magazine voor de dynamische ondernemer augustus ... · dat de bank een belangrijke begeleidingsrol...
TRANSCRIPT
173
MAGAZINE VOOR DE DYNAMISCHE ONDERNEMER AUGUSTUS - SEPTEMBER 2006
Familiebedrijven:de bank als katalysator in het opvolgingsproces
SEPA: naar een uniformeEuropese betaalruimte
Een totaaloplossing vooruw liquiditeitenbeheer
Elektronische facturatie en e-bankinghoren samen
Olierijkdommen halenRusland uit het slop
Een nieuwe portaalsitevan ING Financial Markets
Overnamefinanciering: ookeen zaak van de verkoper
inhoud
Onlangs bracht het Instituut voor het Familiebedrijf (IFB) de ‘Familiebedrijven
Barometer’ uit, die een aantal opmerkelijke resultaten aan het licht brengt over
wat er leeft bij Belgische familiebedrijven. Voor ING Onderneming was dit
een mooie gelegenheid om een rondetafelgesprek te organiseren met
ING-deskundigen over de rol die de bank kan spelen bij de complexe
opvolgingsproblematiek in familiale ondernemingen.
Het is namelijk een misverstand te denken dat de bank bij een
bedrijfsoverdracht enkel de financierings- en beleggingsaspecten ter harte
neemt. ING is uitstekend geplaatst om op te treden als katalysator in het opvolgingsproces. Als bank hebben
we de bevoorrechte positie om meestal alle partijen in het proces te kennen en om zowel de zakelijke als
privé-belangen in kaart te brengen. Het moge duidelijk zijn dat de emotionele en menselijke aspecten in het
opvolgingsproces van groot belang zijn. Dat is trouwens één van de redenen waarom ING in samenwerking
met het IFB een training heeft uitgewerkt voor alle relatiebeheerders om ook meer alert te zijn voor die
‘zachte’ factoren.
Daarbij aansluitend schenken we aandacht aan de rol van ING als professionele bemiddelaar bij
bedrijfsovernames, en meer bepaald aan het belang van de financieringsaspecten in hoofde van de verkoper.
Banken worden steeds meer onderworpen aan internationale wetten, regels en politieke beslissingen. Zo staat
op het vlak van payments & cashmanagement een kleine revolutie voor de deur in Europa. Met de Single Euro
Payments Area (SEPA), een beslissing die voortvloeit uit de Europese top van Lissabon, worden alle betalingen
in de eurozone binnen een paar jaar ‘binnenlandse betalingen’. Als innovatieve bank heeft ING de strategische
beslissing genomen om zwaar te investeren in het SEPA-project. Bovendien brengt ING als eerste Europese
bank nog voor de deadline van 2008 de eerste SEPA-producten op de markt.
Alvast veel leesgenot!
Luc Truyens
Directeur Belgische Ondernemingen en Institutionelen
editoriaal
173AUG. - SEPT. 2006
FINANCIEEL BELEIDFamiliebedrijven: de bank als katalysator in het opvolgingsproces 3Dossier: Overnamebemiddeling - Deel 2Overnamefinanciering: ook een zaak van de verkoper 6
ACTUEELSEPA: naar een uniforme Europese betaalruimte 9
FINANCIEEL BELEIDEen totaaloplossing voor uw liquiditeitenbeheer 11Elektronische facturatie en e-banking horen samen 13
BUITENLANDSE HANDELDossier: BRIC-landen - Deel 4Olierijkdommen halen Rusland uit het slop 15
FISCALE KNIPOOGEnkele fiscale tips die belangrijk kunnen zijn voor uw bedrijf 18
IN ‘T KORTEen nieuwe portaalsite van ING Financial Markets 19
2
Redactiecomité:G. Busseniers
M.-F. HolemansA. JanssensC. Léonard
J. LievensV. Manneback
Ph. PicronP. WalkiersA. Willocx
Hoofdredacteur:V. Thielemans
Medewerkers aan de redactie van dit nummer:
financieel beleidV. Beeckmans
X. BocquetJ. Bonte
A. ClevenD. EechaudtA. Janssens
C. LuytenS. Mores
R. RosiersM. Smets L. Truyens
B. Vervischactueel
A. JanssensF. Taal
buitenlandse handelJ. Lievens
F. Vermeerschfiscale knipoog
J. Matsaertin ’t kort
W. Van Genechten
Ondertekende artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.
ING Onderneming©
Het reproduceren van teksten uit dit tijdschrift is
toegestaan mits bronvermelding.Foto’s, lay-out en illustraties zijn eigendom van Publitec.Alle rechten voorbehouden.
ISSN nr. 1379-7123
Elke briefwisseling moet worden gericht aan INGMevr. V. Thielemans
Marnixlaan 24 - 1000 BrusselTel.: 02-547 77 34 - Fax: 02-547 31 19
E-mail:[email protected]
Internet:www.ing-ondernemingmagazine.be
Aanvraag gratis abonnement:www.ing-ondernemingmagazine.be
Realisatie:Publitec-MarkCom nv
1702 Groot-BijgaardenTel. 02-482 36 46 - Fax 02-482 36 47
ING Onderneming est également édité en français.
V.U.: A. BiebuyckSint-Michielswarande 60
1040 Brussel
ING België NV Marnixlaan 24 - B-1000 Brussel
RPR BrusselBTW BE 0403.200.393
BIC (SWIFT): BBRUBEBBRekening: 310-9156027-89
(IBAN: BE45 3109 1560 2789)
3
Begin 2006 peilde het marktonderzoekbureau
InSites in opdracht van het Instituut voor het
Familiebedrijf (IFB) naar wat er leeft bij Belgische fami-
liebedrijven. De resultaten van het onderzoek werden
gebundeld in de ‘Familiebedrijven Barometer’.
We legden enkele opmerkelijke bevindingen voor aan
een deskundig ING-panel: Xavier Bocquet, Director
Wealth Analysis & Planning ING Private Banking; Jean-
Philippe Bonte, Director Wholesale Banking Corporate
Finance; Didier Eechaudt, Private Banker Regio Oost-
Vlaanderen; René Rosiers, Head M&A Middle Market;
Luc Truyens, Directeur Ondernemingen en Institutionelen
België en Bruno Vervisch, KMO-Manager Business
Centre Gent.
Waarom heeft ING een partnerschap
afgesloten met het Instituut voor het
Familiebedrijf?
Luc Truyens: “70% van onze ondernemingscliën-
ten zijn familiebedrijven. Meestal is het bedrijf het
belangrijkste onderdeel van het familiepatrimonium,
maar ook het element waarvoor het moeilijkst een
oplossing te vinden is. Een paar jaar geleden nam het
Instituut voor het Familiebedrijf met ons contact op
met het oog op een mogelijke samenwerking. Als ken-
niscentrum voor de familiebedrijven kunnen ze fami-
liebedrijven voorzien van specifieke knowhow en
begeleiding inzake management, strategie en bestuur.
Intussen is het Instituut voor het Familiebedrijf (IFB) in
Vlaanderen uitgegroeid tot de referentie bij uitstek op
het vlak van professionalisering van familiale onderne-
mingen. Wij zijn dan ook verheugd dat we van in den
beginne samenwerken met het IFB. Bovendien liggen
ING en het IFB samen aan de basis van de oprichting
van l’Institut de l’Entreprise Familiale die dezelfde rol
wil spelen voor Franstalige familiebedrijven. Tot hun
missie behoort: onderzoek, vorming, netwerking en
internationale contacten. Wij wensen onze cliënten
toegang te geven tot die expertise. Onze aanpak over-
stijgt bijgevolg in ruime mate de financiële aspecten.”
Uit de enquête van het IFB blijkt dat 44%
van de familiebedrijven al bezig is met de
planning van de opvolging...
Didier Eechaudt: “Dat is een zeer bemoedigend
cijfer, maar in de praktijk stel ik vast de meeste KMO’s
die problematiek nog onvoldoende onder ogen zien.
Zowel op het vlak van de opvolging als de successie-
regeling is de situatie vaak schrijnend. Ik denk dan ook
dat de bank een belangrijke begeleidingsrol kan ver-
vullen.”
Luc Truyens: “We moeten twee niveaus onder-
scheiden. Sommige familiale ondernemers zijn niet
bezig met de opvolging, anderen weten niet hoe ze het
moeten aanpakken. Het nadeel is dat ze dan vaak hun
toevlucht zoeken in een gemakkelijkheidoplossing en
hun bedrijf verkopen. Geld is immers zeer gemakkelijk
te verdelen. Onze rol als bankier bestaat erin die mate-
rie bespreekbaar te maken, maar ook regelmatig aan
financieel beleid
Familiebedrijven: de bank alskatalysator in het opvolgingsproces
Een goede regeling voor de opvolging is onontbeerlijk om de toekomstvan een familiebedrijf te verzekeren, en ook de overdracht van hetpatrimonium dient piekfijn te worden geregeld om de harmonie in defamilie niet te verstoren. Op beide terreinen kan de bank eenprominente rol spelen.
Het IFB is in Vlaanderenuitgegroeid tot dereferentie bij uitstek ophet vlak vanprofessionalisering vanfamiliale ondernemingen.
4
te kaarten om de vinger aan de pols te houden. De
Scorecard Opvolging© van het Instituut voor het
Familiebedrijf is overigens een uitstekend instrument
om het opvolgingsproces op te volgen en de pijnpun-
ten bloot te leggen. De opvolging is immers een com-
plex en langdurig proces waaraan allerlei emotionele,
erfrechtelijke en andere aspecten verbonden zijn. Wij
hebben als bank de meest brede kijk op de situatie van
de cliënt omdat we alle betrokken partijen kennen: de
bedrijfsleider, zijn familie, de aandeelhouders… Op die
manier zijn wij uitstekend geplaatst om het opvol-
gingsproces te begeleiden. Ik zie onze rol dan ook als
een katalysator die het opvolgingsproces vergemakke-
lijkt en versnelt, en ook als generalist die het proces
coördineert en in goede banen leidt. Een aantal zaken
kunnen we zelf regelen, andere kunnen we doorver-
wijzen naar experts.”
