenemende ongelijkheid tot gevolg heeft.
3. Er is geen duidelijke positieve correlatie tussen de fiscale
maatregelen die momenteel worden uitgevoerd en de vermindering
van armoede. Terwijl de doelstellingen van de Europa 2020-stra-
tegie worden verondersteld onderling verbonden te zijn, dragen
de strenge fiscale aanpassingen niet bij tot de verwezenlijking van
deze doelstellingen; bijvoorbeeld: de lidstaten met sterkere fiscale
aanpassingen zijn tevens degenen waar de graad van tewerkstel-
ling nauwelijks stijgt en waar armoede en sociale uitsluiting dus
toeneemt.
missinG thE tRain fOR inclusiVE GROWth
caritas in EuroPa
4. Een grote zorg voor alle Caritasorganisaties is de negatieve invloed van bepaalde sociale hervormingen op de
bescherming van kwetsbare personen, waardoor hun sociale rechten en mensenrechten in het gedrang komen. In
landen met een hoger niveau van sociale bescherming zijn het de meest kwetsbare groepen die het slachtoffer zijn
van het beperken van de toegang tot openbare diensten (meer voorwaarden, verplichtingen of bezuinigingen), en is de
graad van uitsluiting toegenomen als gevolg van de polarisatie van de stelsels van sociale bescherming (veel kwetsbare
personen en groepen worden uitgesloten van het economisch en sociaal systeem).
5. Ondanks de in dit rapport beschreven positieve maatregelen, worden in de meeste lidstaten worden noch de
benodigde geïntegreerde strategieën ontwikkeld, noch de principes van actieve inclusie gevolgd, die noodzakelijk zijn
om personen of groepen met risico op armoede effectief te ondersteunen en ervoor te zorgen dat zij volledig kun-
nen deelnemen aan de economie en de samenleving. In dit opzicht stellen we vast dat de uitnodiging van de Annual
Growth Survey (AGS) aan de lidstaten om kwetsbare leden van de samenleving te beschermen door de doeltreffend-
heid van de systemen van sociale bescherming verder te verbeteren [...], door de uitvoering van maatregelen voor
actieve integratie en activering op de arbeidsmarkt, en adequate en betaalbare sociale diensten om marginalisering
p. 1371Nieuwsbrief
van kwetsbare groepen te voorkomen, niet gevolgd
wordt door de meeste lidstaten waarnaar in dit ver-
slag verwezen wordt.
6. Volgens de informatie verzameld door Caritas
Europa, en bevestigd vanuit de ervaring op het ter-
rein van lidorganisaties, geven de officiële statistie-
ken niet altijd de negatieve trends omtrent armoede
in sommige landen duidelijk weer. In sommige geval-
len zijn de informatiebronnen en statistieken onvol-
ledig of ontbreekt up-to-date Informatie, in andere
gevallen geven ze de specifieke situatie van de meest
kwetsbare groepen onvoldoende weer.
7. Met betrekking tot de werkgelegenheid, zijn
de terugkerende cijfers die verband houden met
‘in-work poverty’ een grote zorg voor de lidorgani-
saties. Bijvoorbeeld: hervormingen op de arbeids-
markt bepalen het sociaal beleid, maar houden
geen rekening met de andere pijlers van sociale
integratie. De rol die de sociale economie en de
non-profit sector kan spelen in de dienstverlening
en in het scheppen van inclusieve werkgelegen-
heid moet beter worden onderzocht in de nationale
hervormingsprogramma’s.
8. Met betrekking tot het onderwijs, lijkt er belang-
rijke vooruitgang te zijn geboekt bij de uitvoering van
maatregelen om het percentage voortijdige school-
verlaters te verminderen. Een positief resultaat. De
lidorganisaties van Caritas Europa zijn echter bekom-
merd over het feit dat deze indicator de kwaliteit van
het onderwijs niet meet, en daarom moet worden
aangevuld met andere indicatoren die bijvoorbeeld
het falen op school meten. Ook op dit terrein zijn de
meeste lidorganisaties bezorgd over de bezuinigin-
gen, vrij hoog in sommige gevallen, die van invloed
zijn op de kwaliteit en de toegankelijkheid van onder-
wijs, met name voor kinderen met meer op risico op
voortijdig schoolverlaten.
9. Armoedebestrijding blijft de grote zorg voor
de meeste Caritas lidorganisaties. Kinderarmoede
blijft toenemen, wat resulteert in de toename van
armoede binnen jonge leeftijdscategorieën (leeftijd
tussen de 18 en 25). De afwezigheid van minimum-
inkomensregelingen in sommige landen, en van een
afdoend integratiebeleid in de meeste lidstaten, ver-
ergert deze situatie.
10. Vanuit de vergelijking van de trends in beleids-
processen in 2011 en 2012, kan het volgende
worden worden geconstateerd: in sommige landen
wordt veel vooruitgang geboekt door het implemen-
teren van maatregelen om de eerdere mislukkingen
en tekortkomingen te overwinnen, waarbij rekening
wordt gehouden met specifieke aanbevelingen; an-
dere landen ontwerpen zelden nieuwe initiatieven
om deze aanbevelingen om te zetten in de praktijk,
in bepaalde lidstaten verliezen de vraagstukken met
betrekking tot sociale integratie aanbelang op de po-
litieke agenda, als ze al niet helemaal verdwijnen uit
de prioriteiten.
11. Wat de rol van de structurele fondsen voor het
bereiken van de Europa 2020-doelstellingen betreft,
blijkt er weinig verband met Nationale Hervormings-
programma’s (NHP): er is nauwelijks informatie in
het NHP over hoe landen deze middelen van de EU
zullen afstemmen op hun doelstellingen, een zwak
niveau van uitvoering en het ontbreken van transpa-
rantie zijn frequent. Er zijn weinig aanwijzingen dat
structurele fondsen zullen worden aangewend wor-
den voor of toegewezen worden aan maatregelen
voor armoedebestrijding.
12. De betrokkenheid van NGO’s en het maatschap-
pelijk middenveld in de beleidscyclus blijft beperkt,
als ze al niet afneemt. Participatie, wanneer die
plaats vindt, heeft de neiging weinig kwalitatief te
zijn en weinig invloed te hebben. Nationale hervor-
mingsprogramma’s zijn nauwelijks aan de orde op
de parlementaire agenda’s van de lidorganisaties of
op regionale en lokale bestuursniveaus.
13. Nationale strategische verslagen, wanneer
deze worden aangenomen, zijn onvoldoende duide-
lijkheid over hun rol in relatie tot de nationale her-
vormingsprogramma’s. Ook is er weinig vooruitgang
geboekt in het vertalen van sociale doelen naar
concrete maatregelen en acties. De meeste van
hen dragen niet bij tot het dekken van de drie OMC
pijlers*, m.n. aan de bestrijding van armoede en
uitsluiting en de sociale bescherming, op basis van
gemeenschappelijke doelstellingen.
