mee-sectorrapport 2014 chemische industrie › sites › default › files › 2015 › 07 ›...
TRANSCRIPT
MEE-Sectorrapport 2014
Chemische industrie
Colofon
Projectnaam: MEE-monitoring 2014
Sector: Chemische industrie
Datum: 16 juni 2015
Status: Definitief
Kenmerk: 1235678/CAB / FVDP/156004
Locatie: Utrecht
Contactpersoon: Christiaan Abeelen / Frank van der Pas
Inhoud
Hoofdstuk 1. Inleiding .......................................................................... 1
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP ...................................................... 3
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler.......................................................... 4
Hoofdstuk 6. Tabellen .......................................................................... 5
I
Samenvatting
Kerngegevens
Sectorgegevens Chemische industrie
Aantal MEE-deelnemers in 2014 53
Aantal beschouwde bedrijven voor 2014 in dit rapport 53
Aantal toetreders in 2014 0
Aantal uittreders in 2014 3
Werkelijk energieverbruik 2014 (TJ) 313.708
Effecten van maatregelen 2014 t.o.v. 2013 2014 t.o.v. 2009
Procesefficiencyverbetering 3.746 TJ (1,2%) 20.655 TJ (6,2%)
Besparing in de keten 3.651 TJ (1,2%) 9.322 TJ (2,9%)
Resultaten
Energieverbruik
Het totale energieverbruik van de sector bedroeg 313.708 TJ in 2014. Dit is 0,4% lager dan in
2013. De verschillende invloeden (besparende maatregelen, groei van de productie en overige
invloeden) houden elkaar ongeveer in evenwicht. Het energiegebruik is 1,0% lager dan in
2009.
Uitvoering van het MJP van de sector
In het MJP heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot een jaarlijkse ge-
aggregeerde besparing van 16.243 TJ leiden. Na twee jaar bedraagt het jaarlijkse effect van
maatregelen 14.478 TJ. Hiermee is 89% van de voorgenomen besparing gerealiseerd.
Energiebesparing in het proces
In 2014 hebben 39 bedrijven 142 nieuwe procesmaatregelen uitgevoerd. Deze hebben samen
een besparing van 3.746 TJ opgeleverd. De belangrijkste procesmaatregelen zijn:
Upgrade installaties tijdens turn-around
Uitvoeren technologieplan
Aansluiting op 26 bar stoomnet
Energiebesparing in de keten
32 van de bedrijven voeren ook ketenmaatregelen uit. Door het uitvoeren van 23 nieuwe of
intensivering van 85 bestaande ketenmaatregelen is in 2014 3.651 TJ (1,2%) extra besparing
gerealiseerd, waarbij de besparing vooral in de productketen (de gebruiksfase van het pro-
duct) is gestegen. Daarmee komt de totale besparing in de keten 9.322 TJ (2,9%) hoger uit
dan in 2009, de start van het MEE-convenant. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn:
Reductie fakkelverliezen waardoor brandstof bespaard wordt
Smeerolie met lagere weerstand
Stoom en elektriciteit van ONRIN
II
Vooruitblik
Algemene ontwikkelingen
Veel chemiebedrijven benutten de gunstige marktomstandigheden om nieuwe producten te
ontwikkelen, nieuwe markten aan te boren en in de productie-installaties te investeren.
Bijkomend lichtpunt is dat buitenlandse investeerders in 2014, mede door inspanningen van
het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), 17 investeringsprojecten hebben aange-
kondigd voor de chemische industrie, met een totale waarde van 275 miljoen euro en bijna
duizend banen.
De resultaten over 2014 zijn bevredigend in de context van de structureel uitdagende mondia-
le concurrentiepositie van de chemie in Nederland en Europa. Zo hebben de fors lagere ener-
gie- en grondstoffenprijzen in de VS - door de beschikbaarheid van schaliegas - effect op de
exportcijfers. De uitvoer van chemieproducten van Nederland naar de Verenigde Staten is in
2014 gehalveerd ten opzichte van het topjaar 2011.