Didier Eechaudt: “Vaak wordt gedacht dat de
opvolging in orde is wanneer er een regeling is uitge-
werkt voor de aandelen. Maar het continuïteitsaspect
is minstens even belangrijk. Het is niet meteen onze
taak om een oordeel te vellen over de opvolger, maar
we kunnen de cliënt wel doorverwijzen naar adviseurs.
Voor de juridische, technische en financiële uitwerking
hebben wij uiteraard de nodige expertise in huis.”
Is het wel de taak van de bank om het
opvolgingsproces te begeleiden?
Luc Truyens: “Als bank hebben we er natuurlijk alle
belang bij dat de continuïteit van de onderneming niet
in het gedrang komt. Als de opvolgingsproblematiek
niet grondig wordt aangepakt, kunnen er gigantische
problemen ontstaan. De onderneming verzeilt in een
patstelling, er worden geen beslissingen meer geno-
men, investeringen worden uitgesteld, er ontstaat on-
enigheid over dividenden… Soms verlaten kinderen
het bedrijf omdat hun ouders te lang wachten met de
opvolgingsregeling. Een belangrijk advies is dan ook:
begin er op tijd aan!”
Wat is ‘op tijd’?
René Rosiers: “Een opvolgingsregeling is een
bedrijfsgebonden kwestie die zich altijd stelt, los van
leeftijd en familiale situatie. Als de bedrijfsleider-aan-
deelhouder, die de motor is achter het bedrijf, wegvalt,
komt de continuïteit in gevaar. En hoe kleiner het
bedrijf, hoe prangender het probleem.”
Bruno Vervisch: “We moeten een onderscheid
maken tussen het fiscaal-juridische successieluik en
het opvolgingsluik. Het eerste is vandaag beter en op
jongere leeftijd bespreekbaar geworden. Sommige
bedrijfsleiders hebben al op veertig-, vijftigjarige leef-
tijd een overdrachtregeling uitgewerkt voor de kinde-
ren, bijvoorbeeld via een Stichting Administratie-
kantoor, maar blijven als manager de teugels nog
lange tijd in handen houden.”
Xavier Bocquet: “Een oplossing voor de overdracht
van de eigendom staat los van de opvolgingsregeling.
En afhankelijk van de visie en de objectieven van de
bedrijfsleider voor de toekomst van zijn bedrijf, zijn er
tal van mogelijkheden om een technische regeling uit
te werken.”
Luc Truyens: “Uit verschillende studies blijkt dat
een bedrijfsleider idealiter rond zijn zestigste de opvol-
ging toch moet geregeld hebben. Het is ook belangrijk
dat hij zich een nieuwe rol toebedeelt, bijvoorbeeld
van de dagdagelijkse leiding naar een adviseursfunc-
tie. Vaak worstelt een ondernemer met de vraag of zijn
zoon of dochter wel voldoende bekwaam is om het
bedrijf te leiden, terwijl hij toch wenst dat de onderne-
ming in familiale handen blijft. In dat geval kan het
aantrekken van een extern management een goede
oplossing zijn.”
Jean-Philippe Bonte: “Er is een duidelijke tendens
naar professionalisering. De tijd dat de zoon van de
baas automatisch in de directeurszetel belandt, is
voorbij. Wat de leeftijd betreft, moet u niet alleen kij-
ken naar die van de overdrager, maar ook naar die van
de opvolger. Als die laatste 35, 40 jaar wordt zonder
een concreet perspectief om de scepter over te nemen,
vergroot de kans dat hij uitziet naar een carrière
elders.”
René Rosiers: “Professionalisering is een tendens
die we vooral waarnemen bij de iets grotere KMO’s. De
Raad van Bestuur is er niet langer een decorum, maar
een orgaan dat regelmatig samenkomt, waarin steeds
vaker externen zetelen, waar beslissingen worden
genomen en opgevolgd enzovoort. Een professionele
Raad van Bestuur kan dan ook heel wat problemen
opvangen tijdens de opvolgingsfase. Maar hoe kleiner
het bedrijf, hoe belangrijker de rol van de bedrijfslei-
der-aandeelhouder en hoe schrijnender de problemen
als hem iets overkomt. Als er bij een noodgeval niets
geregeld is, dan verliest het bedrijf heel wat van zijn
waarde, en die degradatie gaat bijzonder snel.”
Wat is de rol van de Private Banker in de
opvolgingsregeling?
Xavier Bocquet: “De regeling van het privé-luik
neemt eveneens tijd in beslag en ook op dat vlak
bestaan geen standaardoplossingen. Bij kleinere
ondernemingen wensen de ouders vaak dat de over-
Vaak wordt gedacht datde opvolging in orde iswanneer er een regelingis uitgewerkt voor deaandelen, maar hetcontinuïteitsaspect iseven belangrijk!
Bruno Vervisch, KMO-Manager
Business Centre Gent
René Rosiers, Head M&A
Middle Market
Luc Truyens, Directeur
Ondernemingen en
Institutionelen België
5
Xavier Bocquet, Director
Wealth Analysis & Planning
ING Private Banking
Jean-Philippe Bonte, Director
Wholesale Banking Corporate
Finance
Didier Eechaudt, Private Banker
Regio Oost-Vlaanderen
Tussen de onderneming,de familie en deaandeelhouders kunnenconflicten rijzen die doorhet creëren van fondsenoplosbaar worden. Debank kan aan diebehoeftetegemoetkomen viaallerhande technieken enfinanciële oplossingen.
nemende zoon of dochter 100% van de eigendom in
handen krijgt, of ten minste de kans daartoe krijgt.
Anderen willen dat alle kinderen gelijk vertegenwoor-
digd worden in de aandelenstructuur. Op het vlak van
financiële structureringen kan de bank tal van moge-
lijkheden aanbieden, en kinderen of ouders die cash
krijgen uitgekeerd, kunnen via Private Banking een
aangepaste oplossing vinden voor hun beleggingspor-
tefeuille. De departementen Private Banking en
Ondernemingen werken dus hand in hand om beide
aspecten parallel te behandelen.”
Luc Truyens: “De Private Banker is een fantastisch
klankbord dat heel wat ideeën kan spuien betreffende
financiële structuren. Eens er een duidelijke visie is
over wat moet worden geregeld, kunnen de specia-
listen van de bank een ‘second opinion’ geven, want
we gaan die regeling natuurlijk nooit alleen uitwerken,
maar in samenwerking met adviseurs. Een familiale
regeling kan er ook in bestaan dat er liquiditeit wordt
gecreëerd om tot een harmonie te komen in het aan-
deelhoudersschap. Tussen de onderneming, de familie
en de aandeelhouders kunnen conflicten rijzen die
door het creëren van fondsen oplosbaar worden. De
bank kan aan die behoefte tegemoetkomen via aller-
hande technieken en financiële montages.”
Didier Eechaudt: “Als Private Banker ontfermen wij
ons over het geheel van het vermogen van onze cliën-
ten, zowel bezittingen als schulden, en dat in al zijn
aspecten. Aangezien de onderneming meestal het
belangrijkste onderdeel vormt van dat vermogen, is
een multidisciplinaire aanpak aan de orde. Dat bete-
kent dat de Private Banker best eerst ervaring opdoet
als relatiebeheerder ondernemingen, of in het departe-
ment Corporate Finance. In tegenstelling tot vroeger, is
de moderne Private Banker minder productgedreven
en meer oplossinggericht, terwijl de perceptie in de
markt nog vaak beperkt blijft tot die van loutere ver-
mogensbeheerder.”
Een ander opmerkelijk cijfer: ongeveer de
helft van de respondenten werden in het
afgelopen jaar benaderd om hun bedrijf te
verkopen.
René Rosiers: “De overnamemarkt doet het bijzon-
der goed omdat alle beïnvloedende factoren gunstig
zijn: een lage rentestand, een stevige conjunctuur en
de aanwezigheid van enorme cashoverschotten.
Daarbij komt nog de druk van financiële spelers die
voortdurend op zoek zijn naar interessante transacties.
Anderzijds moeten we dat cijfer nuanceren, want er
zijn tal van professionele en gelegenheidsbemidde-
laars die de markt aftasten. Een ondernemer die in dat
kader benaderd wordt, interpreteert dat al gauw als
een verzoek om te verkopen.”
Jean-Philippe Bonte: “Ook de globalisering speelt
een rol. Veel bedrijfsovernames kaderen in de zoek-
tocht naar synergieën en de verovering van nieuwe
markten. Dit zijn onvermijdelijk grensoverschrijdende
transacties. ING is dankzij het netwerk goed geplaatst
om dergelijke operaties te begeleiden; twee recente
transacties die Corporate Finance heeft afgerond,
waren typische verkopen van Belgen aan buitenlandse
investeerders.”
Schenkt de overheid voldoende aandacht
aan de opvolgingsproblematiek?
Xavier Bocquet: “Zowel Vlaanderen, Brussel als
Wallonië hebben een zeer gunstig fiscaal kader
geschapen, maar het is frappant hoe weinig mensen
op de hoogte zijn van alle mogelijkheden. Zo weet
77% van de familiebedrijven niet of ze kunnen genie-
ten van het Vlaamse successiedecreet. Vaak denkt men
onterecht dat er onoverkomelijke voorwaarden aan
verbonden zijn, of dat het niet van toepassing is op zijn
activiteit.”
Bruno Vervisch: “Ook op het vlak van financiële
stimuli is er tegenwoordig heel wat mogelijk. Ik denk
aan de initiatieven van het Participatiefonds, het ver-
nieuwde Waarborgfonds, de nieuwe structuur van BAN
Vlaanderen, ARKimedes, Sherpa Invest, de service van
Sowalfin… ”
Luc Truyens: “De overheid vindt trouwens dat
ondernemingen onvoldoende gebruik maken van alle
mogelijkheden die hen ter beschikking worden
gesteld. Dat is ook een van de redenen waarom we in
het najaar een campagne zullen voeren om meer
ruchtbaarheid te geven aan alle overheidsinitiatie-
ven.” ■
EXTRA INFOSURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:17303.ing-ondernemingmagazine.be
• Nuttige links
6
financieel beleid
In het vorige nummer van ING Onderneming kon u
kennismaken met de rol van ING als financier en advi-
seur van kopers van ondernemingen. De financiering
van een bedrijfsovername is echter niet alleen de zaak
van de koper, ook de verkoper heeft er alle belang bij
het financieringsaspect grondig te bekijken. De haal-
baarheid van de financiering is immers vaak doorslag-
gevend voor de haalbaarheid van de transactie. En wie
is beter geplaatst om daarover te oordelen dan een
bank als ING, die kan bogen op een lange ervaring in
kredietverlening aan ondernemingen, en in financie-
ring van bedrijfsovernames in het bijzonder?
