montagehandleiding hr-gaswandketel - wolf...en 12831 procedure voor berekening van de standaard...

72
WOLF GMBH / POSTFACH 1380 / D-84048 MAINBURG / TEL. +49.0.87 51 74- 0 / FAX +49.0.87 51 74- 16 00 / www.WOLF.eu Art.-nr.: 3061720_201804 Wijzigingen voorbehouden NL Montagehandleiding HR-gaswandketel CGB HR-gaswandverwarmingsketel CGB-K HR-gaswand-combiketel CGB-35 CGB-50 CGB-K40-35

Upload: others

Post on 25-Oct-2020

6 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

WOLF GMBH / POSTFACH 1380 / D-84048 MAINBURG / TEL. +49.0.87 51 74- 0 / FAX +49.0.87 51 74- 16 00 / www.WOLF.euArt.-nr.: 3061720_201804 Wijzigingen voorbehouden NL

Montagehandleiding

HR-gaswandketelCGB HR-gaswandverwarmingsketelCGB-K HR-gaswand-combiketel

CGB-35CGB-50CGB-K40-35

Page 2: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

2 3061720_201804

Inhoud

1. Opmerkingen betreffende de documentatie ......................................32. Veiligheidsinformatie ..........................................................................43. Normen en voorschriften ...................................................................74. Regeling / Functie / Bediening .........................................................105. Uitleveringtoestand / leveringsomvang ............................................126. Montageschema ..............................................................................13

Installatie7. Aanwijzingen voor de opstelling ......................................................158. Montage ...........................................................................................169. Afmetingen / montageafmetingen ....................................................1710. Installatie .........................................................................................1911. Montage lucht-/rookgasgeleiding .....................................................23

Regeling12. Elektrische aansluiting .....................................................................24

Inbedrijfstelling13. De sifon vullen .................................................................................3014. Vullen van de verwarmingsinstallatie / sifon ....................................3115. Installatie vullen ...............................................................................3316. Gasaansluitdruk controleren ............................................................3417. Inbedrijfstelling .................................................................................3618. Instelling Busadressen ....................................................................3719. Regelingsparameters aangeven / veranderen ................................3820. Instelling van de modulerende pomp ...............................................3921. Maximaal verwarmingsvermogen begrenzen ..................................4022. Meten van de verbrandingsparameters ...........................................4123. Gassoort aanpassen .......................................................................4224. Inbedrijfstellingsprotocol ..................................................................44

Technische gegevens25. Ombouwmogelijkheden ...................................................................4526. Onderhouds- en planningsgegevens ...............................................4627. Ontwerpaanwijzingen ......................................................................4828. Schakelschema ...............................................................................6529. Technische gegevens ......................................................................6630. Storing - Oorzaak - Oplossing .........................................................6731. Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811/2013 ......................6832. Technische parameters overeenkomstig verordening (EU) Nr. 813/2013 ....................................................................................70EG-CONFORMITEITSVERKLARING .....................................................71

Page 3: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

33061720_201804

1. Opmerkingen betreffende de documentatie

1.1 Tevens geldende documentatie - Bedrijfshandleiding voor de gebruiker - Onderhoudshandleiding - Installatie- en bedrijfsboek

Eventueel gelden ook de handleidingen van alle gebruikte toebehorenmodules en van ander toebehoren.

1.2 Bewaring van de documentatieDe exploitant, resp. de gebruiker van de installatie is verantwoordelijk voor het bewaren van alle handleidingen en documentatie.

► Overhandigdezemontagehandleidingevenalsalleoverigemeegeldendehandlei-dingen aan de exploitant, resp. de gebruiker van de installatie.

1.3 Instructie van de exploitant van de installatie- De exploitant van de installatie erop wijzen dat hij een onderhouds- en inspectiecon-tractkanafsluitenmeteengespecialiseerdefirma.

- De exploitant van de installatie erop wijzen dat de jaarlijkse inspectie en onderhoud enkel mogen worden uitgevoerd door een erkende vakman.

- De exploitant van de installatie erop wijzen dat de reparatiewerkzaamheden enkel mogen worden uitgevoerd door een erkende vakman.

- De exploitant van de installatie erop wijzen dat enkel originele onderdelen mogen worden gebruikt.

- De exploitant van de installatie erop wijzen dat geen technische wijzigingen aan de verwarmingsketel of aan regelingstechnische onderdelen mogen worden uitgevoerd.

- De exploitant van de installatie erop wijzen dat hij verantwoordelijk is voor de veilig-heid en de onschadelijkheid voor het milieu, evenals voor de energetische kwaliteit van de verwarmingsinstallatie.

- De exploitant van de installatie erop wijzen dat hij deze handleiding en tevens gel-dende documenten zorgvuldig moet bewaren.

- De exploitant van de installatie instrueren over de bediening van de verwarmingsin-stallatie.

1.4 Geldigheid van de handleidingDeze montagehandleiding geldt voor de HR-gaswandtoestellen CGB-35/50 en CGB-K40-35.

1.5 KeuringDe exploitant is verantwoordelijk voor de wettelijk verplichte keuringen, zoals EBI, PI en PO conform SCIOS. Overeenkomstig „Bundes KÜO“ (Duitse veeg- en keuringsverorde-ning) is een meting en controle slechts om de drie jaar voorgeschreven.

1.6 Afvoer en recycling- Oude toestellen mogen enkel door een erkende vakman losgekoppeld worden van

de stroom- en gasaansluiting.- Materiaal dient principieel overeenkomstig de actuele voorschriften inzake milieube-

schermings-, recycling- en afvalverwerkingstechniek te worden afgevoerd.- Oude toestellen en apparatuur, slijtdelen, defecte componenten alsmede vloeistof-

fen en oliesoorten, welke een gevaar vormen voor het aquatisch milieu dienen in overeenstemming met de wetgeving inzake afvalverwerking bij een milieuvriendelijke afvalverwerking of een recyclingcentrum te worden ingeleverd. Zij mogen in geen geval via het normale huisvuil worden afgevoerd!

- Voert u verpakkingen van karton, recyclebare kunststoffen en vulmaterialen van kunststof milieuvriendelijk via dienovereenkomstige recyclingsystemen of container-parken af.

- Neemderespectievelijkelandspecifiekeoflokalevoorschrifteninacht.

Page 4: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

4 3061720_201804

2. Veiligheidsinformatie

Gevaar bij gasgeur

- De gaskraan sluiten.

- Vensters openen.

- Geen elektrische schakelaars bedienen.

- Open vlammen blussen.

- Van buiten het gebouw het gasbedrijf en een erkend vakbedrijf bellen.

Gevaar bij rookgasgeur

- Toestel uitschakelen

- Open vensters en deuren

- Erkende installateur informeren

Deze handleiding moet vóór het begin van de montage, inbedrijfstelling of onderhoud door het op dat ogenblik met het werk belaste personeel gelezen worden. De instructies in deze handleiding moeten worden nageleefd. Indien deze montagehandleiding niet nageleefd wordt vervalt de garan-tieaanspraak tegenover de firma WOLF.

De installatie van een gasverwarmingsketel moet bij het bevoegde gasbedrijf worden aangegeven en deze moet erdoor worden goedgekeurd.Let erop dat regionaal mogelijk vergunningen vereist zijn voor de rookgasinstallatie en de condensaataansluiting op het openbare rioolnet.Voor aanvang van de montage controleren of er instanties zijn die geïnformeerd dienen te worden.

Voor montage, inbedrijfstelling en onderhoud van het HR-gaswandtoestel moet bevoegd en opgeleid personeel ingezet worden. Werkzaamheden aan elektrische compo-nenten (bv. regeling) mogen volgens VDE 0105 deel 1 enkel door elektriciens worden uitgevoerd.

Voor werkzaamheden met betrekking tot de elektrische installatie zijn de bepalingen van de branche vereniging en van het plaatselijke energiebedrijf maatgevend.

Het HR-gaswandtoestel mag uitsluitend binnen het ver-mogensbereik (de capaciteit) worden gebruikt, welke in de technische documentatie van de firma WOLF is vastgelegd. Het gebruik volgens de bestemming van het toestel betekent het uitsluitend gebruik voor warmwaterverwarmingsinstal-laties overeenkomstig NEN EN 12828.

De veiligheids- en controle-inrichtingen mogen niet verwij-derd, overbrugd of op een andere manier buiten werking gezet worden. Het apparaat mag enkel in een technisch perfecte toestand gebruikt worden.

Storingen en beschadigingen die de veiligheid in gevaar brengen of in gevaar kunnen brengen moeten onverwijld en deskundig verholpen worden. Beschadigde elementen en componenten mogen alleen door originele WOLF-reser-veonderdelen vervangen worden.

Gevaar door elektrische stroom

Nooit bij ingeschakelde aan/uit-schakelaar elektri-sche componenten of contacten aanraken! Er be-staat gevaar voor een elektrische schok, met letsel of de dood tot gevolg. Op aansluitklemmen is ook bij uitgeschakelde aan/uit-schakelaar spanning aanwezig.

Gevaar voor brandwonden

Verwarmingsketels kunnen warm water bevatten. Warm water kan tot zware vloeistofverbrandingen leiden. Vóór werkzaamheden aan water bevattende onder-delen het toestel onder 40 °C laten afkoelen, alle afsluiters (kranen) sluiten en eventueel het toestel aftappen.

Verbrandingsgevaar

Componenten van de verwarmingsketel kunnen erg warm zijn. Warme componenten kunnen tot brandwonden leiden. Vóór werkzaamheden aan het geopende toestel dit tot 40 °C laten afkoelen of geschikte werkhand-schoenen gebruiken.

Symbolen

In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt voor waarschuwingen. Ze hebben betrekking op de bescherming van personen en de technische bedrijfszekerheid.

geeft aanwijzingen aan die nauwgezet moeten worden opgevolgd om risico’s voor of letsels van personen te vermijden.

geeft aanwijzingen aan die nauwgezet moeten worden opgevolgd om risico’s voor of letsels van personen door elektrische spanning te vermijden.

geeft technische aanwijzingen aan die moeten wor-den opgevolgd om storingen tijdens de werking van de ketel en/of materiële schade te vermijden.

Let op

Page 5: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

53061720_201804

2. Veiligheidsinformatie

Gevaar door waterzijdige overdrukVerwarmingsketels staan aan de waterzijde onder een hoge overdruk. Waterzijdige overdruk kan tot zwaar letsel leiden. Vóór werkzaamheden aan water bevattende onder-delen het toestel onder 40 °C laten afkoelen, alle afsluiters (kranen) sluiten en eventueel het toestel aftappen.Opmerking: Voelers en sensoren kunnen deel uitmaken van het watercircuit en bijgevolg onder druk staan.

Werken aan de installatie

- Gasafsluiter sluiten en tegen onbedoeld openen beveiligen.

- Installatie spanningsvrij schakelen (bv. separate zekering verwijderen/uitschakelen, via een hoofdschakelaar of Nood-Uit-schakelaar van de verwarmingsinstallatie) en controleren of de installatie daadwerkelijk spanningsvrij is.

- De installatie borgen tegen herinschakeling.

Inspectie en onderhoud

- De perfecte werking van de gaswandtoestellen dient door een minimaal jaarlijkse inspectie en een naar behoefte afgestemd onderhoud en eventuele reparatie door een vakspecialist te worden gewaarborgd.

- (DVGW - TRGI 2008 - G600). Voor dit doel is het raadzaam een desbetreffend onder-houdscontract af te sluiten.

- De exploitant is verantwoordelijk voor de veiligheid en de onschadelijkheid voor het milieu, evenals voor de energeti-sche kwaliteit van de verwarmingsinstallatie.

- Uitsluitend originele WOLF-reserveonderdelen gebruiken!

Page 6: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

6 3061720_201804

2. Veiligheidsinformatie

Afbeelding: Aansluitkast: Gevaar door elektrische spanning

Afbeelding: Ontstekingstransformator, hoogspanning ontste-kingselektrode, warmtewisselaarGevaar door elektrische spanning, gevaar voor verbranding door hete componenten

Afbeelding: GascombiventielGevaar door elektrische spanningGevaarvoorvergiftigingenontploffingdoornaarbuitenstro-mend gas

Afbeelding: Gasaansluiting: gevaar voor vergiftiging en ont-ploffingdoornaarbuitenstromendgas

Page 7: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

73061720_201804

3. Normen en voorschriften

Voor de montage en het bedrijf van de verwarmingsinstallatie de landspecifiekenormen en richtlijnen naleven!

Rekening houden met de gegevens op het typeplaatje van de verwarmingsketel!

Bij de installatie en het bedrijf van de verwarmingsinstallatie moeten de volgende lokale bepalingen worden nageleefd:

• Opstellingsvoorwaarden• Toevoer- en retourluchtvoorzieningen alsmede schoorsteenaansluiting• Elektrische aansluiting op de stroomvoorziening• Technische regels van het gasbedrijf inzake de aansluiting van het gastoestel op

het lokale gasnet• Voorschriften en normen inzake de veiligheidstechnische uitrusting van de water-

verwarmingsinstallatie• Drinkwaterinstallatie

In het bijzonder voor de installatie moeten de volgende algemene voorschrif-ten, regels en richtlijnen in acht genomen worden:

• (NEN) EN 806 Eisen voor drinkwaterinstallaties in gebouwen - Installatie• (NEN) EN 1717 Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in

drinkwaterinstallaties• (NEN) EN 12831 Verwarming in gebouwen - Methode voor de berekening van de

ontwerp warmtebelasting• (NEN) EN 12828 Verwarmingssystemen in gebouwen - Ontwerp voor

watervoerende verwarmingssystemen• (NEN) EN 13384 Schoorstenen - Thermische en dynamische berekeningsmetho-

den• (NEN) EN 50156-1 (VDE 0116 deel 1) Elektrische uitrusting voor verwarmingstoe-

stellen• VDE 0470/(NEN) EN 60529 Beschermingsgraden van omhulsels• VDI 2035 Voorkomen van schade in warmwaterverwarmingsinstallaties - Ketelsteenafzetting (blad 1) - Corrosie aan waterzijde (blad 2) - Corrosie aan rookgaszijde (blad 3)

Page 8: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

8 3061720_201804

3. Normen en voorschriften

De installatie van de WOLF-Gaswandketels mag alleen plaatsvinden door een erkende installateur. De installateur neemt de verantwoordelijkheid op zich voor en installatie volgens de gangbare regels en voor de eerste ingebruikname van het toestel.

Voor de installatie zijn de volgende voorschriften, regels en richtlijnen van toepassing:

- Gavo NEN1078 eisen en bepalingen methodes voor huishoudelijke gas installaties

- Gavo NEN2757 toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgasver-brandingstoestellen

- NPR 3378 Nederlandse praktijkrichtlijnen met werkbladen

EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting.

EN 12828Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties met aanvoer-temperaturen tot 95°C.

EN 1717Bescherming van het drinkwater tegen verontreinigingen in drinkwaterins-tallaties.

EN 50165Elektrische uitrusting van niet-elektronische apparaten voor thuisgebruik.

EN 60335-1Zekerheid inzake elektrische apparaten voor thuisgebruik en gelijksoortige doeleinden.

Worden technische veranderingen aan de regeling resp. aan de rege-lingstechnische onderdelen uitgevoerd, dan zijn wij niet aansprakelijk voor schade die hieruit ontstaat.

Aanwijzing: Deze installatie-instructie dient zorgvuldig te worden be-waard en dient voor de installatie te worden doorgelezen. Let u ook op de bijgevoegde onderhoudsvoorschriften.

Page 9: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

93061720_201804

Afbeelding: WOLF HR-gaswandketel

3. Normen en voorschriften

Hoogrendement-gaswandketel CGB-...

HR-gaswandtoestel overeenkomstig DIN EN 437 / DIN EN 13203-1 / DIN EN 15502-1 / DIN EN 15502-2-1 / DIN EN 60335-1 / DIN EN 60335-2-102 / DIN EN 62233 / DIN EN 61000-3-2 / DIN EN 61000-3-3 / DIN EN 55014-1, alsook 92/42/EEG (Richtlijn rendementseisen cv-ketels) / 2016/426/EU (Verordening gastoestellen) / 2014/30/EU (EMC-richtlijn) / 2014/35/EU (Laagspanningsrichtlijn) / 2009/125/EG (ErP-richt-lijn) / 2011/65/EU (RoHS-richtlijn) / Verordening (EU) 811/2013 / Verordening (EU) 813/2013, voorzien van elektronische ontsteking en elektronische rookgastemperatuurbewaking, voor laagtemperatuurverwarming en warmwaterbereiding in verwarmingsinstallaties met aanvoertemperaturen tot 90 °C en 3 bar toelaatbare werkdruk overeenkomstig DIN EN 12828. Dit WOLF HR-gaswandtoestel is tevens goedgekeurd voor de opstelling in garages.

Open HR-gaswandtoestellen mogen uitsluitend in een ruimte worden geïnstalleerd, welke aan de bepalende ventilatievoorwaarden voldoet. Anders bestaat verstikkings- of vergiftigingsgevaar. Lees de montage- en onderhoudshandleiding voordat u het toestel installeert! Houd tevens rekening met de ontwerpaanwijzingen.

Bij een werking op vloeibaar gas mag uitsluitend propaan overeenkomstig DIN 51 622 worden ge-bruikt, omdat anders het gevaar aanwezig is, dat er storingen inzake het startgedrag en de werking van het HR-gaswandtoestel optreden, hetgeen weer tot beschadiging van het toestel en/of letsel van personen kan leiden.

Bij slecht ontluchte tanks met vloeibaar gas kan het tot ontstekingsproblemen komen. Wendt u zich in dat geval tot de onderneming die belast is het met vullen van de tank met vloeibaar gas.

De instelbare temperatuur van het boilerwater kan meer dan 60 °C bedragen. Bij kortstondige werking met een temperatuur van meer dan 60 °C moet hierop gelet worden, aangezien er een risico op vloeistofverbranding bestaat. Bij langdurig ge-bruik moeten de nodige voorzieningen getroffen worden zodat de temperatuur bij het aftappen niet meer dan 60 °C bedraagt, bv. thermostaatventiel.

Ter bescherming tegen kalkvorming dient vanaf een totale hardheid van 15°dH (2,5 mol/m³) de warmwatertemperatuur op maximaal 50 °C te worden ingesteld.Dit stemt zonder toebehoorregelaar overeen met een draai-knopstand van maximaal 6 van het warm water.

Vanaf een totale hardheid van meer dan 20°dH is het gebruik van een waterbehandeling in de toevoerleiding van het koud water voor de verwarming van drinkwater in ieder geval vereist om de onderhoudsintervallen te verlengen.Ook bij een waterhardheid van minder dan 20 °dH kan plaatselijk een verhoogd verkalkingsrisico bestaan, waar-door een onthardingsingreep noodzakelijk wordt. Het niet naleven hiervan kan leiden tot voortijdig verkalken van het toestel en tot een beperkt warmwatercomfort. De plaatselijke omstandigheden moeten steeds door de verantwoordelijke installateur worden gecontroleerd.

