maria verscheen
TRANSCRIPT
Een onderzoek naar het ontstaan van een bedevaart in Belgi~
doktoraalskriptie kulturele antropologie
Marcel Oomen
Universiteit van .Amsterdam
1982
Voorwoord
Inleiding en probleemstelling
HOOFDSTUK 1
Historisch overzicht van het ontstaan van de groepering
HOOFDSTUK 2
Volgelingen: hun geloofspraktijk en religieuze ervaringen
2.1 Enkele gegevens over de volgelingen
2.2 Geloofsopvattingen
2.3 Religieuze praktijk
2.3.1 De maandelijkse bedevaart
2.3.2 Kleinere bijeenkomsten
2.4 Religieuze ervaringen
2.4.1 De 'smaak' en de 'geur'
2.4.2 Tastzintuiglijke ervaringen
2.4.3 Visuele ervaringen
2.4.4 Auditieve ervaringen
· 2.4,5 Wonderbaarlijke genezingen
HOOFDSTUK 3 Leiderschap
2
9
20
20
22
30
30
37
40
41
46
48
53 54
57
3 .1 Biografische gegevens 57
3. 2 De aard van het leiderschap 61
3.3 De beweringen en pretenties in 63 het dagboek van de ziener
3,4 Kriteria ter beoordeling van de 68 echtheid van verschijningen
3. 5 Theunis en de 'verschijningsspecialisten' 7 4
3.6 De erkenning van het zienerschap door 81 de volgelingen
HOOFDSTUK 4 88
Vier noodzakelijke voorwaarden
Rekrutering 88
4.2 Onderlinge kommunikatie 91 4,3 Materi~le middelen 94 4.4 Sociale kontrole 96 4.4.1 De media 96 4,4.2 De burgerlijke overheid 101 4.4.3 De kerkelijke overheid 102
HOOFDSTUK 5 106 Konklusie
NOTEN 114
KAART VAN BELGIE met in de tekst 120 voorkomende plaatsen
AFBEELDINGEN 121
Voorwoord
Deze skriptie gaat over gewone mensen, waarvan de
meesten een onopgemerkt leven leiden. Toch heb ik
uit hun mûnd bizonde:re di.ngen opgetekend, die .in da
moderne samenleving raar en misschien zelfs bizar
gevonden zullen worden. Het was daarom niet altijd
even makkelijk zich in hen te ve:r.plaatse~ en te be
grijpen wat zij bedoelden. Voor hun geduld met mij
ben ik hen dankbaar.
Ook gaat mijn dank uit naar degenen, die mij in
woord en daad hebben bijgestaan.· In de eerste plaats
Jojada Verrips, zonder wiens inspiratie ik noèit zo
veel plezier in mijn studie gehad zou hebben. In de
tweede plaats mijn vrienden, die mij door hun belang
stelling en kritische kommentaar op het goede pad ge
houden hebben: Niek Miedema, An Huitzing en Henk de
Ha.an. Tenslotte bedank ik Anneke en Sara, die mij zo
veel tijd gegeven hebben om deze skriptie tot een
goed einde te brengen.
"And we shall endlessly be all had in God, Him ve:r.ily seeing and fully feel·ing, Him spi:r.itually hearing and Him deleotably smelling and sweetly swallowing"
Julian of Norwich Mystica, 14e eeuw.
2
Inleiding en probleemstellin~
Het ontstaan van bedevaarten naar plaatsen waar de
maagd Maria is versohenen is een eeuwenoud verschijnsel.
Meestal is het niet meer mogelijk om na.te gaan onder
welke omsta.~digheden de verschijningen hebben plaatsge
vonden, wie erbij betrokken waren en welke faktoren de groei van de devotie bepaald hebben. Historici hebben
tot nu toe weinig aandacht gehad voor dergelijke uitin
gen van volksvroomheid. Zij lieten de geschiedschrijving
ervan over aan volkskundigen en theologen, de eersten
voornamelijk geïnteresseerd in legendevorming en materi
ele aspektan, de tweeden vooral op zoek naar da propa
gandistische waarde van het versohijnsel. De sociolo
gisohe en psyohologisohe aspekten van de pelgrimage
zijn daarom onderbelicht. Het ontstaan van een heilig
dom in da Belgische Ardennen gedurende 1975 en volgende
jaren was dan ook een buitenkans, die niet onbenut mocht
blijven. Vanuit deze gedachte heb ik in het voorjaar
van 1980 mijn leeronderzoek verricht. Mijn doel was ant
woorden te vinden op de hierboven gestelde vragen. <1 >
Tijdens het onderzoek bleek al snel dat er als gevolg van een aantal Mariaverschijningen aan Leon Theunis, een
inwoner van de Antwerpse voorstad Mortsel, niet slechts
&6n pelgrimsoord was ontstaan, maar tenminste twee:
de pelgrims die zich elke maand naar Bohan, het heilig
dom in de Ardennen begaven, spraken over de 'Madonna
van Mortsel-Bohan', Behalve deze twee plaatsen speelde
ook nog een derde plaats, Bierbeek, in de verhalen een
ro1.<2) Uit hetgeen de pelgrims vertelden bleek dat
zich rond de ziener een aantal volgelingen had verzameld die zich intensief bezighielden met de devotie
tot da Madonna van Mortsel-Bohan, veel tijd, geld en
energie staken in de bevordering ervan en zich door
kleding en gedrag van anderen onderscheidden, met
3
andere woorden: 13en religieuze groepering vormden. Tijdens de periode van materiaalverzameling en na
lezing van het boekwerk, waarin Leon Thetmis zijn Maria
versohijningen an hemelse boodschappen heeft beschreven,
werd het mij steeds duidelijker dat de pretenties van de
ziener verder reikten dan het tot ontwikkeling brengen
van een bedevaart. Hij afficheerde zichzelf niet alleen
als een door God uitverkorene om de ware gelovigen wanneer het moment daar was, ten paradijze te leiden, hij
werd ook door zijn volgelingen als de 'leider van het
Godsvolk' beschouwd. Steeds va.kar vroeg ik mij daarom
af, ln hoeverre de groepering rond de zlener nog als
roomakathol:!.ek besohouwd moest worden. Ret had er immers
alle schijn van, dat de nieuwe profeet een beweging op
gang had gebracht, dle rechtstreeks van de moeder-
kerk wegvoerde.
In de loop der tljd hebben heel wat wetenschapsmensen
getracht om enige theoretische orden:f.ng aan te brengen
in de grote veracheldenheid aan religieuze groeperingen,
dle de christelijke wereld herbergt. Een van de manie·· ren om d.i t te bereiken was het opstellen van ty-pologie
en, waardoor men een overzicht zou kunnen krijgen van
de overeenkomsten en verschillen tussen dergelijke
groeperingen, De kerk-sekte typologie .is wel de bekend
ste. Laeyendeoker stelt zich in zijn dissertatie Reli~ie
~~.Qm.i.t4~çt (3) de vraag of het mogelijk en zinvol is
om dergelijke tY:Pologie'n te ontwerpen. Zijn antwoord is, dat het niet mogelijk en ook niet erg zinvol is en
dat het beter is zich af te vragen, wat de ontatasns
gronden zijn van wat hij aanduidt met de overkoepelen
de term. 1 religleuze groeperingen'. Op grond van een ge
degen literatuuronderzoek tracht hij vervolgens te komen
tot een sooiologisoh verklaringsschema voor het ontstaan
van religieuze groeperingen.
4
In deze skriptie wil ik proberen aan de hand van
dit schema te beschr:l,Jven welke f'aktoren een rol heb
ben gespeeld bij het ontstaan van de beweging :rond de
Antwerpse profeet. Het is uitdrtûl:kelijk niet de bedoe
ling om uit het schema ~othesen ter toetsing af te
leiden. Ik gebruik Laeyendecker's poging tot verklaring
dus in attenderende zin om inzicht te krijgen in de
fA.ktoren die bij het ontstaan en de ontwikkeling va.n
de bedevaart van belang zijn geweest.
Bij het ontwe:ri;en van zijn verklaringaschema baseert
Laeyendecker zich vooral op het werk van Max Weber,
Ernst Troeltsch, Richard Niebnhr en Ralph Dahrendorf.
Aan Weber ontleent hij de gedachte, dat er een zekere
affiniteit bestaat tussen bepaalde vormen van religie
en bepaalde sociale lagen, berustend op een functione
le opvatting van religie. Volgens Troeltsoh zijn het
vooral de sociaal-ekonomisch zwakkere lagen, die hun
heil zoeken in sekteaohtige :religieuze groeperingen en
zijn het de sociaal-ekonomisoh sterkeren die de kerken
beheersen. Deze affiniteit is dus selektief. Uitgaande
van de oorspronkelijke religieuze ervaring voltrekt
zich steeds een verengings- en vernauwingsprooee, waar
bij de heersende sociale lagen bepaalde elementen uit
die ervaring weten te benadrukken ten koste van andere
in een proces van institutionalisering. Biebuhr was
degene die de idee, dat in dit proces bepaalde groepen
minder aan bod komen en 'onterfd' raken, verder uit
werkte. Doordat een religieuze groepering steeds meer
het karakter krijgt van de in die groepering overheer
sende sociale laag, raken andere sociale oategorie~n
steeds meer onbevredigd en treedt er een diskrepantie
op tussen de religieuze zingeving en de ervaren sociale
situatie. Onder bepaalde voorwaarden kan dit tot de
vorming van nieuwe religieuze groeperingen leiden met
een nieuwe leer, cultus en organisatie.
Laeyendecker onderscheidt verschillende soorten ont
erving: ten eerste sociaal-ekonomisohe onterving, die
optreed:!:; als gevolg van socia.al-ekonomische verschillen.
Kul tureel onterfden ken:mu~ken zich door verschillen in
de leer, levensst:l.jl e.d. In de derde katego:de gaat
het vooral 01:1 de konsekwenties van strukturele en kul
turele verschijnselen op het persoonlijke vla.k.
Laeyendecke:r spreekt in di:t verbe.nd over de psycholo
gisch en sociaal-psychologisch onterfd.en.
De selektie van bepaalde waarden uit de oorspron
kelijke religieuze ervaring worclt gedomineerd door
degenen die in het institutionaliaeringsprooes de lei
dende posities innemen, maar die niet noodzakelijker
wijs ook de sociaal-ekonomisch sterkeren hoeven te zijn,
Er ontwikkelen zich met andere woorden leiders en ge
leiden en deze posities word.en gelegitimeerd door reli
gieuze waarden.
Hierin sluit Laeyendeoker aan op de theorie van
Dahrendorf over de oorzaken van sociale konflikten.
Volgens hem ontstaan die als gevolg van een ongelijke
verdeling ve.n.legitieme macht ('Herrschaft'). Deze
ongelijke verdeling impliceert dat er in elke religi
euze groepering die tot wasdom is gekomen altijd poten
tieel onterfden zijn te vinden. Volgens Dahrendorf
hebben de bezitters en niet-bezitters van legitieme
macht tegenovergestelde belangen, door hem gedefini
eerd als 'structurally generated orientatione', die
niet aan de persoon ma.ar aan de positie gekoppeld zijn.
Deze belangen zijn echter latent en worden pas onêl.er
bepaa1fü1 voorwaarden manifest en vormen dan de progra.m
ml.1)D.nten van de georganiseerde konfliktgroepen. Vooral
sociale, ekonomische en kulturele veranderingen kunnen
de legitimiteit van de posities van leiders en geleiden
a= het wankelen brengen. Er kunnen dan konfliktgroepen
ontstaan met tegengestelde belangen. Noodzakelijke voor-
6
waarden voor het ontstaan va.n konfliktgroepen zijn de
vorming van een ideologie, leiderschap, materi~le
hulpmiddelen, onderlinge kommunikatie en rekrutering
en gunstige politieke voorwaarden.
Laeyendecker legt de nadruk op de vórming van een
ideologie, die hij definieert als "een coherent complex
van waarden en normen dat als zingeving en rechtvaar-
diging van de aooialo situatie van een groep dient" (>p .• 339) en het optredên van een leider, wiens taak het is "het
bestaande onterfd-zijn te expliciteren en onder woor-
den te brengen en de groep te organiseren zodat gemeen
schappelijk optreden mogelijk wordt''(p.264).Lei.derachap en
ideologie hangen in de opvatting van Laeyend.ecker nauw
samen: aan de nieuwe leer ontleent de leider zijn bestaansrecht.
Onderlinge kommunikatie en een min of meer syste
matische rekrutering van nieuwe leden zijn eveneens
samenhangende voorwaarden, zonder welke geen groeps
vorming kan optreden, Bij ma.teri~le hulpmiddelen kunnen
we denken aan geld om de leer te verspreiden, maar ook
aan het bezit van een plaats van sa.men..~omst. Laeyendecker
breidt de laatste voorwaarde 'gunstige politieke voor
waarden' uit tot het meer algemene begrip 'sociale controle', waardoor het mogelijk wordt ook de r.eaJdies
van de kerkelijke overheid op ver.schillende nivo's
in de beschouwing te betrekken. Hiermee zijn de faktoren gegeven, die volgens
Laeyendeoker een rol spelen bij het ontstaan van reli
g:!.euze groeperingen. Dit verklaringsschema. ie niet al
leen bedoeld om het ontstaan van groeperingen te ver
klaren, die zich van een groter verband los maken of
juiet geheel onafhankelijk daarvan opkomen, maar ook
om konfliktgroepen te benaderen die binnen een groter
verband ontstaan. De auteur wijst erop dat dergelijke
interne konrliktgroepen op dezelfö.e wijze ontsta.an,
7
ma.ar dat er verschillende variaties mogelijk zijn in
de houding die de 'moedergroeper1ng' tegenover deze
konfliktgroepen aa.:imeemt.
In dit verband stipt Laeyendecker de mogelijke rede
nen aan voor het feit, dat de roomskatholieke kerk
aanzienlijk minder_ afsplitsingen kent dan het protestantisme. Als mogelijke redenen noemt hij de pluri
formiteit, die binnen het roomskatholicisme bestaat, de
grotere ma.acht van de kerkelijke overheid en de grotere
nadruk op eenheid die het katholicisme kent. Kanalise
ring van konflikten is daarom binnen de kerk van Rome
gemakkelijker. Om kcnflikten te reguleren moet volgens
Laeyendecker aan vier voorwaarden voldaan zijn:
Beide partijen moeten in de eerste plaats de onver
mijdelijkheid en de realiteit van de ko:nflikten erken-
nen en bovendien de gerechtvaardi(>dheid van de houding
van de opponent. In de tweede plaats is het nodig dat
zich konfliktgroepen organiseren, want "het latente
onbehagen ••• kan pas object van overleg worden, als
bewust is gemaakt, gelb:plic:i.teerd en in duidelijke
standpilnten geformulee:rcl" (p.307) ;In de derde
het
plaats moeten er spelregels beschikbaar zijn, die door
beide partijen aanvaard worden en die niet bij voor
baat de ene partij boven de andere bevoordelen. In de
vierde en laatste plaats "is het van t1itermate groot
belang, ö.at er ineti tutionele kaders geschapen worden,
waarbinnen discussies en beslissingen over concrete
geschilpunten mogelijk worden" (p., "507).
De probleemstelling van deze skriptie zou ik als
volgt willen formuleren:
1. Hoe ontstond de :religieuze groepering rond de
ziener uit Mortsel?
2, Op welke ma.nier heeft deze gx·oepering zien ont
wikkeld?
3. Kan men deze groepering een interne k,onflikt
g:roep noemen en om welke redenen splitst deze
g:t>oepe:dng zioh niet a:f' van de roomska.tholieke
ruoede:rke:rk'?
De eerste twee vragen verlangen bea:ntwoo:rding in de
vorm van een beschrijving. In een korte historische
schets zal :i.k daarom in het eerste hoofdstuk een crver
zicht geven van de belangrijkste ontwikkelingen. Voor
de beantwoord.ing van de de:i:•de >Taag is het noodzakelijk
om na te gaan welke fakto:ren tot het ontstaan van de
groepering geleid hebben, welke in.houd. de pelgrims aan
de verering van de Ma.donna van Mortsel-Bohan gegeven
hebben en op welke manier de g:t>oepe:ring georganiseerd
is. Als kader voor de beschrijving en analyse hiervan
maak ik gebruik va:n het hierboven uiteengezette ver
kla:ringsschema van Laeyendeoker. T.n het tweede hoofd
stuk komen daarom de geloofspraktijk en de religieuze
ervaringen aa.n bod. Het derde hoofd.stuk handelt over
het leiderschap en in het vierde hoofdstuk volgt een
beschrijving en analyse va.n de vier overige noodzake-
1 ijke voo:r.we.arden voor het ontstaan van een religieuze
groepering. In het vijfde en laatste hoofdstuk wordt
tenslotte aa.n de hand van. het gepresenteerde materiaal
geprobeerd een antwoord te vinden op de derde vraag
van de probleemstelling.
HOOFDSTUK 1
In oktober van het jaar i 967 verblel'!f d.e Antwerpse
telefoonbedie:ntie J-'0011 Them1is in een rustoord te :Bohan~
De reden van zijn verblijf is niet meer te achterhalen,
rr:aar zEHU' waarschijnlijk was het een soort betaalde va
lcantie. In het tehuis loerd.e hij een vishandelaar uit;
Blankenberge kennen, die kampte met ovo1"'V'ern10eid.heidG
l1roblemen en enkele weken door zijn dokter ne.ar bui ten
was gestuurd. Af en toe nam hij Leon, d.ie hij een stil
le maar sympathieke man vond, moe in zijn auto om wat
te e:aan vissen of een voetbalwedstrijd bij te wonen.
nond. de vierd.e oktober keerden <le beide mannen per
rmto van zo'n uitstapje terue: naar het rusthu:!.s, toen
:rn plotseling verblind werden door een stralend licht.
Aan de :rechterkant van het paadje, dat naar het tehuis
lcida.e, verscheen hen een jonge vrouw in een lang ge
waad.
Leon's vTiend stopte enkele meters verder en zei:
"Hebt ge <:lat gezien, de heilige Maat,>'d!". I1eon had het
k . (fi..) " 'd t t 't k d oo geinen. JJEll. e mannen s ap en u:i. en ·eer .en
terug nl1.ar de verschijn:!.ngsplae,ts, maar er was niemand
meer te bekennen. De volgende ochtend, na een onrustige
mi.cht, spraken ze samen af met niemand over het vreem
ile verschijnsel te praten. De vishandelaar wilde zijn
handel niet in gevaar brengen door voor gek versleten
te word.en en zijn vriend dacht er ook zo over. Eenmaal
thuis kon Leon er toch niet over zwijgen en vertelde
alleo P.an zijn v:rouw. Zeker toen Theu:nis, die zich
nooit zo precies van zijn godsdi.enstige plichten ge
kweten had, weer regelmatig ter kerke ging, raakte ook
~ij ervan overtuigd dat er sprake was geweest van een
echte verechijning.
10
Voor de Bla.nkenbergse visboer bleef het bij die ene
versohijning, maar Leon werd van toen af regelmatig door
zijn hemelse Moeder bezocht. Steeds nam hij de Vrouwe
waar als een wonderschoon meisje, maar nooit richtte
Zij het woord tot hem. Leon bezocht Háar van zijn ka.nt
in talrijke bedevaartsoorden in binnen- en buitenland.
Eindelijk, vijf jaar na de eerste verschijning, sprak
de heilige Maagd de ziener toe. In deze eerste en in
de vele boodschappen die volgden, spoorde Zij hem aan
het goede nieuwe van Haar aanwezigheid te verspreiden
en de gelovigen aan te zetten tot gebed en boetedoening,
E~n van de buitenlandse bedevaartplaatsen, die de
ziener bezocht, was het Noorditaliaanse San Damiano,
waar een eenvoudige boerin in regelmatig konta.kt
me·t de hemel stond, Zij werd Jfamma Rosa genoemd en
sa.men met een andere Italiaanse ziener, de gestigma
tiseerde monnik Padre Pio, trok zij bussen vol pelgrims
uit binnen- en buitenland.
De grote belangstelling voor deze zieners valt te
begrijpen tegen de achtergrond van de moderniseringen
ve.:n het Tweeà.e Vaticaans ConciJ.ie. Vele vooral oudere
katholieken kregen daardoor het gevoel uit het ver
trouwde huis van de kerk van Rome te zijn geworpen,
Tegen het einde van de jaren zestig richtten zij aller
lei organisaties op om aan deze ongewenste veranderingen
een einde te maken. Konserve,tieve bladen als Confrontatie
en Waarheid en lieven zagen het licht, in Nederland
voerde het MichaUllegioen strijd tegen de vernieuwingen
en overal in West-Europa riepen aanhangers van Padre
Pio zogenaamde gebedsgroepen in het leven, die door
middel van gebed en boetedoening het toenemende kwaad
te lijf wilden gaan.
Vooral in deze gebedsgroepen, waar de meer pi~tis
tisch ingestelde roomska.tholieken een goed heenkomen
11
zochten, ontstond in het begin van de jaren zeventig
een gevoel van doem. Een terugkeer naar de kerk van
vroeger bleek erg moeilijk, de hele samenleving leek
wel op zijn kop te staan en langzaamaan rijpte de idee,
dat slechts een goddelijk ingrijpen het tij kon doen
keren.Dit orthodoxe doemdenken nam na verloop van tijd
zeer konkrete vormen aan: men sprak in de gebedsgroepen
steeds va.kar over de Drie Donkere Dagen, tijdens welke
de ~pokalyps als straf voor de 'ontaarding' zou worden
voltrokken. Slechts de ware gelovigen konden gered
worden, mits zij zouden bidden en boete doen en een
aantal instrukties zouden opvolgen, dat in gestencil
de vorm onder de pelgrims werd verspreid. Ze bevatten
gede·tailleerde aanwijzingen omtrent de wijze waarop
men zich tijdens het komend strafgericht kon beschermen,
zoals het gereedhouden van gewijd water en gewijde olie
tegen brandwonden, gezegende lucifers en kaarsen om
licht te kunnen hebben en het opslaan van voedse! in
blik om zich te kunnen voeden.
Geen wonder dat Leon Theunis gehoor vond bij veie
behoudzuchtige roomskatholieken, toen h:l.j in de loop
van het jaar 1972 over de verschijningen van de heili
ge Maagd. begon te vertellen. ·<~tin van de ex-volgelingen
van de ziener, die in zijn g·ebedsg:i:·oe:p voor het eerst
over Theunis had horen spreken, vertelde daarover:
" ••• In die sfeer ve.n angst, waarin we voedsel insloe
gen en zelfs gasmaskers om de Drie Donkere Dagen
door te komen, was het alsof we een geochenk uit de
hemel kregen, toen we hoorden van een ziener in eigen
land!".
De boodschappen die Theunis van !!:!.erboven on~ving,
logen er ook niet om. In steeds wisselende bewoordin
gen voorspelde de heilige Maagd. hem, dat de toorn en
gramschap van God spoed.ig ovér de mensheid. zouden neer
dalen, tenzij men zich zou bekeren en boete doen.
12
'Pheunis ging ertoE om de boodschappen op sten-
cils te verspreiden. Eén van die onheilspellends be
richten luidde alduf!i "·,.Het jaar 1974 zal het jaar
van Gods gerechtigheid zijn •• , Zoals mijn Goddelijke
Zoon u vrijdag zei: de getrouwen in de Heer zullen ge
vrijwaard worden ••• Varzamel u vanaf heden hier zoveel
mogelijk in gebed." Ee!l moeil:!.jk mis te verstru1e voor
np<illing, die gelukkig niet uitgekomen is, Ook alle
andere boodschappen maakte de ziener bekend en daa1~
door :raakten steeds meer mensen op de hoogte van de
manifestaties van de Maagd Maria.
Zijn grootste bekendheid verwierf Leon Theunis toen
hij beweerde dat een Mariabeeld OJl 9 augus·tus 1973 ge
weend, had, Dit beeld werd in het begin van 1973 door
een beeldhouwer op aanwijzingen van Leon Theunis uit
hardhout gesneden. Aanvankelijk stond het enige tijd
in een kerk te Massenhove. De pastoor van deze kerk
werd door Theunis beschouwd als zijn 'geestelijke leids
man•. Op aandrang van het bisdom werd de beeltenis uit
deze kerk verwijderd en plaatste Leon haar in zijn eigen
slaapkamer, Daar zou het beeld voor de eerste maa1 ge
weend hebben.
Zeggen dat de maagd Maria verschijnt is Mln ding,
een werkelijk 'bewijs' kunnen leveren is een tweede.
De eerste maal, dat dit 'bewijs' in de vorm van een
wenend Mariabeeld geleverd werd, waren alleen de zie
ner en zijn vrouw getuigen van het bovermatuurlijke
feit, !'1aa.r precies een maand later herhaalde het ver··
schijnsel zich in aanwezigheid van meer mensen. In
hun enthousiasme legden deze 'kroongetuigen' verkla
ringen af, waardoor veel mensen de authent.iciteit
v= de ziener bewezen achtten.
Wat deze 'kroongetuigen' precies gezien hebben,
is echter niet erg duidelijk. Twee van hen trokken hun
verklaringen Ja.ter in, drie anderen volharden to·t op
13
de dag van vandaag hun bewering, dat zij werkelijk
tranen uit de ooghoekkl!1 van het beeld hebben zien op
wellen. Wát zich in de slaapkamer van het echtpaar
Theunis, waar het beeld tijdens het 'wonder' stond ook
heeft afgespeeld, zeker is dat het geloof' in de nieuwe
profeet door de getuigenverklaringen enorm toenam.
Bij het bekendworden va.n de ziener speelde het te
Mortsel gevestigde 'Madonnacentrum' een belan15.cijke
rol. I11 het ti.jdschriftje, dat door dit centrum werd
uitgegeven, werd hij voo:r· de eerste maal onder de aan
dacht van een belangstellend publiek gebracht. Op de
preciese rol van dit centrum en het tijdschrift zal in
paragraaf 3,5 nog uitvoerig worden ingegaan.
In oktober 1973 weende het beeld zelfs een derde
Daal en nu ook bloedige tranen. Toen de ziener ver
kondigde, dat de heilige Maaetl op 9 november opnieuw
"zichtbare en onzichtbare guns·ten" uit zou delen, werd
dit automatisch uitgelegd als de voorspelling van een
nieuw tranenwonder.
Ook de media kreeen lucht van de voorspelling en
die heldere novemberdag bereikte Theunis het hoogte
punt van zijn zienerskarrière. Het mirakuleuze beeld
werd in de kloostertuin van de paters Karmelieten te
Hortsel geplaatst, niet ver van zijn woning. (5)
Gedurende à.e hele dag en de daaropvolgende nacht be
zochten duizenden mensen uit J3elgi~, .Nederland,
Frruikrijk, Luxemburg, Duitsland en zelfs Denemarken
éle ;.ronclerbaarlijke 'beelt1mis. De'gunsten' bleven
helaas onzichtbaar, maar de faam van Theimis was niet
ter~in gevestietl.
Nieuwe volgelingen stroomden toe. Velen van hen rede
neerden dat een zo grote belangstelling moest wijzen
op iets echts. Anderen vonden dat een ziener, die het
gebed propageert niet vals kán zijn en heimelijk hoopte
men op een grotere of kleinere gunst, waardoor een
14
slepende ziekte genezen zou worden of problemen in het
huisgezin ale sneeuw voor de zon zouden verdwijnen.
Na. deze negende november drong de bisschop er bij de
overste van het Karmelietenklooster op aan het beeld
te verwijderen en alles wat met Theunié te maken had,
zoveel mogelijk uit zijn kerk te weren. O:pnieuw werd
Theunis daardoor g~dwongen het beeld weg te halen en
dit keer plaatste hij het in een ga.ra.ge onder zijn huis,
we.ar zijn volgeling·en het op gezette tijden konden be
zoeken.
Onder de nieuwe volgelingen bevond zich ook een
viertal mensen, da.t in de loop van de volgende jaren
de verspreiding van de boodschappen met kracht ter
hand nam.
De eerste en belangrijkste was een onderpastoor
(kapelaan) uit een parochie te Wilrijk, een van de
getuigen van het wenen van het beeld, genaamd Ivo
Celis. Deze forsgebouwd.e man, die door zijn sonore
stemgeluid en gezag uitstralend optreden als het ware
de belichaming vormde van het ouderwetse priester
ideaal, stelde zich geheel ten dienste van de ziener.
Hij redigeerde en bekommentarïeerde deboodscháppen, die
in boekvorm werden uitgebracht; hij vergezelde Theunis
op diens tochten langs Nederlandse en 1lelgische steden
en dorpen, waar het goede nieuws van de verschijningen
werd verkondigd; en hij maakte het de kerkelijke auto
riteiten lastig door een bisschoppelijk onderzoek te
eisen van de tranen, die hi;j zelf on<ler het miraku
leuze beeld had opgevangen. Zijn betrokkenheid bij
Theunis en zijn recalcitrante gedrag werden door de
bisschop van Antwerpen uiteindelijk aangegrepen om
hem van zijn taak als onderpastoor te onheffen.
De tweede belangrijke f iguu:r in de g:roeperi.ng rond
de ziener hoorde eind oktober 1973 voor het eerst van
de versch.ijn.ingen, Ze bezocht Theunis in zijn woning
15
en door zijn bedaarde gedrag raakte ze al snel van zijn
integriteit en waarachtigheid overtuigd. In het dagelijk
se leven was zij directrice van een kindertehuis voor
voogdijkinderen. Zij noemde zichzelf 1 lekezuster', be
hoorde derhalve niet tot een of andere religieuze oon
gre.gatie, maar leefile wel celibatair en stelde haar le
ven in dienst van God. Ze was al lange tijd ontevreden
met de richting die de roomskatholieke kerk uitging en
zag in de openbaringen een ondersteuning voor haar be
houdende geloof. Binnen korte tijd zette zij zich zo
veel mogelijk in voor de verspreiding van de boodschap
pen door ze in het Frans te vertalen, Theunis geestelijk
en materieel te steunen en de van zijn fu.nktie ontheven
onderpas·toor u:l.t Wilrijk als moderator in dienst te
nemen. Haar naam was Andr~e Lafosse.
De derde belangrijke steunpilaar van de beweging
was een maatschappelijk werkster met een jarenlange
e~varing in het organiseren van bedevaartreizen naar
Lourdes en andere plaatsen, genaamd Rosa Peeters. Ook
zij leerde de ziener in oktober 1973 kennen. Door de
orthodoxJ.e van de Ma:ria.le boodschappen raakte zij van
de ziener's echtheid overtuigd.. Bovendien zag ook ziJ
het beeld wenen, wat het laatste restje twijfel e.an
de echtheid bij haar wegnam. Al snel nam zij door haar
organisatietalent en kennis van religieuze zaken een
belangrijke plaats in onder de volgelingen. Vanaf het
voorjaar van 1974 leidde zij bijeenkomsten van volge-
1.ingen in de kloosterkerk van de Karmelieten te Mortsel
en onderhield zij het mirakuleuze Mariabeeld in de
garage.