René Rosiers, Head M&A Middle Market ING geeft
u vier redenen waarom u als verkoper de overnamefi-
nanciering van nabij dient te bekijken, en waarbij zijn
team u als verkoper perfect kan adviseren.
ONDERZOEK VAN DE ONTHAALSTRUCTUUR
Stel u voor dat u na lang en moeizaam onderhan-
delen met een kandidaat-overnemer tot de vaststelling
moet komen dat hij – als puntje bij paaltje komt – de
financiering niet rond krijgt. Om u dergelijke onaange-
name verrassingen te besparen, onderzoekt ING in een
zeer vroeg stadium de onthaalstructuur waarmee de
kandidaat-koper de overname denkt te kunnen realise-
ren. Hoe zwaar weegt de kandidaat-koper financieel
gesproken? Hoe kredietwaardig is hij eigenlijk? En,
uiterst belangrijk: wat is de debt/equity ratio (de ver-
houding tussen schuldenlast en eigen kapitaal) waar-
mee de overname zal betaald worden? Dat laatste is
bepalend voor de eigen inbreng van de kandidaat-
koper en de grootte van het krediet voor overnamefi-
nanciering waarop hij denkt te kunnen rekenen om de
transactie rond te krijgen.
Een dergelijk onderzoek is uiteraard niet nodig als
de kandidaat-koper een al dan niet beursgenoteerde
groep is die een jaarverslag kan voorleggen. Maar als
de kandidaat-koper een nobele onbekende is, dan
beschouwt ING het als haar opdracht als bemiddelaar
om vooraf uit te pluizen of de middelen die noodzake-
lijk zijn voor de financiering van de overname wel
beschikbaar zijn. Of, zo niet, of ze op korte termijn zul-
len aanwezig zijn. Dat kan bijvoorbeeld worden aan-
getoond via een ‘letter of comfort’ van de bank van de
kandidaat-koper. Door in het beginstadium van het
verkoopproces een klaar inzicht te verwerven in de
mogelijke financiering en bijgevolg de betaling van de
transactie, kunt u samen met ING met gerust gemoed
de onderhandelingen aanvatten.
Om u onaangenameverrassingen tebesparen, onderzoektING in een zeer vroegstadium deonthaalstructuurvooropgesteld door dekandidaat-koper.
DOSSIER: OVERNAMEBEMIDDELING – DEEL 2
Overnamefinanciering:ook een zaak van de verkoper
Als u van plan bent uw bedrijf te verkopen, neemt u het best eenprofessionele bemiddelaar onder de arm die uw belangen niet alleenmet hart en ziel verdedigt, maar bovendien de transactie ook financieelkan bekijken door de bril van de kandidaat-koper. Voeg daarbij meerdan een halve eeuw expertise in overnamebemiddeling, en u komtonvermijdelijk uit bij ING.
7
INZICHT IN DE WAARDEBEPALING
Een andere reden waarom het financieringsaspect
ook de verkopende partij aanbelangt, is dat een trans-
actie vaak slechts haalbaar is in de mate waarin ze
financierbaar is. Met andere woorden: de financier-
baarheid van de transactie zegt iets over de haalbaar-
heid van de door de verkoper geformuleerde verwach-
tingsprijs. Een koper zal immers pas bereid zijn om uw
bedrijf over te nemen in de mate dat hij gelooft dat de
toekomstige resultaten ervan voldoende groot zullen
zijn om de terugbetaling van de overnamefinanciering
in kapitaal en interesten mogelijk te maken, en dat
binnen een redelijke termijn. In de regel varieert de
looptijd voor een overnamefinanciering van vijf tot
hoogstens acht jaar. Geen enkele bank zal in principe
bereid worden gevonden om een financiering toe te
staan die over een langere periode loopt. De analyse
van het financieringsaspect geeft u bijgevolg een bij-
komende indicatie betreffende de haalbaarheid van de
waardebepaling van uw onderneming.
GERUSTSTELLING OVER DE CONTINUÏTEIT
Het is niet omdat u uw onderneming te koop aan-
biedt, dat u niet langer begaan zou zijn met haar toe-
komst. U beseft als geen ander dat uw bedrijf een
belangengemeenschap vertegenwoordigt, van perso-
neel, klanten, leveranciers, overheid… Daarom ver-
kiest u waarschijnlijk een kandidaat-koper die vermoe-
delijk zal kunnen instaan voor de continuïteit van uw
bedrijf en die bijgevolg geen al te zware financiële
lasten legt op de onderneming. Vaak heeft een onder-
neming immers behoefte aan bankkredieten op korte,
middellange en lange termijn voor de financiering van
haar activiteiten. Als een koper zich te diep in de
schulden werkt voor de overname, voegen zich bij de
bestaande financiële lasten overdreven extra lasten
om de overname terug te betalen. Dat kan het nood-
zakelijke financiële evenwicht in de balansverhoudin-
gen verstoren en bijgevolg de continuïteit van de
onderneming in gevaar brengen. Veel bedrijven komen
immers niet zozeer in moeilijkheden door een acute
rendementscrisis, dan wel door een plotse liquiditeits-
crisis die ze niet binnen een redelijke termijn opgelost
krijgen. Inzicht in de overnamefinanciering geeft u bij-
gevolg een bijkomend inzicht in de mogelijke continuï-
teit van uw onderneming na de overname.
BEPALING VAN DE UITGESTELDE BETALING
Een koper kan een bedrijfsovername financieren
door vier verschillende bronnen aan te boren. Naast
eigen middelen en bankkredieten op korte en middel-
lange termijn, kan hij ook een beroep doen op de
inbreng van een financiële investeerder (bijvoorbeeld
via een achtergestelde lening of een converteerbare
obligatielening of andere middelen die worden gelijk-
gesteld aan eigen vermogen). Maar ook u als verkoper
kunt de koper een krediet toestaan door hem voor een
deel van de betaling van de prijs uitstel te verlenen.
Een betalingsuitstel van een deel van de koopsom of
vendor loan is een krachtig signaal naar de koper toe
dat u vertrouwen hebt in de toekomstige ontwikkeling
van de onderneming. Dat verkoperskrediet vertegen-
woordigt uiteraard een risico dat bijgevolg vakkundig
dient te worden geanalyseerd. Ook op dat vlak staat
ING in een ‘pole position’ vanwege haar ruime experti-
se op het vlak van kredietverlening. Laten we de
modaliteiten van de vendor loan even overlopen:
Rentedragend karakter
De eerste vraag die vanzelfsprekend ook bij dit
krediet rijst, is: hoeveel bedraagt de rente? Naargelang
de appreciatie van het risico, kan de verkoper een niet-
rentedragend krediet toestaan of een ‘soft loan’ met
bijvoorbeeld een symbolische interest van 1%, tot een
krediet waarvan de rente gekoppeld is aan de EURI-
BOR of de OLO plus een bepaalde marge, uitgedrukt in
basispunten van de rente (100 basispunten = 1 pro-
cent). Bijvoorbeeld: een vendor loan met een rente die
gelijk is aan de EURIBOR op twaalf maanden, ver-
hoogd met 300 basispunten, of aan de OLO op vijf jaar,
verhoogd met 200 basispunten.
Terugbetaling
De tweede modaliteit betreft de terugbetaling van
de vendor loan: wat is de terugbetalingstermijn? Wat
zijn de vervaldagen? In uitzonderlijke gevallen kan
gekozen worden voor een type ‘bullet’ (= integrale
terugbetaling op de vervaldag) of een ‘krediet tot
nader bericht’, dus zonder vervaldag. De opvraagbaar-
heid gebeurt dan op eerste verzoek, meestal met een
vooropzeg van een, drie, zes, twaalf maanden. In de
meeste gevallen is het krediet echter terugbetaalbaar
in schijven op vooraf bepaalde vervaldagen.
Waarborgen
Net zoals bij een klassiek bankkrediet, kan de ver-
koper ook voor een vendor loan een aantal waarbor-
gen bedingen. Dat kan zijn: een bankwaarborg, het in
pand geven van een bepaald aandelenpakket van het
overgenomen bedrijf bij een bank, een persoonlijke
borgstelling van de overnemer enzovoort.
Achterstelling
Een vierde en laatste modaliteit heeft betrekking
op de vraag of de vendor loan al dan niet een achter-
gestelde lening is. Wordt het verkoperskrediet pas
terugbetaald wanneer alle andere schulden zijn afge-
lost (een algemene achterstelling), of betreft het een
René Rosiers,
Head M&A Middle Market ING
Als een koper zich tediep in de schuldenwerkt voor de overname,voegen zich bij debestaande financiëlelasten overdreven extralasten om de overnameterug te betalen, wat decontinuïteit van deonderneming in gevaarkan brengen.
Een betalingsuitstel vaneen deel van dekoopsom of ‘vendorloan’ is een krachtigsignaal naar de kopertoe dat u vertrouwenhebt in de toekomstigeontwikkeling van deonderneming.
8
bijzondere achterstelling waarbij de lening bijvoor-
beeld enkel is achtergesteld ten opzichte van de bank-
kredieten? Of waarbij de vendor loan evenredig
(pondspondsgewijs) met het bankkrediet wordt terug-
betaald?
HET BELANG VAN DE VENDOR LOAN
Over het al dan niet toestaan van een vendor loan
dient absolute duidelijkheid te bestaan voor de marke-
tingfase van de transactie begint. Voor sommige ver-
kopers is een dergelijk uitstel van betaling immers
onbespreekbaar, andere vinden het vanzelfsprekend.