Caritas Europa, Europe 2020 Shadow Report,
Missing the train for inclusive growth, edition 2012
* Open Method of Coördination.
p. 1471Nieuwsbrief
In dit en de volgende nummers
willen we telkens aandacht
besteden aan één van onze
zusterorganisaties binnen Caritas
Europa. De huidige crisis toont
het belang aan van het Europese
niveau. We delen als Caritas-
organisaties met elkaar dezelfde
inspiratie, en ook al zijn onze
geschiedenissen, werkvelden en
omvang vaak erg verschillend, we
kunnen veel van elkaar leren.
We bijten de spits af met Caritas Spanje, sinds lang een sterke
pijler van het Europese Caritas-huis en thuisland van de secre-
taris-generaal van Caritas Europa, Jorge Nuño Mayer.
Caritas Española is één van de grotere Caritasorganisaties
in Europa, met een omzet van nagenoeg 250 miljoen Euro,
met meer dan 4.300 betaalde medewerkers en met 65.000
vrijwilligers.
algemene fiche :
Medewerkers 4.326
Vrijwilligers 65.000
Budget 247,5 mio
Diocesane caritas 68
Parochiale caritas 6.000
Begunstigden (Spanje) 1.025.730
Begunstigden(internationaal)
7.409653
Caritas Spanje vormt de officiële confederatie van alle socio-
caritatieve organisaties van de katholieke kerk in Spanje. Het
heeft een sterke centrale structuur in Madrid, waar zich de
nationale ondersteunende diensten bevinden, maar kan tege-
lijk bogen op een sterke diocesane structuur, met maar liefst
68 diocesane caritasorganisaties (gegroepeerd in 13 regio’s).
Daaronder bevindt zich dan nog een fijnmazige structuur met
maar liefst 6.000 parochiale caritasgroepen, waarbinnen de
65.000 vrijwilligers hun plaats kennen.
De middelen komen voor twee derde uit private giften, collec-
tes en schenkingen (waaronder 13 mio € van ondernemingen)
en voor één derde uit overheidsmiddelen, zowel van de lokale
overheden als van de Autonome Regio’s als van de Centrale
Overheid. Minder dan 10% van de publieke fondsen komt van
Europa.
Werking
De werking van Caritas Spanje bestrijkt twee grote velden: in-
ternationale samenwerking, en sociale programma’s in Spanje
zelf. Daarbij gaat het vooral om socio-economische initiatieven
en activiteiten, en niet om zorgvoorzieningen. Die laatste zijn
slechts marginaal in het aanbod aanwezig, en maken deel uit
van andere katholieke structuren.
zustERcaRitassEn in EuROpa
caRitas spanjE
Trabajamos por la justicia
p. 1571Nieuwsbrief
Zowel voor binnen- als buitenland ligt de focus op
het bestrijden van onrechtvaardigheid en onrecht-
vaardige verhoudingen. De strapline voor Caritas
Spanje leest dan ook: Trabajamos por la justicia.
Wij werken voor rechtvaardigheid.
Een belangrijke focus van Caritas Spanje is te-
werkstelling. Via allerhande projecten worden
vormingstrajecten en ateliers aangereikt, die
mensen moeten toelaten om middels individuele
begeleiding en het aanleren van vaardigheden en
professionele competenties toch hun plaats op de
arbeidsmarkt in te nemen. Daarnaast is Caritas
Spanje zelf ook een initiatiefnemer inzake projec-
ten van sociale en solidaire economie.
Andere thema’s omvatten onder meer: eerste-
lijnsopvang, mensenrechten, rechtvaardige han-
del, AIDS-patiënten, gedetineerden en ex-gedeti-
neerden, drugsverslaafden, daklozen, ouderen,
mensen met een handicap, migranten, vrouwen,
kinderen en jongeren en gezinnen.
missie en Visie
Caritas Spanje heeft zich als permanente missie
gesteld een arme kerk te zijn voor de armen, waar-
bij de onaantastbare waardigheid van elke mense-
lijke persoon het uitgangspunt is, en waarbij alle
vormen van armoede, verdrukking, onrechtvaardig-
heid en ongelijkheid moeten bestreden worden..
Caritas Spanje wil de integrale ontwikkeling bevor-
deren van alle mensen en volkeren, en vooral van
de meest armen en uitgeslotenen. Men wil zo ge-
tuigen van de betrokkenheid van de christelijke ge-
meenschap met alle mensen en vooral dan deze
groepen, en kiezen voor een meer rechtvaardige,
solidaire en participatieve samenleving, in Spanje
en wereldwijd.
Daartoe zal Caritas Spanje de oorzaken van ar-
moede en sociale uitsluiting aan de kaak stellen
en ze bestrijden en een samenleving nastreven
die gekenmerkt wordt door samenhang en soci-
ale cohesie, waar armoede en sociale uitsluiting
hoog op de agenda staan, en waar verdrukkende
structuren worden omgevormd.
Iedereen die mee Caritas maakt, werkt mee aan
een integrale zorg voor de zwaksten en is er op
gericht hen vooruit te helpen en op te nemen in
een solidarre gemeenschap.
Waarden
Kernwaarden van de werking zijn voor Caritas
Española, naast de aandacht voor de menselijke
persoon met zijn waardigheid en mogelijkheden,
zijn in de eerste plaats waarden als christelijke
naastenliefde, rechtvaardigheid, soberheid, soli-
dariteit met mensen die lijden, en participatie van
medewerkers en begunstigden, teneinde samen
Caritas Spanje te vormen.
Verder streeft men transparantie na in de be-
drijfsvoering en tracht men de eigen werking ook
voortdurend te verbeteren met het oog op een
steeds betere dienstverlening.
pubicaties
Centraal beschikt Caritas Spanje over twee be-
langrijke diensten: een studiecentrum, onderge-
bracht in een aparte stichting, met slechts enkele
personeelsleiden, maar met een uitgebreid net-
werk aan wetenschappers en medewerkers, een
een uitgeverij, die een hele reeks publicaties op
de markt brengt. We vernoemen er hier slechts
enkele.
- Het algemene actualiteitsblad ‘Caritas Actua’
en het tijdschrift ‘Revista Caritas’;
- Studiedocumenten: ‘Serie Pobreza’, ‘Análisis
y Perspectivas’, ‘Colleccion Estudios’ en ‘Infor-
mes Sociologicos’.
- Daarnaast is er ook nog een tijdschrift ‘Corin-
tios XIII’ dat gericht is op de sociale leer van
de Kerk, en dat onder meer het theologisch
debat over de identiteit van Caritas in Spanje
voet.
studiedienst
Caritas Spanje beschikt ook over een eigen studie-
dienst, de Stichting FOESSA voor Sociale Studies
en Toegepaste Sociologie (Fomento de Estudios
Sociales y Sociología Aplicada)
De Stichting werd in 1965 door Caritas Spanje
opgericht om de sociale toestand in het land op
een objectieve en onafhankelijke manier in kaart
te brengen en te bestuderen. Met geregelde tus-
senpozen wordt een ‘statusrapport’ gepubliceerd
over de sociale toestand in Spanje. De Stichting
beschikt daartoe onder meer ook over een Weten-
schappelijke Raad die experten uit verschillende
p. 1671Nieuwsbrief
solidaritEitSpaanse universiteiten omvat, naast een netwerk
van meer dan 60 gespecialiseerde onderzoekers
uit verschillende disciplines die domeinen bestrij-
ken als armoede, ongelijkheid, achterstelling, so-
ciale uitsluiting, sociaal beleid, sociale cohesie,
internationale samenwerking, het maatschappelijk
middenveld, de sociale rechten, duurzame ontwik-
keling of internationaal beleid.