Convenantactiviteiten
VNCI heeft met haar leden in 2014 een aantal activiteiten opgepakt. Zo zijn er een aantal regi-
onale workshops georganiseerd in het kader van SPiCE3 (EU project) gericht op uitwisselen
van best practices en energy management systemen. Verder heeft de VNCI het afgelopen jaar
geparticipeerd in verschillende bijeenkomsten over procesintensificatie en een onderzoek (‘Fuel
up’) laten uitvoeren naar de (toekomstig) beschikbare technologie voor hergebruik van warm-
te.
De VNCI is samen met het Ministerie van Economische zaken met alle grote chemieclusters in
Nederland in gesprek gegaan over investeringsmogelijkheden om de competitiviteit van de
clusters te vergroten. Hieruit zijn diverse initiatieven/vervolgacties voortgekomen. Zo zijn alle
chemieclusters actief in het realiseren van infrastructuur (en benodigde organisatie) om effici-
entere benutting van (rest)warmte mogelijk te maken.
De VNCI heeft zich hard gemaakt om de inzet van biomassa als grondstof verder te stimuleren
en er zijn stappen gemaakt met de Green Deal voor certificering van biomassa,. Verder keken
diverse partijen naar de mogelijkheden van biomassa voor het opwekken van stoom. Een mooi
voorbeeld is de Eneco Bio Golden Raand-centrale in Delfzijl, die straks in plaats van elektriciteit
stoom gaat leveren aan het chemiecluster.
In 2014 is het project Power2Product gestart om te onderzoeken hoe de sector een bijdrage
kan leveren aan de stabiliteit van het elektriciteitsnet en daarmee tegelijkertijd aan verduur-
zaming van de eigen energievoorziening.
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2014 Chemische industrie | Pagina 1 van 7
Hoofdstuk 1. Inleiding
Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MEE-convenant.
De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van:
de ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009;
de verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar;
de spiegeling ten opzichte van het MJP van de sector;
de ontwikkeling van het effect van de PE- en KE-maatregelen vanaf 2010.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen.
Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het
kader van de jaarlijkse MEE-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de
methodiek energie-efficiency zoals die is vastgelegd in de Handreiking monitoring MEE. Details
over de methodiek kunt u vinden op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Neder-
land (RVO.nl).
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik
Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2009 zien.
Voor 2009 wordt alle energieverbruik als primaire energie getoond. Vanaf 2010 wordt het
energieverbruik gesplitst in verschillende energiedragers.
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
350.000
400.000
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
En
erg
iev
erb
ruik
[T
J-p
rim
air
]
Jaarlijks primaire-energieverbruik
Elektriciteitsverbruik Aardgasverbruik Warmteverbruik Verbruik overige brandstoffen
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2014 Chemische industrie | Pagina 2 van 7
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik
Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het
energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.
Netto is er slechts een geringe verandering in energiegebruik: een daling van 0,4%. Maatrege-
len in het proces (PE-maatregelen) hebben in 2014 een besparend effect (het relatieve ener-
gieverbruik wordt minder) van 3.746 TJ. Het Volume-effect (effect door verschil in productie-
hoeveelheid) is verhogend (meer energieverbruik) door een licht hogere productie (4.183 TJ,
of 1,3%). In het volume-effect is ook het effect opgenomen van de 3 uitgetreden bedrijven,
samen ca. 0,5 PJ. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren
die de sector heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van
vorig jaar of gunstige/ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze op-
telsom is in 2014 uiteindelijk een besparend effect van 3.039 TJ. De post Onverklaard is de
rest post. De rest post van 1.316 TJ is ontsparend: het verwachte energieverbruik (de optel-
som van de eerste vier posten in de grafiek) is lager dan het werkelijke energieverbruik. Hoe
kleiner de rest post, des te beter het werkelijke energieverbruik in de sector is verklaard.
