matthijs alting annemieke tiebout v5c v5a biologie 26 februari … · 2019. 8. 6. · 7 stap 12)...
TRANSCRIPT
1
Matthijs Alting Annemieke Tiebout
V5C V5A
2 94
Biologie
26 februari 2014
2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Achtergrondinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.2 Probleemstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1.3 Hypothese . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Hoofdstuk 2 Methode
2.1 Materialenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.2 Proefbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Hoofdstuk 3 Resultaten
3.1 Resultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
3.2 Opmerkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Hoofdstuk 4 Discussie 4.1 Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
4.2 Verklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
4.3 Foutenbespreking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
4.4 Vervolgonderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Hoofdstuk 5 Verantwoording 5.1 Bronvermelding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
5.2 Logboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
5.3 Reflectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Bijlagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
3
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Achtergrondverhaal
Ze zijn goed of slecht, klein of groot en leven alleen of in kolonies: de bacteriën. Bacteriën
zijn levende micro-organismen, dit betekent dat het te kleine organismen zijn om met het
blote oog te kunnen zien. Bacteriën hebben geen celkern en zijn dus prokaryoot. Het DNA
ligt dus los in de cel in het cytoplasma. Het voortplanten van een bacterie gaat als volgt, de
cel van de bacterie wordt in tweeën gedeeld, in een moedercel en een dochtercel. Beide
cellen zijn ongeveer gelijk. Deze voortplanting heet de binaire deling. Bacteriën kunnen ook
onder slechte omstandigheden, uit voedselgebrek, endospore vormen. Een endospore bevat
het DNA van een bacterie met een klein beetje cytoplasma waaruit het water grotendeels is
verwijderd. Een endospore is omgeven door een ondoorlaatbaar, beschermend kapsel, de
cyste, zo kan die bacterie in rusttoestand een periode
van slechte omstandigheden overbruggen. Als een en-
dospore die periode heeft overleefd, en de omstandig-
heden gunstig worden kan een endospore zich weer tot
een bacterie ontwikkelen en zich voortplanten. Bacteri-
en kunnen dus veel verschillende milieus overleven.
Maar welke milieus zijn der eigenlijk allemaal? De
verschillende milieus die je hebt zijn; zuur, neutraal en
basisch. Deze milieus geef je het beste aan met een PH-waarde. In figuur 1 zie je de PH-
schaal, en de verdeling daarvan. Je kan hier dus van afleiden dat een zuur milieu een PH-
waarde heeft tussen de 0 en 7 en dat een neutraal milieu een PH-waarde heeft van 7 heeft
en een basisch milieu een PH-waarde heeft van 8 tot en met 14. Er kan ook nog een verschil
bestaan in luchtvochtigheid. Luchtvochtigheid geeft de hoeveelheid vocht in de lucht weer.
Dit wordt meestal uitgedrukt in relatieve luchtvochtigheid. De relatieve luchtvochtigheid is
een percentage van de hoeveelheid waterdamp die de lucht bij de gegeven temperatuur en
luchtdruk bevat. Als de temperatuur gaat dalen neemt het aantal waterdamp van de lucht af
en bij dezelfde hoeveelheid waterdamp neem de relatieve vochtigheid dan weer toe. Tijdens
ons onderzoek gaan we er proberen achter te komen onder welke omstandigheden van mi-
lieu en luchtvochtigheid een bacterie het best groeit. We maken tijdens ons onderzoek ge-
bruik van agar. Agar betekent gelei. Als je agar oplost in heet water en daarna laat afkoelen,
is het te gebruiken als gelatine. De gelatine smelt weer bij een temperatuurverhoging tot 90
graden. Het verschil met gelatine is dat de bindkracht twee keer zo groot is al die van ‘nor-
male’ gelatine. Ook is deze agar-gelatine niet zo gevoelig voor wijzigingen in de zuurgraad.
Nu we dit allemaal weten kunnen we wat gaan testen met de agar. Wat zal er gebeuren met
de bacteriën als we de pH van de agar veranderen? Zullen ze beter gaan groeien of juist
niet? En wat zal er gebeuren als we de luchtvochtigheid ook veranderen? Zullen de bacteriën
Figuur 1: de PH-schaal
4
ook beter gaan groeien door een andere luchtvochtigheid? Dit gaan we onderzoeken in dit
experiment.
1.2 Probleemstelling
In hoeverre is de voedingsbodem en luchtvochtigheid van belang bij de groei en deling van
bacteriën?
Deelvragen:
- Hoe groeien bacteriën in een zuur milieu?
- Hoe groeien bacteriën in een neutraal milieu?
- Hoe groeien bacteriën in een basisch milieu?
- Hoe groeien bacteriën in een milieu met 45% vocht in de lucht?
- Hoe groeien bacteriën in een milieu met 65% vocht in de lucht?
1.3 Hypothese
In zuur milieu zitten enzymen die organismen af kunnen breken. Bacteriën zijn organismen,
dus die kunnen worden afgebroken door deze enzymen en niet gaan groeien. In de Petri
schaaltjes met een zure voedingsbodem zullen dus geen bacteriën gaan groeien.
In het neutrale milieu zitten ook enzymen, maar deze zullen weinig organismen af gaan bre-
ken. Sterker nog, in de neutrale voedingsbodem zitten stoffen die de bacteriën op zullen
nemen en gaan gebruiken om te gaan groeien. In de Petri schaaltjes met een neutrale voe-
dingsbodem zullen dus wel bacteriën gaan groeien.
In het basische milieu zitten ook enzymen die cellen af kunnen breken. De meeste schoon-
maakmiddelen zijn basisch, dus het basische effect zal bacteriën gaan bestrijden. Er zullen
dus ook in de basische voedingsbodem geen bacteriën gaan groeien.
Bacteriën zijn organismen die niet zonder vocht kunnen. Ze moeten vocht hebben om te
kunnen groeien. In de Petri schaaltjes waar wel een vochtige lucht aanwezig is, zullen dus
wel bacteriën kunnen groeien, mits de voedingsbodem het ook zal laten kunnen.
In de Petri schaaltjes met een droge lucht zullen geen bacteriën gaan groeien. De bacteriën
kunnen nu geen vocht uit de lucht halen om zich te kunnen voeden met water. De bacteriën
zullen dus niet gaan groeien in deze luchtomstandigheden.
De voedingsbodem en luchtvochtigheid zijn wel degelijk van belang bij de groei en deling van bacteriën, want de stoffen die in de zure en basische agar zitten zorgen ervoor dat de bacte-riën worden afgebroken en dat zorgt ervoor dat de endospore zichzelf terugtrekt en niet meer tot uiting komt. Ook de luchtvochtigheid is van belang, omdat het vocht de bacteriën de kans geeft om er voedingsstoffen uit te halen. Dus in de droge lucht zullen weinig bacte-riën gaan groeien en in de vochtige lucht zullen veel bacteriekolonies gaan groeien.
5
Hoofdstuk 2 Methode
2.1 Materialenlijst
Bij het onderzoek zijn de volgende spullen nodig.
Agar ● Zuurkast
o Agar met pH = 3,0 ● Schaar
o Agar met pH = 5,0 ● Twee watervaste stiften.
o Agar met pH = 7,0 ○ Eén blauwe
o Agar met pH = 9,0 ○ Eén groene
o Agar met pH = 11,0 ● Ipod
Natronloog (NaOH) 1 Molair ● Twee labjassen
Zoutzuur (oplossing van HCl in water) 1 Molair ● Twee veiligheidsbrillen
Pipet ● Thermometerapparaatiets
Universeel pH papier met pH-kleur betekenis ● Vuilniszak
Lepel
Vijf erlenmeyers
5 Petri schaaltjes voor de voorbereidingsproef
120 Petri schaaltjes voor de uitvoeringsproef
Tien Petri schaal rekjes
5 wattenstaafjes
Iphone
Klok
Waterkraan bij de mannentoiletten
Haar van een vrouw van 17 jaar en 1 maan
Toetsenbord van het merk HP.
Camera
Stift
Drie roerstaven
Stoof
Brander
2 Ent-ogen
40 tabellen zoals die in tabel 2.1 zijn afgedrukt.