De bespreking van het thema van de vendor loan
behoort tot de standaardprocedure die ING met u
doorloopt bij de voorbereidende besprekingen van de
overname. Klaarheid dienaangaande vooraf kan fric-
ties en kostbaar tijdverlies tijdens de onderhandelin-
gen voorkomen.
In sommige gevallen kan een verkoper de voorkeur
geven aan een minder kapitaalkrachtige kandidaat-
koper, omdat zijn toekomstvisie voor het bedrijf het
dichtst aansluit bij de eigen verwachtingen. In dat
geval kan hij die kandidaat-koper een grotere vendor
loan toestaan zodat zijn bedrijf in handen komt van de
koper door wie hij zich het sterkst aangesproken voelt.
WAARBORGEN AAN DE KOPER
Bij elke overnameonderhandeling komt er een
moment waarop de koper harde waarborgen wil dat
het dossier van de onderneming die hij overneemt ook
klopt met de realiteit. Dat er met andere woorden geen
ondergewaardeerde of verborgen passiva zijn, of som-
mige activa niet overgewaardeerd werden.
Waarborgen tegen mogelijke ‘lijken in de kast’ als het
ware… Vaak wordt dat probleem opgelost door de
koper een bankwaarborg toe te kennen, of te werken
met een ‘escrow account’ (een geblokkeerde rekening
die slechts kan worden vrijgegeven als gevolg van een
akkoord tussen koper en verkoper). Maar de verkoper
kan de overnemer ook toestaan om een deel van de
overnameprijs gespreid te betalen in de tijd. In dat
geval kan het betalingsuitstel ook dienen als een vorm
van waarborg voor de koper. Een variant daarop is dat
het uitgestelde deel van de overnameprijs wordt
gekoppeld aan de toekomstige prestaties van de
onderneming.
EEN STERKE ONDERHANDELAAR
Redenen genoeg dus waarom u zich als verkopen-
de partij ook moet buigen over het aspect van de
financiering van de overname van uw bedrijf. En waar-
om u het best kiest voor ING om het verkoopproces te
begeleiden. ING kruipt immers in de huid van uw
tegenpartij om na te gaan hoe hij de overname kan
financieren. Dat gebeurt door het inschakelen van een
team van experts die een ontwerp van financiële con-
structie op touw kunnen zetten dat verdedigbaar is bij
de kredietinstanties van de bank. ING verschijnt bijge-
volg aan de onderhandelingstafel met kennis van
zaken en detecteert in een heel vroeg stadium moge-
lijke zwaktes bij de kandidaat-kopers.
De doorlichting van de financiële slagkracht van
de kandidaat-overnemers gebeurt al in de niet-binden-
de fase van de onderhandelingen waarin kandidaat-
kopers voor het eerst een indicatief bod uitbrengen op
de onderneming. Op die manier kan al een eerste
selectie worden gemaakt van de potentiële overne-
mers. Daardoor bespaart u heel wat tijd, vermijdt u
mogelijke problemen op het vlak van discretie door
aan tafel te gaan zitten met kandidaten die uiteindelijk
financieel zullen moeten afhaken, en krijgt u de beste
waarborg dat u uw onderneming tegen een marktcon-
forme prijs verkoopt aan een overnemer die meer dan
waarschijnlijk kan instaan voor de toekomst van uw
onderneming. ■
EXTRA INFOSURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:17306.ing-ondernemingmagazine.be
• Nuttige links
De lijst van aanpassingen die nodig zijn voor SEPA
is lang: het vervangen van de nationale rekeningnum-
mers door internationale rekeningnummers, de aan-
passing van de formaten van overschrijvingen en
domiciliëringen, de technische adaptaties die nodig
zijn voor een universeel gebruik van de betaalkaarten
binnen Europa, de upgrade van de software voor het
elektronisch bankieren, het scheppen van een uniform
wettelijk kader enzovoort. Over de achtergrond, de uit-
dagingen, de huidige stand van zaken en de toekomst
van SEPA praten we met Frank Taal, Global Head ING
PCM Product, Channel & Solution Management. We
publiceren hier het eerste deel van het interview, het
tweede deel kunt u lezen in het volgende nummer van
ING Onderneming.
EEN POLITIEK PROJECT DAT VIA
ZELFREGULERING WORDT UITGEVOERD
Waar komt het idee van SEPA vandaan?
Frank Taal: “SEPA vloeit voort uit de strategische
beslissing van de Europese top van Lissabon van maart
2000, om tegen 2010 van de Europese Unie de meest
competitieve regio ter wereld te maken. Een van de
elementen die nodig zijn om die ambitieuze doelstel-
ling te bereiken, is de creatie van een Europese betaal-
markt waarbij de betalingsverschillen tussen de lidsta-
ten verdwijnen en alle betalingen binnen Europa
‘binnenlandse betalingen’ worden. Omdat er nog een
conversieprobleem bestaat tussen de verschillende
muntsoorten, blijft SEPA in een eerste fase beperkt tot
de huidige twaalf lidstaten die de euro als nationale
munteenheid hebben, plus Slovenië die de eurozone in
2007 vervoegt.”
Hoe hebben de Europese banken zich
georganiseerd om SEPA te realiseren?
Frank Taal: “De Europese banken hebben in 2002
de European Payments Council (EPC) opgericht om
SEPA via zelfregulering tot stand te brengen. Zonder
dat initiatief zou de Europese Commissie waarschijnlijk
SEPA bij wet hebben opgelegd, naar het voorbeeld van
de pricing regulation, die de prijs voor grensoverschrij-
dende eurobetalingen onder de 12.500 euro gelijk-
schakelde met die voor binnenlandse betalingen. In de
EPC zetelen vertegenwoordigers van de coöperatieve
banken, de spaarbanken en de commerciële banken
van alle lidstaten. Nederland en België hebben er elk
vier afgevaardigden, ING wordt er vertegenwoordigd
De eerste SEPA-producten moetengereed zijn tegen 1 januari 2008, tegen2010 moet de migratievan de bestaandebetaalinstrumenten naarde nieuwe SEPA-producten al een forseind gevorderd zijn.
9
actueel
SEPA: naar een uniforme Europese betaalruimte
Vanaf 2008 wordt het binnen de eurozone mogelijk om viaoverschrijvingen, domiciliëringen en betaalkaarten even vlot te betalenals vandaag het geval is binnen de grenzen van een land.SEPA, de Single Euro Payments Area, stelt de bankwereld voor eenbijzonder grote uitdaging.
Binnen de EPC zijn ertwee Europesestandaardengedefinieerd: een voorde European CreditTransfer (overschrijving)en een voor de PanEuropean Direct Debet(domiciliëring).
door Robert Heisterborg, General Manager Payments
and Cash Management ING.”
EEN KRAPPE PLANNING
Hoe verloopt de planning voor SEPA?
Frank Taal: “Begin 2004 publiceerde de EPC een
white paper met de verbintenis om SEPA te ontwikke-
len, waarbij de eerste producten moeten gereed zijn
tegen 1 januari 2008, tegen 2010 moet de migratie
van de bestaande betaalinstrumenten naar de nieuwe
SEPA-producten al een fors eind gevorderd zijn. Over
hoelang die overgangsperiode zal duren, is nog een
discussie aan de gang. Oorspronkelijk oordeelde de
Europese Commissie dat de hele operatie binnen het
jaar diende te worden afgerond, maar inmiddels is bij
alle partijen – ook de Europese Commissie en de
Europese Centrale Bank – het besef gegroeid dat dit
een onhaalbare kaart is. Het is nu eenmaal ondenkbaar
om miljoenen cliënten in een dergelijk snel tempo te
doen overschakelen op de nieuwe producten.
Is die planning realistisch?
Frank Taal: “In tegenstelling tot de euro die bij wet
werd geïntroduceerd, is SEPA een zelfregulerend pro-
ject, waaraan bijgevolg meer risico’s verbonden zijn.
Bovendien is het een beduidend groter project dan de
omschakeling naar de euro. Nu de deadline in zicht
komt, begint het bewustzijn van de omvang van het
veranderingsproces pas door te dringen. Maar er is
geen weg terug omdat het engagement van de banken
naar de politieke wereld toe al veel te ver gevorderd is.”
DE UITDAGING VAN DE HARMONISERING
Wat is er nodig om de nieuwe producten
tegen 2008 mogelijk te maken?
Frank Taal: “De eerste vereiste is het vastleggen
van nieuwe standaarden. Momenteel verschillen de
betaalproducten in alle opzichten van elkaar: de tech-
nische aspecten (formaten), het wettelijke kader, de
prijsstructuur, de processingtijden, het al dan niet wer-
ken met mandaten… Om u een voorbeeld te geven:
voor het terugdraaien van een betaling via domicilië-
ring hebt u in België vier dagen, in Nederland dertig, in
Duitsland zes weken en in het Verenigd Koninkrijk is de
termijn onbepaald. In België wordt voor een domicilië-
ring gewerkt met mandaten, geadministreerd door de
bank, in Nederland met een incassovergunning die bij
misbruik kan worden ingetrokken. Ook het aantal ver-
werkingsdagen van een overschrijving loopt sterk uit-
een. In België en Nederland staat het geld al na één
dag op de rekening, in Italië of Spanje pas na twee tot
vier dagen. België en Nederland zijn niet alleen het
snelst, maar ook het goedkoopst. Een overschrijving is
bij ons gratis (of er is hooguit een pakkettarief), in
Italië is het heel normaal om voor een betaling twee
euro te vragen, plus nog eens twee dagen valutering.
In België is dat laatste bij wet verboden, in Nederland
mag het nog wel, maar het wordt beperkt toegepast.
U merkt dat het een enorme uitdaging is om dat alle-
maal te harmoniseren. Bovendien zijn er grote belan-
genverschillen tussen de lidstaten. Een Spaanse spaar-
bank kan bijvoorbeeld heel wat verliezen, terwijl een
Belgische bank naar verhouding meer te winnen
heeft.”
Hoever staat die harmonisering?