Ontwikkeling WKK
In tegenstelling tot de rest van dit rapport, gaat deze paragraaf over de bedrijven in de che-
mie-sectoren van zowel MJA als MEE. Van de 114 bedrijven in de sector hebben er 16 een ei-
gen WKK, waarvan de meeste in het MEE convenant. Vijf bedrijven nemen energie af van een
externe WKK en sommige bedrijven nemen energie af van zowel interne als externe WKK. De
WKK’s in eigen beheer hebben samen een opgesteld vermogen van ruim 3 GWth en ruim 1
GWe. Twee kleinere WKK’s zijn in 2014 buiten gebruik gezet.
Samen produceren deze installaties in 2014 83 PJ elektriciteit en 61 PJ warmte. Daarvan is 21
PJ elektriciteit en 20 PJ warmte afkomstig van externe WKK’s. De productie van elektriciteit uit
WKK’s is in 2014 met 6% gedaald, de warmteproductie is op gelijke hoogte gebleven. Wanneer
we de nieuwe toetreder buiten beschouwing laten, is de productie van elektriciteit uit WKK’s
over 3 jaar met bijna 33 PJ (29%) gedaald, die van warmte met 7,5 PJ (12%). Hoewel de da-
ling voor een groot deel volgt uit de verminderde inzet van één grote installatie, geldt dat de
meeste installaties minder produceren. De verminderde inzet van WKK’s leidt in de afgelopen 3
jaar tot een hoger energiegebruik van bijna 2 PJ (op een totaal verbruik van 350 PJ).
En
erg
iev
erb
ruik
2013
314.9
93
PE
-ma
atr
eg
ele
n
(besp
are
nd
) -
3.7
46
Vo
lum
e-e
ffect
(verh
og
en
d)
4.1
83
Ov
eri
ge
in
vlo
ed
sfa
cto
ren
(b
esp
are
nd
) -
3.0
39
On
verk
laard
(o
nts
pare
nd
)
1.3
16
En
erg
iev
erb
ruik
2014
313.7
08
250.000
260.000
270.000
280.000
290.000
300.000
310.000
320.000
En
erg
ie [
TJ
-pri
mair
]
Verklaring verandering energieverbruik 2014 t.o.v. 2013
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2014 Chemische industrie | Pagina 3 van 7
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP
Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen
maatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012. De onderste horizontale lijn is de sector-
doelstelling voor 2016 op basis van zekere maatregelen (de ‘minimale voorgenomen bespa-
ring’), de bovenste lijn is de voorgenomen besparing gebaseerd op zekere en voorwaardelijke
maatregelen.
Uit de grafiek blijkt dat na twee jaar tijd de maximaal voorgenomen besparing al nagenoeg is
gerealiseerd. De groei in 2014 is in gelijke mate te danken aan procesefficiency als keteneffici-
ency. Het feit dat de voorgenomen besparing al nagenoeg is gerealiseerd wil overigens niet
zeggen dat alle voorgenomen maatregelen ook daadwerkelijk uitgevoerd zijn; een deel is ook
vervangen door andere projecten. Ruim 1%-punt van het resultaat is het gevolg van projecten
die aanvullend op het EEP zijn genomen. Dit geldt zowel voor proces- als voor ketenefficiency.
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
2013 2014 2015 2016
Aan
deel
van
en
erg
iev
erb
ruik
Voortschrijdend resultaat versus sectordoelstelling
Minimaal voorgenomen besparing Maximaal voorgenomen besparing Resultaat
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2014 Chemische industrie | Pagina 4 van 7
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler
Het MEE-convenant kent twee pijlers: procesefficiency en ketenefficiency. De grafieken geven
de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2010 weer. Deze resultaten zijn aangegeven als percen-
tage van het energieverbruik van de sector. DE-inspanningen vallen buiten het convenant en
zijn daarom niet weergegeven.
De besparing door procesefficiency maatregelen is in 2014 met 1,3% toegenomen. Dat per-
centage is in lijn met de besparing die in eerdere jaren is behaald. In totaal is sinds 2010 6,2%
besparing gerealiseerd door procesefficiency maatregelen.
