media.scholieren.net  · web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een...

28
De ideale opsprong bij de voltige Vakken: natuurkunde, biologie 1

Upload: phamtuyen

Post on 03-Aug-2019

214 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

De ideale opsprong bij de voltige

Vakken: natuurkunde, biologie

1

Page 2: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

Inhoud

Voorwoord1. Inleiding2. Onderzoeksmethode3. Resultaten4. Conclusie en discussie5. Reflectie

BronnenlijstLogboekBijlagen

VoorwoordWij willen graag de mensen van voltige vereniging Den Helder bedanken die ons geholpen hebben bij het uitvoeren van de experimenten en de eigenaren van de paarden die er ook bij waren.Onze begeleiders hebben ons geholpen om goede hoofd- en deelvragen te bedenken. Hun willen we ook bedanken.

1 Inleiding

De vakken die bij ons profielwerkstuk een bijdrage hebben zijn: Biologie en natuurkunde. Wij wilden onderzoeken wat het beste sprongmoment is om bij voltige op het paard te springen. Dat wilden we doen door drie deelvragen te beantwoorden. Maar om dat te kunnen doen moeten wij eerst enkele experimenten uitvoeren.Vooral natuurkunde is belangrijk voor het onderzoek. Krachten, snelheden en hoeken spelen namelijk een grote rol bij het opspringen op het paard. Verder a je onderzoeken welke beweging er moet worden uitgevoerd om het juiste effect te bereiken, dat is hierbij de perfecte opsprong. De biologie kant van het onderzoek is de bouw van het paard en wat voor invloed deze heeft op opsprong.

2

Page 3: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

De reden om juist dit onderwerp te kiezen is omdat één van ons aan voltige doet, en we wilden iets onderzoeken dat met voltige te maken heeft. Het beste opsprong moment op het paard vinden we een goed onderwerp, omdat het goed te onderzoeken valt en niet een te grote onderzoeksvraag is om te onderzoeken.

De bronnen waren over het algemeen erg schaars, veel informatie was al bekend bij de voltigeur omdat dit vrijwel standaard informatie was.

Hoofdvraag

Wat is de beste manier op het paard te springen bij voltige?Ons onderzoek zal aantonen dat de beste houding bij de afzet om op het paard te springen bij voltige is door met het lichaam en de voeten ongeveer met een hoek van 35-45° naar het paard toegedraaid en met de voeten onder de beugel. Met een paard dat rustig galoppeert met een opwaartse beweging.

Theorie hoofdvraag:

Bij de perfecte opsprong zet de voltigeur zich met beide voeten af van de grond. Waarna het rechterbeen meteen zo hoog mogelijk wordt gezwaaid, waarbij de heupen hoger zijn dan het hoofd en het linkerbeen naar beneden gestrekt blijft. Hierna volgt de steunfase waarbij de voltigeur zichzelf uitduwt zodat heupen en schouder gelijk zijn aan het schouder-as van het paard.

De laatste fase de landingsfase deze begint zodra de heupen het hoogste punt hebben bereikt, dit word gevolgd door een gestrekt rechterbeen dat naar beneden wordt gebracht, waarin de voltigeur in een opgerichte zit op het midden van de paardenrug landt. Een paard dat rustig galoppeert is makkelijk bij te houden voor de voltigeur, waardoor de voltigeur de tijd heeft om goed af te zetten en ook goed mee te kunnen lopen.

Een paard met veel opwaartse beweging zorgt ervoor dat het paard de voltigeur hoger opgooit, waardoor de voltigeur makkelijker op het paard komt en ook een betere opsprong kan laten zien dan een paard dat gewoon galoppeert

Bij deze hoofdvraag passen deze 3 Deelvragen.

Deelvraag 1: Wat is de beste houding bij de afzet om op het paard te springen bij voltige?

Theorie: Bij voltige moet je standaard altijd naar voren springen voordat je op het paard springt. Maar waar je precies je voeten plaatst, en of dit naar binnen of buiten gericht etc. is niet onderzocht.

3

Page 4: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

Hypothese: Wij denken dat, met kijk op professionele voltigeurs het lichaam iets naar binnen moet gedraaid zijn voor de opsprong. Hierdoor kan de voltigeur makkelijker de kracht van zijn armen gebruiken om zichzelf tot handstand te duwen.