Pan van 2,5 liter inhoud
Warmhoudbad
Elektrische weegschaal
Kookplaat
Sterilisatie pan
Watten
6
2.2 Proefbeschrijving
Wij hebben de proef als volgt uitgevoerd:
Deel 1: De voorbereiding
Stap 1) Neem vijf Petri schaaltjes met agar die net is gemaakt, zonder toegevoegde stoffen.
Stap 2) Neem vijf wattenstaafjes.
Stap 3) Ga met een wattenstaafje over het haar van een jonge vrouw heen en wrijf goed.
Stap 4) Ga voorzichtig met de wattenstaaf over de agar in een Petri schaal heen. Doe dat
door er drie streepjes van te maken.
Stap 5) Doe het deksel op het Petri schaaltje.
Stap 6) Schrijf op de onderkant van het Petri schaaltje welke bron van bacteriën het is.
Stap 7) Herhaal stap 3 t/m stap 6, maar dan voor de bronnen toetsenbord, klok, waterkraan
bij mannentoiletten en Iphone.
Stap 8) Plaats de vijf Petri schaaltjes in een rekje.
Stap 9) Plaats de vijf Petri schaaltjes in de stoof en stel deze in
op 25 °C.
Stap 10) Laat de Petri schaaltjes vier dagen staan in de stoof.
Deel 2: Bereiding van agar
Stap 1) Meet twee liter water af in een bekerglas van 2500 mL
en doe dit in een pan van 2,5 liter.
Stap 2) Plaats de pan op de kookplaat. Zie figuur 2.1.
Stap 3) Zet een bekerglas van 0,5 liter op de elektrische weeg-
schaal en zet de weegschaal weer op 0,00 gram.
Stap 4) Doe precies 30,00 gram agarpoeder in het bekerglas door met een
lepel het erin te doen. Zie figuur 2.2.
Stap 5) Zet de kookplaat aan.
Stap 6) Roer met de lepel door de pan heen. Roer zo, zodat de poeder niet
op de bodem blijft liggen.
Stap 7) Blijf 12 minuten roeren en haal dan de pan van de kookplaat af.
Stap 8) Doe een stukje pH-papier in de pan en meet de pH.
Stap 9) Verdeel de agar over vijf erlenmeyers.
Stap 10) Bepaal van elke erlenmeyer welke zuurtegraad
deze moet krijgen en schrijf dit op de zijkant van
de erlenmeyer, op het witte
stickertje. Schrijf op: 3, 5, 7, 9 en 11.
Stap 11) Doe op iedere erlenmeyer een grote prop watten
zodat de stoffen in de lucht worden opgenomen.
Zie figuur 2.3.
Figuur 2.1 Hier staat de pan met 2,0 L water op de kookplaat.
Figuur 2.2 Er zit precies 30,00 gram agarpoeder in het bekerglas.
Figuur 2.3 Er moet een grote prop watten op de erlen-meyers om de lucht op te nemen.
7
Stap 12) Doe 2,0 L water in de sterilisatie pan en plaats de vijf
erlenmeyers erin. Doe het deksel erop.
Stap 13) Zet de sterilisatie pan aan en laat deze 15 minuten lang
opwarmen en koken. De 15 minuten gaan in als het ge-
wichtje gaat bewegen. Zie figuur 2.4.
Stap 14) Zet na de 15 minuten de erlenmeyers van 5, 7, 9 en 11 in
het warmhoudbad (zie figuur 2.5) en neem de erlen-
meyer voor pH 3 mee naar de zuurkast.
Stap 15) Haal de prop watten van de erlenmeyer af.
Stap 16) Voeg 3,5 mL zoutzuur toe in deze erlenmeyer door met
de pipet 3,5 mL zoutzuur op te nemen en in de erlen-
meyer te doen. Zie figuur 2.6.
Stap 17) Roer goed met de eerste roerstaaf.
Stap 18) Leg een stukje pH papier naast het erlenmeyer en doe een
druppel agar op dit bekerglas. Deze kleurt oranje, dus is goed.
Stap 19) Doe de prop watten weer terug op de erlenmeyer en zet deze
in het warmhoudbad. Neem de erlenmeyer voor pH 5 mee
naar de zuurkast.
Stap 20) Haal de prop watten van de erlenmeyer af.
Stap 21) Voeg 2,0 mL zoutzuur toe aan de agar door met de pipet 2,0
mL zoutzuur op te nemen en in de erlenmeyer te doen.
Stap 22) Roer goed met de tweede roerstaaf.
Stap 23) Leg een stukje pH-papier naast de erlenmeyer en doe een
druppel agar op dit papier. Deze kleurt oranje/geel, dus de pH
is goed.
Stap 24) Doe de prop watten weer terug op de erlen-
meyer en zet deze in het warmhoudbad.
Neem de erlenmeyer voor pH 9 mee naar de
zuurkast.
Stap 25) Haal de prop watten van de erlenmeyer af.
Stap 26) Voeg 2,0 mL natronloog toe aan de ager door
met de pipet 2,0 mL natronloog op te nemen
en in de erlenmeyer te doen.
Stap 27) Roer goed met de derde roerstaaf.
Stap 28) Leg een stukje pH-papier naast de erlenmeyer en doe een druppel agar op dit pa-
pier. Deze kleur donker groen/blauw, dus de pH is goed.
Stap 29) Doe de prop watten weer terug op de erlenmeyer en zet deze in het warmhoudbad.
Neem de erlenmeyer voor pH 11 mee naar de zuurkast.
Stap 30) Haal de prop watten van de erlenmeyer af.
Stap 31) Voeg 2,5 mL natronloog toe aan de agar door met de pipet 2,0 mL natronloog op te
nemen en in de erlenmeyer te doen.
Figuur 2.4 De sterilisatiepan met het deksel erop. De vijf erlenmeyers zitten erin.
Figuur 2.5 Het warmhoudbad waar de erlenmeyers in staan die op dat mo-ment niet worden gebruikt.
Figuur 2.6 De proefopstelling in de zuurkast.
8
Stap 32) Roer goed met de vierde roerstaaf.
Stap 33) Leg een stukje pH-papier naast de erlenmeyer en
doe een druppel agar op dit papier. Deze kleur
wordt donker blauw, dus de pH is goed.
Stap 34) Doe de prop watten weer terug op de erlenmeyer
en zet deze in het warmhoudbad.
Deel 3: Petri schaaltjes beschrijven
Dit deel voer je uit in de tijd dat de agar wordt gesterili-
seerd. Dit is stap 12 t/m stap 14 van deel 2.
Stap 1) Neem zes zakken met daarin 20 gesteriliseerde
Petri schaaltjes en leg deze neer op tafel.
Stap 2) Knip een zak met Petri schaaltjes open en haal de-
ze eruit. Knip de zak open aan de onderkant, zo,
dat de Petri schaaltjes met de bodem bovenop lig-
gen.
Stap 3) Schrijf op iedere Petri schaal dit etiket:
Bac (= Bacterie)
pH (= pH)
LV (= luchtvochtigheid)
C (= controle)
Schrijf op de zestig Petri schaaltjes die in de stoof
moeten met een blauwe stift de etiketten en de
andere zestig, die in het lab blijven staan, met een
groene stift.
Stap 4) Geef één iemand een blauwe stift en geef de ander
de groene stift.
Stap 5) Schrijf de etiketten. Schrijf achter Bac de letters A,
B, C of D, bij pH 3, 5, 7, 9 of 11, bij LV s (stoof) of k
(kamer) en bij C 1, 2 of 3. Degene die met de blau-
we stift schrijft, schrijft alle etiketten met LV k, en
degene met de groene stift schrijft de etiketten
met LV s. Uiteindelijk krijg je 120 verschillende
schaaltjes. Zie figuur 2.8.
Stap 6) Na het beschrijven stapel je de Petri schaaltjes zo
op, dat er vijf stapels komen. Iedere stapel heeft
een pH, dus er is een stapel met pH 3, een stapel
met pH 5, een met pH 7, een met pH 9 en een met
pH 11. De volgorde is ook van belang: zet de
Figuur 2.7 Twee wetenschappers heel hard aan het schrijven.
Figuur 2.8 De 120 Petri schaaltjes worden beschreven aan de onderkant. De bovenste drie rijen zijn de Petri schaaltjes die in het laboratorium komen en de onder-ste drie rijen gaan de stoof in. Het is per bacterie en per pH gesorteerd.