Page 10: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

10 3061720_201804

Aan/uit-schakelaarAAN/UIT

Temperatuurkeu-ze warm water

Manometer

Ontsto-ringstoets

Temperatuurkeuze verwarmingswater

Bedrijfsschakelaar AAN/UIT In de positie 0 is de condensatie gasketel uitgeschakeld.

Controlelamp

Thermometer

Temperatuurkeuze warm waterBij HR-gaswandketels in combinatie met een boilerwaterverwarmer komt de instel-ling 1-9 met een boilertemperatuur van 15-65 °C overeen. In combinatie met een digitale omgevingstemperatuurregelaar en/of een weersafhankelijke regelaar wordt de instelling waarmee de temperatuur van het warm water wordt gekozen zonder effect. De temperatuurkeuze gebeurt op de toebehoorregelaar. Bij gecombineerde ketels komt de instelling 1-9 overeen met een warmwatertemperatuur van 40-65 °C

Temperatuurkeuze verwarmingswater. Instelbereik van 2 - 8 komt overeen met een in de fabriek ingestelde verwarmings-watertemperatuur van 20-75 °C. In combinatie met een digitale omgevingstem-peratuurregelaar en/of een weersafhankelijke regelaar wordt de instelling op de regelaar voor de temperatuur van het verwarmingswater zonder effect.

Ontstoring De ontgrendeling van een storing en een nieuwe activering wordt door het indrukken van de toets uitgevoerd. Wanneer de ontstoringstoets ingedrukt wordt, zonder dat er sprake is van een storing, wordt een nieuwe start van de installatie geïnitieerd.

Controlelamp voor de statusindicatie

Indicatie OmschrijvingGroenflikkerend Stand-by (net is ingeschakeld, geen vraag naar

warmte)Groen ononderbroken licht Vraag naar warmte: de pomp loopt, de brander

is uitGeelflikkerend SchoorsteenvegerwerkingGeel ononderbroken licht Brander aan, vlam aanRoodflikkerend Storing

0I

2 8

3 7

4 65

91

2 8

3 7

4 65

4. Regeling / Functie / Bediening

Page 11: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

113061720_201804

4. Regeling / Functie / Bediening

Instelling

Thermomanometer In het bovenste deel wordt de actuele temperatuur van het verwarmingswater weergegeven.In het onderste deel wordt de waterdruk van de verwarmingsinstallatie weerge-geven. De waterdruk moet in reglementaire werking tussen 2,0-2,5 bar liggen.

In de instelling zomerwerking wordt de circulatiepomp na een stilstand van ten hoogste 24 uur gedurende ongeveer 30 seconden geactiveerd.

Pompenstandbe-scherming

Opmerking: De aanschakelfrequentie van de HR-combiketel wordt in het verwarmingsbedrijf elektronisch begrensd. Door de ontstoringstoets in te drukken kunt u deze begren-zing overbruggen. De gasketel gaat dan onmiddellijk in bedrijf wanneer er een vraag naar warmte voor de verwarming is.

SchoorsteenvegerwerkingDoor de schakelaar van de temperatuurkeuze verwarmingswater in de positie

te draaien wordt het schoorsteenvegerbedrijf geactiveerd. De controlelamp knippert geel. Na de activering van het schoorsteenvegerbedrijf verwarmt de gasketel met het maximaal ingestelde verwarmingsvermogen. Een voorafgaande cyclusblokkering wordt geannuleerd. Het schoorsteenvegerbedrijf wordt na 15 minuten beëindigd, of wanneer de maximum aanvoertemperatuur overschreden wordt. Voor een nieuwe activering moet de temperatuurkeuze verwarmingswater één keer naar links en dan weer in de positie gedraaid worden.

ZomerwerkingDoor de schakelaar van de temperatuurkeuze verwarmingswater in de positie te draaien wordt het winterbedrijf gedeactiveerd. M.a.w. het toestel werkt dan in het zomerbedrijf. De zomerwerking (verwarming uit) betekent alleen gebruikswa-terverwarming van gebruikswater, maar de vorstbeveiliging voor de verwarming is verzekerd en de pompenstandbescherming is actief.

Winterbedrijf (positie 2 tot 8)De gasketel verwarmt in het winterbedrijf de temperatuur van het verwarmingswater tot op de temperatuur die aan de regelaar voor het verwarmingswater ingestelde is. De circulatiepomp loopt volgens de instelling van de bedrijfsmodus van de pomp voortdurend (fabriekinstelling) en/of enkel bij de aansturing van de brander met naloop.

°C

bar

2

1 3

120 0

40

60

3090

Page 12: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

12 3061720_201804

5. Uitleveringtoestand / leveringsomvang

UitleveringstoestandHR-gaswandketel

Bij de levering inbegrepen:

1 HR-gaswandketel aansluitklaar bekleed1 overdrukventiel voor de verwarming1 aansluiting voor expansievat1 ophanghoekprofielvoorwandmontage1 installatiehandleiding1 bedrijfshandleiding1 onderhoudshandleiding

ToebehorenDe navolgende toebehoren zijn vereist om de condensa-tie-gasketel te kunnen installeren:

- Lucht-/rookgastoebehoren (zie ontwerpaanwijzingen)- Ruimteafhankelijke of weersafhankelijke regeling- Condensaatafvoertrechter met slanghouder- Onderhoudskranen voor verwarmingsaanvoer en ver-

warmingsretour- Gaskogelkraan met brandbeveiligingsvoorzieningen

ander toebehoor volgens prijslijst, wij raden aan:- Ontslibber/filter- Luchtafscheider- Afsluitkraan koud/warm water voor drink-water

Aansluitingen wandketel

Afbeelding: Aansluitingen met verwarmingscircuitaansluitset (toebehoren)

VerwarmingsaanvoerG 1¼“

Gasaan-sluitingR ¾“

VerwarmingsretourG 1¼“

Sifon Aansluiting expansievat

Overdrukventiel

Aansluitingen combiketel (bijkomend drinkwater)

Afbeelding: Aansluitingen met verwarmingscircuitaansluitset (toebehoren)

Sifon

Gasaanslui-tingR ¾“

Verwarmings- aanvoerG 1¼“

Verwarmings- retourG 1¼“

Warm- water-

aansluiting

Koudwater-aansluiting

Aansluiting expansievat

Overdruk-ventiel

Page 13: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

133061720_201804

CGB-35 / CGB-50

6. Montageschema

Snelontluchter

Ventilatormotor

Gasventilator

TemperatuurbegrenzerAanvoerleiding

Brander

Verwarmings-warmtewisselaar

Gassmoorklep

Condenswatersifon Gascombiventiel

Verwarmingsaanvoer

Gastoevoerleiding

Gas-/luchtmengkamer

Uitlaatgasvoeler

Verbrandingskamerbehuizing

Rookgasbuis

Verwarmingscircuitpompmodulerend

Overstortventiel

Verwarmingsretour

Retourvoeler

Temperatuurbegrenzer verbrandingskamer

Tussenflensmetterugstroomverhindering

Overdrukventielsteekbaar

Aansluiting Expansievat

Aanvoervoeler

Ontstekings- en bewakingselektroden

Netkabel

Isoleerring

Verdringingslichaam

Page 14: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

14 3061720_201804

Snelontluchter

Ventilatormotor

Gasventilator

TemperatuurbegrenzerAanvoerleiding

Brander

Verwarmings-warmtewisselaar

Gassmoorklep

Condenswatersifon Gascombiventiel

Verwarmingsaanvoer

Gastoevoerleiding

Gas-/luchtmengkamer

Uitlaatgasvoeler

Verbrandingskamerbehuizing

Rookgasbuis

Verwarmingscircuitpompmodulerend

Overstortventiel

Verwarmingsretour

Retourvoeler

Temperatuurbegrenzer verbrandingskamer

Tussenflensmetterugstroomverhindering

Overdrukventielsteekbaar

Aansluiting Expansievat

Aanvoervoeler

Ontstekings- en bewakingselektroden

Isoleerring

Verdringingslichaam

CGB-K40-35

6. Montageschema

Warmwateraansluiting Koudwateraansluiting

Drieweg-omschakelventiel

Warm waterwarmtewisselaar

Page 15: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

153061720_201804

Eerst moet bepaald worden waar het toestel ingebouwd zal worden.Daarbij moet met de rookgasaansluiting en de zijdeling-se afstanden tot wanden en plafond rekening gehouden worden, evenals met eventuele reeds bestaande aanslui-tingen voor gas, verwarming, warm water en elektrische aansluiting.

Een afstand van het toestel ten opzichte van brandbare materialen en/of brandbare be-standdelen is niet noodzakelijk, aangezien bij het nominale verwarmingsvermogen van het toestel geen hogere temperaturen dan 85 °C optreden. Explosieve of licht ontvlambare stof-fen mogen echter niet in de opstellingsruimte gebruikt worden, aangezien hierbij brand- en/of ontploffingsgevaar bestaat!

Bij de montage van het toestel moet erop gelet worden dat geen vreemde voorwer-pen (bijvoorbeeld boorstof) in de gasketel kan geraken, want dit zou tot storingen aan de gasketel kunnen leiden. De bijgevoegde tempex afdekking gebruiken!

7. Aanwijzingen voor de opstelling

De condensatie gasketel CGB voor wandmontage wordt aansluitklaar met elektrische aansluitkabel voor het stop-contact geleverd.Bij de gecombineerde ketel CGB-K moet de elektrische aansluiting door de opdrachtgever uitgevoerd worden.

Voor het uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerk-zaamheden bij het apparaat raden wij een afstand tot het plafond van 500 mm aan, omdat anders geen toerei-kende controle en functietest van de bouwelementen bij onderhoudswerkzaamheden gegarandeerd is. De afvoer-slangen moeten met de houder stevig en veilig over de afvoertrechter (sifon) bevestigd worden. De afvoer moet makkelijk te controleren zijn.

Het toestel mag enkel opgesteld worden in vorstvrije ruimten.

De temperatuur in de opstellingsruimte moet tussen 0 °C en 40 °C liggen.

Algemene aanwijzingen

De verbrandingslucht, welke naar het toestel wordt toegevoerd, en de opstellingsruimte dienen vrij van chemische stoffen te zijn, bv. fluor, chloor of zwavel. Soortgelijke stoffen kan men terugvinden in sprays, verf, kleefstoffen, oplos- en reinigingsmiddelen. In het ongunstigste geval kunnen deze tot corrosie leiden, ook in de installatie voor de rookgassen.

Geluidsisolatie: Bij kritische installatieomstandigheden (bv. montage aan een gipskartonwand) kunnen bijkomende maatregelen voor scheiding tegen contactgeluid van het apparaat noodzakelijk zijn. Gebruik in dit geval geluidsiso-lerende pluggen en evt. rubber stoppen c.q. isoleerbanen.

Let op

Page 16: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

16 3061720_201804

8. Montage

- Markeerdeboorgatenvoorhetophanghoekprofielrekening houdend met de minimale wandafstanden.

- Plaatsdepluggen,monteerdeophanghoekprofielenmet de meegeleverde slotschroeven en onderleg-plaatjes.

- Hang de HR-gaswandketel met de ophangbeugel inhetophanghoekprofiel.

Ophangbeugel

Afbeelding: Ophangbeugel bij de HR-combiketel

Afbeelding:Boorgatenvoorhetophanghoekprofiel

min

. 662

mm

PlafondEerst moet de inbouwpositie van de HR-gaswandketel bepaald worden.Daarbij moet met de rookgasaansluiting en de zijdeling-se afstanden tot wanden en plafond rekening gehouden worden, evenals met eventuele reeds bestaande aanslui-tingen voor gas, verwarming, warm water en elektrische aansluiting.

Toestelbevestiging met ophanghoekprofiel

Bij de montage van de HR-gaswandketel moet op voldoende draagvermogen van de bevestigingsdelen gelet worden. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met de eigenschappen van de wand, aangezien het anders tot gas- of waterlekkage zou kunnen komen en er bijgevolg kans is op ontploffing of waterschade.

Openen van het bekledingsdeksel

linker draaigrendel rechter draairgrendel

Afbeelding: Draaigrendel openen

Wij raden u aan, bij de montage het bekledingsdeksel weg te nemen.- Het regelingsdeksel naar beneden klappen.- Het bekledingsdeksel met de linker en rechter draai-

grendel ontgrendelen. - Het bekledingsdeksel beneden losmaken en boven

uithangen

Opmerking: Bij vervanging van een bestaande TGB-40 of TGB-60-ketel moet de nieuwe inhang- hoek 11 mm dieper worden geplaatst.

Page 17: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

173061720_201804

9. Afmetingen / montageafmetingen

CGB

Afbeelding: Afmetingen

Afbeelding: Afmetingen

Afbeelding: Aansluitingen

1 Verwarmingsaanvoer2 Gasaansluiting3 Verwarmingsretour4 Condenswaterafvoer

Page 18: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

18 3061720_201804

9. Afmetingen / montageafmetingen

CGB-K

Afbeelding: Afmetingen

Afbeelding: Afmetingen

Afbeelding: Aansluitingen

1 Verwarmingsaanvoer2 Warmwateraansluiting3 Gasaansluiting4 Koudwateraansluiting5 Verwarmingsretour6 Condenswaterafvoer

Page 19: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

193061720_201804

10. Installatie

Afbeelding: Verwarmingscircuit-aansluitset (toebe-horen)

Verwarmingscircuit-aansluitsetWij raden u aan de koppeling aan het verwarmingssys-teem met de verwarmingscircuit-aansluitset uit te voeren. Aansluitset bestaat uit: Aansluiting aan het apparaat vlak-dichtend, aansluiting aan verwarmingsaanvoer-/retour met kogelkraan 1" binnenschroefdraad.

In de retour naar het toestel is een vuilop-vanginrichting voorzien. Een slibafscheider met magnetietafscheider is geschikt om het toestel en de hoogefficiënte pomp te beschermen tegen vuil, slib en magnetiet.Afzettingen in de warmtewisselaar kunnen leiden tot kookgeluiden, vermogensverlies en storingen van het toestel

Let op

In de CGB-35 en CGB-50 is af fabriek geen expansievat ingebouwd. Dit moet daarom extern worden gemonteerd (in het WOLF-toebehorenprogramma verkrijgbaar). Het expansievat moet volgens DIN 4807 voldoende gedi-mensioneerd zijn.

Tussen het expansievat en de HR-combiketel mag geen afsluitventiel worden geplaatst, an-ders kan door de drukopbouw bij verwarming de ketel blijvend worden vernield. Er bestaat gevaar voor vloeistofverbrandingen als instal-latiedelen barsten.

Uitgezonderd zijn kapventielen voor het expansievat. Af fabriek is een veiligheidsventiel ingebouwd. De uitblaas-leiding moet in een afvoertrechter worden geleid. De minimale installatiedruk bedraagt 0,75 bar. De wandketels zijn uitsluitend toegelaten voor gesloten installaties tot 3 bar. De max. aanvoertemperatuur is af fabriek op 75 °C ingesteld en kan indien nodig op 85°C worden versteld.

Veiligheidstechniek

Afbeelding: Veiligheidsventiel, aansluiting expansievat

Aansluiting expansievatOverdrukventiel

Afbeelding: Koudwateraansluiting volgens DIN 1988

Aansluiting koud en warm waterIn de toevoerleiding voor koud water moet een onder-houdskraan worden ingebouwd. Wanneer de druk van de toevoerleiding voor koud water boven de maximale toegelaten bedrijfsdruk van 10 bar ligt, dan moet een getest en erkend drukreduceerventiel ingebouwd wor-den. Indien mengkranen gebruikt worden, dan moet een centrale drukregelaar worden voorzien.Bij de aansluiting voor koud en warm water moeten de norm DIN 1988 en de voorschriften van het plaatselijk waterleidingbedrijf in acht genomen worden. Indien de installatie niet met de weergegeven afbeelding overeen-stemt, vervalt de garantie.

Opmerking:Bij de keuze van het installatie-zijdige installatiemateriaal moet op de technische regels en op eventueel mogelijke elektrochemische processen worden gelet (menginstallatie).

Dru

kver

min

de-

rings

vent

iel

Man

omet

er-

aans

luiti

ng

Afs

luitv

entie

l

Afta

ppen

Afs

luitv

entie

l

Kou

dwat

erto

e-vo

er

Drinkw

aterfilter

Page 20: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

20 3061720_201804

10. Installatie

Regeling insluitenVoor een betere toegankelijkheid bij werkzaamheden achter de regeling kan deze in ca. 180°C-positie worden ingesloten.

VuilvangerDe vuilopvanginrichting moet bij alle installaties ter plaatse (deel van de klant) in de retourleiding worden opgenomen, om het apparaat en de pomp tegen gro-tere verontreinigingen of afzettingen uit de installatie te beschermen.

Bij HR-gaswandketels met een vermogen tot 50 kW moet voor de behandeling van het verwarmingswater de norm VDI 2035 worden nageleefd.

De verwarmingsinstallatie moet voor het vullen grondig worden gespoeld.

Slibafscheider

Bij oudere installaties of bij installatie met overwegende staalinstallatie moet een slibafscheider in de retourlei-ding voor de ketel worden ingebouwd.

Luchtafscheider

Bij grotere installaties kan een extra luchtafscheider worden ingebouwd.

De inbouw van een bijkomende pomp is niet toegelaten, aangezien er anders gevaar voor cavitatie bestaat.

Bij het gebruik van zuurstofdoorlatende leidingen, b.v. bij vloerverwarmingen, moet een systeemscheiding m.b.v. een warmtewisselaar worden uitgevoerd. Ongeschikt verwarmingswater bevordert de vorming van slib en corrosie. Dit kan tot functiestoringen en beschadiging van de warmtewisselaar leiden.

Verwarmingswater

drinkwateraansluitsetWij bevelen aan de drinkwateraansluiting uit te voeren met de drinkwateraansluitset. Aansluitset bestaat uit:Kogelkranen met vlakke dichtingen op het drinkwa-teraansluitblok monteren. Aansluiting op kogelkraan door de opdrachtgever ¾“ buitendraad.

Page 21: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

213061720_201804

CondenswateraansluitingDe meegeleverde sifon moet op het aansluitstuk van de verbrandingskamerverzamelbak worden aangesloten.

Opmerking: De sifon moet voor de inbedrijfstelling met water worden gevuld.

Deexpansieslangkan indeaflooptrechteronderhetveiligheidsventiel uitmonden.Wanneer het condensvocht direct naar de leiding voor het afvalwater geleid wordt dan moet voor een ontluchting gezorgd worden, zodat geen terugwerking van de leiding voor het afvalwater naar de gasketel kan gebeuren.