Deelvraag 2: Welke invloed heeft de snelheid van het paard op de opsprong bij voltige?

Theorie: Als een paard sneller loopt werken er grotere centrifugerende krachten op de voltigeur, maar ook de snelheid waarmee het paard hem meeneemt bij de opsprong kan de hoogte bepalen van het opsprong.

Om de middelpuntzoekende kracht te bepalen wordt de formule: Fmpz = m·v2/r gebruikt. Daarvoor is de massa van de voltigeur nodig omdat hier de centrifugerende krachten op werken, de snelheid van het paard en de straal van de cirkel.

De snelheid van een paard op een cirkel kan worden berekend door de baansnelheid uit te rekenen: v = ω·r. Daarvoor moeten we de straal in meters weten en de hoeksnelheid.

De hoeksnelheid wordt berekend met de formule: ω = 2π / T. De T staat voor omloopstijd dus er moet worden gemeten hoelang het paard over 1 ronde doet. 

Hypothese: De snelheid heeft invloed op de opsprong door de kracht waardoor je wordt meegenomen in de galop. Wij denken dat bij een hogere snelheid de heupen lager blijven en het moeilijker is voor de voltigeur om op te springen dan bij een rustige galop, en daardoor ook het cijfer lager is dan bij een rustige galop.

Deelvraag 3: Wat kan de manier van bewegen van het paard voor invloed hebben op de opsprong bij voltige?

Theorie: Elk paard galoppeert anders, dit heeft te maken met de bouw en de grootte van het paard. Dit zal dus ook effect hebben op de voltigeur. Hierbij onderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong.

Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft te maken met de hoogte van de sprong, een paard die een galop heeft met veel opwaartse beweging zorgt ervoor dat de voltigeur goed kan opspringen, een paard met minder opwaartse beweging zorgt voor een minder goede opsprong. Dit komt

4

Page 5: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

doordat het paard de voltigeur meeneemt in zijn beweging. Paard 2 heeft veel opwaartse beweging in verhouding met paard 1. Waardoor wij verwachten dat paard 2 zorgt voor betere opsprongen

2 OnderzoeksmethodeDeelvraag 1: Wat is de beste houding bij de afzet om op het paard te springen bij voltige?Materiaal: 1 opgetuigd paard (voltigetuig), longeur, 6 voltigeurs, programma After Effects,

Methode: voltigeurs worden genummerd van 1 tot 6. De voltigeurs springen in de volgorde van 1 tot 6 op het paard in galop - een voltigeur mag niet 2 of meer keer achter elkaar springen om te zorgen dat de vermoeidheid geen invloed heeft op het experiment.

De persoon die filmt staat in het midden van de longeercirkel rechts naast de longeur. De camera wordt film klaar gemaakt, en staat gericht op het hele paard, waarbij er bovenin de film ruimte wordt overgehouden voor de voltigeur. Film alle opsprongen waarbij de onderzoeker die filmt meeloopt met de longeur. Het paard loopt hierbij op de gemeten afstand die is gemeten voor deelvraag 2 vanaf de longeur, deze afstand wordt behouden door een markering op de longeerlijn.

Het beeldmateriaal wordt geknipt in Adobe After Effects, en per voltigeur wordt er een filmpje gemaakt van al zijn of haar opsprongen, dit filmpje wordt vertraagd zodat de opsprong makkelijker en beter te beoordelen is. Elke opsprong wordt becijfert met de richtlijnen van het KNHS handboek voltige door een officieel voltige jurylid. De cijfers gaan van 1 tot 10. Dan door middel van de cijfers wordt er bepaald welke van de voltigeurs de beste opsprong had.

De voltigeur die gemiddeld de beste opsprong had, komt het meest in de buurt van de juiste sprongtechniek. Daarna wordt er gekeken naar de beste opsprong van de voltigeur die gemiddeld de beste opsprong had, deze wordt vergeleken met de andere opsprongen van dezelfde voltigeur en gekeken of er verschil is in plaatsing van het lichaam tijdens de afzet.