Frank Taal: “Binnen de schoot van de EPC zijn er
twee Europese standaarden gedefinieerd: een voor de
European Credit Transfer (overschrijving) en een voor
de Pan European Direct Debet (domiciliëring).
Daarnaast is ook een Single European Cards
Framework ontwikkeld voor de betaalkaarten. De
Europese Commissie is van haar kant bezig met het
uitwerken van een Payment Services Directive die eind
dit jaar zou moeten af zijn. Die Europese Richtlijn dient
dan in de loop van 2007 te worden omgezet in de
nationale wetgeving van alle lidstaten, zodat het wet-
telijke kader in orde zou zijn bij de introductie van de
nieuwe producten op 1 januari 2008. Voor de banken
is het een helse uitdaging om de nieuwe producten op
tijd klaar te krijgen, maar ook de politieke overheden
werken met een zeer krappe agenda om ze juridisch
aanvaardbaar te maken.”
In het tweede deel van het interview gaat Frank
Taal dieper in op de nieuwe producten en de manier
waarop ze zullen worden geïntroduceerd. ■
10
EXTRA INFOSURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:17309.ing-ondernemingmagazine.be
• Links
Frank Taal, Global Head ING
PCM Product, Channel &
Solution Management
Wat ING zo bijzonder maakt als financiële partner
voor uw liquiditeitenbeheer, is niet in een paar woor-
den samen te vatten. Er is natuurlijk de uitgebreide
expertise in financiële dienstverlening aan onderne-
mingen, en de schaalvoordelen waardoor ING u
gestructureerde producten van eigen makelij kan aan-
bieden tegen uitstekende (lees laagdrempelige) voor-
waarden. Maar er is ook de interne structuur, die zorgt
voor een optimale wisselwerking tussen plaatselijke
beleggingsspecialisten en nationale productleveran-
ciers.
Bovendien investeert ING niet alleen voortdurend in
innovatieve beleggingsproducten, maar ook in men-
sen. Zo zijn in elke regio ‘Asset & Liquidity Advisors’
(A&LA) in de weer, generalisten die van alle markten
thuis zijn op het vlak van liquiditeitenbeheer. Samen
met de centraal gevestigde experts werken zij een
oplossing op maat voor u uit. Valérie Beeckmans
(Wholesale Banking, Product Manager Deposits),
Anton Janssens (Head of CAD, Payments & Cash
Management), Serge Mores (Head of Investor Dealing)
en Martine Smets (IS Project Management) leggen uit
hoe de vork precies in de steel zit.
EEN CENTRAAL AANSPREEKPUNT
Tot wie dienen ondernemingen zich te
richten voor oplossingen op het vlak van
hun liquiditeitenbeheer?
Anton Janssens: “Ondernemingen hebben behoef-
te aan een centraal aanspreekpunt waar ze terecht-
kunnen voor al hun vragen over asset en liquidity
management. Daarom opereren in alle regio’s ‘Asset &
Liquidity Advisors’, beleggingsspecialisten die ver-
trouwd zijn met het hele productengamma en nauw
samenwerken met de productleveranciers van de
bank. Zij adviseren, volgen de cliënten op, leggen con-
tacten, treden proactief op en houden de cliënten op
de hoogte van interessante beleggingsopportuniteiten.
Maar ze hebben in de eerste plaats oog voor de speci-
fieke behoeften van de onderneming en vertrekken
nooit vanuit het product. Bovendien hebben ze een
globale visie, met een in principe onbeperkte beleg-
gingshorizon. Hun belangrijkste doel is om, in samen-
spraak met de cliënt en rekening houdend met zijn
rentevisie, de beste mix voor te stellen van zijn liquidi-
teitenbeheer op korte termijn en zijn termijnbeleggin-
gen.”
Martine Smets: “In tegenstelling tot het retailge-
beuren hebben we hier te maken met professionele
beleggers. De A&LA’s onderzoeken dan ook eerst in
detail hun concrete behoeften en werken van daaruit,
al dan niet in samenwerking met de marktenzaal, een
oplossing op maat uit.”
DE HULP VAN FINANCIËLE
BELEGGINGSEXPERTS
Hoe verloopt de samenwerking met de
specialisten van de marktenzaal?
Serge Mores: “De meest courante producten zoals
zicht- en termijnrekeningen, business accounts, schat-
kistcertificaten… handelt de A&LA uiteraard alleen af.
Voor complexere beleggingsproducten, zowel op korte
als langere termijn, kan hij een beroep doen op twee
entiteiten binnen de marktenzaal (ING Financial
Markets): Investor Dealing en het Project Team.
Investor Dealing biedt naast advies gestandaardiseer-
de gestructureerde producten aan, op basis van inte-
ressante marktopportuniteiten. Ze hebben een vaste
De Asset & LiquidityAdvisors, lokalebeleggingsspecialistendie vertrouwd zijn methet hele productenpaleten nauw samenwerkenmet deproductleveranciers vande bank, zijn het centraleaanspreekpunt voor aluw vragen over asset enliquidity management.
11
financieel beleid
Een totaaloplossing voor uwliquiditeitenbeheer
Als financieel directeur of bedrijfsleider wenst u uiteraard op de meestverantwoorde manier om te springen met de cashflows van uwonderneming. ING werkt samen met u een totaaloplossing uit voor uwliquiditeitenbeheer, aangepast aan uw specifieke wensen en behoeften.
12
Het is uiterst belangrijkdat u een duidelijk zichthebt op uwbeleggingshorizon en uw beleggingen zoveelmogelijk diversifieert.
looptijd en een welbepaalde onderliggende referentie
zoals een rente, wisselkoers, aandelenindex. Voor die
producten is er geen rechtstreekse tussenkomst van de
marktenzaal nodig. Voor complexe projecten die een
oplossing op maat vergen, doet de A&LA een beroep
op de experts van het Project Team, die samen met
hem de cliënt opzoeken.”
Martine Smets: “We hebben eerst een verkennend
gesprek waarbij we de volledige portefeuille doorlich-
ten. Op basis van de specifieke noden, de rentevisie, de
investeringshorizonten en het risicoprofiel van de
cliënt, werken we een concreet voorstel op maat uit
dat we dan opnieuw met hem bespreken. Beleggingen
op maat gebeuren voor bedragen vanaf 2 miljoen,
maar voor specifieke behoeften kan daarvan worden
afgeweken."
Serge Mores: “Het belangrijkste verschil tussen
beide entiteiten is dat Investor Dealing gestructureer-
de producten lanceert waarop ondernemingen kunnen
intekenen, terwijl het Project Team een gestructureerd
depot uitwerkt op maat van een welbepaalde cliënt.
Het is immers mogelijk dat een gestandaardiseerd pro-
duct niet volledig tegemoetkomt aan zijn specifieke
behoeften. Als een onderneming bijvoorbeeld op een
welbepaalde datum belangrijke cashbehoeften heeft,
moet het al lukken dat die dag samenvalt met de ver-
valdag van een gestandaardiseerd product. Het Project
Team kan specifiek voor haar, mits een aantal voor-
waarden zijn vervuld zoals de minimumdrempel, een
beleggingsproduct samenstellen waarvan de verval-
dag samenvalt met het moment waarop die cashbe-
hoeften zich stellen.”
Martine Smets: “Ook de voorwaarden zijn
bespreekbaar, zoals de grootte van de coupon, de con-
dities die verbonden zijn aan het rendement, de loop-
tijd enzovoort.”
OVER VEILIGHEID EN LIQUIDITEIT
Wat zijn de bepalende factoren voor een
evenwichtig liquiditeitenbeheer?
Serge Mores: “Ondernemingen hebben behoefte
aan liquiditeiten om hun dagelijkse werking te verze-
keren, maar daarnaast hebben ze ook vaak cashover-
schotten die ze niet meteen nodig hebben en kunnen
beleggen op 6, 9, 12 maanden of langer. Soms hebben
ze cash op een rekening die onvoldoende rendeert. Het
zijn precies die behoeften die de A&LA detecteert en
waarvoor hij oplossingen aanbiedt.”
Martine Smets: “Het is uiterst belangrijk dat de
cliënt een duidelijk zicht heeft op zijn beleggingshori-
zon, ook al voorzien we uitstapmogelijkheden tegen
marktvoorwaarden. We raden cliënten ook sterk aan
om hun beleggingen zoveel mogelijk te diversifiëren.”
Anton Janssens: “Ondernemingen kiezen meestal
voor zeer veilige beleggingsproducten, die kapitaalbe-
scherming of kapitaalgarantie aanbieden.”
Valérie Beeckmans: “Voor dagelijkse cashbehoef-
ten stelt ING naast de zichtrekening ook een business
account voor, een soort van spaarrekening, gekoppeld
aan de zichtrekening, waarop ondernemingen alle
bedragen kunnen storten die ze niet meteen nodig
hebben. Een dergelijke rekening is volledig transparant
en flexibel, want u kunt er dagelijks in- en uitstappen.
Maar ze biedt een hoger rendement dan de gewone
zichtrekening. Vooral vandaag is de business account
zeer interessant, aangezien het rendement ervan
gekoppeld is aan de Euribor 1 Maand en de korteter-
mijnrente stijgend is. De business account is maar een
voorbeeld van de talrijke innovatieve producten die
ING in stelling brengt voor een optimaal thesauriebe-
heer.” ■
EXTRA INFOSURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:17311.ing-ondernemingmagazine.be
• Links naar eerder verschenen artikels
Sinds de oprichting in 1995 is Isabel geëvolueerd
van een interbancair netwerk tot een virtuele gemeen-
schap van meer dan twintig Belgische en internationa-
le banken en 110.000 ondernemingen die er terecht-
kunnen voor een ruime geïntegreerde dienstverlening.
Naast elektronisch bankieren, kunnen de gebruikers
van Isabel via één beveiligingssysteem en met één
aanmelding gebruikmaken van elektronische factura-
tie (eInvoice), elektronische handel (eBusiness) en
beveiligde communicatie met de overheid
(eGovernment).
SNEL, VEILIG EN KOSTENBESPAREND
Het verzenden en ontvangen van elektronische
facturen via Isabel gebeurt in een volstrekt veilige
omgeving die zowel de integriteit als authenticiteit van
de factuur waarborgt (wat een wettelijke voorwaarde
is voor de geldigheid ervan).