De vierde belangrijke figuur was een Nederlander
uit zeer konservatieve roomskatholieke kring, de
jesu!et Ed Krekelberg, die de boodschappen van Maria
aan Theunis door middel van enkele advertenties, waar
in de spoedige ondergang van .de ste,d Nijmegen werd ge-
16
p:r:ofeteerd, ae,11. de bekend trachtte te ma.ken,
Door het feit a.at hij priester was, evenals Ivo Celis,
verleende hij 'rheunis e.ls ziener een zekere mate van
geloofwaardigheicl. De (poten'bi~le) volgelingen, gezags
eetrouw als zij opgev·oed waren, redeneerden dat pries
ters tooh zeker wel in staat; zouden zijn om een ware
vs.n een valse profeet te onderscheiden en zij verlieten
üch dé!.arom in veel gevallen op hun oordeel. Hoewel
KrekeJbere niet cUrekt betrokken was bij d.e orga:ni
s2.torieche leidi_ng van de bedevaarten heeft hij 1?:eker
in ile beginperiode een belangr:l.jke rol als propagan
dist van de boodschappen gespeeld .• Tot aan 1?:ijn dood
in 1978 bleef hij met Theunis omgaan.
In de beginpe:d.ode van het ontstaan van de de-votie
voor de 'Madonna van Mortsel' kon cle ziener rekenen
o:-, vele hond.erden aanhangers. Het grootste deel van de
pelg:rims kwam uit Belgi~, enkele tientallen uit Neder
land. en eenzelfde aantal uit de overige omringende
landen. In het begin was het enthousiasr:ie zo groot,
ant vanuit Nederland zelfs elke week busreizen werden
eeorcaniseord or:i het mira.kuleuze ~ariabeeld te gaan
bezoeken en te bi.dden op él.e plaat.sen waar de heilige
J<e.agd verschenen was. De vertrekple.at.sen waren Den Haag
en Nijmegen en soms ook Maastricht,
In de loop van 1974 nam de belangstelling geleidelijk
af, waarschijnlijk mede onder invloed VA.:n de offici~le
kerkelijlrn veroordeling van de devotie, die op 17 juni
van dat jaar we:r:d gepubliceerd. Redenen waarom de bis
scl}op van Antwerpen, J.V, Da.om, niet in de Madonna
vAn Hortsel eeloofde werden (en worden!) niet uit de
doe1<:on gedaan. Men volstond met d.e mededeling: "Wij
achten he·~ on,rn :plfoht te verklaren dat er geen rede
nen voorhande11 zijn om aan de voorgewende feiten een
bovennatuurlijke betekenis toe te kennen. Wij zijn
17
derhalve van oo:t•d,rnJ. <lat zij niet kunnen bijdragen tot
de ontwikkeling van ilen gezonde verering van Onze Lieve
'Vrouw, en verzoeken de :pries·bers, religieuzen en leken
?:ich er niet mee in te laten", I.n hoeve=e deze waar
schuwjng door de (potantilne) volgelingen van de visi
onair ter harte werèl. genomen is niet duidelijk, maar
vol;;ens de opgaven van aanhangers, die s.inds november
1973 bij Theun:Ls betrokken zijn geweest, is het aantal
deelnemers aan de bedevaarten naar Mortsel nooit lager
dan drie- à vierhonderd geweest.
Hoewel de ziener blijkens zijn dagboek gedurende de
volgenrle jaren nog vele boodschappen en visioenen
kreeg, bleven d.eze c1en zaak tussen hem en Hierboven en
duid.elijke voorspellingen zoals die over het wenen ble
Yen uit. Een soortgelijk hoogtepunt in de be1angstel
ling voor de Ma.c1onna was dan ook niet meer te verwach
ten. Voor een aantal mensen, die de boodscha1Jpen had
den e.anva.ard en ernaar trachtten te leven, bleef het
geloof in de ziener echter even groot als in het begin,
De plaatsing van een stenen kopie van het mira.kulouze
llaria1Hield te Bohan in mei van 1975 en de organisatie
van de eerste busreizen naar dit Ardennendorpje in
j1mi van da.t jai?.:r was voor hen dan ook een logisch ge
volg van de boodschappen en de verering van de Maagd
te Hortsel, De heilige Maagd had immers gevraagd haar
te Bohan net zoals ·te Mortsel te vereren en een kapel
voer haar op te richten,
In hetzelfde j1;1.ar (1975) besloten enkele zeer
toee1mijëte volgelineen van de ziener een klooster te
Atichten om op die manier hun devotie tot de Madonna
van Hortsel-Bohan, zoals de aan 'l'heunis verschenen
heilige Maagd inmiddels genoemd werd, in daden om te
zotten, Met hulp van de direotrice van het kinderte
huis slaagden zij erin een oude boerderij te huren in
een dorp,j e na.bij Leuven, Het woonhuis werd omgebouwd.
18
tot een verblijf voor de monniken en de bijbehorende
stal veranderde men in een kloosterkerk. De klooster
lingen, herkenbaar aan hun zwarte kleding en houten
borstkruis, stelden zich ten doel de komst van Christus
voor te bereiden door boetedoening en gebed. Hun aan
tal bedraagt momenteel vijf en hun inkomsten bestaan
uit pensioenuitkeringen en de verdiensten voor werk
zaamheden in het kindertehuis, waar twee va.n hen als
naohtwe.ker zijn aangesteld.
De oprichters va.n dit kloostertje waren een zestig
jarige ziekenverzorger en een tot het katholicisme be
keerde dominee. De eerste werd de abt van het klooster,
de tweede trad echter niet in, omdat hij getrouwd was
en he·t celibaat voor toetreding vereist was. De offi
ci~le katholieke kerk heeft zich tot nu toe n:i.et veel
van het bestaan van het klooster aangetrokken. De deken
van de parochie waartoe de omgebouwde boerderij be
hoort is ook eerder nieuwsgierig naar wat zich binnen
de kloostermuren afspeelt, dan dat hij tegen de broeders
aktie onderneemt. Voor het kerkbezoek maakt het kloos
ter en de vieringen die daar gehouden worden, weinig
verschil, aangez:i.en de meeste deelnemers van elders
komen.
Uit alles valt op te maken, dat de broeders uiteinde
lijk toch erkenning van hun gemeenschap door de rooms
katholieke kerk nastreven, d:i.e tot nu toe is u:i.tge
bleven. Ook al beschouwen zij de ziener Theunis en
zijn helper Celis als hun direkte oversten, uiteinde
lijk erkennen zij toch het gezag van de paus en zolang
de lagere kerkelijke oYerheden hen geen strobreed in
de weg leggen, valt een spektakulaire toe- of afname
van he·t aantal kloosterlingen niet te verwachten: de
e;roep van mensen waaruit de broeders zijn voortgekomen
is zo klein, dat het kloostertje eerder voorbestemd
19
lijkt een zachte dood te sterven.
De instelling van de bedevaar·~ naar Bohan en de op
richting van het kloostertje betekenden een zekere
mate van institutionalisering van de beweging rond
Theunis. Was het daarvoor nog zo, dat zijn volgelingen
hem spontaan en op eigen initiatief bezochten en voor
het miraku.leuze beeld hun gebeden naar de Hemel opzon
den, de geregelde bedevaart en de wekelijkse bijeenkom
sten in het kloostertje onder:leiding van de ex-kapelaan
en rechterhand van de ziener stroomlijnden deze
onregelmatige bezoeken. De visionair zelf begon zich
intussen steeds meer uit het openbare leven terug te
trekken en thans vertoont hij zich nog maar zelden op
de talrijke bijeenkomsten, waar vooral d.e 'harde kern 1
van de aanhangers elkaar ontmoet.
De toenemende institutionalisering ve;n de beweg:ine;
blijkt ook u.i. t de oprichting in 4.979 van een vereniging
met de naam 'Amici van Mortsel-Jlohan', die tot a.oel heeft
a.e devotie tot de Madonm•. van Mortsel-Bohs.n te bevor
deren en er inmiddels met behulp van giften in geslaae--d
is een kapel te Jlohan te bouwen. Oo!: al .i.s de devotie
nooit kerkelijk goedgekeurd, de ziener en zijn volge
lingen beschikken nu tenminste over een plaats van samen
komst, waar men altijd de hulp en genade van Onze Lieve
Vrouw af kan smeken.
Op dit moment nemen maandelijks enkele honderden
pelgrims aan de bedevaart naar Bohan deel. Een vijftig
tal fervente volgelingen ontmoet elkaar veel vaker en
vormt met elkaar als het we.re een alternatieve parochie,
met als middelpunt het kloostertje te Bierbeek nabij
Leuven. Zij zijn de ontheemden, a.e onterfc1en over wie
de skriptie handelt.
' 1 00PIJSTUK 2
~lU.~~ .e?:'l'aripeJ?.n
AJ_ s gevolg van de geb:ruikte onderzoeksmethode is
het ni_et morrelijk een volledi_g beeld te schetsen van
~-e volgeli_neen, De gegevens Wl'l.a.rop ik mijn int'lrukken
t"_secr zijn niet afkomstie uit een survey-onderzoek
"'12.2.r uit ongestruktuxeerde interviews met 27 volge-
en ex-volgelingen van Theunis, die voor het
~1erendeel behoren of behoord hebben tot de meest fer
'.'ente kring vs.n ae.nha.ngers. Of deze uitspraken op-
r:raan voor de grotere groep van pelgrims is niet met
c;e}:erheid ·te zeggen, ma.ar op grond van observaties en
1'.fe;2.ande op wat de ge!nterviewden mij verteld hebben,
lij 1".en de verschillen tussen de leden van de 'kerngroep'
en de 'gewone' pelgri1'1S te verwaarlozen.
De volgelingen van Theunis kan Men verdelen in een
':è_ eine groep van vijftig tot zesti:s 'getrouwen 1 en
<?.en crote groep van vijf- tot zeshonderd pelgrims.
Het onderscheid ligt in de mate waarin men zich met
cle profeet ge~ngageerd heeft, wat onder andere tot uit
é1.ru.1d::ing komt in de mate van deelname aa:n de verschil
lende bijeenkomsten, cUe door Theunis en de zijnen ge
orgrmiseerd worden. De leden va:n de kerngroep nemen
deel aan '\rrijwel alle vieringen, de gewone pelgrims
e.1.leen aan de mae.ndelijkse bedevaart. Engagement is
ool: af te lezen aan de mate waarin men gelooft in de
'hoodochappen en verschijningen aan Theunis en aan
de hoeveelheid tijd, geld en energie, die men aan de
devotie tot d.e Madonna van Mortsel-Bohan besteedt.
Terwijl c1e gewone bedevaartga.ngér, in de voorzichtige
ove:rtuiging dat Maria aan de Antwerpse telefoonbediende
21
verschenen is, zich éénmaal per maand naar Bohan be
geeft, is de 'ware getrouwe' geheel vertrouwd met de
boocl.schappen en visioenen, die de ziener beweert ge
had te hebben, besteedt hij veel tijd 'en ·ene:rgie aan
'Bohan' en is hij steeds bereid van zijn geloof te ge
tuigen en voor de profeet op de bres te springen zoals
1iijvoorbeeJ.d door het schrijven van br:!.even aan jou=a-
1 i.sten, d.ie zich in woorà. of geschr.ift kri t.i.sch over
hem en zijn madonna hebben uitgelaten.
De gemiddelde leeftijd van de 'getrouwen' is vrij
hoor, en ligt tussen de vijftig en de zestig jaar.
De meesten van hen zijn vrouwen die in het huishouden
werkzaam zijn, De beroepen van de mannen zijn zeer
uiteenlopend (ziekenverzorger, technisch tekenaar,
politieman, leraar duits, banketbakker, handelsrei-
7.iger, wijnhandelaar, belastingambtenaar, viswinke
lier, r;roenteman, boer en fabrieksarbeider).
De vrouwen met een beroep ~ijn meestal in de verzorg~n
de sektor werkzaam of werkzaam geweest (maatschappelijk
werkster, verpleegster). Zowel van de mannen als van
de vrouwen met een beroep was een deel gepensionneerd.
Linderen ziet men nauwelijks en ze zijn meestal
niet ouder dan 12 of 13 jaar. Meestal komen ze met de
ouders mee en kan men ze om die reden niet beschouwen
als volwaardige groepsleden.
Naar kleding en taalgebruik te oordelen wijken de
meeste pelgrims niet veel af van het hier geschetste
beeld. De meesten van hen zijn waarschijnlijk van het
1ila tteland afkomstig en de hoeveelheid boeren en laag
betaalde arbeiders met een geringe opleiding onder hen
is 1raa:rschijn1ijk groter. Dit valt onder andere af te
lei.den uit de manier, waarop de 'getrouwen' over hen
s~rel:en.
De organisatoren van de bedevaart naar Bohan, met
n8.ne Rosa Peeters, Ivo Celis, Andr~e Lafosse en de
22
Nederlandse promotor Ed Krekelberg hebben duidelijk meer
opleiding genoten dan de rest van de volgelingen, Ze
worden door hen dan ook beschouwd als .betrouwbare auto
riteiten en hun gezag wordt zonder meer aanvaard.
2.2 ,g_eloof~o~vattin~en
De 'boodschappen' van de heilige Maagd, zoals Theunie
die in zj_jn dagboeken heeft beschreven, zijn overwegend
somber van toon en dreigend van inhoud. Telkens wordt
gewag gemaakt van een spoedige ondergang van de wereld,
omdat de mensheid zich van God heeft afgekeerd en zich
slechts op aardse genoegens richt. Verschillende malen
herinnert de llemelmoeder eraan, dat Zij ook in andere
versohijningeoorden de mensheid heeft trachten te be
hoeden voor dit kwaad, zoals te San Da.mie.no en te Fatima.
In de laa.tste plaa;bs heeft zij de zieners een drietal
geheimen geopenbaard, waarvan er twee beken;l.gemaakt,z:j.j:q,
maar waarvan het derde nog steeds door het Vaticaan
geheim gehouden zou worden. De eerste twee hadden een
duidelijk apolrnlyptische strekking. Het derde gehein
beweert Theunis te kennen en in opdracht va.n de heilige
Maagd openbaar te moeten ma1::en. De tekst luidt al<lus( 6):
",,,De mens zal rede en verstand ontnomen worden, de mens zal aan dier en dier zal aan mens gelijk zijn, de mens zal als een dier, vechtend voor zijn behoud zijn medemens afslachten, de mens zal geen notie meer hebben van tijd en ruimte, wat leeft en beweegt zal voor é"llruime tijd onbeweeglijk blijven, zon, maan en sterren zullen ver.duisteren, de lichamen zullen barsten tot bloedens toe, ter plaatse ver.dorren en vergaan, in d.e hevigste pijn zal de cl.oodstriji zijn, de levend.en zullen de doden ben5.jden, ten laatste zal de aardkorst opensplijten, en als een wild dier met opengesperde muil allee verslinden en verzwelgen •• ,"
De meeste volgelingen zijn er diep van overtuigd,
dat dit angstaanjagende gebeuren op korte termijn"plaats
zal vinden. Elk nieuwsfeit bevestigt deze sombere visie:
misdaden en oorlogen, barre weersomstandigheden en zelf
moorden, alles past in het kader van de komende apoka-
23
kalyps. Een ge:pensionneerde maatschappelijk werkster
zei daarover:
", •• Door de ontaarding gaat de wereld ten onder. Wat gebeurt er al niet nu? Ze·t de radio, de teevee maar aan. Gebeurt er nog iets positiefs? Het is allemaal banditisme, moorden, oorlogen. En uit wat komt 1 t voort? Door de zonde!"
Een zestigjarige vrouw, die de eerste veertig jaar van
haar leven op een boerderij heeft doorgebracht, be
schouwt de weersomstandigheden ale een duidelijke aan
wijzing voor wat komen gaat:
", •• I,uister, toen het vorig jaar zo sneeuwde, was er hier ook veel, h~, maar wat heeft Nederland niet gehad? De boeren konden niet meer aan eten komen en ze konden hun melk niet meer kwijt!"
Een andere boerin ziet de tekenen van het verval ook
overal om zich heen en merkt daarover opi
",,,Als het zo doorgaat, moet je over tien jaar je huis met een geweer bewaken: kijk maar in de gazet, Ik denk dat d.eze tijd, zoals het nu is, niet lang meer kan duren. Het is ál hoerderij, misdaad, drugs en ego!sterij,,,die zelfmoordenaren, die hebben toch niks meer om zich aan vast te houden!"
Voor een wereld die al zo vervallen en gekorrumpeerd
is, lijkt geen redding meer mogelijk, Het helpt niet
meer om de mensheid ervan te overtuigen, da·t het anders
moet. l3J.dden en boete doen geeft misschien nog enig
respijt, Dat is althans de visie van een zeventigjarige
dame uit Den Haag:
" ••• Alleen door het gebed kunnen we helpen en het voorbeeld zijn voor andere mensen, dat kan, maar voor de rest kunnen we niks met onze woorden, niks, Jaaaa, ze zullen je goed aanhoren, maar als ze weg zijn zullen ze zeggen: wat een leip! Zo iri het tegenwoordig met het mensdom, •• "
Het beate is, zo redeneren de volgelingen, om je han
den van deze wereld af te trekken en je op God te rich
ten. Datgene waartoe de hemelse boodschappen oproe
pen, boetedoening en gebed, wordt gezien als de enige
weg tot redding. Een handelaar in wijnen vertrouwde
24
mij toe:
" ••• Vooral het lijden ia voornaam in de redding. Offers moeten er gebracht worden. Veel mensen, die in Mortsel-Bohan geloven, brengen in stilte grote offers voor de redding ••• "
Dat deze redding niet voor iedereen is weggelegd en
dat slechts een handjevol mensen het rijk va.n God na
de grote afrekening zal binnenga-an, ia voor een aa.ntal
volgelingen een uitgemaakte zaak, In de boodschappen
aan de ziener wordt gesproken over een zogenaamde 'be
schermde streek', waar de getrouwen op het einde der
tijden zullen terechtkomen om gespaard te blijven.
Zijn aanna:ngers geloven, dat elk land zo'n besohermde
streek neef't, me.ar in de boodschappen is alleen sprake
van de streek tussen tte drie versohijningsplaatse:n Ban
nemx, Beauraing en Bohan (zie kaart), De veJrschijningen
van de heilige Maagd te Ba:nneux en Beauraing in respek
tievelijk 1933 en 1932 zijn door de roomskatholieke kerk
erkend en genieten in kringen va.n Me.ria.vereerders :reeds
lang·e tijd grote populariteit. In het kommentaar op de
boodschappen in het dagboek van Theunis wordt er her
haaldelijk op gewezen, dat 'Bohan' geheel en al aansluit
op 'Banneux en Beauraing•. E'n va.n de volgelingen, een
veertigjarige belastingambtenaar en vader van acht kin
deren ziet heel duidelijk, dat de getrouwen die voorbe
stemd zijn om naar de nieuwe wereld te gaan, in de streek
tussen die drie plaatsen samengebracht zullen worden:
" ••• Dat einde zal nog binnen mijn leven komen. Dat staat oo:li: in de boodschappen. De getrouwen, de getekenden zullen na.ar de beschermde streek gebracht worden. Die bestemd zijn om naar de nieuwe wereld te ga.an, zullen daar verzameld worden, •• "
Deze nieuwe wereld zal, ~o luiden de boodschappen,
gevestigd worden door de wedergekomen Christus zelf.
Roe deze nieuwe wereld eruit zal zien, weet alleen de
ziener aan wie alles in visioenen getoond is en die door
25
de Heer zelfs zou zijn meegenomen in de toekomst. De
profeet beschikt daardoor over kennis die voor ande
ren niet toegankelijk :l.s en waardoo:i:; hij onder zijn
aanhangers groot respekt geniet. Als bemiddelaar tus-
éen de mensen en God ia hij zêlfa op;à.ë hoogte van het
feit wie deze wereld wel en wie deze niet zullen binnen
ga.an, maar als we mogen geloven wat de organisatrice van
de bedevaarten, Roea Peeters, daarover zegt, is God dis
kreet genoeg om Leon daarover te laten zwijgen:
",, • Ik heb eens aan Leon gev:raagd. hoe die nieu1:e wereld eruit zal zien. En hij zei: 'Dat kan ik niet uitleggen, Een zonovergoten landschap met bloemen en ga zo voort en dan ben je een duizend.sta deel op weg.• Hij weet •t wel, hij heeft het gezien, hij is er geweest! Hij heeft ook mensen van ons gezien, maar hij mocht niet zeggen wie hij tegengekomen is!"
Wat de gewone volgelingen overblijft is fantaseren
over de paradijselijke ·toestand, die de werkelijk
uitverkorenen te wachten staat. Eiin van de bedevaart
gangerc, die de milieuvervtdling als een duidelijk te
ken van het hedendaagse verval ziet, zegt daarovei~:
" •• ,De nieuwe wereld? Schoon, hi, Ik fantaseer er n5.et veel over: we zullen gewoon gelukkig zijn, dat is alles. Ik denk dat •t zal l.ijken op het aards paradijs, Ik heb vroeger nogal veel gereisd, schone landstreken tegengekomen, Spanje, Zwitserland, Dat zal •t wel benaderen. Zonder vervuiling dan~ u
V66r de nieuwe wereld tot stand zal zijn gekomen,
heeft zich naar de mening van de pelgrims eerst een
v:reselijke ramp met de oude wereld voltrokken. Een
aantal volgelingen staa·t duidelijk voor ogen, hoe de-
ze kata.strofe zal verlopen en zij geloven, dat de eind
tijd in feite al is aangebroken. Wie goed om zich heen
kijkt, ziet volgens hen waar het naartoe gaat. De te
kenen bestaan niet uit oorlogen en misdaden alleen,
maar ook uit de duivelse prakt.ijken van twee aa.:dsvij
a.nden van de Ene Ware Kerk: het internationale kommunio-
26
me en de vrijmetselarij. De eerate vijand zal de kerk
en het geloof van buitenaf vernietigen. Luister bij•
voorbeeld naar wat enkele pelgrims hierover te zeggen
hebben:
" ••• Er zal een geweldige oorlog komen, d1e nie~s za~ ontzien. Met atoombommen. De Rus zal hier komen: sleohte behuizing, ziekten, hongersnoden.,.•"
" ••• Rusland zal eerst zijn verderfelijke theoriein over de wereld verspreiden en dá'.n zal het door de Vader gebruikt worden om de wereld te straffen. En fa het kommunisme al niet verspreid over de hele wereld?"
" ••• In de apokalns ie de Koning van het Noorden Rusland, dat zijn kommunieme over de hele wereld verspreidt. Kijk maar naar Afghanistan, Iran wat vroeger Perzi~ was, Egypte zal ook een rol spelen. Rusland hf6ft zijn dwaalleer al over de wereld verspreid, wat in Fatima al voorspeld is ••• overal is oorlog, opstand, maar nu erger dan vroeger ••• dit îs de eindtijd!"
De tweede vijand, de vrijmetselarij, zal de kerk en
de samenleving van binnenuit bedreigen, Enkele :pelgrims
hebben de ma.nier waarop dit gebeurt zelfs van nabij le
ren kennen. E6n van hen ziet dat vooral j;n de wijze
waaro:p de milieuvervuiling om zich heen grijpt:
"",Ik ben er zeker van, dat het wereldeinde komt, alleen die milieuvervuiling al, Ik heb in die bevuiling ook inzicht gekregen,,,omdat we niet bidden hebben tegenstanders dat systematisch doorgevoerd. Dat zijn de mensen van de Loge, vrijmetselaars ••• "
Een andere man, die zich jarenlang aktief heeft ingezet
voor de gelijkberechtiging van Vlamingen en Walen ver
telt hierover: 11
, •• Het is de vrijmetselarij, die verhinderde dat de verhouding Vlaa.ms-Frans in dat ziekenhuis gelijk werd. Die vrijmetselarij heeft de macht in de werel<l. Voor mij was dat ook een bevestiging, dat ik op het goeie pad was e:n weer moest gaan bidden: ik zie dat dát de eindstrijd, de maohtsètrijd van het einde der tijden is •• ,"
De boodschappen van de heilige Ma.agd zijn niet op
27
alle punten even duidelijk, Wat betreft de 'beschermde
streek' bijvoorbeeld is het niet duidelijk of alle be
woners van het gebied tussen de plaatsen Bohan, Beau
raing en Ilanneux gespaard zullen blijven, of dat hier
slechts de echte getrouwen, de volgelingen van de zie
ner a.us, verzameld zullen worden om te wachten op de
nieuwe wereld. Ook het precieze verloop van de wereld
onderga.ng, die in het aan Theunis geopenbaarde 'derde
ceheim' zo beeldend werd beschreven, is de volgelingen
niet al te duidelijk, Wa.a.r men het in grote lijnen
echter wel over eens is, is dat:
1) De apokalyps zich binnen zeer korte tijd zal vol
trekken,
? ) De wedergekomen Christus vervolgens een nieuwe
wereld zal stichten en
?) De cetrouwen, dus zij die zich aa.n de boodschappen
hebben gehouden, gespaard zullen blijven en in de
n.ieuwe wereld een paradijselijk leven zullen leiden.
Tiet protest VPJ:J de volgelingen richt zich Eli.eenlijk
tegen a.e hele moderne wereld. Bepaalde kenmerken vru1
cle moderne samenleving wekken ech·!;e:r meer afschuw op
ilan ande:!!e. Vooral vrij ere opva.ttingen op het gebied
yan de moraal en de ethiek zijn in de ogen van de vol
gelingen aanstootgevend, met name de liberalisering
ve.n ,<\bortus, l ossere zeden op sexueel gebied en moderne
iclee§n over huwelijk en samenwonen. Ten grondslag aan
het protest op deze drie gebieden ligt de angst voor
ho·t; \"eréhl.ijnen van het gezin als fundament van de srunen
levinc. In het volcrende gedicht, opgenomen. in hèt dagboek
"!an Theun5.s, Hordt a.an dit protest vormgegeven:
"Jezus heeft steeds in Zijn Kerk, voortc;ozet het verlossingswerk ".18.Rr wora.t in de huidige da.gen 1H.Jor opnieuw aan het kruis eeslaeen!
28
Een satansgeest heerst i.n Zijn Kerk vernielt stelselmatig het Liefdeswerk treft !Tem juist in 't onschuldig kind, dat Hij 't meest van al bemint,
In de brutale overmoed, weet r1en niet meer wat men doet. Zelfs 't geschapen embryo, Telt men niet meer, Yermoord.t het zo!
Wat God d.us d.oor Zijn schepping gaf, neemt de mens gewoon weer af! Dat dit om wraak roept ziet men niet. God straft d.i't heden of in 't verschiet!"
Het protest tegen veranderingen en vernieuwineen
.i.s het vurigst wanneer het ve:t"'l'.l.ieuwingen binnen de
roor.mka:tholiel:e kerk betreft, Veranderincen op het
gebied ve.n de eredienst spe.nnen daarin de kroon. 'De
Jrnr:ununie op de hand', dus het ontvangen van de heilige
hostie op de hand in plaats van rechtstreeks op de tong
zoals dat vroeger gebruikelijk was, vinö. t men uit èlen
"boze, I'l~.a.:r ook de afzwakking van de zondagsplicht door
a.e instelling van de heilige mis op zaterdagavond die
'telt' als zondagsmis wekt grote erger.nis. Een vijf
tigjarige lerares merkt h.i.erover op:
", •• Volgt het roomskatholicisme nog de ware leer, volgt ze dat nog? De ware leer is het evangelie, niet wat de paus zegt. Neem nu de Tien Geboden: Heilig de aag des Heren. Dus geen twee dagen des Heren!"
De l:.ommunie op de hand is een andere uiting van het
verval, die door de pelgr.i.ns fel wordt br~kri tioeerd.
J,u.i.r;ter bijvoorbeeld naar de volgende uiteenzetting
van een handelsreiziger:
" •.• De werkelijke leer van de katholieke kerk over a.e eucharistie is, dat 't om een dubbel mirakel gaat. net eerste is, dat door de woorden van de pr.i.ester 'Dit is Mijn L:i.ohaam, dit is Mijn Bloed' date·ene wat op het altaar staat, water en brood., op hetzelfde moment van substantie verandert in
het lichaam en bloed van Christus1 Een fysisch gebeuren. Jiet tweede mirakel is - omdat je dus eigenlijk Christus moet kunnen zien - dat uiterlijk de gedaante van het brood en de wijn voor de zintuigen in alle opzichten bewaard blijven1 Dus 't smaakt als brood, •t voelt aan als brood, 't ziet eruit als brood& Dat is de essentie van het katholiek geloof, wie daaraan ·to:l.'nt is ernaast, Je mag zelfs niet aannemen, dat 't 66k nog brood is, dat is een ketterij ••• "
Met andere woorden: als men de gelovigen de hostie
op üe l1ancl geeft, bezoedelt men eigenlijk het Li
chaam van Christus en dat i.s een grote ~.onde. In
a.eze ui tl eg van het m.isoffer blijkt de sterk behouden
de mentaliteit van de pelgrims, die zich daarin ge··
Gteund voelen door de verschijningen van de heilige
l!ll.agd aan Theunio. Datgene wat r.ien van belang vindt
om te behouden is in de eers·te plaats de vertrouwd.e
geloofspra2:tljk, leerstell:l.ee vernieuwinrren vormen
veel minder voorwerp van kritiek. Men ziet het wezen
ve.n het geloof eerder in het 'dubbele mirali:el 1 va.n
het misoffer dan in het antwoord op d.e v:re.ag wat het
evangelie betekent vooi· onze houding in de huidige
rrnmenlevinrr. Eigenlijk wil men weer terug naar de kerk
vrm Vroeger met haar processies, kruiswegen, pon tifi
cale riissen en gregoriaanse gevmgen. Vooral de oudere
pelgrif'ls zijn op zoek naar het verleden, toen er in
lrnn orren nog plaats was voor het mysterie en het r1ira-
1:81 en het geloof nog werkeli.jl: beleefd kon worden,
De volgelingen van Theunis heb'ben door de vernieuwin
gen binnen en bui.ten de kerk het gevoel gekregen hun
ve:rh.•ouwde thuis te zijn kwi.jtgeraal<t en men kan der
h".l ve r;preken van onterving. Deze onterving is echter
niet alleen van kulturele aard, ma.ar ook van psycholo
c;i.sche aard. De pelgrims onder leiding van de ziener
zijn niet alleen in konf1ikt met de moederkerk door
c1e l'.!odorni.::;eringen vfl.n de geloofspraktijk en de ge-
3.0
wijzigde accenten op het gebied van de leer, maar ook
omdat men gevoelematig van de kerk vervreemd is geraakt.