Het verschil tussen deze en andere opsprongen in plaatsing van het lichaam bepaalt dus dat dat de beste manier is om je lichaam te plaatsen voor de opsprong. Daarna wordt de voltigeur die gemiddeld de laagste punten had vergeleken met de voltigeur die de hoogste punten haalde. Deze resultaten worden vergeleken met elkaar en daaruit wordt een conclusie opgemaakt.

5

Page 6: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

Deelvraag 2: Welke invloed heeft de snelheid van het paard op de opsprong bij voltige?Materiaal: stopwatch, meetlint, rekenmachine, 1 opgetuigd paard (voltigetuig), longeur, 3 voltigeurs, programma Adobe After Effects

Methode:

Deel 1 De centrifugerende krachten berekenen die er op je werken als een paard rustig galoppeert.

Meet op 4 verschillende plaatsen de straal van de cirkel die het paard loopt. Bereken hiervan een gemiddelde.

Laat het paard aangalopperen in een rustige galop, en meet hiervan 3 maal per persoon de omloopstijd.

Laat het paard galopperen zo snel als mogelijk, en meet hiervan 3 maal per persoon de omloopstijd.

Bereken met de waardes die je hebt verzameld de centrifugerende krachten die op je werken bij een rustige galop

Deel 2: De opsprongen vastleggen bij verschillende snelheden.

De persoon die filmt staat in het midden van de longeercirkel rechts naast de longeur. De camera wordt film klaar gemaakt, en staat gericht op het hele paard, waarbij er bovenin de film ruimte wordt overgehouden voor de voltigeur. Film alle opsprongen waarbij de onderzoeker die filmt meeloopt met de longeur. Het paard loopt hierbij op de gemeten afstand vanaf de longeur, deze afstand wordt behouden door een markering op de longeerlijn. De 3 voltigeurs genummerd van 1 tot 3 en gaan opspringen op het rustige tempo. Dit wordt 3 keer herhaald en de voltigeurs springen op volgorde van 1 tot 3, de voltigeurs springen geen 2 keer achter elkaar om te zorgen dat de vermoeidheid geen invloed heeft op het experiment. Hierna springen dezelfde 3 voltigeurs op hetzelfde paard, maar dit keer loopt het paard zo snel mogelijk. Hierbij worden de stappen herhaald die tijdens de rustige galop zijn gedaan. De opsprongen worden gefilmd.

Het beeldmateriaal wordt geknipt in Adobe After Effects, en per voltigeur wordt er een filmpje gemaakt van al zijn of haar opsprongen, dit filmpje wordt vertraagd zodat de opsprong makkelijker en beter te beoordelen is. Elke opsprong wordt becijfert met de richtlijnen van het KNHS handboek voltige door een officieel voltige jurylid. De cijfers gaan van 1 tot 10. De resultaten worden met elkaar vergeleken en hieruit wordt een conclusie getrokken.

6

Page 7: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

Deelvraag 3: Wat kan de manier van bewegen van het paard voor invloed hebben op de opsprong bij voltige?

Materiaal: camera, programma Adobe After effects, 2 paarden, 6 voltigeurs, longeur

Methode:6 voltigeurs worden genummerd van 1 tot 6. De voltigeurs springen in de volgorde van 1 tot 6 op het paard in galop - de voltigeurs springen geen 2 keer achter elkaar om te zorgen dat de vermoeidheid geen invloed heeft op het experiment.De persoon die filmt staat in het midden van de longeercirkel rechts naast de longeur. De camera wordt film klaar gemaakt, en staat gericht op het hele paard, waarbij er bovenin de film ruimte wordt overgehouden voor de voltigeur. Film alle opsprongen waarbij de onderzoeker die filmt meeloopt met de longeur. Het paard loopt hierbij op de gemeten afstand die is gemeten voor deelvraag 2 vanaf de longeur, deze afstand wordt behouden door een markering op de longeerlijn.Het beeldmateriaal wordt geknipt in Adobe After Effects, en per voltigeur wordt er een filmpje gemaakt van al zijn of haar opsprongen, dit filmpje wordt vertraagd zodat de opsprong makkelijker en beter te beoordelen is. Elke opsprong wordt becijfert met de richtlijnen van het KNHS handboek voltige door een officieel voltige jurylid. De cijfers gaan van 1 tot 10. Het beeldmateriaal van het opspringen op paard 1 wordt vergeleken met het opspringen op paard 2. Per voltigeur bekijken we de verschillen in de opsprong tussen paard 1 en paard 2, daaruit kunnen we concluderen of de manier van bewegen van het paard invloed heeft op de opsprong. Een gemiddeld verschil van 0,5 of meer in het cijfer betekent dat de beweging veel invloed heeft op de opsprong, is het gemiddelde verschil minder dan 0,3 dan heeft de beweging van het paard niet veel invloed op de opsprong. En verder wordt er gekeken naar wat voor invloed de beweging van het paard heeft op de opsprong en hieruit worden conclusies getrokken.