“Sinds 2004 stuurt Isabel elektronische facturen
naar de eigen cliënten”, zegt Christian Luyten, project-
verantwoordelijke van Isabel. “Op die manier hebben
we in een korte periode 110.000 ondernemingen ver-
trouwd gemaakt met het product. Daarna hebben we
een aantal van onze grote cliënten, waaronder Partena
(zie p. 14), voorgesteld om ook hun facturen elektro-
nisch te versturen naar hun cliënten die gebruikmaken
van Isabel. Op die manier verstuurt Partena al maan-
delijks 18.000 elektronische facturen aan 4.000 onder-
nemingen.”
Naast de voor de hand liggende kostenbesparing
op het vlak van papier, inkt, enveloppen en verzending,
biedt de elektronische factuur nog andere voordelen.
Christian Luyten: “Een papieren factuur kost de ver-
zender naar schatting tussen 5 en 8 euro, alles inbe-
grepen. Door de factuur elektronisch te verzenden, kan
hij zijn kosten met 60 tot 70% drukken. Bovendien is
het gebruik van de elektronische factuur voordelig bij
de incassoprocedure. U maakt het de ontvanger
immers gemakkelijker om de factuur te verwerken.”
FACTUUR EN BETALING SAMENBRENGEN
Vooral dat laatste wordt met de nieuwe toepas-
sing ZOOMIT een stuk eenvoudiger. Volgens Christian
Luyten zal deze toepassing, die ING in het najaar zal
integreren in de eigen e-bankingmodules, een door-
slaggevende hefboom zijn in de doorbraak van de
elektronische facturatie: “Voor een veralgemeend
gebruik van de elektronische factuur moeten we tot
een win-winsituatie komen voor zowel verzender als
ontvanger. Het betaalgedrag in België laat met een
gemiddelde betaaltermijn van 52,2 dagen te wensen
over. Bovendien kost de verwerking van een factuur de
ontvanger gemiddelde 13,8 euro, want er komen heel
wat handelingen bij kijken: afstempelen, kopieën
maken, doorgeven, inbrengen in de boekhouding
enzovoort. Met ZOOMIT wordt de factuur gekoppeld
aan de financiële verrichting via internetbanking, wat
een positief effect zal hebben op de betaaltermijnen.
Met ZOOMIT wordt defactuur gekoppeld aande financiële verrichtingvia internetbanking, wateen positief effect zalhebben op debetaaltermijnen.
13
Elektronische facturatieen e-banking horen samen
financieel beleid
Elektronische facturatie is nog lang niet eveningeburgerd als internetbankieren, maar daar beginttoch langzamerhand verandering in te komen. Eenelektronische factuur biedt immers zowel verzenderals ontvanger een reeks onmiskenbare voordelen.
Heel wat facturen worden immers niet bewust te laat
betaald, maar door vergetelheid, verlies, tijdsgebrek of
complexiteit. Door de administratieve last van de cliënt
om de betaling te verrichten gevoelig te verminderen,
zal ZOOMIT de betaaltermijnen verkorten. Ook andere
documenten zoals loonbriefjes, kwitanties, verzeke-
ringsdocumenten enzovoort zullen via ZOOMIT
elektronisch worden doorgegeven.”
Voor het versturen van elektronische facturen en
andere documenten blijft een abonnement op Isabel
nodig, maar dat geldt niet langs ontvangerskant.
ZOOMIT zal dan ook volop in de B-2-C markt kunnen
worden gebruikt. Uit onderzoek blijkt immers dat 80%
14
Bij de lancering van de elektronische factuur had
Partena al eerder deelgenomen aan de pilootfase van
het project, legt directeur en gedelegeerd bestuurder
Alexandre Cleven uit: “Het eerste partnerschap tussen
Partena en Isabel was bijzonder bevredigend,
waardoor een wederzijds vertrouwen is gegroeid. Bij
onze zoektocht naar meer technische oplossingen voor
de ontwikkeling van nieuwe projecten, hebben we ons
vanzelfsprekend tot Isabel gericht. We hebben op alle
niveaus een uitzonderlijke relatie ontwikkeld (de teams
op het terrein, het projectmanagement, de directie) en
hetzelfde geldt voor elke etappe (de lancering, verde-
ling en ingebruikname). De expertise, het professiona-
lisme, de ethiek, het respect voor termijnen zijn alle-
maal elementen die het verschil uitmaken en die wij bij
al onze partnerships beogen. De creatieve en innova-
tieve geest van Isabel sluit aan bij onze wil om mee te
evolueren met de markt, te beantwoorden aan de
behoeften van de cliënt en hem een toegevoegde
waarde aan te bieden dankzij performante en beveilig-
de technische oplossingen, en ook om te anticiperen
op de wettelijke verplichtingen van morgen.”
van de gebruikers van internetbanking (al meer dan 3
miljoen) zijn facturen en andere financiële en admi-
nistratieve documenten via dat platform wenst af te
handelen. Bovendien krijgt de consument alle nodige
referenties binnen op hetzelfde platform waarop hij
zijn betalingen doet. Zo hoeft hij betalingsopdrachten
niet meer over te tikken (belangrijk bij gestructureerde
mededelingen): enkele kliks volstaan om de factuur te
betalen. “Dat vereenvoudigt aanzienlijk de reconcilia-
tie van de inkomende financiële stromen met uitgaan-
de facturen. ZOOMIT draagt zo bij tot een gezonder en
efficiënter afhandelen van facturen en de financiële
administratie in het voordeel van de cliënt en van de
leverancier”, aldus nog Christian Luyten. ■
Een sociaal secretariaat is een zeer ingewikkelde
beroepsdiscipline die onderworpen is aan een groot
aantal beperkingen. Het lanceren van nieuwe toepas-
singen vormt dan ook een grote uitdaging. Alexandre
Cleven: “Onze activiteit staat onder zeer zware druk
ten gevolge van voortdurende veranderingen in de
sociale wetgeving, dwingende gegevensinvoer, de
enorm veranderlijke technologische omgeving en de
zeer korte termijnen. We moeten er voortdurend reke-
ning mee houden dat achter onze activiteiten een soci-
ale en menselijke werkelijkheid schuilt: iedereen dient
op tijd betaald te worden. Door de combinatie van
snelheid, veiligheid en beschikbaarheid van de gege-
vens, focust het project ZOOMIT zich op een van de
meest essentiële documenten: het loonbriefje van de
werknemer. De vereisten waaraan we moeten beant-
woorden tijdens de pilootfase, worden ruimschoots
gecompenseerd door het genoegen om deel te nemen
aan het creëren van basisplannen en door het enthou-
siasme dat gepaard gaat met een vernieuwend project
dat kadert in een algemene politiek van rationalisering
en een kenniseconomie.”
In een jaar tijd heeft een van de grootste sociale secretariaten van hetland ongeveer 250.000 elektronische facturen verzonden via Isabel.Als vertrouwd en geprivilegieerd partner van Isabel bereidt Partena zichvoor om mee te werken aan het nieuwe pilootproject ZOOMIT.
Alexandre Cleven, directeur
en gedelegeerd bestuurder
Partena
Partena,partner bij innovatieve projecten
Na de val van het communisme en de daaropvol-
gende desintegratie van de voormalige USSR ging het
in Rusland van kwaad naar erger. In de laatste jaren
kon het tij echter worden gekeerd en brak een periode
aan van economische groei, die tussen 2001 en 2005
gemiddeld 6,1% bedroeg. Hoge olieprijzen droegen in
belangrijke mate bij tot het herstel van de Russische
economie, die pas sinds 2002 door de VS en Europa
wordt beschouwd als een markteconomie, ook al
speelt het dirigisme er nog altijd een grote rol. Maar ze
hebben nog heel wat werk voor de boeg op het vlak
van infrastructuur, hervorming van het financiële
systeem en investeringen in de energiesector.
Bovendien heeft de nationalisatie van de productie-
divisie van het olieconcern Yukos door de Russische
staat in 2004 (en het achter de tralies zetten van de
voormalige topman Michail Chodorkovski) het zaken-
klimaat er zeker niet bevorderd. Anderzijds was de
beurs van Moskou vorig jaar de best presterende ter
wereld (+83%) en schat het IMF het macro-economi-
sche risico in Rusland klein in.
HERVORMINGEN ONDER POETIN
In maart 2000 werd Poetin verkozen en vier jaar
later herkozen als president van Rusland. Onder zijn
bewind versterkte het centrale gezag zijn greep over
het land, maar werden ook een aantal belangrijke her-
vormingen doorgevoerd, vooral op fiscaal vlak. Zowel
het aantal belastingen als de fiscale druk op onderne-
mingen gaan sinds 2000 in dalende lijn. In januari
2001 werd een vast belastingpercentage van 13%
doorgevoerd in de personenbelasting, evenals een
administratieve vereenvoudiging op het vlak van soci-
ale bijdragen. De vennootschapsbelasting daalde
begin 2002 van 35% naar 24%, terwijl de btw begin
2004 werd teruggeschroefd van 20% naar 18%. Ook
sneuvelde een regionale verkoopstaks van 5%.
Een andere belangrijke maatregel was de oprich-
ting van een stabilisatiefonds, waarin Rusland een
groot deel van zijn enorme petroleum- en gasontvang-
sten stort. In april 2006 bevatte het fonds 108 miljard
USD (7% van het bnp). Op die manier heeft Rusland
een groot deel van zijn buitenlandse schuld kunnen
aflossen (11% van het bnp) en nog dit jaar wil het land
zijn volledige schuld van 22 miljard USD aan de Club
van Parijs terugbetalen.
IMPORT EN EXPORT
Aardolie, brandstof en gas namen in 2005 liefst
62,8% van de Russische uitvoer voor hun rekening,
gevolgd door metalen (14%), chemische producten
15
DOSSIER: BRIC-LANDEN – DEEL 4
Olierijkdommenhalen Ruslanduit het slop
Ze hebben in Ruslandnog heel wat werk voorde boeg op het vlak vaninfrastructuur,hervorming van hetfinanciële systeem eninvesteringen in deenergiesector.