Vandaar dat men de bedevaart ziet als een uitingsvorm,
die de mogelijkheid biedt zowel de vertrouwde rituelen
in stand te houden als deze op de geëigende manier te
beleven, In de volgende paragraaf zal daarom ingegaan
worden op de religieuze praktijk van de volgelingen
en de manier, waarop deze beleefd wordt.
2.3 ll.!,_religi~~ze J?.r.~.i~
2.3.1 l?_e_m~d~lij)is,Ç?, 1l,ei!,eza!:.ri
De maandelijkse bedevaart is het hoogtepunt van de
religieuze praktijk van de pelgrims. Elke laatste za
terdag van de mi.and vertrekken vanuit een vijftien-
tal plaatsen in Belgi5, Nederland, Frankrijk en soms
uit Duitsland bussen, die tussen de vier- en de zes
honderd l)edeva.artgangers naar Bohan brengen. Daarnaast
bereikt een aantal pelgrims het heiligdora op eigen ge
legenheid, Wanneer de 1rnersomstandigheden de tocht naar
Bohan onmogelijk maken, wordt het reisdoel verlegd
naar Bierbeek, Dit wae het geval op 29 december 1979, toen ilc in het kader van mijn leeronderzoek per bus
vanuit Den Haag na.ar Bierbeek meereisde. De noteerde
het volgende:
"·"Om zes uur 's morgens dien ik -op de plaats van vertrek te zijn, de. hal van een flat aan d.e rand van Den Haag. Bij mijn aankomst zie ik de pelgrims door de glazen haldeur staan. De meesten zijn donker gekleed, oudere vrouwen met dikke zwarte bontmantels en een enkele me.n, de ha:ren keurig geka.nd en met glimmende schoenen. De leiding is in han.den van een kordate bejaarde dame met wie ik enkele weken eerder een uitvoerig gesprek over de bedeve.art en de verschijningen van Maria heb gehad, Zij beb weerde onder andere op wonderbaarlijke wijze eenezen te zijn in Banneux, waar zij ook haar man op latere leeftijd leerde kennen. Van de overiee aan-
31
wezigen ken ik niemand. Er wordt gepraat over de vorige bedevaart en over Theunis, van wie men zich afvraagt of hij aanwezig zal zijn, De leidster, aan wie men deze vraag voorlegt, antwoordt dat ze dat niet precies weet, want: "God zendt hem waarheen Hij wil", en è.at zou wel eens niet nas.:r :Bierbeek hoeven te zijn" Wanneer de bus a=iveert, 'blijkt slechts de helft van de plaatsen bezet te worden, ma.ar een oudere dame verzekert mij, dat onderwerr nog meer mensen zullen worden opgehaald.
Meteen na vertrek vraagt de reisleidster wie de eerste rozenkrans wil vó6rbidden en :pror:rpt neemt een indische dame van middelbare leeftijd het woord. Ik krijg een rozenkrans toegectopt, mM.r v66r ik eon woord kan uitbrengen barst H: vanwege een allerc·ie in een hoest- en niesbui uit. Wanneer ik weer wat ben bedaard, komt de reisleidcter weer naar mij toe, klopt mi;j ber.10edigend op d.e schouder en zeet: "Bid maar eens flinl: mee, dan zal Onze Lieve Vrouw van Bohan jou daar wel van2.f helpen!"
Vele weesgee;roetjes en onzevaders later e.rriveren we in llortsel, waar voor de kloosterkerk van. de Karmelieten wordt gestopt. De leidster kondiet aan, dat de mis in de bijkapel juist ten einde J.oopt en dat we daarom nog net even nae.r binnen kunnen om de ]Jle.a.t:ë te bezoeken, we,a:r:- de heilice NHo.gd a::m Theunis verschenen is. In c1e kleine kapel wijst men ellrner een be el teni:o vsn Maria aan, die wordt overschaduwd c1oor een pa1m. Deze plant zon af en toe met d.e blad.eren wuiven en vooral wanneer Haric verschenen was.
Na afloop vtm do nis, d.ie c'loor een han(ljevol mensen wordt bijgewoond., otellen de pelg.rü1s zich in een rij op om het Mariabeeld te kussen. De :ririester, die zich op11aald om a.e viering te belHnd.igen, wuift de pelgr.ins echter weg. Zachtjes mor:ipelend la.ten mi,jn busgenoten zich van het beeld. verdrijven en eenme.G.l terug in de bus spreekt rien schanil.o van dit priesterlijke o;;itreden. De rest van de tocht bidt men opnieuw cle rozenkra.ns."
Gewoonlijk komt men tesamen op een !Jlein achter do
dorpskerk te Bohan, VP.nwaar men te voet naar cl.e bede
vaartwel.de vertrekt. Hoewel Theunio de heil.i.ce !-laé'.ga.
voor het eerst langs een wegeetje vl<i.k bij het dorp
heeft waareenomen, mislukte de pocing O!'! het terro:i.n,
waarop :dch dit boveruJ.atu.urlijl:e fei·t zou. hebben vol-
32
trokken, aan te kopen. E~n van zijn aanhangsters bleek
eehter drie kilometer heuvelopwaarts een stukje land
te bez:l tten, dat voor de bedevaart geschikt werd ge
maakt. Het laats·te deel van c1e tocht wordt daarheen
te voet vamd het dor1)splein afgelegd. Voor veel pel
t:;rims is deze wandeling vermoeiend. De meest gebrekki
cen m<'d~en de tooht niet mee e:n worden per bus naar de
bedevaa:dweide gebraoht, Geduronêl.e de tocht naar boven
wordt voortdurend gebeden e:n gezongen. Mannen met blauw-
11i.tte banden om de arm drac;e11 zorg voor een vlot ver
loop en regelen zo nodig het verkeer.(7)
De bedevar;.rtweide ligt aan de rand van een weg op
een cloo]'end terrein tussen enkele vennetjes. Va:n de
c;loo'tne is handig gebruik genaakt voor de plaatsing
vn.n banken, waardoor de indruk van een openluchttheater
is ontstaan, Op a.e plaats waar dan een podium zou moe
ten ~üjn, staat hier echtiir een flink altaar tegen
een a.ecor van witte en blamie vertikaal opgehangen ba
nen sto~. Rechts naast het altaar staat een witte,
uit steen gehakte kopie van hot mirakuleuze !!aria beeld,
1!8.o.rvan het origineel zich in de garage van Theunis
bevindt, V66r dit beeld staan tientallen vazen met
bloenen en is een vierkante meter erond belegd met
rode steentjes, waarvan de pelgrims geloven dat wie
de.ar op gaat staan om tot !Ia.ria te bidden inderdaad
cle c;evraagde e;unsten verkrijgt. I,inks van het altaar
:i.s een viertal koorbanken geplaatst, 1raar de broeders
uit het kloostertje te Bierbeek en de mannen van de
orcledienst plaatsnemen. V66r deze ban.l{en staa·t de
1).i.clstoel van de ziener~
Zodra <le stoet de weide heeft bereikt en ieder-
een eezeten is, beeint een gezongen latijnse mis, die
onr,·evèer een uur duurt. Het hoogtepunt van deze vie
rinr; :Ls de kommunie-uitreiking, Samen met de priester
33
die de dienst laidt 1 deelt Theunis dan de hosties
uit, Na de mis gaat men per bus naar Bohan terug,
waar een verf:rissing wordt gebruikt en wordt gegeten.
Om drie uur 's middags is iedereen weer o:p d.e bede
vaartweirle terug om de kruisweg te bidden. Na afloop
van deze bijeenkomst keren de meeste pelgrims lmiswaar·ts.
De bedevaart, maar ook de religieuze bijeenkomsten
die gefüu•ende de rest van de maand worden georgani
seerd, zijn gelegenheden om via :Maria met God :i.n kon
takt te komen. Dit wordt door de meeste pelgrims zo
gezien en het is tevens het uitgangspunt voor de be
schrijving van de betekenis van deze samenkomsten. In
de volgende uitspraak van een wijn11a.:nà.11la.ar komt deze
visie beeldend tot uitdrukking: 11 ,.,Iledevaartplaatsen zijn genadeoorden waar de hemel de aarde raakt, waar bidden het gemakke-1.i.jkst is en waar verbindJ.ng met God het gemakkelijkst is ••• "
De bedevaartweide kan men om die reden dan ook beschou
wen als een heilige plaats, die op veel bedevaartgan
gers in de meest letterlijke zin van het woord aantrek
kingskracht uitoefent, zoals uit de volgende opmerk.tn
gen mag blijken:
" ••• die (:plae;ts) oefent een grote aantrekkingskracht op ons uit. De word er werkelijk naartoe getrokken!"
" ••• op een gegeven moment voelde ik mij gedreven n naar die bedevaartplaats, alsof een grote onrust zich van mij meester had gemaakt,,,"
De nadering van deze heilige :plaats brengt bij veel
:nelgr.ims emotionele reakties teireeg en vooral tijdens
de voettocht is he·t niet ongebruikelijk dat er ge~·
hui.lel wordt. De inspannende tocht bergopwaarts draagt
ongetwijfell'l bij tot die toenemende religieuze opwinding.
Sornrligen zien de tocht als een symbolisering Vrn:J. de le-
Vl!lnsweg, die smal en moeilijk begaanbaar is, maar
mits op de juiste wijze en zonder afdwalingen be
wandeld, na.ar de hemel voert. De vermoeienissen die
de processie met zich meebreng~, hebben voor de pel
grims bovendien de betekenis van een boetedoening,
het uitboeten van de zonden die men begaan heeft.
De ziener zelf benadrukt dit doo:r zijn gedrag zeer
sterk, In mijn dagboek tekende ik daarover het volgen
de op:
"Bohan, 26 augustus 1978
De zon schijnt fel en er staat wei:niR" wind. In de verte schittert het goud van de geborduur-de kazuifels· en boven dè stöet wiegt het balda.kijn, WS.1.U'QD.der de priester met het allerheilig-ste voortschrijdt. Wa:rmee:r de stoet de laatste bocht in de weg ingaat, zie ik boven de mensenmassa een balk verschijnen, die langzaam meebeweegt. Bij nadere inspektie blijkt het een kruis te zijn, zo'n drie meter in lengte en uit stevig hout gefabriceerd. De ziener, die de zware last op de schouder torst, loopt het zweet over het gelaat. Rondom hem veel betraande gezichten, veel mensen bidden hardop. Naast mij begint men mee te biddcm, eerst fluisterend, dan ha.reler. Zakdoeken verschijnen en op het moment dat de ziener de trappen naar de bedevaartweide bereikt, barsten sommigen in tranen uit. Met &&n arm wist Theunis zich het zweet van het voorhoofd, Stapje voor stapje tilt hij het zware kruis de treden af. Het laatste rechte stuk naar het altaar sleept het lange einde van het kruis over de grond. Samen met twee mannen van de ordedienst richt hij tenslotte het kru5.s e.chter het altaar 011. Het is volbracht, a.e viering kan beginnen •• ,"
De misviering en de kruisweg la.ter op de dag worden
door de :pelgrims al evenzeer meebeleefd als de hier
boven beschreven lijdensweg van de ziener. Vooral de
konununie 5.s een moment van grote emotionele betrokken
heid, Een van de mannen van de ordedienst beschrijft
dit zo:
"•"Bohan is Jezus, h~" .het toppunt van de dag is de kommunie, cloor het bi.del.en de hele dae h-un je over niets anders meer spreken, je bent er de hele d.a.g mee bezig, •• "
35
Men kan zich voorstellen dat veel mensen de ze-
gen, die Theu:ni.s aan hs·t einde van de dag aan allen
geeft, ervaren als dirskt van God afkomstig. Ook het
fäi t dat een leek zoals Theun:!.s de hosties uitreikt,
verwijst naar de bizondere plaats die hij inneemt.
Volgens de aanhange:r.s van de ziener mag hij deze
taken alleen ma.ar verrichten, omdat hij daartoe
rechtstreeks van God. opdracht zou hebben gekregen,
zoals uit de volgende uitspraken blijkt:
". , • hij mag zegenen in Ons Re er Zijn naam, want Hij heeft de opdracht gegeven: 'uw handen zijn uw handen niet meer, maar de Mijne. Als gij zegent, zegen Ik~ •• "
" ••• hij m~g de kom:mu:nie ui td.elen, omdat Onze Lieve Heer gezeeü heeft, dat-ie het mo~st döen. Theunis was ertegen, dat leken de kommunie uitdelen, maar hij moest het doen!"
Ook tijdens de kruisweg is de rol van de ziener
prominent, Tezamen met de priester loopt hij aan de
kop van de stoet, die bij elke statie de gebeden uit
spreekt. In de gedachtenga.ng van de pelgrims is het
lijden dat hij alo gevolg van de verschijningen door
moet r1a.ken zeer re!lel. In à.e volgende uitspraak wordt
d.it op treffends wijze tot uitd:rukldng gebracht:
" ••• De kruisweg? Iedere statie is voor mij werkelijkheid, iedere statie beleef ik mee ••• je denkt dan: wat heeft Christus voor mij geled.enl Zo'n grote liefde, hoe kunnen we dat ooit vergeten! Wij zijn mensen, zondaars, waarom denken we niet vaker aan het lijden ••• Iedere statie is anders, Jezus heeft willen lijden ••• Ik vraag mezelf vaak af: ik sta nu zoveel dichter bij God, maar zou ik hetzelfde kunnen laten doen? Zonder de genade van Onze Lieve Heer of Onze Lieve Vrouw zou dat niet gaan, zo'n liefde opbrengen voor de ganse wereld is heel bizonder. Ik denk niet dat mensen dat kunnen, verdragen wat meneer Theunis moet doorstaan. Misschien wel als je God mooht zien, •• "
De sprong die hier gemaakt wordt van de lijdende
Christus naar de lijdende Theunis is veelbetekenend,
36
maar niet onverwacht: de parallel tussen deze twee
wordt door hemzelf :Ln het leven geroepen. Het :d tu=
eel van de kruisweg biedt ook uitstekende mogelijkhe"
den tot identifilrntie. Het besta.at uit een rondgang
langs veertien zogenaamde staties, die elk een tafereel
uit de lijdensweg van Chris·tus verbeelden. In veel ker~
ken werden d.eze taferelen vroeger aan de muren gehangen
in de vorm van g:r.•ote beschilderde paneleng wat het des
te makkelijker maakte zich met de Christusfiguur te
vereenzelvigen. Lijden en vooral de bewuste wil om te
1ijden is voor de pelgrims iets positiefs en wordt
direkt verbonden met liefde voor de wereld. In kort
bestek ligt hieri.n hun levensopvatting besloten: MEm
sen hebben een vrije wil en kunnen derhalve zowel het
goede a1s het kwade doen, Het kwade, de zonde heeft
echter de overhand ("wij zijn mensen, zondaars") en de
zonde kan slechts ongedaan gemaakt worden door haar
uit te boeten, door te lijden. Het lijden kan echter
ve1e vornen aannemen: Ieder huisje heeft zijn kruisje.
Uiteindelijk is het gewilde lijden en de onzelfzuchtige
dood zoals Christus die onderging, pas werkelijke "lief
de voor de ganse wereld".
De preoccupatie met lijden en boetedoening heeft
voor de meeste pelgrims een re~le basis. Velen van hen
'lijden' in het gewone dagelijkse leven, bijvoor~eeld
aan ouderdomskwalen of ernstige ziekten1 omdat zij door
hun man verlaten zijn; omdat ze in hun leven geen zin
meer zien; omdat ze eenzaam zijn. De opvatting van het
leven a.1s lijden en als boetedoening voor de zonden van
de ~ensheid geeft hun leven daarom zin en maakt het
draaglijk, Om die reden voorziet de bedevaart en datge
ne wat de groepering rond Theunis te bieden heeft in
een verlossingsbehoefte. Daardoor wordt ook begrijpe
lijk waarom het moeizame karakter van de pelgrimage als
37
weldadig wordt e:rvçtron en men zelfs over een geluks
eevoel spreekt:
" ••• na de bedevaart voel ik me ook vaak heel gelukkig, Alsof ik een soort vitaminen ontvangen heb: je w~6t meer, je kent God een stukje beter ••• "
In tegenstelling tot de sfeer op de heenweg voelen
de pelgrims zich op de terugweg ontspannen. Hoewel men
tijdens de busreis weer ferm de :rozenkrans bidt, heeft
dit meer het karakter van een dankzegging, Velen zijn
op zoek geweest naar God en hebben zijn aanwezigheid
op de een of andere manier bemerkt, De manieren waarop
de bedevaartgangers in kontt-tkt met het bovennatuurlijke
7,ijn geweest, zal na een beschrijving van de kleinere
bijeenkomsten uitvoerig word.en uiteengezet,
Naast de maandelijkse bed.evaart, die de vol talli··
t.,.e aanhang van de z iAner op rle been brengt~ wora. t er
ook een aantal kleinere bijeenkomsten georeaniseerd.
SoJJlmige daarvan vind.en reeelrnatig plaats, zoa1s de we
kolijl<se vieringen te Bierbeek en die op a.e zogenaamde
e;enadedagen. Anc1.ere zijn minder frekwent zoals de zoge
nn.arnde naohtaanbicldingen en kleinere bedevaarten, die
voor een bepaald.e eroep worden georganiseerd, Bovendien
ontmoeten de volgelingen elkaar bij beg:t'P,fenissen
V8,n trou1rn nedepelg:rims of bij andere plechtigheden,
zoals de doo11 van kinderen en dergèli,1ke, Deze kleine
re bijeenkomsten zijn niet alleen getalsmatig van minder
belang, maar ook wat betreft de emotionele beteken:!.s
r1ie mon ei'aan hecht.
Het klooster en de kapel te :Bierbeek zijn in de loop
iler jaren cteeds meer het centrum van deze bijeenkomsten
cevorc1.en. Tevoren kwam men vooral tezamen in de kloos
terkerk van de Karmelieten te Mortsel. Na de :~tichting
38
van het kloostertje in 1975 verzamelt zich elke zater
dag en zondag een veertigtal mensen in de kapel om sa
men met de klooste:dingen het weekeinde in gebed door
te brengen, Vanwege enkele verschijningen van Maria en
zelfs van de profeet Elias en Christus aan Theunis be
schouwen de volgelingen deze kapel ook als een heilige
plaats, Men neemt zelfs aan dat het de plaats is waar
Christus op het einde der tijd.en terug op aarde zal
komen. Men ga.f het klooster daarom de toepasselijke
naam 'Marana,the, 1 , dit is: 'De Heer komt spoedig ·terug'.
Voor het veertigtal mensen da.t wekelijks in de kapel
samenkomt, vervult het klooster een relig:!.euze en een
sociale funktie, Enkele kloosterlingen zijn verwant aan
trouwe volgelingen van de ziener en tussen de vieringen
door is er genoeg tijd voor kontakt. Voor de getrouwen
zijn de kloosterlingen een voorhoede in de strijd tegen
de afbraak ''fan de Kerk en hun devotie en vastberaden
houd.ing worden zeer gewaardeerd, In de loop der ,jaren
is zo een gemeenschap van verbondenen ontstaan en hoe
wel enkele leden van deze kerngroep van pelgrims ook
in hun eigen woonplaats ter kerke gaan, vë.rkiezen zi.j
Bierbeek, want daar voelen zij zich het meest thuis.
In feite fungeert de kapel als de parochiekerk van de
volgelingen van Theunis.
Ook de zogenaamde nachtaanbiddine;en worden vaak in
Bierbeek gehouden. Deze bijeenkomsten bestaan uit gebed
tijdens de nacht met in de vroege morgen ter afsluiting
een mis. Op deze manier wordt een bisschoppelijk ver
bod om dergelijke samenkomsten :i.n een parochiale kerk te
hol!lden als zij iets me·t 'Mortsel-Bohan' te maken heb
ben, omzedld, Naast deze naohtaanbiddingen en de weke
lijkse vierine;en te Bierbeek vinden op elke negende,
dertiende en zestiende dag van d.e maand. gebed.sbijeen
komsten plaats. Dit noemt men de 1 genadedagen 1 , die
39
zijn ingesteld naar aanleiding van gebeuxtenissen, die
voor de pelgrims een speciale betekenis hebben: de ne
gende augustus zou het Mariabeeld van de ziener voor
het eerst geweend hebben; op de dertiende zou de Maagd
voor het eerst te Fatima verschenen zijn en op de zes
tiende voor het eerst te San Damiano,
Behalve bij deze vaste vieringen ontmoeten de meest
fervente aanhangers van Theunis elkaar soms ook nog
op andere momenten. Sommigen va.:n hen zijn met elkaar
bevriend geraakt, anderen vormen klM.ne gebed.sgroepjes,
die regelmatig samen komen om te bidden of om 'traditi
onele' bedevaartplaatsen als Oostakker, Scherpenheuvel
en dergelijke te bezoeken. De sociale bindingen die de
bedevaart naar Bohan tot gevolg heei't gehad, zijn daar
door van meer permanente aard dan een gezamenlijke maan
delijkse busreis zou doen vermoeden. Voor een deel vor
men deze bindingen ook een an·twoord op de vraag wat de
pelgrims zoeken. De getrouwen waarderen het gevoel van
verbondenheid en saamhorigheid, dat hierdoor is ont
st11an als zeer positief en zij beschouwen zichzelf als
"een grote familie", Een ander element waardoor di·t
wij-gevoel versterkt wordt is het feit, da.t veel vol
gelingen religieuze er'<taringen hebben, die sterk op el
kaar lijken en waarover men een (\Toot deel van de tijd
die men samen doorbrengt, praat. In de volgende para
graaf zullen deze ervaringen u.i. tvoerig worden lJeechre-
ven.
40
2.~ Reli,eieuze ervarin©m
"The messengars of ·the invisible world knock persisten tly at the doors of the senses: and not only at those which we refer to hearing and sight"
Eve1Yl1 llhderhill In: Jtrstic,i,sJ!l, Meridian Books, Cleveland, 1955, p,268.
lfario.verschijningen zijn spontane gebeurtenissen,
die men kan beschouwen als manieren, waarop God en de
heiligen zich aan de mensen openbaren. Men zou kunnen
s1~reken van ko=unikatie van een speciale soort, na
melijk tussen enerzijds mensen van vlees en. bloed en
anrlerzijds personen van 1-lie gewoonlijk wordt a.a.ngeno~
men, dat hun bestaan niet empirisch vast te s·tellen is,
De manier waarop God - via de maagd Maria of andere
hemelse personen - zioh tot à.e mensen richt kent vele
variaties. Kenmerkend is echter, <lat Hij de aardlingen
op elk gewenst moment kan bereik.en, terwijl gewone men
sen met de hen beschikbare middelen - de verschillend.e
eebeden - slechts kuID1.en hopen dat Hij hen gehoord heeft.
Verschijning·en van Maria of Christus zelf betekenen in
deze opvatting, dat er sprake is van een zeer volledige
•tweezijdige' kommunikatiestroom: de hemelse figuren
kan men niet alleen zien, horen, soms voelen en misschien
zelfs :ruiken, maar men kan er ook mee spreken, In feite
zijn slechts weinigen uitverkoren om via al hun zintui
::;en met d.e Hemel in kontakt te treden, Leon Thetmis is
zo i.euand, De volgelingen van deze ziener blijken ech
ter evenals hun voorman in staat te zijn met God te kom
:-:iuniceren, weliswaar niet volledig 'twee~.ijdig' 1 maar
bijvoorbeeld door het ruiken van een bi.zonde:re geur of
(loor het proeven van een bizondere smaak. In deze para
IP-~aaf \·.'Orden a.e manieren beschreven, waarop de volgelin
e:en van Theu:nis in kontakt met God staan en Zijn bedoe-
41
lingen trachten te doorgronden.
E.$n van c1e ervaringen, die veel pelgrims met elkaar
èJ.clen is bet ru.i.ken van een zeer bizond.ere geur, die
soms bij het nuttigen van d.e hostie na de kommunie ge-
31rt.S\rd gaat met een bizond.e:r. hecn:l:ljke smaak. Een zestig
jnri[!'e ingenieursvrouw vertelde daarover het volgende:
" ••• In Roeselae:re ben ik toen naar.· die bijeenkomst geweest en kreeg ik clie geweldige parf\:un en ook de smaak bij de hostie ••• ik ben heel kontent als ik de reuk krijg, ook van meneer Celis bij de kommunie en ook ale ik de smaak krijg ••• "
Bij de kommunikatie tussen God en de mensen worden
alle zi11tuigon betrokken. Haar zoals in het kon·takt
tussen mensen onderling is de overdraoht van boodschap
pen via de ogen en de oren over het algemeen eenduidi
ger dan via de huid, de neus of de tong. Het ontvangen
van een bizonilere smaak of geur levert dan ook weinig
zekerheid op omtrent God' s becloelingen, Toch is het mo
gelijk na te gaan welke betekenis men aan deze 'tekenen'
hecht@ De 'smaakt en de 'geur' ontvangt men immers al
tijd in een bepaalde kontekst, dat wil zeggen op een
bepaald moment, op een bepaalde plaats en in het kader
van een bepaalde gebeurtenis. In de geciteerde ui'tspraalc
bevond de ontvangster zich op een bijeenkomst, waar
'.rheunis geassisteerd door Celis de verschijningen van
Cl.e heilige Maagd uit de doeken deed. Voor deze vrouw,
die Theunis voor het eers·t ontmoette, was op dat moment
de echtheid van zijn zienerschap een belangrijke vraag.
Een antwoord daarop werd gegeven in de vorm van de 'reuk'
en de 'smaak', waardoor zij de ziener als echt herkende.
Op dezelfde manier kan de betekenis van ve1e religieuze
ervaringen waarover de pelgrims rapporteren, achterhaald
worden,
42
De •geur• is een vaker optredend verschijnsel dan
de 'sma.a.k 1 , die vrijwel alleen bij het nuttigen van de
hostie optreedt. Toch heeft de 'smaak' voor de pelgrims
een duidelijke betekenis. E~n van de vernieuwingen, die
zij afwijzen, is zoals reeds eerder vermeld, het uitrei
ken van de hostie op de hand van de gelovige in 1ila.a.ts
van op de tong. Zij beschouwen da.t als een ontheilj.ging
en vaak vertellen zij elkaar dat in een bepaalde kerk
de hos·He alleen op de hand gegeven wordt en hoe schan
dalig dat is. list ontvangen van de 1 smaak' betekent
daarom een ondersteuning van het eigen gelijk: God lijkt
er mee te bedoelen, dat de hostie via de gewijde handen
va.n de priester rechtstreeks in de mond dient te belan
den. Op een dieper nivo betekent de 'smaak' een onder
steuning van de konaerva.tief-katholieke stelling, .
dat het brood en de wijn, na. tijdens de eucharistie
viering door de priester gekonsakreerd te zijn, werke
lijk het lichaam en bloed van Christus mijn• Een tl:;i.eo
logisch geschil tussen behoudende en vooruitstrevende
katholieken over de aard van het mysterie wordt zo op
wonderbaarlijke wijze beslecht in het voordeel van de
eersten,
Gezien het feit, dat de 'smaak' vrijwel alleen op
treedt in de kontekst van het nuttigen van de hostie
kan de smaakzin beschouwd worden als een beperkt middel
voor de overdracht van hemelse boodschappen, De reukzin
biedt meer mogelijkheden. Ten eerste zijn de situaties,
waarin de 'geu:r • optreedt rijker geschakeerd, Ten tweede
is er meer variatie in hetgeen geroken wordt, Zo ruiken
sommigen een rozegeur, anderen de ge'Ul:' van viooltjes
of de lucht van wierook, Ook worden kwade reuken gero
ken, zoals een pek- of brandlucht, Prettige en fijne
geuren worden verbonden met het goede, dus afkomstig
van God of heiligen. Kwade reuken worden verbonden met
43
het kwade, dus de duivel of zoals hij soms genoemd
wordt: Hein·tje Pek. Sommige van de volgelingen leggen
bij het ruiken van een bepaalde geur een verband met
een bepaalde heilige. Zo zou een ge1ll' van rozen afkom
stig kunnen zijn van de heilige Theresia van Lisieu.x,
die had voorspeld dat het na haar dood rozen zou rege
nen. Over het algemeen wordt het ontvangen van een be
paalde geur echter gezien als een verschijnsel, dat
duidt op de aanwezigheid van iets Goddelijks. Afhan
kelijk van de kontekst verschilt de preoiese betekenis
van de 'geur•, zoals aan de hand van de volgende voor
beelden duidelijk zal worden.
Een zevenenveertigjarige moeder van drie kinderen
vertelde het volgende:
" ••• toen mijn moeder in het ziekenhuis lag - ze lag eigenlijk op sterven - ben ik bij haar geweest. Toen kreeg ik de wierook wee:r ••• we hebben toen veel gebeden en mijn moeder is toen niet gestorven: ze leeft zelfs nog steeds ••• "
Voor deze vrouw, die bij haar stervende moeder "wierook
kreeg", was de betekenis duidelijk: door flink te bid
den kon ze wellicht de naderende dood tegenhouden, De
zelfde vrouw vertelde ook:
",,,mijn man is toen een advertentie ga.an zetten, een oproep tot bedevaart, in een plaatselijk blad. En toen hij da.ar naar buiten kwam, kreeg hij ineens wierook!"
In dit geval lijkt de wierook te beduiden: hier werd
een goede daad verricht, God keurt dit goed. In beide
gevallen :!.s de 'geur' een bevestiging van het eigen
geloof en de kracht van het gebed. Sterker geformuleerd.
Lijkt het :ruiken van een bizondere geur te beduiden:
'wij kunnen door de bedevaart en door trouw te zijn
aan de boodschappen en door veel te bid.den de loop
der dingen be!nvloeden, wij kunnen Hem, die alles be
weegt, zelf bewegen•. Door de bedevaartgangers zal dit
nooit zo sterk geformuleerd worden, In hun opvatting
44
moet de mens zi.oh i=ers onderwerpen aan de wi.1 van
God en zichzelf van hem afhankeli.jk stellen. Maar in
feite bestaat er ruimte tot manipulatie, De bedevaart
zelf is daarva:n een voor'beeld. Een 'echte' bedevaart
is een tocht die moeite kost en pijnlijk is, Door
zelf te lijden probeert men niet alleen vergiffenis
voor gedane zonden te verkrijgen, maar ook toekomstige
gunsten, O:p die manier investeert men pijn en moeite
om van p:Ljn en lijden verlost te worden, De vrouw die
ik zojuist aan het woord liet, heeft door de bedevaart
het gevoel gekregen, dat zij dichter bij God is geko"'I
men, Huishoudelijk werk, dat zij vroeger bizonder on·~
prettig vond, draagt zij tegenwoordig op aan God.