Vóór inbedrijfstelling moet bij alle hydrau-lische leidingen een dichtheidscontrole worden uitgevoerd:Proefdruk drinkwaterzijdig max. 10barProefdruk verwarmingswaterzijdig max. 4,5barVóór de controle de afsluitkranen in het verwarmingscircuit naar het toestel af-sluiten, aangezien het veiligheidsventiel in het toestel anders bij 3 bar opengaat. Het toestel is in de fabriek reeds met 4,5 bar gecontroleerd op dichtheid.Bij lekkages bestaat het gevaar voor het uittreden van water en materiaalschades.

Aansluiting boilerwaterverwarmerDe voor- en de terugloop van de boiler moeten met het drieweg-omschakelventiel en/of de terugloop van de condensatie-gasketel verbonden worden. Bij aan-sluiting van een externe boiler (andere fabrikant) moet de boilersonde uit het WOLF toebehoorprogramma gebruikt worden. Bij de aansluitset (toebehoren) wordt een gedetailleerde beschrijving gegeven.

Voor toestellen t/m 200 kW is overeenkomstig werkblad ATV-DVWK- A251 geen neutralisatievoorziening vereist.Het condenswater mag alleen in leidingen terechtkomen die volgens ATV-DVWK-A251 ertegen bestand zijn.Bij aansluiting van een neutralisator (toebehoren) moe-ten de bijbehorende aanwijzingen in acht genomen worden.

Afbeelding: Neutralisator (toebehoren)

Afbeelding: Sifon

Sifon

Lus

Afbeelding: Lus indrukken

Let op

De sifon moet voor de inbedrijfstelling met water worden gevuld. Wanneer het toestel werkt met een lege sifon, bestaat er een risico op verstikking of vergifti-ging door de vrijkomende rookgassen. Sifon losschroeven, afnemen en de boiler vullen tot het water de afvoer bereikt. Sifon opnieuw dichtschroeven en ervoor zorgen dat alles goed dicht is.

10. Installatie

Page 22: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

22 3061720_201804

Gasaansluiting

Afbeelding: Gaskogelkraan hoekvorm (toebehoor)

Afbeelding: gaskogelkraan doorgangsvorm (toebehoren)

Het leggen van de gasleidingen evenals de aansluiting op het gasnet mag enkel een gecertificeerd gasinstallateur uitvoeren. Bij de drukcontrole van de gasleiding moet de gaskogelkraan op de HR-combiketel geslo-ten zijn.Verwijder overblijfsels in het verwarmingsnet en de gasleiding vooraleer de HR-combiketel aan te sluiten, in het bijzonder bij oudere installaties.Voor de inbedrijfstelling moeten de buisver-bindingen en de aansluitingen voor het gas volgens TRGI op dichtheid gecontroleerd worden. Hierbij mogen uitsluitend volgens DVGW toegelaten, schuimvormende lekde-tectiesprays worden gebruikt.Bij een onvakkundige installatie of bij ge-bruik van niet geschikte componenten en/of modules kan gas ontsnappen waardoor vergiftigings- en explosiegevaar bestaat.

In de gastoevoerleiding moet voor de WOLF HR-combiketel een gaskogelkraan met brandveiligheidsinrichting beschikbaar zijn. Anders bestaat in geval van brand explosie-gevaar. De gastoevoerleiding moet volgens de gegevens van de DVGW-TRGI ontworpen worden.

De gasbranderfittings mogen met maximum 150 mbar afgedrukt worden. Bij hogere druk kan het gasbranderblok worden beschadigd, zodat er gevaar voor ontploffing, verstikking en vergiftiging bestaat.Bij controle van de druk op de gasleiding moet de gaskogelkraan aan de HR-gaswand-centrale steeds gesloten zijn.

Deze gaskogelkraan moet makkelijk te be-reiken zijn.

Vóór de montage moet zeker worden gesteld, dat de gasketel voldoet aan de ter plaats aanwezige gasgroep. De fabrieksinstelling afhankelijk van het gastype moet uit de volgende tabel worden genomen.

Tabel: Fabrieksinstellingen afhankelijk van het gastype1) geldt niet voor Oostenrijk/Zwitserland2) geldt niet voor Zwitserland

Aardgas E/H:Ws = 11,4 -15,2 kWh/m3= 40,9-54,7 MJ/m3

Aardgas LL:1) Ws = 9,5 -12,1 kWh/m3= 34,1-43,6 MJ/m3

Vloeibaar gas P:2) Ws = 20,2 -21,3 kWh/m3= 72,9-76,8 MJ/m3

10. Installatie

Page 23: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

233061720_201804

11. Montage lucht-/rookgasgeleiding

Afbeelding: Voorbeeld lucht-/rookgasgeleiding

Bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat de in het rookgas bevatte waterdamp op de lucht-/rookgasafvoer-buis condenseert en tot ijs bevriest. Door maatregelen bij en door de klant zoals bij-voorbeeld de montage van een geschikte sneeuwvanger moet verhinderd worden dat ijs naar beneden kan vallen.

Voor de vakman moeten de meetbuizen in de rookgasafvoer ook na de montage van plafondplaten vrij toegankelijk zijn.

Voor de concentrische lucht-/rookgasafvoer-buis en rookgasafvoerbuis mogen enkel en al-leen originele WOLF-delen gebruikt worden. Vooraleer de rookgasafvoerbuis te installe-ren en/of de lucht-/rookgasafvoeraansluiting uit te voeren gelieve rekening te houden met de ontwerpaanwijzingen voor de lucht-/rookgasafvoerbuis!

Aangezien in verschillende landen van elkaar afwijkende voorschriften bestaan is het raad-zaam, vooraleer het toestel te installeren, advies te vragen aan de competente instanties, evenals aan de verantwoordelijke branche verenigingen.

Let op

Let op

Page 24: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

24 3061720_201804

12. Elektrische aansluiting

Algemene aanwijzingen

De installatie mag enkel door een erkende elektro-installatiebedrijf uitgevoerd wor-den. De VDE-voorschriften en de plaatse-lijke voorschriften van de energiebedrijven moeten in acht genomen worden.

Bij opstelling in Oostenrijk: De voorschrif-ten en bepalingen van ÖVE evenals van het plaatselijke energiebedrijf moeten in acht worden genomen.In de netleiding moet in het toestel een alpolige schakelaar met een contactaf-stand van tenminste 3 mm voorgeschakeld worden. Eveneens moet bij de klant een klemmendoos geplaatst worden.

Voelerleidingen mogen niet samen met leidingen van 230 V gelegd worden.

Gevaar, elektrische componenten staan onder spanning!Opgelet: Voor demontage van de bekleding de aan/uit-schakelaar uitschakelen.

Nooit bij ingeschakelde aan/uit-schakelaar elektrische componenten of contacten aanraken! Er bestaat gevaar voor een elektrische schok, met letsel of de dood tot gevolg.

Op aansluitklemmen is ook bij uitgescha-kelde aan/uit-schakelaar spanning aanwe-zig.

Bij service- en installatiewerkzaamheden moet de volledige installatie op alle polen spanningsvrij geschakeld worden, anders bestaat er gevaar voor elektrische schok-ken!

Page 25: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

253061720_201804

12. Elektrische aansluiting

Elektrische aansluitkastDe regel-, stuur- en veiligheidsinrichtingen zijn volledig bekabeld en getest.De ketel is af fabriek met een randaardestekker uitgerust.

Aansluiting netvoeding 230VDe aansluiting aan het stroomnet vindt m.b.v. de randaar-destekker plaats.Bij netaansluiting in de directe omgeving van een bad of douche (veiligheidsbereik 1 en 2), moet de randaarde-stekker door een vaste aansluiting worden vervangen.

Bij vaste aansluiting moet het net via een meerpolige scheidingsinrichting (bv. verwarmingsnoodschakelaar) met minstens 3 mm contactafstand aangesloten worden. Aansluitkabelflexibel,minstens3x1,0mm².Bij netaansluiting met randaardestekker moet deze toe-gankelijk zijn.Er mogen geen andere verbruikers op de aansluitkabel worden aangesloten.In ruimtes met een badkuip of douche mag het toestel uit-sluitend via een aardlekschakelaar worden aangesloten.

Montageaanwijzing elektroaansluitingInstallatie voor het openen spanningsvrij schakelen.Spanningsvrijheid controleren.De regeling naar de kant klappen.Elektrische aansluitkast uit de houder trekken.Elektrische aansluitkast openen.Trekontlasting in de inlegdelen schroeven.Aansluitkabel ca. 70mm afstrippen.Kabel door de trekontlasting schuiven en trekontlasting vastschroeven.Overeenkomstige aders bij Rast5-stekker inklemmen.Inlegdelen opnieuw in de aansluitkastbehuizing steken.Rast5-stekker weer in de juiste positie insteken.

Aansluitkast

Netaansluiting230 VAC/50 Hz

Netverzorging ext. Toebehoren230 VAC/50 Hz/max. 300 VA

programmeer-bare uitgang

230 VAC/50 Hz

programmeer-bare ingangpotentiaalvrij

Buitenvoeler

eBus met 2 dradenAansluiting van digitale

WOLF-regelingstoebehoren

Trekontlasting

F 3,15 A

Rast5-stekker

Page 26: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

26 3061720_201804

12. Elektrische aansluiting

Afbeelding: blauwe stekker voor de aansluiting van de boilervoeler

Aansluiting boilervoeler

- Wanneer een boiler aangesloten wordt, moet het blauwe stopcontact van de boilervoeler op de blauwe stekker van de regeling aangesloten worden.

- De montagehandleiding van de boiler moet in acht te worden genomen.

Blauwe stekker

Vooraleer een zekering te vervangen moet de HR-combiketel van het net gescheiden worden. Via de aan/uit-schakelaar op het toestel vindt geen scheiding van het net plaats!Gevaar, elektrische componenten staan onder spanning! Grijp nooit in elektrische componenten en contacten wanneer de HR-combiketel niet van het net gescheiden is. Er bestaat levensgevaar!

Vervanging van de zekering

Afbeelding: Regeling naar voren geklapt, afdekking van de aansluitkast geopend

Zekering

Afbeelding: Aansluiting circulatiepomp / extern toebe-hoor

Aansluiting circulatiepomp/ extern toebehoren (230 VAC)

De kabelwartel in de aansluitkast schroeven. De aansl-uitkabel door de kabelwartel leiden en bevestigen.De circulatiepomp 230 VAC, uit het WOLF-toebehoor-programma, op de klemmen L1 en N en aansluiten.

Circulatiewerking is bij gecombineerde ketels niet mogelijk.

Let op

Netz Z A1

N

N

NL1L1 L1

L1 L1L1 N NN

3

Afbeelding: Aansluiting uitgang A1

Aansluiting uitgang A1 (230VAC;200VA)De kabelwartel in de aansluitkast schroeven. De aansl-uitkabel door de kabelwartel leiden en bevestigen. De aansluitkabel op de klemmen L1, N en aansluiten.De instelling van uitgang A1 is in de tabel op de volgende pagina omschreven.

Circulatiewerking is bij gecombineerde ketels niet mogelijk

Let op

Netz Z A1

N

N

NL1L1 L1

L1 L1L1 N NN

3

Page 27: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

273061720_201804

1) Overeenkomstig DVFG-TRF 2012 hoofdstuk 9.2 is een extra, door de klant te verzorgen, klep voor vloeibaar gas niet vereist indien is gewaarborgd dat er geen gevaarlijke hoeveelheid gas uit de ketel kan stromen. De hr-ketels CGB voldoen aan deze vereiste.

De functies van de uitgang A1 kunnen met eBus-compatibele WOLF-regelingstoebehoren afgelezen en ingesteld worden.De uitgang A1 kan met de volgende functies bezet worden:

Code Omschrijving

0 zonder functie Uitgang A1 wordt niet aangestuurd

1 Circulatiepomp 100% Uitgang A1 wordt bij warmwatervrijgave door het regelingstoebehoren (bv. BM) aangestuurd. Zonder toebehoorregelaar wordt de uitgang A1 constant aangestuurd.

2 Circulatiepomp 50% Uitgang A1 wordt bij warmwatervrijgave door het regelingstoebehoren (bv. BM) in korte cycli aangestuurd. 5 minuten aan en 5 minuten uit. Zonder toebehoorregelaar takt de uitgang A1 constant in een takt van 5 minuten.

3 Circulatiepomp 20% Uitgang A1 wordt bij warmwatervrijgave door het regelingstoebehoren (bv. BM) in korte cycli aangestuurd. 2 minuten aan en 8 minuten uit. Zonder toebehoorregelaar klokt de uitgang A1 constant.

4 Alarmuitgang De uitgang A1 wordt na een storing en na verstrijken van 4 minuten aangestuurd.

5 Vlammenmelder De uitgang A1 wordt na het herkennen van een vlam aangestuurd.

6 Boilerlaadpomp (enkel bij gasketels) (fabrieksinstelling voor A1) De uitgang A1 wordt tijdens een boilerlading aangestuurd.

7 Luchttoevoerklep Voor elke branderstart wordt eerst de uitgang A1 aangestuurd. Een brandervrijgave gebeurt echter pas wanneer de ingang E1 gesloten wordt.

Belangrijk: de ingang E1 moet in elk geval ook als ’luchttoevoerklep’ geparametreerd worden!

De terugmelding op ingang E1 moet met een potentiaalvrij contact gebeuren (24V!) Anders moet bij en door de klant een relais voor de scheiding van het potentiaal gebruikt worden.

8 Externe ventilatie De uitgang A1 wordt omgekeerd ten opzichte van het gascombiventiel aangestuurd. De uitschakeling van een externe ventilatie (bijvoorbeeld afzuigkap) tijdens het branderbedrijf is enkel noodzakelijk bij open systemen.

9 Extern ventiel voor vloeibaar gas 1)

De uitgang A1 wordt parallel ten opzichte van het gascombiventiel aangestuurd.

10 Externe pomp Uitgang A1 schakelt gelijktijdig met de verwarmingscircuitpomp (HKP). Gebruik bij bv. systeemscheiding.

M

24V

230V

AC

A1

N N

L1

L1

12

E1

ab

12. Elektrische aansluiting

Page 28: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

28 3061720_201804

Code Omschrijving0 zonder functie

Door de regeling wordt geen rekening gehouden met de ingang E11 Kamerthermostaat

Bij geopende ingang E1 wordt de werking van de verwarming geblokkeerd (zomerwerking), ook onafhankelijk van een digitale WOLF-regelingstoebehoren

2 Maximum thermostaat of controle voor installatiedruk Aansluitmogelijkheid voor een maximum thermostaat of voor een controle voor de installatiedruk. De ingang E1 moet voor een brandervrijgave gesloten worden. Bij geopend contact blijft de brander voor warm water en verwarming geblokkeerd, ook voor schoorsteenvegerwerking en bescherming tegen vorst.

3 niet bezet4 Stromingscontrole

Aansluitmogelijkheid voor een bijkomende waterstromingscontrole. Na de aansturing van de pomp moet binnen 12 seconden de ingang E1 gesloten worden. Indien dit niet het geval is schakelt de brander uit en wordt de storing 41 weergegeven.

5 Controle luchttoevoerklep Zie parametrering uitgang A1, nr. 7. Luchttoevoerklep

8 Branderblokkering (BOB) Bedrijf zonder brander Gesloten contact, brander geblokkeerd Verwarmingscircuitpomp en boilerlaadpomp draaien in normaal bedrijf Bij schoorsteenvegerwerking en vorstbeveiliging is de brander vrijgegeven Een open contact geeft de brander weer vrij

De functies van de ingang E1 kunnen met eBus-compatibel WOLF-regelingstoebehoren afgelezen en ingesteld wor-den. De ingang E1 kan met de volgende functies bezet worden:

Aansluiting ingang E1 (24 V)De aansluitkabel voor ingang 1 op de klemmen E1 volgens het schakelschema aansluiten, van tevoren de brug tussen a en b op de desbetreffende klemmen verwijderen.

Op ingang E1 mag geen externe span-ning worden aangelegd omdat dit tot de vernieling van het onderdeel leidt.

Let op Afbeelding: Aansluiting kamerthermostaat

AF

E1

eB

US

+-

12

ab

12

12

12

2

Toestelaansluiting zeer lage spanningen

Bij de installatie van het toestel op plaat-sen met gevaar voor verhoogde elektro-magnetische interferentie wordt aangera-den de voeler- en eBus-leidingen van een afscherming te voorzien. De kabelafscher-ming dient daarbij in de regeling eenzijdig op PE-potentiaal te worden geklemd.

Let op

12. Elektrische aansluiting

Page 29: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

293061720_201804

Aansluiting digitale WOLF-regelingstoebeho-ren (bv. BM, MM, KM, SM1, SM2)Er mogen enkel regelaars uit het WOLF-toebehorenpro-gramma aangesloten worden. Een aansluitplan wordt bij de desbetreffende toebehoren geleverd.Als verbindingsleiding tussen de regelingstoebehoren en de HR-combiketel moet een uit twee aders bestaande leiding(doorsnede>0,5mm²)gebruiktworden.

Afbeelding: Aansluiting WOLF-regelingstoebehoren digitaal (eBus-interface)

AF

E1

eB

US

+-

12

ab

12

12

12 2

Aansluiting buitenvoelerDe buitenvoeler kan naar keuze op de klemmenlijst van de ketel op de aansluiting AF of op de klemmenlijst van de BM worden aangesloten.

Afbeelding: Aansluiting buitenvoeler

AF

E1

eB

US

+-

12

ab

12

12

12

2

12. Elektrische aansluiting

Page 30: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

30 3061720_201804

De sifon vullen

- De sifon met water vullen.

- De sifon monteren.

Afbeelding: Sifon

Sifon

13. De sifon vullen

Page 31: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

313061720_201804

14. Vullen van de verwarmingsinstallatie / sifon

Vóór de inbedrijfstelling moet bij alle hydraulische leidingen een dichtheidscontrole worden uitgevoerd:Bij lekkages bestaat het gevaar van het vrijkomen van water en materiaalschade.testdruk aan het verwarmingswater max. 4 barVoor de controle de afsluitkranen in het verwarmingscircuit naar het toestel afsluiten, aangezien het overdrukventiel (toebehoren) anders bij 3 bar opengaat. Het toestel is in de fabriek reeds met 4,5 bar gecontroleerd op dichtheid.

Behandeling van het verwarmingswater in navolging van VDI 2035:

Als vul- en aanvullingswater mag drinkwater worden gebruikt, wanneer de grens-waarden volgens tabel 1 worden nageleefd. Anders moet het worden behandeld met behulp van ontzilting. Indien de waterkwaliteit niet overeenstemt met de vereiste waarden, vervalt de garantie voor de systeemcomponenten aan waterzijde.

Als methode voor waterbehandeling is enkel ontzilting toegestaan!

De installatie moet grondig gespoeld worden voor inbedrijfstelling. Om het binnen-dringen van zuurstof zo laag mogelijk te houden, wordt het aanbevolen om met watertespoelenendatwaterdantegebruikenvoordewaterbehandeling(vuilfiltervoor ionenwisselaar schakelen).

