magazine september

22
Hommage. psy e-magazine voor de totale GGZ, september 2014 Een blijk van waardering

Upload: ggztotaal

Post on 03-Apr-2016

235 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

magazine voor de totale GGZ GGZTotaal.nl

TRANSCRIPT

Page 1: Magazine september

Hommage.

psy

e-magazine voor de totale GGZ, september 2014

Een blijk van waardering

Page 2: Magazine september

INHOUDSOPGAVE

12.Een brug tussen psychiatrie en

maatschappij Een kijkje bij uitgeverij Tobi Vroegh

Johan Atsma

3-4-5.Winnende columns

INHOUD

- 2-

10-11.columns 6.Topinkomens in de GGZ

Schuift het nog wat, die psychiatrie? Willem Gotink

16.De GGZ in de krant van twintig jaar geleden

Een hommage aan de Psy!Twee jaar geleden hield Psy, het ‘thuisblad voor de GGZ’, op te bestaan. Een poging tot doorstart mocht niet baten, ondanks veel protest en tot veler verdriet. Sinds de start van GGZTotaal in januari van dit jaar hebben veel mensen ons vergeleken met Psy. Nu willen we niet de opvolger van Psy zijn, maar we kunnen (en willen) niet ontkennen dat we door de Psy zijn geïnspireerd. In ieder geval voor een deel. Bij wijze van hommage nemen we daarom twee tradities van Psy over: het jaarlijks terugkerende lijstje met de best-verdienende bestuurders in de GGZ en de eveneens jaarlijkse verhalenwedstrijd. Over de verdien-top(negen-)tien vindt u meer verderop in dit magazine. De verhalen vindt u verspreid tussen de andere artikelen door. De jury heeft gesproken!Negenentwintig verhalen kwamen er bij ons binnen. Blijkbaar houden onze lezers van schrijven. De driekoppige jury had het er niet makkelijk mee: zij mochten ieder maar vier verhalen selecteren. Slechts twee verhalen werden door meer dan één jurylid uitgekozen, wat het vervolg niet eenvoudiger maakte. Die juryleden hadden ieder dan ook een volledig andere achtergrond: Bart Molenaar is eigenaar van Braint, dat online taalcursussen verzorgt; Jeanne Derks is SPV en doceert aan de Hogeschool van Amsterdam; José Hoekstra is ervaringsdeskundige en freelance-journalist. De jury lette op veel: op taalvaardigheid en leesbaarheid, op de positieve ontwikkeling in het verhaal, of het verhaal ‘raakte’, op de verhouding afstand-betrokkenheid en op de originaliteit. U zult dan ook begrijpen dat het even duurde voor er overeenstemming werd bereikt. !Toen de keus gemaakt was viel op dat de drie winnaars, geheel onopzettelijk, respectievelijk een mantelzorger (namelijk een moeder), een behandelaar en een ervaringsdeskundige waren. Een diversiteit waar de redactie op zijn beurt dan weer heel blij om is. In samenspraak met de jury heeft de redactie besloten nóg zeven verhalen te plaatsen. Alle inzenders hebben ondertussen bericht gehad, de drie boekenbonnen zijn onderweg en over de uitslag gaan wij niet corresponderen. Het is maar dat u het weet. U, lezer, geniet van de prachtige verhalen. Wij danken alle inzenders voor de moeite die ze hebben genomen en de wijze waarop ze zich soms bijzonder kwetsbaar durfden op te stellen. En uiteraard bedanken wij de juryleden voor het maken van een lastige keus. Volgend jaar weer!

14-15.columns

20-21.columns 18. Een kunstveiling voor

onderzoek Over ADHD, kunst en crowdfunding

Page 3: Magazine september

!En daar gaat ze... Praten met de psychologe. Het gemak waarmee ze met de mevrouw meeloopt irriteert me. Waarom gaat dat nu ineens zo moeiteloos? Zelfverzekerd loopt ze de wachtruimte uit, de lange gang door met links en rechts deuren. Donkerblauwe deuren met zwarte kozijnen en van die kleine verschuifbare bordjes er naast. Ik weet achter welke deur ze zo zal verdwijnen, we zijn er samen al eens binnen geweest. Stiekem hoop ik dat ze zich omdraait en zal eisen dat haar mama ook mee gaat. Maar dat doet ze niet. Een mengeling van trots, hoop en verdriet overvalt me. !Drieënhalf was ze toen we, na lang aanmodderen en zoeken, terecht kwamen bij de jeugd-GGZ. Een gespecialiseerde afdeling voor kinderen met een psychotrauma. We kregen de hulp die we zo broodnodig hadden. Ouderbegeleiding en EMDR op de schoot van mama. En nu, vijf jaar later en heel veel positieve ervaringen rijker, kan ze, helemaal in haar eentje, een nieuwe stap gaan zetten. Mij achterlatend in een wachtkamer met afgedankte planten, tijdschriften en een ratjetoe van afgeschreven kantoor meubilair. Deze wachtkamer ziet er uit zoals de meeste wachtkamers in ziekenhuizen en instellingen. Een gedateerd rood bankje met houten leuningen. Verschillende stoelen met stalen poten, bekleed met kunstleer en met een bijzonder uitgesproken jaren tachtig vormgeving. Er staat zelfs een (hoogstwaarschijnlijk door de Arbo afgekeurde) bureaustoel tussen, waar mijn dochter een paar minuten geleden nog zeer fanatiek rondjes op zat te draaien. Het kunststof kozijn dat nog enig hoop zou kunnen bieden op een beter uitzicht, is stoffig en het uitzicht wordt verhinderd door witte lamellen die minimaal tien centimeter te kort zijn, waardoor je er precies onder door kunt kijken. Om dit treurige aanzicht een beetje op te vrolijken zijn de muren fris aqua geverfd en is er één groen Ikea plankje opgehangen, waar tijdschriften en stripboeken in de vorm van een banaan tegen elkaar aangezakt op leunen. !Twee kamers verderop praat mijn dierbaarste met een mevrouw. Of ze tekent. Wat voor beeld zal ze schetsen en wat zal ze zeggen? Zal ze vertellen over de bange gedachten die, zoals ze zelf zegt, soms niet allemaal in haar hoofd passen? Over de pijn in haar buik die geen buikpijn is? Dat ze altijd angstig is om te gaan slapen, maar niet weet waarom? Over de conflicten die we regelmatig thuis hebben, de ondefinieerbare boosheid en machteloosheid… Zal ze, met hulp van deze therapie, haar emoties kunnen gaan verwoorden, begrijpen en overwinnen? Ik neem nog een slok uit mijn plastic bekertje met veel te donkere, koud geworden thee. Als ik knipper met mijn ogen om een opkomende traan te bedwingen, staat ze alweer voor me. In een flits van een paar seconden doet ze iets wat ze zo zelden doet. Ze zoekt nabijheid en laat haar hoofdje rusten op mijn schouder. Nog voordat ik mijn arm om haar heen kan slaan, staat ze alweer een meter van me vandaan en zegt: 'Kom mam, we gaan. Ik wil snel naar school want Dylan gaat vandaag trakteren.’