Caritas Spanje beschikt met zijn Sociaal Observa-
torium over een belangrijke politieke impact.
De kritische bedenkingen die secretaris-generaal
Sebastian Mora formuleerde naar aanleiding van
het besparingsbeleid van de Spaanse regering (zie
hieronder) hebben dan ook wel degelijk het nodige
politieke gewicht.
Ongelijkheid en sociale Rechten. analyse en perspectievenOp 20 maart ll. publiceerde Caritas Spanje haar ana-
lyse van de sociale gevolgen van de crisis in Spanje
voor de armsten en zwaksten in de samenleving,
uitgevoerd door de Stichting FOESSA. We schetsen
kort de belangrijkste bevindingen. Ze bieden ook een
spiegel om naar onze eigen realiteit te kijken.
Een gebroken samenlevingSecretaris-generaal Sebastian Mora stelde het rap-
port voor, en schetste vooreerst een alarmerend
beeld van een gebroken samenleving, waarin de
sociale kloof tussen de armsten en de rest van de
samenleving zowel in de diepte als in de breedte
nog is toegenomen, en waardoor het steeds moei-
lijker wordt voor mensen om uit sociale uitsluiting
uit te raken. Bovendien zijn er beduidend minder
middelen beschikbaar voor sociale bescherming en
sociale herverdeling.
Het gemiddeld inkomen bedroeg in 2012 18.500 €,
of net zoveel als in 2001. Sinds 2007 daalde het
inkomen met gemiddeld 4 %, terwijl de prijzen met
10 % stegen. Het meest verontrustende element van
de crisis is echter de ongekende toename van de
ongelijkheid in de verdeling, en dat sinds 2006. De
torenhoge werkloosheid en de loonmatiging hebben
gezorgd voor een inkomensdaling van de Spaanse
gezinnen. In meer dan 10 % van de Spaanse huis-
houdens is er niemand met een betaalde baan. In ab-
solute cijfers gaat het over 1,8 miljoen huishoudens,
tegenover 380.000 voor de crisis.
De sociale ongelijkheid in Spanje behoort als gevolg
daarvan tot de hoogste in de Europese Unie. Voor
enkele jaren was Spanje nog bij de koplopers in de
Unie voor wat betreft tewerkstelling, terwijl nu het
hebben van werk gezien wordt als een voorrecht,
eerder dan als een recht.
De gegevens van het Foessa-rapport wijzen ook op
een saturatie-effect . De om zich heen grijpende
verarming maakt dat de extreme armoede, die
mensen onder de grens van de waardigheid duwt
en die ook is toegenomen, niet langer wordt waar-
genomen of weerstand oproept.
Caritas verzet zich scherp tegen de uitholling van
het sociale beleid, zowel als tegen het in de steek
laten van de bevolkingen in het Zuiden, die nu ver-
stoken blijven van onze solidariteit en inzet.
De mechanismen die de sociale bescherming van
de zwakkeren moeten waarborgen, zijn door de be-
sparingen danig verzwakt, waardoor de Spaanse
maatschappij veel kwetsbaarder is geworden. Voor
de armen kan dit er toe leiden dat ze definitief afge-
sneden worden van de samenleving.
Als de besparingen de sociale rechten van mensen
schaden, betekent dit dat we de facto de armen in
de steek laten. Ons respect voor de sociale rechten
van mensen is een waardemeter voor waar we als
samenleving echt voor willen staan. We kunnen ons
maar echt een democratie noemen, in de mate dat
we de sociale rechten van de meest kwetsbaren ook
effectief vrijwaren. Daarom, aldus Sebastian Mora,
is sociale ongelijkheid dan ook een ethisch én een
politiek schandaal. Of, met de woorden van een Sal-
vadoreense boer: ‘Armoede beangstigt ons, maar
sociale ongelijkheid ontneemt ons onze waardigheid.’
p. 1771Nieuwsbrief
Water is een belangrijk onderdeel van
het landbouwproductieproces. Het
gebrek aan water speelt een hoofdrol
bij het uitbreken van elke voedselcrisis.
Meer dan 40% van onze planeet
kampt met waterschaarste. Afrika is
er daarbij het slechtst aan toe. Het is
dus erg belangrijk om het water dat
er is zo goed mogelijk vast te houden
en te stockeren en zo efficiënt mogelijk
te gebruiken. Proper drinkwater is
noodzakelijk om watergerelateerde
ziektes zoals diarree en cholera uit
te roeien zodat de mensen fit en
gezond zijn om hun leven in handen te
nemen en in hun eigen inkomsten te
voorzien. In zijn strijd tegen de honger
is watervoorziening en waterbeheer de
laatste jaren een prioriteit geworden
voor Caritas International. We staan
hierin niet alleen.
In de strijd tegen de honger is water een prioriteit en dit niet
alleen voor Caritas International.
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft het jaar
2013 uitgeroepen tot “Internationaal Jaar voor de samenwer-
king op het gebied van water”. Het Internationaal Jaar heeft
tot doel iedereen bewust te maken van de noodzaak om op het
gebied van waterbeheer samen te werken, rekening houdend
met de almaar toenemende vraag naar toegang tot water, verde-
ling van de hulpbronnen en watervoorziening. Dit Internationaal
Jaar maakt deel uit van het door de Verenigde Naties uitgeroe-
pen Internationaal Decennium “Water for life 2005-2015” dat
iedereen ertoe wil aanzetten inspanningen te doen om tegen
2015 de internationale verbintenissen op watergebied en inzake
watervraagstukken na te leven, en in het bijzonder toe te zien op
de deelname van vrouwen aan dit proces.
Ter illustratie:
Watertekort in niger
De helft van de bevolking in Niger heeft onvoldoende toegang
tot drinkbaar water. In de gemeentes Birnin Lallé, Adjékoria
en Keita waar Caritas International al enkele jaren actief heeft
loopt dit op tot 60%. De gevolgen van (drink)water tekort zijn
dramatisch en laten zich voelen op allerlei vlak: gezondheidspro-
blemen, gebrekkige oogsten, absenteïsme op school, …
niGER:
GEEn WatER GEEn EtEn
solidaritEit
“Ik heet Hadize, en ben getrouwd met Aboubacar Mamoudou. Ik ben 30 jaar oud en woon in het dorp Makéraou
Mainassara.(Adjékoria, Niger). We hebben 4 kinderen. De waterput van de overheid, staat drie maanden na het
regenseizoen alweer droog. Er zijn 3.000 mensen in het dorp zonder te spreken over de dieren. We overnachten
naast de waterput van het dorp tussen 8 uur s ’avonds en 5 uur s ’morgens maar meestal hebben we dan nog
niet voldoende water voor de familie. Wij of onze kinderen stappen dan 7 tot 9 km verder om aan voldoende
water te geraken. Het waterhalen veroorzaakt miskramen bij vrouwen. We wassen ons maar om de twee of drie
dagen. Onze kleren een maal per twee weken. Het eten is altijd te laat klaar. Wij en onze kinderen zij vaak ziek
omdat we water drinken van plassen of beekjes in het regenseizoen.” (Opgetekend door Laouali Iro, Caritas Niger)
© C
aritas International
caritasInterna t iona l
p. 1871Nieuwsbrief
Wat doet Caritas international?