9
schaaltjes van boven naar beneden in de volgorde Bac A, B, C en dan pas D. Zet ook
de schaaltjes op nummer volgorde, dus 1, 2, 3, 1, 2, 3, etc.
Deel 4: Agar verdelen
Stap 1) Eén iemand pakt de erlenmeyer met pH 3 en de stapel Petri schaaltjes die pH 3
moeten krijgen. De ander pakt de erlenmeyer met pH 5 en de stapel Petri schaaltjes
die pH 5 moeten krijgen.
Stap 2) Haal de prop watten van de erlenmeyer af.
Stap 3) Pak een Petri schaaltje van de stapel af. Til het deksel
een klein beetje op, zo dat er een kleine opening is in de
Petri schaal. Zie figuur 2.9.
Stap 4) Giet heel voorzichtig een beetje agar in de schaal. Draai
ondertussen een beetje met het Petri schaaltje, zo, dat
de hele bodem een dun laagje agar heeft.
Stap 5) Doe het deksel weer dicht en zorg dat de bodem met
agar naar beneden wijst en het deksel naar boven.
Stap 6) Pak de volgende Petri schaal en herhaal stap 3 t/m stap 5.
Stap 7) Zodra iedere Petri schaal voor die pH is gevuld, doe dan de prop watten weer op de
erlenmeyer.
Stap 8) Zet de Petri schaaltjes een klein beetje aan de kant.
Stap 9) Pak de erlenmeyer met de pH 7 en de stapel Petri schaaltjes die pH 7 moeten krij-
gen.
Stap 10) Haal de prop watten van de erlenmeyer af.
Stap 11) Pak een Petri schaaltje en herhaal stap 3 t/m stap 5 voor alle Petri schaaltjes die pH
7 moeten krijgen.
Stap 12) Herhaal ook stap 1 t/m stap 6 voor de erlenmeyers met pH 9 en 11.
Stap 13) Laat de Petri schaaltjes twee uur staan om de agar te laten stollen.
Stap 14) Na die twee uur ga je de stapels weer verdelen tot nieuwe stapels. Pak acht rekjes
waar de Petri schaaltjes in kunnen gaan staan.
Maak acht stapels van de Petri schaaltjes. Deze sta-
pels moeten worden gemaakt:
Stapel 1: Bac A LV s
Stapel 2: Bac A LV k
Stapel 3: Bac B LV s
Stapel 4: Bac B LV k
Stapel 5: Bac C LV s
Stapel 6: Bac C LV k
Stapel 7: Bac D LV s
Stapel 8: Bac D LV s
De pH volgorde is: onderste drie pH 7, daarboven pH
9, daarboven pH 11,
Figuur 2.9 Het deksel wordt maar een heel klein beetje opgetild. Op deze manier komen er weinig bacteriën in de lucht bij.
Figuur 2.10 De stapels van Petri schaaltjes. Ze staan in de rekken en kunnen nu op hun plaats worden gezet.
10
daarboven pH 5 en bovenop pH 3. Zorg dat je van boven naar beneden 1, 2, 3 ziet.
Maak de stapels zo, dat de bodem met de agar naar boven wijst. Zet de stapels in de
rekken. Zie figuur 2.10.
Stap 15) Zet de rekjes met LV s in de stoof en de rekjes met LV k in het laboratorium op de
tafel. Zet de stoof op 20 °C en zet de ventilatie dicht. Laat de Petri schaaltjes 26 uur
staan zodat ze kunnen ‘rusten’.
Deel 5: Bacteriën op de agar brengen
Stap 1) Haal na de 26 uur de Petri schaaltjes op en zet ze op de tafel waar je gaat enten. De
persoon met de blauwe stift neemt de Petri schaaltjes met de blauwe etiketten en
de persoon met de groene stift neemt de Petri schaaltjes met de groene etiketten.
Stap 2) Haal ook de vijf Petri schaaltjes van de voorbereidings-
proef op en breng ze ook op de entplek.
Stap 3) Kies van de vijf Petri schaaltjes van de voorbereidings-
proef vier Petri schaaltjes uit die je gaat gebruiken. Kies
de klok, iPhone, waterkraan op de wc en toetsenbord.
Met het haar van de jonge vrouw doe je niets.
Stap 4) Pak een brander en sluit deze aan op de gaskraan.
Stap 5) Steek de brander aan met een lucifer en draai de lucht-
schrijf zover open totdat je de blauw ruisende vlam hebt.
Stap 6) Neem twee entogen en houd deze in de blauw ruisende
vlam. Zorg dat de entogen gaan gloeien. Zorg dat je het
effect krijgt net zoals in figuur 2.11.
Stap 7) Haal het deksel van het Petri schaaltje van de
klok af en doof het entoog in de agar waar
geen bacteriekolonie zit. Zorg dat je het hoort
sissen.
Stap 8) Doe het entoog op een bacteriekolonie (voor-
zichtig) door het oog heel licht de kolonie aan
te raken.
Stap 9) Haal het deksel van het Petri schaaltje voor
bacterie A af en druk voorzichtig drie keer het
entoog op het midden van de agar.
Stap 10) Doe het deksel er weer op en zet hem
aan de kant.
Stap 11) Doe het entoog weer in de vlam tot hij gaat
gloeien.
Stap 12) Doof het entoog weer in de agar.
Stap 13) Druk voorzichtig het entoog weer op dezelfde kolonie.
Stap 14) Pak de volgende Petri schaal. Doe het deksel een stukje open en druk weer drie
keer voorzichtig in het midden van de agar.
Figuur 2.11 Het entoog is aan het gloeien.
Figuur 2.12 Wetenschapper is druk aan het enten.
11
Stap 15) Doe het deksel er weer op.
Stap 16) Herhaal stap 11 t/m stap 15 voor de rest van bacte-
rie A.
Stap 17) Als alle Petri schaaltjes met bacterie A geënt zijn,
dan plaats je ze weer in het rekje zoals je ze er ook
hebt uitgehaald. Zet de stapel aan de andere kant
van de tafel. Zie figuur 2.12.
Stap 18) Herhaal stap 7 t/m stap 17, maar dan voor bacterie
B, dat doe je met Iphone. Zie figuur 2.13.
Stap 19) Herhaal stap 18 ook voor bacterie C, dat doe je met
waterkraan bij de wc, en voor bacterie D gebruik je
het toetsenbord. Zie figuur 2.14 en figuur 2.15.
Stap 20) Als alles is geënt zet je de brander uit door de gas-
kraan dicht te draaien.
Stap 21) Zet de Petri schaaltjes voor de stoof in de stoof en
die in het laboratorium moeten staan laat je op de
tafel staan. Zet de vijf Petri schaaltjes van de voor-
bereidingsproef ook op de tafel waar de Petri
schaaltjes in het lab staan.
Deel 6: Waarnemen
Stap 1) Bekijk iedere schooldag de Petri schaaltjes en maak
een foto van de alle Petri schaaltjes. Doe dat eerst
voor de bacteriën die in het laboratorium staan en
stapel deze meteen weer terug in het rekje. Doe
daarna pas de Petri schaaltjes in de stoof bekijken
door ze uit de stoof te halen, foto te maken en weer
helemaal terug te zetten in de stoof.
Stap 2) Zorg dat de Petri schaaltjes zo goed mogelijk in een
constant milieu blijven. Zorg er dus voor dat de
stoof even goed blijft werken en zorg dat de stapels
met Petri schaaltjes altijd in dezelfde volgorde blij-
ven staan. Ze mogen alleen worden verplaatst tij-
dens het waarnemen, maar ze mogen niet in een
andere volgorde bewaart blijven.
Stap 3) Zorg er ten alle tijden voor dat de Petri schaaltjes dicht blijven zitten. Gedurende de
zeven dagen mogen ze niet geopend worden, anders kunnen er bacteriën uit de
lucht bijkomen.
Figuur 2.13 De Petri schaaltjes voor bacteriesoort A. De stapels zijn al gesorteerd en klaar om te gaan groeien.
Figuur 2.14 De Petri schaaltjes voor bacteriesoort B. De stapels zijn al gesorteerd en klaar om te gaan groeien.
12
Stap 4) Schrijf per Petri schaal op hoeveel kolonies je ziet. Hierbij wordt gekeken naar vorm,
kleur en grootte. Dit doen we aan de hand van de tabel in figuur 1.