Voor haar is het konta.kt met God een bijna alledaagse
aangelegenheid geworden, zoals zij zelf vertelt:
",.,Ik bid nu tijdens mijn werk, wat ik vroeger nooit deed. Ik spreek gewoon met God. Ale ik God wat vraag, krijg ik we1 eens wierook, é6n keer achter de ga.ra.ge,,,"
Voor ha.ar is de verre afstandelijke God van vroeger
verand.erd in een nabije 1 benaderbare persoon, waar-
mee men gewoon kan praten en die af en toe la.at merken,
dat Hij luistert. Voor de meeste pelgrims is het kon
takt echter niet zo alledaags. Het 'ontvangen' van
de 'geur' is juist een emotionerende gebeurtenis,
waarvan men zioh de details jaren la.ter nog kan herinne
ren, Ze vertelde mij een op het eerste gezicht nuchte
re en rustige ambtenaar:
",. , op 18 december in :Bohan kreeg ik toen die bepaalde geur. Bloemen konden het !àiet zijn, O:p de autobus hoorde ik ook van alles, maar daa:t' moest ik eerst om lachen, Tijdens de mis en vooral tijdens de kommu.nie kreeg ik die geur heel erg. Ik k6n niet anders dan wenen, geknield. Die geur werd sterker en sterker, ik wist niet wat me overw kwam •• e 11
De eerste kennismaking met de geheel eigen wijze
45
waarop God Zijn aanwe:z.:tgheid via geuren kenbaar
maakt, is over het algemeen zeer emotioneel. Een
deel van die emoties komt voort uit schuldgevoel
over het fe:Lt, dat men vaak getwijfeld hetflft aan
de echtheid van de 'geur•, zolang men er zelf nog geen
kennis mee gemaakt heeft. Een ander deel is het
gevolg van de verbijstering, dat God of Mar.ia zioh
verwaardigt lianwezig te zijn, Een vrouw die leed
aan migraine en uit dankbaarheid voor de wonderbaar
lijke genezing van deze kwaal al acht zondagen bij
het Mariabeeld in de garage van 'l'heun.is is gaan
bid.den, ve:r:tel t bijvoorbeeld over de laatste zondag
van haar noveen:
".,.die laatste zondag van mijn noveen kreeg ik een rozegeux, om in te zwelgen, De begon te wenen en ik zet me op de gron(l op mijn kniel:ln en zeg tegen mijn man en kinderen:'bidt 1 bidt schoon, bidt godvruchtig, want Onze Lieve Vrouwke is bij ons!' Haar niemand anders rook het. Mijn ganse paternoster gebeurde het!"
De meest voorkomende kontekst waarin de 'geur' gero
ken wordt j_s in aanwezigheid van de ziener. De 'geur'
benadert hier nog het meeat de oorspronkelijke bete
kenis, namelijk de 'geur van heiligheid'. Het rui-
ken van een heerlijke bloemengeur of een wierookgeur
in aanwezigheid van de ziener, betekent dat de ziener
echt is. Een twintigjarige pelgrim, die na het be!!ind:l.
gen van zijn middelbare school enkele maanden in het
klooster te Bierbeek doorbracht, maar zichzelf bij na
der inzien niet tot het kloosterleven geroepen acht
te, vertelt hierover het volgende:
" ••• füi geux is een bevestiging, als bij de allergrootste heiligen. Een heerlijke bloemengeur. Of een mengeling, maar niet thuis te brengen. De boventoon is voor mij wierook. Sommigen hebben violetten.,,"
46
Behalve de reukzin en de smaakzin wordt ook de
tastzin in het kontakt met God betrokken. Tastzin
tuiglijke ervaringen vinden in een aantal verschillen
de konteksten plaats, maar zoals uit «e volgende be~
sohrijving zal blijken, is de betekenis ervan weinig
gevarieerd.
2,4,2 ,!a.!l,t,!i:!];t:9:i~l,!j!_e_e,IY!,rl,.n~ea,
De meest voorkomende ervaring, waarbij de tast
zin betrokken is, is de 'druk op 't hoofd'. Een al
leenstaande dame van middelbare leeftijd rapporteerde
het volgende:
",,,Ik heb dat voor het eerst gevoeld in Bierbeek. Daar heb ik de hand van Onze Lieve Heer op mijn hoofd gehad, dat heb ik goed duidelijk gevoeld. Vanaf dat meneer Theunfai mij de kommunie had gegeven, was er een druk op mijn hoofd geweest. En zij~ handen waren bij hem, dus het is de hand van Onze Lieve Heer geweest ••• "
Niet voor niets maakt deze vrouw melding van het
feit, dat Theunis zijn handen bij zich had, want door
zijn optreden schept de profeet het kader waarin de
'druk op het hoofd' gevoeld kan worden. Aan het einde
van elke misviering legt hij bij wie dat wil de handen
op het voorhoofd om de speciale zegen voor die persoon
af te smeken, waarna hij met zijn duim een kruisje
op het voorhoofd tekent zoals de priesters dat vroeger
op as-woensdag deden. Deze zegening wordt door de pel
grims ervaren als bizonder weldadig, In de volgende
ui tapraak, opgetekend uit de mond van ee11 vrouw
van middelbare leeftijd die na een auto-ongeval
°lange tijd z.i.ek te bed heeft gelegen, wordt dit ge""
voel van welbehagen duidelijk uitgedrukt: 11 ••• de zegen die ik van meneer Theunia kreeg: het was precies een zalving. Hij had al wel twee- of driehonderd man de zegen geg~ven en toen ik de zegen kreeg, leek het wel alsof hij zijn
47
duim in een pot zalf gestoken had, zo voelde ik die zalving. Er kwam iets over me wat ik heel aangenaam vond ••• even later voelde ik het kruisje vochtig worden, toen ik erover nadacht of mijn genezing wel een wonder was •• ,"
Buitengewone reuk-, smaak- en tastzintuiglijke er
varingen komen soms ook in kombinatie met elkaar voor.
De kontekst waarin dit gebeurt is meestal een religieu
ze viering, zoals de eucharistie-viering tijdens de
bedevaart of de kruisweg. De betekenis van dergelijke
ervaringen ligt vaak erg voor de hand. Zo kan uit
de volgende uitspraak worden opgemaakt, dat de 'geur'
en de 'druk op 't hoofd' werd opgevat als de vergiffe
nis van de zonden door God zelf: 11 ••• Er werd door meneer Theunis een stilte van vijf minuten gevraagd, je kon dan je zonden biechten en Onze I,ieve Heer kwam dan de zonden vergeven, persoonlijk. Ik vroeg toen nogmaals om vergiffenis, en ineens voelde ik op mijn hoofd drukken, net twee handen op mijn hoofd, Ik dacht dat het iemand achter me was, maar da.t was niet zo.,,iets onzichtbaars was het. Op het zelfde moment komt er een zacht windje om me heen met een rozegeur, ongelooflijk! Dat duurde een tijdje en toen was het weg ••• "
Het grootste deel van de tekenen, die de gewone vol
gelingen ontvangen, bereikt hen tijdens religieuze bij
eenkomsten, waarbij de ziener aanwezig is. Hij zelf ie
echter in sta.at om bui ten deze kon·tekst met goddelijke
figuren te kommunioeren. Men zou zijn funktie kunnen
vergelijken met die van een radiozender en -ontvanger.,
die in staat is bepaalde tekenen te ontvangen en door
te geven. Omgekeerd is de ziener. ook in staat bepaalde
tekenen over te brengen en beter dan zijn volgelingen,
want hoewel ieder. mens in de opvatting van de pelgrims
in staat moet worden geacht met God te kommunioeren,
is een man als 'l'heunis daartoe beter uitgerust, zijn
installatie ie als het ware krachtiger. In de ogen
van de pelgrims staat hij daarom ook dichter bij God
413
on dwingt hij veel r;::'J]Jekt a.f. De bedevaartgangers
1rnna.deren de ziener de:r:halve met ontzag. In het
geen men over hem vertelt, klinkt echter ook een
zekere ambivalentie door, Aan de ene kant ziet men
hem aJ.s een gewoon mens, aan de andere kant is hij
toch ook van een andere orde:
",.,meneer Theunis is een eenvoudig man. Ik voeJ. ook, de.t Christus in hem is. Als hij de hand oplegt, voeJ. je dat het niet meer de han~ den van een mens z.ijn, De zegen is van iemand, die !n hem is ••• ·"
Deze a.mbiva.lentie komt gedeel teJ.ijk voort uit de
overtuir;ing, dat ~lle mensen in principe uitverkoren
kunnen worden, ma.ar dat het een teken va.n God.'s wonde:rJ.ijke genade is, wanneer dit gebeurt. Alleen de
ziener is ber;iftig'd met het vermogen de godd.elijke
aanwezigheid te proeven, te ruiken of via de huid
te voelen, ma.ar ook te zien en te horen. Daarin ver
schilt hij van de gewone mensen.
Toch zijn er ook pelgrims, die beweren tekenen ge
zien te hebben, Zoals uit de voJ.gende paragrafen zal
blijken, staan dergelijke visuele en auditieve er
v.a:ring·en echter niet op het nivo van die van Theunis.
~.4.3 ]:i~u.!2.l.!l. _!:r:!aI_i,U~n-
De meeste volgelingen hebben zelf ooit wel eens iets
merkwaardigs gezien of kennen iemand in hun direkte om
geving die wat gezien heeft, Heesta.l gaat het echter om
taneJ.ijk ongekompliceerde beelden, zoals een kruis op
een muur of het bewegen van de ogen van het mirakuleu
ze Ha.riabeeld. SJ.echts een enkeling heeft een meer zelf
f>tandige verschijning gehand, los van het Mariabeeld
of een plaats die direkt met Theunis verbonden is.
De volgende uitspraken geven een goed beeld van de
versohiJ.lende waarnemingen van de volgelingen en ze la-
49
ten zien hoe men daa:cop roageerde en welke betekenis
ze voor hen hebben:
",,,Ik heb het beeld nooit zien wenen, maar wel emoties op het beelcl gezien.,,"
",,,Ik heb nog niet veel bewijzen gehad, de anderen wel. Ik heb alleen een keer gezien, d.at •t sluiertje v66r het gezicht van de beeltenis steeds opwaaide en de ogen en cle mond bewogen ••• "
",,,De eerste keer zijn we naar de woning van meneer Theunis gegaan, waar in de garage dat beeldje van Maria stond, dat geweend had. Het was in het zwart gekleed, De mensen baden daar, luidop, en het kapelletje was bomvol, Ik weet niet wat er toen met me gebeurde van binnen, ik werd zo stil, Op een gegeven moment zie ik in het l.inkeroog een heldere traan. JJc denk: dat kan niet. En ik kijk nog eens heel goed en hoe meer ik kijk, hoe meer ik dat oog betraand zie, Ik dacht: dat zijn mijn eigen gedachten en ik zei er dus maar niks ove:rseen
",,,Ik heb veel mogen meemaken. Ik heb - als je dat geluk moogt noemen - Onze Lieve Vrouw zien wenen. Dat is niet heel aangenaam. En op 31 oktober heb ik de bloedtranen zien wenen. Onze Lieve Vrouw heeft mij erin willen betrekken ••• "
".,.Ik heb Onze Lieve Vrouw zien zweten, In 1 t kapelleke waren we tesamen met een aantal mensen. Ik denk dat het haar krachten te boven ging: al die vragen die Ilaar gesteld werden of de gunsten die Ha.ar gevraagd werden ••• dat gezicht blonk van het zweet, en anders is het een mat gezicht.
Ik ben er nu zo dikwijls heengeweest en ik heb nog nooit hetzelfde gezicht gezien: dlili weer zijn de ogen droog, dán zijn ze lachend, dlÎn weer blauwer, d&:i is het een droef gezioht,,,"
Getuige deze uitspraken is het hardhouten Mariabeeld,
dat in de herfst van het jaar 1973 enkele malen geweend
zou hebben, voor een aantal van de volgelingen geen le
venloos objekt, maar een levend wezen, in staat om
droefheid en verdriet, vreugde en vermoeidheid uit te
drukken. Het beeld vertoont niet alleen af en toe leven,
het :f.s levend, het :f.s werkelijk de heilige Maagd, zoals
die regelmatig aan-'Cheunis verschijnt, Andere waa:rne-
50
min.gen wijzen in dezelfde richting, zoals een licht
straal die plotseling boven het beeld verschijnt of
een gloed eromheen. Al deze tekenen bewijzen de aan
wezigheid van de heilige Maagd, maar in feite ook de
echtheid van de ziener. Een moeder van vijf kinderen
zegt hierover bijvoorbeeld:
" ••• Het enige wat ik ooit gezien heb is die lichtstraal over Ons Lief Vrouwke. En ik ben lichtgelovig noch fanatiek, Dat was een feit, dus daarom is meneer Theunis voor mij een echte profeet en meneer Celis een heilig priester,,,"
Verschijningen die losstaan van het Mariabeeld wor
den door de pelgrims zelden waargenomen en zo men al
wat ziet, is dat slechts een schaduw van wat de ziener
vermag te zien, Een boerin van middelbare leeftijd ver
telde bijvoorbeeld: 11 ,,, Ik heb een silhouet gezien in de kerk van Mortsel, op de muur, heel klaar en schoon. Een gestalte van een mens. Dat duurde lang, bij het tweede tientje van de rozenkrans zag ik dat, ik was z6 gelukkig! Toen werd er gez6ngen, de mensen waren werkelijk enthousiast!
Opnieuw blijkt hier duidelijk het onderscheid tussen
de volgelingen en de ziener. Terwijl de ziener vrijelijk
met hierboven kan kommunioeren, blijft het voor de meer
gewone sterveling een moeizame aangelegenheid, Zelfs
de gemeenschappelijke waarneming van een silhouet kan
dan al to·t enthousiasme aanleiding geven, Gewoonlijk
komt het zelfs niet tot de waarnemine van schaduwen
van personen en blijft het bij symbolen, waaraan men
ook een bepaalde betekenio verbindt. Een aohtenveertie
jarige vrouw van een fabrieksarbeider zag bijvoorbeeld
een kruis: 11 ".In de Theresiakerk heb ik vorig jaar zo'n kruis op de muur gezien, Ik zei toen tegen de mensen vlakbij me: 'Een kruis in 't wit, wat zou dat willen betekenen?' Een beetje nadien was mijn moeder dood, ook onverwachts. Heeft
5J
dat ermee te maken gehad? Ik weet he·b niet. Ik heb dat tegen meneer Theunis gezegd, en die zei dat dat wel kon ••• "
In de reeks van zichtbare tekenen is het zogenaamde
zo:o.newo:nd_er wel een van de meest krasse en best kontro
leerbare. Een zonnewonder is een afwijking van de zon
van zijn natuurlijke gedrag. Men mag daarom verwachten,
dat zoiets ook door buitenstaa.nderë waargenomen kan wor
den, het lijkt geen gebeurtenis die ongemerkt voor-
bij kan gaan, Als •teken' of 'bewijs' van de bovenna"
tuurlijke feiten, die zich rond de ziener zouden hebben
voltrokken, is de waarneming van een zonnewonder dan
ook een krachtig argument. Het moet zelfs voor skepti
ci over·tuicend klinken, als een aantal mensen beweert
iets dergelijks gezien te hebben, Toch hoeft het gebrek
aan onafhankelijke waarnei;iingen van dit verschijnsel
nog niet te betekenen, dat het wonder slechts een il
lusie is geweest. Het kan de een immers gegeven zijn
iets dergelijks te zien, terwijl de ander niets bizon
ders hoeft op te merken, In de volg~nde beschrijving
van zo'n wonder is de toon dan ook persoonlijk, Voor
de veertigjarige wij handelaar, uit wiens mond d.eze
woorden werden opgetekend, is datgene wat hij gezien
heeft waar en echt en niet onderhevig aan twijfel:
" ••• Na de kommunie werd ik gedwongen in d.e zon te kijken. Ineens werd dat een geweldige bol en die verkleinde weer en dan werden het twee bol-len die in elkaar overliepen, Gedurende een uur zag ik allerlei fenomenen in de zon, bollen, wolken die uitdij,dSl!l en de zon clie achter de wolken schoof en weer terug. Dat valt moeilijk te beschrijven, h~, er is dan een speciale stemming. V66rdat het begon was er eerst een wind, een bries en ik had het gevoel dat ik de grond niet meer raakte en toen begon het, De lucht werd blauw en geel. Dat waren voor mij tekenen, bewijzen die je in je leven nodig hebt ••• "
Maar ook een zonnewonder, hoe fantastisch en overtui
gend ook, heeft in de og·en van de pelcrims zljn beper-
52
kingen. In dit geval duurde het wonder weliswaar
een uur, maar als een 'bewijs' dat steeds en voor
ieder zichtbaa"t' is, voldoet het niet. Dat is mis-
schien de reden, waarom de volgelingen veel geloof
hechten aa.n de zogenaamde 'mirakuleuze foto's'. Dit
zijn fotopositieven, waarop een of ander merkwaardig
verschijnsel is waar te nemen, dat beschouwd wordt als
een manifestatie -van het goddelijke. Dit kunnen bijvoor
beeld lichtstrepen zijn, zoals die ontstaan wanneer
de camera bij een nachtopname wordt bewogen, of een
merkwaardige stralenbnndel, waarin soms -vaag een
f:Leuur valt te ontdekken. De pelgrims hebben deze fo,,.
to's meestal zelf genomen met eenvoudige toestellen.
Niet alle volgelingen zijn er;ran overtuigd dat deze
foto's voorzien zijn van 'tekenen' en de skeptici
zien er vaak niet meer dan mislukte opnamen in. Toch
voroen ze een belangrijk bestanddeel van de onderlin··
ge gesprekken. Daardoor dragen ze bij tot een verster
king van de onderlinge band, want zo bewijst men elkaar
voortdurend dat het geloof in bovennatuurlijke mani
festaties berust op feiten, die zelfs k1J11Ilen worden
vastgelegd.
Zoals ook bij de waarneming van andere 'tekenen'
ervaren de pelgrims bij het bekijken en bespreken
van de foto's een bepaalde spanning tussen ideaal
en werkelijkheid. Werkelijk geloof heeft volgens hen
immers geen bewijzen nodig, terw5.jl zij er wel voort
durend naar op zoek zijn. Deze spann5.ng valt slechts
gedeeltelijk op te heffen door de 'tekenen' te zien
als door God gegeven, want ergens voelt men wel aan,
dat er iets niet klopt. Dit gevoel treedt natuurli,jk
het sterkst na.ar voren waar het de meer 'gezochte•
tekenen betreft, zoals de foto's. De skeptici, en ik
heb de indruk dat dit vooral de meer ontwikkelden on-
53
der de volgelingen zi;jn 1 vinden het geloof in de
foto's vaak w onnozel" en benadrukken dat d.i t soort
bewijzen eigenlijk ai'Qreuk doen aan de devotie tot
de Madonna van Mortnel-Bohan.
2,4.4 Au,9.i,ii.2,V,! .!!.r.!a1'.i,US!!.n_ Tekenen langs de weg van het gehoor zijn zeer
zeldzaam. Hier ligt het meest beslissende onderscheid
tussen de ziener en zijn volgelingen. TheUJ'lis ziet
en hoort de heilige Maagd of andere hemelse personen,
de volgelingen kunnen de goddelijke aanwezigheid
slechts bemerken via speciale geuren, smaken of tast
zin tuiglijke ervaringen en door vage visuele waar
nemingen, Het woord van goddelijke oorsprong bereikt
olechts de oren van de profeet.
De enige auditieve ervaring waarvan melding werd
c;ema.akt, werd opgedaan in een halve droomtoestand.
Een zevenenveertigjarige belastingambtenaar en vader
van acht kinderen vertelde mij het volgende:
".,.De bevestiging dat het (bedoeld worden de verschijningen en boodschappen aan Theunis, M.O,) echt was kreeg ik door de teevee. Een maand nadat ik dat boek gelezen had, schiet ik 's morgens plotseling wakker. V66r me zie ik een muurkapel, zoals er een in Sint Niklaas is. Dat was helemaal in het zwart en ernaast zit een vrouw die weende. Ik hoorde ineens een stem, van wie weet ik niet. Ik antwoordde en zei: 'Bidden kUJ'l je tenslotte overal', en toen kwam die stem en d.ie zei: 'Ja, dat zegt o;ns ~!aria ook al tijd'. Volgens mij was dat een toespeling op mijn vader, die overleden is en die een zuster had die Maria heette, Hij zei altijd: 'Ons Ma.ria zegt dit of dat•. Op dat moment verscheen een hoofd, zo'n Assyrisch hoofd., met 't haar in vo.n die krullen en kort daarop kreeg ik een soort huivering, De ging toen naar het toilet, maar het was precies alsof ik zweefde, Dat was vier uur 's morgens, Op zes februari kwam di.e Assyrische kop plots op teevee, eronder stond: Isa!as. Ik ben toen Jesaja gaan lezen en kwam die tekst over het einde der tijden tegen. De bevestiging kreeg ik dus door de teevee ••• "
54
Dit visioen bevat een aantal van de symbolen, die
verbonden zijn met de verschijningen van de heilige
Maagd aan Theunis, Twee belangrijke personages, die
in het dagboek van de ziener een rol spelen, lijken ook
in dit visioen de hoofdpersonen te zijn. Tiin eerste
de vrouw in het zwart, die naast een kapel zit te we
nen, waarin de treurende heilige Maagd van de ver
schijningen herkend kan worden. Ten tweede de stem,
waarvan men zou kunnen aannemen, dat het de stem van
God de Vader zou kunnen zijn. De kop van Jesaja wordt
bovendien in verband gebracht met de tekst over het
einde der tijden, waarover de ziener in zijn dagboek
veelvuldig spreekt, liet visioen vindt plaats om vier
uur 1 s ne.ohts, de tijd waarop Theunis frekwent bezoek
krijgt van zijn hemelse Hoeder. Langs een omweg wordt
zo de echtheid van Theunis als begenadigde bevestigd.
Dergelijke gekompliceerde droomachtige visioenen
zijn onder de bedevaartgangers echter een zeldzaamheid,
De meesten van hen lijken genoeg te hebben aan de re
latief simpele boodschappen, die hen via de ogen, de
neus of de huid bereiken.
Een kategorie 'tekenen' van geheel andere aard vor
men de zogenaamde wonderbaarlijke genezingen. Ze zijn
als het ware het hoogst bereikbare en het meest bege
renswaardige in het scala van religieuze ervaringen,
de.t onder de volgelingen voorkomt.
2, 4. 5 }io,Ud.2,r}?.a.2:.rli..1Jc!. J:i.Slle~in,ey_n_ In de groep van twee!lntwintig geïnterviewde aanhan
gers meldden vijf mensen, dat zij zelf op voorspraak
van Theunis op wonderbaarlijke wijze genezen waren,
De kwalen waarvan zij verlost werden, hadden weinig
met elkaar gemeen, behalve misschien dat zij in meerde
re of mindere mate een psychosoma·èisch kara.kter hadden.
De aandoeningen waren de volgende: gordelroos, ingewands
stoornissen, hevige en aanhoudende dia.rrhee, gewrichts
pijnen en migraine. Bovendien zouden twee kinderen ge
nezen zijn, een werd op wonderbaarlijke wijze van het
bedwateren afgeholpen en een ander van spraakstoornis
sen. Naast deze verhalen uit de eerste hand repten de
pelgrims van wonderen :tn hun naaste omgeving, waardoor
vrienden, familieleden of kennissen door 'Bohan' gene
zen werden. Ter sprake kwamen de genezing van open been
wonden, van een hardnekkig eczeem op de handen en van
verlamming als gevolg van een hersenbloeding.
De manier waarop over deze genezingen wordt gespro
ken doet vermoeden dat het niet zozeer ga.at om een his
torisch juiste en gedetailleerde weergave van de ziek
teverschijnselen, maar om de morele betekenis van het
wonder. Wat men d.oor het vertellen van de ziektegeschie
denis wil aantonen is het belang van 'Bohan•, zoals uit
de woorden van een bejaarde en ziekelijke dame kan wor
den opgemaakt:
" ••• Een genezing ia een bewijs, h?i ••• ik had gordelroos, een gat in mijn rug en ik was aan deze kant (zij wijst op haar linkerzijde, M.O.) zo goed als helemaal open. Ik ben toen naar Bohan gegaan - 't was helemaal etter - en toen ik thuis kwam was 't hele gat dicht!"
Zoals ook de andere •tekenen' en boodschappen vor
men de genezingen in laatste instanHe een bewijs van
de echtheid van de ziener. Wonderbaarlijke genezingen
zijn wat dat betreft zeer kracht:l.e bewijsmateriaal. Ze
kunnen immers op wetenschappelijke wijze worden vastge
steld - tenminste volgens de pelgrims - en kunnen daar
door zelfs de skeptische buitenwereld aan het denken
zetten. Bovendien brengen wonderbaarlijke genezingen
'Bohan' op het nivo van erkende en beroemde andere
bedevaartplaatsen, zoals een mirakuleus genezen lijd-
56
ster aan diarrhee mij verzekerde: 11 ••• Als 'î'heunis vals is, dan zijn de genezingen ook vals. Als dat van de duivel is, dan kan men ook zeggen dat de genezingen van Lourdes, Ba.nneux-Beauraing, Onkerzele en San Damiano vals zijn en dat is onzin, zware beledigingen aan onze hemelmoeder ••• "
57
HOOFDSTUK 3
L.eiderschap
Voor religieuze groepsvorming is een leidersfi
guu:r noodzakelijk, "Het is de taak van een leider",
aldus Laeyendecker, "het bestaande onterfdzijn te
e:xplici teren en onder woorden te b:eengen en de groep
te organiseren zoda·~ gemeenschappelijk optreden mo
gel.i,jk wordt."(a) Het feitelijke optrede~ van de
leider kan verschillen: "Het is d.enkbaar dat hij aan
een reeds sterk levend onbehagen richting geeft en
organiserend optreedt, maar ook dat hij de latente on
tevredenheid bewust maakt en als het ware oproept~"(9) In dit hoofdstuk zal worden onderzocht, wat de aard
van het leiderschap in de religieuze groepering rond
de Antwerpse ziener is en waarop het gezag van de
leider is gebaseerd. Alvorens hiertoe over te gaan
zal ik echter eerst een beeld proberen te schetsen
van de figuur die in de groepering de hoofdrol speelt:
J,eon Theunis,
.~.1 Bioe;rafisch.e .;;mi:;ev~ll!i!.
De gegevens over de levensloop van Theunis v66r
zijn optreden als profeet heb ik verzameld door mid.del
van gesprekken met familieleden (zijn oudste zoon, twee
broers en twee zussen) en met mensen die hem al kenden
voordat de verschijningen een aanvang namen (de behee:11-
oter van het rusthuis te Bohan en zijn vriend uit Bla.n
l;enberge, 1·.'aarnee hij de eerste verschijning" van Har ia
deelde),
De verzamelde gegevens zijn schaars en spreken elkaar
op bepaalde punten tegen. Om de verschillende visies
op Theunis zoveel mogelijk recht te doen zal ik probe
ren deze zo intakt mogelijk over het voetlicht te bren-
gen. Om daarbij toch de anonimiteit van mijn in
formanten zoveel mogelijk te beschermen, leek het
mij verstandig de gegevens te ordenen op grond van
de mate waarin zij een positief dan wél een negatief
beeld van de persoon Theunis opleveren, zonder ver
der op de bron waaruit zij afkomstig zijn, in te gaan,
Minder subjektieve gegevens zijn de volgende:
Leon Theunis werd in 1925 geboren als oudste zoon
van een mijnwerker. Na hem zagen nog zeven zoons en
vijf dochters het levenslicht, zodat hij d.e oudste van
dertien kinderen was. Het gezin leefde niet bepaald in
weelde en in het kleine mijnwerkershuisje werd vooral
v66r en tijdens de oorlog nogal wat armoe geleden.
Leon werd al op jonge leeftijd belast met de zorg
voor zijn kleinere broers en zussen en deed dit meest
al zonder mopperen. Zijn moeder was ziekelijk en lag
somFJ wekenlang te bed. Op zijn veertiende jaar kwam
Leon als 1dep3chedrager 1 in dienst van de R.T,T,(Tele
graaf en telefoondienst), waar hij enkele jaren later
zijn vrouw, Maria Swinnen, afkomstig uit Herk-de-Stad
leerde kennen. Een hmrelijksdntum is mij niet bekend,
maar de eerste zoon, Henri, werd geboren in 1949. Een
jae,r later werd de tweede zoon, Luc, geboren en in
het jaar 1958 verhuisde het gezin Theunis-Swinnen naar
Antwerpen waar Leon, nog steeds in dienst van de R.T.T.,
als posttelegrafist in 1975 vervroegd werd gepensionneerd
op vijftigjarige leeftijd. Drie jaar later overleed zijn
vrouw aan kanker.