Caritas International wil onder meer 7 waterput-
ten installeren en 7 watercomités begeleiden
die het beheer van die putten op zich nemen. Er
wordt over gewaakt dat ook de vrouwen verte-
genwoordigd zijn. Meer dan 16.425 personen
krijgen op die manier gemakkelijker toegang tot
drinkwater en het gebruik van water voor hun per-
soonlijke hygiëne, hun groentetuin en voor hun
dieren. De betrokken gezinnen krijgen de nodige
vorming rond gezondheid, hygiëne en voeding en
het belang van vitamines en vezels.
We plannen 75 boorputten voorzien van 2 pom-
pen met het oog op irrigatie voor 150 boerenfa-
milies. 200 ha wordt klaargemaakt voor het telen
van diverse gewassen. We verdelen zaaigoed en
meststoffen. We verwachten dat 150 families
hierdoor voldoende voedsel voor zichtzelf kunnen
produceren en de overschotten nog eens aan
150 families kunnen doorverkopen.
Johanna VanraesCaritas International
Meer informatie: www.caritas.be
© Caritas International
dE syRischE WintER hEEft lanG GEnOEG GEduuRd:
dRinGEndE OpROEp VOOR hulp aan mEnsEn in nOOd
De gewelddadige crisis die Syrië al twee jaar teistert, maakt veel slachtoffers. Eén miljoen burgers - achtduizend
per dag - zijn gevlucht naar de buurlanden, waar ze worden opgevangen bij mensen thuis of in vluchtelingenkampen.
Twee miljoen Syriërs zijn op de vlucht in eigen land; in totaal vier miljoen burgers zijn volkomen afhankelijk van huma-
nitaire hulp: voedsel, water, medicijnen,….
De vijf humanitaire organisaties die deel uitmaken van het Consortium 12-12 waaronder Caritas International,
zijn actief in de buurlanden en in Syrië, vaak al geruime tijd.
Zo steunt Caritas International al van bij het begin van de crisis de hulpverlening van Caritas Syrië aan ontheemden
en slachtoffers van het geweld (aanvankelijk vooral in Aleppo en Homs).Ondertussen is het conflict uitgegroeid
tot een ware humanitaire ramp en worden de buurlanden overspoeld door vluchtelingen. Met de steun van het
Caritasnetwerk waaronder Caritas International België verlenen de lokale Caritasorganisaties zowel in Libanon
(Noord-Libanon, Beyroet, Bekaavallei), Jordanië (Irbid, Balqa, Amman, Mafraq, Zarqa), en in de grenstreek in
Turkije (Reyhanli en Kilis) hulp aan uiterst kwetsbare personen: voedsel, dekens, matrassen, kleren, hygiënepak-
ketten, verwarming, medische en psychosociale hulp, zowel in kampen als via sociale centra. Ook in Syrië zijn de
vrijwilligersteams ondertussen uitgebreid (Hassakeh, Aleppo, Homs, Damascus, Horan).
Vanwege de lange duur en de recente verergering van de crisis, vraagt Caritas International samen met de
andere leden van het Consortium 12-12 de Belgische bevolking dringend om financiële steun om zo meer
mensen in nood hulp te kunnen bieden. Meer hulp is dringend nodig en is mogelijk!
Giften voor hulp aan de slachtoffers van het Syrisch conflict zijn welkom op rekening BE88 0000 0000 4141/
BIC BPOTBEB1 van Caritas International, vermelding Syrië.
p. 1971Nieuwsbrief
VERBORGEn aRmOEdE
Bij zElfstandiGEn
Het zijn niet onmiddellijk de mensen die we met ‘armoede’ as-
sociëren. Veeleer het omgekeerde: rond zelfstandigen hangt
een aureool van rijkdom, mensen die het gemaakt hebben, die
met hard werken een mooi leven hebben opgebouwd en aan wie
iedereen kan zien dat ze er warmpjes bijzitten. Mensen ook die
de economie doen draaien en werk verschaffen aan anderen.
Dat is ongetwijfeld juist. En daar ligt ook de aantrekkingskracht
van het zelfstandig bestaan. Maar er zijn er ook heel wat bij
wie het net niet gelukt is, die door economische of persoonlijke
tegenslagen of ziekte achteruitgeslagen zijn, en vaak tot een
faillissement gedwongen. En dan zijn er voor een zelfstandige
nauwelijks vangnetten. Daarom is de groep zelfstandigen die
onder de armoedegrens vallen ook zo groot: 15 %, tegenover
6 % van de loontrekkende bevolking. In plaats van het – zelfs be-
perkte – vangnet van de werkloosheid, blijven er vaak torenhoge
schulden. En schaamte, waardoor armoede bij zelfstandigen
vaak verborgen blijft en verborgen gehouden wordt.
Toch kunnen mits begeleiding in een vroeg stadium, bij velen de
ergste gevolgen zoniet vermeden dan toch verzacht worden.
Soms volstaan een paar honderd euro, of zelfs minder, om een
helse molen van oplopende schulden te stoppen.
Enkele voorbeelden:
Het schrappen van het ondernemingsnummer van een (gefail-
leerde) ondernemer kost 81,5 €. Vaak is dit noodzakelijk om
na faillissement of stopzetting terug te kunnen aanknopen bij
de vroegere werkloosheidsuitkering. Zonder 81,5 euro geen
schrapping en dus vaak ook geen uitkering…
Heel concreet: voedsel aankopen om vb. een weekend te over-
bruggen, waarna de betrokkene kan aankloppen bij OCMW of
andere sociale dienst voor voedselpakketten of financiële hulp.
Met de opbrengst van deze actie willen we organisatie zoals
Efrem, Tussenstop & Boeren op een kruispunt, die in de bres
springen voor deze mensen, de nodige werkingsmiddelen geven
om tussen te komen.
Help ons helpen ! Mogen wij ook nu weer op u rekenen? Van
harte dank bij voorbaat !
Met de eerste oproep
van Caritas Hulpbetoon
vragen we steun voor toch wel
een ongewone doelgroep:
zelfstandigen in armoede.
Storten kan op rekeningnummer
BE88 7765 9023 3377 van Caritas Hulpbetoon vzw, Liefdadigheidstraat 39, 1210 Brussel, met vermelding:
‘nm 2013/1 – zelfstandigen in armoede’
p. 2071Nieuwsbrief
Breng jouw organisatie in beweging … zonder duwen of trekken.
‘Mensen in beweging brengen.’ Een belangrijk onderdeel van
heel wat mensen hun job.