- 3-

Geschreven door Kirsten

GOUDCOLUMN

Page 4: Magazine september

ZILVER

- 4-

COLUMN

De vraag waar veel ggz-cliënten voor vrezen Nadat ik mezelf een half jaar opgesloten had op mijn appartementje, was ik wanhopig op zoek naar nieuwe contacten. Na weken twijfelen zet ik de stap om in mijn eentje naar een borrel te gaan. Vanavond ben ik mijn stoere zelf, die praatjes aangaat over koetjes en kalfjes en doet alsof ze ‘normaal’ is. !‘Hoi, 7-up meisje!’ start een jongen een gesprek met me. ‘Drink jij geen alcohol?’ ‘Euh, nee,’ stamel ik, starend naar het blikje 7-up in mijn hand. ‘Ik vind het gewoon niet lekker.’ De waarheid is dat ik na één glas alcohol naar huis kan, omdat ik dan in slaap val door de combinatie met mijn medicijnen. !We raken in gesprek over onze studies. Ik heb net mijn scriptie afgerond. ‘Oh interessant, waar gaat je scriptie over?’ Ik vertel dat ik mijn scriptie geschreven heb over de representatie van autisme in films. ‘Ok, en waarom heb je voor het onderwerp autisme gekozen?’ Hoe red ik me hier uit? Ik mompel iets over dat mijn neefje autisme heeft. Wat ook echt zo is, maar dat ik zelf autisme heb was in die beslissing natuurlijk belangrijker. !‘Wat doe je in het dagelijks leven?’ vraagt een andere bezoeker die zich voorstelt als Joris. Ik hang een interessant verhaal op over de twee baantjes die ik heb. ‘Ja, bij grote instituten inderdaad en ja, dat staat inderdaad mooi op mijn CV.’ ‘Nou, dan heb je het goed voor mekaar dat je in deze tijd meteen na je studie een baan gevonden hebt,’ zegt hij. Ik vertel dat ik eigenlijk maar acht uur per week werk en dat het vrijwilligerswerk is. ‘Heb je dan nog een bijbaantje waarmee je je vaste lasten betaalt?’ Joris lijkt oprecht geïnteresseerd, maar ik ben mezelf aan het vastpraten. Op het moment dat ik een gaatje vind in het gesprek vraag ik: ‘En wat doe jij in het dagelijks leven?’ Ik zie hem even twijfelen over het antwoord: ‘Eerlijk gezegd zit ik thuis. Ik heb een burn-out gehad en toen is er vastgesteld dat ik een vorm van autisme heb. Nu ben ik op zoek naar een passende werkplek.’ Ik prijs hem om zijn moed dat hij me dit vertelt en tegelijkertijd vraag ik me af waarom ikzelf zo moeilijk deed. !Na een paar leuke borrels laat ik mijn stoere zelf een klein beetje los. Het blijkt te werken. Het kan ze weinig schelen dat ik in de Wajong zit, dat ik af en toe in een hoekje ga zitten en niet bereikbaar ben of dat ik vraag of de muziek wat zachter mag. ‘Leuk dat je er weer bent, ondanks dat ik weet dat je het moeilijk vindt,’ zegt Joris. Ik voel me gezien.

Wat doe je in het dagelijks leven? - Anne van de Beek

Page 5: Magazine september

Gebaseerd op een waargebeurd gesprek. 'Koffie of thee?' Wanneer ze het kopje neerzet overheerst de stilte. Zo gaat het altijd. We denken allebei na. Ik wrijf over mijn kin, zij strijkt een verloren lok haar achter haar oor. Het is verwonderlijk. Een half uur geleden had ik haar nog volledig in paniek aan de telefoon. Nu lijkt ze de rust zelve te zijn. De buitenkant zegt nog minder dan we denken. Ondertussen strijk ik mijn rok recht. !'Als mijn ervaringen in de zorg mij iets geleerd hebben, is het wel dat we meer op elkaar lijken dan we denken.' zeg ik. ‘Het lijntje tussen wat de maatschappij als normaal en afwijkend beschouwd is pijnlijk dun.’ 'Hoe bedoel je dat?' vraagt zij mij enigszins verbaasd. Afijn, een simpel voorbeeld: begeleiders en cliënten lijken meer op elkaar dan zij denken. Vaak is dit niet goed zichtbaar omdat je als hulpverlener geleerd wordt om professionele distantie van je cliënten te behouden, maar ik ken eerlijk gezegd geen hulpverlener die zelf niet voor het een of ander bij de psycholoog of de psychiater is geweest. We nemen afstand wel heel letterlijk. Hierdoor vergeten we soms onszelf mee te nemen tijdens gesprekken, terwijl juist dit onze uitvalbasis zou moeten zijn. Ze lijkt verbaasd. 'Ik wilde altijd zo graag als jullie zijn!' zegt ze. ‘Jullie lijken altijd zo gelukkig! En jij.....jij gaat samenwonen, bent jong, studeert en hebt nog een heel leven voor je!’ Tja. Ik frommel mijn handen onhandig in elkaar. Ze lijkt gefrustreerd. De koffiekan pruttelt vrolijk tegenstrijdig op de achtergrond. ‘Jong zijn, samenwonen en studeren is geen garantie voor geluk,’ zeg ik. Ze huilt. Ik laat haar. 'Geluk is het grootste onopgeloste raadsel in de wereld.' zeg ik. ‘Het is voor iedereen anders. Voor mijn broer zijn het meer de materiële zaken die hem gelukkig maken. Echter ben ik inmiddels wat ouder en weet ik nu dat alle schoenen in de hele wereld er niet toedoen wanneer je ongelukkig bent.’ Ze lacht alweer een beetje. ‘Jij oud? Kom nou, jonge druif. Je bent amper uit de luiers!’ Ik lach ook. Ik houd vol. ‘Maar van binnen ben ik oud! Lichamelijk ook trouwens. Heb ik je al vertelt dat mijn knieën zijn versleten en dat ik steunzolen draag?’ We liggen nu allebei helemaal in een deuk. De koffie schiet over mijn kopje heen en laat een fikse vlek achter op mijn rok. !Nu we zijn bijgekomen vraagt ze mij hoe het zit. Wat mij gelukkig maakt. Ik zwijg. Ik vertel haar over mijn depressies. Dat geluk dan mijlenver weg lijkt, voor iedereen in deze wereld bereikbaar, behalve voor mij. Ze knikt verlegen. 'Dat herken ik wel. Hoe harder ik zoek, hoe minder ik het lijk te vinden.’ 'Het probleem is dat we niet moeten zoeken'. denk ik. !Ik sta weer buiten. Voor ze de deur dicht doet, roept ze me na. ‘Je hebt gelijk! We lijken inderdaad op elkaar!’ Ze lacht en laat de deur met een plof dicht vallen.

- 5-

Look-a-like - Laura Mijnders

BRONSCOLUMN

Page 6: Magazine september

Topinkomens in de GGZ - Willem Gotink !Tot de opheffing in 2012 maakte het blad Psy er een goede gewoonte van om jaarlijks een lijst te publiceren van de best verdienende bestuurders in de GGZ. Net zoals de jaarlijkse verhalenwedstrijd, neemt GGZTotaal deze gewoonte graag over. Natuurlijk is er wel het nodige veranderd sinds de Psy voor het laatst haar lijstje publiceerde. De overheid stelt grenzen aan de topinkomens in de zorg en veel bestuurders minderen hun inkomen. Hoe is het gesteld met de topinkomens in de GGZ? GGZTotaal zocht het uit. !Laten we er geen doekjes om winden: we waren verbaasd over de inkomens die diverse bestuurders krijgen of zichzelf toe-eigenen. Niet alleen die van de grote instellingen, waarvan er een aantal exorbitante bedragen op grond van oude regelingen ontvingen, ook bij de kleinere instellingen lijken bestuurders een inkomen van meer dan een ton normaal te vinden. Het algemene beeld dat opdoemt is dat besturen, in ieder geval financieel, (veel) meer gewaardeerd wordt dan begeleiden of behandelen.Wij hebben ons beperkt tot de grotere bedragen. We telden negentien bestuurders in de GGZ die in 2013 volgens de WNT-norm (zie kader) meer verdienden dan € 240 000,- Nog eens een dertigtal kregen een beloning tussen de € 200 000,- en € 240 000,- Die laatsten zijn niet in dit artikel vermeld. Van niet alle instellingen zijn de gegevens al bekend: tijdens de voorbereidingen voor dit artikel gaf het ministerie de GGZ-instellingen uitstel voor het aanleveren van hun jaarrekening tot 1 oktober 2014. Op onze site zullen we de lijst de komende maand actualiseren.