Op grond van de gesprekken met zijn oudste en zijn
jongste broer en zijn twee oudste zussen is het onmoce
lijk om to·b een eensluidend oordeel over Leon 1 s jeugd
,iaren en karakter te komen. De een ziet hem als een
goedaardige en tamelijk stille figuur, de ander als een
levenslustige bon-vivant, die als kind al op de cent
59
was en overal geld voor wilde hebben, Vandaar dat
ik deze twee opvattingen zonder kommentaar naast el
kaar wil zetten:
!~!.P,O..!!,i;ii,!_V,!l. !J..e!i!,1§,,:_L!,O,!l ,SJ.e_z,:!!i;i,~a.me_g2e,!e~d-"Leon was in zijn jeugd eigenlijk een tamelijk
beklagenswaardige figuur, Als oudste van dertien kinderen moest hij de jongere kinderen v66r en na schooltijd verzorgen en er bleef voor hem maar weinig tijd voor spelen over. Zijn vader ging 's morgens al vroeg op pad en keerde pas tegen het avondeten huiswaarts. Ook al was het een tamelijk tolerante man en zeer gelovig, r,eon had het meeste te maken met zijn strenge moeder, die de kinderen slechts op straat liet spelen als zij hen door het ruitje van de voordeur in de gaten kon blijven houden. Ook in andere dingen hield zij haar kinderen kort. Vooral als zij zoals nogal vaak gebeurde, ziek op bed lag, was zij geen erg prettige vrouw om mee te maken te hebben. Leon, die het op school goed deed en zeker niet dom was, werd door zijn ouders voornamelijk als een arbeidskracht in het huishouden gezien. •roen hij eens op veertienjarige leeftijd, in een of andere wedstrijd die iets met de kolonie~n te maken had, de eerste prijs won, kwamen zijn ouders niet eens naar de prijsuitreiking. Ze achtten de jon-gen er domweg niet toe in staat welke prijs dan ook in de we.cht te slepen. Geen wonder dat Leon zich niet erg goed kon ontplooien, zeker niet toen hij door zijn ouders uit werken werd gestuurd om de armoede te helpen verlichten. Ook later bleef Leon een stille, teruggetrokken figuur, die zo weinig mogelijk probee:i:·de op te vallen en na zijn overplaatsing naar Antwerpen door zijn familie uit het oog verloren werd,"
äe_i ne~a!,i~V~ J2.e,!_l_ä:_l\!!_O,Il, .\'.l:.e_l!!_V,!ln!!,l;!!S,ii,f;e_b.Q.n,:.V!V~_i
"Ook al had Leon reeds op jonge leeftijd de verantwoordelijkheid over zijn broers en zusjes, toch heeft hij er altijd voor gezorgd dat hij kon doen en lo.ten waar hij zin in had. Vooral zijn moeder probeerde hem kort te houden, maar hij wist haar vaak met een smoesje om de tuin te leiden, bijvoorbeeld door te zeggen dat hij naar de kerk ging maar in plaats daarve.n ergens bij vriendjes te gaan spelen. Ook had hij al snel door hoe hij aan geld kon komen zonder er al te hard voor te hoeven werken. Hij presteerde het om halve boterhammen aan zijn jongere broertjes te verkopen of om geld te vragen voor karweitjes die hij voor de jongere kinderen opknapte. In de oorlog, toen er overal schaars-
60
te heerste, wa.s h:!'.5 het die erop uit werd gestuurd om bij de boeren eten los te krijgen en hij zorgde er wel voor dat hij in elk geva.l geen honger leed. Eenmaal uit huis wist hij ma.ar al te goed hoe hij zonder veel moeite geld binnen kon krijgen. Aan de andere kant gaf hij het ook makkelijk weer uit. Vriendinnen heeft hij zijn hele leven genoeg gehad. Getrouwd of niet, vaak genoeg werd hij gezien met een of andere vrouw, drinkend en lachend. Eéns schijnt hij trouwens te ver gegaan zijn in het verga.ren van geld en verwil'..keld. geraakt te zijn in een of andere oplichtingsaffaire. Niemand wieet echter meer het fijne van die zaak, hoewel hij wel om die reden naar Antwerpen zou zijn overgeplaa.ts·h, dat in Hasseltse n.T.T,-krincen bekend zou staan als een •strafkamp'. Ook zou hij aan dit zaakje een grote financHlle schuld hebben overgehouden, waaraan hij nog lang heeft moeten afl)etalen. Hij liet zich desondanks een borreltje soed smaken en in Bohan, waar hij v66r die zogenaamde verschijningen al vaker op V8.kantie was geweest, stond hij daarom bekend als een stevige drinker. De kanermeisjes in het vakantie-oord waar hij gewoonlijk verbleef, noemden hem vanwege zijn baard en zijn door dr=k getekend gelaat zelfs 'Jeau Christ•, een bijnaam die gezien zijn latere zienersloopbaan niet helemaal oncepast was. G<:lzien deze voorgeschiedenis kunnen die zogenaamde H.ariaversohijningen en heel het spektakel eroml1een slechts onr twee dingen begonnen zijn: geld on vrouwen. Bewijzen daarvoor zijn natuurlijk moeilijk te vinden, zo handig is Leon wel, ~!aar de vriendschap die hij gesloten heeft met een rijke dame uit P.nt11erpen en de manier waarop hij bij familiebezoeken het Geld laat rollen, doen vermoeden dat hij niet zozeer de heilige asceet is, wao,r hij zioh zo graag voor uitgeeft, maar een gewiekste slimmerik, die zich via zijn zogenaamde zienersohap aan o.nder:en. •f111rr~jkt. Dat lllijkt ook uit het feit, dat hij zijn neus tegenwoordig nergens meer laa.t zien: de buit is binnen en de zaak hoeft alleen ma.ar draaiende gehouden worden."
Waar of niet wa.11.r? Is Leon de stille, teruegetrokken
fie;ui.ir of juist de joyeuze vrouwenversierder, die de
versc>ii.jnincen als een belastingvrije inkomstenbron
heeft aangeboord? Afgaande op wat de profeet hier en
daf\r in zijn dagboek over zichzelf meedeelt, wordt men
niet veel wijzer. Hij eeeft toe van een pilsje op zijn
tijd te hebben genoten en helemaal geen lieverdje ge-
61
weest te zijn, Hoe erg het werkelijk geweest is,
deelt hij helaas niet mee. Dit soort mededelingen
lijJ:en slechts bij te dragen aan de beeldvorming
Vf'-1'1 de bekeerling, die na een lange peril.ode van
dnisternis eindelijk het licht heeft gezien.
:ne visionair zelf is weinig mededeelzaam, Her
haalde pocingen van mijn kant om Theunis 'cot een
ce sprek te bewegen mislukten wegens zijn gebrek aan
i.nteresoe, Op een gemaakte afspraak liet hij verstek
caan z,onder opgaaf van :rieden.en. Naar de achtergrond
van deze te:::uggetrokkenhei<l kan men slechts gissen,
~m2.r de !:lan gnf de indruk belangrijker tli:ngen aan
het boofcl te heliben. Zijn volceline;en vónd.en zijn
houding overigens begTijpelijk en gaven alo komi:ien
taar dat hij, Theunis, "gaat waar God hem zendt".
Ool: éÜ ko1'1en cle e;egevens over cle profeet niet uit de
e<'l7:ste hanèt, toch is het mocelijk om 0;0 crontl. v2.n het
''"cboek van de verschijningen een bee1a. te !:rijgen
v2.21 c'.e reil::wijdte van de gotl.delijke taak, die de
siener is opgedrac;en.
).? De aard van het leiderschau
Zoals in de inleiding van dit hoofdstuJ.;: a1 werd op
generl:t, kan het 01itreden van een religieuze leider
ve:i:schHlen. Hij kan het bestaana.e onbehagen richting
ceven, maar hij kan latente ontevredenheid ook op
c:oe;:;en en bewust r.mken. JJl het ceval van Theunis is het
nocilij'.: uit te naken in hoeverre hi,j een meer zelf
standie-e rol heeft geflpeeld of het gevoel van ontheem
r1.5_nc oloohts een bepaa.li\e richting heeft gegeven, Ze
J:er lij: t ne in e1k geval, dat het ontstaan van de de
votie tot <le Hadonna van Ifortsel-Ilohs.n een ui tings
vorn Js vs.n de ontev.redenheid over de vernieuwingen
so1rel binnen als buiten i\e roomskatholieke kerk,
62
De hoofdrol in het ontsta.an van deze devotie speelt
de ziener, die beweert regelmatig de heilige maagd
Maria te zien verschijnen. In hoeverre ia Theunia
echter ook een leider en om wa.·b voor ad'ört leider
schap gaat het? Over welke speciale gaven en kwa.li
tei ten beschikt hij en zou men zijn leiderschap cha
rismatisch kunnen noemen?
Charisma. kan men defin::U~ren als "een bepaalde eigen
schap van een individuele persoonlijkheid, dankzij wel
ke hij zich onderscheidt van gewone mensen en behandeld
wordt als begiftigd met bovennatuurlijke, boven
menselijke, of tenminste specifiek uitzonderlijke
krachten of kwaliteiten, Deze zijn zodanig dat gewone
mensen er geen toegang toe hebben, maar beschouwd
worden als van goddeli.jke oorsprong of als exempla
risch, en het individu dat ze bezit op grond. hiervan
als een leider wordt behandeld."(iO) Is het nu inder
daad zo, dat Theunis aan deze eisen voldoet en over wel
ke "uitzonderlijke krachten en kwaliteiten" kan hij
beschikken?
In de ma.nier waarop Wi.lson in navolging van Ma.:x: We
ber charismatisch leiderschap defin!eert, speelt de
erkenning van en het geloof in de aanspraken op boven
natuurlijke macht een belangrijke rol. Charisma. kan
nooit los gezien worden van degenen die era.an onderwor
pen zijn, charisma is een sociaal verschijnsel en
geen persoonlijkheidstype. Uitgaande van deze definitie
ligt het voor de hand niet alleen te onderzoeken over
welke krachten en kwaliteiten Theunis zegt te beschik
ken, maar ook in hoeverre en door wie da.ara.an geloof
gehecht wordt. Met andere woorden: niet alleen de in
houd van de charismatische ula.im moet in de beschouwing
worden betrokken, ma.ar ook de ma.nier waarop deze claim
gehonoreerd wordt. De inhoud van de claim, datgene wat
63
Theunis beweert te kunnen en te zijn, valt gedeelte
lijk a.f te lezen uit zijn dagboek. Gedeeltelijk, om
dat het moeilijk meer te achterhalen is wa.t hij in
gesprekken met volgelingen gezegd heeft. Er is in elk
geval reden om a.a.n te nemen da.t de profeet verder
gaande beweringen heeft geda.a.n dan in het dagboek
te vinden zijn, denk bijvoorbeeld aan de voorspelling
van het wenen va.n het Ma.ria.beeld op 9 november 1973, die hij blijkens enkele informanten gedaan zou hebben.
In de volgende pa.ra.graaf komen de beweringen en preten
ties van Theunis a.a.n de orde voor zover die van be
lang zijn voor een beoordeling van de aard van zijn
leiderschap.
3,3 pa be;weringen ell.,J?retel];:J:.ies in het dagboeJc y~_de ~·
In de meeste versies van het dagboek van Theunis
gaat een inleidend woord vooraf aan de weergave van
de eigenlijke boodschappen.( 11 ) Deze inleiding is
geschreven door de priester Ivo Celis, die optreedt
als de 'geestelijk leidsman' van Theunis. In de laat
ste edities volgt op het dagboekgedeelte een poging
tot exegese van de hand van dezelfde schrijver. Be
langrijk zijn echter alleen die gedeelten uit het
dagboek, waarin op niet mis te verstane wijze de
'goddelijke opdracht' van de nieuwe profeet aan de
orde komt. Ik zal mij in de beschrijving van de bood
schappen daartoe beperken.
Het dagboek begint op 21 april 1972 met de
vermelding van de woorden, afkomstig van de heilige maagd
Maria: "Prijst en verspreid mijn Naam", Op 12 mei worcl t
deze opdracht in drievoud herhaald, nu door een manne··
lijke stem, die "ik (Theunis) later zou herkennen als
de stem van de Zaligmaker", Negen dagen later meldde
de heilige Maagd aan Leon, a.e.t hij niet van zijn slech-
64
te ogen genezen behoefde te worden, omdat hij "de
wereld binnenkort toch niet meer zou z.:1.en 11 en ver
zocht Zij hem "hier een zieke (te brengell} die vertrou"'
wen heeft." en Wij zullen zijn lijden verlj.chten",
Enkele weken later, op 14 jun:!. 1972, vertrouwde de Moe
der Gods hem toe, dat hij bizonder uitverkoren was, ,
want: "U zult nu mogen doen, waar ge in uw jeugd van
droomde, u ten dienste stellen van God de Heer en
Mijn Zoon, want Hij heeft u uitverkoren tot Zijn
dienst ••• stel u volledj.g tot Mijnen dienst en van
Mijn Zoon. Eens zult gij ons volk leiden." Om geen
misverstanden te laten besta.an herhaalde de Hemel
moe<ler zichzelf op 10 juli: "Ik heb u reeds gezegd,
eens zult ::;ij een der lei<lers van Gods Volk zijn",
Afgaande op zijn dagboek werd Theu.nis niet alleen
door bezoek uit de hemel vereerd, maar ook door de
komst van figuren uit <le onderwereld: "24 op 25 juli
1972, Tij<lene de nacht kreeg ik bezoek van de duivel,
die mij in mijn bed heen en weer schudde: 'Er bestaat
wel een God, maar mijne macht is sterker. Het zon
<lige leven is toch aangenamer. Veel vrouwen, werelds
plezier, <lit alles kan ik u geven. Stop uw Godsvrucht, 1
Gans de nacht bleef ik bevangen van die helse kracht.
In mijn onderbewustzijn ging ik op zoek naar wijwater.
Toen ik een ton gevonden had met wijwater erop, bleek
de ton leeg. Th dacht dat ik gedroomd had."
Blijkbaar waren de genezende gaven, die J,eon uit de
hemel ontvangen had, effektief, want op 7 augustus 1972
melade hij: "Rond 15 u. 15 verscheen onze Hemelse Moe
<ler weer en sprak: 'Wij zijn bezig u een teken te ge
ven', en rond dat tijdstip zou een zieke, die reeds
le.ng in coma lag en die ik speciaal aan onze Hemel-
oe Moeder had opgedragen, hare ogen voor het eerst weer
e:oopcn<l hebben."
65
Op 22 augustus oohemert voor het eerst iets door
v'm de somberheid van de Godclelijke Opdraoht, waar
;;ee de ziener zou worden belaot:" ••• Het mensdom heeft
Go<1.8 toorn en eramscha:p opeewekt, Wij moeten trachten
Gorl.n c;ecsel af te wenden, om het mensdom te redden •••
''00n u uaardig de Heer te ontvangen, want in Zijn naam
ê'0ct ik zegeen dat Hij tot u komt ••• Kies hen uit die
voJcens u waardie zijn, de Heer te dienen,"
De goede verstaanders, en dat zijn de meeste lezers
v8.n het dagboek van de ziener, begrijpen hieruit dat
7C1fil de Heer aan Theunis zal verschijnen en dat de
l ~.!'.tst.e cereohtigd is een onderscheid te r.ia.ken tussen
hen die wel en hen die niet "waardic zj_jn de Heer te
dienen". J,eon he,d inmi_ddels ook een visioen gekregen,
i-m.ari.n hii.j het einde der tijden over het mensc1om had
zien nederdalen. De rol die voor hem was wegeelegd,
hr'.d met deze wereldondergang zeker iets te maken, Wat
dF>.t '.-Jas, kwam de Hee:r. Jezus hem persoonlijk mededelen:
"Mijn Vad.er weet, dat zij die nu tle naam dragen, Zijn
F1postelen te zijn, en Zijn woord verkondigen, over het
nlgcmeen het tegenovers·estelde bereiken. En, .in plaats
van ?.ijn Kerk op te bouwen ze afbreken en in hun taak
falen. Daarom wil Mijn Vader volledige Vernieuwing, en
wer<l u verko?.en door Hem met nog anderen hier aan mee
·~e werken,, .Het Kwade d.ient onderdrukt, Het goed.e moet
2.eeevieren, Gods wil moet heersen en er moet vrede zijn.
Va_-rui,f heden zijt giJ apostel Gods."
'.l'heunis krijgt in deze cryptische bewoordingen de
taak om de kerk te verni_euwen samen met andere "aposte
len Gods". Op deze manier wijdt Jezus hem zelf tot
priester en wordt hij een deel van God. Enkele weken
later komt God letterlijk in hem: "3 oktober 1972, In
de H.rlis van 7.30 u. ging ik te communie en hij het
werlerkeren naar mijn plao.ts sprak een stem, die ik
nog nooit gehoord had.: 'Ik, genaamd Jezus Christus,
Zoon van de H.Vader, ben werkelijk in u. 1 "
De ziener, die dit alles ma.ar nauwelijks kan bevat
ten, vraagt zich dan ook vertwijfeld ar'i "Wordt het
nu geen tijd dat ik een onderzoek van de psychiater
doorsta.? •• ,Want meer en meer wordt alles onwaarschijn
lijk, Wereld verdelgen!' Wereld redden. Het wordt tijd
dat ik mijzelf ga redden. Terug met beide voeten op
de grond komen te sta.an, dat ik iedereen vrank en
onbeschaamd terug in de ogen duxf te zien."
Blijkbaar was dit moment va.:n twijfel aan zichzelf
van voorbijgaande aard, want op 23 oktober beschrijft
hij wat de Moeder Gods precies met hem voorhad: "Bezoek
zoveel mogelijk priesters en uw vrienden en verzoek hen
in naam va.n mi,jn Zoon, hun plichten, die zij vrijwillig
op zich genomen hebben, nauwgezet te volbrengen, en
dat zij op hutl beurt andere priesters aanzetten het
zelfde te doen. Want de Heer zal hen verstoten, die
Zijn woord niet trouw volgen. En de Heer zal zelt''Vol
gelingen aanduiden, die Zijn wil en wet verkondigen."
Ook de praktische problemen, die Leon op zijn weg
zou kunnen ontmoeten, worden door de heilige Maagd uit
de weg geruimd, wanneer Zij op 3 november op de vraag
van Leon: "Roe kan ik dat bekostigen?" antwoordt: "Doe
rustig voort. U zult steun krijgen van gelovige mensen.
Vraagt en ge zult verkrijgen."
Zoals ook uit andere boodschappen blijkt, was het
de bedoeling dat Leon de priesters en andere kerkelijke
gezagsdragers deed inzien, dat men op de verkeerde weg
was en van koers moest veranderen. De vernieuwing waar
toe hij opdracht had gekregen, was dan ook vooral het
herstel van de oude toestand in de roomskatholieke kerk.
Het •verval' was in de ogen van de hemelse figuren al
67
zeer ·ver gegaan en op verschillende momenten twij-
felde de Moeder Gods er dan ook aan, of Zij de straffen
de arm van de Reer nog wel zou kunnen tegenhouden.
Vanwege de goddeloze houding van het grootste deel
van de mensheid leed Eij blijkens de boodschappen
veel verdriet, wat Zij op de negende van de maan-
d.en augustus, september en oktober van het jaar 1973
toonde aan Theunis en anderen in de vorm van, tranen
op het Mariabeeld naar haar gelijkenis, Dit tranen
wonder was voor de ziener en zijn vrouw het definitie
ve bewijs, dat de bovennatuurlijke manifestaties echt
waren en zoals zal blijken ook voor anderen.
Op januari 1974 overkwam 'l'heunis een s.nder soort
wonder: in de kerk van de Karmelieten vond hij tijdens
zijn werk een hostie. Het belane va.n deze vondst werd
door de nederlandse jezu!et pater Krekelberg, die zich
ne. het wenen van het beeld bij de nieuwe :profeet
had aangesloten, zeer groot geacht. Hij konstateerde
namelijk, dat het om een gekonsa.kreerde hostie ging,
die na het volvoeren van een bepaald. ritueel, in bloed
bleek te vera11deren, Het wonder was een tweede bewijs
van de echtheid van de verschijningen,
Een derde teken ontving Theunis in de vorm van hevi
ge pijnen in de rechterschouder, Theunis wekte daardoor
op zijn minst de suggestie, dat hij niet alleen ver
schijningen kreeg, maar ook de •tekenen van het lijden
van Christus' op zioh droeg in de vorm van een stigma
op de plaats waar Christus zijn kruis had gedragen.
Deze suggestie werd door een aantal volgelingen ove
rigens uitstekend begrepen en beschouwd als een derde
bewijs van d.e echtheid van de ziener.
Als we nu de balans opmaken van de uitzonderlijke
gaven en kwalite5.tan, we.arover Theunis naar zijn zec;
gen kon beschikken, rl.e.n ])lij::t het volgende:
68
a, hij beweert de heilige Maagd waar te kunnen nemen,
evenals andere bovennatuurlijke figuren,
b, hij beweert door God uitverkoren te zijn om een
bilrnndere o:pd.racht te vervullen en de 'leider
van het Godsvolk' te zijn,
c. hij beweert dat Jezus in hem is,
d, h.ij pretendeert de bovennatuurlijke manifestaties
te kunnen"' 'bewijzen' door middel van de •tekenen',
zoals het wenen ve,n het Marj.abeeld, de vondst van
een zogenaamde bloedhostie, het il.ragen van een stig
ma en het verkrijgen van wonderbaarlijke genezingen.
In de loop van de volgende jaren ontving Theunis,
als we z.î.jn d.agboek mogen geloven, nog een groot
aa.nta1 boodschappen en visioenen, Aan de hierboven
samengevatte beweringen werden echter geen wezen-
li;j'' andere meer toegevoegd en he·t lijkt daarom
gerechtvaardigd na te gaan in hoeverre de hier beschre
ven claims gehonoreerd werden. Iedereen kan tenslotte
beweren God of M!'.ria te zien, maar niet iedereen wordt
geloofd,
3, t. Kri te:da ter· beoordelin van de ~
ning:en
'ren tijde van de eebeurtenissen, die Theunis tot ver
buiten de landsgrenzen bekend maakten, was hij niet de
enice, die beweerde dat hij de hei1ige Mao.gd had. gezien.
Op basis van g·egevens uit aller1ei devote tijdschrift
jes, ui.t kra.nteberichten en uit gesp:l'.'ekken met volge··
lineen en ex-volITOlingen van de A.trbwer:r>se profeet kan
5ekonldudeerd worden dat alleen a1 in 13elgi.~ in de ja
ren zeventig enkele tienta11en mensen beweerden Maria
gezien te hebben. Ook in Nederland claimde een handvol
mensen kontakt met de hemel te onderhouden. So!Dlilige van
69
d.eze 'begenadigde zielen' zoals zij in kringen van
Hariavereerd.ers wel genoemd word.en, slaagden erin
belanesteJ.ling van langere duur te wekken- (In Neder
land bijvoorbeeld. Bertha Meulenberg uit Stein (L.) en
in Bele·il! de zieneres Ma.rgu~ri te in he·t nabij J,uik
c;elee;en Chl'!vremont). De meesten werden eohter niet se
:deus e:enornen en rmel vergeten, '.l'heunis is tot nu toe
een van d.e zeer weinigen die al bijna tien jaar lang
maandeJ.ijlrn honderden pelgrims uit binnen- en bui ten
land weet te trekken.
E~n van de belangrijkste faktóren die zijn popula
riteit kunnen verklaren is het feit, dat de versohij
n.ingen door een grote groep mensen ale echt beoordeeld
·1·.'orden. ll.ij de totstandkoming van dit oordeel speelt
een aantal kriteria een rol en naarmate een ziener en
a.e verschijningen die hij beweert te krijgen beter
a1J,n deze kriteria voldoen, neemt de kans toe dat de
belangstelling van langdurige aard is.
Uit het eerst hoofd.stuJ'- blijkt duidelijk, dat Theu
nie al lang voordat de kerl:elijke overheid zich met
hem bemoeide en een oordeel over hem vela.e, interna
tionale bekendheid genoot. Zijn populariteit heeft
dus weinig te maken met het oordeel van de kerk. Uit
gesprekken met pelgrims valt a.f te leiden, dat in de
eebedsgroepjes en tijdschriftjes ter bevordering van
de Har.iadevotie in de loop van het jaar 1973 al berich
ten circuleerden over de nieuwe Antwerpse ziener. In
goedkoo11 uitgeeeven blaadjes met kleurrijke namen als
'De bode v.IJ!l. het nabi:î.§1.~', 'Vlaanderen naar Ma
~·, '.Q;p Doortocht' en '.TJ,idschri.ft VIJ!l de, Rozenkr!UIJ!.'
kan i'len inderdaad lange verhandelingen vinden over
(nieuwe) Ha.ria.verschijningen en hun betekenis. De re
dsJ~teuren van deze tijdschriften en andere devote lie
den, die zich in de materie vl.'.n do verschijningen en
70
andere bove:nnatuu.rlijke :manifestaties verdiept
hebben, worden door hun lezers en toehoorders over
het algemeen ale apeoialiaten op mystiek gebied be
aohouwd.
Enkele van deze periodieken worden uitgegeven
door zogenaamde Maria- o! Mado:nnaoentra, die tot
doel hebben de Mariadevotie te bevorderen door de
verspreiding van bidprenten, folders en boeken over
heiligen en verBOhijningsple,atsen, relikwiel§n en
andere wonderdadige voorwerpen. Ze worden bemand
door vrijwilligers, die hun werk zien als een uiting
van persoonlijke devotie tot de heilige Maagd. Deze
Maria.centra spelen een gezaghebbende rol en de per
sonen erachter zou men 'verechijnlngespecialisten1
kunnen noemen, die met elkaar een 'verschijnings
circuit' vormen. Zij ontlenen hun gezag aan hun kennis
v!m 'verschijningszaken•. !n de eerste plaats informeren zij hun publiek over (nieuwe) zieners en
boodschappen. Op grond van bepaalde waarderi.:11.gen
maken zij echter een selektie uit het aanbod van
verschijningen en vervullen daardoor een evaluerende
funktie, Bepaalde bovennatuurlijke manifestaties be
oordelen zij als echt en andere als vale. De kriteria
die zij bij deze beoordeling gebruiken ontlenen zij
in grote lij1u1n Mn de kri te:d.a die de kerkelijke
overheld hiérbij hanteert. <12> Op grond va.:n intervlews met enkele van deze 'ver
sohijningsspeoialisten 1 bleek het mogelijk een inven
taris óp te stellen van de krlteria die deze mensen
bij de beoordeling van de echtheid van bovennatuurlijke manifestaites hanteren. Met nad:ruk dient gesteld
to worden, dat deze kriteria niet in gelijke mate en
op dezelfde manier door de versohillende specialisten
gehanteerd worden. Het gaat om vie:r. groepen.
71
Ten eerste, kriteria ter beoordeling van het gedrag
en het karakter van degene, die de bovennatuurlij-
ke ma.nifestaties zegt te hebben waargenomen; ten
tweede, kriteria ter beoordeling van de (theolo
gische) inhoud van de manifestaties; ten derde,
kriteria ter beoordeling van de 'tekenen' en ten
·vierde, kri teria ter beoordeling van de reakties van
het publiek op c1e manifestaUes.
De ware ziener dient te voldoen aan de volgende voor
waarden wat l;etreft zijn gedrag en karakter:
a. hij is nederig, onzelfzuchtig en terughoudend in
Zijn op·treden;
b, hij is konsistent in zijn uitspraken;
c. hij is geestelijk in orde;
d. hij is kuis;
e. hij ervaart het zienerschap als een last;
r. het eaat hem niet om geld of goederen. Als hij
die aanvaardt, dienen ze de devotie te bevorderenJ
e. hi.j is niet in staat de volled.iee theol~g~f!che, in
houd vo.n de booCl.Abha'[):nen te bevatten. Een lae.g op
leiding1mivo strekt daarom tot aanbeveling.
Een echte ziener herkent men niet alleen aa.n zijn
karakter en gedrag, maa.r ook aan de boodschappen, die
hij van boven ontv1mgt. J.llchte boodschap1!en herkent
men op de volgende manier:
h. de strekking ervan mag niet tegen het geloofrogoed
ingaan;
i. de boodschappen mogen niet volslagen a-religieus
zijn;
j. de boodschappen mogen geen reden geven tot onge
hoorzaamheid aan de kerkelijke overheid, al mogen
ze wel kritiek bevatten op het gebrek aa.n geloofsij
ver van priesters en leken.
Het zal duidelijk zijn dat de officiUle religieuze
specialisten, en daa:rmee bedoel ik de leden van de
clerus, over het algemeen geneigd zullen zijn de
kri teria in deze groep stringenter toe ·be passen
da.n de officieuze 'versohijningsspeoialisten', die
kritiek op de kerkelijke overheid, vooral in een tijd
wae,rin deze het belang Val1 de Mariadevotie niet bizon
der bena,lrukt, nie·t zullen schuwen.
De derde groep betreft de beoordeling van 'tekenen 1 ,
d.i. gebeurtenissen die tegen de normale natuurlijke
processen it1druisen en waarvan wordt aangenomen, dat
zij van goddelijke oorsprong zijn,
De beoordeling van een 'teken' hangt samen met de
manier waarop het wordt bemerkt, Bij het spontane wenen
van een houten Mariabeeld stelt men andere vragen dan
bij een als wonder aangemerkte genezing van een zieke.
In het algemeen zoekt men echter naar een antwoord op
de volgende drie vragen:
k. is het teken ook voor anderen dan de ziener waar
neembaar (geweest)?
1. stemt de waarneming van de ziener overeen met die
van anderen?
m. kan het teken ook op een andere manier dan als VM
God af'komstig worden verklaard, dus als het gevolg
van een natuurlijk proces of als een paranormaal
fenomeen of misschien zelfs als duivels bedrog?
De reakties van het publiek worden op de volgende
punten beoordeeld!
n. men mag de ziener niet op een voetstuk plaatsen,
het gaat vooral om de boodschappen;
o. de boodschappen zelf hebben tijd nodig om tot de
grote massa door te dringen. Een te snelle grote
toeloop is daarom verdacht;
p. het publiek dient zich rustig en waardig te ge
dragen, extatische en opgewonden uitingen aoht
men twijfelachtig;
q, giften moeten bedoeld zijn om de devo·tie te be
vorderen. Het kopen van voorspraak bij de heilige
Maagd is u.it den boze,
De kr.i terie. in deze laatste groep betreffen in fei'""
te niet de ziener of de tekenen of boodschappen die hij
ontvangt, maar het gedrag van anderen. De reakties van
anderen worden dus merkwaardigerwijs betrokken bij de
beoordeling van een ziener. Bovendien bestaat er een
a.uidelijke parallel tussen de maatstaven ter beoorde
ling van het gedrag van de ziener en dat van het publiek,
De ware ziener is nederig en terughoudend (a) en laat
zich niet op een voetstuk plaatsen en roept slechts
rustige en waardige reakties op (n en p). Kan de ziener
niet geheel bevatten wat de theologische betekenis van
de boodschappen is (g), het publiek kan dit evenmin en
slaagt daar pas in na interpretatie door (officieuze
of offici~le) religieuze specialisten. Een parallel
tussen kriterium f en q is ook gemakkelijk te ontdekken.
Het gevolg van de toepassing van deze beoordelings
kri teria is, dat hiermee implioiete gedragsregels wor
d.en gegeven. Naast de informerende en evaluerende funk
tie van de 'verschijningsspecialisten' duikt hier een
derde ftmktie op, namelijk een normerende. Niet alleen
de ziener weet hierdoor hoe hij zich dient te gedragen,
maar ook het publiek komt zo op de hoogte va~ het meest
gewenste gedrag.