Leidinggevenden willen hun medewerkers meenemen in het ver-
haal van de organisatie. Ze gaan op zoek naar manieren om
betrokkenheid te creëren bij hun medewerkers. De visie levend
maken, mensen laten meestappen in veranderingen, projecten
vormgeven, … zijn slechts enkele van de resultaatsgebieden van
leidinggevenden. Om deze te bereiken gaan ze op zoek naar me-
thodieken die hen kunnen helpen deze resultaten te bereiken.
Stafmedewerkers willen mensen ondersteunen om rond the-
ma’s als kwaliteitszorg en veiligheid aan de slag te gaan. Ze
willen lijn brengen in de projecten die ze mee vormgeven, zoe-
ken naar manieren om hun expertise te delen en willen zowel
beleid als medewerkers inspireren. Methodieken kunnen hen
helpen dit te bereiken.
Basismedewerkers willen zelf invloed uitoefenen in de organisatie.
Ze willen mee vormgeven aan vergaderingen, projecten en de con-
crete werking. Ook zij kunnen vanuit hun positie heel wat impact
hebben op hoe het eraan toegaat in de organisatie. Door hun
rugzak te vullen met methodieken kunnen ze dit beter waarmaken.
De basis van werken met methodieken is dat je op zoek moet
gaan naar methodieken die voor jou werken. De grote valkuil
is dat je zomaar iets uit een boek overneemt of iets doet wat je
iemand anders ziet doen. Juist door kennis te maken met heel
wat verschillende methodieken kan je de beste keuze maken
wat voor jou past.
Een tweede belangrijk inzicht is dat je maar kan weten of een
methodiek werkt als je hem toepast. Voor jezelf een experi-
ment ontwerpen om eens iets nieuws te proberen is de enige
manier om erachter te komen of het iets voor jou is. Het is ook
essentieel dat je niet te snel opgeeft. Oefening baart kunst is
ook hier van toepassing.
Een laatste element dat belangrijk is: methodieken moeten niet
wereldschokkend zijn. Het zit hem vaak in kleine zaken. De op-
stelling van een lokaal eens aanpassen, een eerste vraag stel-
mEthOdiEkEn:
maGiE zOndER tOVERstOkjEs!
gEzondhEid & wElzijn
© Isabelle Pateer, Otherweyes
© Isabelle Pateer, Otherweyes
p. 2171Nieuwsbrief
Samen gaan we op zoek naar methodieken die
voor jou werken.
Doelgroep:
Voor iedereen die zijn organisatie in beweging wil
brengen: leidinggevenden, staf- en basis mede werkers!
Reacties van deelnemers van soortgelijke trajecten:
“Ik heb zelf dingen uit kunnen proberen waarvan ik
nooit dacht dat ze zouden werken. Dat heeft me de
goesting gegeven er verder mee aan de slag te gaan.”
“Heel inspirerend.”
“Ik werd uitgedaagd zelf aan de slag te gaan.”
“Door echt zelf aan de slag te gaan, werden we hele-
maal ondergedompeld.”
“Confronterend op een heel open en veilige manier.
We werden uitgedaagd ook bij onszelf stil te staan. Ik
heb er heel veel aan gehad.”
Praktisch:
• Residentiële tweedaagse op een prachtige,
inspirerende plek.
Ingrediënten:
• De prachtige, inspirerende plek
(www.heerlijckyt.org).
• Enthousiaste deelnemers.
• De werkcontext van de deelnemers.
• Hopelijk schoon weer.
• Een inspirerende ervaren begeleider.
• Heel wat materiaal - van de deelnemers en de
begeleider.
Menu:
• Samen zoeken.
• Samen leven.
• Samen werken.
• Samen spelen.
len die helemaal anders is, … Het zal allemaal ef-
fect hebben. ‘Doe eens iets anders’ is een goede
kapstok. Want door iets anders te doen, ontstaan
er andere effecten.
Nieuwsgierig om rond dit thema aan de slag
te gaan?
Voor het eerst organiseren we een zomercur-
sus rond dit onderwerp.
ON THE MOVE IN DE SOCIAL PROFIT
Methodieken ontdekken en uittesten
8 en 9 juli 2013 in de Heerlijckyt van Elsme-
ren, Geetbets
Tijdens een residentiële tweedaagse dompelen
we ons helemaal onder.
Na deze tweedaagse ga je naar huis met:
• een karrevracht aan methodieken die jouw op
het lijf geschreven zijn;
• een zelfontworpen experiment: een ontwerp
om jouw uitdagingen met een specifieke me-
thodiek aan te pakken;
• een pak leuke ervaringen met inspirerende en
effectieve methodieken.
Je ervaart en leert hoe je:
• zuurstof geeft aan vergaderingen, projecten en
de dagdagelijkse werking;
• een visie levend maakt;
• mensen laat meestappen in veranderingen;
• projecten vorm geeft;
• veiligheid waarborgt in een groep;
• rond thema’s als kwaliteitszorg werkt én be-
trokkenheid creëert;
• betrokkenheid creëert bij medewerkers;
• kennis en expertise maximaal kan delen;
• zowel medewerkers als beleidsmakers kan
inspireren.
We gaan verder dan wat je in boeken of op inter-
net kan vinden: je ervaart zelf de meerwaarde van
tal van methodieken, kijkt wat andere deelnemers
doen en ondervindt zo wat klopt voor jou.
p. 2271Nieuwsbrief
Koen Joly is van opleiding licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen en heeft ruime
ervaring in het opzetten van vormingsinitiatieven. Als senior consultant bij VOCA Training
& Consult is hij passioneel bezig rond kwaliteitszorg, organisatieontwikkeling en verande-
ringsmanagement. Het in beweging zetten van mensen, groepen en organisaties vormt
hierbij een rode draad. Het hanteren van de waarderende benadering en het creëren
van goesting is hierbij steeds het uitgangspunt.
Hij heeft een ruime ervaring in het werken rond faciliteren en methodieken. Hij heeft hier
ook meer dan één aanbod voor ontwikkeld binnen VOCA Training & Consult.
Meer informatie:
VOCA Training & Consult, Diestsepoort 1, 3000 Leuven
T 016 40 41 01 E [email protected]
Inschrijven: www.voca.be
Het Vlaams Welzijnsverbond
lanceerde een snelenquête met
volgende stelling “Als elke Vlaming
jaarlijks 25 euro extra betaalt, zijn
we in staat om de meest dringende
noden in de zorg voor personen
met een handicap en jongeren en in
de kinderopvang te lenigen! Bent u
voor of tegen?” 77% van de 1.400
antwoorden zijn positief.
aanhoudende noden
Vlaanderen kent heel wat uitdagingen op het gebied van welzijn.
Die noden en uitdagingen zullen de komende jaren nog in stij-
gende lijn gaan: er is de ontgroening en de vergrijzing van de
bevolking, de zoektocht van tweeverdieners naar kinderopvang,
de vereenzaming, het toenemend geweld, enz. De economische
crisis zorgt ervoor dat de overheid moeilijke keuzes moet ma-
ken bij de verdeling van de schaarse middelen.