Warmwateradditieven zoals antivriesmiddelen of inhibitoren zijn niet toegestaan, aangezien die de verwarmings-warmtewisselaar kunnen beschadigen. Additieven ten behoeve van het alkaliseren kunnen voor een stabilisering van de pH-waarde door een installateur op het gebied van de waterbehandeling worden gebruikt.

Om corrosieschade aan de aluminium verwarmings-warmtewisselaar te vermijden, moet de pH-waarde van het verwarmingswater tussen 6,5 en 9,0 liggen!

Bij menginstallaties moet volgens VDI 2035 een pH-waarde tussen 8,2 en 9,0 worden nageleefd!

De pH-waarde moet 8-12 weken na de inbedrijfstelling nogmaals worden gecontro-leerd, aangezien die soms kan verschuiven door chemische reacties. Indien ze na 8-12 weken niet in dit interval ligt, moeten maatregelen worden getroffen.

Vereiste warmwaterkwaliteit met betrekking tot het complete verwarmingssysteem

Limietwaarden afhankelijk van het spec. installatievolume VA(VA = installatievolume / max. nominaal verwarmingsvermogen1)

Omrekening totale hardheid: 1 mol/m³ = 5,6 °dH = 10°fH

Tota

al v

er-

war

min

gs-

verm

ogen VA ≤20l/kW VA > 20 l/kW en < 50 l/kW VA ≥50l/kW

Totale hardheid /Som aardalkaliën

Geleid-baarheid2) bij 25 °C

Totale hardheid /Som aardalkaliën

Geleidbaar-heid2)

bij 25 °C

Totale hardheid /Som aardalkaliën

Geleidbaar-heid2)

bij 25 °C

[kW] [°dH] [mol/m³] GL [µS/cm] [°dH] [mol/m³] GL [µS/cm] [°dH] [mol/m³] GL [µS/cm]

1 ≤50 ≤16,8 ≤3,0 < 800 ≤11,2 ≤2 < 800 ≤0,113) ≤0,02 < 8002 50-200 ≤11,2 ≤2

< 100≤8,4 ≤1,5

< 100≤0,113) ≤0,02

< 1003 200-600 ≤8,4 ≤1,5 ≤0,113) ≤0,02 ≤0,113) ≤0,024 ≤600 ≤0,113) ≤0,02 ≤0,113) ≤0,02 ≤0,113) ≤0,02De totaal af en bij te vullen waterhoeveelheid over de looptijd van het toestel mag het drievoudige van het nominale volume van de verwarmingsinstallatie niet overschrijden.1) Bij installaties met meerdere ketels moet volgens VDI 2035 het max. nominale verwarmingsvermogen van de kleinste warmteopwekker worden toegepast2) zouthoudend < 800 µS/cm zoutarm < 100 µS/cm3) < 0,11°dH aanbevolen normwaarde, grens tot < 1°dH toegestaan

Tabel 1

Hydraulica Let op

Vullen

Let op

Let op

Vullen

Let op

Elektrische geleidbaarheid en waterhardheid

Page 32: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

32 3061720_201804

14. Vullen van de verwarmingsinstallatie / sifon

Voorbeeld: Limietwaarden afhankelijk van het spec. installatievolume VA(VA = installatievolume / max. nominaal verwarmingsvermogen1)

Omrekening totale hardheid: 1 mol/m³ = 5,6 °dH = 10°fH

Tota

al v

er-

war

min

gs-

verm

ogen VA ≤20l/kW VA > 20 l/kW en < 50 l/kW VA ≥50l/kW

Totale hardheid /Som aardalkaliën

Geleid-baarheid2) bij 25 °C

Totale hardheid /Som aardalkaliën

Geleidbaar-heid2)

bij 25 °C

Totale hardheid /Som aardalkaliën

Geleidbaar-heid2)

bij 25 °C

[kW] [°dH] [mol/m³] GL [µS/cm] [°dH] [mol/m³] GL [µS/cm] [°dH] [mol/m³] GL [µS/cm]

1 ≤50 ≤16,8 ≤3,0 < 800 ≤11,2 ≤2 < 800 ≤0,113) ≤0,02 < 8002 50-200 ≤11,2 ≤2

< 100≤8,4 ≤1,5

< 100≤0,113) ≤0,02

< 1003 200-600 ≤8,4 ≤1,5 ≤0,113) ≤0,02 ≤0,113) ≤0,024 ≤600 ≤0,113) ≤0,02 ≤0,113) ≤0,02 ≤0,113) ≤0,02De totaal af en bij te vullen waterhoeveelheid over de looptijd van het toestel mag het drievoudige van het nominale volume van de verwarmingsinstallatie niet overschrijden.1) Bij installaties met meerdere ketels moet volgens VDI 2035 het max. nominale verwarmingsvermogen van de kleinste warmteopwekker worden toegepast2) zouthoudend < 800 µS/cm zoutarm < 100 µS/cm3) < 0,11°dH aanbevolen normwaarde, grens tot < 1°dH toegestaan

Installatie met een CGB-35 installatievolume = 800 lTotale hardheid van het onbehandelde drinkwater = 18°dH

VA = 800 l / 35 kW = 23 l / kW

Omdat het spec. installatievolume VA tussen 20 en 50 l/kW bedraagt bij een totaal vermogen van < 50 kW, moet het vul- en bijvulwater voor de totale hardheid in het bereik van 2 tot 11,2°dH worden ingesteld. Indien de totale hardheid van het onbehandelde drinkwater te hoog is, moet een deel van het vul- en bijvulwater ontzilt worden:

Er moet A % ontzilt water worden ingegoten.

A = 100% - [(Cmax -0,1°dH) / Cdrinkwater - 0,1°dH)] x 100%

Cmax : maximaal toelaatbare totale hardheid in °dHCdrinkwater : totale hardheid van het onbehandelde drinkwater in °dH

A = 100% - [(11,2°dH - 0,1°dH) / (18°dH - 0,1°dH)] x 100% = 38%

Er moet 38% van het vul- en bijvulwater worden ontzout.Vbehandeling = 38% x 800 l = 304 lBij het vullen van de installatie moet minstens 304 l ontzilt water bijgevuld worden.Vervolgens kan met het beschikbare drinkwater worden bijgevuld.

Installatie volledig ontluchten bij maximale systeemtemperatuur.

De parameters voor inbedrijfstelling moeten worden gedocumenteerd in het in-stallatieboek. Dit installatieboek moet na inbedrijfstelling van de installatie worden overhandigd aan de exploitant. De exploitant is vanaf dat moment verantwoordelijk voor het bijhouden en bewaren van het installatieboek. Het installatieboek wordt ter beschikking gesteld met de bijbehorende documentatie.

De eigenschappen van het water, in het bijzonder de pH-waarde, elektrische geleid-baarheid en hardheid, moeten elk jaar worden gemeten en gedocumenteerd in het installatieboek.

De totale vulwaterhoeveelheid over de looptijd van het toestel mag het drievoudige van het volume van de installatie niet overschrijden (binnendringen van zuurstof!). Bij installaties waarbij telkens veel water moet worden toegevoegd (bv. meer dan 10% van het installatievolume per jaar) moet de oorzaak zo snel mogelijk worden opgespoord en het probleem worden verholpen.

Inbedrijfstelling

Vul-/bijvulwater

Page 33: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

333061720_201804

Vul-en-aftapkraan

15. Installatie vullen

Om een perfecte werking van de HR-combiketel te verze-keren is een correcte vulling en een volledige ontluchting noodzakelijk.

Het verwarmingssysteem moet voor de aansluiting van de HR-gaswandketel doorge-spoeld worden om resten zoals lasspatten, hennep, mastiek enz. uit de buisleidingen te verwijderen.

- Gaskogelkraan dient te zijn gesloten!

- Afsluitklep bij het ontluchtingsventiel een omwenteling openen, kap niet verwijderen.

- Alle ventielen van de radiators openen.

- Retourventielen openen, de spiraalbuis van de warm-tewisselaar wordt dan gelijkmatig van onder met water gevuld.

- Volledig verwarmingssysteem en ketel in koude toe-stand langzaam vullen tot ca. 2 bar via de vul- en aftapkraan aan de retour.

Inhibitors en antivriesmiddelen zijn niet toegelaten. Er bestaat gevaar voor schade aan de gasketel door een slechtere warmte-overdracht of corrosie.

- Aanvoerventielen bij de HR-combiketel openen.

- Verwarmingsinstallatie vullen tot 2 bar. In het bedrijf moet de wijzer van de manometer tussen 1 en 2,5 bar staan.

- De volledige installatie op waterdichtheid controleren.- Ontluchtingsventiel openen.- De HR-combiketel inschakelen, de temperatuurkeuze

verwarmingswater in de positie ‘2’ (de pomp werkt, de controlelamp voor de statusindicatie toont constant een groene kleur).

- De pomp ontluchten, daarvoor de ontluchtingsschroef gedurende korte tijd losdraaien en opnieuw aantrekken.

- Verwarmingscircuit volledig ontluchten, hiervoor de HR-combiketel 5 keer na elkaar bij de aan/uit schake-laar 5 sec. lang IN- en 5 sec. lang UIT-schakelen.

- Wanneer de installatiedruk onder 1 bar gedaald is, water bijvullen.

- De gaskogelkraan openen.- Ontstoringstoets indrukken.

Afbeelding: Volledig aanzicht regeling

Aan/uit-schakelaar Thermo-manometer

Ontstoringstoets

Afbeelding: Ketel vul- en ledigingskraan (armaturen toebehoor)Opmerking: Tijdens het continubedrijf wordt de

verwarmingscircuit automatisch via het automatische ontluchtingsventiel ontlucht.

Afbeelding: Ontluchting aan de verwar-mingscirkelpomp en aan de boilerlaadpomp

Ontluchtingsschroef verwarmingscircuitpomp

Automatisch ontluchtingsventiel

Afbeelding: Automatisch ontluchtingsventiel

Let op

Let op

Page 34: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

34 3061720_201804

Controle van de gasaansluitdruk (gasstroomdruk)

- De condensatie-gasketel moet buiten bedrijf zijn. De gaskogelkraan openen.

- Het regelingsdeksel naar beneden klappen. Het bekledingsdeksel met de linker en rechter draai-

grendel ontgrendelen. Het bekledingsdeksel beneden losmaken en boven uithangen.

- Om de regeling naar buiten draaien de lus rechts naast de thermomanometer met een schroevendraaier indrukken.

- De regeling naar buiten draaien.

- Afsluitschroef aan meetnippel (1) losmaken en gastoe-voerleiding ontluchten.

- Differentiaaldrukmeter of U-buismanometer op de meetnippel(1) op de ‘+’ aansluiten. Met „-“ tegen at-mosfeer

- De aan/uit-schakelaar inschakelen.

- Na het starten van het toestel de aansluitdruk op de differentiaaldrukmeteraflezen.

Werken aan componenten die gas transpor-teren mogen enkel door een erkende vakman uitgevoerd worden. Bij een onvakkundig werk kan gas naar buiten stromen, waardoor er ex-plosie-, verstikkings- en vergiftigingsgevaar bestaat.

Lus

Afbeelding: Lus indrukken

Afbeelding: Controleren gasaansluitdruk

linker draaigrendel rechter draairgrendel

Afbeelding: Draaigrendel openen

16. Gasaansluitdruk controleren

Page 35: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

353061720_201804

Aardgas: Wanneer de aansluitdruk (stromingsdruk)

buiten het bereik van 18 tot 25 mbar ligt mogen geen instellingen uitgevoerd worden, en mag het toestel niet in bedrijf genomen worden. Er bestaat gevaar voor foutieve werking met storingen.

Vloeibaar gas: Als de aansluitdruk (stromingsdruk) buiten

het bereik van 43 tot 57 mbar ligt, mogen er geen instellingen worden gedaan en mag de ketel niet in bedrijf worden gesteld. Er bestaat gevaar voor foutieve werking met storingen.

Afbeelding: Afsluitinrichtingen

- De aan/uit-schakelaar uitschakelen. De gaskogelkraan sluiten.

- De differentiaaldrukmeter afnemen en de meetnippel weer dicht afsluiten met de blindplug (1).

- De gaskogelkraan openen.

- Controleer de gasdichtheid van de meetnippel.

- Het bijgevoegde waarschuwingsbord moet ingevuld worden en op de binnenkant van de bekleding gekleefd worden.

- Het toestel opnieuw sluiten.

16. Gasaansluitdruk controleren

Worden niet alle schroeven vast versloten, dan bestaat gevaar voor het uittreden van gas met explosie-, verstikkings- en vergifti-gingsgevaar.

Gaskogelkraan

Let op

Let op

Page 36: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

36 3061720_201804

Energiebesparing

- Maak de klant op de mogelijkheid van de energie-besparing opmerkzaam.

- Verwijs de klant ook naar de Paragraaf ‘Aanwijzin-gen voor een energiebesparende bedrijfsmodus’ in de bedrijfshandleiding.

De eerste inbedrijfstelling en de bediening van de gasketel, evenals de instructie van de exploitant moet door een gekwalificeerde vakman uitgevoerd worden!

- Ketel en installatie controleren op dicht-heid. Gebruikelijke bedrijfsdruk in koude toestand 1,5 - 2,0 bar. Waterlekkage uitsluiten.

- Positie en vaste montage van de ingebouw-de componenten controleren.

- Alle aansluitingen en componentenverbin-dingen op dichtheid controleren.

- Wanneer de dichtheid niet gegarandeerd is, bestaat er een risico op waterschade.

- De onberispelijke montage van het rookgastoebehoor controleren.

- De afsluitventielen aanvoer en retour openen.

- De gaskogelkraan openen.

- De aan/uit-schakelaar van de regeling inschakelen.

- De ontsteking en de regelmatige vlam van de hoofd-brander controleren.

- Wanneer de gasketel correct in bedrijf gaat toont de lichtgevende ring voor de statusindicatie een groene kleur.

- Condensaatafvoer controleren.

- De klant met de bediening van het toestel vertrouwd maken, gebruik hierbij de bedrijfs- of bedieningshand-leiding.

- Het inbedrijfstellingsprotocol invullen en de handleidin-gen aan de klant overhandigen.

Afbeelding: Volledig aanzicht regeling

Aan/uit-schakelaar

Thermo-ma-nometer

OntstoringstoetsControlelamp

17. Inbedrijfstelling

Let op

Page 37: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

373061720_201804

18. Instelling Busadressen

Instelling van het busadres (alleen bij KM-regelaars)Indien er meerdere verwarmingstoestellen (aantal verwarmingstoestellen >1) in combinatie met een cascademodule KM werken, moet het busadres van elk verwarmingstoestel conform de tabel worden ingesteld.

Instelling van het busadres:Ontstoringstoets ingedrukt houden, na5 seconden verschijnt de respectieve flikkercode (volgens tabel).Met dedraaiknop voor de temperatuurkeuze van het warm water kan het respectieve adres geselecteerd worden. Ontsto-ringstoets weer loslaten.

Gasketel Busadres Stand draaiknop warm water

Indicatie controlelamp

enkele ketel 0 6 Groenflikkerend(fabrieksinstelling)

Cascade-ketels

Ketel 1 1 1 Rood knipperend

Ketel 2 2 2 Geel knipperend

Ketel 3 3 3 Geel/rood knipperend

Ketel 4 4 4 Geel/groen knipperend

Page 38: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

38 3061720_201804

19. Regelingsparameters aangeven / veranderen

Veranderingen mogen enkel door een erkend gespecialiseerd bedrijf of door de WOLF servicedienst worden uitgevoerd.

Bij een ondeskundige bediening kan dit tot functiestoringen leiden.Bij de instelling van de parameter GB 05 (vorstbeveiliging buitentemperatuur) moet ermee rekening worden gehouden dat bij temperaturen onder 0°C niet langer een vorst-beveiliging verzekerd is. Daardoor kan de verwarmingsinstallatie worden beschadigd.

Om een beschadiging van de volledige ver-warmingsinstallatie te vermijden moet bij buitentemperaturen (onder -12 °C) de nacht-verlaging geannuleerd worden. Indien dit niet nageleefd wordt kan versterkt ijsvorming op de rookgasmonding optreden, waardoor personen verwondt en/of voorwerpen be-schadigd kunnen worden.

Zie typeplaatje voor de vermogensgegevens van de ketel.

Verandering en/of weergave van de regelingsparameters is via de eBus-compatibele regelingstoebehoren mogelijk. De te volgen stappen kunt u in de bedieningshandleiding van het desbetreffende accessoires vinden. Instellingen kolom 1 geldig voor regelingstoebehoren ART, AWTInstellingen kolom 2 geldig voor WOLF-regelingssysteem met bedieningsmodule BM

1 2 Parameter Eenheid Fabrieksinstell. min maxGB01 HG01 Schakelverschil brander K 8 5 30

HG02 Onderste ventilatortoerental minimaal ventilatortoerental in % % CGB-35: 31 CGB-K40-35:31 CGB-50:29

31 31 29

100 100 100

HG03 bovenste ventilatortoerental WW maximaal ventilatortoerental warm water in %

% CGB-35: 100 CGB-K40-35:100 CGB-50:100

31 100

GB04 HG04 bovenste ventilatortoerental VW maximaal ventilatortoerental verwarming in %

% CGB-35:100 CGB-K40-35:83 CGB-50:100

31 100

GB05 A09 Vorstbeveiliging buitentemperatuur bij aangesloten buitenvoeler en onderschrijding pomp aan

°C 2 -10 10

GB06 HG06 Pompmodus 0 -> pomp aan bij winterbedrijf 1 -> pomp aan bij branderbedrijf

0 0 1

GB07 HG07 Nalooptijd ketelcirculatiepompen Nalooptijd van de verwarmingscircuitpomp bij verwarmingswerking in minuten

min 1 0 30

GB08 HG08 of HG22

Maximale begrenzing ketelcircuit TV-max geldt voor verwarmingsbedrijf

°C 80 40 90

GB09 HG09 Brandercyclusblokkering geldig voor verwarmingswerking min 7 1 30HG10 eBus-adres

Busadres van de warmteopwekker0 0 5

HG11 Snelle start voor warm water Temperatuur van de plaatwarmtewisselaar in zomerwerking (enkel geldig voor combitoestellen)

°C 10 10 60

HG12 Gassoort niet ondersteund 0 0 1GB13 HG13 Parametreerbare ingang E1

De ingang E1 kan met verschillende functies bezet worden. Zie hoofdstuk „Aansluiting ingang E1“

1 Kamer- thermostaat

0 5

GB14 HG14 Parametreerbare uitgang A1 Uitgang A1 (230 VAC) De uitgang A1 kan met verschillende functies bezet worden. Zie hoofdstuk ‘Aansluiting uitgang A1’

6 Boiler-laadpomp

0 9

GB15 HG15 Boilerhysterese Schakelverschil bij boilernalading

5 1 30

HG21 Minimale keteltemperatuur TKmin °C 20 20 9

Let op

Let op

Page 39: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

393061720_201804

20. Instelling van de modulerende pompBij verwarmingsbedrijf:De verwarmingscircuitpomp moduleert proportioneel in verhouding tot het brandervermogen. Dit betekent, dat bij maximaal brandervermogen de pomp met het maximale pompentoerental verwarmingsbedrijf loopt. Bij minimaal brandervermogen loopt de pomp met het minimale pompentoerental verwarmingsbedrijf. Brandervermogen en pom-pentoerental worden daardoor afhankelijk van de benodigde warmtebelasting geregeld. Door de modulatie van de pomp wordt het stroomverbruik verminderd. Bij warmwaterwerking: De verwarmingscircuitpomp moduleert niet, maar loopt met constant ingesteld pompentoerental.Warmwaterwerking CGB-35 en CGB-K40-35: 82%, Warmwaterbedrijf CGB-50: 86%Bij stand-by-bedrijf:De verwarmingscircuitpomp moduleert niet, maar loopt met constant ingesteld pompentoerental.Stand-by-modus CGB-35 en CGB-K40-35: 20%, Stand-by-bedrijf CGB-50: 35%Instelgrenzen:De toerentalgrenzen voor het verwarmingsbedrijf kunnen met de bedieningsmodule BM (regelingstoebehoren) worden veranderd.Instellingen kolom 1 geldig voor regelingstoebehoren ART, AWT Instellingen kolom 2 geldig voor WOLF-regelingssysteem met bedieningsmodule BM

Energiespaartip enkel voor modulerende pomp Grundfos:Door een geschikte instelling van de installatie, kan het stroomverbruik van de pomp verder worden gereduceerd. Wordt de temperatuurspreiding tussen voorloop/retour van 15K naar 25K verhoogd, dan wordt de vervoerde hoeveelheid met ca. 40% verminderd en het max. pompentoerental kan overeenkomstig naar beneden worden gezet. Hierdoor wordt het opgenomen vermogen van de pomp met max. 45% gereduceerd. De verwarmingscurve moet na een dergelijke maatregel licht worden verhoogd, omdat de gemiddelde radiatortemperatuur door de grotere spreiding wordt verminderd. Een hogere spreiding verbetert bovendien het rendement, omdat de retourtemperatuur gereduceerd wordt.