Petrischaal A / B / C / D pH 3 / 5/ 7 / 9 / 11 LV s / k
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14
2 13 – 1 – 14
3 14 – 1 – 14
4 15 – 1 – 14
5 16 – 1 – 14 Tabel 2.1 Waarnemeningstabel voor een bacterie per bacterie, pH en luchtvochtigheid. De controleproeven staan naast elkaar en kunnen snel met elkaar worden vergeleken.
Je neemt op dezelfde manier waar:
Kijk naar figuur 2.17. Je ziet dat dit bacterie D, pH 7, LV s en C 3 is. Je
kunt hier zien dat er een aantal gele kolonies te zien zijn. Deze zijn al
redelijk groot, dus je kunt al zeggen dat het grote gele kolonies zijn.
Als je gaat tellen, dan tel je acht gele kolonies. De waarneming is dus 8
grote gele kolonies. In de tabel vul je dan in: 8 grote geel. Op deze
manier neem je alle Petri schalen waar.
Stap 5) Op de zesde dag neem je niets meer waar, de proef is ten
einde. Je gooit alle Petri schaaltjes in een vuilniszak en deze
gooi je in de container. De proef is ten einde gekomen.
Figuur 2.15 De Petri schaaltjes voor bacteriesoort C. De stapels zijn al gesorteerd en klaar om te gaan groeien.
Figuur 2.16 De Petri schaaltjes voor bacteriesoort D. De stapels zijn al gesorteerd en klaar om te gaan groeien.
Figuur 2.17 Deze Petri schaal is in deze fase op 15 januari. Er zijn gele kolonies te zien.
13
Hoofdstuk 3 Resultaten
3.1 Waarnemingen
Deze tabellen zijn de samenvattingstabellen. Voor alle waarnemingen, zie de bijlagen. In deze tabellen staan steeds cryptische omschrijvingen. Hieronder leggen wij eerst uit wat deze omschrijvingen betekenen.
XX betekent dat er niets in de Petri schaal is te zien. x kleur betekent dat er een aantal kleine koloniën te zien zijn. Wanneer er groot, extra groot of enorm staat betekent dat we met de dag ervoor
een grotere kolonie hebben waargenomen. In de tabellen kunnen ook de woorden rups, worm, vierkant, rechthoek en maan
voorkomen. Als zo’n woord in de tabel staat, dan is de bacteriekolonie zo gegroeid dat ie een van deze vormen aanneemt.
De spreiding is genomen van de eerste dag en de laatste dag. Zo kun je goed zien hoe de Petri schalen zijn veranderd qua inhoud van bacteriën.
Bacterie Dag
A B C D
1 10 – 1 – 14 XX XX XX XX
2 13 – 1 – 14 3 grote wit 2 gele manen 1 gele maan 4 wit
3 14 – 1 – 14 2 enorme wit 2 gele manen 2 gele manen 2 grote wit
4 15 – 1 – 14 1 enorme wit + 2 geel
2 grote geel 2 gele manen 1 grote witte wolk
5 16 – 1 – 14 1 grote witte wolk met 1 geel
1 gele vorm 3 gele manen 1 grote witte maan
Spreiding Niets 1 grote witte wolk met 1 geel
Niets 1 gele vorm
Niets 3 gele manen
Niets 1 grote witte maan
Tabel 3.1 Samenvattingstabel van de vier verschillende bacteriën die een week lang in het laboratorium op een tafel hebben gestaan.
Bacterie Dag
A B C D
1 10 – 1 – 14 XX XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX Gele vlek 1 witte vlek XX
3 14 – 1 – 14 XX Donker/licht gele vlek
1 gele rups 5 witte vlekken
4 15 – 1 – 14 1 wit 1 gele rups en 3 geel
1 gele rups met donker gele ‘kop’ en ‘staart’
7 witte vlekken
5 16 – 1 – 14 XX 1 geel/witte rups
1 enorme wit gele rups
5 grote gele vlekken
Spreiding Niets Niets Niets 1 geel/witte rups
Niets 1 enorme wit gele rups
Niets 5 grote gele vlekken
Tabel 3.2 Samenvattingstabel van de vier verschillende bacteriën die een week lang in het laboratorium in de stoof heb-ben gestaan.
14
pH Dag
3 5 7 9 11
1 10 – 1 – 14 XX XX XX XX XX
2 13 – 1 – 14 3 grote wit XX 3 wit XX 5 wit
3 14 – 1 – 14 1 enorme wit XX 5 wit 5 wit 5 wit
4 15 – 1 – 14 1 enorme wit 1 grote wit 1 grote wit 2 geel + 1 wit
1 enorme wit
5 16 – 1 – 14 2 enorme wit 1 grote wit 3 witte vlek-ken
2 grote geel 1 grote gele rups
Spreiding Niets 2 enorme wit
Niets 1 grote wit
Niets 3 witte vlekken
Niets 2 grote geel
Niets 1 grote gele rups
Tabel 3.3 Samenvattingstabel van bacterie A met de waarnemingen van de groei van de bacteriën in de verschillende pH-bodems.
pH Dag
3 5 7 9 11
1 10 – 1 – 14 XX XX XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX 4 geel 2 grote geel 3 gele manen
3 14 – 1 – 14 XX XX 4 grote geel 3 grote donker geel
2 grote gele manen
4 15 – 1 – 14 XX XX 2 gele maan 1 donker / licht geel vierkant
1 grote gele rups
5 16 – 1 – 14 XX XX 2 wit/gele vorm
1 groot donker/licht geel vier-kant
1 enorme wit/gele rups
Spreiding Niets Niets
Niets Niets
Niets 2 wit/gele vorm
Niets 1 groot don-ker/licht geel vier-kant
Niets 1 enorme wit/gele rups
Tabel 3.4 Samenvattingstabel van bacterie B met de waarnemingen van de groei van de bacteriën in de verschillende pH-bodems.
15
pH Dag
3 5 7 9 11
1 10 – 1 – 14 XX XX XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 witte vlek-ken
XX 1 wit/gele vlek
1 grote geel/witte maan
2 witte ma-nen
3 14 – 1 – 14 XX XX 1 grote wit/gele vlek
1 grote wit-te maan
3 witte vlek-ken
4 15 – 1 – 14 XX XX 2 grote witte vlekken
2 grote wit-te maan
2 grote wit/gele ma-nen
5 16 – 1 – 14 XX XX 1 grote gele rups
2 grote wit/gele rups
3 grote gele manen met donker gele rand
Spreiding Niets Niets
Niets Niets
Niets 1 grote gele rups
Niets 2 grote wit/gele rups
Niets 3 grote gele manen met donker gele rand
Tabel 3.5 Samenvattingstabel van bacterie C met de waarnemingen van de groei van de bacteriën in de verschillende pH-bodems.
pH Dag
3 5 7 9 11
1 10 – 1 – 14 XX XX XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 grote wit 4 wit XX XX 4 wit
3 14 – 1 – 14 3 grote wit 4 grote wit XX XX 4 wit
4 15 – 1 – 14 4 grote wit 1 grote wit-te wolk
XX 4 wit 8 geel
5 16 – 1 – 14 4 grote wit 1 enorme witte wolk
XX 3 geel 10 geel
Spreiding Niets 4 grote wit
Niets 1 enorme witte wolk
Niets Niets
Niets 3 geel
Niets 10 geel
Tabel 3.6 Samenvattingstabel van bacterie D met de waarnemingen van de groei van de bacteriën in de verschillende pH-bodems.
3.2 Bijzonderheden
In deze tabellen zien wij toch een aantal bijzonderheden. Zo zie je in tabel 3.2 bij bacterie A dag 4 dat er 1 wit is gegroeid, maar een dag later is die kolonie weer weg. Zo zijn er nog meer voorbeelden, zoals in tabel 3.5 pH 3 dag 2 dat er 2 witte vlekken zijn gegroeid, maar de rest van de week zijn die koloniën ook weer weg. Dit is iets bijzonders, want er groeien bac-teriën, maar die verdwijnen ook weer. Verder hebben we geen bijzonderheden gevonden bij de waarnemingen.