7

Page 8: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

3 ResultatenDEELVRAAG 1

Tabel 1 CijfersNaam en nummer voltigeur

Cijfer 1ste keer springen

Cijfer 2de keer springen

Cijfer 3de keer springen

Gemiddelde cijfer per voltigeur

1. 6,2 5,8 5,6 5,92. 4,8 5,4 4,6 4,93. 5,8 5,0 5,6 5,54. 6,2 6,4 6,1 6,25. 4,6 5,2 4,9 5,16. 6,2 5,9 6,1 6,1

Tabel 2 Plaatsing van lichaam*Bij lichaam naar het paard toegedraaid wordt mee bedoeld dat het lichaam tussen de 35 tot 45 graden naar het paard is gedraaid.

Naam en nummer voltigeur

Plaatsing van lichaam opsprong 1

Plaatsing van lichaam opsprong 2

Plaatsing van lichaam opsprong 3

1. Voeten iets achter de beugel, lichtjes met het lichaam en voeten naar het paard toegedraaid

Voeten onder de beugel, lichaam en voeten lichtjes naar het paard toegedraaid.

Voeten achter de beugel, lichaam en voeten naar het paard toegedraaid

2. Voeten achter de beugel, lichaam en voeten staan naar voren.

Voeten ver achter de beugel, lichaam en voeten staan naar voren.

Voeten onder de beugel, lichaam en voeten lichtjes naar binnen gedraaid

3. Voeten onder de beugel, lichaam en voeten staan naar voren.

Voeten aan de achterkant van de beugel, lichaam en voeten staan naar voren.

Voeten onder de beugel, lichaam en voeten staan naar voren.

4. Voeten onder de beugel, voeten recht naar voren, lichaam iets naar het paard gedraaid.

Voeten onder de beugel, lichaam en voeten naar het paard toegedraaid.

Voeten onder de beugel, lichaam en voeten lichtjes naar het paard toegedraaid.

5. Voeten niet naast elkaar, staan wel onder de beugel, lichaam en voeten staan naar voren.

Voeten niet naast elkaar, staan wel onder de beugel, lichaam en voeten staan naar voren.

Voeten staan ver achter de beugel, lichaam en voeten staan naar voren.

8

Page 9: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

6. Voeten achter de beugel, lichaam en voeten lichtjes naar het paard toegedraaid.

Voeten achter de beugel, lichaam en voeten lichtjes naar het paard toegedraaid.

Voeten achter de beugel, lichaam en voeten staan naar voren.

DEELVRAAG 2:

Tabel 3 KrachtenNaam en nummer voltigeur Massa 1. 53 kg2. 55 kg3. 62 kg

Tabel 4 Meting voor de omlooptijd rustige galopNummer Meting 1 Meting 2 Meting 3 Gemiddeld

per meting1. 9,77 s 9,56 s 9,95 s 9,76 s 2. 9,98 s 9,54 s 9,78 s 9,77 s

Berekingen tabel 5m= massa, v= snelheid, ω = Hoeksnelheid, r= straal, T=omloopstijd

Fmpz = m·v2/r Voorbeeld: massa is 52 kg, de snelheid is 3 m/s, en de straal is 5 meter.

Fmpz= 52·32/5 = 93,5 N

v = ω·r Voorbeeld: Hoeksnelheid is 0,50 rad/s, en de straal is 5 meter.