Schuift dat nog wat,

ARTIKEL

VERANTWOORDINGDe gegevens hebben wij betrokken van het ministerie van VWS, volgens de ‘Wettelijk Verplichte Bijlagen Jaardocument Maatschappelijke verantwoording’. Of, als die ontbrak, uit de jaarrekening zelf. Aan alle betrokken instellingen zijn de cijfers ter controle voorgelegd. Voor zover instellingen daarop hebben gereageerd, zijn evidente fouten gecorrigeerd.Omdat het ministerie de GGZ-sector uitstel heeft gegeven voor het indienen van de jaarrekening, is het mogelijk dat nog meer bestuurders (omgerekend) een jaarinkomen boven de € 240.000,- ontvingen. Op onze site zullen wij de lijst vanaf 1 oktober actualiseren.

- 6-

Page 7: Magazine september

- 7-

De Top negentien

Dhr. L. van Leersum, tot 1 oktober bestuurder 2013 bij Emergis. Voor die negen maanden ontving hij € 160.137,-, plus een ontslagvergoeding van maar liefst € 563.863,- !Commentaar Emergis: “Op verzoek van de raad van toezicht is van voormalig voorzitter raad van bestuur Leen van Leersum het dienstverband beëindigd. Hierbij is een ontslagvergoeding uitgekeerd overeenkomstig de met de raad van toezicht overeengekomen arbeidsovereenkomst die is gesloten in 2003. Op grond van de reeds bestaande overeenkomst valt deze buiten de werkingskring van de WNT waarin de ontslagvergoeding is gemaximeerd op € 75.000.” !Dhr. P. Wetser, tot 31 december 2013 bestuurder bij het NPI (Nederlands Psychoanalytisch Instituut).Zijn inkomen in dat jaar bedroeg € 229.161,-, daarnaast kreeg hij een ontslagvergoeding van € 252.076,- !Commentaar Arkin: ‘Het gaat om een incidentele situatie die valt toe te schrijven aan gemaakte afspraken in het verleden tussen de heer Wetser en Arkin Holding (het NPI is onderdeel van Arkin). Deze afspraken waren nog steeds rechtsgeldig en derhalve onomkeerbaar. Wij betreuren dit zeer’. !Dhr W. Teer, was tot 1 november 2013 bestuurder bij het Delta Psychiatrisch Ziekenhuis. Voor 10 maanden ontving hij € 196.964,- plus een ontslagvergoeding van € 75.000,- !

Let op! Onderstaande bedragen zijn de bruto inkomens inclusief vakantiegeld, sociale lasten, werkgeverspremies, pensioenpremie en onkostenvergoeding. Een vergelijking met de (bruto-) CAO-lonen is daarom niet zondermeer te maken. De rangorde is bepaald op grond van een omrekening naar het inkomen voor een heel jaar.

1

!

2

!

3

Schuift dat nog wat, die psychiatrie?

!BALKENENDE, WNT EN PLASTERKVolgens de Wet Normering Topinkomens is het niet toegestaan dat bestuurders in de (semi-)publieke sector meer verdienen dan 130 procent van het ministerssalaris. Deze grens is de zogenoemde WNT-norm. Inclusief onkostenvergoeding en pensioenbijdrage werkgever was in 2013 de norm € 228.559,- (Een minister verdient €144.000,- exclusief onkostenvergoeding en pensioenbijdrage werkgever) Ook de ‘gouden handdruk’ ligt met de wet aan banden: maximaal € 75.000,-Oude rechten blijven bestaan en er is een overgangsregeling van enkele jaren. De wet geldt voor bestuurders, niet voor andere functionarissen. De WNT kwam tot stand als gevolg van de toenemende maatschappelijke discussie over de hoge salarissen en ontslagvergoedingen voor openbare bestuurders, vooral als er sprake was van slecht functionerende bestuurders. Aanvankelijk was er sprake van de Balkenende-norm: dezelfde norm, maar op vrijwillige basis. !Minister Plasterk wil de wet aanscherpen: als hij zijn zin krijgt, geldt per 1 januari 2015 een maximum van 100% van het ministersalaris. Overigens ook met een riante overgangsregeling.De eerste protesten van bestuurders (niet uit de GGZ) zijn al binnengekomen bij de minister.

Page 8: Magazine september

Dhr. R.C.M. Eggenhuizen, tot 1 oktober 2013 bestuurder bij FPC De Rooyse WisselVoor 9 maanden ontving hij € 181.801,- plus een ontslagvergoeding van € 75.000,-!Dhr. S.A. de Jager, was tot 1 december bestuurder bij de Bascule.Voor 11 maanden ontving hij € 289.042,- !Dhr. M. Meerdink, in 2013 bestuurder bij Espria: € 311.238,- Toelichting redactie: GGZ Drenthe is onderdeel van Espria, het bestuur van Espria is daarmee tevens het bestuur van GGZ Drenthe. Het bestuur van Espria is óók het bestuur van Woonzorg Nederland. Het genoemde bedrag is het inkomen voor beide functies. !A.Th.J.M. Zuure, in 2013 bestuurder bij Espria: € 305.096,- Zie ook toelichting bij dhr. M. Meerdink hierboven. !H.J. v.d. Hoek, in 2013 bestuurder bij Lentis / FPC Mesdag: € 304.302,- !Dhr. G. Buijs, in 2013 bestuurder bij Eleos: € 302.044,- !Dhr. A.B.M. Habets, tot 1 april 2013 bestuurder bij SolutionS Center. Voor 3 maanden ontving hij € 73.096,-

4

5

6

7

8 9

10 !!

- 8-

Eerder dit jaar maakte de AbvaKabo een lijst van de 50 best-verdienende bestuurders in de ouderenzorg. Met een knipoog naar de Quote 500, noemde de bond de lijst Actiz-top 50. Op deze lijst waren de eerste vijf: ! Bruto beloning: Ontslagvergoeding: Totaal 1 - Chris Marsman, Kwadrantgroep € 118.650 € 369.689 € 507.673 2 - Robert Jan Paas, Stichting Beukenstein € 131.575 € 125.000 € 351.834 3 - Therese van den Hurk, Pieter van Foreest € 122.805 € 219.033 € 341.838 4 - Marco Meerdink, Espria /Woonzorg Nederland € 279.862 € 322.7865 - Jan Meijer, Carint Reggeland € 133.446 € 166.010 € 320.985 !(voor de hele Actiz-top 50 zie: www.abvakabofnv.nl/3944/VVT/actiz50-juni-2014.pdf )

Page 9: Magazine september

ANDERE BESTUURDERS VERDIENEN:Ziekenhuis: € 200 000 - € 450 000 Zorgverzekering: € 250 000 - € 420 000 Provinciale Bureau’s jeugdzorg € 120 000 - € 190 000 Bestuurder CIZ € 150 000 - € 220 000

Dhr. J.V. Muller, in 2013 bestuurder bij Arkin: € 288.428,- !J.P.M. Haakman, in 2013 bestuurder bij SolutionS Center: € 272.73,- !G.H. ter Avest, tot 9 november 2013 bestuurder bij GGZ Centraal Voor ruim 10 maanden ontving hij € 214.814,- !C.L. Bruinsma, in 2013 bestuurder bij Lentis / FPC Mesdag: € 261.344,- !J.L. Kauffeld, in 2013 bestuurder bij Espria: € 260.910,- Zie ook toelichting bij dhr. M. Meerdink hierboven. !Drs P.M.E. van Dam, in 2013 bestuurder bij Arkin: € 243.566,- !B.J.N. Schreuder, in 2013 bestuurder bij GGZ Centraal: € 242.726,- !Dhr. M. Polak, in 2013 bestuurder bij FPC De Kijvelanden: € 242.632,- !T.J. Heeren, in 2013 bestuurder bij GGZ Centraal: € 242.566,- !