De besparing door ketenefficiency is in 2014 sterk gegroeid. Daarbij moet opgemerkt worden
dat de besparing in 2013 is gecorrigeerd ten opzichte van de cijfers zoals vorig jaar
gerapporteerd. In overleg met het bedrijf is besloten een destijds gerapporteerde maatregel
met een grote besparing (1,5 PJ) te schrappen, wegens discussie over de referentiesituatie.
Daarnaast zijn enkele andere kleinere besparing aangepast n.a.v. nieuwe uitgangspunten voor
de besparingsberekeningen.
De groei van de ketenbesparing in 2014 zit met name in de productketen. Deze groei is vrijwel
volledig het gevolg van intensivering van bestaande ketenprojecten.
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
PE
-be
sp
ari
ng
PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2010)
-0,5%
0,0%
0,5%
1,0%
1,5%
2,0%
2,5%
3,0%
3,5%
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
KE
-besp
ari
ng
KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2009)
Productieketen Productketen
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2014 Chemische industrie | Pagina 5 van 7
Hoofdstuk 6. Tabellen
De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energiever-
bruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009. De besparing in de keten wordt afgezet te-
gen de besparing zoals die in 2009, de start van het MEE-convenant, reeds werd gerealiseerd.
De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen
op jaarbasis ten opzichte van 2012, het basisjaar voor de EEP’s. Er is daarbij niet gecorrigeerd
voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1
en 2 zijn in TJ primair per jaar.
De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2010 hebben gerapporteerd.
Van deze bedrijven zijn alle beschikbare en relevante cijfers vanaf 2006 tot en met 2014 in het
sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2014
in dit rapport zijn meegenomen.
Tabel 1 Energie- en besparingscijfers.
Resultaten per jaar [TJ] 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Werkelijk energieverbruik 317.035 330.211 320.666 329.347 314.993 313.708
Besparing door PE-maatregelen 0 2.536 4.696 4.214 5.463 3.746
KE-besparing in de productieketen 5603 5.596 8.299 9.043 9.199* 9.884
KE-besparing in de productketen 62 55 283 675 2.136* 5.102
*Op verzoek van bedrijven zijn enkele grote correcties doorgevoerd van de besparingen van
enkele maatregelen.
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2014.
Categorie Subcategorie
Effect [TJ] ten opzichte van 2012
Verwacht eindresultaat in 2016 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar
Procesefficiency
Procesmaatregelen 8.599 6.989
Installaties en gebouwen 856 494
Energiezorg en gedragsmaatregelen 699 981
Strategische projecten 817 746
Subtotaal procesefficiency 10.971 9.209
Ketenefficiency
Maatregelen in de productieketen 2.620 841
Maatregelen in de productketen 2.652 4.428
Subtotaal ketenefficiency 5.272 5.269
Totaal 16.243 14.478
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2014 Chemische industrie | Pagina 6 van 7
Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders.
Bedrijfsnaam Status in 2014 Meegenomen in 2014?