Rusland is de derde economische reus in wording die we bespreken inons dossier over de BRIC-landen. In tegenstelling tot China is deovergang naar het kapitalisme er veel moeizamer en chaotischerverlopen. Ondanks de macro-economische stabilisering van de laatstejaren, is er nog heel wat werk aan de winkel.
➤ p. 17
buitenlandse handel
16
Filiep Vermeersch, Head of Support Services Financial Institutions
ING, werkte van 1996 tot 1999 in het vertegenwoordigingskantoor van
de toenmalige BBL in Moskou, waar hij getuige was van de financiële
ineenstorting van 1998.
Hoe is het gesteld met het financiële systeem in Rusland?
Filiep Vermeersch: “Onder het voormalige communistische bewind
controleerden een handvol staatsbanken de volledige economie. Na de
val van het Sovjetimperium brak een periode aan van wild kapitalisme. In
geen tijd schoten er ongeveer 2.500 privébanken als paddenstoelen uit
de grond. Het waren minuscule banken met heel weinig kapitaal. Vaak
waren ze het verlengstuk van het financiële departement van een onder-
neming om plaatselijke finan-
cieringsbehoeftes te dekken.
Daarnaast waren er een aantal
ontluikende universele banken
die in heel het land actief
waren, maar de financiële crisis
van 1998 schudde het hele
banklandschap grondig door
elkaar. De belangrijkste overle-
vende instellingen waren de
staatsbanken, terwijl heel wat
privéspelers van het toneel ver-
dwenen. Na de crisis heeft de
Russische Centrale Bank maatregelen genomen om de financiële sector
te hervormen en werden een aantal nieuwe banken opgericht. De finan-
ciële sector is bijgevolg pas acht jaar geleden weer op gang gekomen.
Sindsdien zijn er een aantal grote Russische bankgroepen gecreëerd, met
een belangrijk lokaal netwerk en toegang tot de internationale kapitaal-
markten.
Welke rol hebben de buitenlandse banken gespeeld?
Filiep Vermeersch: “Vanaf het begin van de jaren 90 hebben buiten-
landse banken schoorvoetend activiteiten opgestart in Rusland. ING was
in 1995 een van de eerste die in het land actief waren. Maar de buiten-
landse banken richtten zich vooral op eigen cliënten die zakendeden met
Rusland, de zogenaamde Russische ‘Blue Chips’-ondernemingen, dus de
top twintig, en de staat. De ontluikende middenklasse en de kmo’s waren
aangewezen op zelffinanciering. Nu komt daar langzamerhand verande-
ring in. De grootste Russische banken worden universeler, breiden hun
productengamma en netwerk systematisch uit, en ook de buitenlandse
banken richten zich via retailbankieren steeds meer naar de opkomende
middenklasse.”
Is de roebel een stabiele munt?
Filiep Vermeersch: “Eind jaren negentig werden drie nullen geschrapt
en een nieuwe roebel gecreëerd, die sindsdien bijzonder stabiel is geble-
ven. De Russische Centrale Bank liet in het eerste kwartaal van 2006 een
opwaardering van de roebel toe, waardoor de koers RUB/USD begin mei
27/1 bedroeg (tegenover 28,3/1 in 2005). De roebel is (nog) niet volledig
convertibel, maar als lid van de G8 spant Rusland zich enorm in om zijn
marktgeloofwaardigheid te verhogen.”
Welke dienstverlening biedt ING aan in Rusland?
Filiep Vermeersch: “ING wordt in Rusland vertegenwoordigd door
ING Bank Eurasia, een volledig gelicencieerde, universele bank (website:
www.ing.ru) die haar dienstverlening vooral op het ondernemingsseg-
ment richt. Daarnaast is ING er actief op het vlak van investment ban-
king, pensioenproducten, kapitaalmarkten en heel recent ook leasing.
Een belangrijke activiteit is het financieren van de handel in olie, gas en
metalen (commodity trading). ING heeft enkel een kantoor in Moskou en
beschikt bijgevolg niet over een banknetwerk in Rusland, maar Belgische
ondernemingen kunnen er wel terecht voor het openen van een rekening,
de behandeling van letters of credit enzovoort.”
Zijn er specifieke gewoontes waarvan je het best op de
hoogte bent als je zakendoet in Rusland?
Filiep Vermeersch: “Achter elk succesverhaal in Rusland schuilt een
drama. Het persoonlijke contact is er zeer belangrijk, dus u dient heel wat
tijd te investeren om uw handelspartners te leren kennen. Op cultureel
vlak bevinden de Russen zich op het kruispunt tussen Europa en Azië. Ze
zijn weliswaar westers georiënteerd, maar de cultuurverschillen blijven.
Maar zowel geografisch als cultureel staat Rusland toch een stuk dichter
bij België dan bijvoorbeeld India of China.”
Is de bureaucratie een probleem?
Filiep Vermeersch: “Rusland blijft een van de meest bureaucrati-
sche landen ter wereld en bureaucratie blijft een voedingsbodem voor
corruptie. De aanwezigheid van grote buitenlandse investeerders heeft
wel geleid tot een wijziging van het investeringsklimaat maar men
moet wel degelijk rekening houden met de bestaande regelgeving en
gewoontes. Het rechtssysteem is in volle ontwikkeling, wat soms leidt
tot inconsistente uitspraken en rechtsonzekerheid. Denk maar aan de
recente inbeslagneming van een lading van 167.500 mobiele telefoons
van Motorola, waarvan er 50.000 meteen werden vernietigd omdat ze
zogezegd te veel straling veroorzaakten. Maar op economisch vlak zijn
er duidelijke tekenen van beterschap en biedt het land enorme per-
spectieven voor de Belgische ondernemingen. Rusland is het vierde
grootste land qua bevolking, de economie groeit er de laatste jaren heel
sterk en de Russische middenklasse neemt snel toe. In tegenstelling tot
vroeger, toen kapitaalvlucht schering en inslag was, investeren de
Russen opnieuw in hun eigen land. Na Moskou begint de rijkdom zich
nu ook te verspreiden naar andere steden. En aangezien Rusland zelf
weinig producten met een hoge toegevoegde waarde produceert, is er
heel wat potentieel voor exporterende bedrijven. België geniet trou-
wens in een aantal sectoren een stevige reputatie op het gebied van
kwaliteit.”
Een financieel systeem in opbouw
ING Bank Eurasia, Moskou
(5,8%) en machines en toestellen (5,5%). Uit die cijfers
blijkt dat de Russische economie vooral op bodemrijk-
dommen draait en weinig toegevoegde waarde
creëert. Gezien de hoge vlucht van de internationale
olieprijzen sinds 2000, is het geen wonder dat de
exportinkomsten in de afgelopen vijf jaar de pan uit-
vlogen. In dezelfde periode zorgden stijgende reële
inkomsten en de herwaardering van de roebel voor een
toename van de invoer. In 2005 zag het invoerplaatje
van Rusland er als volgt uit: machines en toestellen
34,7%, voedings- en landbouwproducten 13,9%, che-
mische producten 13% en metalen 5,4%.
De belangrijkste klanten van Rusland zijn Nederland
(10% van de totale export), Italië (9,6%), Duitsland
(8%) en de Volksrepubliek China (5,3%). Duitsland
(13,4% van de totale import), Oekraïne (7,9%), China
(7,4%) en de VS (4,6%) zijn de belangrijkste leveran-
ciers.
DE HANDEL MET BELGIË
Vorig jaar bedroeg de uitvoer van België naar
Rusland 2.013,2 miljoen euro (een stijging van 22,01%
ten opzichte van 2004). Daarmee is Rusland de twin-
tigste klant van België. Omgekeerd was de uitvoer van
Rusland naar België in 2005 goed voor 4.168,4 miljoen
euro (1,62% van de totale Belgische import), een stij-
ging van 33,01% ten opzichte van het jaar daarvoor.
Daarmee is Rusland de twaalfde buitenlandse leveran-
cier van ons land. De handelsbalans met Rusland ver-
slechtert sinds 2003 jaar na jaar: -950,1 miljoen euro
in 2003, -1.484,0 miljoen euro in 2004 en -2.155,2 mil-
joen euro in 2005.
De belangrijkste Belgische exportproducten naar
Rusland in 2005 waren machines en toestellen
(22,1%), gevolgd door chemische producten (19%),
kunststoffen (10,4%), plantaardige producten
(10,3%), transportmaterieel (9,8%), textiel (5,6%),
voedingsproducten (5,5%), onedele metalen (5,3%) en
dierlijke producten (2,1%).
In 2005 eisten minerale producten (vooral aardolie)
meer dan de helft (51,9%) van de Belgische invoer uit
Rusland op, gevolgd door edelstenen en -metalen
(21,8%), onedele metalen (13,4%) en chemische pro-
ducten (9%).
ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN
Ondanks de indrukwekkende economische stabili-
sering sinds 1998, blijft het trage tempo van hervor-
mingen een schaduw werpen over de toekomstige
economische ontwikkeling van het land, ook al zullen
aanhoudende hoge olieprijzen de economische groei
verder blijven stimuleren. Anderzijds heeft het gebrek
aan structurele hervormingen in de voorbije jaren aan-
leiding gegeven tot een capaciteitstekort, wat een hin-
derpaal vormt voor een verdere toename van de ener-
gieproductie en -uitvoer. De groei van het Russische
bbp wordt dit jaar vooral voortgestuwd door con-
sumptie en investeringen. Volgens de Intelligence Unit
van de Economist zou de groei dit jaar vertragen tot
6% en in 2007 tot 5,5%. Het overschot op de lopende
rekening (dat tussen 2001 en 2005 gemiddeld 9,8%
van het bbp bedroeg) blijft, maar zou in 2007 door de
stijgende import en een tempering van de olieprijzen
dalen tot 7,5% van het bbp. ■
17
EXTRA INFOSURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR MEER
INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:17315.ing-ondernemingmagazine.be
• Nuttige links & contacten
Ondanks deindrukwekkendeeconomische stabiliseringsinds 1998, blijft het tragetempo van hervormingeneen schaduw werpen overde toekomstigeeconomische ontwikkelingvan het land.