11 !12

13

14

15

16 17

18 19

Werknemers in de GGZ, volgens de CAO(de inschaling kan per instelling verschillen, de gangbare inschalingen staan vermeld. Met dank aan de AbvaKabo) Min Max Secretaresse  FWG 30 - 40 € 1565,- € 2699,- Managementassistent FWG 30 - 45 € 1565,- € 2955,- Psychiatrisch verpleegkundige FWG 40 - 50 € 1737,- € 3268,- Vaktherapeut FWG 45 - 55 € 1737,- € 3670,- Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige  FWG 55 - 60 € 2269,- € 4105,- Psycholoog                                                 FWG 60 - 70 € 2633,- € 5833,- Psychotherapeut FWG 70 - 80 € 3738,- € 8244,- Psychiater                                                 FWG 70 - 80 € 3738,- € 8244,- !Let op: in tegenstelling tot de bestuurders-salarissen gaat het hier om bruto maandinkomens, exclusief vakantiegeld, eventuele toelages en ook exclusief werkgeverspremies en onkostenvergoeding. Een vergelijking met bovenstaande bedragen is dus niet zondermeer te maken.

- 9-

Page 10: Magazine september

- 10-

Depressie - Ingrid !Vele jaren heb ik geleden, Dagelijks verlangend naar de dood, Misvormd door het verleden, Verkerend in grote geestelijke nood. !Toch bleef er een enkeling vertrouwen, Al was ik zelf het geloof volledig kwijt, Dat ik weer een toekomst op kon bouwen, Deze mensen hebben mij geleid. !De moed was bijna opgegeven, Toen juist kwam de redding in zicht, De moeilijkste keuze van mijn leven, De deur naar het verleden moest dicht. !Juist datgene gedaan wat ik nooit wilde, Weken leven tussen hoop en vrees, Dat waar ik jaren zo zwaar aan tilde, Daar leerde ik uiteindelijk toch het meest. !Dan weer terug de echte wereld in, Gesteund door mensen met vertrouwen, Weer onderdeel uitmaken van mijn gezin, Op dat fundament heb ik kunnen bouwen. !Een nieuwe start met pieken en dalen, Weer op zoek naar een betaalde baan, Bij wie kon ik vertrouwen gaan halen, Eigenlijk is het vanzelf gegaan. !Weer open staan voor andere mensen, Geen geheimen en schaamte meer, Dat zou ik voor iedereen wensen, Juist dan doet het leven veel minder zeer. !Nu vele jaren later, een compleet ander mens, Kan ik vol vertrouwen zeggen “ik ben wie ik wens”.

COLUMN

Page 11: Magazine september

Achter de deuren voorbij een muur, daarachter die muur was weer een deur, en achter die deur, daar was ik. Vol en leeg, gedachte als een soort schaduw, alsof het immuniteit verworven had. Ik dacht dat ik tegen die muur opgewassen was, en er zo doorheen kon kijken, maar dat kon ik niet. De muur voelde dicht en vast. Hoopte dat ik daar, los van die deur, wel iemand was. Maar ik kon haar niet vinden. Verder gezocht, zag ik iemand die los was van zichzelf. Er leek een verschijning opgetrokken te zijn om haar heen. Die eerst voorbij gelopen moest worden om een glimp op te vangen van haar gezicht. Verder verwijderd van haarzelf, was er niemand meer. Ik zocht en ik zocht, maar kon steeds niks vinden. Waar was ze nu? Ergens was ik in slaap gevallen, dat moest haast wel. Dat was ook zo. Jaren geleden wist ik misschien wel wie achter de andere kant van die muren zat. Verder gegleden in de tijd, zocht ik haar weer op. Nu was ze tegendraads in haar gedachten, teruggekeerd van weggeweest, op zoek naar immuniteit. Immuniteit, onschendbaar zijn. De muren zorgden daar nu voor. Misschien om haarzelf te beschermen tegen de bevangen ik in deze wereld. Maar was dat nu zo nodig? In de omgeving die ze nu had, waren toch deuren en muren en een bed en her en der nog wat omgeving. En ondertussen waren er nog zoveel dagen

die over waren. Maar waar of met wat moest ik ze vullen? Als ik niet eens achter die muur, haarzelf zag staan. Totdat ze op een ochtend haar ogen open deed. Ze was verschenen. Verschenen van het donker naar het licht, voor even een moment. In die stilte genoot ze van de beweging van tijd, mensen en aandacht. Ze kon niet veel bewegen, maar ze zat gewoon in de tijd voor nu, te zijn. Dat was genoeg. Dat was een stap verder. Heel ver weg voelde ze zich weer terugkomen in een kleine

beweging, vanuit de duisternis, langzaam weer de dag in.

Eigenlijk wilde ze daar voor altijd blijven zitten, want waar ze nu zat, was het heerlijk genieten. Want van mijn eigen zogenaamde immuniteit, vanuit de dreiging in mijn hoofd, in de stilte die eerst zo oorverdovend immuun voelde, was niets meer over. Het was nu mijn tijd geworden. Achter die muur, en achter die deur, zag ik haarzelf. Voor het eerst kon ik mezelf aankijken. Trots dat ik haar niet meer hoefde terug te halen, trots dat ze naast de dichte vaste muur, nu haar eigen verworven afweer had gevonden. Er was geen immuniteit meer nodig. Ik kijk niet meer achterom, maar kijk nu dwars door die muur heen en ik loop eruit, terug de wijde wereld in, weer vatbaar voor eigen emoties en tastbaar voor de wereld.

COLUMN

Immuniteit, Anoniem

- 11-

Page 12: Magazine september

Rond lunchtijd zit een geanimeerd gezelschap rond een grote tafel aan de boterham. Lea van Geesink, uitgeefster bij uitgeverij Tobi Vroegh komt er zo aan, zo wordt mij verteld. En of ik ook een boterham wil.