Een belangrijke impliciete voorwaarde voor het gebruik
van deze kriteria is, dat degene die ze toepast 'vrij'
is, dat wil zeggen, niet onder druk van anderen in de
(on)waarachtigheid van een ziener en de verschijningen
r'ie hij zegt te kri,jgen, gelooft, In fe.i te voldoen noch
74
officille noch officieuze specialisten a.a.n deze eis.
E:t' zijn altijd invloeden die bij de beoordeling van
het zienersoha.p een rol spelen, hetzij in de direkte
sociale omgeving, hetzij ·vanuit de wijdere ma.a.tsoha.ppe
lijke kontekst.( 13) Ook in het geva.l van de ziener
uit .Antwerpen speelden bi.ndingen met anderen in de
beoordeling van zijn a.uthentici.teit een rol, zoals uit
het vervolg nog zal blijken.
Al eerder werd gesteld dat het in deze inventa.ris
van kriteria. gaat om een opsomming van voorwaarden,
die door verschillende specialisten op een verschillen
de manier worden gehanteerd. Dit hangt niet alleen af
van de positie die zij innemen (kerkelijke specialis
ten letten meer op de theologische inhoud en wijzen
kritische boodschappen eerder af), ma.ar ook van de
persoonlijke voorkeur en van be!nvloeding door andexen.
In de volgende para.graaf zal worden uiteengezet op
welke manier ze in het geval van Theunis door de
officieuze beoordelaars, hier •verschijningsspecialis
ten' genoemd, zijn gehanteerd.
3. 5 Theunis en de ',v;e,rsc.!li.:Jn.ingsspecie.listen'
Om inzicht te kxijgen in de manier waarop de be
oordelingskri teria. in het geval Theunis toegepast wer
den, moeten we terug na.a'.J:' het jaar 1973. Ve'.l:'moedelijk
in de maand januaxi van dat jaa'.J:' kwam Theunis, die
zich toen a.l enige maanden als ziener afficheerde, in
kontakt met een zekere Julien Mampaey. Tijdens bede
vaartreizen had deze Mampaey, banketbakker van beroep,
een groot aantal pelgrims leren kennen met wie hij
konta.kt onderhield over Mariaverschijningen en (nieuwe)
bedevaartsoorden in binnen- en buitenland. Op aandxang
en met hulp van zijn pleegouders, bij wie hij als bak
ker in dienst was 1 '.J:'ichtte hi.j eind 1972 een Madonna-
75
centrum in zijn woonplaats Mortsel op. Het doel van dit
centrum was de bevordering van de Mariadevotie door
de publikatie van een tijdschrift over Mariaverschij
ningen en de verspreiding van devote lektuur, Tesamen
met een aantal sympathisanten huurde Mampaey een leeg
staande etage in de buurt van de woning van Theunis,
waar het centrum werd gevestigd. !:lij begon met de publi
katie van een maandblad, dat de naam ','.I'ijdschrift va.n
de Rozenkrans' kreeg, en stuurde dit ne.ar vrienden en
bekenden met het verzoek het na lezing aa.n anderen te
geven, Blnnen enkele maanden gTOeide het aantal abonnees
door deze manier van werven tot enkele duizenden, De
eerste nummers, die Mampaey voor het grootste deel
zelf voJ.schreef, bevatten aansporingen tot gebed, nj.euws
over Mariaverschijningen in binnen- en buitenland en
uiteenzettingen over de plaats van Maria in de kerk,
Binnen enkele maanden beschouwde een groeiend aantal
lezers hem als een ware 'verschijningsspeoiali.st•,
Hoewel het kontakt tussen ~heunis en de pleegouders
van Julien vanaf het begin soepel verliep, hield de
laatste toch nog enige twijfels over de ziener. Omdat
hij zich bovendien in zijn nieuwe, eezaghebbende rol
onzeker voelde, besloot hij advies in te winnen bij
een e.ndere 'verschijningsspecialist', een zukere Mark
Waterinokx, soheikundeJ.eral:'.r te :Brugge, Door middel
van zogenaamde konferenties bracht deze ma.:n een in
Mariale zaken geïnteresseerd publiek op de hoogte van
bedevaartsoorden in binnen- en buitenland. Mampaey,
die zichzelf intellektueel de ml.nde:r.e voelde van a.eze
welingelichte leek, verzocht hem kontakt op te nemen
met Theunis. Waterinckx was daartoe bereid en
februari 1973 voerde hij een lang gesprek met
ne:r. TJi t diens verklaringen maakte Waterinckx
op
de
op,
4 zie-
dat
Theunis geen echte ziener was, Zonder veel uitlee deel-
de hij zijn konklusie 1.Mu1 Mampa.ey mee.
De banketbakker, die onder toenemende druk van zijn
pleegouders kwam te sts.an en bovendien door enkele van
zijn medewerkers op het Mad.onnacent= werd gepusht om
in a.e nieuwe ziener -te geloven, sloeg dit negatieve ad
vies echter in de wind. Sociale druk en loyaliteiten
stona.en de 'vrije' toepassing van de beoordelings-
kri teria in de weg.
Wat waren nu eigenlijk de redenen va.:n Waterinokx om
het zienerschap van Theunis te verwerpen? Ten eerste
stemde de manier, waarop 'l'.'heunis de heilige Maagd had
waargenomen niet overeen met de iconografische traditie.
De wijze waarop Theunis Hae.r beschreef en op een bid
prentje had laten afbeelden (in een wat Waterinckx noem
il.e "half-pornografische n~gli~"J deed hem eerder den
ken aan een lief hier op aarde dan aan Onze Lieve Vrouwe
in de hemel. Met enige goede wil kan men stellen, dat
hier ile kuisheid van de ziener in twijfel werd getrok
ken (kriterium d). Het eerste argument, :namelijk een
breuk met de iconografische traditie, ben ik slechts
11ij deze ene verschijningsspecialist tege~gekomtllln. Meest
al wordt aangenomen, dat de heilige Maagd in welke ge
stalte dan ook kan verschijnen, dus als een jonge of
volwassen vrouw, met blond of zwart haar enzovoort.
De tweede belangrijke reden voor de afwijzing van
Theunis' zienersclaim was het feit dat Theunis zichzelf
zou hebben tegengesproken en dat hij tegen Waterinck:x:
iets anders beweerde dan hij aan anderen had gezegd
(kri terium b).
De derde reden tot afwijzing lag op het gebied van
de reakties van het publiek. Theunis zou zioh, aldus
Water:l.nck:x:, "bedienen van de propagandistische hulp
vö.n een fanatieke vrouw uit Brugge, die bij mij slecht
77
bekend ritaat" (kriterium p).
Enkele maanden later, toen de ziener bleek te be
schikken over een wenend Marie.beeld, kwam daar nog een
vierde reden bij: Waterinokx zou 'l'heunia zelf op het
idee van een mirakuleus beeld hebben gebracht door hem
te vertellen over de wenende Ha.donna van Syracuse, een
kerkelijk erkend tranenwonder. 'i'heuni.s zou daarna een
manier bedacht hebben om zijn ei.gen beeld te laten we
nen, puur bedrog derhalve. Het ga.at hier duidelijk om
de beoordeli.ng van een teken (kriterium m),
Ilet laatste argument waarom de ziener vale zou zijn
ontleende de scheikundeleraar aan de banden, die Theu
nis met de "ketterse tegenpaus Clemens de vijftiende"
zou onderhouden. De boodschappen f>aven blijkbaar reden
tot oncehoorzaamheid aan de kerkelijke overheid (kri
terium j) en dat bestempelde de zogenaamde ziener tot
een werktuig van de duivel.
Tijdens de 'konferenties' die Waterinokx na zijn
p;es:prek met Theunis in verschillende Nederlandse en
'1elt,'ische plae.tsen hield, rn<>.akte hij zijn publiek er
in bed~:te termen op attent, dat de ziener uit Mortsel
vP,1'1 was. Een aantal van zijn toehoorders nam deze
waarschm1ine ter harte en geloofde daarom niet (meer)
in Theunis. Vooral in de maanden tussen het gesprek
en de zogenaamde tranenwonderen was Waterinckx in
Gtawb enige invloed op zijn publiek uit te oefenen.
ná de 'bovennatuurlijke feiten' vermocht de Brugge-
1rnar de mensen, die zich door deze 'tekenen' hadden
la ten overtuie;en, niet meer aan het twijfelen te breng
en. De sociale en intellektuele afstand tussen Wate
rinc:kx en zijn toehoorders, die volgens hem vooral uit
cle l"'.gere klassen afkomstig waren, zal daar zeker mede
debet aan ge~.'eest zijn,
78
Ma.mpaey kwam, zoals ik al opmerkte, in de loop van
1973 onder steeds grotere druk van zijn pleegouders
en enkele van zijn medewerkers in het Ma.don:nacentrwn
te staan om aan de versohijningen te geloven. De belang
stelling voor het werk van het centrum nam door de aan
wezigheid van de ziener enorm toe en toen Ma.mpaey 1 s
pleegouders bovendien 1kroongetuigen 1 bleken te zijn
van het wenen van het Mariabeeld in de woning van Theunis op 31 oktober, ging hij uiteindelijk overstag. In
het oktober- en novembernum.mer van zijn tijdschrift pu
bliceerde hij een uittreksel uit de boodschappen. Dat was een belangrijk feit, want de niet!llfe ziener kwam daar
mee op S~n lijn te staan met geliefde figuren als Mamma
Rosa en Padre Pia, in wie zeer vele lezers geloofden. Andere devote tijdschr1ften namen de boodschappen over
en binnen korte tijd raakte de ziener wijd en zijd on
der Mariavereerders bekend. Zoals in het eerste hoofdstuk beschreven kwamen ook de media van de voorspelling van
een derde tranenwonder op negen november op .dei.hoogte
en de toeloop was enorm met alJ.e gevolgen vandien.
Mampaey's vertrouwen in de ziener bleek echter maar
van korte duur. V66r het jaar om was ontstond er een
breuk tussen hem en Theunis. Zoals Mampaey echter onder
druk van anderen en met name onder druk van zijn pleeg
ouders de waarachtigheid van de ziener uiteindelijk
aanvaardde, zo waren het ook zijn pleegouders a.ie hem deden inzien, dat de pr.ofeet vals moest zijn. De aanlei
ding tot deze breuk was de poging van The1mis om Mam
paey 1 s pleegmoeder te verleiden. Hierdoor zondigde hij
tegen de regel, dat de ware ziener kuis is (kriterium d).
Hie:t'lllee treedt een belangrijk verschil tussen de
twee 1verschijningsspecialisten 1 , Waterinckx en Jl[a.m
paey, aan het licht. Waar de eerste geen enkele di
rekte noch indirekte bind1ng met Theunis had. en door
79
zijn kennj_s va.n andere zieners en Mariaverschijningen
in sta.at was een onafhankelijk oordeel uit te spreken,
da.ar was Ma.mpaey via. zijn pleegouders gebonden aan de
ziener en door loyaliteiten ten opzichte van zijn
naaste omgeving niet in staat tot onafhankelijk oorde
len. Tiet gevolg hiervan was, dat hij Theunis faam be
zorgde, doordat hij over meer invloed op zijn lezers
bleek te beschikken dan hij zelf wellicht vermoedl'le.
Doorslaggevend· was in dit verbe,nd het feit, dat hij
zich achter het wenen van het Mariabeeld stelde, want
'bewijzen' in de vorm van een t:ranenwona.er waren voor
de grote massa. van Maria.vereerders van veel groter be
lang dan de theologische zuiverheid vo,n de bootlt:ichap
pen of het gedrag van de ziener.
Om welke redenen voltrok zich de breuk tussen de
ziener enerzijds en Mampaey c.s. a.nclerz.ijds? Ten eer-
sil:i-Zou Theunis zich steeds driester zijn gaan e;ea.ragen
naarmate het e.antal ve,n zijn volgelincen toenar~. W2.ar
hij ook kwam verlime;de hij, a.ldus Mampaey, een vlotte
bediening, het beste eten en drin1~en en de meeste ar·,n
dacht, terw.ijl van een ware ?.iener nederic;heid en terug
houdendheid verwacht mochten worden (kriteriun a). Ten
ti,,eede e.iste hij een steeds belangr:ljker plaato in het
Nadonnacentrum op, waardoor Mampaey zich bedreigd voel
de. Bovendien nam de ziener geld o,e.n van volgelingen,
ofschoon niet duidelijk was we.t er met dit geld cebeur
de en Theunis ook ontkend.e gelcl. aan te nemen (kri terium
f). De ziener beweerde dat op zijn voorspraak bij de
heilige Maagd. een kincl. genezen was, terwijl het volgens
Me.mpaey juist gestorven was (kri terhun k, 1), Tenslot
te zou de profeet niet alleen Mampaey' o pleegmoed.er,
maar ook andere vrouwen gepoogd hebben te verleiden
en daardoor de kuisheidsregel overtreden hebben (kri
terium d). Aohteraf vond Man:ne.ey de toeloop na he·t we-
ao
nen van het beeld "te enorm" (kriterium o) en bekri
tiseerde hij het feit, dat de ziener door zijn a.a.nhe.:n
gers op een voetstuk werd geplaatst (kriterium n).
Na een korte maar hevige ruzie, waarin de ziener
volgens Mampaey zijn ware gezicht liet zien door te
verklaren, dat hij "soheet op de boodschappen", zet
te Mampaey hem buiten de deur.
Tesamen met Waterinokx, die de redakteur van het
Tij,dsch:t;i.f.t._va,n_de Jlo,zenkre.ns in een open brief pr~es ori zijn moed openlijk met d.e ziener te durven breken,
leverde Mampaey aa.n een journalist van Het @ondageblad(i4)
het materiaal voor een artikel met als kop "Wenende
Ma<lonna uit Mortsel: Iloerenbedrog". In het artikel on
derbouwde de schrijver zijn bewering met een aantal van
de argumenten, die voor de beide 'verechijningsspecia
listen' Mampaey en Waterinckx reden waren geweest zich
van de ziener af te keren. ~-:Enkele maanden later, na
de bisschoppelijke veroordeling van de devotie tot de
"zoeenoemde Madonna van Mortsel-Bohan" in juni 1974, keerde Mampaey zich in een uitvoerig artikel in zijn
tijdschrift tegen de profeet. De redenen die daarin
werden aangevoerd, hadden echter meer betrekking op
de inhoud van de boodschappen da.n op de echtheid van
de tekenen en het gedrag van de ziener en zijn publiek.
Zo werd de ziener achtereenvolgens beschuldigd van
trithe!sme (in een boodschap was sprake van •goden",
terwijl het de heilige Drie!Jenheid betrof), van pan-
the!sme (Theunis zou God met de natuur vereenzelvigen)
en van Clementisme (Theunis zou door zijn boodschappen
bRnden aangeknoopt hebben met de afvallige Michel Collin,
alias paus Clemens XV). Bovendien zou de ziener de fout
hebr)en begaan de p:reoiese datum van het wenen van het
beeld te voorspellen, wat alleen zou dienen "om de nieuws
gierigheid te bevredigen" en wat inging tegen het Evangelie.
81
De><e theoloe.isohe argumenten 1.ijken meer hedoeld
te zijn om de afwijzing van Theunis 1 zienersohap achter
af ·te reohtve.ardigen, dan dat ze de eiffenlijke redenen
van de breu1: weergeven, Ze waren er bovendien op ge
'"ich t al diegenen, die nog steeds in de ziener geloof
den, voor het gevaar va.11 ketterij te waarschuwen en
het in de.arom niet onaannemelijk, dat de pen van de
schrijver ee stuurd 11erd door de kerkelijke overheid,
De invloed die beide artikelen op de (potentitHe)
volr;el~neen van <le ?.i.ener hadden, ie moeilijk rQeer na
te caR.n, E.'t' zijn ongetwijfeld mensen geweest, die zich
door deze 1-raarschm-iingen hebben laten weerhouden zich
!tor· verder r::et de ziener in ·te laten, zoals enkele ex
volc;elinzen rlij verzeke:nl heb.ben, Anderen, die meer
'.'aar<l.e en eeloof hechtten aan wonderen, zoals het wenen
va!l. het beeld, rüJ:>aléuleuze eenezineen en a.ergelijl::e,
J.ieten z:tch noch c'\oor de beid.e artikelèn, noch door
de 1:erl:elij1-:c veJ.'oordeling van c1o devotie aan het
t1·ijfelen breneen. Zij geloofden sterk in de beweringen
Vi'.n cl.e ?.ienel' en waren ervan overtuigd, dat hij de
'Ieider vo.n het Godsvolk' was, Mm de hand van een
ae.ntal. uits11raken van e.anhaneers zal in de voleend.e
l1e.rc.graaf worclen naGeeaan, hoeYer dit eeloof precies
.'.' D.e e)·ke,rinint; va,p het zienerschap door de volgelingen
Eósent!eel voor het optrea.en van oharismatisch lei
c1eJ.'Rchri.:i:i is het celoof in en de erkenning van de uit
'.1onrlerJ.ijke l::\re.J.i tei ten en eaven, die cle leider beweert
te l)cdtten. De vra.c.g is nu hoever dit eeloof in het
1:ev11.l vo.n Theunis eaat en ,,"aar de grens van zijn eezae
lt~t"
Jn c1.e eerde 11laats eeloven de volgelingen frt de
Y9rflchi.jninse:r1 ve.n -i.e heiJ..il\'P, Jfaagd, In de tweede
82
plaats zijn de getrouwen ervan overtuigd, dat hij
inderdaad de 'leider van het Godsvolk' is. Wat dit
preoies betekent, zal uit de volgende voorbeelden duidelijk worden. ;
Eem; zestigjarige boerin beschouwt Theunis inder
daad als een echte leider en vergelijkt hem met Moees:
" ••• Kent u die film over Mozes en de Tien Geboden? Voor mij is dat juist dezelfde persoon, meneer Theunis. Onze Lieve Heer heeft hem uitgekozen en gezegd: 'Kom jongen, leid uw volk en bekèer zoveel mogelijk mensen.' Je voelt dat hij geen mens is, ma.ar iets hogers ••• "
Ook andere volgelingen erkennen, dat Theunis een man
met een bizonde:re opdracht is. Ze zien in hem werke
lijk de apostel, die al het mogelijke moet doen om de mensheid weer op he:b rechte pad te brengen. De gebeden,
die hij uit de mond van de Moeder Gods heeft opgetekend,
worden door hen op de letter nagebeden, de boodschappen die hij uit de hemel zegt ontvangen te hebben, zijn
voor hen minstens even belang.rijk als het Nieuwe en
Oude Testament ·base.men. E6n bemoedigend woord van hem
is meer waard dan tien preken van een priester. Veel
volgelingen zijn er zich dan ook van bewust, dat tegen
over de ziener slechts een houding van eerbied en onderdanigheid past. E~n van zijn Nederlandse volgelingen
omschreef het gevoel, dat Theunis een zeer bizonder
iemand is, op de volgende manier: 11 ••• Ik weet het, •t is meneer Theunis, maar het is
tooh een veel hoger wezen ••• ik kan nooit blijven staan als ik hem tegenkom. Ik ••• ik voel dat God voor mij staat, dat is 't 'em, Ik vind dat zoiets he.:1.ligs, zoiets intiems. Ik was eens naar het kerkhof gegaan waar zijn vrouw ligt.,,ik sta daar en word ineens op mijn schouder geklopt, staat meneer Theunis ineens achter me, nou, ik val gelijk op m'n knie~n, ik kon er niks aan doen, ik kon me gewoon niet houwen!"
Blijkbaar dwingt de ziener zoveel respekt af, dat
men bij zijn nadering spontaan op de knie~n valt. Dit
83
komt niet in het minst door de wonderen, die Theunis
zegt te hebben meegemaakt en de genezingen die op
zijn voorspraak zijn geschied, maar misschien nog wel
meer, doordat zijn bewering dat Jezus in hem is door
zijn aruLhangers wordt geloofd. Sommigen menen zelfs
te kunmm horen, of Theunis in hem aan het woord. is
of Christus:
" ••• Meneer Theunis is door Christus zelf aangesteld, je kunt aan zijn stem horen, of hij zelf iets zegt, of dat Christus door hem spreekt ••• "
Volgens dezelfde vrouw, die mij dit vertelde, kan men
dit nog het beste begrijpen door te bedenken wat er
gebeurt wanneer men juist de hostie heeft on·bvangen: 11 ••• Het is net zo als op het moment. dat wij ter kommunie zijn geweest en dat we onszelf helemaal met Onze Lieve Heer verenii:;d voëlen en Onze Lieve Heer in ons spreekt.,,"
De meeste volgelingen die ik heb gesproken hechten zeer
veel geloof aan de beweringen van de ziener, niet al
leen wat betreft de verschijnilleen van allerlei godde
lijke figuren, maar ook wat betreft de soms wel zeer
moderne manieren waarop Zij zich aan hem openbaren,
zoals uit de woorden van een van de oudste volgelineen
blijkt: 11 ••• Wat in de kranten heeft gestaan van meneer Theunis, daar is niks van waar, dat Christus, toen hij (Theunis, M.O.) van Dinant naar Antwerpen terugreed, voor zijn windscherm verscheen: daar klopt niks van, want Christus zat naast hemt!"
Het geloof in dergelijke verschijnselen is echter
nog wat anders dan de erkenning van de claim, üat Theu
nis op dit moment en in alle opzichten de 'leider van
het Godsvolk' zou !ll'.ijn. Ook al ziet men hem als een
profeet met een bizondere opdracht, de uitoefening
van leiderschap is iets dat verder gaat. Beslissend
voor de vraag in hoeve=e hij een leiö.er is, is de
84
mate waa.:ri.n zijn gezag boven dat van de roomakatho
lieke kerk wordt gesteld.
In de ontwikkelil1g van de gxoepering vallen momenten
aan te wijzen, waarop Theunis het gezag van de kerke
lijke gezagsdragers ter disku.ssie stelde. E6n zo 1n moment was de publikatie van de hemelse boodschap, die
de ziener op 1 oktober 19~6 van de 'Zaligmaker' zelf
ontvangen zou hebben en die luidde: "Het Vat:!.kaa:n heeft afgedaanl •••• en wat ze noemen 'de Rooms Katholieke Kerk'
bestaat voor ons :niet meer. Zij die nog willen geloven
in Rome, gelove! Doch het spijt mij voor hen allen. Want Jezua•woord alleen telt:'Die niet met mij is, is tegen
Eiij'," Hoe duidelijk deze ontkenning van het bestaans
recht van de roomskatholieke kerk ook lijk~, toch wordt
deze boodschap door de volgelingen op verschillende ma
nieren geinterpreteerd, die echte:r.· 6~fo d.ing gemeen heb
ben: ze vechten geen van alle het uiteindelijke gezag van de paus aan. De paus word·t door de volgelingen vrij
wel zonder uitzonderingen als een zuivere, onfeilbare
figuur beschouwd, Slechts zijn omgeving, de kardinalen
en bisschoppen die hem onringen, krijgen de schuld van
de verword:!ing in de Kerk, zoals uit de volgende uit
spraken duidelijk wordt: 11 ••• •rret Vatikaan heeft afgedaan• betekent niet: 'De paus heeft afgedaan'! Dat wil zeggen: er gebeurt veel in het Va.tika.an dat niet juist is •• ,"
''".Dat betekent volgens mij, dat 't Va.·tika.an voor veel priesters heeft afgedaan. De paus zegt toch, dat zij zich kenba.a.r moeten kleden, een kruisje dra.gen, een Romaanse col. Ik ben ervan overtuigd, dat we een hele goeie paus hebben, •• omdat de priesters dus niet gehoorzamen, heeft het Va.tikaan afgedaan ••• "
",,.Christus heeft tegen Leon gezegd: 'Het Vatikaan heeft afgedaan', Leon zegt alleen, dat het ve:r.•bond verbroken is: (le bisschoppen hebben er niks meer voor over!"
Hoewel cle volgelingen. dus erkennen, dat Theunis een
85
bizondere o~dracht te vervullen heeft, stellen zij
hem niet boven de gevestigde macht van de roomska
tho1ieke kerk, Daarin versohHlen zij duidelijk van
de volc;elincen van de zogenaamde tegenpaus Olernens XV,
de al ee:eder genoemde m.chel Collin, die de paua van
Home juist e.ls een valse paus zien en diens gezag
niet erkennen. Ilij gebrek aan gegevens is het echter
niet moc:elij':: een vergelijking te maken tussen d.e
c:roepering van Collin en die van Theunis, hoewel dat
liet inzicht in het ontstaan van religieuze g:r.oeperineen
liinnen de roor:iskatholieke kerk aanzienlijk zou vergro-
Een v:-oot deel van cle kri t.iek~ die de volgelingen
v:o,n T:heunis o:r bisschoppen en andere ker1rnlijke e;e
z2.c;sdrac;ers hebben, valt overi1::ens te begrijpen uit
i1,e erc:e:t':'.lis over het feit, dat noch de bi.sschop van
M1tFernen, noch die van Namen, binrnm wiens jurisdiktie
:Jo}1f\n valt, zich in positieve zin over de devotie tot
de ;:2.rlonne. van !1ortsel-Bohan heeft uitgelaten. Voora1
r' o hc.riie !:ec:n van getrouwen wiml t zioh erover op, dat
r1.e 1'i.rrscho::; \•an Ant1rnrpen de zogenaamde bloedtranen
niet 1:eeft J_aten onè,erzoeken, De verklaringen van bei-
<le :"2.rti~tm :;;ijn echter ·l;ots,al met ellmar in tegenspraak.
;;et bi.s<lor: 1:le1:ee:d de tranen wel te hebben 1a ten onder-
? oo'·.en, '.i!:rnuni.s en Ce1in be1·reren <lat a.it niet l.:,"€lbeurd
ifl, \12.t oo'.: de iro.re toe<lracht {;'eweest mag zijn, het
i:::: 3.n el~: c;eval duidelijk clat de getrouwen zich zeer
1::::-:i. tiso'1 ocrntellen tegenover cle bisschoppen. Dit betekent
ec 1d:er niet, dat nen hun gezag ook daadwerkelijk ver··
1:"r::-t, De voJ.celingen beweren immers niet, dat zij
>1m ;;;ezac niet r.ioc-en uitoefenen, maar clat zij clat op
d.e ver::ee::èle na.nier a.oen. Ook al zien zij mede in de
o::-::itelJ.inc van a.e bisschoppen de oo:i?zall.k va:n de verwor-
d i~c in c1_e roomske.tholieke keJ:l:, zij blijven hun legi-
86
timiteit erkennen. In feite is men ook veel meer
ui'b op erkenning van de •mystieke feiten' dan op
een konfrontatie met d.e kerkelijke overheid.
Zoals in de inleiding tot dit hoofdstulc werd gesteld,
valt de populari tei"b van 'l'heunis te begrijpen als een
gevolg van het feit dat hij door zijn volgelingen wordt
besohouwd als een ware zi.ener, Het is duidelijk gewor
den, dat het geloof in zijn zienerschap gedeeltelijk
een uitvloeisel is van het feit, dat een 'verschijnings
specialist', die over het vertrouwen en de middelen
beschikte om zo iemand bekend te ma.ken, zijn steun aan
de nieuwe profeet gaf, Toch zou ook Theunis als 1 bege
nad:i.gde' al spoedig van het toneel verdwenen zijn, als
hij zijn volgelingen niets te bieden had gehad, Zoals
in het vorige hoofdstulc werd beschreven, bood de ziener
zijn volgelingen de mogelijkheid om terug te keren tot
de oude, vertrouwde g~loofspraktijk en de daarmee ver
bonden beleving. Door het in ere herstellen van de
d.evotie tot de heilige Maagd opende hij bovendien de
mogelijkheid tot een scala van religieuze e:rvaring~n,
die hiervoor eveneens uitvoerig werden beschreven. Ten
slotte bood hij aan een aantal van zijn aanhangers de
mogelijkheid om politiek onbehagen op een nieuwe manier
te verwoorden:
In zijn dagboek beschrijft Theunis een visioen, waar
in drie engelen verschenen met in hun handen schalen
in de kleuren zwart, rood en geel, de kleuren van de
nationale vlag van Belg:i.U. Ook refereert hij enkele
malen aan de verschijningen van Maria aan de pastoor
van Fauroeulx, die in de ja.ren veertig van deze eeuw
zouden hebben plaatsgevonden en waarin de heilige Maagd
het belang van nationale eenheid benadrulcte (zie kaart).
In &6n van de verschijningen aan Theunis repte de Moe-
67
der Gods van de naderende wereldonderga.ng en beloofde
Zij aan Theunis:"Uw land aal zijn als de Ark van Noli!",
waarover 6'n van de Vlaamse volgelingen opmerkte, dat
dit een verwijzing was na.ar het einde van de taalstrijd
in BelgHI: "• •• want hoe kan er in een Ark van Not!! nog
gevochten worden'?" Een andere Vlaming, die zioh zelfs
jarenlang voor de gelijkberechtiging van Vlamingen en
Walen had ingezet, formuleerde de politieke betekenis 0Van ':Bohan' wel zeer cluidelijk:
" ••• Bohan ie het begin van de verzoening hè, kijk maar naar Theunis die vroeger weigerde om l!'rans te spreken en het nu, terwille van de Fransta.lic;e getrouwen, is ga.an leren!"
Voor een aantal van de Vlaamse volgelingen ri1>elen
deze politieke elementen een rol in de aanvaarding
van de echtheid van de z:lener, Ik heb echter de in
drttk, dat het in de ogen van de meeste pelgrims geen
belangrijk gegeven is, Herkwaardieerwijs waren het
ook uitsluitend mannen, voor wie dit thema een rol
speelde.
Politieke elementen in roomsl:atholieke bedevaarten
lijken overigens rmkkelijl:er te vimlen te. zijn in lan
den waar de roomska.tholieke kerk onder strenge staats
kontr~le staat, zoals bijvoorbeeld in Polen. Ook in
Joegoslavi!:! leidde het ontstaan van een bedevaartsoord
onlangs tot scherpe reakties van de ka:nt van de macht
hebbers, getuige een recent artikel in~ (10 mei 1982),
88
HOOFDSTUK 4
Naast de hiervoor behandelde faktoren, die voor een
beschrijving van het ontstaan noodzakeHjk zijn namelijk
leer, geloofspraktijk en leiderschap, volgt nu een be
handeling van de overige door La.eyendeoker in zijn
verklaringssohema opgenomen faktoren, namelijk rekru
tering, onderlinge kommunikatie 1 mater11Ue middelen
en sociale kontr!>le.