Voor het minimale pompentoerental verwarmingsbedrijf zijn alleen de instelwaardes volgens de tabel toegestaan. Anders bestaat het gevaar, dat de pomp niet aanloopt.Bovendien moet het ‘Maximaal pompentoerental verwarmingsbedrijf’ minstens 5% boven het ‘Mini-male pompentoerental verwarmingsbedrijf’ liggen, omdat de pomp anders met 100% loopt.

Modulerende pomp GrundfosToestel Spreiding Nominaal

vermogenLuchtdebiet Maximaal pompen-

toerental verwarmingswerking

Opgenomen vermogen pomp

CGB-35 CGB-K-40-35

15 K 25 K

34,9 kW 34,9 kW

2000 l/h 1200 l/h

100% 25%

88 W 52 W

CGB-50 15 K 25 K

49,9 kW 49,9 kW

2860 l/h 1717 l/h

100% 56%

128 W 103 W

Verhelpen van problemen:Probleem Verhelpen van het probleemAfzonderlijke radiators worden niet goed warm. Hydraulische compensatie uitvoeren, d.w.z. warmere

radiators smoren.Tijdens de overgangstijd (gemiddelde buitentempera-tuur) wordt de gewenste kamertemp. niet bereikt.

Gewenste kamertemperatuur bij de regelaar omhoog draaien, bv. van 20 °C op 25 °C

Bij een zeer lage buitentemperatuur wordt de kamertemperatuur niet bereikt.

Steilere verwarmingscurve bij de regelaar instellen, bv. van 1,0 op 1,2

Modulerende pomp Grundfos Klasse A - pomp Wilo1 2 Parameter Eenheid Fabrieksinstell. min max Fabrieksinstell. min max

GB16 HG16 Pompvermogen VC (HK) minimaal

% CGB-35: 20 CGB-K40-35:20 CGB-50:35

20 20 35

100 100 100

CGB-35: 55 CGB-K40-35:55 CGB-50:55

55 55 55

100 100 100

GB17 HG17 Pompvermogen VC (HK) maximaal Parameter moet minstens 5% hoger dan de parameter pompvermogen VC (HK) ingesteld zijn

% CGB-35:43 CGB-K40-35:78 CGB-50:63

25 25 40

100 100 100

CGB-35:82 CGB-K40-35:82 CGB-50:86

60 60 60

100 100 100

Let op

Page 40: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

40 3061720_201804

CGB-35/CGB-K40-35/CGB-50Instelling van het vermogen (parameter GB04, resp. HG04)

De instelling van het vermogen kan met de eBus-compatibel WOLF-regelingstoebehoren veranderd worden.Het verwarmingsvermogen wordt door het toerental van de ventilator bepaald. Door het toerental van de ventilator te verminderen volgens de tabel wordt het max. verwarmingsvermogen bij 80/60°C voor aardgas E/H/LL en vloeibaar gas aangepast. Aardgas LL geldt niet in Oostenrijk/Zwitserland. Vloeibaar gas niet voor Zwitserland.

21. Maximaal verwarmingsvermogen begrenzen

Begrenzing van het maximale verwarmingsvermogen met betrekking tot een aanvoer-/retourtemperatuur van 80/60 °C

Instelwaarden voor parameter GB04 met e-bus-compatibel WOLF-aansluittoebehoren in [%]

Max

imaa

l ver

war

min

gsve

rmog

en in

[kW

]

CGB-35/CGB-K40-35Verwarmings-vermogen

(kW) 8 10 12 14 16 17 19 21 23 24 26 28 30 31 32

Indicatiewaarde (%) 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100

CGB-50Verwarmings-vermogen

(kW) 11 14 17 19 22 24 27 29 32 34 37 39 42 44 46

Indicatiewaarde (%) 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100

Tabel: Instelling van het vermogen

Page 41: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

413061720_201804

22. Meten van de verbrandingsparameters

Meten van de aanzuiglucht

- Schroef uit de rechter meetopening verwijderen.

- De gaskogelkraan openen.

- De meetsonde invoeren.

- De condensatie-gasketel in bedrijf nemen en de temperatuurkeuze verwarmingswater op het schoor-steenvegersymbool draaien. (de controlelamp van de statusindicatie knippert geel)

- Temperatuur en CO2 meten. Bij een CO2-percentage >0,2% bij een concentrische

lucht-/ rookgasgeleiding is de rookgasbuis ondicht, en dit dient te worden verholpen.

- Na beëindiging van de meting de gasketel uitschakelen, de meetsonde uitnemen en de meetopening sluiten. Daarbij op de dichte zitting van de schroeven letten!

Meten van de rookgasparameters

Bij geopende meetopening kan rookgas in de opstellingsruimte naar buiten treden. Er bestaat gevaar van verstikking.

- De schroef uit de linker meetopening verwijderen. - De gaskogelkraan openen.

- De condensatie-gasketel in bedrijf nemen en de tem-peratuurkeuzeschakelaar op het symbool schoorsteen-veger draaien. (de controlelamp van de statusindicatie knippert geel)

- De meetsonde invoeren.

- De rookgaswaarden meten.

- Na beëindiging van de meting de meetsonde uitnemen en de meetopening sluiten. Daarbij op de dichte zitting van de schroeven letten!

Afbeelding: Meetopeningen

De verbrandingsparameters moeten bij gesloten toestel gemeten worden!

Afbeelding: Volledig aanzicht regeling

Aan/uit-schakelaar Temperatuurkeuzeschakelaar

Meetopening ‘Rookgas’

Meetopening ‘Aanzuiglucht’

Page 42: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

42 3061720_201804

23. Gassoort aanpassen

De instellingen moeten in de hieronder beschreven volgorde uitgevoerd worden. Het gascombiventiel is in de fabriek reeds op het type van gas volgens het eigenschappenplaatje ingesteld. Een instelling op het gascombiventiel mag enkel na de ombouw naar een ander type van gas of bij onderhoud uitgevoerd worden.Open bij te geringe warmteafname enkele radiatorventielen.

- Het regelingsdeksel naar beneden klappen. Het bekledingsdeksel met de linker en rechter draai-

grendel ontgrendelen. Het bekledingsdeksel beneden losmaken en boven uithangen.

- De schroef uit de linker meetopening ‘Rookgas’ verwij-deren.

- Meetsonde van het CO2-meettoestel in de meetopening ‘Rookgas’ steken (ca. 120 mm).

- De temperatuurkeuzeschakelaar in de positie schoor-steenveger draaien.

(decontrolelampvoordestatusindicatieflikkertingelekleur).

- Zekerstellen, dat het verwarmingstoestel niet elektro-nisch begrensd is.

- Bij vollast het CO2-gehalte meten en met de waarden in de onderstaande tabel vergelijken.

- Indien nodig de regeling naar buiten draaien en het CO2-gehalte met de gasdoorlaatschroef op het gas-combiventiel volgens de tabel corrigeren.

A) CO2-instelling bij bovenste belasting (schoorsteenvegerbedrijf)

Instelling gas-luchtregeling

Gasdoorstroom-schroef

Afbeelding: Gascombiventiel

Meetopening "Rookgas"

Afbeelding: Meting rookgas bij geopend toestel

- Het schoorsteenvegerbedrijf beëindigen door de tem-peratuurkeuzeschakelaar weer in de uitgangspositie te draaien.

- naar rechts draaien - CO2-gehalte wordt lager- naar links draaien - CO2-gehalte wordt hoger

linker draaigrendel rechter draairgrendel

Afbeelding: Draaigrendel openen

Let op

Toestel openbij bovenste belasting

Aardgas E/H/LL 8,6% ± 0,2%

Vloeibaar gas P9,9% ± 0,2%

Page 43: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

433061720_201804

- Borgschroef boven nulpuntschroef met een grote schroevendraaier verwijderen.

- De HR-combiketel door het indrukken van de ‘Ontsto-ringstoets’ opnieuw starten.

- Ca. 20 seconden na de start van de brander het CO2-ge-halte met het CO2-meettoestel controleren en, indien nodig, met de nulpuntschroef m.b.v. een inbussleutel volgens de tabel bijstellen. Deze instelling moet binnen 180 sec. na de start van de brander gebeuren. Even-tueel door het indrukken van de "ontstoringstoets" de startfase voor de instelling herhalen.

- Tijdens deze instelling mag geen warm water bedrijf plaats vinden!

- naar rechts draaien - CO2 hoger! - naar links draaien - CO2 lager!

B) CO2-instelling bij onderste belasting (softstart)

- Ketel buiten bedrijf nemen en de meetopeningen en slangaansluitnippel weer afsluiten. Gastraject en hy-draulica op dichtheid controleren.

D) Afsluiten van de instelwerkzaamheden

C) Controle van de CO2-instelling- Na beëindiging van de werken het bekledingsdeksel

monteren en de CO2-waarden bij gesloten toestel controleren.

Let bij de CO2-instelling op de CO-emissie. Wanneer de CO-waarde bij correcte CO2-waarde >200 ppm is, is het gascombiventiel niet correct ingesteld. Ga als volgt te werk:

- De nulpuntschroef volledig naar binnen draaien.- De nulpuntschroef 3 omwentelingen bij aardgas, 2

omwentelingen bij vloeibaar gas openen.- De instelling vanaf Paragraaf A) herhalen.- Bij een correcte instelling moet de HR-combiketel op

de CO2-waarde volgens de hiernaast afgebeelde tabel ingesteld zijn.

Afbeelding: Meting rookgas bij gesloten toestel

Meetopening "Rookgas"

Nulpuntschroef

Afbeelding: Gascombiventiel

- Borgschroef opnieuw indraaien

Borgschroef

Gasdoorstroom- schroef

Toestel geslotenbij bovenste belasting

Aardgas E/H/LL 8,8% ± 0,5%

Vloeibaar gas P10,1% ± 0,5%

Toestel openbij onderste belasting

Aardgas E/H/LL 8,3% ± 0,2%

Vloeibaar gas P10,4% ± 0,2%

Toestel geslotenbij onderste belasting

Aardgas E/H/LL 8,5% ± 0,5%

Vloeibaar gas P10,6% ± 0,5%

23. Gassoort aanpassen

Page 44: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

44 3061720_201804

24. Inbedrijfstellingsprotocol

Inbedrijfstellingstaken Meetwaarden of bevestiging

1.) Gassoort Aardgas E/H Aardgas LL Vloeibaar gas Wobbe-index Bedrijfsverwar-mingswaarde

________________

________________

kWh/m³ kWh/m³

2.) Gasaansluitdruk gecontroleerd?

3.) Gas-dichtheidscontrole uitgevoerd?

4.) Lucht-/rookgassysteem gecontroleerd?

5.) Hydraulica op dichtheid gecontroleerd?

6.) De sifon vullen

7.) Gasketel en installatie ontlucht?

8.) Installatiedruk 1,5 - 2,5 bar beschikbaar?

9.) Installatie gespoeld?

10.) Hardheid verwarmingswater tussen 2 en 11° dH?

11.)Geen chemische additieven (inhibitoren; antivries-middelen) ingegoten?

12.) Gassoort en verwarmingsvermogen op de stickers ingevuld?

13.) Controle van de werking uitgevoerd?

14.) Meting rookgas: Rookgastemperatuur bruto Aanzuigluchttemperatuur Rookgastemperatuur netto Kooldioxidegehalte (CO2) of zuurstofgehalte (O2) Koolmonoxidegehalte (CO)

________________ ________________ ________________ ________________ ________________

tA (°C) tL (°C) (tA-tL) (°C) % ppm

15.) Omkasting aangebracht?

16.) Exploitant geïnstrueerd, documenten overhandigd?

17.) Inbedrijfstelling bevestigd? ________________

Page 45: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

453061720_201804

25. OmbouwmogelijkhedenWOLF biedt u aan de hand van ombouwsets de mogelijkheid om uw HR-gaswandketel aan te passen aan de om-standigheden.

Ombouw gassoort Veiligheidstemperatuurbegrenzer VTBToestel Gassoort Gassmoorklep Rookgas-VTB Verbrandingskamer-VTBCGB-35CGB-K40-35

E / H Geel 660 17 20 521

27 41 063 27 41 068LL Wit 78017 20 522

Vloeibaar gas P Rood 51017 20 520

CGB-50 E / H Lichtgrijs 85017 30 257

27 41 063 27 41 068LL geenVloeibaar gas P Lila 620

17 30 258

Ombouw naar andere gassoorten: (Geef het betreffende art.nr. aan bij bestelling)van naar CGB-35/CGB-K40-35 CGB-50Aardgas E/HAardgas E/H

Vloeibaar gas P**Aardgas LL

86 11 27686 11 275

86 11 27886 11 277

Aardgas LL*Aardgas LL*

Vloeibaar gas P**Aardgas E/H

86 11 27686 11 275

86 11 27886 11 277

Vloeibaar gas P**Vloeibaar gas P**

Aardgas E/HAardgas LL*

86 11 27586 11 275

86 11 27786 11 277

* Aardgas LL niet voor Oostenrijk/Zwitserland** Vloeibaar gas niet voor Zwitserland

De toestellen zijn uitgerust met de volgende gassmoorkleppen en veiligheidstemperatuurbegrenzers, afhankelijk van de gassoort.

Page 46: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

46 3061720_201804

Resterende opvoerhoogte van de apparatuurpompIn het toestel is een pomp voor het verwarmingscircuit ingebouwd, deze wordt afhankelijk van de branderbelasting modulerend gestuurd. De restopvoerhoogte kan in de diagrammen worden afgelezen.

26. Onderhouds- en planningsgegevens

Restopvoerhoogte CGB-50met modulerende pomp Grundfos

Opv

oerh

oogt

e [m

bar]

Warm water modulatiegraad 78%

Verwarmings-water modula-tie-graad 63%

Transporthoeveelheid [l/h]

Minimale modulatie-graad 35%

Maximale modulatieg-

raad 100%

CGB-35 / CGB-K40-35 Restopvoerhoogte met modulerende pomp Grundfos

Opv

oerh

oogt

e [m

bar]

CGB-K 40-35 verwar-mings-/warmwater

modulatiegraad 78%

CGB-35 verwarming-/warmwater Mod.-graad

43%

Transporthoeveelheid [l/h]

Minimale modulatie-graad 20%

Maximale modulatiegraad

100%

CGB-35 / CGB-K40-35 Restopvoerhoogte met Klasse A - pomp Wilo

Opv

oerh

oogt

e [m

bar]

CGB-35 verwarmings-/ warmwater

modulatiegraad 82%

Transporthoeveelheid [l/h]

Minimale modulatiegraad 55%

Maximale modulatiegraad

100%

CGB-50Restopvoerhoogte met Klasse A - pomp Wilo

Opv

oerh

oogt

e [m

bar]

Verwarmings-/ warmwater modula-

tiegraad 86%

Transporthoeveelheid [l/h]

Minimale modulatiegraad 55%

Maximale modulatieg-

raad 100%

Page 47: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

473061720_201804

26. Onderhouds- en planningsgegevens

Voelerweerstanden

Temperatuur/Weerstand

0 °C / 16325 15 °C / 7857 30 °C / 4028 60 °C / 12445 °C / 12697 20 °C / 6247 40 °C / 2662 70 °C / 87610 °C / 9952 25 °C / 5000 50 °C / 1800 80 °C / 628

AansluittypesGaske-

telType

Gastoesteltype1), 2) Categorie Bedrijfswijze aansluitbaar op

open systeem

gesloten systeem

Schoorsteen vochtongev.

Lucht-/rook-gasschoor-

steen

Lucht-/rook-gasafvoer-

buis

bouwrech-telijk toegel. lucht-/rook-

gasgeleiding

vochtigheidson-gev. rookgasaf-

voerbuis

CGB-35/50

CGB-K40-35

B23, B33, C53, C53x

C13x3),C33x, C43x, C83x, C93x

DuitslandII2ELL3P

OostenrijkII2H3P

ZwitserlandII2H

ja ja B33, C53C83x

C43x C33xC53x, C13x3)

C63x B23, C53xC83x, C93x

1) Bij aanduiding ‘x’ zijn alle delen van de rookgas-afvoerbuis omspoeld met verbrandingslucht en voldoen aan verhoogde dichtheidsvereisten.

2) Bij type B23, B33 wordt de verbrandingslucht uit de installatieplaats genomen (open systeem).

3) In Duitsland niet toegestaan. In Zwitserland de gas-basisprincipes G1 in acht nemen!