16
Hoofdstuk 4 Discussie
4.1 Conclusies
- De luchtvochtigheid in het laboratorium was 45% en daar groeide de bacteriën snel
en ook in een grotere hoeveelheid. De luchtvochtigheid in de stoof was 65% en hier
groeide de bacteriën langzamer en in mindere mate. Hieruit kun je dus concluderen
dat als de luchtvochtigheid boven de 50% is dat de bacteriën minder snel groeien dan
als het daaronder is.
- Bacterie A was een witte bacterie die in een zuur tot neutraal milieu ook een witte
kleur zichzelf vermenigvuldigd. En bij het basische milieu wordt de witte kleur omge-
zet naar een gele kleur.
- Bacterie B groeit in een zuur milieu niet maar in een basisch of neutraal milieu wel.
- Bacterie C wilt in een zuur milieu wel groeien maar dit overleeft de bacterie niet. In
een basisch en neutraal milieu groeit de bacterie wel goed. Vaak in een gele kleur en
met een grote vorm.
- Bacterie D groeit in een zuur milieu wel hartstikke goed, maar in een neutraal of ba-
sisch milieu groeit die niet tot bijna niet.
- De bacteriekolonies die zijn ontstaan groeien in verschillende vormen.
- De pH van de voedingsbodem en de luchtvochtigheid is dus wel degelijk van belang
bij de groei van de verschillende bacteriën.
4.2 Verklaring
Hieronder geven wij onze verklaring waarom in de verschillende pH en de luchtvochtigheden
de bacteriën wel groeien of juist niet.
In de luchtvochtigheid is er bij 65% te veel water aanwezig in de Petri schaal waardoor er
minder plaats overblijft voor de bacteriën. Hierdoor kunnen bacteriën zich minder goed de-
len. De bacteriën moeten het water eerst aan de kant duwen. Zo komt er een plaatsje vrij
waardoor de bacterie op die plaats kan gaan zitten. Dit vertraagt het proces van het delen,
omdat er eerst energie in moet worden gestoken om de bacteriën een plaats te geven. Bij de
45% hoeft dit proces minder lang te duren, omdat er minder water is wat plaats moet maken
voor de bacteriën.
Bacterie A is in de basische agar van kleur veranderd. In de basische agar zit een bepaalde
stof met een gele kleur die in de bacterie kan gaan zitten en dan de bacterie een andere
kleur geeft. Hierdoor wordt de witte kleur die de bacterie heeft een beetje verdrongen en
komt de gele kleur er voor in de plaats. Zo kleurt de bacterie geel en worden de kolonies ook
geel.
Bacterie B heeft een bepaalde pH waarde nodig om te kunnen groeien. En deze bacterie kan
niet goed tegen een zure pH, waardoor deze ook niet kunnen blijven leven. De endospore
heeft het dus niet kunnen overleven, waardoor de bacterie ook niet meer is gaan groeien.
Het DNA van de bacterie ontbrak. Hierdoor kan er geen bacterie gaan groeien. In het basi-
17
sche en neutrale milieu zitten bepaalde stoffen waar de endospore wel kan overleven. Hier-
door kunnen de bacteriën overleven en kolonies gaan vormen.
Bacterie C kan in het zure milieu niet overleven. De endospore van de bacterie probeert wel
te overleven, maar dit lukt niet. Dit komt omdat de pH te laag is, dus de omstandigheden zijn
te zwaar. Bacterie C kan zich wel in het neutrale of basische milieu thuisvoelen en zichzelf
delen. De endospore in het basische of neutrale milieu hoeft zich niet in de cyste te verstop-
pen, omdat de omgeving goed is om een bacterie te laten delen. De kleur geel komt weer
doordat in een basische agar stoffen zitten die zorgen voor de kleur van de bacterie en die
dus zichtbaar maakt. In het zure milieu kan de bacterie niet goed groeien, omdat de endo-
spore niet tegen de zure omstandigheden kan. Hierdoor kan de endospore er niet voor zor-
gen dat er nog een bacteriën gaan groeien.
Bacterie D is eigenlijk precies het tegenovergestelde van de andere bacteriën. In een zuur
milieu kan de endospore van de bacterie zich wel goed tot stand houden, maar in een ba-
sisch of neutraal milieu minder. Dit komt doordat de endospore niet goed tegen een neutra-
le of basische stoffen kan. Hierdoor sneuvelen de bacteriën of ze worden juist zo vertraagd
dat ze er langer overdoen om zich te uiten. Ze delen zich minder snel en dat zorgt er ook
voor dat er minder kolonies te zien zijn.
Ook hebben we gezien dat de bacteriekolonies geen vaste vormen aannemen. Bacteriekolo-
nies delen zich ongericht en kris kras overal heen. Zo kunnen bacteriekolonies rare vormen
aannemen en dat kunnen wij als mensen interpreteren als vormen die we erin kunnen her-
kennen, zoals een wolk of een rups. De kolonies doen dit niet bewust, de bacteriën groeien
gewoon kris kras overal heen.
Om even te kijken of deze verklaring overeenkomt met wat we in eerste instantie dachten,
dan halen we onze hypothese erbij.
In onze hypothese hebben we geschreven dat in het zure milieu er geen bacteriën zouden
gaan groeien omdat er enzymen inzitten die de bacteriën af kunnen breken. Na ons onder-
zoek is gebleken dat er sommige bacteriën juist wel goed kunnen groeien in een zuur milieu
en dat er ook bacteriën zijn die niet goed kunnen groeien in zuur milieu. Dit deel van de hy-
pothese hebben we maar deels goed bekeken.
Ook hebben we in onze hypothese geschreven dat er in het neutrale milieu wel alle bacteri-
en gaan groeien. Dit bleek ook zo te zijn, alleen voor één bacterie niet. Die bacterie is niet
gegroeid in een neutraal milieu. Dit deel van de hypothese hebben we dus ook maar deels
goed.
In onze hypothese stond ook dat in het basische milieu organismen de bacteriën bestrijden.
Maar na het onderzoek zijn er wel een heleboel bacteriën gaan groeien in het basische mili-
eu. Blijkbaar zijn er ook bacteriën die ook goed in het basische milieu kunnen leven. We
hebben dit onderdeel van de hypothese dus niet goed geformuleerd.
In onze hypothese hebben we ook geschreven dat er in de droge lucht geen tot weinig bac-
teriën zouden groeien, maar in het experiment zijn de Petri schaaltjes met de droge lucht
(45%) wel goed gaan groeien, beter dan bij de vochtigere lucht (65%). Er zijn ook bij de voch-
18
tigere lucht veel bacteriën gegroeid, maar deze zijn minder snel gegroeid. Ook dit deel van
de hypothese hebben we dus niet goed geformuleerd.
Kortom, het onderzoek heeft heel anders uitgepakt dan dat wij in eerste instantie hadden
gedacht door naar de kennis van de verschillende milieuomstandigheden te kijken.
4.3 Foutenbespreking
1. We hebben niet de pH waarde tussentijds van de Petri schaaltjes gemeten. Hierdoor
weten we niet of de agar misschien wel van een pH 3 (dus een zuur milieu) naar een
Ph 7 (neutraal milieu) is veranderd. De volgende keer moeten we meten of de pH tij-
dens de proef wel gelijk blijft.
2. We hebben de Petri schaaltjes niet onder een microscoop gehouden. Hierdoor zou
het kunnen dat we bacteriën die te klein zijn met het blote oog niet gezien hebben.
Misschien hebben we daarom bepaalde bacteriën niet gezien die er wel hadden kun-
nen groeien.
3. Luchtvochtigheid. We hadden eigenlijk een derde luchtvochtigheid nodig om beter
de verschillen kunnen te zien. Nu hebben we alleen maar 45% en 65% luchtvochtig-
heid. De volgende keer moeten we een derde luchtvochtigheid hebben, zoals 85%.
4. Er zat een weekend tussen de eerste meet dag en de tweede meet dag. Hierdoor we-
ten we niet wat er gebeurd is in de Petri schaaltjes in dat weekend. Misschien zijn
hier dus wel bacterie gegroeid en weer verdwenen.
5. Onze proef duurde maar een week, maar na de resultaten gezien te hebben zagen
we dat sommige bacteriën er langer over moesten doen om goed zichtbaar te wor-
den door de deling. Volgende keer moeten we de proef een week langer uitvoeren.