4.1 J\e.lf:ruterin~
Eén van de voorwaarden, d.ie noodzakelijk zijn voor
de vorming van een religieuze groepering is de werving
van (nieuwe) leden. Zoals in het voorgaande al enigszins
naar voren is gekomen, is er in de groepering va;n Theu
nis geen sprake van een duidelijke organisatlestru.ktuur,
In de loop der tljd en naarmate d.e devotie tot de Madon
na van No:rtsel-llohan een geregelder karakter kreeg,
heeft zlch echte~ wel een aantal mensen opgeworpen om
de devotie in goede banen te leiden. In de historische
besch:djving van het ontstaan van de groepering werd
een beeld geschetst va:n de drie belangrijkste Vlaamse
figuren. z!S zljn het ook die samen met de ziener eni
ge richting geven aan de werving van nieuwe pelgrims,
Het nadruk enie;e, omdat het maken van propaganda wordt
overgelaten aa:n het inltiatief va:n de volgelingen zelf,
Dit blijkt ook uit de samenstelling van de in 1979 op
gerichte vereniging 'Amici van Mortsel-Bohan', waarln
niemand speciaal met de taak om nieuwe leden te maken
belast is. Toch zijn de getrouwen er telkens weer in
1;eslaagd belangstelling te wekken voor 'Bohan'.
Theunis zelf heeft de boodschappen die hij van de
léaagd ontvangen zou hebben, vanaf. het eerste moment
89
uitgedragen door midi!.el van woord en geschrift, In
het begin verspreidde hij de boodschappen in gestencil
de vorm, maar al snel (eind 1973) verschenen er boek
;jes .in druk over de wenende Madonna van Mortsel, Dez.e
hebben zeker bijgedragen tot de komst van nieuwe bede
vaartg2.ngers, waarvan een klein aantal deel is gaan
uitmaken van de groepering rond de ziener. In deze
becinperiode werden ook de eerste vlugschriften ge
drukt, die in grote hoeveelheden in Nederland, Ilel
Gi~, Frankrijk en waarschijnlijk ook in Duitsland
werden verspreid.
De tweerle manier waarop Theunis een groter publiek
voor ae verering van zijn madonna tracht te interesse
ren is door het geven van spreekbeurten. Deze 1konferen
ties' vinden vanaf 1974 geregeld plaats in verschillen
de steden in Nederland en BelgHl. De gewone gang van
zaken is, dat een ter plaatse wonende volgeling een
zaaltje huurt, in een plaatselijk blad een advertentie
laat verschijnen, waarin uordt opgeroepen tot boete
doening en gebed, en de lezers uitnodigt de spreek
beurt van Theunis, geassisteerd door Celis, bij te
wonen. Het verloop van de bijeenkomsten is mij niet
p:cecies bekend, maar uit de beschrijvingen van enkele
vole-elingen heb ik kunnen opmaken, dat Theunis en Ce
l.is om beurten vertellen over de verschijningen van
llaria, over de manier waarop de kerkelijke overheid
zich opstelt en over het belang van gebed en boete
in verband roet het naderende wereldeinde, De inhoud
van deze spreekbeurten lijkt over het algemeen ex
tremer dan wat men in de geschriften van dit tweetal
aa.11treft. Tewn.inste op twee van dergelijke bijeenkomsten
heeft de profeet bijvoorbeeld zijn twijfels uitge
s11roken over de huidige paus Johannes Paulus JI en het
hi~ra,rohisoh apparaat te Rome,
90
Het publiek dat op dergelijke bijeenkomsten afkomt
bestaat voor het grootste deel uit ouderen, hoewel
Theunis c.s. geen enkele vorm van selektie hanteren
en ieder op zulke bijeenkomsten welkom,is. Natuur
lijk neemt men wel aan, dat men op de hoogte is van
de 'geloofswaarheden' en gesteld .is op het behoud er
van. Enkele door mij ge!ntex·Yiewde volgelingen heb
ben de visionair op deze manier leren kennen.
De derde manier waarop de rekrutering van nieuwe le
den plaatsvindt is door middel van mondelinge reklame.
De meeste volgelingen, die ik gesproken heb, hadden
een sterke neiging tot getuigen. Uit de gesprekken
bleek, dat men zich echter terdege bewust was van het
feit, dat niet iedereen in hun boodschap ge!nteresseerd
was en men beperkt zich in het dagelijkse leven tot
he·c propageren op plaatsen die daartoe bij uitstek ge
schikt zijn, zoals in kerken, op bedevaarten naar ande
re plaatsen dan Mortsel en Bohan, in de gebedsgroepen
waarvan men deel uitmaakt en dergelijke, Volgens deze
informanten is deze wijze van propaganda zeer effektief
en hebben heel wat mensen op deze manier met 'Bohan'
kennis gemaakt,
De laatste manier waarop de rekrutering in zijn
werk gaat is via be:richten en advertenties in kranten,
radio en/of televisie. In de ogen van sommige volge
lingen heeft zelfs het meest negatieve artikel in een
boulevardblad nog tot gevolg dat mensen zich gaan
interesseren voor de Madonna. De meeste volgelingen
zijn echter niet erg op publiciteit gesteld, De rea.kties
van de pers komen overigens in paragraaf 4.4,1 uitvoe
rig aan de orde.
Tenslotte past hier een waarschuwende opmerking:
geen van deze 1rekruteringswijzen' heeft tot doel
echte 'leden' te werven, zoals dat in religieuze groe-
91
paringen als de Jehova-getuigen gebruilcelijk is.
E:r ia ook geen sprake va.n een formeel lidmaatschap
met de daarbij behorende verplichtingen. Ook uit
de ma.nier waarop de volgelingen over zichzelf praten
blijkt dat zij zichzelf niet als een groepering met
een aparte organisatie beschouwen. Er wordt va.n nieuwe
volgelingen ook niet verwacht, dat zij geheel en
al instemmen met de boodschappen van de heilige Haagd
of met de opvattingen, die Theunis en de zijn.an uit
dragen • .Als we de organisatrice van de bedevaarten,
Rosa. Peeters, mogen geloven, is er zelfs geen sprake
van enigerlei organisatie en vinden de bedevaarten
en alle andere bijeenkomsten geheel spontaan plaats.
Uit a.l het voorgaande is ech·~er wel duidelijk gewor
den, dat er wel degelijk spre.ke is van een groepering
met bepaalde opvattingen, gedragswijzen, ethos en een
zekere mate van organisatie. De druk tot konfcrmiteit
aan het groepsleven is echter subtiel, Bovendien willen
de meeste volgelingen de devotie ook niet zien als iets
aparts, als iets dat los staat van de grote moederkerk,
Ook hieruit blijkt, da. t men eigenlijk niet uit is elil
een schisma maar juist aanstuurt op erkenning door de
roomska.tholieke autoriteiten. In de beschrijvine van
de manier waarop de volgelingen met elkaar in kontakt
staan zal deze dubbele binding, dus zowel aan de moe
derkerk als aan de leden van de groepering opnieuw tot
uiting komen.
4.2 ,!)pd~~~in~e komm,up.ika.tie
De kerngroep van volgelingen ontmoet elkas.r vrij
frekwent. Zoals in paragraaf 2,3 al uiteengezet werd,
zijn de meest getrouwe aanhangers elke week te vinden
in Bierbeek om daar gedurende het weekeinde misoen,
kruiswegen en andere godsdienstige oefeningen te houden.
92
In a.e loop der jaren heeft deze kern van à.an.han
gers elkaar vrij goed leren kennen. Tussen de ver
schil lende vieringen door spreekt men met elkaar
over allerlei huiselijke en alledaagse dingen en voelt
nen zich 6~n grote fa.milie, Ook buiten het kader van
deze bijeenlrnmsten zien vele volgelingen elkaar regel
matig. Vooral degenen die met dezelfde bus ter bedevaart
gaan, hebben elkaar vaak beter leren kennen en vor-
men regionale netwerken van vrienden en bekenden,
Ook al zijn de volgelingen in de loop der tijd
vaak veel voor elkaar gaan betekenen, men kan niet
zeggen dat zij door de deelname aan de bedevaart
in een sociaal isolement geraakt zijn. Vooral in het
overwegend katholieke Vlaanderen geldt de pelgrimage
als een betrekkelijk 'normale' vorm van geloofsijver,
zelfs al is de bétref:f'end:e bedevaartsplaa..ta niet -d.oor
de kerk erkend.
Haast de informele kontakten die de volgelingen
uet elkaar onderhouden, kommuniceert men ook via
devote tijdschriften met elkaar, waarbij de al eerder
genoemde Hadonnacentra een centrale rol vervullen. Om
dat dit aspekt in paragraaf 5,5 is behandeld, zal ik
er niet dieper op ingaan, Wel verdienen in dit ver-
bend tiree geschriften vermelding, die binnen de g:roepe
rine van Theunis een rol spelen, Het eerste is een twee
taJ.ie; maandblaadje, getiteld .Jllcho'@. van Mortsel en Dohan,
dat in het Nederlands en Frans onder de pelgrims wordt
verGpreid. Het bevat theologische en liturgische uit
weidingen over het thema van de maandelijkse bedevaart.
De bedevaart van 24 november 1979 stond bijvoorbeeld
in het teken van de Advent en was daarom geheel gewijd
aan de betekenis van de Adventstijd, De tekst werd ge
sch:r.even door Ivo Celis en Rosa Peeters en bestond uit
citaten uit Jesaja, devote gedichtjes en gedeelten van
93
de hemelse boodschappen,
Het tweede geschrift is bedoeld als een handleiding
bij de bedevaart en wordt gewoonlijk voorgelezen door
a.e leider of leidster van de bus gedu:rende de reis
naar ;~ohan, De auteur van dit geschrift is Rosa Peeters,
0.ie naar het voorbeeld van de ~s maant tot gebed
en een devote ·bedevaart, In deze handleidirl.g is de
toon echter direkter en wordt meer gebruik gemaakt van
Ci.e hemelse boodschappen. Ook is er plaats voor medede
line;en van rieer praktische a,ard. Als voorbeeld opnieuw
de bed.evaa.rt van 24 november 1979,
De eerste à.ria pagina's zijn gevuld met aansporingen
à.ie de leze:c 011 ell..igszins gelh:al teerde toon oproepen
tot gebed, Op de eerste pagina valt te lezen:
" ••• Wat .is communie ill. bewust samenleven met Jezus? De advent van !!aria! Onze advent! 't Was en is niet alleen een wachten naar Kerstmis, maar een waar leven! Ha.ria zijn voor Christus, r,aten we voelen in ons wat er omgine deze dagen in lla:rla, in rijkdom van genade-leven! Er is geen verschil tussen de heilieniakende genade waarvan !W.ria vol was, •• en de onze. Jezus'woord klinkt klaar: ook bij elk goed werk komt !lijn genade in u, opdat ge leven zoudt hei:Jben OVEllVI,OEDIG! Hocht ons dat de levensvreugde .:;even om alles te dracen. 11
P.n op de laatste paeina lezen we:
".,.We danken u voor uw volgzaamheid van vorige L1aë.nà" kwestie uw bijdrac·en voor de kapel. Mijnheer Theunis was daar zeer tevreden over, op een paar uitzonderingen na is alles gedaan gelijk het gevraagd .is. Dit zal telkens zo gebeuren, u kunt dan thuis reeds uw voorzorrren nemen, Leon dankt u voor uw bijdragen voor de kapel, We mogen u mededelen dat de bouw van de kapel rond de 7,700.000 frank zal l:or:ien.
Volgende bedevaart als God het belieft zaterdag 29 decenber."
De beide blaadjes moeten niet beschouwd worden als
een platform voor diskussie, Ze worden vrijwel u.it
oluitend door Celis en Peetero volgeschreven en ze
94
zijn bedoeld om steun te geven aan de pelgrims, die
naar de overtuiging van dit tweetal de bedevaart
anders te we:!.nig ale een "geestelijke gebeurtenis"
zouden zien. Hieruit valt af te leiden; dat er een
zekere spanning bestaa·t tussen de meer ontwikkelde
volgelingen, zoals Celis en Peeters,en de grote groep
van minder ontwikkelden, die de bedevaart blijkbaar
meer als een 'materi~le gebeurtenis' opvatten, waarbij
de genezing van ziekten of het verkrijgen van gunsten
voorop sta.at. T.n deze vertegenwoordigt het tweetal
Celis en Peeters ook meer de opvattingen VaJ:l de skep
tisohe buHenwereld, die het acceptabeler vindt dat
men ter bedevaart gaat om geestelijke kracht op te
doen dan om een wona.er te verkrijgen.
4.3 Materi~le middèlen
In deze paragraaf komt een aspekt VaJ:l de groepering
van Theunis aan de orde, dat zowel binnen als buiten
de kring van volgelingen nogal kontrovers!ëel is, na
melijk de materi!lle middelen waarover Theunis c.s. kun
nen beschikken, VaJ:laf het eerste moment, waarop de
profeet in de openbaarheid trad, hebben geruchten de
ronde gedaan over de fina:nci~le voordelen die de ver
schijningen hem zouden opleveren, Voor een aantal vaJ:l
zijn eerste supporters vormde het ontvangen van geld
zelfs een van de redenen om met a.e man te breken (zie
paragraaf ;,5). Ook zijn huidige aaJ:lha.ngers lopen niet
te koop met het feit, dat er ter bevordering van de d.e
votie heel wat ~ld aaJ:l Theunis en de in 1979 011e;e
richte vereniging wordt geschonken, Als voorbeeld VaJ:l
de ma.te waarin men liever niet over geld praat, past
het citaat uit het bedevaartblad van 24 november 1979,
dat op de vorige pagina werd weergegeven. Voor een
buitenstaander is het in feite niet mogelijk te be-
95
grijpen waar de eerste drie regels op de laatste
pagina op slaan. Rosa Peeters bedankte de pelgrims
voor het feit, dat zij merendeels voldaan hadden aan
het verzoek om geld voortaan onder gesloten couvert
te overhandigen.
De zwijgzaamheid en omzichtigheid inzake onder
werpen die met de materilHe aspekten van de bede-
vaa.;rt te maken hebben, komt voort uit het verschil tus
sen norm en werkelijkheid. Want ook al staat het offer
hoog in het vaandel geschreven, dit offer dient hei
melijk en ongezien gebracht te worden: het siert de
ware gelovige zijn gaven te verbereen. De werkelijk
heid is, dat het geven van eeld in heel wat bedevaart
plaatsen een orenbae.r karakter heeft en zich zelfs
een hele industrie heeft ontwil:keld rond het heiligdom
zoals bijvoorbeeld in Lourdes. Een tweede norm in dit
verband zegt, dat het onjuist is voorspraak te kopen
(zie de beschrijvine; van de kri ter ia voor de authen
tioi tei t van een ziener in para(;Taaf 3.4), maar in
feite gebeurt dit Hel. niet zelden heeft Theunis celc1
ontvangen met het bijgevoec([e verzoe}ç 01'1 voor de csenezine van een bepa1'.lde persoon te bidden of 1Hipaa.J.a.e
gunsten af te smeken. In de ontwikkeling va:n de bede
vaart bleel' dit voor een aantal pelgrims ook een reden
te zijn om ·met Theunis te breken (zie paraGTaaf 3,5). Sommirre zieners maken het wat dit betreft ook té bont
en misbruiken de eoedeelov.igheid van Ha.ria.vereerders
op een weinic subtiele manier. ("î 5) Vnnwege deze omzichtigheid is het ook moeilijk 0~1
precies vast te stellen over welke materil!le midde
len de groepering van Theunis beschikt. In elk rreva.J.
bezit de verenie;ing 'Amioi van Mortsel-Bohan' de ke.
pel, die in 1981 is voltooid en volgens de begJ'.'oting
BF 7.700.000 zou hebben gekost (ongeveer f55,ooo).
96
:Sovendien heeft men de beschikking over een tot
g-astenverblijf omgebouwde boe:r·derij, die eigendom
is van een der volgelingen en gelegen is in Mon
ceau en Ardennes, vlak bij Jlohan. Het feit dat de
dagboeken van de ziener kosteloos worden verspreid,
doet vermoea.en dat de financitsle'draa'gkracll!t· van
de groepering inderdaad aanzienlijk is,
Af' gaande op iieschuld.igingen in de pers, zou Theu
nis zich door zijn zienerscha:p hebben kunnen verrijken,
Dat is niet onmogelijk, maar bewijzen voor die stelling
heb ik niet kunnen vinden. Weliswaar hebben mensen
ve:L'ldaard, dat zij de ziener geld hebben gegeven,
r:mar de bed.ragen waren klein en de profeet kan het geld
heel goed aan de bomr va.n de kapel of de inrichting van
het kloostertje te :Bierbeek besteed hebben. In het geval
deze beweringen echter wel steek houden, is Thee.nis
tot nu toe uitstekend in staat eewoest zijn rijkdom
te verbergen,
~.!~
In de beschrijving van de voorwaarden voor het ont
staan van :religieuze groeperingen noent Laeyendeoker
e.ls 102.ts'!:e tr gunstige politieke voorwaarden", d.ie hij
echter liever aanduidt met de meer algemene term "so
ciale kontrele", In het geval van de i:;roepering rond
d.e Anhierpoe profeet gaat het om kontrele die è.oor
d.rie verschillende instanties wora.t uitgeoefend, na
neli.jl: de media, de burgerlijke overheid en de kerke
lijke overheid.
t., 11, 1 De nedia ' -----
In de loop der jaren is er over Theunis en zijn
Ge.n.haneers een tiental artikelen in de pers versche-·
nen. lieer dan eens leverde de verering van de Hadonna
97
van Nortsel-Bohan aan bladen als Panorama in Nederland
en ~ en Il_et, .,Zon,d.~sbl~d in .Belgil! materiaal voor
een smeulg artikel. Ook satirische televisierubrieken
als :J:e.rloops maakten de ziener graag tot voorwerp
v1:m spot. Zelfs een serieus blad als de Haagse Post
en een omroepvereniging als de J!l.1Q zagen er brood in,
'l'och kwam Theunis er niet al tijd even slecht af, De
eerste berichten in de J3eleische pers over de "vrome
!:oster van de Theresiakerk" waren ze1.fs eerder voor
zichtie positief dan afkeurend (De Nieuwe Gazet, 13.10
1973 en~. Gaze_t van AntwerP,~!°t• 10,11 1973), Vooral
uit de eebruikte adjektieven valt op te mal-en, dat de
auteurs genei,:;d waren om het optreden van de ziener
r;unsti,:; te beoordelen, Zij spraken bijvoorbeeld over
een "indrul;:wekkende geloofsbelijdenis" en een "ware
r•1anifestatie van trouw aan O.L, Vrom·1" die een "waar-
dig verloop" kena.e en "onmiskenbaar po si tie ve aspekten
vertoonde", Het op aanwijzin,:;en van de ziener ve:rvaar
dirrde !Iariabeeld werd "werkelijk een prachtig stuk" ge
noemd en Theunis zelf werd omschreven als een "vrome
J:oEJter" die "rustig de vloer dueilt v66r het tweede zij-
altaar''•
In de Nederlandse ~~van oktober 1973 (nr.37)
1·.'erd echter een mj_nder positief beeld geschetst en
a.e schrijver vond het nodig om in quasi-Vlaams Theu
nis, diens vrouw en enkele volgélingen op komische
1.-ij ze te portretteren, waardoor eerder de vooroordelen
van de auteur aan het J.icht traden dan een helder
beelc1 i·rerd c;etekend van wat zich tot dat moment te
IIortsel en omstreken had afgespeeld.
Het eerste negatieve artikel dat meer op feiten dan
01) meningen 1Jtoelde, verscheen echter pas in februari
197 L! in Het z.o.n,dagsblad en de schrijver van dit reeds
eerè.er ae.ngehaalde artikel. (paragraaf 3. 5) baseerde
98
zijn verhaal op enkele interviews met onder andere
de 'verschijningsspecialisten• Waterinckx en Mam-
paey. De kritiek op Theunis was niet mals. Men ver
weet hem, dat hij van "grootindustri!Httn" tiendui
zenden franke had ontvangen; dat hij beweerd had zieken
te hebben genezen die later overleden waren; dat hij
zich had ingelaten met de ketter Michel Collin; en dat
hij op de kritiek op zi.jn optreden had geantwoord:
"laat de boel maar draaien", daarmee zichzelf als be
drieger ontmaskerend. Al met al bleken de bewijzen
van deze wandaden nogal mager. Geen enkele grootindus
trieel bleek bereid tegen de ziener te getuigen. Ook
een werkelijke band met ColJ.in was moeilijk aan te
tonen, al had deze ten tijde van de volksoploop in
verband met de wenende Madonna wel een telegram aan
'fheunis gestuurd, waarin hij verklaarde Theuni.s te
zullen steunen en en passant de clerus van "naaktloperij"
beschuldigde. Bovendien zou men hem in de buurt van de
1'1oning van Theunis gezien hebben. Ook de andere twee
beschuldigingen berustten op verklaringen van mensen,
die zich niet openlijl~ tegen de ziener uitspraken.
Het interessante van deze beschuldigingen is echter,
dat men eruit op kan maken wat men blijkbaar van een
ware ziener verwacht. Ze droegen daarom mede bij tot
het opstellen van de lijst van kriteria waaraan een
echte ziener moet voldoen.(paragraaf 3.4). Vooral na de veroordeling van de devotie door de
bisschop van Antwerpen in juni 1974 veranderde de toon
van de meeste artikelen van voorzichtig positief in
spottend en licht gelfrgerd. Het Mariabeeld onderging
een ware metamorfose en veranderde van "werkelijk
een prachtig stuk" in "een kitscherig beeld" (~,
mei 1976), De "vrome koster" wordt nu eens afgeschilderd
als een "tobberige vijftiger" (~, augustus 1976)
99
dán weer als een ondernemende slimmerik, die zijn
"aktieterrein" na de afwijzing in het bisdom Ant
werpen naar Bohan en omstreken had "verplaatst" (,li.tl Nieuwsblad, 29 april 1976). Voor de journalisten viel
er blijkbaar niets "waardigs" en "indrukwekkends" meer
te konstateren en uit de beschrijvingen krijgt men
de indruk, dat de bisschoppelijke afkeuring een vrij
brief vormde voor de vele latere ridikuliseringen.
Dat sommige verslaggevers daarbij de feiten wel eens
uit het oog verloren en wellicht ge1nspireerd door de
"fantast" Theunis zelf aan het fantaseren sloegen
valt bijvoorbeeld te illustreren aan de hand van twee
meer recente artikelen, één in de I~aagse Post van 13 augustus 1977 en één in Het Zondagsbla§ van 13 januari
1980, In de H~a~se P9JlJi doet Paul van Engen verslag van
zijn bezoek aan Bohan onder de weinig originele ti-
tel "Maria leeft, en woont in Belgi!l~" ( 16 ) De auteur
wekt de indruk meer verzonnen dan waargenomen te hebben.
Aan het einde van zijn artikel voert hij bijvoorbeeld
de Nederlarnlse promotor pater Krekelberg op, die "lou
ter bankbiljetten" krijgt toegestopt, geheel in tegen
spraak met de hiervoor gesignaleerde omzichtige houding
VC',n ile relgrims ten opzichte van het ceven van geld .•
Daarna volgt een konversatie tussen Krekelberg en een
"oude man", die erop neerkomt dat tenminste de sugges
tie van geld-uit-de-zak-klopperij wordt gewekt en het
artikel wordt afgesloten met het vole;ena.e tweegesprek
tussen twee "bejaarde vrouwen":
",.,'Het was weer mooi h~'••• 'Ja' 'Alleen jarruner dat Maria niet verschenen is h~' 'Ach, dat geeft niet hoor. Anders had het nog langer geduurd •. '"
In het licht van wat in paragraaf 2,4 over de houding
1.00
van de pelgrims ten opzichte van wonderbaarlijke
fenomenen werd opgemerkt, lijkt deze dialoog min
stens onwaarschijnlijk.
Nog bonter maakt de schrijver van het artikel in
Het z.ondar;sblad het, die beweert dat voor de bouw
van "een kapel, een esplanade en een crypte" op de
bedevaartweide te :Bohan een betonvloer is gestort
van 3000 vierkante meter, De bedevaartweide zelf
is waarschijnlijk niet veel groter dan 2000 m2 en
de te bouwen kapel zou hoogstens een oppervlakte gaan
beslaan van 400 m2, Bovendien meent de schrijver de
oorsprong van de tranen, d:l.e het Mariabeeld geplengd
zou hebben, toe te kunnen schrijven aan he·t feit
dat "het tamelijk verse hout" via twee kleine openin
gen bij de ogen "het aanwezige vocht kwijtwilde",
teru:l.jl geen enkele kollega v66r hem iets dergelijks
had opgemerkt.
Al met al is de aandacht voor Theunis en de mensen
rondom hem in de pers tamelijk bevooroordeeld, zelfs
de meer serieuze bladen als de Haa~~e. Po§*t ontkomen
niet aan een houding van achterdocht en ridikulise
ring. Toch blijft de toon in de meeste gevallen licht,
een mogelijk bedrog van de kant van de ziener wordt
niet opgevat als een tornen aan de fûndamenten van de
samenleving, hoewel vooral in de Vlaamse artikelen
de neiging bestaat om Theunis af te schilderen als
iemand die misbruik maakt van het goede geloof
van anderen voor het organiseren van "verboden bij
eenkomsten" en zijn eigen financi!He voordeel, Ook
het ontstaan van de devotie wordt niet gezien als
bedreigend en meer beschouwd als een verschijnsel
dat eigenlijk niet van deze tijd is.
Zeker in één geval heeft een krant geweigerd om
een advertentie met een oproep tot boetedoeming en
101
cebed te plaatsen. ~ G~ had op 31 augustus
1974 een advertentie geplaatst die was aangeboden door
pater Krekelberg en waarin het einde van de stad Nij
megen werd voorspeld tenzij men zou boe·~en en zioh beke
ren. Dit was noch bij de direktie noch bij vele lezers
e;oed gevallen. De direktie besloot daarom advertenties
met een dergeli,ike inhoud voortaan te weigeren en deel
à.e cl.i t per brief a;an Krekel berg mee. In een open brief
luchtte deze laatste zmjn hart over deze weigering. De
])B.ter fulmineerde 'laarin tegen de aantasting van "eer
li,jke voorlichting en vrije meningsuiting" en hij wees
erop, dat het geen tekst van hemzelf maar van God was,
cUe zo geweigercl werd. De direktie liet zich door dit
verbale ge11eld niet imponeren en Krekelberg kon niet
veel anders dan zich bij haar beslissing neerleggen.
~. ~. 2 ]2e_·;;!lr,ger,1J.j.!i:e_oyer.h,Sl,i.9:,
])e burgerlijke overheid heeft zich in .BelgH!
noch in 1Te&orland met de devotie tot het wenende
'~riabeeld beFoeid, op &6n uitzondering na: de bouw
v2.n een l:apel te Jlohan. Al J.anC' v66r de •Yprichtfr.éó·
vm1 è.e vereniging 'Amici van J.:ortsel-Jlohan' hai:. Theu
ni.s :;iogj.ngen 010.dernomen om het weiland aan te kopen waar
hij in 1967 voor het eerst de J.!aagd had zien verschij
nen. Dit 1-ras echter niet rrelukt, waarschijnlijk omdat
cl.e e:i.c;enaar van het terrein er g·een enkel voordeel in
'~J.r;-. ;:et behulp van uelgesteld.e aanhangers was de zie·
ne:c echte:~ ·11el in het bezit gekomen van een stukje land.
P.an de Feg van llohan naar Gedinne. Op dit weiland von
d.en vanaf 197 5 de naandel:i.jkrrn vierineen pJ.aa ts en
'J'l1em1i.s besloot dat dáár ook de kapel moest komen,
:··eer o:,o l:eer wees de gemeenteraad van Bohàn de bouw-·
2.cmvr2.r;e af. Als reden werd gegeven, dat men niet 1-Jil
<1-e Hee1.•erko:1 aan de lrnvorderi:.:.g van een devotie, d.ie
102
door de kerkelijke overheid in duidelijke bewoordin
gen was afgekeurd. Uiteindelijk kwam de toestemming
er toch, maar tijdens een woelige gemeenteraadsver
gadering bleek, dat dit het gevolg was,~van een admini
stratieve fout van de gemeentesekretaris. J.n de ogen
van de volgelingen was dit te danken aan de hulp van
God.
4,4,3 ~e_k.,!tr.Js.el,i,ik,! ,2.V,2.r,he,id,_
De bemoeienissen van de kerkelijke overheid met
de devotie tot de Madonna van Mortr.el-llohan begonnen
op het moment, dat Theunis het Mariabeeld dat hij
had laten vervaardigen, bij een bel\l'Tiende pastoor in
Massenhove had geplaatst (zie kaart), De pastoor was
van de echtheid van de ziener overtuigd en had Theunis
daarom het beeld laten plaatsen, Na korte tijd kwam het
bisdom hiervan op de hoogte en drong er bij de pastoor
op aan het beeld uit zijn kerk te verwijderen. Deze
gaf aan dit verzoek gevolg en liet het door,,Theunis
weghalen. Noch de redenen van het bisdom om het beeld
ueg te laten halen, noch de argumenten van de pastoor
om aan het verzoek te voldoen zijn mij bekend, Geen
van beide partijen wilde er nog over praten.
Waarschijnlijk heeft zich dit afgespeeld tussen
februari en augustus van 1973. Op dat moment had
het beeld nog niet geweend, dus d~t kan de reden
niet geweest zijn. Wel is zeker, dat het bisdom al
op de hoogte was van de beweringen van de ziener,
dat hij verschijningen en visioenen had gehad, want
op 24 februari 1973 vond het eerste gesprek tussen
Theunis en de bisschoppelijke sekretaris Eykens plaats.
Het tweede gesprek tussen Eykens en Theunis vond
plaats op 27 december 1973, dus geruime tijd na het
wenen van het beeld. In dit gesprek verzocht de se-
103
kretaris de tranen voor laboratoriumonderzoek op
te mogen sturen. Theunis hield echter een slag om de
arm, omdat hij volgens Celis bang was op deze manier
"bewijzen" uit handen te geven. In de tussentijd. had
het bisdom echter niet stilgezeten en de pastoor van
de Theresiakerk met klem verzocht zich van Thetmis
te di.stancigren •
. De pastoor van de Theresiakerk had zich echter
tijdens de periode van het wenen van het beeld ta.
melijk onafhankelijk opgesteld.. Hoewel het bisdom
niet wilde, dat het beeld in een of and.ere kerk ge
plaatst zou worden, haà. hij clo ziener wel toestemming
geeeven het in de tuin van het klooster op te stellen,
toen een grote meni(rte sar::ienli.ep om het beeJ.d op 9
november te zien 1·renen. De arGfil1enten daarvoor we.ren,
dat de beeltenis op deze manier uit de ge!soJ.eerde
sfeer V"-n het gezin 'J:heunis gehaald zou uorden, zodat
er moeiJ.ijk nee geraanipuleerd kon worden en ten hreede,
dat de volgelingen van '.l'hetmi.s er recht op hadcl.en het
geloof op hun ei.een ne.nier te beleven. Vooral net dit
J.a2.tste we.o het lJisilom het oneens, maar omdat het
beeld zich bui ten de kerJ: bevond en de ldoostertuin
van cle Karmelieten een nin of r.eer openbaar karakter
had, kon het er weinig tegen ondernomen.