Bij type C wordt de verbrandingslucht via een geslo-ten systeem uit de open lucht genomen (gasketels met gesloten systeem)

Temperatuur in °CW

eers

tand

in O

hm

Page 48: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

48 3061720_201804

Lucht-/rookgasafvoerbuis

27. Ontwerpaanwijzingen

B23

B33

C53 C93x C43x C83x

C53x

C33x

I IIII IIIII IIIII IIII IIIII IIII IIIII IIIII IIII IIIII IIIII IIII IIIII IIII IIIII IIIII IIII IIIII IIIII IIII IIIII III

I IIIII IIII IIIII IIIII III

II

II

IIIIIIIIIIII

II

II

II

IIII

I

IIIIII

III

IIIIIII

IIIIIIII

C33x C43x

C83x C93x C33x B33

C13x

Opmerking over meervoudige bezetting:

Punt Veilig drukverschil volgens DIN EN 15502-2-1 CGB-35 / 50 / K40-35

a het maximale veilige drukverschil bij de kleinste warmtebelasting (Δpmax,saf(max)) 28

b het maximale veilige drukverschil bij de grootste warmtebelasting (Δpmax,saf(min)) 140

c het maximale veilige drukverschil bij de start (Δpmax,saf(start)) 32

d het maximale functionele drukverschil bij de grootste warmtebelasting (Δpmax,func(max)) 140

e het kleinste veilige drukverschil (Δpmin,saf) -200

Page 49: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

493061720_201804

27. Ontwerpaanwijzingen

1) Beschikbare opvoerhoogte van de ventilator: CGB-35 20-115 Pa, CGB-50 20-145 Pa (Maximumlengte stemt met totale lengte van het toestel tot aan de rookgasmonding overeen)2) Voor de berekening van de buislengte zie de paragraaf Berekening van der lucht-/rookgasgeleidingslengte

op pagina 44. Opmerking: De systemen C 33x en C 83x zijn ook geschikt om in garages opgesteld te worden.De montagevoorbeelden moeten eventueel aan de voorschriften voor het bouwrecht en aan de voorschriften voor het land in kwestie aangepast worden. Vragen omtrent de installatie, in het bijzonder omtrent de inbouw van revisiedelen en luchttoevoeropeningen, moeten met de verantwoordelijke schoorsteenveger van het district besproken worden.De lengteaanduidingen voor de concentrische lucht-/rookgasafvoerbuis en rookgasafvoerkanalen hebben enkel betrekking op originele WOLF-onderdelen.

Uitvoeringsvarianten condensatie-gasketel Maximumlengte1) 2) [m]

CGB-35 CGB-K40-35

CGB-50

B23 Rookgasafvoerbuis in de schacht en verbrandingslucht direct via het toestel (open systeem)

DN 80 DN 110

39 50

23 50

B33 Rookgasafvoerbuis in de schacht met horizontale concentrische aansluitleiding (open systeem)

DN 80 DN 110

35 50

16 50

B33 Aansluiting op de vochtongevoelige rookgasschoorsteen met hori-zontale concentrische aansluitleiding (open systeem)

Berekening volgens NEN EN 13384(CLV-fabrikant)

C13x horizontale concentrische dakdoorvoer door schuin dak, (gesloten systeem – dakkapel door klant te voorzien)

16 8

C33x Verticale concentrische dakdoorvoer door een schuin dak of een plat dak, verticale concentrische lucht-/rookgasgeleiding voor inbouw in schachten (gesloten systeem)

DN80/125

DN110/160

16

42

8

37

C43x Aansluiting op een vochtongevoelige lucht-/rookgasschoorsteen (CLV), maximale buislengte van het midden van de bocht van het toestel tot aan de aansluiting 2 m (gesloten systeem)

Berekening volgens NEN EN 13384(CLV-fabrikant)

C53 Aansluiting op de rookgasafvoerbuis in de schacht en luchttoe-voerleiding door de buitenwand (gesloten systeem)

DN 80 DN 110

38 50

19 50

C53x Aansluiting op de rookgasafvoerbuis op de gevel (gesloten systeem)

DN 80/125DN 110/160

3850

1950

C63x Aansluiting op een niet het het apparaat geteste concentrische lucht-/rookgasafvoerbuis

Berekening volgens NEN EN 13384(LAF-fabrikant)

C83x Aansluiting op het rookgasafvoerkanaal in de schacht en luchttoevoer door de buitenwand (gesloten systeem)

DN 80 DN 110

3850

19 50

C83x Aansluiting concentrisch op vochtongevoelige rookgasschoorsteen en verbrandingslucht door buitenwand (gesloten systeem)

Berekening volgens NEN EN 13384(CLV-fabrikant)

C93x

verticale rookgasafvoerbuis voor de inbouw in schachten, stijf of flexibel, met horizontale concentrische aansluitleiding

DN 80 DN 110

25 43

15 41

Lucht-/rookgasafvoerbuis

Page 50: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

50 3061720_201804

Minimale schachtgroottesgelden bij open en gesloten systemen

27. Ontwerpaanwijzingen

C93x gesloten systeem in schacht DN80 of DN110

C33x gesloten systeem in schacht DN125/80

B23/B33 open systeem in schacht DN80 of DN110

C93 x gesloten systeem Systeem DN 125/80 horizontaal

DN80 of DN110 verticaal

Flexibele uitlaatgasleiding

Min. schachtgroottes

Rond Ø Vierkant DN83 150 mm 130 mm DN 110 190 mm 170 mm

Rookgasafvoerbuis star in schacht

Min. schachtgroottes

Rond Ø Vierkant DN 80 150 mm 130 mm DN 110 190 mm 170 mm

4

>20 >305

B23

C83x

I III

II IIII

I IIIII

IIII IIIII IIIII IIII IIIII

I

I

I

I

IIII

I

IIII

III

IIII

IIIII

III

C93x

Page 51: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

513061720_201804

Wanneer met een lucht-/rookgasafvoerbuis verdiepingen overbrugd worden moeten de leidingen buiten de opstellingsruimte in een schacht met een brandweerstandsduur van minstens 90 min. en bij woningen met geringe hoogte van min. 30 min. gevoerd worden. Wanneer deze aanwijzing niet nageleefd wordt zou het tot brandoverdracht kunnen komen.

Bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat de in het rookgas bevatte waterdamp op de lucht-/rookgasafvoerbuis condenseert en tot ijs bevriest. Dit ijs kan soms van het dak naar beneden vallen en daardoor personen en/of voorwerpen beschadigen. Door maatre-gelen bij en door de klant, zoals bijvoorbeeld door de montage van een sneeuwrooster, kan vermeden worden dat ijs naar beneden valt.

hebben die eveneens deze brandweerstands-duur heeft en die uit niet brandbare mate-rialen bestaat. Wanneer de hier genoemde voorzorgsmaatregelen niet genomen worden bestaat het gevaar op brandoverdracht.

HR-gaswandketels met een lucht-/rookgas-afvoerbuis over het dak mogen enkel in de zolderverdieping of in ruimtes, waarbij het plafond tegelijkertijd als dak dienst doet of waarbij zich boven het plafond enkel en al-leen de dakconstructie bevindt, geïnstalleerd worden.

Algemene aanwijzingen

In het bijzonder wegens veiligheidstechnische redenen mogen voor de concentrische lucht-/rook-gasafvoerbuis en rookgasafvoerkanalen uitsluitend originele WOLF-delen gebruikt worden.

De montagevoorbeelden moeten eventueel aan de voor-schriften voor het bouwrecht en aan de voorschriften voor het land in kwestie aangepast worden. Vragen omtrent de installatie, in het bijzonder omtrent de inbouw van revisiedelen en luchttoevoeropeningen, moeten met een erkende vakman besproken worden.

Een afstand van de concentrische lucht-/rookgasaf-voerbuis van brandbare materialen en/of brandbare componenten is niet noodzakelijk, aangezien bij het nominale verwarmingsvermogen geen hogere tem-peraturen als 85 °C optreden.Wanneer enkel en alleen een rookgasafvoerkanaal gelegd wordt moeten de afstanden volgens DVGW/TRGI 2008 nageleefd worden.

Voor gasketels met een lucht-/rookgasafvoerbuis via het dak, waarbij zich boven het plafond enkel en alleen de dakconstructie bevindt, geldt het volgende: Wanneer voor het plafond een brandweer-

standsduur verlangd wordt moeten de leidingen voor de toevoerleiding van de verbrandingslucht en de afvoer van de rook-gassen in het bereik tussen de bovenkant van het plafond en de dakbedekking een bekleding

Wanneer voor het plafond geen brandweer-standsduur voorgeschreven is moeten de leidingen voor de toevoerleiding van de verbrandingslucht en de afvoer van de rook-gassen van de bovenkant van het plafond tot aan de dakbedekking in een schacht uit niet brandbare, vormvaste materialen of in een metalen veiligheidsbuis gelegd worden (mechanische bescherming). Wanneer de hier genoemde voorzorgsmaatregelen niet genomen worden bestaat het gevaar op brandoverdracht.

De lucht-/rookgasafvoerbuis mag zonder schacht niet door andere opstellingsruimten gevoerd worden, aangezien het gevaar van brandoverdracht bestaat, en bovendien geen mechanische veiligheid verzekerd wordt.

Bevestiging van de lucht-/rookgasafvoerbuis of het rookgasafvoerkanaal buiten de scha-chten door afstandbeugels met een minimum afstand van 50 cm tot de aansluiting van het toestel of na en/of voor omleidingen, zodat een beveiliging tegen uit elkaar trekkende buisverbindingen verzekerd wordt. Wanneer dit niet nageleefd wordt, bestaat er een ge-vaar op naar buiten stromend gas en loopt men risico vergiftigd te raken door het naar buiten stromend gas. Bovendien kan dit ook leiden tot beschadigingen aan het toestel.

De verbrandingslucht mag niet uit schoorste-nen aangezogen worden waarin van tevoren rookgassen uit stookolieketels of uit ketels met vaste brandstoffen afgevoerd werden!

Let op

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 52: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

52 3061720_201804

De elektronische rookgastemperatuurbegrenzer scha-kelt bij een rookgastemperatuur van meer dan 110 °C het toestel uit.

Wanneer de ontstoringstoets ingedrukt wordt, gaat het toestel opnieuw in bedrijf. Voor het ontstoren van de ketel moet de oorzaak van de uitschakeling bepaald worden. Het ontstoren ondanks hoge rook-gastemperatuur kan leiden tot schade aan het rookgassysteem.

Let op

Rookgastemperatuurbegrenzer Berekening van de lengte van de lucht-/rookgasafvoerbuisDe berekende lengte van de lucht-/rookgasafvoerbuis is samengesteld uit de rechte buislengte en de lengte van de buisbochten. Een 87° bochtstuk wordt daarbij als 2 m en een 45° bochtstuk als 1 m meegerekend.

Tussen de uitlaatgasmonding en het dakoppervlak is tot 50 kW nominale warmtevermogen minstens 0,4 m afstand noodzakelijk.

Component te berekenende lengte

87°-bocht 2 m

45°-bocht 1 m

Bochtstuk 87° met

revisieopening2 m

rechte buis overeenkomstig de lengte

Tabel: Leidingslengteberekening

Voorbeeld:Rechte lucht-/rookgasafvoerbuis lengte 1,5 m Revisiebocht 87° = 2 m

2 x 45° bocht = 2 x 1 m L = 1,5 m + 1 x 1 m + 2 x 0,5 m

L = 5,5 m

De rookgasafvoerbuizen moeten op hun vrije doorsnede gecontroleerd kunnen worden. In de technische ruimte moet minstens een dienovereenkomstige revisie- en/of testopening in afstemming met erkende vakman geplaatst worden.

De verbindingen voor het rookgas worden door middel van een sok en een dichting gemaakt. De sokken moeten altijd tegen de stromingsrichting van het condensaat in geplaatst worden.

Aansluiting op de lucht-/rookgasafvoerbuis

De lucht-/rookgasafvoerbuis moet met een minimum inclinatie van 3° (6 cm/m) ten opzichte van de HR-gaswandketel ge-monteerd worden. Om het toestel in zijn positie te bevestigen moeten afstandbeu-gels gemonteerd worden (zie de montage-voorbeelden).Een geringere neiging van de lucht-/rook-gasafvoerbuis kan in het ongunstigste ge-val tot corrosie of bedrijfsstoringen leiden.

Rookgasbuizen na het korter maken in principe altijd afschuinen c.q. aanschui-nen, zodat een dichte montage van de leidingsverbindingen gegarandeerd is. Op de correcte plaatsing van de dichtingen letten. Verontreinigingen vóór de montage verwijderen- in geen geval beschadigde delen inbouwen.

Let op

Om wederzijdse beïnvloeding van lucht-/rookgasgeleidingen en/of kanaalontluch-tingen via het dak te vermijden, raden wij u aan, een afstand van ten minste 2,5 m tussen de lucht-/rookgasgeleidingen in acht te nemen.Houd eveneens rekening met de plannings-aanwijzingen!

Let op

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 53: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

533061720_201804

Lucht-/rookgasafvoerbuis verticaal concentrisch (voorbeelden)1 HR-gaswandketel2 Aansluiting HR-gaswandketel

DN 80 / 1253 Lucht-/rookgasbuis met

revisieopening (250 mm lang)

4 Lucht-/rookgasbuis DN 80/125 500 mm 1000 mm 2000 mm

5 Afstandbeugel6 Bevestigingsbeugel DN125

voor dakdoorvoer7 Lucht-/rookgasgeleiding verticaal

DN80/125 (dakdoorvoer voor plat of schuin dak) L=1200 mm L=1800 mm

8 Scheidingsinrichting (schuifmof) indien vereist

9 Bocht 45° DN 80/12510 Revisiebocht 87° DN 80/12511 Bocht 87° DN 80/12512 Universele pan voor schuin dak

25/45°13 Adapter ‘Klöber’ 20-50°14 Kraag voor plat dak

Opmerkingen: De scheidingsinrichting (8) bij de montage tot aan de aan-slag in de mof schuiven. De volgende lucht-/rookgasbuis (4) 50 mm (maat "S") in de mof van de scheidingsinrichting schuivenenindezepositieabsoluutdeliggingfixeren,bijvoorbeeld met een buisklem DN125 (5) of luchtzijdig met een veiligheidsschroef.

Voor eenvoudigere montage de uiteinden van de leidingen en dichtingen invetten. (Art.nr. 26 51 325)

Het noodzakelijke revisiestuk (3) (10) voor de montage met de verantwoordelijke schoorsteenveger van het dis-trict afstemmen.

Type C33x: HR-gaswandketel met verbrandingsluchttoevoer- en rookgasafvoerbuis verticaal via het dak.

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 54: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

54 3061720_201804

Lucht-/rookgasgeleiding horizontaal concentrisch C13x, C53x en B33en rookgasafvoerkanaal op de gevel (voorbeelden)

C83 x

De horizontale rookgasafvoerbuis moet met ongeveer 3° verval (6 cm/m) naar het toestel gemonteerd worden. De horizontale luchtgeleiding moet met onge-veer 3° verval naar buiten gelegd worden – de luchtaanzuiging met windscherm uitvoeren; toegelaten winddruk aan de luchtinlaat 90 Pa, omdat bij een hogere winddruk de brander niet in bedrijf gaat. In de schacht kan na de steunbocht (23) derookgasleidinginDN80,DN110(metadapter),DN83flexibelofDN110flexibel(met adapter) aangesloten worden

Horizontale lucht-/rookgasaf-voerbuis door schuin dak

Rookgasafvoerbuis op de gevel

(enkel indien nodig)

Uitsparing Ø 90 mm in de schoor-steenboezem. De rookgasafvoerbuis luchtdicht in de schoorsteenboe-zem monteren.

C13 x C53 x B33

Dakkapel 1 HR-gaswandtoestel

2 Aansluiting DN80/125

3 Lucht-/rookgasbuis met revisieopening DN80/125 (250 mm lang)

4 Lucht-/rookgasbuis DN80/125 500 mm 1000 mm 2000 mm

5 Afstandbeugel

10 Revisiebocht 87° DN80/125

11 Bochtstuk 87° DN80/125

15 Lucht-/rookgasbuis horizontaal met windscherm

16 Rozet

17 Buitenwandconsole 87° DN80/125 met glad uiteinde aan de luchtbuis

18 Lucht-/rookgasbuis gevel DN80/125

19 Luchtaanzuigstuk gevel DN80/125

20 Conc. mondingsafsluiting met klemband

21 Aansluiting op rookgasschoorsteen B33 Lengte 250 mm met luchtopening

22 Draagrail

23 Steunbocht 87° DN80

24 Afstandhouder

25 PP-rookgasbuis DN80

26 Schachtafdekking met UV-gestabiliseerd mondingsstuk

28 T-stuk

29 Luchtbuis Ø 125 mm

30 Luchtaanzuigbuis Ø 125 mm

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 55: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

553061720_201804

Aansluiting op concentrische lucht-/rookgasgeleiding in de schacht (voorbeelden)

Voor de installatie moet de verantwoordelijke schoorsteenveger van het district geïnformeerd worden

De volgende lucht-/rookgasleidingen of rookgasafvoerkanalen met de toelating CE-0036-CPD-9169003 mogen worden gebruikt:- Rookgasleiding DN 80- Concentrische lucht-/rookgasleiding DN 80/125- Rookgasleiding DN110- Concentrische lucht-/rookgasgeleiding (op de gevel) DN 80/125- RookgasleidingflexibelDN83

De noodzakelijke kenmerkingstekens en vergunningen zijn bij het desbetreffende WOLF-toebehoor gevoegd. De bij de toebehoren gevoegde montageaanwijzingen moeten eveneens in acht genomen worden. Anders bestaat het gevaar voor foutieve werking met storin-gen en schade aan het verwarmingstoestel als gevolg.

Aansluiting op concentrische lucht-/uitlaatgasgeleiding in de schacht C33x

Let op

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 56: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

56 3061720_201804

Bij een gescheiden lucht-/rookgasgeleiding een excentri-sche (31) verdeler van 80/80 mm voor de luchtaanzuig-buis/rookgasafvoerbuis monteren.Bij de aansluiting van een door het woning- en bouwtoe-zicht toegelaten lucht-/rookgasgeleiding moet het vergun-ningsbesluit van het Instituut voor Bouwtechniek in acht genomen worden.

Tussen de rookgasafvoerbuis en de binnenwand van de schacht moet de volgende afstand binnenswerk nageleefd worden:bij ronde schacht: 3 cmbij vierkante schacht: 2 cm

Spouwventi-latie

Spouwventi-latie

B23

In de schacht kan na de steunbocht (23) de uitlaatgas-leidinginDN80gelegdworden.Eenflexibeleuitlaatgas-leiding DN 83 kan na de steunbocht (23) aangesloten worden.