4.4 Vervolgonderzoek
De volgende keer dat we zo’n experiment zullen gaan doen kunnen we kijken wat er gebeurt
met de bacteriën als we ze in een andere bodem plaatsen. Nu hebben we agar gebruikt als
voedingsbodem, maar de volgende keer kunnen we kijken of er ook een andere voedingsbo-
dem mogelijk is voor de bacteriën. Zo kunnen we ook de pure stoffen erin leggen, zoals
zoutzuur of natronloog, en dat verdunnen met water totdat de pH’s 3, 5, 7, 9 en 11 zijn be-
reikt. Zo kunnen we kijken of de bacteriën niet alleen van de agar voedingsstoffen krijgen,
maar ook in een ander milieu kunnen leven.
19
Hoofdstuk 5 Verantwoording
5.1 Bronvermelding
Voor ons onderzoek hebben we de volgende bronnen gebruikt:
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Bacterien
- http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/bacterie.html
- http://staff.science.uva.nl/~dcslob/lesbrieven/maarten/Bacterien.html
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Agar_(bindmiddel)
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Agar
- Biologie voor Jou VWO 5 Thema 1
- www.meneerspoor.nl
5.2 Logboek
Hieronder kunt u zien wie, wat en wanneer wij aan het verslag hebben gewerkt.
Dag Wie Wat Hoelang
12 december 2013 Annemieke
Matthijs - Onderwerp bedacht
- 1.2 + 1.3 gemaakt - 2.1 + 2.2 begonnen
Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
19 december 2013 Matthijs Annemieke (ziek)
- 5 Petri schalen gemaakt (voorbereidings-proef)
- 2.1 + 2.2 verder gegaan
Matthijs
1 uur
6 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Petri schalen bekeken
- Nieuwe bacteriën in Petri schalen gedaan (voorbereidingsproef)
Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
8 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Agar gemaakt met verschillende pH - Petri schalen beschreven - Agar in Petri schalen gegoten
Annemieke
2,5 uur Matthijs
2,5 uur
9 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Bacteriën in Petri schalen geënt. Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
10 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Bacteriën bekijken. Annemieke
0,25 uur Matthijs
0,25 uur
13 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Bacteriën bekijken - Foto’s maken
Annemieke
0,5 uur Matthijs 0,5 uur
20
14 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Bacteriën bekijken - Foto’s maken - Tabellen invullen
Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
15 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Bacteriën bekijken - Foto’s maken - Tabellen invullen
Annemieke 1 uur Matthijs
1 uur
16 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Bacteriën bekijken - Foto’s maken - Tabellen invullen
Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
17 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Petri schalen opruimen - Gebruikte spullen opruimen
Annemieke
0,25 uur Matthijs
0,25 uur
30 januari 2014 Matthijs Annemieke
- Tabellen invullen - 2.1 en 2.2 bijwerken
Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
31 januari 2014 Annemieke Matthijs
- 1.1 maken Rij-examen
Annemieke
1 uur
4 februari 2014 Matthijs Annemieke
- 1.1 verder maken - 2.1 en 2.2 foto’s erbij zetten.
Annemieke 1 uur Matthijs
1 uur
11 februari 2014 Matthijs Annemieke
- Tabellen invullen Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
16 februari 2014 Matthijs - Helft van de tabellen typen. Matthijs
1 uur
18 februari 2014 Annemieke - Helft van de tabellen typen Annemieke 1 uur
23 februari 2014 Matthijs Annemieke
- Samenvattingstabellen maken - 3.1 + 3.2 maken
Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
24 februari 2014 Matthijs Annemieke
- Conclusies trekken - Verklaring maken - Foutenbespreking maken
Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
25 februari Matthijs Annemieke
- Vervolgonderzoek bedenken - Hoofdstuk 4 opmaken - Hoofdstuk 5 maken
Annemieke
1 uur Matthijs
1 uur
21
5.3 Reflectie
Wij vonden het maken van deze opdracht hartstikke leuk! In deze opdracht konden wij het zeer groots aanpakken. Wij werden geïnspireerd door het eerste onderzoek dat wij in de klas hebben gedaan. Daar gingen we testen hoeveel bacteriën ergens groeiden. Wij wilden dit wat grootser aanpakken en we wilden weten hoe bacteriën in verschillende milieus leven. Dit vonden wij erg leuk om te doen, vooral omdat we met heel veel Petri schaaltjes aan het werk moesten gaan om dit onderzoek uit te voeren. De begeleiding voor deze opdracht vonden we erg goed, vooral ook omdat de TOA ons heel goed heeft geholpen met het maken van de agar en het gieten van de platen. Hij heeft ons ook alles verteld over de bacteriën en over alles wat we wilden onderzoeken. De begeleiding tijdens de proef vonden we daarom ook erg goed. Ook de uitleg tijdens het theoretische gedeelte van het onderzoek is goed begeleid door meneer Spoor, want hij heeft ons ook bepaalde verbeterpunten gegeven alvorens we met de proef waren begonnen. Ook onze samenwerking verliep vlekkeloos. We wisten allebei wat we wilden gaan onder-zoeken en op welke manier we dat gingen doen. De taakverdeling was duidelijk en eerlijk. Onze eindconclusie is dat we met een goede ervaring terugkijken op deze opdracht.
22
Bijlagen
In deze bijlagen staan alle tabellen van de Petri schalen. In hoofdstuk 3 staan de samenvat-tingstabellen, maar de complete waarnemingen staan in deze bijlagen. Ook in deze tabellen staan kryptische omschrijven. Zie voor de uitleg van de ingevulde waar-nemingen, zie hoofdstuk 3.
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 grote wit 3 grote wit 4 grote wit
3 14 – 1 – 14 1 enorme wit 2 grote wit + 1 wit 1 enorme wit
4 15 – 1 – 14 1 grote wit 2 grote wit + 1 wit 1 enorme wit
5 16 – 1 – 14 1 grote geel + 6 wit 2 grote wit 1 enorme wit + 16 wit
Spreiding Niets 1 grote geel + 6 wit
Niets 2 grote wit Niets 1 enorme wit + 16 wit
Tabel B.1 Petrischaal: Bacterie A pH 3 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX 1 wit 1 wit
3 14 – 1 – 14 XX 1 enorme wit 2 wit
4 15 – 1 – 14 XX 1 enorme wit 1 grote wit
5 16 – 1 – 14 XX 1 enorme witte wolk 1 grote wit
Spreiding Niets Niets Niets 1 enorme witte wolk
Niets 1 grote wit
Tabel B.2 Petrischaal: Bacterie A pH 5 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX 1 grote witte wolk 1 grote witte wolk
3 14 – 1 – 14 2 witte vlekken 1 grote grijze vlek 3 witte vlekken
4 15 – 1 – 14 2 witte vlekken XX 1 grijze wolk
5 16 – 1 – 14 4 witte vlekken 3 witte vlekken XX
Spreiding Niets 4 witte vlek-ken
Niets 3 witte vlek-ken
Niets Niets
Tabel B.3 Petrischaal: Bacterie A pH 7 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
23
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX 1 wit 1 grote geel
3 14 – 1 – 14 1 enorme wit 2 wit Spiegelei
4 15 – 1 – 14 1 grote witte maan 1 geel Spiegelei
5 16 – 1 – 14 1 grote witte wolk 1 wit wolkje Spiegelei
Spreiding Niets 1 grote wit-te wolk
Niets 1 wit wolkje Niets spiegelei
Tabel B.4 Petrischaal: Bacterie A pH 9 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 wit 7 wit XX
3 14 – 1 – 14 1 gele maan 3 wit + 1 grijs 3 wit + 1 grijs
4 15 – 1 – 14 1 gele maan + 1 wit 8 wit met grijze smily 1 enorme wit + 8 wit
5 16 – 1 – 14 1 gele maan + 1 wit-te wolk