Ook ten aanzien van de oprichting van het klooster
tje te :Bierbeek was de houd.ine van de laeere e;eeste
li,ikheid aa.:ozienli,jk tolere.nter dan die va.:i het biG
i\om, De deken binnen wiens del::enar t het klooster+ je
ligt, he0ft zich steeè.'l rreer niel:wseieric; dan afuijzera.
opgesteld, terwijl het bisdom te l!echelen 11ilde da.t
er tegen opgetreden werd. Waarschijnlijk liGt hier
ook ~~n van de redenen van het feit, dat het kon.flik+,
tussen Theunis en de zijnen en de kerkelijke overheid
niet tot het uiterste i.s gevoerd. In feite kon de i)ro-
104
feet en zijn aanhang tamelijk onbelemmerd zijn
gang gaan. Verharding van standpunten was daar
d.oor onwaarschijnlijk,
Dit blijkt al evenzeer uit de instelling van de
bedevaart naar Bohan, waarmee de bisschop van Namen
binnen wiens jurisdiktie Bohan ligt, het niet eens was
en dus de veroordeling van de bisschop van Antwer
pen overnam. De al wat oudere pastoor van Bohan
vói:ld de bedevaart evenmin zinvol, maar beperkw zich
ertoe om elke laatste zaterdag van de ma.and de ver
oordeling door de bisschop via een op de kerkdeur be
vestigd papier onder de aandacht van de volgelingen
te brengen, waar deze zich echter niets van aantrekken.
Uit een gesprek met de heer Eykens bleek overigens,
dat men in het bisdom Antwerpen de devotie ziet als
een "typisch post-conciliair verschijnsel" dat ver
moedelijk wel een zachte dood zal sterven.
J.n Nederland zijn de reakties van de lagere gees
telijkheid heel wat feller geweest. Dit blijkt uit
de wijze waarop de pastores van de kerk van Onze
Lieve Vrouwe Hemelvaart te Nijmegen zich opstelden
toen op 14 augustus 1973 een kleine tweehonderd vol
gelingen van Theunis deze kerk binnenwilden om daar
door middel van gebed het naderende einde van de
"goddeloze" stad Nijmegen te voorkomen. In een
bericht in de Volkskrant van 14 augustus zegt ~6n
van de priesters daarover het volgende: 11 ••• Wij geloven niet dat deze verering de juiste pastorale benadering is. Hier wordt toch een beetje gespeculeerd op angst ••• deze mensen sluiten zich op deze manier af voor andere mensen. Een gezonde pastorale werkwijze is, dat je juist de contacten bevordert tussen de mensen. Ik vind dat het hier bedenkelijk veel op magie gaat lij-ken ••• 11
En om deze reden bleef de kerk gesloten, waarop de
pelgrims onder leiding van pater Krekelberg besloten
105
om de samenkomst buiten het gebouw voort te zet
ten. Een dergelijke radikale opstelling, waarbij
hen de toega:ng tot een kerkgebouw werd ontzegd,
had.den de volgelingen nog niet meegemaakt en zij
rea,geerden dan ook verontwaardigd. In hetzelfde ·
artikel werd pater Krekelberg aan het woord gelaten:
" ••• vroeger had zelfs een misdadiger in een kerk een vrijplaats. Als men het heeft over 'speculeren op angstgevoelens' dan gaat men er heel duidelijk vanuit dat de Boodschappen van Maria menselijke verzinsels zijn ••• Maar deze strijd is zeer Bijbels. Het is de strijd tussen de Draak en de Vrouw in de Apocalyps. Dit is het hartje van de strijd in de eindtijd: de strijd tussen Satan en Maria."
In Vlaanderen was de opstelling van de geestelijk
heid over het algemeen zachtzinniger en hanteerde
men de middelen die ook in de pers tegen Theunis en
de zijnen gebruikt werden, namelijk ridikulisering
en goedmoedige kritiek. In kommentaren op het op
treden van Theunis had men het over de "praatzieke
Madonna van Mortsel", wat sloeg op het grote aantal
boodschappen, dat Theunis van de heilige Maagd ont
vangen zou hebben. Uit alles bleek, dat lagere noch
hogere geestelijkheid de zaak op de spits wilde drij
ven en er nog het liefste het zwijgen toe deed.
Eenzelfde opstelling blijkt duidelijk uit de hou
ding van de bisschoppelijke sekretaris Eykens, die
slechts na lang aandringen bereid was met mij over
Theunis te praten en in dat gesprek niet veel meer
vertelde dan dat hij de boodschappen "onevangelisch"
vond en niet in overeenstemming met de huidige theo
logisohe opvattingen. Naar zijn mening zouden de
pelgrims zeker binnen de kerk blijven, mits de juiste
pastorale benadering werd gehanteerd, wat betekende
dat zij niet te hard aangepakt moesten worden.
106
HOOFDSTUK 5
Konklusiea
In dit hoofdstuk zal aan de hand van het materiaal
dat in de vorige hoofdstukken is gepresenteerd een
antwoord gezocht worden op de vraag of men de groepering
rond Theunis een (interne) konfliktgroep kan noe-
men en zoja, om welke redenen er geen afsplitsing
van de roomskatholieke moedergroepering heeft
plaatsgevonden.
Laeyendecker stelt, dat elke religieuze groepering
beschikt over een bepaalde leer, een bepaalde cultus
en een zekere mate van organisatie. Wat de leer be
treft kenmerkt de groepering rond de ziener zich
door een aantal opvattingen die nogal somber zijn:
Men verwacht binnen korte tijd de ondergang van de
wereld als gevolg van de bandeloosheid en goddeloosheid
van de moderne samenleving. Hoewel het geloof in
een wereldeinde en de wederkomst van Christus ook
binnen de roomskatholieke kerk een geloofspunt is,
wordt dit vooral na de besluiten van het Tweede Va
ticaans Concilie minder benadrukt. De volgelingen
van de ziener hechten echter zeer sterk aan deze
overtuiging en zien overal om zich heen reeds de
tekenen van de eindstrijd. Ook de vermeende weige-
ring van het bisdom Antwerpen om een serieus onder
zoek in te stellen naar het wenen van het Mariabeeld
wordt in dit licht gezien. Het tranenwonder beschouwt
men immers als een duidelijk teken uit de hemel, dat
de huidige koers van de Kerk verkeerd is en verlegd
moet worden.
Wat de geloofspraktijk (cultus) betreft, springen
de verschillen tussen wat tegenwoordig in de rooms
katholieke kerk gebruikelijk is en wat de aanhangers
107
van de Antwerpse profeet voorstaan nog duidelijker
in het oog. Terwijl het in de meeste kerken in
Nederland en Belgiij al lange tijd normaal is, dat
de eucharistieviering in de volkstaal plaatsvindt
en de priester met het gezicht naar het volk staat,
willen de volglingen de latijnse mis behouden en
terug naar de vormen van vroeger. Ook op andere ge
bieden van de geloofspraktijk willen de pelgrims vast
houden aan de oude tradities en gebruiken. Ik noem
bijvoorbeeld de kommunie op de tong, de viering van
het lof, het bidden van de rozenkrans en zeker ni.et
als minst belangrijke de Mariadevotie. Juist door
het verdwijnen van deze tradities en gebruiken zijn
de bedevaartgangers zich steeds minder thuis gaan
voelen en kan men spreken van een proces van kul
turele onterving. Het onterfd-zijn is echter niet
alleen kultureel van aard, maar ook psychologisch.
Men heeft het gevoel in de kou te staan, omdat de
betekenis van het geloof voor de wereld .v.an nu steeds
meer nadruk in de kerk heeft gekregen ten koste van
de betekenis van het geloof voor het leven in het
hiernamaals. Ook de traditionele geloofsbeleving,
zoals die in de Mariaverering tot uitdrukking kwam,
is geleidelijk aan steeds heviger kritiek onder-
hevig geworden en in vele kerken goeddeels verdwenen.
Het terughalen en weer tot leven wekken van deze
vorm van geloofsbeleving is één van de belangrijkste
bestaansgronden van de groepering rond Theunis.
In samenhang met het grote belang van de devotie
tot de heilige Maagd speelt het probleem van ziekte
en dood in de groepering een belangrijke rol. Bedevaarts
oorden zijn immers traditioneel verbonden met wonder
baarlijke genezingen en dat is ook met Bohan het geval.
De ziener is niet alleen iemand, die het onbehagen
108
over de moderne geloofsopvattingen en -praktijken
onder woorden heeft gebracht, maar die ook over
een uitstekend kontakt met een aantal goddelijke
personen zegt te beschikken en om die reden in
staat is de genezing van zieken af te smeken. De
vele ex-voto's in de garage wijzen op het belang
van de genezende werking van het mirakuleuze beeld
dat daar staat opgesteld en de vele getuigenissen
van wonderbaarlijk genezen pelgrims wijzen in de
zelfde richt.ing.
Een derde faktor die de pelgrims samenbindt is
het gevoel door de deelname aan de bedevaart en de
frekwente bijeenkomsten tot áán familie te behoren.
Het verlangen naar gemeenschap, door Laeyendecker
genoemd als áán van de faktcren die tot religi
euze groepsvorming aanleiding kan geven, komt hier
in duidelijk tot uitdrukking.
Wat de organisatie van de groepering betreft is
eneneens voldaan aan de voorwaarden, die I.aeyendecker
daaraan stelt. In de figuur van Theunis beschikt de
groepering over een leider, die men op grond van de
door hem geclaimde gaven en kwaliteiten en de er
kenning ervan door zijn volgelingen, charismatisch
kan noemen. Zaken van praktische aard worden geregeld
door een driemanschap, bestaande uit de priester Celis,
de leidster van een kindertehuis Lafosse en de gepen
sionneerde maatschappelijk werkster Peeters. Geregel
de kontakten tussen de volgelingen onderling, een
min of meer systematische rekrutering van nieuwe vol
gelingen, voldoende materi~le hulpbronnen en een niet
erg lastige 'buitenwereld' hebben de vorming en uitbouw
van de groepering mogelijk gemaakt.
Ook al is aan alle voorwaarden voor de vorming van
een konfliktgroep voldaan, tooh is er van uittreding
109
uit of afscheiding van het grotere verband van de
roomskatholieke kerk geen sprake. De volgelingen
willen juist kerkelijke erkenning van de Mariaver
schijningen en goedkeuring van de devotie tot de
Madonna van Mortsel-Bohan. Hoewel men de volgelingen
en hun leiders wel degelijk onterfden kan noemen,
wensen zij uiteindelijk binnen de kerk van Rome te
blijven. Het is om die reden gerechtvaardigd van
een interne konfliktgroep te spreken. De vraag is
nu, om welke reden(en) het konflikt niet heeft geleid
tot splitsing en afscheiding.
Zoals in de inleiding reeds werd aangestipt, kan
men als mogelijke redenen denken aan de grotere plu
riformiteit, die binnen de roomskatholieke kerk moge
lijk is; aan het feit dat deze kerk beschikt over een
uitgebreid machtsapparaat; en aan het feit dat men
sterk aan eenheid hecht. In zijn algemeenheid gaat
dit waarschijnlijk ook op voor de groepering rond
Theunis, maar het is verhelderend op grond van het
gepresenteerde materiaal deze veronderstellingen in
ogenschouw te nemen.
In de eerste plaats hebben we in de figuur van
Theunis te maken met een eigenaardig soort leider.
Hoewel zijn volgelingen hem als een ware profeet
beschouwen en hij ook inderdaad de pretenties heeft
om als leider op te treden, kan men zich afvragen
in hoeverre hij zijn kudde ook werkelijk leidt. De
laatste jaren is hij zelfs voor zijn eigen familie
leden onbereikbaar en vertoont hij zich nog maar
zelden op de talrijke religieuze bijeenkomsten van
de volgelingen. Bovendien lijkt zijn optreden als
"leider van het Godsvolk" ook meer iets te zijn, dat
men ooit in de toekomst verwacht, dan dat het een rea
liteit van dit moment vormt. De feitelijke organisa-
110
torisohe leiding ligt dan ook veel meer in handen
van het driemanschap Celis, Lafosse en Peeters, die
opereren in naam van de ziener.
In dit verband is het misschien ook.nuttig om
te wijzen op de specifieke betekenis, die het begrip
'ziener' in het roomskatholicisme heeft. Een ziener
is altijd iemand, die zijn of haar speciale positie
ontleent aan het feit dat hij of zij 'begenadigd' is.
Het zijn dus niet de kapaciteiten van de persoon zelf
die ertoe doen, maar zijn positie van uitverkorenheid.
Hij 'kan' zelf niets, heeft geen eigen stelsel van idee~n
of bepaalde therapeutische kwaliteiten, maar bestaat
als ziener bij de gratie van God. Het merkwaardige in
het geval van Theunis is echter, dat hij zich in de
loop van de tijd ste~ds meer ontworsteld heeft aan
de grenzen die deze definitie aan zijn optreden stelt.
Belangrijk was in dit verband het moment waarop hij
voor het eerst beweerde, dat "God in hem was". Ook de
boodschap waarin hij werd opgedragen om het Godsvolk
te leiden is in dit verband van betekenis. Zoals ge
bleken is, werden deze boodschappen niet in hun uiter
ste konsekwenties begrepen. Men zag Theunis weliswaar
als een zeer bizonder iemand, waar men respekt voor
diende te hebben en zelfs eerbied, maar niet als de eni
ge ware leider. Boodschappen die de legitimiteit van
het kerkelijke gezag in twijfel trokken, werden uitge
legd als kritiek op het feitelijke funktionneren van
dit gezag (paragraaf 3,6).
In de tweede plaats is de houding van de meeste
pelgrims zeer gezagsgetrouw. De stelling dat de grote
nadruk in de roomskatholieke kerk op eenheid afschei
dingen bemoeilijkt, lijkt hiermee inderdaad bevestigd
te worden. Hoeveel kritiek men ook heeft op de kerke
lijke gezagsdragers, hun gezag blijft men erkennen en
111
men is slecht uit op kerkelijke erkenning van de.
devotie. Op de vraag of men zichzelf nog wel rooms
katholiek zou willen noemen, werd door de meeste volge
lingen enigszins verontwaardigd ja geantwoord. Eén van
hen bracht het zo onder woorden: 11 ••• Natuurl~jk ben ik roomskatholiek. Als we niet roomskatholiek zijn, zijn we afwijkelingen, zijn we een sekte en dat is niet zo!"
Naast deze twee hoofdredenen vallen nog een tweetal
minder in het oog springende redenen aan te wijzen die
afscheiding bemoeilijken. In de eerste plaats het feit,
dat de volgelingen tot nu toe hun behoefte aan de ver
trouwde geloofspraktijk hebben kunnen bevredigen. In
paragraaf 4.4.3 ben ik uitvoerig ingegaan op de rol
van de kerkelijke overheid in het ontstaan van de de
votie. Er bleken verschillen in opvatting te bestaan tussen
lagere en de hogere geestelijkheid wat betreft devo
tionele uitingen naar het type van 'Bohan'. Vooral
de Vlaamse pastores bleken bereid om de ziener en zijn
volgelingen meer speelruimte te geven en zich tole
ranter op te stellen dan de bisschoppen, die er geen
twijfel over lieten bestaan, dat zij de devotie een
ongezonde zaak vonden. Zo ontstond er ruimte tot kom
promissen die juist groot genoeg was om de standpunten
niet te laten verharden.
In de tweede plaats bestaan er binnen de groepering
rond Theunis verschillen van opvatting betreffende de
devotie. Zoals in paragraaf 4,2 werd uiteengezet be
staat er een zekere spanning tussen de meer ontwikkelde
volgelingen, met name de leden van het leidende drie
manschap, en de minder ontwikkelden wat betreft de be
tenis van de devotie. De eersten zien de bedevaart en
alle andere bijeenkomsten als een bijdrage aan het
geestelijk welzijn van de pelgrims. Rosa Peeters for
muleert het zo:
112
11 ••• het doel is het Rijk van Jezus te ver'breiden door het Rijk van Onze Lieve Vrouw. Door •t bidden, •t lijden van Onze Heer te gedenken en de rozenkrans te bidden ••• 11
Veel van de bedevaartgangers die ik gesproken heb,
onderschrijven weliswaar deze opvatting, ma.ar hechten
blijkens hun gedrag en verhalen zeker zoveel waarde
aan de 1 materi~le' opvatting van de bedevaart. 'Ma
terieel' niet zozeer in de betekenis van de ver
werving van goederen, maar van lichamelijk welzijn.
Zoals in dezelfde paragraaf werd opgemerkt i111 de uit
leg van het driemanschap meer in overeenstemming met
de geldende normen dan de opvattingen van de meerder
heid der pelgrims. De leiders vervullen daardoor een
soort bufferfunktie en remmen daarmee . centrifugale
krachten binnen hun eigen gelederen af, wat er uit
eindelijk toe bijdraagt, dat afscheiding wordt voor
komen.
De grote lijn die Laeyendecker in zijn dissertatie
schetst voor het geringe aantal afscheidingen, dat
de roomskatholieke kerk na de periode van de Reforma
tie heeft gekend, wordt dus bevestigd door de ont
wikkeling van de devotie tot de Madonna van Mortsel
Bohan. Ook nu blijkt weer, dat de kerk van Rome een
huis met vele kamers is, waarin voor velen plaats is.
Tenslotte nog een laatste opmerking. Men kan zich
afvragen in hoeverre in het hier beschreven geval is
voldaan aan de voorwaarden voor de regulering van kon
flikten, zoals die door Laeyendecker z.ijn opgesteld
(zie pagina 7). Hoewel er mijns inziens wel degelijk
sprake is van het ontstaan van een konfliktgroep, zou
ik niet durven stellen dat aan de eerste, derde en vier
de voorwaarde voldaan is. De aanpak van de Antwerpse
113
bisschop is vanaf het 'begin vrij autori ta.ir geweest
en hij is er zelfs toe overgegaan om $en vrij zwaar
machtsmiddel te gebruiken door de priester Celis van
zijn taken als onderpastoor te ontheffen. overleg
en diskussie heeft dus niet plaatsgevonden, het bisdom
heeft zich tegen de devotie uitgesproken en daarmee
was voor haar de kous af. Door het gebrek aan openheid
van de kant van het bisdom, vooral inzake de redenen
voor het ontslag van Celis en de drijfveren tot het af
keuren van de devotie en het wantrouwen tegen Theunis,
wordt een werkelijk inzicht in de manier waarop het
kerkelijke gezag werkt echter zeer bemoeilijkt. Ook
al is er plaats voor een verscheidenheid aan bewoners
in het huis met de vele kamers, de machtigste bewoners
houden de archieven gesloten.
1:14
NOTEN
(1) Het leeronderzoek op basis waarvan deze skriptie
geschreven is, werd verricht van ianuari tot mei
1980. In totaal heb ik 43 mensen ge!nterviewd, waar
van er 22 behoorden tot de groepering van Theunis,
5 ex-volgelingen waren en 16 mensen waren, die op de
een of andere manier met de bedevaart of de ziener
te ma.ken ha.dden, zoals de pastoors van Bohan en van
de kloosterkerk te Mortsel, familieleden van de zie
ner, kerkelijke autoriteiten enzovoort.
Behalve door middel van interviews heb ik gege-.
vans verzameld door deel te nemen aan bedevaarten,
door het verzamelen van artikelen in kranten en tijd
schriften over de bedevaart, en door het verzamelen
en bestuderen van geschriften die door de volgelingen
van de ziener verspreid worden. Tot deze methode
van onderzoek heb ik besloten, omdat het al snel
duidelijk werd, dat de meeste volgelingen niets van
vragenlijsten over zaken als beroep, leeftijd en
dergelijke moesten hebben. Bovendien verkeerde ik
in de ongemakkelijke positie dat juist in de eerste
week van mijn verblijf in Vlaanderen een artikel
over de devotie tot de Madonna van Mortsel-Bohan
verscheen, dat erg negatief voor de pelgrims uit
pakte en de gewoonlijk al sterke afkeer van potte
kijkers nog eens extra verscherpte. Om die reden
trachtte ik mijzelf te presenteren als ge!nteresA
seerde zonder journalistieke bedoelingen. Ik reken
de erop, dat de drang tot getuigen groter zou zijn
dan de achterdocht en dat was meestal ook zo.
De gegevene zijn als gevolg van de gebruikte me
thode weinig systematisch wat betreft sociale indi
katoren als afkomst, beroep, leeftijd, inkomen en
dergelijke.
. '
115
Om praktische en financigle redenen heb ik mijn
onderzoek beperkt tot de Vlaamse en Nederlandse vol
gelingen.
(2) Zie voor de ligging van de in de tekst genoemde plaat
sen de kaart op pagina120.
(3) L. Laeyendecker,Religie en conflJ.~;:t, Meppel: Boom,
1967.
(4) Wat zich in de schemering precies heeft afgespeeld,
valt niet meer te achterhalen. Zowel Theunis als
zijn vriend uit Blankenberge houden hun verklaringen
tot op de dag van vandaag staande. Ik vermoed het
volgende:
Na een gezellig dagje uit keerden de mannen huis
waarts, Het paadje dat naar het rusthuis leidt, is
smal en er moest voorzichtig gereden worden. Aan de
rechterkant van het weggetje was een grasveld, waarop
enkele caravans stonden. Misschien mistte het ook,
Bohan ligt in een dal en het was al oktober. Het plot
selinge licht zou door de weerschijn van de koplam
pen veroorzaakt kunnen zijn en de vrouw in het lange
gewaad was misschien één van de bewoonsters van de
caravans, die zich snel uit de voeten maakte toen
ze de beide mannen uit de auto zag stappen.
Dit alles is natuurlijk puur spekulatie en het doet
niets af aan de uiteindelijke gevolgen, die hier uit
voerig beschreven worden. Uit deze beschrijving wordt
hopelijk ook duidelijk, dat ik slechts sociaal-weten
schappelijke doeleinden nastreef en geen theologische,
(5) Dit betekende overigens niet, dat de kloosterli~tFen
zich achter de verschijningen schaarden. Door deze
handelwijze ging een aantal volgelingen echter in de
steun van de kant van de Karmelieten geloven. De rol
van één van de monniken, die zich eerst in positieve
116
zin over de verschijningen uitliet, maar zijn
houding later wijzigde, heeft zeker tot het ont
staan van dit misverstand aanleiding gegeven. Zie
voor de houding van de kerkelijke overheden ten
opzichte van de Mariaverschijningen overigens pa
ragraaf 4·4.:?•
(6) Dit citaat is afkomstig uit de versie van 1978 van
het dagboek van de ziener Theunis, dat als titel
draagt AMU Ik ben uw aller moeder Konin in van
~' pagina 251.
(7) Traditioneel wordt de kombinatie van de kleuren
blauw en wit met de heilige Maagd geassoo!eerd:
Wanneer een moeder haar pasgeborene aan Maria wijd
de, verplichtte zij zich het kind tot het zevende
jaar in een va.n beide of een kombinatie van beide
kleuren te kleden. Wit als kleur van de onschuld
en maagdelijkheid zal daar zeker mee te maken heb
ben, Blauw als de kleur van Maria is waarschijn
lijk verklaarbaar uit de kleur van de mantel die
Zij bij Haar verschijningen te Lourdes droeg.
(8) Laeyendecker, !S!J.i~ie en conf)~, pagina 264.
(9) Laeyendecker, Religie en confl~Jl.i, pagina 265.
(10)B.Wils.on, Charismatisch leiderscha;e, Utrecht/Ant-
werpen: Het Spectrum, 1978, pagina 15.
(11)Van het dagboek van de ziener bestaan verschillende
versies. De eerste mij bekende versie is een gesten
cild exemplaar dat de periode april 1972 tot en met
maart 1973 bestrijkt. De tweede is beter verzorgd
en loopt van april 1972 tot en met november 1973.
De derde versie, gedrukt op half A4-formaat is zelfs
voorzien van foto's van het mirakuleuze Mariabeeld
en de verschijningsplaats in Bohan. Het beslaat de
117
periode april 1972 tot en met maart 1975. In
1978 komt tenslotte de vierde versie uit, die
het meest volledig is en gaat over de periode
april 1972 tot en met januari 1978, Deze uitga
ve is het meest verspreid onder de volgelingen
en werd in 1979 in herdruk genomen en tot pocket
formaat verkleind.
Tussen de verschillende versies bestaan onder
ling slechts geringe verschillen, een woord dat
hier of daar is weggelaten of een zinsbouw die
is gewijzigd.
In 1973 verscheen overigens bij de in kringen
van Belgische Mariavereerders welbekende uitge
verij Hovine te Marquain een Franstalig boekje
met als titel 4, Mortsel (Bel~igue) la Vi,erf;,e ,Ele,!J.
re des larmes de san~,
Citaten uit het dagboek van de ziener zijn
afkomstig uit de versie van 1978,
(12)Als hier gesproken wordt over 'gezag' en 'invloed'
ga ik uit van de volgende definitie: " ••• het ver
mogen van actoren (personen, groepen of instellin
gen) om het gedrag of de keuze van andere actoren
(ten dele) te bepalen binnen een voor die actoren
beschikbaar samenstel van gedrags- of keuzealter
natieven" (H.M,Helmers e.a., Graven naar macht,
Amsterdam: van Gennep, 19'75, pagina 37.
(13)Een duidelijk voorbeeld hiervan is te vinden in
het grondige werkje van de Franse journalist G~rard
de Sède, F~jima, enguête sur une impostur~, Parijs:
Alain Moreau, 1977,waarin hij de sociale, politieke
en religieuze kontekst analyseert, waarin de enorme groei van
het bedevaartsoord Fatima mogelijk werd.
(14)Een te Gent, Belgi~ uitgegeven boulevard-achtig
weekblad.
118
(15)Een ziener die de financi~le aspekten van zijn staat
van genade veel minder onder stoelen of banken
steekt is de uit Meulebeke (West Vlaanderen) afkom
stige George Vael, electricien van· beroep, gezegend
met de tekenen van het lijden van Christus in de
vorm van roodbruine plekken op beide handen.
Tot zijn programma van aktiviteiten behoren de
organisatie van bedevaartreizen in binnen- en bui
tenland, het beheer over de spaarrekeningen van
pelgrims die van zijn diensten gebruik maken, de
verhuur van zogenaamde 'pelgrimerende Madonna's'
met de naam Maria Rosa Mystica en tenslotte het
op poten zetten van een loterij ter financiering
van bedevaarten in de vorm van een "familiaal spel"
met een hoofdprijs van 5000 BF.
Niet al zijn klanten zijn echter even tevreden
over zijn aktiviteiten en in een pamflet, door
enkele van zijn ex-helpers opgesteld, worden over
hem enige kritische noten gekraakt in dialoogvorm,
waaruit tevens duidelijk wordt dat, hoewel men niet
in zijn begenadiging gelooft, hem toch bovennatuur
lijke krachten worden toegeschreven: 11 -Waarom beschuldigd hij zichzelf als rokken
loper? -Omdat het waar is. -Waarom lopen bepaalde mensen weg van zijn kamer?
-Omdat hij ze onder hypnose niet kan gerustlaten.
-Waarom denken de mensen dat G.V. meer is dan andere mensen?
-·Omdat hij als magl.~r kan hypnotiseren, -Wat kan George Vael? -Schelden-verwijten-zijn zakken vullen-kwaad
spreken en last but not least hypnotiseren ••• "
Zijn financi~le manipulaties hebben overigens tot
gevolg gehad, dat hij keer op keer het vertrouwen
van zijn aanhangers verloor en binnen een viertal
119
jaren drie 'besturen' versleet die waren opgezet
om de devotie tot de Ma.ria Rosa :Mystica te bevorde
ren.
(16)Van Engen wist zich waarschijnlijk ge!nspireerd
door de Nederlandse ti·tel van het door C.Evans
geschreven boek Cults of unreason: Jezus leeft en
woont 2.R..~• Amsterdam: De Arbeiderspers, 1974,
0 :Brugge
.-·-_....·-.., Kocftrijk I .
Gent 0
Wilrijk
Mortsel °5( Antwerpen 0
Massenhove
J3ru0sel eOLeuven
nede
Hasselt 0
....., :Bierbeek ·-·, ,,,,,.,,.· . __ ,",_ ....... ~, ~_,.-.. ...... __ ...........__., ". ·-· ........ ___ ./,.- ·-·-·Luik
frankrijk
Legenda
o Stad of dorp
& Verschijningsplaats
--- 'l!aalgrens
:Bergen 0 0
Charleroi
Na.men @
Beauraing lil
0 @
J3anneu.x
and ~ {l> {l> f-l c+-
<1 § tJ:I (l) f-'
O'J f-'·
""
1 .. ~
f-'· :::
Cv
c+(l) !';" m c+-
1
~ ~ 0 !\)
~ 0 0
~ ::: p. (l)
'd f-' {l> {l> c+-
"' ::: ~ <l> :::
121 AFfü~ELDINGEN
De plaats waar de heilige Maagd. voor het eerst aan Theunis en zijn vriend verscheen.
(foto M.Oomen)
De '1'heresiakerk te Mortsel, li.nks het klooster en rechts de ingang naar de kloostertuin.
11":~ A ~ D D[ MO.~TSEL
'R D'E'ATID\ REUSSiE
éJERISON COMPLETE
ê T "~[UR '.l~'.[R[o5'
1A'.'\I'\ L: LIEf'H
MOEDERKE 1 E.H ~- tC1· l'J ~:::
; ..
iojj:•·1.1:",
122
Van links naar Theunis, 'l'olpe en Celis.
rechts Krekelberg, (een ex-volgeling)
(foto J.Lenoir)
Plaquettes als dank voor verkregen gunsten in de garage van Theunis.
(foto M.Oornen)
!UNK U, l:iCEllE MIJEIJER,
vm:m AL uw l:iUNSTEN
l!l7J N.R.