De horizontale rookgasafvoerbuis moet met ongeveer 3° verval (6 cm/m) naar het toestel gemonteerd worden. De horizon-tale luchtgeleiding moet met ongeveer 3% verval naar buiten gelegd worden – de luchtaanzuiging met windscherm uitvoeren; toegelaten winddruk aan de luchtinlaat 90 Pa, omdat bij een hogere winddruk de brander niet in bedrijf gaat.

Lucht-/rookgasgeleiding excentrisch

C53 1 HR-gaswandtoestel

2 Aansluiting HR-gaswandketel DN 80/125

16 Rozet

22 Draagrail

23 Steunbocht 87° DN 80

24 Afstandhouder

25 PP-rookgasbuis DN 80

26 Schachtafdekking met UV-gestabiliseerd mondingsstuk

31 Lucht-/rookgasbuisverdeler 80/80 mm

32 Luchtaanzuigbuis Ø 125 mm

33 Bocht 90° DN 80

34 T-stuk 87° met revisieopening DN 80

35 Rookgasbuis DN 80 500 mm 1000 mm 2000 mm

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 57: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

573061720_201804

Aansluiting op vochtongevoelige rookgasafvoerkanaal op schoorstenen met twee of meer trekken (schacht)

De vereisten van de norm DIN 18160-1, bijlage 3 zijn van kracht.Voor de installatie moet de verantwoordelijke installateur geïnformeerd worden.

Alleen geschikt voor open systemen

Schachtafdekking volledig uit roestvast staal uit het WOLF-leveringsprogramma

Systeem uit polypropyleen tot 120 °C, CE-goedkeuring

schoorsteenT400

Geschikt voor open en gesloten systemen

10

00

Schachtafdekking uit WOLF-leverings-programma

schoorsteenT400

Systeem uit polypropyleen tot 120 °C, CE-goedkeuring

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 58: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

58 3061720_201804

25

22

23

24

8

4

4

5

S

S

10 164/

Opmerkingen: Voor de revisie of scheiding aan de schuifmof (8) scheiden.Alle lucht-/rookgasbuisverbindingen voor de montage bijvoorbeeld met zeepsop bevochtigen of met een passend glijdmiddel vrij van silicone invetten.

De scheidingsinrichting (8) bij de montage tot aan de aanslag in de mof schuiven. De volgende lucht-/rookgasbuis (4) 50 mm (maat "S") in de mof van de scheidingsinrichting schuiven en in deze positie absoluutdeliggingfixeren,bijvoorbeeldmeteenbuisklemDN125(5) of luchtzijdig met een veiligheidsschroef.

Alle horizontale lucht-/rookgas-afvoerbuizen met > 3° verval (6 cm/m) naar het toestel monteren. Het condensaat dat ontstaat moet naar het toestel terugstromen.Centreerdriehoeken in het bereik buiseinde monteren.

* De montagehandleiding voor de rookgasinstallatie uit polypropyleen (PP) moet in acht genomen worden!

Spouwventilatie

De steunbocht (23) op de draagrail (22) vastzetten

Plat dak: De plafonddoorvoer ongeveer Ø 130 mm (14) in de dakafdekking kleven.Schuin dak: Bij (12) de aanwijzing voor de inbouw in de dakhel-ling op de kap in acht nemen.De dakdoorvoer (7) van boven door het dak voeren en met (6) op de balk of het metselwerk verticaal bevestigen.De dakdoorvoer mag enkel in de originele toestand inge-bouwd worden. Veranderingen zijn niet toegelaten.

Wanneer een revisieopening voor de lucht-/rookgasgeleiding nodig is dan moet een lucht-/rookgasafvoerbuis met revisieopening (3) ingebouwd worden (200 mm lengte voorzien).

Voor de revisie van (3) afsluiting losmaken, het deksel voor de rookgasbuis losdraaien en afnemen.

Revisiestuk (3)

Aanvullende montageaanwijzingen

12

13

6

14

7

65

05

50

-10

50

12

50

1750-2

300

15 16

220

>400

Afstand A bepalen. Lengte lucht-/rookgasafvoerbuis (4) altijd ca. 100 mm langer dan afstand A. Rookgasafvoerbuis altijd aan de gladde kant inkorten, niet aan de kant van de mof.Na het inkorten de rookgasafvoerbuis met een vijl afschuinen.

4

9

9

Afstan

d A

Verschuiving

11

10

11

11

4

4

Afstand A

Afstand A

Boog Verschuiving87° min. 205 mm45° min. 93 mm

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 59: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

593061720_201804

Aansluiting op vochtongevoelige rookgasafvoerbuis typen C53, C83x, gesloten systeem

De rechte horizontale uitlaatgasinstallatie mag niet meer dan 3m lang zijn. Voor de horizontale luchttoevoerleiding wordt een maximale leiding van 3m aanbevolen. Bijzon-dere vereisten voor niet met verbrandingslucht omgeven rookgasafvoerkanalen overeenkomstig DVGW-TRGI 2008,en/ofdestookverordeningvoorhetspecifiekelandmoeten in acht genomen worden.

Aansluiting op een niet met de gas-ketel gekeurde verbrandingsluchttoevoer- en rookgasafvoerbuis type C63x

Originele WOLF-onderdelen zijn gedurende vele jaren geoptimaliseerd, dragen het DVGW-kwaliteitssymbool en zijn op het WOLF HR-gaswandtoestel afgestemd. Bij alleen DIBT- of CE-goedgekeurde externe systemen, is de installateur zelf voor het correcte aanleggen en het probleemloze functioneren verantwoordelijk. Voor storin-gen of materiaal- en personenschaden die door foutieve leidinglengtes, te grote drukverliezen, voortijdig sleet met ontsnappend rookgas en condensaat of slechte functie bv. door losgekomen componenten veroorzaakt worden, kan met alleen DIBT- of CE-goedgekeurde externe systemen geen aansprakelijkheid aanvaard worden. De rechte lucht-/uitlaatgasgeleiding mag bij de installatie op een verbrandingsluchttoevoer- en uitlaatgasleiding niet meer dan 2 m lang zijn. Er mogen maximaal twee omkeringen van 90° naast de bocht voor de aansluiting van het toestel ingebouwd worden.Wanneer de verbrandingslucht uit de schacht genomen wordt moet deze vrij van verontreinigingen zijn.

Aansluiting op een vochtongevoelige lucht-/rookgasschoorsteen (CLV), Rookgasschoorsteen of rookgasinstallatie

Schoorstenen en rookgasinstallaties moeten door het bouw- en woningtoezicht voor condensatie-ketels toege-laten zijn (CE-keurmerk). De dimensionering gebeurt via de berekeningstabellen volgens de rookgaswaardegroep. Er mogen maximaal twee omkeringen van 90° naast de bocht voor de aansluiting van het toestel en/of het T-stuk ingebouwd worden. De toestemming voor bedrijf met overdruk is noodzakelijk.

Aansluiting op een vochtongevoelige lucht-/uitlaatgasschoorsteen type C43x

De rechte lucht-/rookgasafvoerbuis mag bij de installatie op een lucht-/rookgasschoorsteen niet meer dan 2,0 m lang zijn. Er mogen maximaal twee omkeringen van 90° naast de bocht voor de aansluiting van het toestel inge-bouwd worden.De lucht-/rookgasschoorsteen moet door het DIBT - Duit-se Instituut voor Bouwtechniek - en voor het bedrijf met condensatie-gasketels met overdruk toegelaten zijn.

Aansluiting op vochtongevoelige rookgasschoorsteen of rookgasinstallatie type B33, open systeem.

De rechte lucht-/rookgasafvoerbuis mag bij de installatie op een rookgasschoorsteen niet meer dan 2 m lang zijn. Er mogen maximaal twee omkeringen van 90° naast de bocht voor de aansluiting van het toestel ingebouwd worden.De rookgasschoorsteen moet door het DIBT gekeurd en voor het bedrijf met HR-ketels toegelaten zijn.Het aansluitstuk moet, indien nodig, bij de fabrikant van de schoorsteen aangeschaft worden.De luchtopeningen naar de opstellingsruimte moeten volledig vrij zijn.

Aansluiting op vochtongevoelige rookgasafvoerbuis type B23, open systeem.

De rechte horizontale rookgasinstallatie mag niet meer dan 3 m lang zijn.Er mogen in de horizontale rookgasafvoerbuis maximaal twee bochten van 90° naast de bocht voor de aansluiting van het toestel ingebouwd worden.

Bij deze uitvoering moeten de voorschriften voor de be-luchting en ontluchting van de opstellingsruimte volgens DVGW-TRGI in acht genomen worden.

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 60: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

60 3061720_201804

Warmteverbruiker Bijzonderheden

Verwarmings-circuit

Mengcircuit Hydraulische wissel

Systeemscheiding met warmtewisse-

laar

Parallelbedrijf verwarming II warm water

Cascade

Algemene informatie over hydrauliek

In het toestel is een toerentalgeregelde pomp ingebouwd, die afhankelijk van het brandervermogen wordt gemo-duleerd. Een overstroomventiel garandeert de minimale circulatie en verhinderd vergaand stromingsgeluiden in de installatie. Door de ingebouwde pomp en het overstroom-ventiel wordt de hiervoor beschreven restopvoerhoogte bepaald.

Opmerkingen- Restopvoerhoogte: Is de restopvoerhoogte van het toestel niet voldoende,

dan moet een hydraulische wissel worden gebruikt of een mengcircuit per injectieschakeling worden aange-sloten.

- Vloerverwarming: voor vloerverwarmingen met niet zuurstofdichte leidin-

gen, moet een systeemscheiding worden ingebouwd.

- Om te hoge temperaturen in het vloerverwarmings-circuit te vermijden, moet een temperatuurbewaker worden gebruikt!

- Verontreiniging: De condensatie-gasketel moet tegen verontreiniging

worden beschermd. Bij nieuwe installaties door een vui-lopvanginrichting (zeef) en bij oude installaties alsmede installaties met overwegend staalinstallatie moet een slibafscheider in de retourleiding worden ingebouwd.

Symbool in de hydraulische schema's:

Overzicht hydraulische schema's:

Warmteverbruiker BijzonderhedenInstallatie-voorbeeld

tot 240 kW

Nr.

Ontoelaatbare schema's! 1.1 1.2 1.3Directe verbinding van een mengercircuit per injectieschakeling 2

Ontkoppeling van de installatie met een hydraulische wissel 3x 4

x 5x x x 6x x 7x x 8

x x x 9x 2 x x 10

2x x x 11x 2x x x x 12

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 61: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

613061720_201804

Ontoelaatbare schema's

Directe aansluiting van een externe pomp

Reden:- De stromingssnelheden in het toestel overschrijden de

toegelaten hoeveelheid

- Het is niet effectief, de transporthoeveelheid door het directe aansluiten van een externe pomp te verhogen. Hetisefficiënter,eenhydraulischewisselofeeninjec-tieschakeling te gebruiken.

- De stromingsbewaking van het toestel wordt beïnvloed. Dit kan tot storingen bij het toestel leiden.

- Directe aansluiting van een mengercircuit zonder hydraulische ontkoppeling

Reden:- Bij gehele opening van de 3-wegmenger wordt de toe-

laatbare stromingssnelheid in het toestel overschreden.

- De stromingsbewaking van het toestel wordt beïnvloed. Dit kan tot storingen bij het toestel leiden.

Als ontkoppeling moet een voldoende groot gedimensio-neerde bypass tussen voorloop/retour in het mengercircuit worden ingebouwd (zie beschrijving van de injectiescha-keling)

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 62: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

62 3061720_201804

Directe verbinding van een mengercircuit per injectieschakeling

Toepassingsgebied

De injectieschakeling wordt gebruikt, wanneer een men-gercircuit met pomp direct (m.a.w. zonder hydraulische wissel) op een CGB-35/50 of CGB-K40-35 aangesloten moet worden. De injectieschakeling biedt vele voordelen ten opzichte van een traditionele dubbele bijmengscha-keling.

Beschrijving

De injectieschakeling bevat een open bypass tussen de aanvoer en de retour in het mengercircuit die de menger-cirkelpomp van het ketelcircuit ontkoppelt.

De met een blinde plug uitgeruste menger regelt de massastroom die in het mengercircuit geïnjecteerd wordt, afhankelijk van de aanvoertemperatuur.

Voordelen van de injectieschakeling ten opzichte van de bijmengschakeling:

- Er vindt een hydraulische ontkoppeling plaats zodat de toestelpomp en de mengcircuitpomp elkaar niet beïnvloeden.

- De hydraulische compensatie wordt aanzienlijk vereen-voudigd, aangezien per verbruikercircuit nog enkel 1 smoorventiel nodig is.

- Het vermogen van de pomp in het mengercircuit wordt verminderd, aangezien het drukverlies van de menger in het ketelcircuit erbij gerekend moet worden.

- Wanneer bij een vloerverwarming een overtemperatuur in het mengercircuit optreedt wordt de mengcircuitpomp weggeschakeld. Een bijkomend magneetventiel zoals bij de dubbele bijmengschakeling is voor de onder-breking van de verzorging van het mengercircuit niet meer nodig. Het wegschakelen van de toestelpomp is eveneens niet meer noodzakelijk.

Belangrijke vereisten aan de installatie:

- De 3-wegmenger moet met een blinde plug uitgerust worden (zie schema).

- De buisleiding van het mengercircuit moet correct ge-dimensioneerd worden (zie tabel).

- Het mengercircuit en eventueel andere bestaande verbruikerscircuits (zie schema)moeten met smoor-ventielen op elkaar afgestemd worden zodat vermeden wordt dat de verschillende verbruikers onvoldoende verzorgd worden.

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 63: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

633061720_201804

Afk. ArtikelGT Toesteltype CGB-35/50, CGB-K40-35RK Terugslagklep – openingsdruk 20 mbar

HKAS

Aansluitset verwarmingscircuit bestaande uit: 2 kogelkranen 1“ 2 vul- en ledigingskraan

SMF Vuilopvanginrichting 1¼“DV 1,2 Smoorventiel

KH Kogelkraan 1“BS Blinde pluggen - gelijke nominale diameter als de mengers

MI3-wegmenger

DN 20 kVS 6,3 tot 45 kW bij injectieschakeling (verwarmingscurveafstand 10 K)DN 25 kVS12 > 45 kW bij injectieschakeling (verwarmingscurveafstand 10 K)

Mengcircuit servomotorVF Voorloopsonde in de leveringsomvang van MMR MengregelaarV Leidingen

Leidingen in mengercircuit (MC) Voorloop, retour, bypass in mengercircuit

Transporthoeveelheid menger-circuit ∆T Nominaal verwarmings-

vermogen Nom. diameter - leidingen

VMI tot 1290 l/h 10 K tot 20 kW DN 25tot 2000 l/h 10 K tot 30 kW DN 32tot 3440 l/h 10 K tot 45 kW DN 40tot 5160 l/h 10 K tot 60 kW DN 50

Veiligheidsventiel is in het toestel ingebouwd

Planningsvoorbeeld ‘Injectieschakeling’

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 64: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

64 3061720_201804

Planningsvoorbeeld ‘hydraulische wissel’

ToepassingsgebiedHet gebruik van een hydraulische wissel is aan te beve-len als alternatief oplossing voor een injectieschakeling, wanneer verwamingszijdig bijzonder hoge volumestromen moeten lopen en wanneer een externe pomp zonder menger wordt aangesloten.Verder moet een hydraulische wissel worden gebruikt, wanneer meerdere CGB-35, CGB-50 of CGB-K40-35 hydraulisch als cascade samengevoegd moeten worden.

Schema

Belangrijke vereisten aan de installatieVoor het aanpassen van de getransporteerde hoeveelheid moet in de voorloop van het ketelcircuit een smoorschijf wordeningezet.Hierdoorwordteenongewensteretouraanheffingviadehydraulischewisselvermeden.Desmoor-schijf ligt in de verpakking van het toestel.De terugslagklep verhindert een door externe pompen veroorzaakte doorstroming van het toestel. De terugslagklep is bij cascade-installaties noodzakelijk. Hetverontreinigingsfilterbeschermthettoesteltegengrovedeeltjesuitdeinstallatie.Vooronderhoudvanhetfiltermoet een kogelventiel worden ingezet.Het is noodzakelijk dat een cascaderegelaar wordt gebruikt, omdat alleen zo de verwarmingsvoorlooptemperatuur geregeld kan worden.

Afk. ArtikelGT Toesteltype CGB-35/50FD Vlakke dichting 1¼“DS SmoorschijfRK Terugslagklep/

zwaartekrachtremHKAS Aansluitset verwarmingscircuit

bestaande uit: 2 kogelkranen 1“ 2 vul- en ledigingskranen

V LeidingenSMF Vuilopvanginrichting 1¼“KH Kogelkraan 1“HW Hydraulische wissel tot max. 4,5 m³/h

Hydraulische wissel tot max. 10 m³/h R Cascaderegelaar

Veiligheidsventiel is in het toestel ingebouwd

27. Ontwerpaanwijzingen

Page 65: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

653061720_201804

21

21

24 VAC

54

33

22

11

gn/g

ebr

brbl

ws

gn

21

12

blbr

ge/g

n

sw

1

1

2

2

Y2Y1

X10

br bl

ge/g

n

34

52

1

32

1

LN

LN

LL

NL

NL

NL

N+

-~

+-

+-

~~

~~

~+-

++-

~~

~+

+-

V1V2

eBUS

eBU

S

gngertGND

GND

R68

0

12V

+

+

-

-

eBus

GND

GND12VDC

B2

S2>

X1X2

X3X6

X4

X7

X5

X9

X8

br

br

gn

gn

wsw

s

br

wsgn

br

wsgn

brgnws

gewsbrgnbrgngews

ge/gn

sw

bl

br

bl

br

bl

br

bl

br

sw

br

bl

sw

ws

rs

br

ws

gr

gn

ge

ws

ge gn br

A2

A1

br

blsw ge/g

n

1234

AFE1

eBUS

+-

12

ab

ZA1

NN

NL1

L1L1

oo

oo

oo

MT 3,15A

F1

12

12

12

br

blge/gr

sw

ws

rt

L1N

gn

wsgrrsbr

ge

L1N

L1N

L1N

rt

B1

S1>

ws ge gn br

S3>

21

12

2 1

12

ge

ge

PWM

BrBl

Y0 (g

asco

mbi

vent

iel)

M1

(pom

p)

B3

(ioni

satie

)E1

(ont

stek

ings

eenh

eid)

M2

(ven

tilat

or)

Bra

nder

(TW

-ro

okga

s)

(Ret

ourv

oel

er)

(Aan

voer

voe

ler)

(TW

-aa

nvoe

r)

(TW

-ve

rbra

n-di

ngsk

amer

)X1

1.1

(ver

war

min

gske

tels

)

X12

(3-w

eg-o

msc

hake

lven

tiel)

B 4

.1 B

oile

rvoe

ler

Beh

uizi

ng

blau

w

(par

amet

erst

ekke

r)

eBus

-ste

kker

(ran

daar

dek

lem

)

Net

Net

Uitgang A 1

Toebehoren

Verwarmingscirculatiepomp

Ontsteking

Ventilator

Ionisatie

Ingang E1Buitenvoeler

RetourvoelerTW-rookgasTW-aanvoer

Aanvoervoeler

PWMToerental

3WU-WW3WU-HZ

Massa

PWM-pomp

B 4

.2 D

oorla

atse

nsor

X11.