Het Vlaams Welzijnsverbond blijft het principe verdedigen dat
elke mens, ook de meest kwetsbare, het recht heeft op een
waardig leven. Elk moet daarin zijn verantwoordelijkheid opne-
men. In de eerste plaats de betrokkene zelf maar ook de over-
heid moet duidelijk kiezen voor een dynamisch welzijnsbeleid,
waarbij ze in partnerschap met en in dialoog met de particu-
liere voorzieningen wil bouwen aan een solidaire samenleving.
Gelukkig kunnen we hierbij rekenen op het engagement van
familieleden, mantelzorgers, vrijwilligers,…
25 EuRO Van ElkE VlaminG GEEft zuuRstOf aan dE zORG
77% antWOORdt pOsitiEf Op EEn BEVRaGinG Van hEt Vlaams WElzijnsVERBOnd
p. 2371Nieuwsbrief
Verdubbeling Van de bijdrage Voor de Vlaamse zorgVerzekering
De goede bedoelingen en het engagement van de
overheid zullen niet langer volstaan om de uitga-
ven voor welzijnszorg te dekken. Daarom roept
het Vlaams Welzijnsverbond de burger op om zijn
‘euro’ in het zakje te doen. Nu betalen 3.9 miljoen
mensen vanaf 26 jaar jaarlijks een bijdrage van 25
euro voor de zorgverzekering. Weduwen en wezen,
personen met een handicap, gepensioneerden,
langdurig zieken en mensen met een laag inkomen
betalen terecht een bijdrage van 10 euro: samen
goed voor 103.5 miljoen euro. Op korte termijn
pleit het Vlaams Welzijnsverbond voor een verdub-
beling van de bijdrage (bij voorkeur inkomensge-
relateerd) voor de Vlaamse zorgverzekering. De
concrete uitvoering ervan wordt toevertrouwd aan
zorgkassen. Zij staan onder meer in voor de inning
van de bijdragen, het onderzoek van de aanvragen
voor erkenning als zwaar zorgbehoevende en de
uitbetaling van de zorgvergoedingen. Dat systeem
heeft zijn degelijkheid reeds bewezen. Met de extra
middelen zouden we niet alleen (zoals vandaag)
zwaar zorgbehoevenden personen en rusthuis-
bewoners financieel kunnen ondersteunen, maar
ook wachtlijsten voor personen met een handicap
korter maken, bijkomende plaatsen creëren in de
kinderopvang, kansen bieden aan jongeren,…. Ruw
geschat kunnen we met de bijkomende middelen
2.000 extra plaatsen voor personen met een
handicap creëren of m.a.w. 30% van de wachten-
den een residentiële ondersteuning bieden. Met
datzelfde extra budget kunnen we 8.000 nieuwe
opvangplaatsen in de kinderopvang scheppen of
2.000 jongeren tijdig helpen in de jeugdhulp. Kort-
om, verdubbeling van de bijdrage voor de zorgver-
zekering geeft zuurstof aan zorg en welzijn.
grote solidariteit
Is de Vlaming bereid hiervoor te betalen? Uit een
snelenquête van het Vlaams Welzijnsverbond blijkt
dat 77% van de 1.400 reacties een positief ant-
woord geven op de vraag om 25 euro extra te
betalen voor het lenigen van de dringende noden.
Dat getuigt van een grote solidariteit. Belangrijke
voorwaarde is het efficiënt inzetten van de midde-
len. Een aantal van de ja-stemmers vinden dat het
bedrag gekoppeld moet worden aan het inkomen.
Een motief dat door sommigen gebruikt wordt om
neen te zeggen. Eveneens vinden de ja-stemmers
dat de middelen voor dit doel moet ingezet worden
(en niet in een ander potje belanden). De neen-
stemmers vinden de belastingdruk nu reeds te
hoog en wijzen in de richting van de overheid.
Graag geven we hier enkele commentaren:
“Niet voor iedereen is die 25 € vanzelfsprekend.
En voor anderen is zelfs 50 € ‘niks’.”
“Ik ben voor en bereid deze inspanning te doen,
maar anderzijds ben ik zeker dat ik gemakkelijk
25 euro kan schrappen uit de uitgaven van de
overheid.”
“Ik ben voor, al vind ik dat de overheid zelf ook
zijn verantwoordelijkheid niet uit de weg mag
gaan en deze doelgroep aan zijn lot overlaten”.
“Solidariteit is belangrijk, maar rijken mogen
250 euro betalen!”
“Als we met z’n allen 600 miljard kunnen
ophoesten om de banken te redden, is het dan
niet beter dat de banken de dringende noden
in de welzijnszorg oplossen en niet nog eens de
doorsnee Vlaming?!”
INFO: Frank Cuyt, 02 507 01 38
© Isabelle Pateer, Otherweyes
p. 2471Nieuwsbrief
PuBlicatiEs
Boeddhisten vieren in mei een bijzonder feest:
Boeddha dag of Wesak. Deze Boeddha dag of
Wesak is een heilige dag die wordt gevierd door
Boeddhisten in Sri Lanka, India, Nepal en Zuid-
Aziatische landen zoals Vietnam, Thailand, Cam-
bodja, Laos, Myanmar, Indonesië en Singapore.
Tijdens dit feest wordt de geboorte (volgens de
kronieken in het jaar 624 vóór Christus), verlich-
ting en het sterven van de Boeddha herdacht.
De dag waarop Wesak valt – per definitie een volle
maan – hangt dus af van de maankalender die be-
langrijk is voor de boeddhistische datumbepaling.
De feestdag valt op de volle maan in de 5de of
6de maand van het jaar. Bij de Chinese boeddhis-
ten valt Wesak op een dag in de Chinese kalender.
In Japan wordt dit feest op 8 april gevierd.
Op deze dag vasten boeddhisten, gaan ze naar de
pagode en/of tempel, brengen ze offerandes bij
het Boeddhabeeld en geven ze eten aan de boed-
dhistische monniken. De eenvoudige offerandes
kunnen bloemen of kaarsen zijn die boeddhisten
aan de voeten van – het beeld van – hun leraar leg-
gen. Vegetarisch eten is deze dag ook belangrijk.
Het vieren van Wesak betekent ook om personen
met een handicap, zieken en armen op te vrolij-
ken. Boeddhisten geven deze dag ook geld voor
goede doelen.
In de verschillende landen waar Boeddhisten aan-
wezig zijn krijgt dit feest ook een eigen (culturele)
invulling. In Nepal bijvoorbeeld komen duizenden
pelgrims in Lumbini, de geboorteplaats van de
Boeddha, samen.
Voor 2013 maakte Kerkwerk Multicultureel Sa-
menleven (KMS vzw) een wenskaart waarmee u
boeddhisten in uw omgeving kunt feliciteren ter
gelegenheid van deze Boeddha dag of Wesak.
De kaart bevat een gepaste wens in het Neder-
lands, Frans, Engels, Japans, en het Tibetaans.