Snelheid = 0,50·5 = 2,5 m/s

ω = 2π / T

Voorbeeld: Omloopstijd = 10 seconde

Hoeksnelheid = 2π/ 10 = 0,63 rad/s

Tabel 5 Resultaten rustige galopMiddelpuntzoekende kracht Fmpz : 204,87 NBaansnelheid 5,8 m/sStraal van cirkel r : 9 m Gemiddelde massa voltigeur 55 kg

9

Page 10: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

De snelheid van het paard v: 5,8 m/s => 20,9 km/uHoeksnelheid ω: 0,64 rad/sOmloopstijd T: 9,8 s

Tabel 6 Meting snelle galop Nummer Meting 1 Meting 2 Meting 3 Gemiddelde

tijd 1. 8,35 8,70 8,55 8,53

2. 8,56 8,65 8,53 8,58

Tabel 7 Resultaten snelle galopMiddelpuntzoekende kracht Fmpz : 266,63 NBaansnelheid 6,6 m/sStraal van cirkel r : 9 mMassa van het paard m: 55 kgGemiddelde massa voltigeur 6,6 m/s => 23,8 km/uHoeksnelheid ω: 0,73 rad/sOmloopstijd T: 8,56 s

Tabel 8 Resultaten voltigeurs rustige galopNaam en nummer voltigeur

Cijfer 1ste keer springen

Cijfer 2de keer springen

Cijfer 3de keer springen

Gemiddelde cijfer per persoon

1. 6,3 5,5 5,6 5,82. 6,1 6,4 6,1 6,23. 6,2 5,3 6,2 5,9

Tabel 9 Resultaten voltigeurs snelle galopNaam en nummer voltigeur

Cijfer 1ste keer springen

Cijfer 2de keer springen

Cijfer 3de keer springen

Gemiddelde cijfer per persoon

1. 6,0 5,7 5,6 5,82. 6,3 6,5 6,3 6,43. 6,1 5,8 5,9 5,9

10

Page 11: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

DEELVRAAG 3

Tabel 10 Resultaten paard 1Naam en nummer voltigeur

Cijfer 1ste keer springen

Cijfer 2de keer springen

Cijfer 3de keer springen

1. 6,2 5,8 5,62. 4,8 5,4 4,63. 5,8 5,0 5,64. 6,2 6,4 6,15. 4,6 5,2 4,96. 6,2 5,9 6,1

Tabel 11 Resultaten paard 2Naam en nummer voltigeur

Cijfer 1ste keer springen

Cijfer 2de keer springen

Cijfer 3de keer springen

1. 5,6 5,7 6,22. 4,6 5,3 4,83. 5,3 5,2 5,04. 5,7 5,8 5,95. 5,6 5,3 5,26. 5,7 5,5 5,8

Tabel 12 Resultaten gemiddelde per paardNaam en nummer voltigeur

Gemiddelde cijfers opsprong paard 1

Gemiddelde cijfers opsprong paard 2

1. 5,9 5,82. 4,9 4,93. 5,5 5,24. 6,2 5,85. 6,1 5,76. 6,1 5,7

Tabel 13 Gemiddeld cijfer per paardGemiddelde cijfer paard 1 5,8Gemiddelde cijfer paard 2 5,5

11

Page 12: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

4 Conclusie

Deelvraag 1: Wat is de beste houding bij de afzet om op het paard te springen bij voltige?

Voltigeur 4. heeft gemiddeld het hoogste cijfer van de 6 voltigeurs. Over het algemeen springt deze voltigeur met het lichaam naar het paard toegedraaid, en de voeten onder de beugel. De 2de opsprong ging het beste met een 6,4, waarbij lichaam en voeten naar het paard waren toegedraaid en de voeten onder de beugel waren geplaatst. Bij de 1ste en 2de opsprong is dit ook uitgevoerd maar in mindere mate. voltigeur 2. die de slechtste opsprong had, had over het algemeen zijn lichaam naar voren gericht en zijn voeten achter de beugel.

Onze hypothese klopte, om een goede opsprong te krijgen, moet je het lichaam en voeten naar het paard toe draaien en moet je je voeten onder de beugel plaatsen bij de afzet.