5 wit 4 wit + 1 geel met staart
Spreiding Niets 1 gele maan + 1 witte wolk
Niets 5 wit Niets 4 wit + 1 geel met staart
Tabel B.5 Petrischaal: Bacterie A pH 11 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX XX
3 14 – 1 – 14 XX XX XX
4 15 – 1 – 14 XX 3 wit XX
5 16 – 1 – 14 XX 1 wit XX
Spreiding Niets Niets Niets 1 wit Niets Niets Tabel B.6 Petrischaal: Bacterie B pH 3 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX XX
3 14 – 1 – 14 XX XX XX
4 15 – 1 – 14 XX XX XX
5 16 – 1 – 14 XX XX XX
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets Niets Tabel B.7 Petrischaal: Bacterie B pH 5 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
24
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 gele maan 4 geel 1 geel + 2 gele streep
3 14 – 1 – 14 2 gele maan + 1 wit 3 geel waarvan 1 groot
1 geel + 2 gele streep
4 15 – 1 – 14 3 gele maan 4 geel waarvan 1 groot
1 geel + 2 gele streep
5 16 – 1 – 14 3 gele maan 1 lichtgeel huis 1 geel + 2 gele streep
Spreiding Niets 3 gele maan Niets 1 lichtgeel huis
Niets 1 geel + 2 gele streep
Tabel B.8 Petrischaal: Bacterie B pH 7 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 wit 1 grote geel 4 donker geel + 1 licht geel
3 14 – 1 – 14 1 witte maan + 1 wit 1 grote geel 4 donker geel + 1 grote licht geel
4 15 – 1 – 14 1 grote wit 1 grote geel 5 donker geel + 1 grote licht geel
5 16 – 1 – 14 1 wit in vorm van 10 1 grote geel 7 donker geel + 1 licht gele kroon
Spreiding Niets 1 witte 10 Niets 1 grote geel Niets 7 donker geel + 1 licht gele kroon
Tabel B.9 Petrischaal: Bacterie B pH 9 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 gele manen 3 gele manen 2 witte manen
3 14 – 1 – 14 2 gele manen 3 gele manen 1 enorme witte maan
4 15 – 1 – 14 2 gele manen 3 gele manen 1 half rondje wit
5 16 – 1 – 14 1 gele maan + 1 geel 3 gele manen + 1 wit 5 wit groot
Spreiding Niets 1 gele maan + 1 geel
Niets 3 gele maan + 1 wit
Niets 5 wit groot
Tabel B.10 Petrischaal: Bacterie B pH 11 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
25
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX XX
3 14 – 1 – 14 XX XX XX
4 15 – 1 – 14 XX XX XX
5 16 – 1 – 14 XX XX XX
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets Niets Tabel B.11 Petrischaal: Bacterie C pH 3 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX XX
3 14 – 1 – 14 XX XX XX
4 15 – 1 – 14 XX XX XX
5 16 – 1 – 14 XX XX XX
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets Niets Tabel B.12 Petrischaal: Bacterie C pH 5 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 wit 15 wit verspreid 2 grote gele maan
3 14 – 1 – 14 3 witte maan 18 wit verspreid 2 grote gele maan
4 15 – 1 – 14 XX 19 wit verspreid 2 grote gele manen aan elkaar
5 16 – 1 – 14 XX 9 wit + 2 witte sta-ven
2 groot donker geel
Spreiding Niets Niets Niets 9 wit + 2 witte staven
Niets 2 groot donker geel
Tabel B.13 Petrischaal: Bacterie C pH 7 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 3 witte maan 3 gele maan 1 grote + 1 kleine witte maan
3 14 – 1 – 14 4 witte maan 2 gele maan + grote witte vlek
1 grote + 1 kleine witte maan
4 15 – 1 – 14 3 witte maan 2 gele maan + witte vlek
1 extra grote + 1 enorme witte maan
5 16 – 1 – 14 3 witte maan 2 gele maan + 1 geel 1 grote wit + 1 witte maan
Spreiding Niets 3 witte maan
Niets 2 gele maan + 1 geel
Niets 1 grote wit + 1 witte maan
Tabel B.14 Petrischaal: Bacterie C pH 9 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
26
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 3 wit 4 gele manen 3 witte manen
3 14 – 1 – 14 3 wit 4 gele manen 3 witte manen
4 15 – 1 – 14 2 geel 4 gele manen waar-van 2 groot
3 grote witte manen
5 16 – 1 – 14 2 geel 4 gele maan 3 grote gele manen
Spreiding Niets 2 geel Niets 4 gele maan Niets 3 grote gele manen
Tabel B.15 Petrischaal: Bacterie C pH 11 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 grote wit 2 grote wit 2 grote wit
3 14 – 1 – 14 1 grote witte maan 2 grote wit 1 grote wit
4 15 – 1 – 14 1 grote witte maan 1 enorme wit 1 grote wit
5 16 – 1 – 14 1 grote witte maan 4 grote wit 1 enorme wit
Spreiding Niets grote witte maan
Niets 4 grote wit Niets 1 enorme wit
Tabel B.16 Petrischaal: Bacterie D pH 3 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 2 grote wit 3 wit 6 wit
3 14 – 1 – 14 1 extra grote wit 2 grote wit 6 grote wit
4 15 – 1 – 14 1 enorme grote wit 1 grote witte wolk 7 grote wit
5 16 – 1 – 14 1 enorme witte wolk 1 grote witte wolk 8 grote wit
Spreiding Niets enorme grote wit
Niets grote witte wolk
Niets 8 grote wit
Tabel B.17 Petrischaal: Bacterie D pH 5 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX 4 grijs
3 14 – 1 – 14 XX XX 8 wit
4 15 – 1 – 14 XX XX XX
5 16 – 1 – 14 XX XX 3 witte wolken
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets 3 witte wol-ken
Tabel B.18 Petrischaal: Bacterie D pH 7 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
27
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX 4 wit 3 wit
3 14 – 1 – 14 XX 6 wit 3 wit
4 15 – 1 – 14 XX 6 wit 3 wit
5 16 – 1 – 14 XX 3 geel 3 geel
Spreiding Niets Niets Niets 3 geel Niets 3 geel Tabel B.19 Petrischaal: Bacterie D pH 9 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 3 gele maan XX 3 wit + 3 geel
3 14 – 1 – 14 3 gele maan + 1 wit XX 3 wit + 4 geel
4 15 – 1 – 14 3 gele maan + 1 geel XX 6 geel
5 16 – 1 – 14 3 gele maan + 1 geel XX 1 gele maan + 3 geel
Spreiding Niets 3 gele maan + 1 geel
Niets Niets Niets gele maan + 3 geel
Tabel B.20 Petrischaal: Bacterie D pH 11 Luchtvochtigheidsomgeving: Kamer
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX 3 grote witte vlekken XX
3 14 – 1 – 14 XX 4 grote witte vlekken 1 extra grote grijze vlek
4 15 – 1 – 14 XX 2 enorme witte vlek-ken
XX
5 16 – 1 – 14 XX 2 enorme witte vlek-ken
XX
Spreiding Niets Niets Niets 2 enorme witte vlekken
Niets Niets
Tabel B.21 Petrischaal: Bacterie A pH 3 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX XX
3 14 – 1 – 14 XX XX XX
4 15 – 1 – 14 1 witte wolk XX XX
5 16 – 1 – 14 1 grote witte vlek XX XX
Spreiding Niets 1 grote wit-te vlek
Niets Niets Niets Niets
Tabel B.22 Petrischaal: Bacterie A pH 5 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
28
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 5 wit 2 wit XX
3 14 – 1 – 14 5 wit 3 wit XX
4 15 – 1 – 14 1 grote wit 3 wit XX
5 16 – 1 – 14 Spiegelei 7 grote witte ringen 1 grote witte wolk
Spreiding Niets spiegelei Niets 7 grote wit-te ringen
Niets 1 grote wit-te wolk
Tabel B.23 Petrischaal: Bacterie A pH 7 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX 3 gele en 7 witte vlekken
3 14 – 1 – 14 XX XX 2 gele, 5 witte en een grijze vlek
4 15 – 1 – 14 XX XX 8 gele vlekken
5 16 – 1 – 14 XX XX Een donker gele rups en 1 geel
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets Een donker gele rups en 1 geel
Tabel B.24 Petrischaal: Bacterie A pH 9 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX 9 witte vlekken 9 witte vlekken
3 14 – 1 – 14 XX Een vierkant ver-deeld in geel en grijs
Een rups vormende vlek verdeeld in grijs en geel
4 15 – 1 – 14 1 kleine witte vlek 3 gele vlekken Een rups vormende vlek verdeeld in grijs en geel
5 16 – 1 – 14 XX Gele rups met don-ker groele kop