Daarnaast is er ook vrije ruimte voorzien voor een
eigen boodschap of wens. De overhandiging van
deze kaart aan boeddhisten die u kent, kan een
erg betekenisvol gebaar zijn. Zo levert u een con-
crete bijdrage aan de opbouw van goede relaties
in uw buurt, op de school, de werkvloer, in orga-
nisaties of op andere plaatsen.
TIPS VOOR GEBRUIK
1. Geef de kaart aan boeddhisten die je kent en
die je wilt feliciteren met hun feest of aan per-
sonen met wie je al lang contact wilde hebben.
2. Schrijf naast de 5 wensen in de verschil-
lende talen een eigen wens.
3. Gebruik de kaart om contact te leggen met
boeddhisten die je nog niet goed kent.
Naast de kaart voor het vieren van Wesak bestaan
ook: een wenskaart voor het joodse Nieuwjaar, een
wenskaart voor het islamitische ‘einde van de ra-
madan’ en voor het offerfeest, een wenskaart voor
de hindoes, jains en sikhs ter gelegenheid van het
diwali-feest en kaarten voor feesten in andere reli-
gieuze en levensbeschouwelijke tradities.
Bestellingen: [email protected]
prijs Boeddha dag-kaart: 0,60 € per ex.
(excl. verzendingskost), korting bij bestelling
vanaf 50 ex.
Meer informatie:
Johan Vrints, adjunct-coördinator KMS vzw,
Huidevettersstraat 165, 1000 Brussel
02 502 11 28, [email protected] - www.kms.be
hEt ViEREn Van WEsak
aankondigingEn
p. 2571Nieuwsbrief
PuBlicatiEs
Pastorale Perspectieven besteedt het themadeel
van het maartnummer aan ‘mindfulness, mildheid
en aandacht’. De eerste term is recent opgedoken
in de vakliteratuur, de tweede term is een eerder
klassieke christelijke term, en misschien drukt het
derde woord uit wat de eerste twee willen bereiken:
aandacht voor de mens achter de zieke, de bewo-
ner, de zorgprofessional. Het themanummer bevat
onder meer een artikel van Edel Maex, waarin hij
zich afvraagt of mindfulness werkelijk thuishoort in
een therapeutisch traject, dan wel of het niet meer
is dan een laagje vernis. Ria Weyens heeft het in
haar bijdrage over mildheid, gaat op zoek naar de Bijbelse bronnen van dit begrip, en verbindt het met menswor-
ding. In het artikel heeft ze ook aandacht voor de gelijkenissen tussen en de wederzijdse verrijking van mindfulness
en christelijke meditatietechnieken. Lieven Vanderbrugghen gaat dieper in op die christelijke meditatietechnieken,
en stelt het begrip ‘aandacht’ hierin centraal. Het themanummer bevat ook twee praktijkverhalen over hoe mind-
fulness functioneert in een therapeutische setting. Koen De Fruyt getuigt hierover vanuit zijn ervaring als pastor
in de psychiatrie, en Renilde Vos – werkzaam als pastor van de universitaire parochie in Leuven – vertelt over
wat ze wil bereiken met het mindfulness-aanbod dat vanuit de UP wordt georganiseerd.
Naast het themadeel is ook een extra artikel opgenomen over pastorale zorg bij oncologische patiënten. Goedele
Van Edom schetst de verschillende stappen van rouwarbeid, en geeft aan welke begeleiding de pastor in dit
proces kan opnemen.
In 2013 brengt Pastorale Perspectieven nog drie nummers met boeiende en relevante thema’s. Zo gaat het
juninummer over pastorale gesprekstechnieken, naar aanleiding van het congres van de beroepsvereniging voor
katholieke pastores: ‘Meer dan koffie en een praatje. Het pastoraal gesprek anno 2013’. In het septembernum-
mer focussen we op de legitimatie van spirituele zorg in het zorgaanbod van de hedendaagse zorgvoorziening,
en het decembernummer zal gewijd zijn aan de rol van de pastor in de vroegtijdige zorgplanning.
Het nummer kan besteld worden via www.caritas.be, doorklikken naar Caritas Vlaanderen. Een los exemplaar
kost 10 euro, en voor een abonnement (4 lijvige nummers per jaar) betaal je 35 euro.
mindfulnEss, mildhEid En aandacht in dE pastORalE zORG
pastORalE pERspEctiEVEn nR. 158 – maaRt 2013
p. 2671Nieuwsbrief
intErsEctoralE BEhEErsinformatiE
OVERzichtslijst
Sinds het verschijnen van de vorige Nieuwsbrief heeft Caritas Vlaanderen volgende intersectorale beheersinformatie verspreid over volgende onderwerpen:
1038 Vrijwilligers: maximale forfaitaire kostenvergoeding vanaf 01.01.2013.
1039 Nachtarbeid: toepassing herwaarderingscoëfficiënt: CAO nr 46 vicies semel.
1040 Werkloosheid met bedrijfstoeslag: toepassing van herwaarderingscoëfficiënt:
CAO nr 17 tricies quinquies.
1041 Regels rond terbeschikkingstelling worden verstrengd.
1042 De sociale antimisbruikbepaling.
1043 Verplicht aanvullende vorming en jaarlijkse bijscholing van preventieadviseurs in de interne dienst voor preventie en bescherming in zorginstellingen - wijzigingen.
1044 Geldgiften – fiscale attesten
Op 29 maart 2013 kwam Natallya Kaval Kova in dienst als stafmedewerker Alge-
meen Beleid. Zij volgt na een lange zoektocht Gerda Goeman op, die vorig jaar met
pensioen ging.
Natallya werkte in het verleden vele jaren voor Caritas Europa en is dus vertrouwd met
de Caritasfamilie. Als stafmedewerkster zal zij vooral beleidsondersteunend werken
inzake Europese initiatieven en regelgeving.
We heten Natallya van harte welkom in ons midden.
Welkom – Natallya Kaval Kova
p. 2771Nieuwsbrief
paREls VOOR dE zWijnEn
Vrijdag 12 januari, 7u51, het politieke hart van Washing-
ton. Tegen een muur van een metro-station, naast een
vuilbak, staat een jonge, blanke man. Hij draagt een jeans
en een t-shirt, op zijn hoofd een baseball pet. Uit een
smalle koffer haalt hij een viool. In de open koffer legt de
jongeman wat wisselgeld, als aanzet voor voorbijgangers.
Dan begint hij te spelen, 43 minuten lang, zes klassieke
stukken voor 1097 voorbijgangers.
Enkele dagen later. In een gesprek met Leonard Slatkin,
muzikaal directeur van het Nationaal Symfonisch Orkest
van de Verenigde Staten, krijgt deze plots een vreemde
vraag. “Wat zou er volgens u gebeuren, mocht een be-
kend violist optreden in een metro-station, tijdens het
piekuur?” “Als we er van uit gaan dat hij niet herkend
wordt, verwacht ik toch dat mensen zullen blijven staan en
luisteren. Zo’n talent gaat niet onopgemerkt voorbij. Laat
ons zeggen dat als er 1000 mensen voorbij stappen, er
toch zo’n 100 zullen blijven staan en luisteren. En de mu-
zikant zou zo, volgens mij, 200 euro moeten verdienen.”