Bij deze deelvraag kan er getwijfeld worden aan de betrouwbaarheid omdat de voltigeurs niet de perfecte opsprong uitvoerde, en dat de houding bij de afzet dus anders moet zijn om deze perfecte opsprong te behalen. Wel worden de voltigeurs getraind door een trainer die weet hoe je de perfecte opsprong moet aanleren. Verder heeft een voltigeur zijn slechte en goeie dagen, dus kan het zijn dat voltigeurs die het minder deden beter kunnen maar dit niet toonde tijdens het onderzoek.

Deelvraag 2: Welke invloed heeft de snelheid van het paard op de opsprong bij voltige?

Zoals te zien is in de resultaten zijn de centrifugerende krachten tijdens de snelle galop groter dan in de rustige galop, dit is een verschil van gemiddeld 60 Newton. Deze krachten blijken bijna geen verschil te maken voor de cijfers van de voltigeurs. Deze komen gemiddeld uit op hetzelfde cijfer, op 1 voltigeur na die bij de snelle galops ronde betere punten haalde dan bij de rustige.

Wij hadden verwacht dat de heupen lager zouden blijven zodra het paard sneller ging galopperen. De voltigeurs gaven aan dat de opsprong op de ene kant moeilijker werd door de snelheid van de galopsprongen. Maar dat die ook makkelijker werd doordat het paard de voltigeur meenam in zijn beweging. Een beweging waarbij de sprongen van het paard krachtiger waren, waarmee de

12

Page 13: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

voltigeur dus makkelijker kon meelopen/zweven en ook hoog kon springen. De opsprong moest alleen door de snelle galop sneller uitgevoerd worden waardoor de techniek slechter werd.

Onze hypothese klopte gedeeltelijk. Wij verwachtten dat de snelheid van het paard een grotere invloed zou hebben op de opsprong bij voltige. De krachten tijdens de opsprong bij verschillende snelheden verschilden niet zo sterk als wij dachten.

Ook hierbij hetzelfde over de betrouwbaarheid als bij deelvraag 1. Daarbij opgeteld dat de voltigeurs niet gewend zijn om op te springen bij een paard dat heel snel gaat, dit was misschien beter gegaan als de voltigeurs gewend waren geweest aan het tempo.

Deelvraag 3: Wat kan de manier van bewegen van het paard voor invloed hebben op de opsprong bij voltige?

Als je de resultaten vergelijkt zie je dat bij paard 2 de cijfers gemiddeld lager zijn dan bij paard 1. Dit betekent dat de beweging van het paard invloed heeft op de opsprong. De verwachting was dat bij paard 2 de opsprongen beter zouden zijn doordat de galop van dit paard veel meer beweging heeft dan paard 1.

Onze hypothese klopte dus niet. De manier van bewegen van het paard heeft wel invloed op de opsprong maar blijkbaar is die invloed anders dan we verwachtten. Hoewel het paard de voltigeur meeneemt in zijn beweging lijkt veel opwaartse beweging van het paard niet te zorgen voor de betere opsprong. Juist op het paard die minder opwaartse beweging heeft zijn de opsprongen beter.

Het verschil in Hypothese en conclusie komt waarschijnlijk doordat de hoogte van de paarden niet hetzelfde was. Paard 1 was 1,70 m en paard 2 was 1,76 m, het verschil in hoogte kan het moeilijker maken om goed op te springen.

13

Page 14: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

5 Reflectie

Ons werkstuk is redelijk betrouwbaar, wij hebben rekening gehouden met veel variabelen. De voltigeurs waren beoordeeld door ons en de cijfers zijn gegeven door een officieel voltige jurylid. Het verkregen beeldmateriaal in slow-motion gezet waardoor het cijfer geven makkelijker was voor het jurylid. Onze resultaten zijn niet heel nauwkeurig te bepalen door enkele factoren, zoals: De voltigeurs kunnen allemaal niet de perfecte opsprong, dus het kan zijn dat de resultaten voor de perfecte opsprong heel anders zijn in vergelijking met wat er uit dit onderzoek is gehaald. Ook konden wij onze experimenten niet heel vaak herhalen, en het lange galopperen had invloed op de vermoeidheid van de paarden.

Wij vinden dat we alles onderzocht hebben wat er nodig was. Wij hebben alle resultaten gekregen die we nodig hadden om het werkstuk te kunnen maken.

Het belangrijkste dat we geleerd hebben tijdens het maken van dit werkstuk is: informatie verzamelen dit kunnen verwerken en samenvoegen tot een goedlopend verslag.