Een rups vormende vlek verdeeld in grijs en geel
Spreiding Niets Niets Niets Gele rups met donker gele kop
Niets Een rups vormende vlek ver-deeld in grijs en geel
Tabel B.25 Petrischaal: Bacterie A pH 11 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
29
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX XX
3 14 – 1 – 14 XX XX XX
4 15 – 1 – 14 XX XX XX
5 16 – 1 – 14 XX 5 witte vlekken XX
Spreiding Niets Niets Niets 5 witte vlek Niets Niets Tabel B.26 Petrischaal: Bacterie B pH 3 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX XX
3 14 – 1 – 14 XX XX XX
4 15 – 1 – 14 XX XX XX
5 16 – 1 – 14 XX XX XX
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets Niets Tabel B.27 Petrischaal: Bacterie B pH 5 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX Een gele witte vlek plus grijze aanslag
Een gele witte vlek plus grijze aanslag
3 14 – 1 – 14 XX Wit/ grijze worm en 1 witte vlek
5 gele vlekken en 2 witte wolken
4 15 – 1 – 14 XX Wit/ grijze worm en 1 witte vlek
5 gele vlekken en 2 witte wolken
5 16 – 1 – 14 XX 1 witte rups + vlek met een gele rand
2 witte rups + vlek met een gele rand
Spreiding Niets Niets Niets 1 witte rups + vlek met een gele rand
Niets 2 witte rups + vlek met een gele rand
Tabel B.28 Petrischaal: Bacterie B pH 7 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
30
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 Een vierkant ver-deeld in licht en donker geel
Een vierkant ver-deeld in licht en donker geel
3 gele vlekken
3 14 – 1 – 14 2 donker gele vlek-ken en 3 gele vlek-ken
Een vierkant ver-deeld in licht en donker geel
Een vierkant ver-deeld in licht en donker geel
4 15 – 1 – 14 Een vierkant ver-deeld in licht en donker geel
Een vierkant ver-deeld in licht en donker geel
Een vierkant ver-deeld in licht en donker geel
5 16 – 1 – 14 Een vierkant ver-deeld in licht gele en een donker gele vlek
Een vierkant ver-deeld in licht en donker geel
Een vierkant ver-deeld in licht en donker geel
Spreiding Niets Een vierkant verdeeld in licht gele en een donker gele vlek
Niets Een vierkant verdeeld in licht en donker geel
Niets Een vierkant verdeeld in licht en donker geel
Tabel B.29 Petrischaal: Bacterie B pH 9 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 8 gele vlekken 4 gele en 4 witte vlekken
Een 3cm witte streng
3 14 – 1 – 14 Een gele met witte rups en 2 gele vlek-ken
Een gele met witte rups en 5 gele vlek-ken
Een witte rups
4 15 – 1 – 14 Een gele met witte rups en 3 gele vlek-ken
Een gele met witte rups en 4 grote gele vlekken
Een extra grote witte rups
5 16 – 1 – 14 Een geel met witte rups en 4 gele vlek-ken
Een geel met witte rups en 2 grote gele vlekken
Een enorme witte rups
Spreiding Niets Een geel met witte rups en 4 vlekken
Niets Een geel met witte rups en 2 grote gele vlekken
Niets Een enorme witte rups
Tabel B.30 Petrischaal: Bacterie B pH 11 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
31
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 3 witte vlekken 6 witte vlekken XX
3 14 – 1 – 14 3 witte vlekken XX 3 witte vlekken
4 15 – 1 – 14 XX XX 3 witte vlekken
5 16 – 1 – 14 XX XX XX
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets Niets Tabel B.31 Petrischaal: Bacterie C pH 3 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX XX
3 14 – 1 – 14 XX XX XX
4 15 – 1 – 14 XX XX XX
5 16 – 1 – 14 XX XX XX
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets Niets Tabel B.32 Petrischaal: Bacterie C pH 5 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 Witte vlek Gele / witte vlek Witte vlek
3 14 – 1 – 14 Witte vlek Een rups vorm met een gele ‘kop’ en ‘staart’
Witte grote vlek
4 15 – 1 – 14 2 grote witte vlekken Een rups vorm met een gele ‘kop’ en ‘staart’
1 grote witte vlek en 2 kleinere witte vlek-ken
5 16 – 1 – 14 Cobravorm met gele staart
Een rups vorm met een gele ‘kop’ en ‘staart’
Witte vlek met een lege vlek in het mid-den
Spreiding Niets Cobravorm met gele staart
Niets Rups vorm met gele ‘kop’ en ‘staart’
Niets Witte vlek met een lege vlek in het midden
Tabel B.33 Petrischaal: Bacterie C pH 7 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
32
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 Een lange rups met geel en wit
Een lange rups met geel en wit
XX
3 14 – 1 – 14 Een lange witte rups Een lange rups met geel en wit
XX
4 15 – 1 – 14 Lange witte rups Een lange rups met geel en wit
XX
5 16 – 1 – 14 Lange witte rups met een gele ‘kop’
Een lange rups met geel en wit
1 gele vlek
Spreiding Niets Lange witte rups met gele ‘kop’
Niets Lange rups met geel en wit
Niets 1 gele vlek
Tabel B.34 Petrischaal: Bacterie C pH 9 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX 2 witte vierkanten 1 rechthoek met donker gele rand en witte inhoud
3 14 – 1 – 14 2 witte vlekken 2 witte vierkanten en 3 witte vlekken
1 rechthoek met een donker gele rand en witte inhoud
4 15 – 1 – 14 3 witte vlekken Grote witte vlek met een gele rand
Enorm witte rups vorm met een gele rand
5 16 – 1 – 14 4 gele vlekken Grote witte vlek met gele rand
Enorm witte rups vorm met een gele rand
Spreiding Niets 4 gele vlek-ken
Niets Grote witte vlek met gele rand
Niets Enorm witte rups vorm met gele rand
Tabel B.35 Petrischaal: Bacterie C pH 11 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
33
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 Een witte vlek XX XX
3 14 – 1 – 14 4 witte vlekken XX XX
4 15 – 1 – 14 4 extra grote witte vlekken
6 witte vlekken XX
5 16 – 1 – 14 4 grote gele vlekken en 1 gele vlek
XX XX
Spreiding Niets 4 grote gele vlekken en 1 gele vlek
Niets Niets Niets Niets
Tabel B.36 Petrischaal: Bacterie D pH 3 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX 1 Grote witte vlek XX
3 14 – 1 – 14 XX 3 grote witte vlekken XX
4 15 – 1 – 14 XX 3 grote witte vlekken XX
5 16 – 1 – 14 XX 1 grote witte wolk en 28 witten stipjes
XX
Spreiding Niets Niets Niets 1 grote wit-te wolk en 28 witte stipjes
Niets Niets
Tabel B.37 Petrischaal: Bacterie D pH 5 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX 6 gele vlekken en 7 witte vlekken
3 14 – 1 – 14 XX XX 6 gele vlekken en 4 witte vlekken
4 15 – 1 – 14 XX XX 8 grote gele vlekken
5 16 – 1 – 14 XX XX 9 grote gele vlekken
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets 9 grote gele vlekken
Tabel B.38 Petrischaal: Bacterie D pH 7 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
34
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX XX 12 witte vlekken
3 14 – 1 – 14 XX XX 8 gele vlekken
4 15 – 1 – 14 XX XX 8 gele vlekken
5 16 – 1 – 14 XX XX 10 gele vlekken
Spreiding Niets Niets Niets Niets Niets 10 gele vlekken
Tabel B.39 Petrischaal: Bacterie D pH 9 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof
Controle Dag
1 2 3
1 10 – 1 – 14 XX XX XX
2 13 – 1 – 14 XX 1 grote witte vlek 12 witte vlekjes
3 14 – 1 – 14 XX 1 grote witte vlek en 1 kleine witte vlek
6 witte vlekken en 8 gele vlekken
4 15 – 1 – 14 XX 3 grote witte vlekken 16 gele vlekken
5 16 – 1 – 14 XX 2 grote witte vlekken 15 gele vlekken
Spreiding Niets Niets Niets 2 grote wit-te vlekken
Niets 15 gele vlekken
Tabel B.40 Petrischaal: Bacterie D pH 11 Luchtvochtigheidsomgeving: Stoof