Kortgeleden schreef ik voor GGZTotaal een recensie van ‘Wervelkind’. Een indringende roman, geschreven door Hanna Bofaert, een ervaringsdeskundige uit de psychiatrie, over haar langdurige weg naar herstel. De uitgeverij kende ik niet en een bezoekje aan hun website maakte duidelijk dat Tobi Vroegh een directe link heeft met de GGZ. Een goede aanleiding om een afspraak te maken. Uitgeverij Tobi Vroegh is gevestigd in Amsterdam West, midden in de wijk de Baarsjes, in een bedrijfsverzamelgebouw. Op de derde verdieping tref ik aan de lunchtafel een waaier van mensen die allen actief zijn in een van de initiatieven die vallen onder de Stichting Cliëntgestuurde

Initiatieven en Projecten (SCIP). De uitgeverij, in 2005 ontstaan als cliënteninitiatief van mensen met een psychiatrische achtergrond, ging al snel op in de SCIP. Er heerst hier op de Cornelis Dirkzstraat een actieve sfeer vol van bezigheden. Lea komt vanaf de grote vide naar beneden, geeft me een hand en eet eerst nog een boterhammetje met smeerworst. Samen met Erik Orendi, een van de vrijwilligers bij Tobi Vroegh, praten we even later ten burele van de uitgeverij vrijuit over Tobi Vroegh. De uitgeverij biedt een podium aan auteurs die ofwel als ervaringsdeskundige ofwel op een andere wijze betrokken zijn bij de psychiatrie. Dat is doelstelling nummer één. Dat podium wordt inmiddels gevuld met egodocumenten, romans, poëzie, kinderboeken, onderzoek en al jaren een scheurkalender: ‘Scheur je gek’. “Die voor het komende jaar is al klaar en te bestellen voor het kerstpakket”, kan Lea niet nalaten te melden. Tobi Vroegh wil goeie boeken uitgeven en daarmee tegelijkertijd psychiatrische problematiek toegankelijk maken voor een breed publiek. Op de website staat: “Wij willen met onze uitgaven een brug slaan tussen de psychiatrie en de maatschappij als geheel”. Dat is natuurlijk een prachtige doelstelling maar lukt dat ook? “Jazeker”, en om een duidelijk voorbeeld te noemen, het boek ‘Toen ik bang was’, geschreven door een medewerkster van de Nederlandse Spoorwegen over angststoornissen, heeft aantoonbaar barrières geslecht bij NS collega’s”. Elke week bereiken er wel enkele manuscripten de burelen van Tobi Vroegh. Die worden allemaal met aandacht gelezen: hoe is het geschreven, past het binnen het fonds en levert het nieuwe perspectieven op binnen de doelstelling van de uitgeverij.

INTERVIEW

- 12-

Een kijkje bij uitgeverij Tobi Vroegh

“Een brug tussen psychiatrie en maatschappij” - Johan Atsma

Page 13: Magazine september

- 13-

Op mijn vraag hoe je omgaat met teksten die je doen twijfelen aan de echtheid ervan, antwoord Lea dat het maar de vraag is of het realiteitsgehalte zo interessant is; de beleving van degeen die het meemaakt is relevant en daarmee uitgangspunt. Het is wel belangrijk of het waargebeurd zou kúnnen zijn. Overigens kun je ook nog onderscheid maken tussen de romanvorm die meer vrijheid toelaat en zogenaamde egodocumenten. Die

laatste boeken gaan erom hoe iemand zijn aandoening ervaart en er mee omgaat. Relevant als lotgenotenhulp en effectief in het schetsen van een beeld voor buitenstaanders. De tweede doelstelling van Tobi Vroegh is het bieden van een veilige werkplek voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Ooit begon het als clienteninitiatief met een vijftal mensen die vanuit thuis aan het werk waren, inmiddels zijn er in totaal ongeveer 40 vrijwilligers meer of minder actief binnen de uitgeverij, Lea is de enige betaalde kracht, zij stuurt aan en coördineert. De vrijwilligers verzorgen al het werk voorhanden: dat varieert van redactiewerk, het lezen van manuscripten, vormgeven van nieuwe uitgaven, administratie en PR tot het regelen van de lunch en het inrichten van het pand. Van de vrijwilligers wordt inzet verwacht, initiatief en zelfredzaamheid. Zoals een schrijver schrijft, zo werken hier de vrijwilligers: iedereen “...met zijn eigen doel en eigen motivatie”, aldus Lea. Dat laatste komt onder druk te staan nu de subsidiegever eisen wil gaan stellen aan de begeleiding zodat ook cliënten met specifieke begeleidingsbehoeften binnen Tobi Vroegh aan de

slag kunnen. In GGZ-termen: ‘mensen met een traject’. Dat strookt eigenlijk niet met ‘eigen doel en eigen motivatie', dat zo eigen is aan een cliënteninitiatief. Binnen SCIP wordt daar dan ook stevig discussie aan gewijd. De huidige ontwikkelingen rondom de WMO bedreigen inmiddels dus ook cliëntgestuurde initiatieven die op zichzelf de WMO-tijd altijd ver vooruit zijn geweest. Er wordt nog een derde doelstelling van uitgeverij Tobi Vroegh genoemd in het gesprek, wat minder praktisch van aard, maar daarmee niet minder belangrijk. Erik formuleert op een andere manier de brug die Tobi Vroegh wil slaan tussen psychiatrie en maatschappij, “We willen de psychiatrie sexy en salonfähig maken”, zegt hij. Is dus de toekomst van Tobi Vroegh als werkplek voor vrijwilligers wellicht in de nabije toekomst aan verandering onderhevig, toekomstplannen voor de uitgeverij zelf zijn er genoeg: redactie en vormgeving in combinatie met Printing on Demand voor de schrijver die zijn eigen uitgave wil maken, is een steeds belangrijker onderdeel van de uitgeverij. Daarnaast staat er binnen het eigen fonds van alles op stapel: verzameld dichtwerk en verzamelde verhalen gaan eraan komen, er komt een strip-dagboek over schizofrenie, de scheurkalender 2015 wordt heel erg mooi en is vanaf oktober verkrijgbaar, er staan nog een aantal autobiografische romans op stapel en -last but not least- waarschijnlijk gaat er een science-fiction boek komen met psychiatrie als invalshoek. Daarnaast timmert Tobi Vroegh aan de weg met hun eigen jaarlijkse BoekenFeest, komt er nog een dichtersavond en staat ze regelmatig met een stand op relevante congressen, symposia en boekenmarkten. Kortom, zoals Lea zegt: “we zijn hier een dynamisch bedrijf”. Die boterham kom ik nog wel eens halen... !Relevante links: http://www.tobivroegh.nl http://scipweb.nl/ http://www.patientervaringsverhalen.nl/

„we zijn hier “een

dynamisch bedrijf”.

Saskia van der Heijden signeert haar boek „Toen ik bang was”.

Page 14: Magazine september

De wachtkamer Saskia Mootz !Tot voor kort heb ik in de kinder- en jeugdpsychiatrie gewerkt als hulpverlener. Negen jaar vol boeiende mensen en ervaringen. Niet alleen in contact met de mensen die kwamen voor hulp. Zoals dat hoort waren er ook veel organisatorische besprekingen. Daarin ging het minimaal drie keer per jaar over de wachtkamer. ´De wachtkamer? Hoezo dat?´ hoor ik je vragen. Terecht. Op het eerste gezicht lijkt deze ruimte misschien een detail in het proces van hulp. Maar de ervaring leert anders. Ga in gedachten maar eens terug naar wachtkamers die je in de loop van je leven hebt bezocht. De dokter, de tandarts en dus ook de psycholoog. Daar ontstaat de eerste indruk. Voelt het gemakkelijk, warm of juist afstandelijk? Is het vol of rustig, vies of schoon? Kun je wat lekkers drinken, een boekje lezen en hangt er wat aan de muur? Plof je er lekker neer of voelt het na een minuut al alsof je billen van hout zijn? Als collega´s vonden we het belangrijk dat mensen zich er prettig voelden. We wilden nieuwe vloerbedekking, koffie uit stenen mokken en een sfeer die zei: ´welkom´. Ik weet zeker dat veel ´wachters´ er ook zo hun ideeën over hadden. Al was het maar, omdat er zoveel kon gebeuren in die ruimte. !Zo herinner ik me een groep jongeren die ik in therapie had. Het begin van de sessie had vaak al in de wachtkamer plaatsgevonden. Daar zaten ze uitgebreid met elkaar te kletsen en lol te maken.