Het bedenken van wat en wanneer er gedaan moet worden is heel belangrijk bij het maken van een werkstuk. Vooral bij het uitvoeren van experimenten was een goede planning nodig.

Het grootste probleem voor ons was het programma Coach. Eerst hebben wij geprobeerd met Coach onze filmpjes te verwerken, maar dit gaf niet het resultaat dat we wilde en was een tijdrovende klus. Toen hadden wij besloten dat we After Effects gingen gebruiken om de filmpjes te bewerken. Uiteindelijk hebben wij alle resultaten kunnen verwerken die we nodig hadden. Tijdens het maken van het verslag merkte wij dat de methodes en het werkplan vaak moesten worden aangepast om het kloppend te maken.

BronnenlijstBron:

14

Page 15: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

Formules voor natuurkunde: https://www.natuurkundeuitgelegd.nl/formules.php

Formule gewicht van het paard:

http://www.voervergelijk.nl/informatie/47/gewicht-ponypaard

Hoe moet de opsprong:

https://www.youtube.com/watch?v=fxah3pL2efw

Handleiding voltige KNHS

Logboek

Datum Activiteit Uren onderzoeker 1

Uren onderzoeker 2

Problemen en Oplossingen

Hiervan geleerd

23 juni Onderzoeks onderwep verzinnen

1 1 Het was moeilijk om een goed passend onderwerp te verzinnen waar ook een onderzoeksvraag bij past. We hebben een aantal mindmaps gemaakt en ook op internet gezocht naar ideeën

Het uitschijven van ideeën werkt goed om tot een concreet plan te komen.

3o juni en 7 juli

Onderzoeksvraag vezinnen

2 2 Het onderwerp voltige is voor een ondezoeksvraag een groot onderwerp. Zelfs 1 oefening zoals de opsprong viel in meerdere onderzoeken te verdelen. We namen de onderzoeksvraag: 'Wat is de beste manier om de opsprong aan te leren?'

Een onderwerp is te groot om alles van te onderzoeken. Je moet een onderzoeksvraag verzinnen die makkelijk te onderzoeken valt.

1 september

Onderzoeksvraag heropstellen

1 1 Het bleek niet mogelijk te zijn om een goed

Een onderzoeksvraag opstellen is

15

Page 16: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

onderzoek uit te voeren met deze onderzoeksvraag, dus hebben we nogmaals met hulp van de lerares een andere onderzoeksvraag kunnen opstellen

moeilijker dan het lijkt.

8 september en meerdere lessen

Informatie verzamellen

0 3 Er is weinig specifieke informatie over de opsprong te vinden. Vooral wetenschappelijke onderzoeken zijn niet te vinden. Dit hebben we opgelost door gewone informatie over de opsprong te verzamelen, de opsprong hoe het handboek deze beschrijft.

Internet is niet het antwoord op alles, maar soms moet je ook nadenken over de manier van vraagstellen in de zoekbalk.

15 september

Werkplan opstellen

1 1 Deze les hebben we geprobeerd een werkplan op te stellen, dit was alleen moeilijker dan we hadden verwacht. En deze les kwamen we dus ook niet veel verder.

Een goed werkplan komt niet uit de lucht vallen.

22 september

Werkplan opstellen

1 1 We komen niet veel verder in het werkplan omdat we niet weten wat we moeten beschrijven of doen.

Internet kan veel helpen

29 september

Werkplan opstellen

1 1 Alweer komen we niet veel verder met ons werkplan, dit komt doordat de onderzoeksvraag vrij ingewikkeld is.

Blijven zoeken totdat je een antwoord hebt.

6 oktober Lay-out van alles verbeteren

1 0 Alle informatie is op de juiste volgorde gezet, veel informatie

Een document als kladje kan handig zijn.

16

Page 17: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

stond door elkaar waardoor er geen overzichtelijk plaatje was van alles wat we moesten weten.

12 oktober

Werkplan afmaken

0 4 Bij het werkplan volledig opzetten en afmaken ondervond ik geen problemen. In het begin was de laptop wat sloom waardoor aanpassingen niet snel verliepen maar nader de tijd voorbij streek werd de laptop steeds sneller.