2 (c

ombi

kete

l)

PWM

-pom

p

Net

aans

luiti

ng

rand

aard

este

k-ke

r

Boilervoeler/Hall-sensor

(ran

daar

dest

ekke

r nie

t bij

CG

B-K

40-3

5)

Aan

slui

tkas

t:N

et

230

VAC

50

Hz

Z ex

tern

toeb

ehor

en 2

30 V

AC

A1

configureerbareuitgang

E1

configureerbareingang

eBus

bus

aans

luiti

ng v

oor e

xter

ne

R

egel

ings

toeb

ehor

enA

F bu

itens

onde

28. Schakelschema

Page 66: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

66 3061720_201804

Type CGB-35 CGB-K40-35 CGB-50Nominaal verwarmingsvermogen bij 80/60 °C kW 32,0 32/39 2) 46,0Nominaal verwarmingsvermogen bij 50/30°C kW 34,9 34,9/- 49,9Nominale warmtebelasting kW 33,0 33/40 2) 47,0Kleinste verwarmingsvermogen (modulerend) bij 80/60 Aardgas kW 8 8 11 Vloeibaar gas kW 8,5 8,5 11,7Kleinste verwarmingsvermogen (modulerend) bij 50/30 Aardgas kW 9 9 12,2 Vloeibaar gas kW 9,5 9,5 12,9Kleinste warmtebelasting (modulerend) Aardgas kW 8,5 8,5 11,7 Vloeibaar gas kW 9,0 9,0 12,4Verwarmingsaanvoer buiten-Ø G 1¼“ 1¼“ 1¼“Verwarmingsretour buiten-Ø G 1¼“ 1¼“ 1¼“Warmwateraansluiting G - ¾“ -Koudwateraansluiting G - ¾“ -Afvalwateraansluiting (condensaat) 1“ 1“ 1“Gasaansluiting R ¾“ ¾“ ¾“Lucht-/rookgasafvoerbuisaansluiting mm 80/125 80/125 80/125Toestelafmetingen HxBxD mm 855x440x393 855x440x393 855x440x393Gasaansluitwaarde:Aardgas E/H (Hi = 9,5 kWh/m³= 34,2 MJ/m³) m³/h 3,47 3,47/4,34 2) 4,94Aardgas LL (Hi = 8,6 kWh/m³ = 31,0 MJ/m³) 1) m³/h 3,84 3,84/5,10 2) 5,5Vloeibaar gas P (Hi = 12,8 kWh/kg = 46,1 MJ/kg) 4) kg/h 2,57 2,57/3,40 2) 3,66Gasaansluitdruk: Aardgas mbar 20 20 20 Vloeibaar gas mbar 50 50 50Fabrieksinstelling maximale voorlooptemperatuur °C 75 75 75Max. totaaloverdruk verwarming bar 3,0 3,0 3,0Waterinhoud van de verwarmings-warmtewisselaar Liter 2,5 2,5 2,5Temperatuurbereik warm water (instelbaar) °C 15-65 15-65 15-65Debiet warm water l/min - 2,0-12 -Minimum vloeidruk/Minimum vloeidruk volgens EN625 bar - 0,2/1,0 -Spec.waterdebiet‘D’bij∆T=30K l/min - 18 -Max. toeg. totale overdruk bar - 10 -Temperatuurbereik warm water 3) °C - 40-60 -Corrosiebescherming warmtewisselaar warm water - Roestvast staal -Nominaal verwarmingsvermogen: Rookgasmassastroom g/s 15 15/18 2) 21,5 Uitlaatgastemperatuur 80/60 - 50/30 °C 68-45 68-45 80-50 Beschikbare opvoerhoogte van de gasventilator Pa 115 115 145Kleinste warmtebelasting Rookgasmassastroom g/s 3,9 3,9 5,3 Uitlaatgastemperatuur 80/60 - 50/30 °C 60-35 60-35 60-38 Beschikbare opvoerhoogte van de gasventilator Pa 10 10 10Rookgaswaardegroep volgens DVGW G 635 G52 G52 G52NOx-klasse 6 6 6Elektrische aansluiting V~/Hz 230/50 230/50 230/50Ingebouwde zekering (middeltraag) A 3,15 3,15 3,15Elektrische vermogensopname met verwarmingscircuitpomp modulerend / klasse A

W

130/110

135/115

175/150

Beschermingsklasse IPX 4D IPX 4D IPX 4DTotaal gewicht (leeg) kg 45 48 45Hoeveelheid condensaatwater bij 40/30 °C Liter/h 3,9 3,9 5,5pH-waarde van het condensaat 4 4 4CE-identificatienummer CE-0085BP5571DVGW kwaliteitssymbool VP 112 QG-3202BQ0155ÖVGW kwaliteitssymbool G 2.775 - G 2.7751) geldt niet voor Oostenrijk/Zwitserland2) verwarmingswerking/warmwaterwerking3) met betrekking tot een koudwatertemperatuur van 10 °C4) geldt niet voor Zwitserland

29. Technische gegevens

Page 67: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

673061720_201804

30. Storing - Oorzaak - OplossingVia de eBus-compatibele WOLF-regelingstoebehoren wordt in geval van een storing een foutcode aangegeven die met behulp van de volgende tabel Oorzaak en Oplossing toegewezen kan worden. Deze tabel moet de verwarmings-vakman het zoeken naar de fout in geval van een storing vergemakkelijken.

Fout- code

Storing Oorzaak Oplossing

1 TBV overtemperatuur Waterdruk te laag

De aanvoertemperatuur heeft de grens voor de TBV-uitschakeltemperatuur overschreden, de warmtewisselaar is extreem vervuild of de waterdrukschakelaar schakelt uit bij een druk < 1,0 bar

De druk van de installatie controleren. De verwarmingscircuitpomp controleren. De installatie ontluchten. De ontstoringstoets indrukken. De warmtewisselaar reinigen. TB-verbrandingskamer controleren. Installatiedruk verhogen.

4 Geen vlamvorming. Bij de start van de brander wordt geen vlam gevormd Gastoevoerleiding controleren, zo nodig gaskogelkraan openen. De gloeiplug en de ontstekingskabel controleren. de ontstoringstoets indrukken.

5 Vlamuitval tijdens werking Uitval van de vlam binnen 15 sec. na de herkenning van de vlam

De CO2-waarden controleren. De ionisatie-elektrode en de kabel controleren. de ontstoringstoets indrukken.

6 TW overtemperatuur De aanvoer-/retourtemperatuur heeft de grens voor de temperatuurbewaker-uitschakeltemperatuur overschreden.

De druk van de installatie controleren. De installatie ontluchten.

7 TBA-overtemperatuur Overdruk in het rookgassysteem

De rookgastemperatuur heeft de grens voor de TBA-uitschakeltemperatuur overschreden, rookgassysteem is verstopt, luchttoevoer is verstopt

De pot van de verbrandingskamer op een correcte montage controleren Warmtewisselaar reinigen Rookgassysteem controleren. Luchttoevoer controleren.

11 Vlamsimulatie Vooraleer de brander start wordt reeds een vlam herkend. de ontstoringstoets indrukken.12 Aanvoersonde defect

Gasdruk te laagDe aanvoertemperatuurvoeler of de kabel is defect, of de gasdruk is < dan de ingestelde waarde op de gasdrukschakelaar (wordt pas na 15 min. weergegeven).

Kabel controleren. Aanvoervoeler controleren. Gasdruk controleren. Controle-inrichting voor de gasdruk (toebehoren) controleren.

14 Boilervoeler defect De temperatuurvoeler voor het warme water of de toevoerleiding is defect.

De voeler controleren, de kabel controleren.

15 Buitentemperatuurvoeler defect

De voeler voor de buitentemperatuur of de kabel is defect Kabel controleren. De buitentemperatuursensor controleren.

16 Retourvoeler defect De voeler voor de retourtemperatuur of de kabel is defect Kabel controleren. Retourvoeler controleren.

20 Fout gasklep ‘1’ Na de start van de brander wordt nog gedurende 15 sec. een vlam gemeld, alhoewel het gasventiel 1 een uitschakelbevel ontvangen heeft

Het gascombiventiel vervangen.

21 Fout gasventiel ‘2’ Na de start van de brander wordt nog gedurende 15 sec. een vlam gemeld, alhoewel het gasventiel 2 een uitschakelbevel ontvangen heeft

Het gascombiventiel vervangen.

24 Fout gasventilator De ventilator bereikt niet het voorspoeltoerental De toevoerleiding naar de gasventilator en de gasventilator controleren. de ontstoringstoets indrukken.

25 Fout gasventilator De gasventilator bereikt niet het ontstekingstoerental De toevoerleiding naar de gasventilator en de gasventilator controleren. de ontstoringstoets indrukken.

26 Fout gasventilator De gasventilator bereikt geen stilstand De toevoerleiding naar de gasventilator en de gasventilator controleren. de ontstoringstoets indrukken.

30 CRC-fout hoogrendementsketel

De EEPROM-record ‘hoogrendementsketel’ is ongeldig. Net uit- en aanschakelen, wanneer geen succes de regelingsprintplaat vervangen.

31 CRC-fout brander De EEPROM-record „brander“ is ongeldig. Net uit- en aanschakelen, wanneer geen succes de regelingsprintplaat vervangen.

32 Fout in de 24 VAC-voeding De 24 VAC-voeding buiten het toegelaten bereik (bijvoorbeeld kortsluiting)

Driewegklep controleren Gasventilator controleren.

33 CRC-fout default-waarden De EEprom-record „Masterreset“ is ongeldig De regelingsplatine vervangen.34 CRC-fout BCC Fout van de parameterstekker configuratiejumperuitwisselen.35 BCC ontbreekt Parameterstekker werd verwijderd Correcteconfiguratiejumperplaatsen.36 CRC-fout BCC Fout van de parameterstekker configuratiejumperuitwisselen.37 Verkeerde BCC De parameterstekker is niet compatibel met de regelingsprintplaat Correcte parameterstekker opsteken38 BCC nr. ongeldig Fout van de parameterstekker configuratiejumperuitwisselen.39 BCC-systeemfout Fout van de parameterstekker configuratiejumperuitwisselen.41 Stromings-controle Retourtemperatuur > aanvoer + 25 K De installatie ontluchten, de druk van de

installatie controleren. De verwarmingscircuitpomp controleren.

50 Activering parameterstekker Parameterstekker moet nog worden geactiveerd Ontstoringstoets 2 x indrukken52 Activering parameterstekker Parameterstekker moet nog worden geactiveerd Ontstoringstoets 2 x indrukken60 Trilling van de

ionisatiestroomDe sifon is verstopt of het rookgassysteem is verstopt, zware storm

De sifon reinigen, het rookgassysteem controleren, de luchttoevoer controleren, de controle-elektrode checken.

61 Daling van de ionisatiestroom Slechte kwaliteit gas, controle-elektrode defect, zware storm De controle-elektrode en de kabel controleren.LED constant rood Kortsluiting van de ionisatieleiding of ionisatie-elektrode op

aarde (behuizing)De ionisatiekabel en de positionering van de elektrode naar de brander controleren. de ontstoringstoets indrukken.

Page 68: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

68 3061720_201804

31. Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811/2013Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811/2013

Productgroep: CGB-35/50

Naam van de leverancier of het handelsmerk

WOLF Energiesystemen

WOLF Energiesystemen

Typeaanduiding van de leverancier CGB-35 CGB-50

Seizoensgebonden energie-efficiëntieklasse voor ruimteverwarming

A A

Nominale warmteafgifte Prated kW 32 46

Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming ηs % 93 93

Jaarlijks energieverbruik voor ruimteverwarming QHE kWh 17892 25720

Geluidsvermogensniveau, binnen LWA dB 48 52

De te nemen specifieke voorzorgsmaatregelen voor de assemblage, de installatie of het onderhoud

Zie de montagehandleiding

Zie de montagehandleiding

Wolf GmbH, Postfach 1380, D-84048 Mainburg, Tel. +49-8751/74-0, Fax +49-8751/741600, Internet: www.wolf-energiesystemen.nl Artikelnummer: 3020270 03/2015 NL

Page 69: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

693061720_201804

31. Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811/2013

Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811/2013

Productgroep: CGB-K-40-35

Naam van de leverancier of het handelsmerk WOLF Energiesystemen

Typeaanduiding van de leverancier CGB-K-40-35

Capaciteitsprofiel XL

Seizoensgebonden energie-efficiëntieklasse voor ruimteverwarming A

Energie-efficiëntieklasse voor waterverwarming A

Nominale warmteafgifte Prated kW 32

Jaarlijks energieverbruik voor ruimteverwarming QHE kWh 17892

Jaarlijks brandstofverbruik ten behoeve van waterverwarming AFC GJ 18

Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming ηs % 93

Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor waterverwarming ηwh % 82

Geluidsvermogensniveau, binnen LWA dB 50

De te nemen specifieke voorzorgsmaatregelen voor de assemblage, de installatie of het onderhoud

Zie de montagehandleiding

Wolf GmbH, Postfach 1380, D-84048 Mainburg, Tel. +49-8751/74-0, Fax +49-8751/741600, Internet: www.wolf-energiesystemen.nl Artikelnummer: 3020339 03/2015 NL

Page 70: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

70 3061720_201804

Type CGB-35 CGB-K40-35 CGB-50

Verwarmingsketel met rookgascondensor

[ja/neen] Ja Ja Ja

Lagetemperatuurverwarmings-ketel (**)

[ja/neen] Neen Neen Neen

B11-ketel [ja/neen] Neen Neen NeenRuimteverwarmingstoestel op basis van warmtekrachtkoppeling

[ja/neen] Neen Neen Neen

Indien ja, uitgerust met een aanvullend verwarmingstoestel

[ja/neen] - - -

Combinatieverwarmingstoestel [ja/neen] Neen Ja NeenKenmerk Sym-

boolEenheid

Nominale warmteafgifte Prated kW 32 32 46Nuttige warmteafgifte bij nominale warmteafgifte en hogetemperatuurregime (*)

P4 kW 32,0 32,0 46,0

Nuttige warmteafgifte bij 30 % van de nominale warmteafgifte en lagetemperatuurregime (**)

P1 kW 9,6 9,6 13,8

Aanvullend elektriciteitsverbruik bij volledige lading

elmax kW 0,056 0,056 0,089

Aanvullend elektriciteitsverbruik bij deellast

elmin kW 0,018 0,018 0,019

Aanvullend elektriciteitsverbruik in stand-by-stand

PSB kW 0,003 0,003 0,003

Seizoensgebonden energie-efficiëntievoorruimteverwarming

ns % 93 93 93

Nuttig rendement bij nominale warmteafgifte en hogetemperatuurregime (*)

n4 % 88,2 88,2 88,1

Nuttig rendement bij 30 % van de nominale warmteafgifte en lagetemperatuurregime (**)

n1 % 98,2 98,2 97,8

Warmteverlies in stand-by Pstby kW 0,059 0,059 0,059Energieverbruik van ontstekingsbrander

Ping kW 0,000 0,000 0,000

Emissies van stikstofoxiden NOx mg/kWh 17 17 23Opgegevencapaciteitsprofiel (M, L,

XL, XXL)- - XL -

Dagelijks elektriciteitsverbruik Qelec kWh - 0,348 -Energie-efficiëntievoorwaterverwarming

nwh % - 82 -

Dagelijks brandstofverbruik Qfuel kWh - 23,443 -Contactgegevens WOLF GmbH, Industriestraße 1, D-84048 Mainburg

(*) Hogetemperatuurregime betekent een retourtemperatuur van 60°C bij de inlaat van het verwarmingstoestel en een toevoertemperatuur van 80°C bij de uitlaat van het verwarmingstoestel.(**) Lage temperatuur betekent voor verwarmingsketels met rookgascondensor een retourtemperatuur van 30 °C, voor lagetemperatuurketels 37 °C en voor andere verwarmingstoestellen 50 °C

(bij de inlaat van het verwarmingstoestel).

32. Technische parameters overeenkomstig verordening (EU) Nr. 813/2013

Page 71: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

713061720_201804

Gerdewan JacobsDirecteur techniek

Mainburg, 01.08.2017

0085

EG-CONFORMITEITSVERKLARING(volgens ISO/IEC 17050-1)

Nummer: 3061720

Ondertekenaar: WOLF GmbH

Adres: Industriestraße 1, D-84048 Mainburg

Product: HR-gaswandtoestel CGB-35 CGB-50 CGB-K40-35

Het hierboven beschreven product is conform de eisen van de volgende documenten:

§6, 1. BImSchV, 26.01.2010DIN EN 437 : 2009 (EN 437 : 2003 + A1 : 2009)DIN EN 13203-1 : 2015 (EN 13203-1 : 2015)DIN EN 15502-2-1 : 2013 (EN 15502-2-1 : 2012)DIN EN 15502-1 : 2015 (EN 15502-1 + A1 : 2015)DIN EN 60335-1 : 2012 / AC 2014 (EN 60335-1 : 2012 / AC 2014)DIN EN 60335-2-102 : 2016 (EN 60335-2-102 : 2016)DIN EN 62233 : 2009 (EN 62233 : 2008)DIN EN 61000-3-2 : 2015 (EN 61000-3-2 : 2014)DIN EN 61000-3-3 : 2014 (EN 61000-3-3 : 2013)DIN EN 55014-1 : 2012 (EN 55014-1 : 2006 + A1 : 2009 + A2 : 2011)

Conform de bepalingen van de volgende richtlijnen

92/42/EEG (Richtlijn rendementseisen cv-ketels)2016/426/EU (Verordening gastoestellen)2014/30/EU (EMC-richtlijn)2014/35/EU (laagspanningsrichtlijn)2009/125/EG (ErP-richtlijn)2011/65/EU (RoHS-richtlijn)Verordening (EU) 811/2013Verordening (EU) 813/2013

wordt het product als volgt gemarkeerd:

Jörn FriedrichsDirecteur Ontwikkeling

De fabrikant is als enige verantwoordelijk voor het opstellen van de conformiteitsverklaring.

Page 72: Montagehandleiding HR-gaswandketel - WOLF...EN 12831 Procedure voor berekening van de standaard warmtebelasting. EN 12828 Zekerheidstechnische uitrusting van verwarmingsinstallaties

WOLF ENERGIESYSTEMEN

POSTFACH 1380 / D-84048 MAINBURG / TEL. +49.0.87 51 74- 0 / FAX +49.0.87 51 74- 16 00

www.WOLF.eu

Art.-nr.: 3061720_201804 Wijzigingen voorbehouden