Soms zelfs zo hard dat werd gevraagd of het wat zachter kon. Tijdens ´het beginrondje´ was het echter stil. ´Ja, we hebben alles toch al besproken´, riepen ze dan. ´Kom er dan gewoon bijzitten in de wachtkamer!´ We hebben zelfs overwogen inderdaad maar daar te starten in de kennelijk ongedwongen sfeer van die ruimte. Maar ook de mensen die voor het eerst kwamen, staan nog op mijn netvlies. Zoekend. Moeten we hier zijn? Hoe werkt dat koffieapparaat? Ik zag het ze bijna denken. Er hebben zelfs eens mensen gezeten die dachten dat hun eerste afspraak eerder was (waardoor ze dus veel te vroeg waren), dit niet durfden te vragen en geen koffie durfden te pakken. Wat een opluchting toen ik er eindelijk aankwam om ze op te halen én ze koffie aan te bieden! Zo kon ik als hulpverlener dus ook een boel eerste indrukken opdoen. De laatste wachtkamerherinnering gaat daar eveneens over. Ik was bezig met een intelligentieonderzoek bij een jongetje. In de pauze wilde hij chocolademelk. Hij deed er expres twee bekertjes om, vanwege de warmte. Helaas ging er toch wat over de rand. Hij schrok zo dat hij het hele boeltje liet vallen. Werkelijk overal zat chocolademelk. Op de stoelen, de muur en de vloerbedekking. Zijn vader reageerde alleen op zijn gebrul: ik heb later mijn best gedaan met een doekje. De wens voor nieuwe vloerbedekking was weer een stukje dichterbij… Kortom: de wachtkamer, daar gebeurt het! Zowel voor hulpzoekende als hulpverlener!

COLUMN

Page 15: Magazine september

- 15-

Mijn hart begint sneller te kloppen en mijn ademhaling stokt lichtjes. Zelfs na al die jaren therapie en alle overwonnen schaamte, voel ik de spanning van het taboe op mijn schouders drukken. Maar als ik als ervaringsdeskundige niet openlijk spreek, over datgene waarvoor velen in hulpverlenersland hun ogen sluiten, wie doet het dan… !‘’Als pubermeisje rondzwervend en hunkerend naar liefde, het gevonden in de lusten van jongens. Zij hadden interesse in mijn lijf, ik werd gezien, eindelijk werd ik gezien. Als jonge vrouw op zoek naar richting, het gevonden in de emotieloze wereld Defensie. Jarenlang verloor ik mij in een wespennest van behoeftige mannen en voor de gevonden richting betaalde ik een hoge prijs. Als groeiende vrouw los willen komen van de eeuwige oordelen, het gevonden in de wereld van de seksfeesten. Mijn gedrag werd gedoogd en voor even voelde ik mij thuis, maar langzaam ging ik onderdoor aan middelengebruik en onveilige, grenzeloze lichamelijkheid. Als volgroeide vrouw werd ik meer en meer stuurloos, de oplossing gevonden in de overweldigende wereld van de prostitutie. En voor het eerst in mijn leven had ik gevoelsmatig de touwtjes in handen en regie over een jarenlange oncontroleerbare drang naar seks. Was het de drang naar seks? ‘Houden van’ stond op een dag voor mijn deur. Vertrouwen en emotionele verbinding groeide. Volledig dacht ik mij over te geven aan de liefde, er leek geen vuiltje aan de lucht. Voor even… Van

het ene op het andere moment zei mijn lichaam ‘stop’ bij iedere aanraking. Geen enkel besef hebbende, waarom mijn lichaam blokkeerde en verstijfde bij de man van wie ik hield. Verbaast en overrompeld begon daar de intens zware reis naar mijn binnenwereld, met schokkende ontdekkingen tot gevolg. Waarom deed ik wat ik deed? Ik had hulp nodig! Hulpbehoevend, tevens vol reserves stapte ik de wereld van de hulpverlening binnen. Een reeks therapeuten en behandelingen kwamen voorbij, evenals een reeks diagnoses. Hulpverlenersland bleek een doolhof, ikzelf moeizaam te schillen en het thema seksualiteit een taboe. Wat alle nieuwe stempels ook over mij zeiden en hoeveel ik cognitief ook over mijzelf leerde, het hielp mij niet controle te krijgen over mijn splitsing tussen emotionele en seksuele intimiteit. Na zes jaar diverse behandelingen was het blijkbaar mijn tijd. Ik vond een kliniek die mij aan de hand meenam tot mijn diepste kern. Mij in veiligheid liet terugkeren naar waar het gat in mijn zijn was geslagen. Het gat wat mij eeuwig deed verlammen en leeg deed voelen, dusdanig leeg dat ik jaren enkel kon voelen door oppervlakkige seks. De drang naar seks bleek het conflict tussen angst voor hechting maar even grote behoefte aan verbinding. Ik kreeg de ruimte te rouwen om mijn levenslange dwaling en langzaam vond ik de weg terug, naar precies daar waar ik wilde zijn... Bij mij!’’ Met dank aan de GGZ en mijzelf, waardoor ik nu in staat ben taboes te doorbreken en lotgenoten mag bijstaan in hun zware reis door niemandsland…’’

De drang naar seks bleek de behoefte aan verbinding Evi

COLUMN

Page 16: Magazine september

- 16-

In deze rubriek bladert GGZTotaal door de kranten van exact twintig jaar geleden. Ditmaal dus door de kranten van september 1994. Is er veel veranderd? !Tal van openbare gebouwen in de grote steden, zoals stations en winkelcentra, zullen veranderen in gekkenhuizen als de samenleving zich niet ontfermt over het groeiende leger van mensen dat leidt aan schizofrenie en andere geestelijke ziekten. Dan zullen er doden en gewonden vallen. Het Algemeen Dagblad van 10 september 1994 citeert hier Hans Slijpen van het politieteam Hoog Catherijne, die een congres van Ypsilon toespreekt. Het lijken terechte zorgen, omdat vooral mensen die meerdere problemen hebben tussen wal en schip dreigen te vallen. “Zo is een verslaafde met psychische problemen niet welkom in de verslavingszorg, en evenmin in de psychiatrie omdat hij verslaafd is', aldus Slijpen. Aan de kritiek van Slijpen is ondertussen grotendeels tegemoet gekomen, onder andere als gevolg van de vele fusies in de afgelopen jaren. De meeste GGZ-

instellingen hebben afdelingen voor verslaafden, maar ook voor mensen die én verslaafd zijn én een ander psychiatrisch probleem hebben. Een dag eerder doet hetzelfde Algemeen Dagblad verslag van de promotie van psychiater Jan Swinkels. Volgens het onderzoek van Swinkels is overeenstemming over de uiteindelijke behandeling van groot belang voor het resultaat. Allereerst zal de hulpverlener zich dan ook moeten afvragen wat de patiënt ten aanzien van zijn klachten en problemen aan zorg wil. "In plaats van de vraag te stellen 'Kunt u mij vertellen wat uw klachten zijn?', verdient het volgens Swinkels aanbeveling te vragen 'Wat mag ik voor u doen?' In 1994 blijkbaar niet gebruikelijk. Hoeveel behandelaars zouden anno 2014 het eerste gesprek beginnen met deze vraag? Nog een dag eerder maakt bestuurslid Schraven van de Nederlandse Vereniging van Vrijwillige Euthanasie (NVVE) zich boos over directeur Hrachovec van psychiatrisch ziekenhuis Wolfheze. Die had zich afgevraagd waarom een psychiatrische patiënt een arts betrekt bij zijn besluit een einde aan zijn leven te maken. “Zingevingsvragen zijn niet