Een werkplan kan in 1 nacht opgesteld worden als je een helder moment hebt.

13 oktober

Planning maken en het werkplan inleveren

1 2 Plannen wat we verder gaan doen. Dit werd opgelost door het werkplan nog eens door te lezen en goed nadenken wat de volgende stappen moeten zijn.

De informatie over de opdrachten beter lezen.

27 oktober

Logboek invullen

2 2 Aangezien we tijdens het project het logboek niet volledig hadden ingevuld moest dat vandaag ook gebeuren. We begonnen ook alle tabelletjes te maken die we bij de experimenten nodig hebben.

Houd tijdens je project een logboek bij, zodat niet alles achteraf hoeft. Tabellen maken.

3 november 4 november

Excel en agenda invullen, begin gemaakt aan voorlopig verslag Verder werken aan het voorlopig verslag

2 1

2 0

De tabellen overzetten van word naar excel gaat niet zoals gepland. Maar de formules invullen gaat voorlopig wel goed. Inhoud van het verslag stellen. Het voorwoord en de inleiding van het verslag.

Op internet kun je veel informatie vinden over excel. Een goede inleiding formuleren. Alles tot een verhaal brengen.

17

Page 18: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

17 November

Werkplan verbeteren, en invulblad uitprinten

1,5 1.5 Het werkplan was niet geschreven zoals het zou moeten, maar was voor onszelf wel duidelijk genoeg om aanstaande zaterdag mee aan het werk te kunnen.

Een werkplan is heel zakelijk, waarbij je geen ik en wij gebruikt.

19 November

Experimenten uitgevoerd, enquete ingevuld

3 3 Het meten van de snelheid van het paard was een beetje lastig om nauwkeurig te bepalen. Wij hebben een vaste punt gesteld waar we de meting beginnen en eindigen. Zo galoppeerde het paard een rondje en met de stopwatch hebben we bepaald hoe lang het duurt om een rondje te doen.

Als alles op tijd gepland is, gaat het uitvoeren makkelijker.

1 December

Beginnen met Coach

1 1 We hebben geprobeerd de filmpjes te ververken. Maar het lukte ons niet.

Wij moeten beter leren werken met Coach

8 December

Leren werken met Coach

1 1 Wij wisten niet hoe we de filmpjes in Coach kunnen plaatsen en verwerken. We gingen een hulp vragen bij iemand die het wel kan.

Sommige functies van Coach

15 December

Verder met Coach

1 1 Onderzoeker 1 heeft intensief in Coach gewerkt. Wij hebben het logboek bijgewerkt en toegevoegd aan het voorlopig verslag. We besloten een andere programma te gebruiken in

We gingen aan de slag met een andere programma.

18

Page 19: media.scholieren.net  · Web viewonderzoeken wij wat voor effect de manier van het bewegen van een paard heeft op de opsprong. Hypothese: De manier van bewegen van het paard heeft

plaats van Coach. We konden niet goed werken met Coach.

12 Januari

Resultaten 1 0 Onderzoeker 1 heeft een deel van de resultaten, meestal in een tabelvorm in het verslag geplaatst.

Resultaten overzichtelijk maken.

26 Januari

Logboek en verbeteren

1 1 Wij hebben het logboek verder ingevuld, de deelvragen verbeterd en de onderzoeksmethode aangepast.

Lay-out verbeteren.

31 Januari

Verder aan de slag met het verwerken van de resultaten

1 1 Onderzoeker 1 heeft bekeken wat de zwakken en sterke punten van het werkstuk tot nu toe zijn en een voorlopige reflectie geschreven.

Kritisch bekijken van ons eigen werk.

9 Februari

Conclusies 1 2 Wij waren bezig met het afronden van het werkstuk, door de eerste conclusies te trekken.

Concluderen.

10 Februari

Definitieve afronding en inleveren (Dit is niet gelukt)

2 4 Wij hebben het werkstuk nog eens doorgelezen en verbeterd, ook het logboek helemaal ingevuld.

Met veel geduld kom je ergens.

11 Februari

Nalezen, uitprinten en volledig afmaken van verslag

1 4 Het verslag is afgemaakt, en uitgeprint

Altijd je eigen werk nalezen

19