Opmerking
Air Products Nederland B.V., locatie Botlek Deelnemer Ja
Air Products Nederland B.V., locatie Pernis Deelnemer Ja
AKZO Nobel B.V. Hengelo (O) Deelnemer Ja
AKZO Nobel Chemicals B.V. Chelaten, Herkenbosch Deelnemer Ja
AKZO Nobel Coatings B.V. Deelnemer Ja
AKZO Nobel Decoratieve Coatings B.V., locatie Wapen-veld
Deelnemer Ja
AKZO Nobel Functional Chemicals B.V. Kleefse Waard CMC Plant
Deelnemer Ja
AKZO Nobel Functional ChemicalsB.V./Elotex Deelnemer Ja
AKZO Nobel Industrial Coatings B.V. Deelnemer Ja
AKZO Nobel Nederland B.V. Deelnemer Ja
AkzoNobel Industrial Chemical Rotterdam Deelnemer Ja
Alabastine Holland BV Deelnemer Ja
Albemarle Catalysts Company B.V. Deelnemer Ja
Ashland Industries Nederland BV Deelnemer Ja
Aspen Oss B.V. , site Boxtel Deelnemer Ja
Aspen Oss B.V., site Corellistraat Deelnemer Ja
Basell Benelux B.V., vestiging Moerdijk Deelnemer Ja
BioMCN Deelnemer Ja
Cabot B.V. Deelnemer Ja
Chemelot Deelnemer Ja
Croda Nederland B.V Deelnemer Ja
Dow Benelux B.V. locatie Delfzijl Deelnemer Ja
Dow Benelux B.V./ Styron Netherlands B.V. locatie Ter-neuzen
Deelnemer Ja
DSM Coating Resins BV Deelnemer Ja
DSM Delft Permit B.V. Deelnemer Ja
DSM Dyneema Deelnemer Ja
DSM Engineering Plastics B.V. Deelnemer Ja
DSM Resins Hoek van Holland Deelnemer Ja
DSM Resins Nederland B.V. site Schoonebeek Deelnemer Ja
Du Pont de Nemours Nederland B.V. Dordrecht Deelnemer Ja
Eastman Chemical Middelburg B.V. Deelnemer Ja
Emerald Kamala Chemical BV (voorheen DSM SPR) Deelnemer Ja
ESD-SIC bv Deelnemer Ja
ExxonMobil Chemical Holland B.V. , Rotterdam Aromat-ics Plant RAP
Deelnemer Ja
ExxonMobil Chemical Holland B.V. RPI Deelnemer Ja
Frisia Zout B.V. (Esco) Deelnemer Ja
FUJIFILM Manufacturing Europe BV Deelnemer Ja
Indorama Venture Europe B.V. Deelnemer Ja
Lyondell Chemie Nederland B.V., locatie Botlek Deelnemer Ja
Lyondell Chemie Nederland B.V., locatie Maasvlakte Deelnemer Ja
Nedmag Industries Mining & Manufacturing B.V. Deelnemer Ja
Norit Klazienaveen Deelnemer Ja Overgestapt van MJA
PPG Industries Chemicals BV Deelnemer Ja Overgestapt van MJA
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2014 Chemische industrie | Pagina 7 van 7
PQ Silicas Deelnemer Ja
Purac Biochem B.V. Deelnemer Ja
SABIC Innovative Plastics BV Deelnemer Ja Toegetreden in 2013
Shell Nederland Chemie B.V., inrichting Pernis Deelnemer Ja
Shell Nederland Chemie, inrichting Moerdijk Deelnemer Ja
Shin Etsu PVC B.V. Vondelingenweg Pernis Deelnemer Ja
Shin-Etsu PVC B.V. Welplaatweg Deelnemer Ja
Stichting Vergunning De Geer Deelnemer Ja
Stichting Vergunning Moleneind (v.h. MSD Oss B.V, Moleneind)
Deelnemer Ja
Yara Sluiskil B.V. (vh Hydro Agri) Deelnemer Ja
Air Products Nederland B.V., locatie Terneuzen Uitgetreden Nee Uitgetreden in 2013
AKZO Nobel B.V. Arnhem Uitgetreden Nee Uitgetreden in 2012
AKZO Nobel Polymer Chemicals B.V. Uitgetreden Nee Uitgetreden in 2014
DSM Biologics (DSM Pharmaceutical Products) Uitgetreden Nee Uitgetreden in 2014
DSM Nutritional Products Nederland B.V. Uitgetreden Nee Uitgetreden in 2013
DSM Pharmaceutical Products Venlo BV Uitgetreden Nee Uitgetreden in 2014
Merck, Sharp & Dohme (MSD), inrichting Schaijk Uitgetreden Nee Uitgetreden in 2012
Thermphos International BV Uitgetreden Nee Uitgetreden in 2013
***
N.v.t.