aan artsen besteed, een psychiatrisch patiënt die zijn leven wil beëindigen kan 'eer en actie aan zichzelf houden', bij voorbeeld door zich te laten bijstaan door de NVVE”, aldus Hrachovec. De discussie is een gevolg van de vrijspraak in de zaak Chabot enkele maanden eerder. De Haarlemse psychiater B. Chabot hielp in 1991 een 50-jarige vrouw sterven, die na een ongelukkig leven en de dood van haar twee zoons geen uitweg meer zag. Met de vrijspraak vervalt het onderscheid tussen geestelijk en lichamelijk lijden bij de toepassing van euthanasie. De discussie is heden ten dage nog steeds niet uitgewoed. !“Veel druk op Riagg in Oost en Zuidoost”, kopt het Parool tenslotte aan het einde van de maand. Het blijkt te gaan om de uitkomsten van een onderzoek van de Amsterdamse GG & GD, het AMC en de Universiteit van Amsterdam. Bijna een kwart van de inwoners van Amsterdam-Oost en -Zuidoost heeft wel eens psychische problemen. Mensen uit deze buurten gaan daarmee - op eigen initiatief - sneller naar een hulpverlener uit de geestelijke gezondheidszorg dan de gemiddelde Nederlander.

De G

GZ in

de

kran

t van

twin

tig ja

ar g

elede

n

GES

CHIE

DEIN

S

Twintig jaar geleden

Page 17: Magazine september

Renata van den Dries !Daar stond ik dan , plotseling tussen de borderline

groep.Voelde ik me thuis .... Nee absoluut niet. Ik was niet

uitbundig, juist terug getrokken. Ik was niet agressief, juist timide.

Ik was niet verbaal aanwezig, juist een luisterend oor.En toch, ondanks dat ik totaal niet paste in deze groep en geen enkel raakvlak kon vinden, heb ik me staande

weten te houden, en ervan geleerd.Want zo ben ik niet. Zo wordt ik niet, en zo zal ik nooit

zijn.Ik ben hier voor mezelf en mijn shit en zal er sterker

uitkomen.En dat heb ik uiteindelijk ook gedaan.

Het viel absoluut niet mee, het was een moeilijke periode met weinig ups en veel downs.

Vooral als je je niet begrepen voelt in een groep waar je mee samen moet werken, je hebt inmiddels hetzelfde

stempeltje gekregen, dus je zou toch aansluiting moeten hebben.

Maar in mijn geval, denk ik toch dat ze een foutje hebben gemaakt.

Tot op vandaag blijf ik zeggen, ik heb geen borderline, ik ben high sensitieve, met een depressieve stoornis.

Ik ben getrouwd, run een compleet huishouden en heb een zoontje van 11.

En ja zo nu en dan met de nodige ongemakken, maar ik heb geleerd hoe daar mee om te gaan, en wat mij helpt

om het te hanteren en leefbaar te houden. Maar ik heb het voornamelijk zelf gedaan en door de

vele negatieve ervaringen bij GGZ heeft het mij wel sterker gemaakt, en geleerd te vechten voor mezelf.

Dus conclusie, je leert er hoe dan ook toch wat door, is het niet positief, dan wel op de negatieve manier.

COLU

MN

- 17-

Page 18: Magazine september

ADHD

“Mensen met #ADHD zijn vaak kunstzinnig aangelegd. #ADHDFund organiseert later dit jaar een kunstveiling!” Sommige tweets intrigeren. Hoezo ADHDFund? Hoezo kunstveiling? Achter de antwoorden op deze vragen schuilt een megagroot probleem, met een opmerkelijke oplossing. En, niet onbelangrijk, GGZTotaal mocht een stukje van die oplossing presenteren in de vorm van twee op de kunstveiling aangeboden kunstwerken. Twee jaar geleden kreeg psychiater en onderzoekster Sandra Kooij de boodschap dat de subsidiepot voor onderzoeken leeg was. Aanvragen is zinloos, was de boodschap. Daarmee dreigde een eind te komen aan jarenlang onderzoek naar ADHD. Eenvoudige alternatieven waren er niet: ADHD-onderzoek dat gesponsord wordt door de farmaceutische industrie is al snel verdacht en voor collectes is de ‘aaibaarheidsfactor’ van ADHD te laag. Kooij deed iets wat in de psychiatrie een unicum is: ze begon het ADHDFund om zo, via crowdfunding, geld te verzamelen voor ADHD-onderzoek.Zoiets vergt een omslag in het denken. Want plotseling is het niet meer een commissie van professoren die bepaalt of een onderzoek gefinancierd wordt, maar de ‘crowd’ die het geld geeft. En die ‘crowd’ bestaat in dit geval uit patiënten, behandelaars en familieleden. Die bepalen welke onderzoeken zij belangrijk vinden en misschien geld voor over hebben. Het onderzoek moet dientengevolge patiëntgebonden én patiënt gedreven zijn.

Wat zou dat voor onderzoek zijn? Een online peiling wees uit dat de belangstelling vooral uitgaat naar ADHD in samenhang met angst en depressie, lichamelijke gezondheid, slaap en autisme. En opvallend genoeg, de respondenten wilden weten wat de effectiviteit van een behandeling is. Weinig belangstelling is er voor onderzoek naar het effect van voedingssupplementen, iets waar Kooij wel bang voor was. En zo krijgt het aanvankelijke probleem ook een voordeel: een dergelijk fonds is een stap in de empowerment van ADHD-patiënten. De plannen zijn ambitieus: onderzoekers kunnen in een korte presentatie hun onderzoeksvoorstel op de site van het ADHDFund zetten en hebben vervolgens drie maanden de tijd om fondsen te werven. In drie jaar wil Kooij komen tot acht onderzoeken per ronde van drie maanden en vier rondes per jaar. Een dergelijk fonds kost zelf ook geld, bijvoorbeeld voor de parttime medewerkster. Er is een startsubsidie van het ADHD-netwerk, maar dat is onvoldoende voor een heel jaar. Vandaar dat het idee voor de kunstveiling ontstond. Veel ADHD-patiënten zijn kunstzinnig aangelegd, zoals de aangehaalde tweet al zegt. Zij kunnen een kunstwerk inbrengen, dat via een veiling in oktober verkocht zal worden. Kleine werken zullen online geveild worden, voor grote werken komt er dit najaar een live event. De exacte datum daarvoor zal binnenkort bekendgemaakt worden.

BIJZ

OND

ER

Over ADHD, kunst en crowdfunding

- 18-

Een kunstveiling voor onderzoek

Page 19: Magazine september

!!Pieter Smits is bakker van beroep en in zijn (spaarzame) vrije tijd kunstschilder. Over zijn ADD zegt hij: “het is óók lastig, maar het is nog veel meer een geschenk”.Zijn kunstwerk ‘succes’ gaat over ADD (zie het verwerkte gedicht) en is te koop op de veiling, Pieter hoopt dat het minstens € 100,- opbrengt (de redactie van GGZTotaal schat het hoger in, maar dat terzijde). Wie meer werk van Pieter wil zien gaat naar www.puddings.nl

- 19-

Michaela Pronk is arts en gezins-en relatietherapeut, gespecialiseerd in ADHD. Ze heeft zelf geen ADHD, maar “ziet bij zichzelf wel een aantal kenmerkende eigenschappen”. Ooit zag ze in Italië iemand oorbellen maken van Nespresso-cupjes, een hobby die ze overgenomen heeft. Op de veiling worden ze te koop aangeboden, Michaëlla hoopt dat die minstens € 5,- per setje opbrengen.