FEITEN & CIJFERS2005
Bevolking (miljoen) 143,4
Bbp (in miljard USD) 766,0
Bbp/hoofd (in USD) 5.341,7
Gemiddelde wisselkoers RUB/USD 28,3
Groei bbp 6,4%
Index consumptieprijzen 12,7%
Uitvoer (in miljard USD) 245,3
Invoer (in miljard USD) 125,1
Handelsbalans (in miljard USD) 120,2
Werkloosheidsgraad 7,6%
2001-2005
Bevolkingsgroei -0,5%
Reële groei bbp 6,1%
Reële groei binnenlandse vraag 7,9%
Inflatie 14,8%
Buitenlandse investeringen (in % van bbp) 1,6%
Hermitage (Sint-Petersburg)
fiscale knipoog
1818
HOE GROOT MOGEN IN KAPITAAL
GEÏNCORPOREERDE RESERVES ZIJN,
ZONDER VERLIES VAN HET VERLAAGDE
TARIEF BIJ EEN DIVIDENDUITKERING?
Als een vennootschap een dividenduitkering doet,
kan dat onder bepaalde voorwaarden aan een roeren-
de voorheffing van 15% in plaats van 25%. Een van
die voorwaarden is dat het kapitaal van de vennoot-
schap volstort is in geld.
In het verleden was al gesteld dat het tarief van 15%
van toepassing kon blijven bij de incorporatie van
reserves om het kapitaal af te ronden van bijvoorbeeld
18.592,01 euro tot 18.600 euro.
Uit een recent antwoord op een parlementaire vraag
blijkt dat dergelijke incorporatie van reserves in kapi-
taal veel ruimer mag worden gezien: de vennootschap
blijft bij een dividenduitkering het verlaagde tarief aan
roerende voorheffing genieten, ongeacht de grootte
van het geïncorporeerde bedrag aan reserves. ■
OPENDEURDAGEN: RECEPTIEKOSTEN OF
PUBLICITEITSKOSTEN?
Kosten voor de organisatie van opendeurdagen
zijn volgens de rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel
als publiciteitskosten volledig aftrekbaar voor de
inkomstenbelasting.
De rechtbank maakt een vergelijking met de btw-rege-
ling betreffende ‘kosten van onthaal’, en meer bepaald
met een arrest van het Hof van Cassatie. In dat arrest
geeft Cassatie een eigen definitie aan ‘kosten van ont-
haal’ en ‘kosten van reclame’, waarbij het criterium
van het doel van de kost doorslaggevend is.
Hierbij dienen we wel op te merken dat op het vlak van
de btw er enkel verwezen wordt naar ‘kosten van ont-
haal’, niet naar ‘kosten van logies, spijzen en dranken’.
Met betrekking tot eten en drank is er bijgevolg nog
geen duidelijkheid. ■
REVALORISATIECOËFFICIËNT AJ 2007: 3,59
De revalorisatiecoëfficiënt voor het aanslagjaar
2007 (inkomsten 2006) bedraagt 3,59. Die coëfficiënt
vindt twee toepassingen op het vlak van inkomstenbe-
lastingen:
• de huur die een bedrijfsleider ontvangt van zijn ven-
nootschap voor een gebouw wordt geherkwalifi-
ceerd in beroepsinkomsten voor zover die meer
bedraagt dan 5/3 van het gerevaloriseerde kadastra-
le inkomen van het gebouw;
• het maximale kostenforfait van 40% op inkomsten
uit het verhuren van een gebouw aan een vennoot-
schap of aan een natuurlijk persoon die er zijn
beroepsactiviteit in uitoefent, dient beperkt te wor-
den tot 2/3 van het gerevaloriseerde kadastrale
inkomen van het gebouw. ■
DE BELGISCHE
“BELANGRIJKE DEELNEMING”-BELASTING
Het fiscale wetboek bepaalt dat bij de private ver-
koop van aandelen van een Belgische vennootschap
aan een buitenlandse vennootschap de meerwaarde
aan 16,5% belast wordt, wanneer de verkoper – samen
met zijn familie – op enig moment tijdens de vijf jaar
voorafgaand aan de verkoop een deelneming van min-
stens 25% had.
Indien de buitenlandse koper echter in de Europese
Unie is gevestigd, moet volgens een arrest van het
Europese Hof van Justitie de meerwaarde vrijgesteld
worden van die belasting. De fiscus besliste in een
‘ruling’ dat zij zich bij die uitspraak neerlegt. Vermits
het fiscale wetboek nog niet in die zin aangepast is,
geniet het de voorkeur om bij verkoop aan een EU-ven-
nootschap een ‘ruling’ aan te vragen.
De meerwaardebelasting is wel verschuldigd als de
kopende vennootschap buiten de EU gevestigd is. ■
BTW OP VOORSCHOTTEN NIET VERGETEN?
Het gebeurt vrij regelmatig dat voorschotfacturen
opgesteld worden of dat voorschotten betaald worden
die achteraf verrekend worden. Met andere woorden,
dat de prijs of een deel ervan voor het tijdstip van vol-
tooiing van de levering of de dienst gefactureerd of
ontvangen wordt.
In dergelijke gevallen wordt de btw over het gefactu-
reerde of ontvangen bedrag opeisbaar. Naargelang het
geval is dat op het tijdstip van het uitreiken van de fac-
tuur of op het ogenblik van de incassering. Op dat
moment ontstaat ook het recht van aftrek voor de ont-
vangende partij. ■
Enkele fiscale tips die belangrijk kunnen zijn voor uw bedrijf.(Bron: Deloitte Fiduciaire)
18
19
in ‘t kort
ING-cliënten kunnen al enkele jaren allerhande
verrichtingen die ze anders telefonisch met de mark-
tenzaal regelen (deviezentransacties, wisseltermijn-
contracten en deposito’s) snel en eenvoudig via de
website https://www.ingtrade.com afhandelen. Om
die internetapplicatie nog gebruiksvriendelijker te
maken en u binnen dezelfde omgeving toegang te ver-
lenen tot allerhande bijkomende informatie en dien-
sten, pakt ING uit met een nieuwe wereldwijde por-
taalsite, www.ingfinancialmarkets.com (volledig in het
Engels). Op die manier krijgt u één ingangspunt voor
alle applicaties die betrekking hebben op de Financial
Markets. In een eerste fase verleent de portal recht-
streekse toegang tot INGTRADE, een productenbiblio-
theek, ING Research en een lijst van alle contactperso-
nen wereldwijd. Later wordt de portaalsite aangevuld
met bijkomende diensten en links.
WAT KRIJGT U VANDAAG?
INGTRADE
Via INGTRADE kunt u de volgende verrichtingen
binnen een volstrekt beveiligde omgeving (na ingeven
van gebruikersnaam en paswoord) afhandelen:
• FX spot: aankopen en verkopen van deviezen.
Bijvoorbeeld: u wilt 100.000 dollar aankopen.
Meteen verschijnt de prijs op uw scherm. Accepteert
u de transactie, dan krijgt u meteen een automati-
sche bevestiging. Bovendien kunt u een overzicht
opvragen van al uw voorgaande transacties, tot één
jaar terug.
• FX forward: voor het afsluiten van wisseltermijncon-
tracten. Bijvoorbeeld: u voert handel met de VS en
wordt over drie maanden betaald. U kunt vandaag
de koers vastleggen tegen dewelke u uw dollars
later zult omwisselen.
• FX swap: is een combinatie van FX spot en FX for-
ward. Bijvoorbeeld: u koopt vandaag USD om ze
over drie maanden te verkopen.
• Deposito’s en voorschotten.
INGTRADE is opgedeeld in vier zones: West-Europa,
Een nieuwe portaalsitevan ING Financial Markets
Centraal- en Oost-Europa, Amerika en Azië. West-
Europese cliënten kunnen de website gebruiken van
8 u. tot 18 u., cliënten in Centraal- en Oost-Europa van
8 u. tot 17 u. , Amerikaanse cliënten van 8.30 u. tot
16.30 u. en Aziatische van 7 u. tot 19 u. In een latere
fase zal men transacties kunnen doen, de klok rond.
Grotere multinationals die meestal via multibankpor-
tals FXall, Currenex of 360T werken, worden vanaf nu
door dezelfde motor bediend.
Product Library
In de productenbibliotheek vindt u uitleg over
basisstrategieën op het vlak van derivaten. Het is
dezelfde informatie die u aantreft in de Financial Daily
op de website van ING Onderneming, maar in het
Engels.
ING Research
Een 25-tal economisten verzorgen dagelijks
nieuwsberichten over aandelen- en geldmarkten,
wisselkoersen… Ook die informatie wordt via de por-
tal toegankelijk.
ING Network
Geeft u een lijst per land met alle contactpersonen
in de lokale dealingrooms.
WAT STAAT ER MORGEN OP HET MENU?
In een volgend stadium kunt u via de portaalsite
ook terecht voor uw market-to-market consultaties. Als
u bijvoorbeeld een wisseltermijncontract afsluit over
een termijn van 6 maanden, kunt u via die applicatie
de revaluaties van uw contract opvolgen. Ook een
rubriek ‘economisch nieuws’ zit in de pijplijn, evenals
links naar andere departementen van de bank, zoals
Payments & Cashmanagement. ING investeert ook
zwaar in IT om INGTRADE de klok rond toegankelijk te
maken (via afleiding naar andere geografische entitei-
ten). Ten slotte wordt hard gewerkt om u via één
gebruikersnaam en één paswoord toegang te geven
tot alle financial-marketapplicaties. ■
Goed nieuws voor wie via het internet
diverse deviezentransacties wenst uit te
voeren. ING Financial Markets lanceert een
nieuwe portaalsite waardoor u voortaan
via één enkel ingangspunt toegang krijgt
tot al uw arbitrageverrichtingen en
-informatie via het internet.
Interesse? Contacteer uw
gebruikelijke contactpersoon
in de lokale arbitragecel of
Martine Bouillon,
tel. 02 557 15 72.