“Bedankt”, is het antwoord. “Bedankt, maar het is niet
hypothetisch. Het is al gebeurd.” “En? Hoe waren mijn
antwoorden?” “Daar hebben we het zo over.” “Wie was
de muzikant?”, vraagt Slatkin. “Joshua Bell.”
Kort voor kerstmis 2012, zat Joshua Bell samen met
een reporter van de Washington Post in een koffiebar
in Washington. Daar ontstond het idee om een sociaal
experiment op touw te zetten. Zouden mensen op een
ongewone plaats, in een druk moment oog hebben voor
iets buitengewoons? Want buitengewoon, dat is Joshua
Bell zeker. Bell is één van de, zo niet dé beste, violisten
ooit. Hijzelf hoort niet graag het woord ‘genie’, maar voor
anderen is dat het enige woord dat hem kan omschrijven.
Joshua Bell besloot te spelen in de metro, gekleed als een
jongeman op zoek naar wat dollars, maar spelend op een
17e eeuwse Stradivarius-viool. Het eerste stuk dat hij zou
spelen, “Chaconne” van Johann Sebastian Bach’s Partita
No. 2 in D Mineur, is één van de moeilijkste stukken ooit
geschreven. Velen zijn geroepen, slechts enkelen slagen.
De andere stukken die hij speelt zijn van dezelfde kwaliteit.
Gedurende 43 minuten, gebeurde verbazend weinig. Ze-
ven mensen stopten en luisterden, minsten een minuut.
Zevenentwintig voorbijgangers gaven geld, de meesten
in het voorbijgaan, voor een totaal van 35 euro. 1070
anderen snelden voorbij, hadden geen aandacht voor de
jongeman met de viool.
“Zes momenten vond ik het pijnlijkst”, zegt Bell achteraf.
“Zes keer eindigde een stuk en keek ik op om vast te stel-
len dat er niemand was. Ik speelde en niemand keek naar
mij om. Na elk stuk viel een stilte. De mensen die niet
hadden opgemerkt dat ik speelde, merkten nu niet op dat
ik gestopt was”. Pijnlijk voor een top-violist die anders voor
volle zalen speelt, zalen die volledig gericht zijn op hem.
BEEldVERhaal in
Als een groot musicus grootste muziek speelt, maar nie-mand heeft hem gehoord; was hij dan wel goed? Schoon-heid: het is een aloud debat, waar Leibniz, Hume en Kant zich in het verleden over gebogen hebben. Kan je schoon-heid meten, of is het slechts een mening? Of iets er tus-sen in? “Het was hoe dan ook een rare ervaring, bijzonder om te merken dat mensen me echt…” Het woord komt traag en pijnlijk: “Dat mensen me echt negeerden”. Geluk-kig kan Bell er nog om lachen, ook al zijn ’s mans talenten op elke andere dag zo’n 1000 euro per minuut waard.
Eén van de mensen die bleven staan, was John David Mortensen. Een blanke dertiger die werkt voor het depar-tement Energie. Mortensen is op weg naar een vergade-ring, als hij Bell voorbij wandelt. Mortensen stopt voorbij Bell, zoekt hem op en keert terug. Hij kijkt op zijn horloge en ziet dat hij wat tijd over heeft. Hij blijft luisteren. Op dat moment start Bell met het tweede deel van “Chaconne”. “Het is het moment”, zegt Bell, “waarop het stuk overgaat van een donkere naar een veel lichtere, vrolijke toon. Het zit een religieus, verheven gevoel in dat moment”. Mor-tensen kent niets van tonen. “Wat het ook was”, zegt hij, “het gaf me een bijzonder en vredig gevoel”.
Voor het eerst in zijn leven, luistert Mortensen naar een straatmuzikant. Hij blijft de volle drie minuten staan en luistert geboeid naar Bell. Anderen gaan voorbij. Als hij moet vertrekken, doet Mortensen nog iets ‘voor het eerst’. Voor het eerst geeft hij geld aan een straatmuzi-kant – al kan hij zelf niet zeggen wat hem zo geraakt heeft.
Stel dat Kant gelijk heeft. Stel dat we aanvaarden dat we op basis van die 12e januari geen enkel oordeel kunnen vellen over de manier waarop mensen naar schoonheid kijken. Laat ons dan een andere vraag stellen: wat met de appreciatie van het leven?
We hebben het zo druk. We zijn continu bezig, terwijl we al het andere uitsluiten, om meer rijkdom te vergaderen, om nog harder te werken. Intussen verliezen we al de rest uit het oog.
Op welke manier we ook naar schoonheid kijken, we hebben geen tijd er bij stil te staan en er van te genie-ten. Sterker nog, we negeren het volkomen en kwetsen daardoor zij die voor deze schoonheid zorgen.
“What is this live if, full of care, we have no time to stand and stare”, schreef W.H. Davies in 1911. Hij antwoordt zelf: “A poor life this if, full of care. We have no time to stand and stare.”
Thijs SmeyersStafmedewerker Armoede en Armoedebestrijding
Caritas Vlaanderen | Caritas in Belgium
Op onze website (www.caritas.be) vind je een link naar het artikel in de Washington Post en een link naar het filmpje over het optreden van Bell in de metro.
Caritas Nieuwsbrief is gedrukt op papier gecertificieerd door de Forest Steward Council (FSC). Deze organi-satie promoot en waarborgt een verantwoord bosbeheer dat economisch leefbaar, milieuvriendelijk en sociaal rechtvaardig is. CU-COC-811200
BEEldVERhaal
nieuwe paus waste voeten aids-slachtoffers
Dat onze nieuwe paus een bijzonder iemand is, valt vandaag door niemand meer te ontkennen. Bergoglio verbaasde als paus Franciscus al meermaals de jongste weken. Tijdens de Goede Week koos hij – opnieuw – de kaart van mensen aan de rand van de samenleving. Op Witte Donderdag waste de paus de voeten van jeugddelinquenten in een Italiaanse jeugdgevangenis. Mij deed het denken aan iets wat deze man al een tijd geleden gedaan had: het wassen van de voeten van mensen met AIDS.
De voetwassing van de apostelen blijft een bijzonder moment in de levens-loop van Christus. Het is in Jezus dat zo veel vertrouwen gesteld wordt, naar Hem wordt uitgekeken, alle hoop wordt op Hem geplaatst. En Hij beantwoordt dit net door een teken te stellen van nederigheid en dienst-baarheid. “Het gaat niet om mij”, zegt Hij. “Ik ben er slechts voor u allen.”
Dat paus Franciscus diezelfde taal gebruikte en vandaag nog gebruikt – doet ons hopen. Hopen op een Kerk waar macht enkel gebruikt wordt om nederig en dienstbaar te zijn. Hopen op een pontificaat dicht bij de gewone gelovige. Hopen op een nieuwe wind in de Kerk, waar ieder van ons welkom is. Hopen op… een waar aggiornamento?
Thijs SmeyersStafmedewerker Armoede en Armoedebestrijding
Caritas Vlaanderen | Caritas in Belgium