40x50 cm

Alles over het ADHDFund en de kunstveiling: www.adhdfund.com Sandra Kooij over het ADHDFund op het NVVP-congres: www.youtube.com/watch?v=lmRkdPhxFBI

Page 20: Magazine september

- 20-

Na mijn afspraak met de manager loop ik nog even de huiskamer in om het kwartaalkrantje op de leestafel te leggen. Aan de hoge tafel zit een meneer van een jaar of 50, voorovergebogen, verdiept in wat paperassen die schuil gaan onder zijn lange bos grijzende krullen die net het tafelblad raakt. Als hij me hoort binnen hoort komen, veert hij op. “Ha, de pvp! Ik herken u van de foto”. Dat hoor ik vaker. Mijn poster hangt op alle afdelingen, ook hier op de ReSo. Routinematig vraag ik of hij weet wat de pvp is. “U doet goed werk, u staat aan de kant van de patiënt, maar u kunt niet alle problemen waar wij tegenaanlopen oplossen.” Een adequate samenvatting van de kern van mijn werk. We raken aan de praat. Meneer heeft veel zien veranderen sinds zijn eerste opname. “Toen ik pas was opgenomen” – we hebben het over de jaren 80 – “had je van die medicijnen, daar werd je godsallemachtig suf van.” Hij noemt een paar middelen waarvan de naam mij niks zegt. “Tegenwoordig heb je die zware middelen ook nog wel, maar je hebt ook spul waar je een stuk kwieker bij blijft.” Ik ben een leek op medisch gebied, maar wat meneer vertelt, geloof ik meteen. “Zo’n dokter die van die zware pillen voorschrijft snapt gewoon niet wat er dan bij jou van binnen gebeurt, je functioneert dan nog niet eens op halve kracht.” Gezien zijn diagnose zal meneer afhankelijk blijven van medicijnen. Toch blijft hij optimistisch over de farmaceutische vooruitgang van de afgelopen decennia.

“En misschien vinden ze er nog wat op.” Maar er zijn in zijn ogen ook zaken in de psychiatrie die beslist verslechterd zijn. “Neem nou de werktherapie, dat zat in een apart gebouw hier op het terrein. Je kon er de hele dag binnenlopen, als je wou.” Het gebouw heeft inmiddels plaatsgemaakt voor een

kantorencomplex waar o.a. de ICT gehuisvest is. “Lekker naar de houtbewerking als je daar zin in had, daar knapte je van op, even geen sores aan je

hoofd, iets uit je handen zien komen, daar kunnen geen pillen tegenop.” Ik luister gefascineerd naar zoveel inzicht. “Je moest niet net je depot gehad hebben want dat was gevaarlijk met al die machines.” Werktherapie bestaat niet meer. Dat heet nu dagbesteding, met een eigen logo en een modieuze naam. De participatiesamenleving voor mensen met een beperking. “Je moet formulieren invullen om een indicatie te krijgen, een heel gedoe. Je mag dan op bepaalde tijden naar het activiteitencentrum. En als je een paar keer niet geweest bent, omdat je je op dat moment niet goed genoeg voelde, dan gaat je plek naar een ander.” Ik wijs naar z’n paperassen: “Terug bij af?” Inderdaad. Meneer zet nog wat kruisjes op zijn papierwinkel “Nou moet ik opschieten want mijn PB-er komt zo, en die moet er ook z’n handtekening op zetten.” Ik ga een deurtje verder met mijn PVP-krant, een themanummer dit keer over ontwikkelingen in de zorg. Voortuitgang?

Vooruitgang. Pasqal van Pinxteren

COLU

MN

Page 21: Magazine september

Zonder titel Linda Janssen!

Ik ben naar een psychiatrisch ziekenhuis gebracht. Ik lig op zaal. Iedereen bemoeit zich met mij. Verpleegkundigen, medebewoners en mijn ouders. Na een aantal uren word ik naar de isoleercel

gebracht. Op zaal gebeurt van alles. Ik voel hoe demonen ervandoor willen gaan met mijn ziel. Een soort kleine wezens die steeds van onder mijn bed richting het raam rennen. Met een raar piepend en

schuifelend geluid. Ik stuur ze elke keer weer terug naar de hel waar ze vandaan komen, door middel van gebaren en geschreeuwde bezweringen.

Vanaf mijn bed ga ik bungeejumpen aan mijn levenskoord. Ik kom letterlijk los uit mijn lichaam en spring de kosmos in, terwijl ik verbonden blijf met mijn lichaam op het ziekenhuisbed door middel van een lang,

elastisch koord. Heel gevaarlijk natuurlijk, maar wat heb ik er een lol in. Wie wil er niet zweven door de kosmos?

Ik ben in een gevecht beland. In een gevecht om mezelf bij elkaar te houden én in een oorlog met mezelf. Alles wat ik ooit heb geïncorporeerd, nare dingen die me zijn overkomen zijn nu demonen

geworden die ik moet bestrijden. Eén groot gevecht dus. Op zaal en in de isoleer. Schokkend beweeg ik mijn lichaam door de kale ruimte. Energie schiet alle kanten op, het lijkt of ik

onder stroom sta. De camera hoog op de muur registreert nauwgezet alles wat ik doe. Op de grond een plastic matras, wat kartonnen hoedjes, bedoeld als po’s. Een raam dat ’s avonds verduistert.

Ik zit in de isoleercel van een psychiatrisch ziekenhuis, gesepareerd voor mijn eigen veiligheid. Een lange aanloop had ik hiernaartoe, en deze dagen van totale isolatie zijn de culminatie van mijn

psychose. Want hier kan ik helemaal losgaan. De ruimte is geheel ontdaan van prikkels en ik ben er blij mee, want mijn hoofd kookt over. Een eindeloze stroom van gedachten, beelden en bewegingen raast

over mij heen. Mijn wereld gereduceerd tot één ruimte, maar toch is mijn wereld groter dan ooit. Ik praat hardop, sleep met het matras, met de deken erop en trek willekeurig mijn scheurhemd aan en uit.

Naast de camera, bovenaan de muur, hangt een lichtbak, met daarop de dag, datum en de tijd. Ik ben oersterk, ik heb macht over de tijd; door met mijn ogen te rollen kan ik naar wens de tijd vooruit- of

terugspoelen. Ik zie dingen die er niet zijn; bovenop het plafond staat een wereldkaart geprojecteerd. Ik zie de slavenschepen varen van West-Afrika naar Zuid-Amerika. Ik zie hoe de vrouwen keer op keer

verkracht worden. Dit voel ik tot in mijn botten, in mijn beleving word ik zelf daar in die cel ook keer op keer verkracht.

Het verblijf in de isoleercel duurt zes dagen en zes nachten. Als ik uiteindelijk uitgeraasd ben, kan ik weer terug naar de APA. Daar breng ik twee weken in de schemer door. Geleidelijk aan gaat het beter en mag

ik naar afdelingen waar meer vrijheden zijn. Toch zal het verblijf in totaal zo’n 2,5 maand duren.

COLU

MN

- 21-

Page 22: Magazine september

Kijk voor meer informatie op onze website: www.ggztotaal.nl

ontw

erp

e-m

agaz

ine:

Ingr

id H

uism

ans

S

EPTE

MBE

R 20

14